HELDERSCHE COURANT HAAR WRAAK. VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna FRANSCH,DUITSCH,ENGELSCH. GEMEENTERAAD VAN NELDER, No. 4509 DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 et-, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 52'/2 0.85 Modeblad 85 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2k cent. DE OORLOG. De officieeie iegerberlchten van 24 en 25 Augustus. Oostelijk front. De Russische groote generale staf deelt d.d. 23 Augustus over de krijgs verrichtingen mede Bij de laatste krijgsverrichtingen in de Golf van Riga heeft de Duitsche vloot volgens ontvangen inlichtingen een linieschip, twee kleine kruisers en niet minder dan achttorpedoboo- ton verloren, welke buiten gevecht zijn gesteld, terwijl een gedeelte daar van gezonken is. Te land geen verandering in den toestand in de streek van Riga en "Westelijk van Jacobstadt en Dwinsk. Aan de Sventa tusschen Wilna en de Njemen hebben onze troepen op 22 en 23 dezer (Zondag en Maandag) hot offensief van den vijand op het front Ko war skWilkomirDor au- niszki tegengehouden. Aan de inidden-Njemen zijn weel een aantal onzer troepen van den linkeroever naar den rechteroever overgegaan. Op het front tusschen de Bobr en de streek van Brest Litowsk blijven wij onze stellingen pas voor pas ver dedigen. Den 21en en den 22en (Za terdag en Zondag) ondernam de vijand zijn hardnekkige aanvallen aan de Beneden-Bobr en op het front Kleszczele Wysoko Litowsk. Op den rechteroever van de Boeg, ten Oosten van Wlodawa, worden de voornaamste aanvallen van den vijand bij Piszcza in het merengebied voort gezet. In den avond van den 23en (Maan dag) deed de vijand een poging om ook in de richting van Kowel tot het offensief over te gaan. In Galicie geen verandering. Het Duitsche communiqué luidt: Berlijn, 24 Augustus. Legergroep van Von Hindenburg. Ten Noorden van de Njemen geen verandering, voor het overige overal vooruitgang. Bij de gevechten ten Oosten en ten Zuiden van Kowno namen onze troe pen 9 officieren en 2600 man gevan gen. Ook veroverden zij 8 machine geweren. Legergroep van Leopold van Beieren. Op de heuvels ten Noordoosten van Klesczele en in het boschgebied ten Zuidoosten daarvan werd de tegen stander gisteren opnieuw terugge worpen. De vervolging nadert de Bialowieska Puszcsa (het oerwoud van Bialowiesk). De vijand verloor meer dan 4500 man aan gevangenen en 9 machinegeweren. Legergroep van Mackensen. Voor den aanval van de over de Pulwa en de Boeg ten Oosten van de Pulwa-monden aanvallende Duitsch Oostenrijksch-Hongaarsche troepen, heeft de vijand zijn stellingen opnieuw ontruimd. Vervolging is aan den gang. Voor het Zuidwestelijk front van Brest werden de hoogten van Kopytou (ongeveer 15 K.M. van het centrum der vesting) bestormd. Onze door het moerasgebied ten Noordoosten van Wlodawa vooruit gedrongen troepen vervolgen den gis teren geslagen vijand. Het Fransche bericht luidt: Parijs, 24 Augustus. Nog steeds artillerievuur, over en weer, in den sector ten Noorden van Atrecht, tus schen Somme en Oise en in Argonne. De Duitschers hebben een aantal granaten op Atrecht, Montdidier en Reims geworpen. Op verscheidene punten is de uit werking van het Fransche tegenvuur op de Duitsche loopgraven en batte rijen waargenomen. In Champagne, aan het front van Perthes en Beau-Séjour levendige ge vechten met handgranaten en bom men. FEUILLETON. Voor Ville-sur-Tourbe zijn de voor ste Duitsche loopgraven volkomen vernield door de ontploffing van een Fransche mijn. In de Vogezen zijn gisteren uiterst verwoede gevechten geleverd op de hoogten ten Oosten van de Fechton ten Noorden van de Schatzmannele. Ondanks verscheidene tegenaanvallen konden De Duitschers het verloren terrein niet heroveren. Op den Barrenkopf 'hebben de Franschen het in den avond van 22 dezer gewonnen terrein behouden. De Duitschers hebben opnieuw de Fransche loopgraven op den bergrug bij Sondernach aangevallen doch zijn teruggeslagen. De Oostenrijkers berichten: Weenen, 24 Augustus. De ten N.W. van Brest-Litowsk