HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Pauiowna [de:oorlog. No. 4511 DINSDAG 31 AUGUSTUS 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct.f Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 520.85 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BCER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van Hot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 24 cent. Da officieels legerberlchten van 27, 28 en 29 Augustus. Van het O o s t e 1 y k front. In het Russische legerbericht van den 27en wordt toegegeven, dat „over eenkomstig de ontvangen bevelen het garnizoen van Brest-Litowsk zich bij het veldleger heeft gevoegd, en de versterkingen en bruggen in die streek zijn opgeblazen". In de omgeving van Riga is vol gens dat bericht de toestand onver anderd. Ook volgens het bericht van den 28en is daar alles rustig. Verder meldt het bericht van den 28en nog het volgende: Aan den Midden-Njemen en het front tusschen Bobr en Pripjet zetten onze troepen op 26 en 27 Augustus hunne terugtocht voort, waarbij zij in gevechten de aanvallen van den vijand afsloegen. Deze is vooral vooruitgegaan in de richting ten noorden van Bjelostok, langs den westzoom van het Bjelowasj-bosch en de wegen naar Kobrin. Aan den rechteroever van den Boeg begon de vijand op 26 Augustus uit de streek van Wladimir Wolinsky op te rukken in de richting van Torchin (ten westen van Lutzk) Lokatsj en Poritsk. Op dit front hebben zich gevechten ontwikkeld. Aan den Boven-Boeg, den Zlota Lipa en den Dnjester trachtte de vijand in den nacht op 27 Aug. en den volgenden dag ons aan te vallen in verscheiden secties van onze stollingen en wel met bijzondere hardnekkigheid in de streek ten noorden van Brzejany en ten westen van Podgaitz, waar het hem gelukte zich te nestelen aan den linkeroever van den Zlota Lipa. De Duitsche berichten van 28 en 28 Aug. zijn wat uitvoeriger dan de Russische natuurlijk; het leger van Hindenburg heeft in gevechten ten Noord-Oosten van Bausk en Schoen berg de tegenstander teruggewor pen. Meer dan 2000 Russen werden gevangen genomen, 2 kanonnen en 9 machinegeweren werden vermees- terd. Ten Z.O. van Kowno gaat het leger van generaal Eichhorn zegevierend voorwaarts. Tusschen de Bobr en het woud van Bialowicz wordt de vijand vervolgd. De stad Narew is door hem bezet. Het leger van Leopold van Beieren dringt op in het Woud van Bialowicz over de Lesna Prawa, welker Ooste lijke oever aan den benedenloop is bereikt. Meer naar het zuiden werd bij de vervolging de linie DombrowoGro- deck-Narewkasector (ten oosten van de stad Narew) bereikt. Het leger van v. Mackensen heeft de weg Kamieniec—Myszcyce over schreden. Tusschen den Machawiec en de Pripet dreef het den verslagen vijand voor zich uit. Onder generaal Bothmer doorbra ken Duitsche en Oostenrijksch-Hon- gaarsche troepen aan de Zlota Lipa ten N. en ten Z. van Brzezany de Russische stellingen. Onder achterhoede-ge vechten wer den de Russen tot in de linie Pod dubno (aan den weg naar Pruzana) Tewli-Kobrin gedrongen. De Oostenrljksche berichten melden dd. 28 Aug. o.a. nog het volgende: Onze in Oost Galicie staande legers zijn gisteren door het sedert weken versterkte Russische front aan de Zlota Lipa op verscheidene punten heengebroken. Z(j strijden daar op het veld van een der eerste groote slagen, die bij het begin van den oorlog ten Oosten en Z.O. van Lemberg zijn geleverd. Zoowel ten Oosten van Przemyslany en ten Westen van Podhajce en Monasterzyska (ten Oosten van de Zlota Lipa gelegen) zijn wij de vijandelijke linies binnen gedrongen. Tusschen Gologory en Brzezany zijn de Russische stellingen over eèn afstand van 80 K.M. ge nomen, waarbij tusschen Gologory en Dunajow (ten O.Z.O. van Przemys lany) Oostenrijksch-Hongaarsche regi menten, bij Brzezany O.