HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Pauiowna
[de:oorlog.
No. 4511
DINSDAG 31 AUGUSTUS 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct.f Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 520.85
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BCER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van Hot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 24 cent.
Da officieels legerberlchten van
27, 28 en 29 Augustus.
Van het O o s t e 1 y k front.
In het Russische legerbericht van
den 27en wordt toegegeven, dat „over
eenkomstig de ontvangen bevelen het
garnizoen van Brest-Litowsk zich bij
het veldleger heeft gevoegd, en de
versterkingen en bruggen in die
streek zijn opgeblazen".
In de omgeving van Riga is vol
gens dat bericht de toestand onver
anderd. Ook volgens het bericht van
den 28en is daar alles rustig.
Verder meldt het bericht van den
28en nog het volgende:
Aan den Midden-Njemen en het
front tusschen Bobr en Pripjet zetten
onze troepen op 26 en 27 Augustus
hunne terugtocht voort, waarbij zij
in gevechten de aanvallen van den
vijand afsloegen. Deze is vooral
vooruitgegaan in de richting ten
noorden van Bjelostok, langs den
westzoom van het Bjelowasj-bosch
en de wegen naar Kobrin.
Aan den rechteroever van den Boeg
begon de vijand op 26 Augustus uit
de streek van Wladimir Wolinsky
op te rukken in de richting van
Torchin (ten westen van Lutzk)
Lokatsj en Poritsk. Op dit front
hebben zich gevechten ontwikkeld.
Aan den Boven-Boeg, den Zlota
Lipa en den Dnjester trachtte de
vijand in den nacht op 27 Aug. en
den volgenden dag ons aan te vallen
in verscheiden secties van onze
stollingen en wel met bijzondere
hardnekkigheid in de streek ten
noorden van Brzejany en ten westen
van Podgaitz, waar het hem gelukte
zich te nestelen aan den linkeroever
van den Zlota Lipa.
De Duitsche berichten van 28 en
28 Aug. zijn wat uitvoeriger dan de
Russische natuurlijk; het leger van
Hindenburg heeft in gevechten ten
Noord-Oosten van Bausk en Schoen
berg de tegenstander teruggewor
pen. Meer dan 2000 Russen werden
gevangen genomen, 2 kanonnen en
9 machinegeweren werden vermees-
terd.
Ten Z.O. van Kowno gaat het leger
van generaal Eichhorn zegevierend
voorwaarts.
Tusschen de Bobr en het woud van
Bialowicz wordt de vijand vervolgd.
De stad Narew is door hem bezet.
Het leger van Leopold van Beieren
dringt op in het Woud van Bialowicz
over de Lesna Prawa, welker Ooste
lijke oever aan den benedenloop is
bereikt.
Meer naar het zuiden werd bij de
vervolging de linie DombrowoGro-
deck-Narewkasector (ten oosten van
de stad Narew) bereikt.
Het leger van v. Mackensen heeft
de weg Kamieniec—Myszcyce over
schreden.
Tusschen den Machawiec en de
Pripet dreef het den verslagen vijand
voor zich uit.
Onder generaal Bothmer doorbra
ken Duitsche en Oostenrijksch-Hon-
gaarsche troepen aan de Zlota Lipa
ten N. en ten Z. van Brzezany de
Russische stellingen.
Onder achterhoede-ge vechten wer
den de Russen tot in de linie Pod
dubno (aan den weg naar Pruzana)
Tewli-Kobrin gedrongen.
De Oostenrljksche berichten melden
dd. 28 Aug. o.a. nog het volgende:
Onze in Oost Galicie staande legers
zijn gisteren door het sedert weken
versterkte Russische front aan de
Zlota Lipa op verscheidene punten
heengebroken. Z(j strijden daar op het
veld van een der eerste groote slagen,
die bij het begin van den oorlog ten
Oosten en Z.O. van Lemberg zijn
geleverd. Zoowel ten Oosten van
Przemyslany en ten Westen van
Podhajce en Monasterzyska (ten
Oosten van de Zlota Lipa gelegen)
zijn wij de vijandelijke linies binnen
gedrongen. Tusschen Gologory en
Brzezany zijn de Russische stellingen
over eèn afstand van 80 K.M. ge
nomen, waarbij tusschen Gologory
en Dunajow (ten O.Z.O. van Przemys
lany) Oostenrijksch-Hongaarsche regi
menten, bij Brzezany O.-H. en Duit
sche troepen de stellingen bestormden.