tegenstand biedende vijand is gisteren in destreek van Wierchowicze en Rasna opnieuw tot den terugtocht gedwongen. Het aantal tijdens de laatste ge vechten bij het leger van aartshertog Jozef Ferdinand ingeleverde gevan genen bedraagt 4 officieren en 1300 man. Ten N.O. van Wlodawa hebben onze bondgenooten den tegenstander nog maals teruggeworpen en vorderingen gemaakt. De Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche ruiterij van het leger van generaal Pichallo is bij de vervolging van den vijand Kowel binnengetrok ken en rukt verder noodwaarts op. In Oost Galicie is het rustig. Van het Westelijk front. Het groote hoofdkwartier der Duit schers meldt: Gedurende het bezoek, dat zij Maan dag aan Zeebrugge bracht, heeft de Engelscho vloot ongeveer 60 h 70 schoten op onze kustversterkingen gelost. Door deze beschieting hadden wij het verlies te betreuren van één doode en 6 gewonden. Bovendien wer den door te ver gerichte schoten nog 3 Belgische mannen gewond. Mate rieels schade werd niet aangericht. In de Vogezen ten Westen van Mun ster woedde Maandag de strijd ge- durende den ganschendag. Des avonds vielen de Franschen nogmaals onze stellingen op den Barrenkopf en ten Noorden daarvan aan. De aanval werd afgeslagen. Zwakke afdeelingen, die hier en daar in onze loopgraven waren gedrongen, werden er weer uitge worpen. Eenige Alpenjagers werden gevangen genomen. B(j de Maandag gemelde gevechten bleef een stuk Duitsche loopgraaf op den Barrenkopf in handen des vijands. "ij Loo, ten Zuidwesten van Dis- muiden, werd een Fransche tweedek ker door een van onze oorlogsvlieg tuigen naar beneden geschoten. Van het Oostelijke gevechts terrein. De berichten van het Oostelijk ge vechtsterrein zijn wel geschikt om de spanning te verhoogen. De aangekondigde terugtocht dei- Russen naar hun tweede verdedigings linie is volbracht. Ja, die ontzaglijk uitgestrekte Linie is reeds in het Noorden een sterk steunpunt ont nomen, de vesting Kowno, en ten Zuiden van Brest-Litowsk staan de centralen reeds aan, wat van Russisch standpunt gezien, de verkeerde kant van de linie is. In het midden zijn de centralen over de Nurzec en de Boeg, welke terreinscheiding geen onaardige be scherming scheen te vormen van den spoorweg van Bialystok naar Brest. En aangezien zoowel Bialystok, dat, naar van officieeie Russische zijde is gemeldt, van versterkingen is voorzien, als Brest gewichtige steunputen van genoemde linie zijn, kon deze spoorweg worden beschouwd als deel uit te maken van genoemde linie. Maar deze spoorwegverbinding is ook al verbroken, de centraion strijden (ten Zuiden van de Narew) ten Oosten van de spoor. 18.) Het dorp was een armoedig, akelig nest waar voor een beschaafd man hoegenaamd geen afleiding was. Ik zocht dus natuurlijk verstrooiing en het toeval kwam mij te hulp. Op eene wandeling maakte ik kennis met een jonge dame. Het meisje, levende in een om geving van arme houthakkers, zag in mij den man harer droomen en schonk mij haar volle vertrouwen. Onverwachts naar huis geroepen be kende ik haar, dat van. eene vereeni- ging tusschen ons nooit iets kon komen, daar ik gehuwd was. Zij schrikte niet, 'ze barstte niet uit in verwijtingen of tranen. Maar ze sloeg uit hare zachte, donkere oogen een blik op mij, die nooit uit mijn go- heugen is gewischt, een blik, die mij zal vergezellen tot mijn laatsten adem tocht. Geen woord ontvlood hare lip pen. Ze wees m(j eenvoudig de deur en ik vluchtte als een lafaard, of de duivel mij op de hielen zat. O, die herinneringen, ze zijn. maar al te dik werf de doornen op d,en levensweg H(j sloeg de handt m als door ont roering aangegrepen -voor het gelaat en een diepe zucht scheen lucht te geven. Wat ging er in hem om, in En desniettemin bereiden nu de Russen den opmarsch der centralen, vooral ten Noorden van Brest-Litowsk, waar het brandpunt van den strijd is, een verwoeden tegenstand. „Iedere duimbreed gronds wordt zoo taai mogelijk verdedigd," zegt Weenen, en ook de Russische staf meldt: „Wij verdedigen onze stelltngen voet