-H. en Duit sche troepen de stellingen bestormden. De verslagen vijand, die 20 officieren en 6000 man als gevangenen in onze handen heeft gelaten, heeft tever geefs getracht de verloren stellingen door een tegenaanval te hernemen. H(j moest het veld ruimen en is vanochtend vroeg op het geheele front den terugtocht begonnen. Ten Noorden van de Pripet-moe- rassen naderen onze bondgenooten de stad Kobrin van het Zuiden en De bij Karmieniec Litowsk strijden de Oostenrijksch-Hongaarsche strijd krachten hebben den vijand uit zijn stellingen ten Noorden en ten Oosten van deze stad verdreven. Onze successen ten oosten van Wladimir Wolynska en aan den Zlota-Lipa braken den tegenstand des vijands over een front van 250 K.M. De terugtocht der Russen wordt overal gekenmerkt door in brand staande plaatsen en verwoeste neder zettingen. Het aantal der door ons krijgsge vangen Russen is geklommen tot 10.000 man. De troepen van den generaal der cavalerie baron Pflanzer-Baltin volgen den vijand in de richting van Buczacs. De door de Russen in brand ge stoken stad Zloczow (ten oosten van Lemberg) is thans in ons bezit. Bij Kobrin, waar onze bondge nooten opnieuw terrein hebben ge- gewonnen, staan den Russen alleen nog maar de wegen naar het noord oosten open. Van het W e s t e 1 Ij k front. De Fransche communiqué's zijn talrijk genoeg, doch belangrijke wapenfeiten vermelden zij niet. Zij geven echter wel den indruk, dat de Franschen en Engelschen actief blij ven en den Duitschers geen rust gunnen. Dat blijkt wel uit de volgende op somming Ten Noorden van Atrecht zijn Duitsche loopgraven in elkaar ge schoten en een opslagplaats van mu nitie vernield. In den nacht van 27 op 28 dezer artillerie actie rond Souchez, Neuville en in de streek van Roye. Bomgevechten op de hoogvlakten van Quenneviöres en Nouvron. De Duitsche loopgraven werden aanhoudend en krachtig beschoten in de streek van Nieuwpoort, het Sas en ten noorden van Atrecht, ten oosten van den weg naar Rijssel. De Fransche artillerie zette in den nacht van 28 op 29 Aug. de actie tegen de stellingen der Duitschers voort. Zeer hevig geschutvuur in den sector Ablain, de streek van Roye, ten noorden van de Aisne (in do om streken van Craonne en Berry-au- Bac) en tusBChen de Aisne en Argonne. Hevig gevecht van man tegen man bij Marie-Thérèse ten westen van het Malancourt-bosch om het bezit van de door mijnen geslagen kraters. De Franschen blo ven meester van het terrein. Hevige beschieting van de Duitsche loopgraven en arbeiders over het ge heele front van de grens van Lotha ringen, te Gremecy, Besagne, Gon- drexoin en Embermesnil. Gevechten met granaton en bom men in de streek van Metzeral. Daar tegenover staat het volgende laconieke Duitsche legerbericht, over de beide laatste dagen, gedateerd van den 29en: Er hebben geen gebeurtenissen van eenige beteekenls plaats gehad. Van het Z u i d e 1 y k front. De legerberlchten uit Italiaan- sche bron melden: Afdeelingen alpentroepen hebben op 25 dezer, na hardnekkige gevechten, sterke stellingen van den Col Laguscuro en den Corno di Bedole vermeesterd. Op het Karstplateau heeft de vijand ons uit het bosch naar den weg van San Martino trachten te drijven. Na een verwoed gevecht is de vijand gevlucht. Wij hebben de stellingen versterkt. De Oostenrijksche berichten van 28 en 29 Aug. melden Op het front in de kuststreek heeft de vijand vannacht en bij 't aanbreken van den dag getracht op verscheidene punten tot den aanval over te gaan. Hij is echter overal afgeslagen, o.a. ten Oosten van Polazzo en San Mar tino, op de hoogvlakte van Doberdo en bij onze hoogtestellingen ten Noorden van het bruggehoofd van Tolmein. In den sector van Flitsch duurt de strijd voort. In Tirol komen de Italianen ten Noorden van het Lugana-dal dichter "j onze stellingen. Op zich zelf staande aanvallen der Italianen namen gisteren in hevigheid toe, maar hadden, zooals gewoonlijk, nergens succes. In den sector vaa Doberdo werd een door krachtig artillerievuur voor bereide aanval op den Monte dei sei Busi afgeslagen. Hedenvoormiddag bestormden twee mobiele regimenten viermaal den Monte San Michel, z(j drongen op eenige plaatsen onze loopgraven bin nen, werden er echter overal met groote verliezen weder uit verdreven. De vijand opende voor eenigen tijd een sappenaanval op het bruggehoofd van Görz. Onze