De verslagen vijand, die 20 officieren
en 6000 man als gevangenen in onze
handen heeft gelaten, heeft tever
geefs getracht de verloren stellingen
door een tegenaanval te hernemen.
H(j moest het veld ruimen en is
vanochtend vroeg op het geheele
front den terugtocht begonnen.
Ten Noorden van de Pripet-moe-
rassen naderen onze bondgenooten de
stad Kobrin van het Zuiden en
De bij Karmieniec Litowsk strijden
de Oostenrijksch-Hongaarsche strijd
krachten hebben den vijand uit zijn
stellingen ten Noorden en ten Oosten
van deze stad verdreven.
Onze successen ten oosten van
Wladimir Wolynska en aan den
Zlota-Lipa braken den tegenstand des
vijands over een front van 250 K.M.
De terugtocht der Russen wordt
overal gekenmerkt door in brand
staande plaatsen en verwoeste neder
zettingen.
Het aantal der door ons krijgsge
vangen Russen is geklommen tot
10.000 man.
De troepen van den generaal der
cavalerie baron Pflanzer-Baltin volgen
den vijand in de richting van Buczacs.
De door de Russen in brand ge
stoken stad Zloczow (ten oosten van
Lemberg) is thans in ons bezit.
Bij Kobrin, waar onze bondge
nooten opnieuw terrein hebben ge-
gewonnen, staan den Russen alleen
nog maar de wegen naar het noord
oosten open.
Van het W e s t e 1 Ij k front.
De Fransche communiqué's zijn
talrijk genoeg, doch belangrijke
wapenfeiten vermelden zij niet. Zij
geven echter wel den indruk, dat de
Franschen en Engelschen actief blij
ven en den Duitschers geen rust
gunnen.
Dat blijkt wel uit de volgende op
somming
Ten Noorden van Atrecht zijn
Duitsche loopgraven in elkaar ge
schoten en een opslagplaats van mu
nitie vernield.
In den nacht van 27 op 28 dezer
artillerie actie rond Souchez, Neuville
en in de streek van Roye.
Bomgevechten op de hoogvlakten
van Quenneviöres en Nouvron.
De Duitsche loopgraven werden
aanhoudend en krachtig beschoten
in de streek van Nieuwpoort, het Sas
en ten noorden van Atrecht, ten
oosten van den weg naar Rijssel.
De Fransche artillerie zette in den
nacht van 28 op 29 Aug. de actie
tegen de stellingen der Duitschers
voort. Zeer hevig geschutvuur in den
sector Ablain, de streek van Roye,
ten noorden van de Aisne (in do om
streken van Craonne en Berry-au-
Bac) en tusBChen de Aisne en Argonne.
Hevig gevecht van man tegen man
bij Marie-Thérèse ten westen van het
Malancourt-bosch om het bezit van
de door mijnen geslagen kraters. De
Franschen blo ven meester van het
terrein.
Hevige beschieting van de Duitsche
loopgraven en arbeiders over het ge
heele front van de grens van Lotha
ringen, te Gremecy, Besagne, Gon-
drexoin en Embermesnil.
Gevechten met granaton en bom
men in de streek van Metzeral.
Daar tegenover staat het volgende
laconieke Duitsche legerbericht, over
de beide laatste dagen, gedateerd van
den 29en:
Er hebben geen gebeurtenissen van
eenige beteekenls plaats gehad.
Van het Z u i d e 1 y k front.
De legerberlchten uit Italiaan-
sche bron melden:
Afdeelingen alpentroepen hebben op
25 dezer, na hardnekkige gevechten,
sterke stellingen van den Col
Laguscuro en den Corno di Bedole
vermeesterd.
Op het Karstplateau heeft de vijand
ons uit het bosch naar den weg van
San Martino trachten te drijven. Na
een verwoed gevecht is de vijand
gevlucht. Wij hebben de stellingen
versterkt.
De Oostenrijksche berichten
van 28 en 29 Aug. melden
Op het front in de kuststreek heeft
de vijand vannacht en bij 't aanbreken
van den dag getracht op verscheidene
punten tot den aanval over te gaan.
Hij is echter overal afgeslagen, o.a.
ten Oosten van Polazzo en San Mar
tino, op de hoogvlakte van Doberdo
en bij onze hoogtestellingen ten
Noorden van het bruggehoofd van
Tolmein.