voor vpet." '„Alles maar achterhoede gevechten", zoo meende de man van de Times te St. Petersburg Zondag, ofschoon h}j toen nog veronderstelde, dat de zooeven genoemde spoorweg Bialy stokBrest nog in het bezit der Rus sen was. „Op het mogelijk verlies van Brest is waarschijnlijk al gerekend", zegt dezelfde correspondent. „Hadden de Russische legers, wier concentratie punt Kief is, in opdracht in recht- streeksche verbinding te blijven met de centrale en noordelijke groepen, dan zou het lot van Brest een ge wichtiger invloed op den loop van den veldtocht hebben gehad, dan nu het geval is." Een allersomberste beschouwing, waarin zoo maar langs den neus weg het vraagstuk waarom het gaat, als reeds in het nadeel der Russen beslist wordt aangemerkt. Immers, waar het nog steeds om te doen is, is dithouden de Russen nog op hun tweede verdedigingslinie den opmarsch der centralen tegen, of zullen zij worden gedwongen hun terugtocht aanzienlijk verder voort te zetten, hetgeen in dit geval zou beteekenen, dat de Russische legers iu twee deelen zouden worden ge scheiden door de Poolsche moerassen. Dit is het eerste doel der centralen, en op dit doel z|jn al hun inspanningen van de laatste maanden gericht ge weest. Dat het eigenlijke einddoel van den veldtocht te allen tijde de vernietiging van de vijandelijke strijd macht is, weten we allemaal wel en is een gezegde, dat in zijn algemeen heid geen bizonderen inhoud heeft. De vraag is maar, hoe het doel te bereiken. De scheiding van de vijande lijke legers is, in dit geval, in verband met de reusachtige uitgestrektheid van het front, daartoe de eerste stap. Reeds in Mei, toen Jozef Ferdinand zich, na het overschrijden van de San, Noordwaarts wendde en over deTanew trok in het gebied van Lublin, waar ook de eerste veldslagen in het Oosten waren geleverd, hebben wij er op gewezen, dat dit streven in de be wegingen der centrale legers te er kennen was. Een tweede omvleugelende bewe ging uit het Noorden moet met dezen opmarsch uit het Zuiden gepaard gaan, om niet werkelijk de Russische centrale legers te omsingelen, maar ze toch door concentrische aanvallen uit het Noorden en het Zuiden en het dreigement van een uit eindelijke omvatting terug te drijven. En nu schijnen ze hun doel dichter dan ooit te zijn genaderd. Het is een „nu of nooit" voor beide partljon. Do Russen gaven den Weichsel- Narewdrichoek prijs, omdat zij, hoe geschikt ook om bij een offensief ge wichtige diensten voor de samentrek king en uitrusting van troepen te be wijzen, voor de verdediging zwak kon worden genoemd, als aan beide zijden omvat door vijandelijk gebied, door sneden door talrijke spoorlijnen en dus geschikt tot snelle samentrekking van troepen, die van Noord, West en Zuid, de linie konden aanvallen. Maar nu staan de Russen op hun rechte linie vlak voor demoerassen- streek. Die linie zijn hier en daar de cen tralen al binnengedrongen. Nu moeten zij worden tegengehouden, want gaat het nog verder achteruit, dan komt een scheiding tot stand en weet nie mand waar en of er opnieuw een gelegenheid zal zijn het opnieuw te beproeven. Om dezelfde reden moet er voor de centralen alles aan gelegen zijn, nu hier, op dit beslissende punt den tegenstand der Russen nog eenmaal den baatzuchtigen ellendeling? Was die uitbarsting van 6mart een arm zalige vertooning geveinsd of echt? Die vragen zweefden zijne verwanten op de lippen, doch zij hadden nooit liefde of genegenheid van hem ont vangen, van daar, dat de stem van het medelijden doof bleef. „Het is pijnlijk mijne gedachten bij dit onderwerp te bepalen," nam h{j den draad van het gesprek weder op. „Wat er na mijne thuiskomst ge beurde, weet 'ge. Mijne vrouw stierf kort daarop en liet mjj twee doch ters na, één van byna twee jaar en één van omstreeks één maand. Ik hervatte mijn zwervend leven en het einde was, dat ik op- een gegeven oogenblik een bedelaar was; dit ge beurde evenwel eerst veel later. In den maalstroom van genot en ver maak van allerlei aard, slaagde ik er in het arme Duitsche meisje