kanonnen en mljnen- werpers vernielden echter alle tot dicht bij ons front aangelegde sappen. Ook de met een talrijke legermacht ondernomen aanval op het gebied van Flitsch werd gestuit. Hier, evenals overal elders, bleven onze stellingen in handen van de verdedigers. In het Tiroolsche grensgebied duren de artilleriegevechten met afwisse lende hevigheid voort. Van het Russisch-Turkache front en van de Dardanellen valt niets van eenig belang te ver- De terugtocht der Russen. Nu eenmaal is uitgemaakt, dat de terugtocht van de centrale Russische legers, onder de schuts van achter hoedegevechten, voorloopig onbeperkt zal worden voortgezet, zullen wij-ons niet bizonder meer hebben te ver wonderen als de Duitschers nu vele gewichtige plaatsen, de een na de ander, bezetten. De nadere berichten van Russische zijde over de ontruiming van Brest bevestigen, dat wat er nog in den fortengordel voor weerstand is ge boden, niet anders dan een achter hoedegevecht was, en de Russen de vesting uit overweging dat zy onhoud baar was geworden, hebben ontruimd. Nu gaat het daar verder holleden achteruit. De centralen trokken over den weg Kamienec-Myszczyce (aan den spoorweg, ruim 20 K.M. ten Oosten van Brest) en rukken ook uit Zuidelijke richting op Kobryn aan, dat nog ongeveer tweemaal zoo ver naar het-Oosten, aan den spoorweg van Brest naar Minsk ligt. Ook uit het Zuiden, langs den heuvelrug die van de streek van Wlodawa afkomt, trekken Duitsche strijdkrachten, over de Ryta, op Kobrin aan. Dit zou een hoogst gevaarlijke beweging voor de Russen zijn geweest, indien zij nog langer bij Brest-Litowsk zouden zijn gebleven. Nu echter ziet het er naar uit, dat de Duitschers Kobrin niet zullen bereiken, voordat de Russen er reeds voorbij zijn getrokken. Niet alleen in de streek van Brest- Litowsk, maar ook ten Noorden daar van verplaatst zich de gevechtslinie snel naar het Oosten. De Lesna Pra wa, die de rechtervleugel van Leopold van Beieren tracht te forceeren, stroomt langs den Zuidwestkant van het bosch van Bialowicz. Ook ton Noorden van het bosch van Bialowicz, op een linie, die Bialy- stok nu aan den Westkant laat lig gen, en tot een punt ten Oosten van de Berezowka loopt, gaan de Russen terug. Grodno, de laatst overgebleven vesting van de tweede Russische ver dedigingslinie, wordt daardoor mede van het Zuidwesten bedreigt, terwijl door de ontruiming, van Olita het zelfde het geval is van het Noorden. Do ontruiming van Olita komt niet onverwacht. We wisten reeds dat de Russen over de Njemen teruggingen, in verband met de bedreiging van den spoorweg van Wilna. Al melden de Duitschers voor- deelen ten Oosten van Kowno, en al blijkt uit het offlcieele Russische be richt, dat zij eenigszins dichter bij Dwinsk zijn gekomen, toch gaat dè opraarsch der centralen in deze rich ting zeer langzaam. Wilna is nog steeds niet genomen. Terwijl do Russen eenerzDds krach tige maatregelen nemen om de nade ring van dit gevaar te vertragen, hebben zy er toch reeds van te voren de consequentie uitgetrokken en zijn in vollen aftocht, hoogstwaarschijnlijk naar de Dwina. Dat deze terugtocht reeds is begon nen en voor een goed deel voltooid wordt, vóórdat Wilna gevallen is (de omstandigheid, welke dezen terug tocht gebiedend noodig zou maken), zal wellicht een gunstigen invloed uitoefenen op het welslagen daarvan, lederen dag tijdwinst kan in dat op zicht van groote beteekenis zijn. Aan de andere zyde is het duidelijk van welk een allesoverwegende b&- teekenis het mede voor den terug tocht is, dat de Russen den beneden loop van de Dwina (met Riga) niet verliezen. Daarvan hangen zelfs de kansen, die de Russen aan deze, hun derde, linie zullen hebben, geheel af, zooals oen blik op de kaart leert. Ten Zuiden van de Dwina loopt de Njemenek. Ofschoon men uit het bericht van den. Russischen staf misschien geneigd zou zijn anders te besluiten, komt het ons voor, dat de Duitschers nog niet over de Njemenek hebben kun nen komen. Dat blijkt o. i. uit de plaatsen, die het hoofdkwartier noemt (Bausk en Schoenberg). Bulgarije. Berlijn, 