In den sector van Flitsch duurt
de strijd voort.
In Tirol komen de Italianen ten
Noorden van het Lugana-dal dichter
"j onze stellingen.
Op zich zelf staande aanvallen der
Italianen namen gisteren in hevigheid
toe, maar hadden, zooals gewoonlijk,
nergens succes.
In den sector vaa Doberdo werd
een door krachtig artillerievuur voor
bereide aanval op den Monte dei sei
Busi afgeslagen.
Hedenvoormiddag bestormden twee
mobiele regimenten viermaal den
Monte San Michel, z(j drongen op
eenige plaatsen onze loopgraven bin
nen, werden er echter overal met
groote verliezen weder uit verdreven.
De vijand opende voor eenigen tijd
een sappenaanval op het bruggehoofd
van Görz. Onze kanonnen en mljnen-
werpers vernielden echter alle tot
dicht bij ons front aangelegde sappen.
Ook de met een talrijke legermacht
ondernomen aanval op het gebied
van Flitsch werd gestuit.
Hier, evenals overal elders, bleven
onze stellingen in handen van de
verdedigers.
In het Tiroolsche grensgebied duren
de artilleriegevechten met afwisse
lende hevigheid voort.
Van het Russisch-Turkache
front en van de Dardanellen
valt niets van eenig belang te ver-
De terugtocht der Russen.
Nu eenmaal is uitgemaakt, dat de
terugtocht van de centrale Russische
legers, onder de schuts van achter
hoedegevechten, voorloopig onbeperkt
zal worden voortgezet, zullen wij-ons
niet bizonder meer hebben te ver
wonderen als de Duitschers nu vele
gewichtige plaatsen, de een na de
ander, bezetten.
De nadere berichten van Russische
zijde over de ontruiming van Brest
bevestigen, dat wat er nog in den
fortengordel voor weerstand is ge
boden, niet anders dan een achter
hoedegevecht was, en de Russen de
vesting uit overweging dat zy onhoud
baar was geworden, hebben ontruimd.
Nu gaat het daar verder holleden
achteruit. De centralen trokken over
den weg Kamienec-Myszczyce (aan
den spoorweg, ruim 20 K.M. ten
Oosten van Brest) en rukken ook uit
Zuidelijke richting op Kobryn aan,
dat nog ongeveer tweemaal zoo ver
naar het-Oosten, aan den spoorweg
van Brest naar Minsk ligt. Ook uit
het Zuiden, langs den heuvelrug die
van de streek van Wlodawa afkomt,
trekken Duitsche strijdkrachten, over
de Ryta, op Kobrin aan. Dit zou een
hoogst gevaarlijke beweging voor de
Russen zijn geweest, indien zij nog
langer bij Brest-Litowsk zouden zijn
gebleven. Nu echter ziet het er naar
uit, dat de Duitschers Kobrin niet
zullen bereiken, voordat de Russen
er reeds voorbij zijn getrokken.
Niet alleen in de streek van Brest-
Litowsk, maar ook ten Noorden daar
van verplaatst zich de gevechtslinie
snel naar het Oosten. De Lesna Pra
wa, die de rechtervleugel van Leopold
van Beieren tracht te forceeren,
stroomt langs den Zuidwestkant van
het bosch van Bialowicz.
Ook ton Noorden van het bosch
van Bialowicz, op een linie, die Bialy-
stok nu aan den Westkant laat lig
gen, en tot een punt ten Oosten van
de Berezowka loopt, gaan de Russen
terug. Grodno, de laatst overgebleven
vesting van de tweede Russische ver
dedigingslinie, wordt daardoor mede
van het Zuidwesten bedreigt, terwijl
door de ontruiming, van Olita het
zelfde het geval is van het Noorden.
Do ontruiming van Olita komt niet
onverwacht. We wisten reeds dat de
Russen over de Njemen teruggingen,
in verband met de bedreiging van
den spoorweg van Wilna.
Al melden de Duitschers voor-
deelen ten Oosten van Kowno, en al
blijkt uit het offlcieele Russische be
richt, dat zij eenigszins dichter bij
Dwinsk zijn gekomen, toch gaat dè
opraarsch der centralen in deze rich
ting zeer langzaam. Wilna is nog
steeds niet genomen.