uit mijne gedachten te verbannen. Ik was thans vrij, had haar mijn naam kunnen geven doch ik wilde mij geen ketenen aanleggen. Behalve het weinige, dat ik afzonderde om mijne dochters eene behoorlijke opvoeding te geven, verbraste ik mijn reeds zeer geslonken vermogen. Mijn eenigo bezitting, het landgoed Hohenlo, was zoo zwaar verhypothekeerd, dat ik er geen steen meer mijn eigendom van kon noemen. Uw vader, Arthur, nam de hypotheken over om u be kende redenen; mijne jongste doch ter offerde destijds hare liefde en hare hoop voor de toekomst op voor mijn belang. Het. fijne van de zaak bleef u, Arthur, verborgen. Doch ik her haal hierbij plechtig, dat ge niet be kend waart met datgene, wat tus schen uw vader en mij verhandeld werd. Om nu die kwestie eens en voor goed op te lossen, wil ik je nog mededeelen, dat ingevolge onze over eenkomst uw vader mijne loopende schulden vereffende en voor eene hooge som mijn leven verzekerde. Een en ander is oorzaak, dat ik op een zeer goeden voet kan leven, en tevens, dat hij tot uw verwondering geen noemenswaardig fortuin naliet. Trouwens, uwe verwachtingen waren op dat punt te hoog gespannen. In mijn dagboek, dat ik u na mijn dood zeer ter lezing kan aanbevelen, zult te breken, waardoor voor hen de kans zou worden geopend, voorgoed met hen af te rekenen. En wij gelooven niet met den man van de Times, dat de Russen den centralen die kans zoo maar zullen geven, zonder er eerst met inspanning van de uiterste krachten om te vechten, En dat zij daar op het oogenblik mee bezig zijn, daar duiden alle aan wijzingen in de officieeie telegrammen op, waarvan wij hierboven eenige aanstipten. Zij bieden allereerst den centralen vooral daar den vinnigsten tegenstand, waar het geldt een insluiting van Brest-Litowsk te voorkomen. Maar al verdedigen zfj moedig iede- ren duimbreed gronds, al doen zij zelfs tegenaanvallen ten Noorden van Bielsk om afleiding te brengen voor de troe pen bij Brest, toch kan men moeilijk zeggen, dat zij er gunstig voorstaan. Was van den beginne reeds ver schil van meening mogelijk op een vraag of de nieuwe linie, de Brest- linie, wel gunstiger voor de verdedi ging was dan do prijsgegeven War- schau-linie, niettegenstaande alle na- deelen, die deze had, twijfel daarom trent is stellig gewettigd, nu de Duitsche troepen, de terugtrekkende Russische troepen, al werd het gevaar voor een insluiting afgewend, van nabij zijn gevolgd en die nieuwe linie rechts en links en in het midden reeds hebben overschreden, voor den Russen de gelegenheid tot nieuwe opstelliDg was gegeven. Het groote bezwaar is, zoo is van Russisch-Engelscbe zijde gezegd, dat onze linie niet overal tegelijk meer sterk kan wezen, terwijl de centralen in staat zijn, om zoo te zeggen, waar zij willen, een sterke macht te con- centreeren. Die opmerking wordt thans weer bewaarheid, want ziet, terwijl de Russen daar over den spoorweg Brest- Bialystok zoo dapper weerstand bieden, komt het bericht dat de Oos tenrijkers van Wladimir-Wlinsky uit op Kowel aanrukken. Een onaange name verrassing, van Russische zijde beschouwd. Over Kowel loopt de eenige spoorwegverbinding van Brest met het Zuiden en Zuidoosten des rijks en deze spoor wordt nu, niet alleen bij Kowel, aan den rand der moerassen gelagen, door de Oosten rijkers, maar ook verder naar het Noorden, van de streek van Piszeza uit, ernstig door de Duitschers be dreigd. De ontruiming van Oasowiec aan de Bobr, vóór de eigenlijken Russische verdedingslinie gelegen, staat in on- middelljk verband met hot krijgsbedrijf aan de Narew, welke rivier de cen tralen waren overgestoken. Tot dus ver hadden zij nog niet verder kun nen komen. Tegelijkertijd wordt nu gemeld, dat de centralen bij Tikoszin verder zijn opgeschoten, dat was dus in de rug van Ossowiec, en dat de vesting is ontruimd. De driehoek tusschen Bobr en Narew zal nu eveneens wor den bezet en de spoorweg Bïalystok- Grodna is het die daar nu door de Russen zal moeten worden verdedigd. (N. Rolt. Ct.) Het Duitsch-Oostenrijksch offensief in