28 Augustus. De „Vossischo Zeitung" plaatst een artikel van een toonaangevend Bulgaarsch staatsman, getiteld: Bulgarije's verwachtingen. Hij schrijft o. m.Het enkele dagen geleden bereikte resultaat der Turksch- Bulgaarsche onderhandelingen is een gebeurtenis van verre strekking, want zij beteekent niets minder dan een ondubbelzinnig en beslist oversteken van Bulgarye naar de verbonden cen trale mogendheden. In verband hier mee staat ook de benoeming van den nieuwen minister van oorlog, gene raal Jekof, die de Turksch-Bulgaarsche onderhandelingen ten einde heeft ge bracht en overigens als een Ijverig voorstander geldt van een Duitsch- gezinde politiek. Er moge, na dit alles, officieel nog worden gesproken van een Bulgaarsche onzijdigheids- politiek, feitelijk kunnen de Bulgaren thans reeds als de bondgenooten van Duitschland en Oostenrijk worden be schouwd, hetgeen, naar gehoopt mag worden, binnen den kortst mogelijken tijd ook door Bulgarije's actieve deel neming aan den oorlog zal wordeq De Zeppelin-aanvallen In Engeland. Londen, 29 Aug. De Admiraliteit publiceert een brief van den minister van marine Balfour over de aaü vallen door Zeppelins. Omtrent de door deze bereikte resultaten zegt Balfour„Het ministerie van binnenlandsche zaken heeft mij medegedeeld, dat In de laat ste twaalf maanden 71 volwassenen en 18 kinderen gedood en 189 vol wassenen en 31 kinderen, gekwetst worden. Wij mogen wel vragen welk mili tair voordeel is behaald ten koste van zooveel onschuldig bloed. Het antwoord is gemakkelijk te geven. Geen enkel soldaat of matroos is ge dood, zeven zyn er gewond. Slechts bij èén enkele gelegenheid is schade toegebracht, die met eenigen goeden wil van eenige, hoewel zeer geringe,, militaire beteekenis kan worden ge- Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Hearsnmode-Artikelsn. Gemaakts kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. De andere aanvallen door ZeppelirjB hebben geen militair resultaat gehad, noch van moreelen, noch van iïiate- rieelen aard." De Duitsche verliezen. De Pruisische verlieslysten nos. 802 tot en met 309 (16-24 Augustus) bevatten de namen van 40.245 ver wonden, vermisten en gesneuvelden. Het gezamenlijk aantal der op de dagelljksche verlieslljsten gepubliceer de Pruisische verliezen bedraagt thans 1.740.839. Hierbij komen 214 Beier- sche verliesltjsten, 184 Saksische, 247 Wurtembergsche en 44 van de marine. De Duitschers In België. A. Hans schrijft uit het Groote Hoofdkwartier van Vlaanderen een brief, waarvan wij het volgende ont- Do Duitschers gedragen zich in Belgiö niet meer gelijk in de eerste drie oorlogsmaanden. We hooren van geen gruwelen. Maar even waar is het, dat de Duitsche soldaat over 't algemeen zijn trots en zijn aanmati ging heeft afgelegd. En dit wordt door de bevolking gevoeld en brengt beide partijen nader tot elkander, al blijft toch de kloofKenschetsend was 't woord dat ik gisteren van een .boer hoorde. „Ze (de Duitschers) zouden beter naar huis, naar hun vrouw en kinderen mogen gaan." De vrees is medelijden geworden. En dat noem ik een opmerkelijk ver schijnsel, vooral in 't Groot Hoofd kwartier, waar toch de reputatie van 't Duitsche leger hoog gehouden wordt, waar officieren deftig in de straten wandeleD, op 't terras van een café naar de militaire concerten luisteren, in huu Casino levendige discussies voeren, waar de verorde ningen uitgevaardigd wordenwaar alle draden van 't Vlaamsche front samen komen! Ja, daar ook gevoelt het volk deer nis met den Duitschen soldaat. "Warschau, Nowo-Georgewietz, Kov- noalle overwinningen op 't Oos telijk terrein werden <r met luister gevierd. Men zou zeggen: 't volk, van nieuws verstoken, moet neer slachtig worden bij zulk een feest. Maar neen, het herkent den matten toon, de stem zonder zelfvertrouwen, waarmee de Duitsche soldaat zegt, dat er nu eindelijk hulptroepen uit Rusland zullen komen en de oorlog voor den winter eindigen moet mei een „Sieg" der Duitschers. Het weet, hoe, ondanks die (kunst matige) stemming, velen deserteeren of zouden willen deserteeren, ware de weg naar Holland niet zoo moeilijk. 