Terwijl do Russen eenerzDds krach
tige maatregelen nemen om de nade
ring van dit gevaar te vertragen,
hebben zy er toch reeds van te voren
de consequentie uitgetrokken en zijn
in vollen aftocht, hoogstwaarschijnlijk
naar de Dwina.
Dat deze terugtocht reeds is begon
nen en voor een goed deel voltooid
wordt, vóórdat Wilna gevallen is (de
omstandigheid, welke dezen terug
tocht gebiedend noodig zou maken),
zal wellicht een gunstigen invloed
uitoefenen op het welslagen daarvan,
lederen dag tijdwinst kan in dat op
zicht van groote beteekenis zijn.
Aan de andere zyde is het duidelijk
van welk een allesoverwegende b&-
teekenis het mede voor den terug
tocht is, dat de Russen den beneden
loop van de Dwina (met Riga) niet
verliezen. Daarvan hangen zelfs de
kansen, die de Russen aan deze, hun
derde, linie zullen hebben, geheel af,
zooals oen blik op de kaart leert.
Ten Zuiden van de Dwina loopt de
Njemenek.
Ofschoon men uit het bericht van
den. Russischen staf misschien geneigd
zou zijn anders te besluiten, komt
het ons voor, dat de Duitschers nog
niet over de Njemenek hebben kun
nen komen. Dat blijkt o. i. uit de
plaatsen, die het hoofdkwartier noemt
(Bausk en Schoenberg).
Bulgarije.
Berlijn, 28 Augustus. De „Vossischo
Zeitung" plaatst een artikel van een
toonaangevend Bulgaarsch staatsman,
getiteld: Bulgarije's verwachtingen.
Hij schrijft o. m.Het enkele dagen
geleden bereikte resultaat der Turksch-
Bulgaarsche onderhandelingen is een
gebeurtenis van verre strekking, want
zij beteekent niets minder dan een
ondubbelzinnig en beslist oversteken
van Bulgarye naar de verbonden cen
trale mogendheden. In verband hier
mee staat ook de benoeming van den
nieuwen minister van oorlog, gene
raal Jekof, die de Turksch-Bulgaarsche
onderhandelingen ten einde heeft ge
bracht en overigens als een Ijverig
voorstander geldt van een Duitsch-
gezinde politiek. Er moge, na dit
alles, officieel nog worden gesproken
van een Bulgaarsche onzijdigheids-
politiek, feitelijk kunnen de Bulgaren
thans reeds als de bondgenooten van
Duitschland en Oostenrijk worden be
schouwd, hetgeen, naar gehoopt mag
worden, binnen den kortst mogelijken
tijd ook door Bulgarije's actieve deel
neming aan den oorlog zal wordeq
De Zeppelin-aanvallen
In Engeland.
Londen, 29 Aug. De Admiraliteit
publiceert een brief van den minister
van marine Balfour over de aaü vallen
door Zeppelins. Omtrent de door deze
bereikte resultaten zegt Balfour„Het
ministerie van binnenlandsche zaken
heeft mij medegedeeld, dat In de laat
ste twaalf maanden 71 volwassenen
en 18 kinderen gedood en 189 vol
wassenen en 31 kinderen, gekwetst
worden.
Wij mogen wel vragen welk mili
tair voordeel is behaald ten koste
van zooveel onschuldig bloed. Het
antwoord is gemakkelijk te geven.
Geen enkel soldaat of matroos is ge
dood, zeven zyn er gewond. Slechts
bij èén enkele gelegenheid is schade
toegebracht, die met eenigen goeden
wil van eenige, hoewel zeer geringe,,
militaire beteekenis kan worden ge-
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS HELDER.
Hearsnmode-Artikelsn.
Gemaakts kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
De andere aanvallen door ZeppelirjB
hebben geen militair resultaat gehad,
noch van moreelen, noch van iïiate-
rieelen aard."
De Duitsche verliezen.
De Pruisische verlieslysten nos. 802
tot en met 309 (16-24 Augustus)
bevatten de namen van 40.245 ver
wonden, vermisten en gesneuvelden.
Het gezamenlijk aantal der op de
dagelljksche verlieslljsten gepubliceer
de Pruisische verliezen bedraagt thans
1.740.839. Hierbij komen 214 Beier-
sche verliesltjsten, 184 Saksische, 247
Wurtembergsche en 44 van de marine.