Rusland. Het is eigenaardig, merkt de mili taire medewerker van de „Times" op, dat de Oostenrijkers op het Oostelijk front volkomen onder de leiding der Duitschers staan. Waar aartshertog Friedrich, in het besef van zijn waardigheid, zijn gemak neemt, weet niemand en niemand schijnt er be nieuwd naar te zijn. De andere aarts hertog Jozef Ferdinand is onder de hoede gebracht van Mackensen's legergroep en slechts aan de Itali- aansche grens en aan den Donau zijn de Oostenrijkers vrij in hun doen en laten. Een enkele maal hoort men nog eens van een Oostenrljksche generaal, maar overigens hebben de Duitschers het heft in handen. vinden. Uw vader gaf bijna zijn gansche vermogen prijs om voor u, zijn beminden zoon, het geluk te grondvesten, bestaande in het ver werven van de hand mijner dochter. Deze bracht aan haar vader hare liefde, hare hoop op de toekomst ten offer op het altaar van kinderlijken plicht, zooals 'zij dien opvatte. Ten slotte was de edelman, die zijn ver mogen verbrast en verkwist had, de eenige die van al die offeranden voor deel had". Van Weert en Van Berken zagen elkander veelbeteekend aan; de gis- siDg van den officier was juist ge weest. Beiden hadden van hun eer- biedwaardigen schoonvader steeds dezelfde meening gehad, en zoo mo gelijk was die meening thans nog verstrekt. Doch ze zwegen, eensdeels uit beleefdheid jegens zijne dochters, en ten andere wegens zijn gezond heidstoestand. Beiden begrepen, dat het den ouden heer slechts door overspanning en stalen wilskracht mogelijk was, zich staande te houden, en dat die opwin ding stroovuur was, de laatste krach tige opflikkering der lamp, voor ze uitgaat. En zeker, zijn einde was nabij, dichter dan men vermoedde. Anders zou de man met zijn baatzuchtige levensbeschouwing zich tot geene be kentenis hebben laten verlokken. „Doch", ging de jonker voort, „wij dwalen af; keeren wij tot ons onder werp terug. Ik dacht niet meer aan het zwartoogige Duitsche meisje be halve in die oogenblikken, waarvan ik gesproken heb, totdat na ruim dertig jaar, haar naam my plotseling in de ooren klonk. „Nora Galzl" riep Heinrich met forsche stem uit. De grijsaard zonk dieper in zijn stoel, sloot de oogen en scheen aan hevige ontroering ten prooi. Die twee woorden „Nora Galz" waren als de vurige letters in het paleis van ko ning Belsassar. Ze dreunden ook hem in de ooren als het vonnis van het laatste oordeel. Die twee woorden vertolkten hem een gansch drama van leugen en bedrog. Hij herstelde zich evenwel spoedig. „Nora Galzl ja, dat was de naam. En daar ik feitelijk reeds te veel van mijne wegvliedende krachten gevergd heb, verzoek ik u verder te verhalen, wat er gebeurd is na mijn vertrek". Mogelijk was het Duitsche hoofd kwartier tot voor kort te Thora of Posen en is het thans te Konings berg of Warschau. De hoofdleiding is in handen van von Falkenhayn. Het schijnt dat de troepen verdeeld zfln over vier legergroepen, elk van acht tot twaalf legerkorpsen, hetgeen tezamen een sterkte van ongeveer anderhalf millioen manschappen vormt, zonder de troepen in Galicie er. de reserve te rekenen. Mackensen voert het bevel over de rechtergroep, wellicht acht of negen legerkorpsen, bij Brest Litowsk en het leger van aartshertog Jozef bevindt zich bij deze groep: op zijn linkervleugel volgt de groep van prins Leopold van Beieren, bij welke zich waar schijnlijk het leger van von Woyrsch bevindt en die ook acht tot tien legerkorpsen omvat. Weer links hiervan staan de legers van von Scholtz en von Gallwitz. Ten slotte komt de groep van von Hindenburg, welke naar wij veronderstellen, slechts de legers onder Lauenstein, von Below en von Eichhorn omvat. De sterkte van deze groep is niet nauw keurig aan te geven. Volgens be richten uit Petersburg heeft von Below hoogstens acht legerkorpsen onder zich, terwijl van Eichhorn er drie of meer moet hebben, zoodat wij moeten aannemen dat de maar schalk twaalf legerkorpsen te zijner beschikking heeft, zonder de korpsen cavalerie te rekenen, die zijn flank dekken. De Russen schijnen dus