'tZiet den droeven blik, waarmee de schildwachten langs de lijn de hospitaaltreinen nastaren 'tls er getuige van, hoe menige landweerman huivert of weent, als 't bevel „naar 't front" komt, zooals 't onlangs nog te Ruisevelde gebeurde. Over den stand der zaken aan 't front redeneert men weinig. Niemand begrijpt, boa die oorlog eindigen moet. Maar door den Duitschen soldaat zelf, is de vrees medelijden geworden. Thielt leeft onder den druk. Nooit luiden de klokken. JZo moeten zwijgen. Klinkt er muziek en gezang 't komt van den vijand. Van eigen sol daten en ook van zooveel familie leden, die geen hal ven dag reizens ver wonen, blijft men zonder „mare". Sommige handelaars en boeren doen wel goede zaken, maar de arbeid ligt stil. De zomer spoedt heen. En de winter nadert. 't Is alles nog zoo duister, 't Bezette België heeft wel een eigen, moeilijke rol in dezen oorlog. De plicht van 'lijdzaamheid is dikwijls zwaarder dan die van strijd Maar, wat men ook schrijve over „nieuwe richtingen in Vlaanderen" en banden tusschen gelijke rassen, welke theorieën kamergeleerden mo gen verkondigenin 't harte blijft de fierheid en 't verlangen naar de oude vrijheid en den afkeer voor Duitschland. Japan en de oorlog. Het is voor een Westerling veelal niet gemakkelijk zich te verplaatsen in den gedachtengang van een Aziaat. En daarom is het van belang er notitie van te nemen, wanneer Oosterlingen van gezag zich uitvoerig en duidelijk uitspreken over vraagstukken van den dag. Do Japansche minister-president, graaf Okoema, heeft midden Juni als voorzitter van de Indo-Japansche ver- eeniging te Tokio een belangwekkende rede gehouden waarin hij ook den oorlog ter sprake bracht en enkele daarmee samenhangende problemen. Hij voorspelde, dat evenals Napoleon honderd jaar geleden, thans Duitsch land op den duur zou worden ver pletterd. En hij ging voort„Wanneer Duitschland aldus volkomen zal zijn verpletterd en het imperialisme, ver bonden aan militarisme, een misluk king zal zyn gebleken, dan wordt aan de rassen van het Oosten een prachtige kans geboden om succes te hebben in alle uitingen van het leven, een kans om de Westerlingen in te halen in den wedstrijd van den vooruitgang, door dezelfde ijver en energie te toonen, die de Japansche zakenlui een jaar of 80 geleden aan hun zaken hadden gewijd. Yoor de Japanners, die reeds vermoeid zijn van hun onafgebroken arbeid om de Westerlingen in te halen, is de hin dernis in hun (der Westerlingen) op- marsch een prachtige kans om de concurrenien in den handelswedstrijd achter te laten. Ook voor de duizenden millioenen') Britsch-Indiërs is dit een kaus, die niet nog eens te verwachten valt, om welvaart en vrijheid te winnen. De mislukkingen in het ver leden van de Britsch-Indiërs, die be schikken over zoovele natuurlijkehulp bronnen, zijn het gevolg geweest van hun luiheid en het niet aanwenden van de Ijver en de energie, op zoo bewonderenswaardige wijze door den Japanscben handel en industrie ten toon gespreid. Indien zij dat maar eenmaal goed beseffen, en indien zij inzien dat zij er niet kunnen komen door een her haling van hun opstanden, doch wel door verbreiding van onderwijs en het opvoeren van het levensdoel des volks, zullen zij al hun drooraen kun nen verwezenlijken. En indien deze door de Britsch-Indiërs worden ver wezenlijkt, zal Engeland vrijwillig vrijheid aan de Britsch-Indiërs geven, ook al vragen zij er niet zelf om. De vredesvoorwaarden tusschen Japan en Britsch Indië zouden veel verbeterd kunnen worden, en hot verbond tus schen Groot Britannië en Japan zou nog hechter kunnen gemaakt worden. Tot zoover de beschouwingen van Okoema. Na den minister-president sprak ook nog baron Kondo, de direc teur van de Nippon Yossen Kaisha. O. m. wees deze op het belang dat er voor do Japansche zakenlui in ge legen was, hun aandacht te wijden aan de exploitatie van de natuurlijke hulpbïonnen van Nedorlandsch-Indië, niot enkel voor handelsoverwegingen, doch ook om andere redenen. Het hierboven weergegeven' uit treksel uit de redevoeringen van Okoema en Kondo is door ons ont leend aan de Japan Times van 19 Juni, Er blijkt in het verslag niet nader uit wat directeur Kondo met zijn toe speling op „andere redenen" voor be langstolling der Japanners in Ned.