De Duitschers In België.
A. Hans schrijft uit het Groote
Hoofdkwartier van Vlaanderen een
brief, waarvan wij het volgende ont-
Do Duitschers gedragen zich in
Belgiö niet meer gelijk in de eerste
drie oorlogsmaanden. We hooren van
geen gruwelen. Maar even waar is
het, dat de Duitsche soldaat over 't
algemeen zijn trots en zijn aanmati
ging heeft afgelegd. En dit wordt
door de bevolking gevoeld en brengt
beide partijen nader tot elkander, al
blijft toch de kloofKenschetsend
was 't woord dat ik gisteren van
een .boer hoorde. „Ze (de Duitschers)
zouden beter naar huis, naar hun
vrouw en kinderen mogen gaan."
De vrees is medelijden geworden.
En dat noem ik een opmerkelijk ver
schijnsel, vooral in 't Groot Hoofd
kwartier, waar toch de reputatie van
't Duitsche leger hoog gehouden
wordt, waar officieren deftig in de
straten wandeleD, op 't terras van
een café naar de militaire concerten
luisteren, in huu Casino levendige
discussies voeren, waar de verorde
ningen uitgevaardigd wordenwaar
alle draden van 't Vlaamsche front
samen komen!
Ja, daar ook gevoelt het volk deer
nis met den Duitschen soldaat.
"Warschau, Nowo-Georgewietz, Kov-
noalle overwinningen op 't Oos
telijk terrein werden <r met luister
gevierd. Men zou zeggen: 't volk,
van nieuws verstoken, moet neer
slachtig worden bij zulk een feest.
Maar neen, het herkent den matten
toon, de stem zonder zelfvertrouwen,
waarmee de Duitsche soldaat zegt,
dat er nu eindelijk hulptroepen uit
Rusland zullen komen en de oorlog
voor den winter eindigen moet mei
een „Sieg" der Duitschers.
Het weet, hoe, ondanks die (kunst
matige) stemming, velen deserteeren
of zouden willen deserteeren, ware
de weg naar Holland niet zoo moeilijk.
'tZiet den droeven blik, waarmee
de schildwachten langs de lijn de
hospitaaltreinen nastaren
'tls er getuige van, hoe menige
landweerman huivert of weent, als
't bevel „naar 't front" komt, zooals
't onlangs nog te Ruisevelde gebeurde.
Over den stand der zaken aan 't
front redeneert men weinig. Niemand
begrijpt, boa die oorlog eindigen moet.
Maar door den Duitschen soldaat zelf,
is de vrees medelijden geworden.
Thielt leeft onder den druk. Nooit
luiden de klokken. JZo moeten zwijgen.
Klinkt er muziek en gezang 't
komt van den vijand. Van eigen sol
daten en ook van zooveel familie
leden, die geen hal ven dag reizens
ver wonen, blijft men zonder „mare".
Sommige handelaars en boeren doen
wel goede zaken, maar de arbeid ligt
stil. De zomer spoedt heen. En de
winter nadert.
't Is alles nog zoo duister,
't Bezette België heeft wel een
eigen, moeilijke rol in dezen oorlog.
De plicht van 'lijdzaamheid is dikwijls
zwaarder dan die van strijd
Maar, wat men ook schrijve over
„nieuwe richtingen in Vlaanderen"
en banden tusschen gelijke rassen,
welke theorieën kamergeleerden mo
gen verkondigenin 't harte blijft
de fierheid en 't verlangen naar de
oude vrijheid en den afkeer voor
Duitschland.
Japan en de oorlog.
Het is voor een Westerling veelal
niet gemakkelijk zich te verplaatsen
in den gedachtengang van een Aziaat.
En daarom is het van belang er notitie
van te nemen, wanneer Oosterlingen
van gezag zich uitvoerig en duidelijk
uitspreken over vraagstukken van
den dag.
Do Japansche minister-president,
graaf Okoema, heeft midden Juni als
voorzitter van de Indo-Japansche ver-
eeniging te Tokio een belangwekkende
rede gehouden waarin hij ook den
oorlog ter sprake bracht en enkele
daarmee samenhangende problemen.