op het Brest—Ossowiec front tegenover van 24 tot 26 legerkorpsen te staan, te zamen ongeveer 1 millioen man tel lende, en op den rechtervleugel hun ner achterhoede door omstreeks de helft van dat aantal bedreigd te wor den. Van de strategische reserves weet men niets met nauwkeurigheid. Von Besseler, met misschien 2 £l 3 korpsen, is vrijgekomen, nu Nowo Georgievsk gevallen is, en Von Len- singen'a leger moet ergens in bewe ging zijn en zal op het beslissende punt wel opduiken. Weliswaar werd dit leger het laatst aan de Llota Lipa gesignaleerd, en het is te hopen dat het daar nog steeds is, maar het is in geen zes weken officieel genoemd, en als zijn zware verliezen zijn aan gevuld, kan het weer dienst doen. Het telt 6 legerkorpsen en zou, met Besseler's troepen, een reservegroep van 7 a 8 legerkorpsen kunnen vor men. Naar mijn inzien moet dit alles als maximum worden beschouwden zijn er waarschijnlijk op het gansche Oostelijke krijgstooneel niet meer dan Duitsche en 50 Oostenrijksche divisies. De verliezen zijn zeer zwaar ge weest en in totaal hebben de Oosten rijkers en Duitschers sedert den aan val in Galiciö, in het begin- van Mei, stellig niet minder dan 350.000 man per maand verloren". De schryver acht de positie der Russen „op dit oogenblik niet goed" en zij zou zelfs „kritiek" kunnen ge noemd worden, als de Grootvorst er niet in slaagt, Hindenburg's leger te teisteren, zoodra deze er zich toe zet zijn rol in het groote drama te ver vullen. Aan de Wilna, bij Kovno, hebben de Russen wel een soort bolwerk tegen den vijand by Kovno gevormd en daarbij gebruik gemaakt van do vele waterwegen op dat punt als na tuurlijke versperringen, maar de uit springende hoek bij Janof, aan de Wilna, is een zwak punt, en Hin denburg, achter de Wilia en do Sventa, zal moeilijk te houden zijn, wanneer hij zoo sterk staat als van hem gezegd wordt. De Russen hebben nog de Bobr en Ossowiec, dat ook een ge vaarlijk vooruitstekend punt is. (Men weet, dat de Russen deze gevaarlijke positie ontruimd hebben. Red.) Uit Dultschland. Berlijn, 24 Augustus. De sociaal democratische rijksdaggroep en het sociaaldemocratische partijbestuur „Ja maar zeide Heinrich, „ik ben niet gewend veel met de groot heid te praten. Mijn vrouw is baker geweest bij voorname lui en daar steek je allicht wat van op, ze heeft er dus beter slag van." „Mij goed; als ze maar zoo kort mogelijk is. Menschen als jelui zyn meestal nog al breedsprakig." Elsa, de vrouw van Heinrich, liet die hatelijkheid voorbij gaao zonder te antwoorden. Zij was inderdaad voor haar stand eene vrij beschaafde vrouw en begon zonder veel beweging t.e maken of verlegenheid tetooneu „Toen mijnheer vertrokken was, riep fraulein Nora mij onmiddellijk. Ik had haar innig lief; zy was het voedsterkind mijner moeder. Mijn man en ik waren bij haar vader, een predikant, in dienst geweest, by als tuinman en ik als dienstbode. Na den dood van den leeraar en zyn vrouw bleven wij in gelijke betrekking bij Nora. Haar verdriet ging mij aan het hart, of ze myn eigen kind was geweest. Ze was altyd zacht, lief ge weest, een beetje „raar", zeiden de lieden, van ons dorp. Doch na het weggaan van dien heer veranderde ze als een blad van een boom. Hein rich, mijn man, moest hem onmidde- lljk nareizen, alles van hem en zijn familieomstandigheden uitvorschen en daarna terug komen. Hij bracht de meest volledige inlichtingen mede. Toen rijpte een plan in het arme meisje,een plan om zich op den man t,e wreken. Wij verlieten het Wüizburgacheno Ingezonden Mededeeling. Gij kent vaD deze talen niets en voelt het gemis hiervan, ofgy hebt in Uwe jeugd een of meer dier talen geleerd, doch zyt het geleerde grootendoels ver geten. Gaarne wilt gij alles nog eens grondig repeteeren. Misschien wilt gij na den oorlog eene betrekking in het buitenland zoeken, waarvoor talen kennis gewenscht is. Gij zljt echter te oud voor de schoolbanken geworden. Wat staat U nu te doen? Proefnummers aanvragen van „Ons Studieblad", Weekblad voor Zelfstudie. Voor elke taal een afzonderlijk