- Indië feitelijk beoogde. Zooveel zijn er niet. (N. Rott.vCt.) Levensmoede. Dezer dagen schoot zich in een spoor wegwagon tusschen Greystones en Newcastle een Engelsche luitenant door het hoofd. De man was de laat- sten tijd zeer terneergedrukt, wijl er in den oorlog zooveel van zijn vrien den waren gesneuveld. Uit soldatenbrieven. In het Berliner Tageblatt vertelt een te velde staande soldaat: Toen de ordonnans van den staf de divisie-vlag plantte, kwam een klein huilend jongetje door het ge drang naar hem toe en trok hem aan zijn jas. Iedere poging om van hem te komen, verergerde den tranen stroom, zoodat de officieren zich spoe dig met hem bemoeiden. Duitsch spre ken kon hij niet en een Russischen tolk verstond hij niet. Alleen de op passer van den kapitein, een oude, trouwe Pool, kon helpen. Hem schonk de jongen ziju volle vertrouwon. Janos, zoo heet de kleine, is der tien jaar oud. Onder zijn kleverige, zwarte pruik 2it een kinderhoofd, zooals Murillo die schilderde. Als hij zijn soep uit de veldkeuken [gehaald heeft en met de mooie, maar sme rige handje hot vleesch van elkaar trekt en tusschen de witte tanden schuift, dan komt men tot de over tuiging, dat de viezigheid by deze figuur behoort als het patina bij oud brons. Toen de Duitschers Jarislau had den ingenomen en de zware bagage wagens in het dikke zand van de Galicische wegen niet meer verder konden, huurden de kleinere troe- pen-afdeelingen "de Galicische wagen tjes en paarden, namen de eigenaars als voerman mee en trokken zoo verder achter de Russen aan. Een compagnie van bet een of andere re giment was bij den vader van Janos gekomen en de brave Galiciër had met paard en wagen zyn oudsten telg als voerman meegegeven. Zoo was Janos dan met de Duit sche soldaten meegetrokken, had uit de Duitsche veldkeuken gegeten, in Duitsche soldatenjassen geslapen. Duitsche tabak gerookt en op zijn Duitsch vloeken geleerd. Zijn paarden luisterdon niet alleen naar Poolsche, maar ook naar Duitsche commando's en zyn wagen werd meer dan eens door Duitsche handen gerepareerd. Hij was steeds roeegetrokken tot naar Rawa-Roeska, en toen men Rusland binnenging, marcheerde ook Janos steeds dapper mee. Hij had 'l'omasjew meegemaakt, en toen voor de bestorming van de sterke stellin gen van Maidan-Borow Russische granaten tusschen onze bagage vlogen, had bij geen spier vertrokken en was dapper verder gereden. Met trots liet hij een kleinen granaatsplinter zien, die zijn benedenarm geschramd had. Zoo was hij meegekomen tot achter Lublin. En hij had er nooit aan ge loofd, dat men hem op kon zeggen. Op een dag echter had de sergeant majoor hem een enveloppe gegeven met Duitsche bankbiljetten gevuld en had ze hem voorgeteld; dertig, veertig, vijftig mark en zestig kronen, had hy erbij verklaard. Toen had Janos een legitimatie bewijs gekregen en kon wegrijden. Voor proviand onderweg was natuurlijk ook gezorgd. Met bezwaard gemoed had Janos de terugreis aanvaard. Hij was niet ver gekomen. Na eenige uren hadden colonnes, waarvan een wagen be zweken was, hem den zijnen afge nomen. Men had hem zyn proviand in een zak op zijn rug gebonden en hem met oen bon, de koopsom ver meldende, weer verder laten gaan. De arme Janos. Nu staat hij hulpe loos in het kniediepe zand van den Russischen landweg. Achter hem don derende kanonnen, knallende shrap- nells, knetterende machinegeweren. Voor hem ligt de verlaten, gloeiende vlakte van Rusland. Daar moet hy nu doorheen marcheeren, tot hij na vele, vele weken misschien, misschien ook niet, zijn vaderhuis terugvindt. En wat zal zijn vader met hem doen, als hij zonder wagen naar huis komt Nu zinkt den kleinen Janos het hart tot in de schachten van zyn veel te groote Pruisische soldatenschoenen. En hy besluit een groot geweeklaag aan te heffen om daarmede de sol daten te