weekblad. Prijs per maand f 0.35. Proefnummers gratis en franco. A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK, Hoofdonderwijzers, de Clercqstraat 34, Amsterdam. Telefoon Zuid 4072. hebben in gemeenschappelijke zitting een motie aangenomen waarin o.a. wordt gezegd: De verzekering der politieke onafhankelijkheid en der onschendbaarheid van het Duitsche rijk eischt de afwijzing van elke tegen zijn territoriaal machtsgebied gerichte veroveringspoging van Duitschlanda vijanden. Dat geldt ook voor den eisch tot wederinlijving van Elzas- Lotharingen bij Frankrijk; onver schillig in welken vorm daarnaar wordt gestreefd. Ten einde de economische vryheid van ontwikkeling van het Duitsche volk te waarborgen eischen wij de open deur, d. w. z. gelpe rechten voor economische werkzaamheid in alle koloniale gebieden en opneming van een bepaling vau meestbegunsti- ging in de vredesverdragen met alle oorlogvoerende mogendheden. De vry heid der zeeén moot door internatio nale verdragen worden verzekerd. In het belang van de veiligheid van Duitschland en van zijn vrijheid tot economische ontwikkeling in het zuid oosten wijzen wij elk streven van de viervoudige entente af, dat gericht is op de verzwakking of verbrokkeling van Oostenrljk-Hongarije en Turkije. Berlijn, 24 Augustus. De oorlogs correspondenten van Weenache bla den zyn van oordeel dat de toestand der Russische troepen bij Brest Li towsk van dag tot dag neteliger wordt. Het transport van troepen en voorraden is door de verbreking van de spoorverbinding Bialystok - Klasz czeli St. Petersburg erg bemoeilijkt, zoodat groote afdeelingen van het Boeg—Weichselleger in de vesting zijn opgestuwd. Ook de Russische troepen die voor het leger van prins Leopold van Beieren moesten wijkeD, zijn klaarblijkelijk ten deele naar de groote Boegvesting teruggetrokken. Antl-Duitsche bond. Br is in Engeland een anti-Dultsche bond opgericht. De stichters wenden zich met een vurigen oproep tot aan sluiting tot het Engelsche volk. Het doel van den bond is: 1. een millioen leden te werven die de anti-Duitsche gelofte afleggen 2. de wet op de immigratie van vreemdelingen en de naturalisatie van Duitschers als Engelsche onderdanen te amendeeren; 3. invoering van een beschermend tarief, zoonoodig een tarief gelijk staande met een invoerverbod, op alle in -Duitschland en Oostenrijk gemaakte artikelen 4. een onderzoek in te stellen naar Duitsche patenten, bereidingsmetho den en monopolies, teneinde hierom trent voorlichting te verstrekken aan Engelsche kooplieden, fabrikanten en anderen die er zich op willen toeleg gen; 5. flnancieelen en anderen steun te verleenen, al dan niet belangeloos, aan Engelsche fabrikanten, die zich willen toeleggen op de voortbrenging van artikelen die totnogtoe in Duitsch land en Oostenrijk werden vervaar digd; 6. steun te verleenen aan candi- daten voor het parlement, zonder onderscheid van partij, die zich ver binden het doel van den bond te steunen en een reeks lezingen in alle steden van het land te houden ter verwerving van den steun en den bijval van het publiek. Bij de onderteekenaars van den op gingen in de nabijheid wonen van Cranenburg in het Kleefsche. Haar plan was het kind van eene bedelares in de plaats te stellen van het wet tige kind, gesproten uit het huwelijk van. jonker Renoy en zijn vrouw. Mijn man en ik maakten ons gewillige werktuigen van hare wraak, die ons destijds gewettigd voorkwam. Om kort te gaan, ik ging naar Nijmegen en slaagde er in als baker aangeno men te worden door mevrouw Renoy. Die arme dame schonk een meisje het leven, ten koste van het hare. Van mijn man vernam ik dit en het toeval werkte ons zeer in de hand. De jonker vertrok bijna dade lijk. Beide kinderen hadden donkere oogon, waren van gelijken leeftijd en verwisseling ging gemakkelijk. De oudste dochter van den jonker was slechts U/a Jaar 0U(7 de meiden be moeiden zich nergens mee en de jonker bad het kind ter nauwernood gezien. Op een donkeren avond in October 1865 bracht Heinrich het kind. Ik nam