roeren en hen op hem op merkzaam te maken. Dit is hem ook gelukt en hij heeft ongekend geluk gehad, de kleine Janos. De generaal liet hem zyn legi- matie toonen. De oppasser moest hem nu gaan vragen, of Janos biy ven mag. Hij zal zijn loon krygen en weer een wagen besturen. Zelfs een, die veel mooier is dan die van hemzelf. De zwarte boefjes-oogen van Janos zullen vroolyk flikkeren, hy zal een veel te groote soldatenjas aantrekken, een sjako op ziju viezen ragebol zetten en meegaan tot de oorlog is afge- loopen. BINNENLAND. Weerbelasting. Het Haagsche Correspondentie- bureau heeft gegronde redenen aan te nemen, dat de opbrengst van de in voorbereid ingzynde weerbelasting, het aanvankeiyk daarvoor geraamde bedrag van een half millioen aan merkelijk zal overschrijden. In gevaar brengen van de neutraliteit. De heer W. N. J. van D., corres pondent van een Engelsch dagblad te Rotterdam, is sedert Dinsdag, op last van de justitie, in het huis van be waring aldaar opgesloten. Naar wij vernemen, wordt hy verdacht zich te hebben schuldig gemaakt aan handelingen, waardoor de neutraliteit van ons land in gevaar zou gebracht kunnen worden. Een Engelsch vertegenwoordiger van „The Daily Mail", tydeHjk daar vertoevende, zou er ook in betrokken zijn. (N. Rott. Ct.) Kaasprljzen. De minister van landbouw, ny ver heid en handel, heeft den maximum kaasprijs voor binnenlandsch ver bruik, behalve voor room- en lunch- kaas en kaas bereid onder rabbinaal toezicht, gedurende de maand Sep tember 1915 bepaald: Voor den verkoop in het klein voor volvette Goudsche Meikaas met Rijksinerk 62Vg ct. per '/s K.G., voor volvette Goudsche Meikaas 60 ct., volvette jonge Goudsche en Edammer kaas met Rykamerk 571/» ct., voor volvette jonge Goudsche kaas 55 ct., voor jonge Edammer kaa9 (40 -}-) 55 ct., voor jonge Goudsche kaas (40 -B 50 ct., voor Edammer en Goudsche kaas (30 -f) 42 ys ct., voor Edammer en Goudsche kaas (20 -f-) 37Va ct-i voor magere Edammer en Goudsche kaas 27Va ct., voor Leid- sche en Delftsche komijnekaas 50 ct. en voor Friosche nagelkaas 80 ct. per Va K.G. Defensie-sloep omhoog gevaren. MeD meldt uit Brielle aan „De Maasbode" Bijna had zich op de Brielsche Maas wederom hetzelfde treurspel afgespeeld met de defensie-sloep als de vorige maal, doch op eenigszins andere wijze. Vrydagavond ging de defensie sloep omstreeks 9 uur halftij voor anker naby het Mólenbaventje. De sloep bevónd zich boven een steenen berm en zat wijl het water vallende was, spoedig omhoog. Zaterdagmorgen om streeks vier uur met den vloed zou ze vlot gekomen zyn, indien er niet drie in vier gaten met het omhoog varen in de kiel van de sloep waren Motorrijwielongeluk. - Zaterdagmorgen om 10 uur is door de Gooische Stoomtraïn van Bussum naar Laren op don hoek van den Bredlusweg en Amersfoortschen weg de adelborst 2e kl. F. M. van Hall overreden. Hij had op hot achter bankje van het motorrijwiel van zyn neef plaats genomen. By het over steken van den weg, toen juist de tram passeerde, reed het ry wiel tegen een boom, waarbij de heer van Hall viel en onder do tram raakte. Met een verbrijzelden arm en inwendig zwaar gekneusd werd hij opgenomen. De militaire arts, dr. Bijvoet, ver leende de eerste hulp. Per brancard werd de gewonde naar Naarden en later naar het Militair Hospitaal te Amsterdam overgebracht, waar hy Zondag is overeden. Een deserteur. Op een schoenfabriek te Besoyen zoo meldt de „Echo" werkt thans een Duitschor, die uit het Duitsche leger, waarin hy van af het begin van den oorlog was ingedeeld bij de bediening van het 42 c.M. geschut, is gedeserteerd. Hy deed dit echter uiet uit eigen beweging, doch op het voortdurend aandringen zijner moe der. Is het wonder dat deze vrouw daarop hartroerend aandrong, als men weet dat met dezen zoon nog zes anderen ten strijde zijn getrok ken, .die alle reeds op het slagveld hun leven hebben gelaten Toen deze laatste jongen dan ook met verlof thuis kwam, heeft de moeder zoo lang gebeden en gesmeekt, dat haar eenige jongen naar Holland zou vluchten, dat hij er ten slotte aan voldeed. Zyn moeder zou hem dau derwaarts volgen. Spoedig was zijn vlucht echter bekond en nu is het de moeder ten strongste verboden te vertrekken en ia zy onder toezicht gesteld. Ook mag zij geen enkelen brief schryven noch ontvangen. Nu de toestand zoo 13 geworden, heeft hy yeel spyt het gedaan te hebben, daar zoon en moeder nu toch ge scheiden zyn en hy nooit meer in Duitschland mag terugkomen. Wy spraken den jongen en hij had geen klachten over behandeling en voediDg aan het front. Alleen ter wille van zyn moeder had hy het gedaan, an ders was er geen sprake van geweest dat hy uit 't leger was gegaan, en zag hy de "mogeiykheid dan zou hy direct willen terugkeeren, wat echter natuurlijk onmogelyk is. Van de vyf manschappen die zich in de sloep bevonden, sprongen twee over boord en bereikten zwemmende den kant; de drie overige sprongen in een vlet en namén het zinkende defensie-vaartuig op sleeptouw en kwamen behouden in de Brielsche haven aan. Gelukkig was het weer zeer gun stiger was niet do minste wind en de maan begunstigde met haar licht het werk. Duitsch vliegtuig geland. Zaterdagmorgen is onder de ge meente Venlo een Duitsch vliegtuig gedaald. De inzittenden, een officier en een mindere, zyn naar de garni zoenscommandant geleid. Het vlieg tuig was uit Belgie op weg naar de vestiDg Wezel. De vliegers meenden dat zy boven Duitsch grondgebied waren en deden een noodlanding. Toen zij bemerkten op Nederlandsch grondgebied te zyn gedaald, wilden zy weder opstijgen, wat hun door militairen werd belet UIT DE MAIL. Een geheimzinnig schip. Het N. v. d. D. v. N.-I. meldt de aanwezigheid van de Maverick iude Indische wateren. De Maverick vaart onder Araeri- kaansche vlag. Het schip staat ech ter onder bevel van een Duitsch ka pitein en de bemanning is eveneens Duitsch. De opvarenden beweren dat zy genaturaliseerde Amerikanen zyn, doch kunnen dit uit de papieren niet bewyzen. De lading bestaat uit: 10 1115,000 geweren; een aantal kanonnen, 400 kisten munitie: een onderzeeboot-in- deeling benevens eon installatie voor draadlooze telegrafie. Het schip ligt thans op dobuiten- reedo van Tandjong Priok en wordt scherp bewaakt. De zaak wordt zeer geheimzinnig behandeld. Een later bericht meldt nog het volgende Het Amorikaansche s.s. Maverick vertoeft nog steeds op de buitenroedo van Priok en wordt scherp bewaakt. De wildste geruchten biyven de ronde doen. Zoo wordt verteld dat in - de haven van Tjilatjap reeds wa pens gelost zouden zyn, hetgeen door het Bat. Handelsblad tegengesproken wordt. Het N. v. d. D. v. N. I. meldt nog dat de regeering en de landvoogd van de komst van het schip kennis droegen. Zy waren tijdig gewaar schuwd door de belangstellenden in dergelijke zaken. Toen de Maverick te Anjer arriveerde, was er reeds een Nederlandsch vaartuig aanwezig. Toen bleek dat de firma, waaraan de la ding was geconsigneerd te Aüjer niet bestond, en moest de Maverick moe naar Tandjong Priok. Er wordt een nauwkeurig onder zoek naar de lading en de bestemming van het schip ingesteld. De zaak wordt zeer geheimzinnig behandeld. Er gaan geruchten dat de lading be stemd was voor China; ook wordt gezegd dat ze bestemd was voor in landers op Java. Het Soer. Hbl. van 27 Juli wist er dit nog van te vertellen: De Maverick ligt nog buiten de haven van Tandjong Priok, terwyi beweerd wordt dat buiten de terito riale wateren een Engelsch oorlogs schip op de loer ligt, zoodat het waarschyniyk is, dat de Maverik niet meer van hier zal vertrekken.-Niet temin wordt bet schip nog scherp bewaakt. Allerlei wildde geruchten zyn in omloop, o. a. zou door de re geering uit Amerika bericht ontvan gen zyn, dat binnenkort nog een tweede schip zou arriveeren. De be doeling ervan zou zyn een poging te wagen om de geïnterneerde Duitsche schepen in hulpkruisers te verande ren en verder een ondezeeërs actfe in de Aziatische watoren te voeren. Verder wordt beweerd dat de Mave rick in de Javazee nog achtervolgd zou zyn geworden. De Amerikaansche consul spreokt alle geruchten tegen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1