het over, verwisselde de kleeren en het kind der weelde nam de plaats in van het kind der armoede". Bij dit eenvoudige verhaal was het doodstil geworden in de zaal, angstig beklemmend stil. Men wilde vragen, maar niemand durfde de eerste te zijn. Liane was doodsbleek geworden, de dame met den sluier had een driftige beweging gemaakt en een diepe rim pel groefde zich op het voorhoofd van den ingeneur. Bline'a gelaat tee- kende verbazing en Van Berken beet roep meerondeels mannen mot adelljke titels - vinden wfj den bur gemeester van Dublin. „Stichter eu algemeen bestuurder" is E. J. Balsir Chatterton. op Dinsdag 24 Augustus 1915. Voorzitter de hoer W. Houwing, Burgemeester. Aanwezig alle leden (enkele komen staande de vergadering). Aan de orde is: Onderzoek geloofsbrieven. Onderzoek van de geloofsbrieven van de heeren A. Bommel, S. Krlj- nen, J. J. Verfaille, C. Adriaanse, J. Spruit, A. W. Michels en D. C. A. de Zwart. De Voorzitter benoemt de heeren Terra, Zander en Boon tot leden van een Commissie van onderzoek, en schorst de vergadering. Na herope ning rapporteert de heer Terra, dat de overgelegde geloofsbrieven in orde zijn bevonden en concludeert tot toe lating. Met algemeene stemmen wor den successievelijk alle leden aange nomen. De notulen worden zonder stem ming en discussie goedgekeurd. Ingskomsn stukken en mededeelingen. MisBives van Gedeputeerde Stalen met betrekking tot de besluiten van den Raad betreffende: 1. betalingen uit den post voor Onvoorziene Uitgaven; 2. af- en overschrijvingen; en 8. suppletoire begrooting op den dienst 1914. 4. verhuring van een stukje tuin grond te Huisduinen en van het per ceel weiland aan den Polderweg. Adressen van de VereeDiging „Pro Patria", van de Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven" en van de Vereeniglug voor Volkshuisvesting „Helder", adhaesie betuigende met het verzoek om oprichting van een volksbadhuis. Mededeeling dat de voorstellen van den heer De Ven voor de benoeming van een 4en Wethouder en van den heer Biersteker met betrekking tot den gasprtjs zijn ingetrokken. Dankbetuiging van het Departement Helder vaD de Maatschappij tet Nut van het Algemeen voor de toekenning van het subsidie. Bovenstaande stukken voor kennis geving aangenomen. Rapport van de Commissie be noemd met betrekking tot de oprich ting van oen school voor M. U. L. O. Adres van don fitter van de gas fabriek G. van Baaren, over zijn loon. Adres van J. Hendrikse, houdende verzoek van de gemeente een stukje grond te mogen koopec, gelegen na bij zijn perceel Trompstraat 2a. Adres van de Vereeniging van Marinewerklieden „OnderlingBelang" te Helder, verzoekende verandering in de heffing van het schoolgeld voor de Openbare Lagere Scholen. Adres van Dr. H. J. Oosting over de toelating van leerlingen op do school No. 8. Adressant verzoekt de verordening op de toelating zóó te wyzigen, dat (Zie voor vervolg pagina 4). op zijn knevels. Do oude jonker alleen was volkomen bedaard. „Bewijzen!" vroeg by kool. De oude Heinrich verhaalde hem toen nauwkeurig alles, wat in het begin dezer geschiedenis is medege deeld. Van Berken had hem aandachtig aangehoord. „Dat alles beteekent niets", sprak h(j botweg. „Elsa, geef de kwitantie eens", zei Heinrich. Zwijgend reikte ze die over. „Die man, die voerman is immers hier," viel de jonker in, waaruit blykt, dat de oude knecht hem bij hun su menkomst alles had medegedeeld. „Ja, hij is hier I" sprak Van BerkeD, en door dezen geroepen, trad eeD stokoud man binnen. „Heb jy die kwitantie geschreven?" vroeg de luitenant barsch, in de hoop hem van zijn stuk te brengen, „waar en wanneer?" Met beverige stem verhaalde de oude man, dat hij J. van Vliet heette, vroeger voerman was en op Doddon- daal 27 gewoond had. Hij herinnerde zich wel, dat hij op een mistigeo avond een man met een kind had gereden naar Hohenlo om zijn zus- of zoo iets te bezoeken, maar die man was met hetzelfde kind terug gekomen en op den laatsten trein naar Kleef gegaan. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1