Hij voorspelde, dat evenals Napoleon
honderd jaar geleden, thans Duitsch
land op den duur zou worden ver
pletterd. En hij ging voort„Wanneer
Duitschland aldus volkomen zal zijn
verpletterd en het imperialisme, ver
bonden aan militarisme, een misluk
king zal zyn gebleken, dan wordt
aan de rassen van het Oosten een
prachtige kans geboden om succes
te hebben in alle uitingen van het
leven, een kans om de Westerlingen
in te halen in den wedstrijd van den
vooruitgang, door dezelfde ijver en
energie te toonen, die de Japansche
zakenlui een jaar of 80 geleden aan
hun zaken hadden gewijd. Yoor de
Japanners, die reeds vermoeid zijn
van hun onafgebroken arbeid om de
Westerlingen in te halen, is de hin
dernis in hun (der Westerlingen) op-
marsch een prachtige kans om de
concurrenien in den handelswedstrijd
achter te laten. Ook voor de duizenden
millioenen') Britsch-Indiërs is dit een
kaus, die niet nog eens te verwachten
valt, om welvaart en vrijheid te
winnen. De mislukkingen in het ver
leden van de Britsch-Indiërs, die be
schikken over zoovele natuurlijkehulp
bronnen, zijn het gevolg geweest van
hun luiheid en het niet aanwenden
van de Ijver en de energie, op zoo
bewonderenswaardige wijze door den
Japanscben handel en industrie ten
toon gespreid.
Indien zij dat maar eenmaal goed
beseffen, en indien zij inzien dat zij
er niet kunnen komen door een her
haling van hun opstanden, doch wel
door verbreiding van onderwijs en
het opvoeren van het levensdoel des
volks, zullen zij al hun drooraen kun
nen verwezenlijken. En indien deze
door de Britsch-Indiërs worden ver
wezenlijkt, zal Engeland vrijwillig
vrijheid aan de Britsch-Indiërs geven,
ook al vragen zij er niet zelf om. De
vredesvoorwaarden tusschen Japan
en Britsch Indië zouden veel verbeterd
kunnen worden, en hot verbond tus
schen Groot Britannië en Japan zou
nog hechter kunnen gemaakt worden.
Tot zoover de beschouwingen van
Okoema. Na den minister-president
sprak ook nog baron Kondo, de direc
teur van de Nippon Yossen Kaisha.
O. m. wees deze op het belang dat
er voor do Japansche zakenlui in ge
legen was, hun aandacht te wijden
aan de exploitatie van de natuurlijke
hulpbïonnen van Nedorlandsch-Indië,
niot enkel voor handelsoverwegingen,
doch ook om andere redenen.
Het hierboven weergegeven' uit
treksel uit de redevoeringen van
Okoema en Kondo is door ons ont
leend aan de Japan Times van 19 Juni,
Er blijkt in het verslag niet nader
uit wat directeur Kondo met zijn toe
speling op „andere redenen" voor be
langstolling der Japanners in Ned.-
Indië feitelijk beoogde.
Zooveel zijn er niet.
(N. Rott.vCt.)
Levensmoede.
Dezer dagen schoot zich in een spoor
wegwagon tusschen Greystones en
Newcastle een Engelsche luitenant
door het hoofd. De man was de laat-
sten tijd zeer terneergedrukt, wijl er
in den oorlog zooveel van zijn vrien
den waren gesneuveld.
Uit soldatenbrieven.
In het Berliner Tageblatt vertelt
een te velde staande soldaat:
Toen de ordonnans van den staf
de divisie-vlag plantte, kwam een
klein huilend jongetje door het ge
drang naar hem toe en trok hem aan
zijn jas. Iedere poging om van hem
te komen, verergerde den tranen
stroom, zoodat de officieren zich spoe
dig met hem bemoeiden. Duitsch spre
ken kon hij niet en een Russischen
tolk verstond hij niet. Alleen de op
passer van den kapitein, een oude,
trouwe Pool, kon helpen. Hem schonk
de jongen ziju volle vertrouwon.
Janos, zoo heet de kleine, is der
tien jaar oud. Onder zijn kleverige,
zwarte pruik 2it een kinderhoofd,
zooals Murillo die schilderde. Als hij
zijn soep uit de veldkeuken [gehaald
heeft en met de mooie, maar sme
rige handje hot vleesch van elkaar
trekt en tusschen de witte tanden
schuift, dan komt men tot de over
tuiging, dat de viezigheid by deze
figuur behoort als het patina bij oud
brons.
Toen de Duitschers Jarislau had
den ingenomen en de zware bagage
wagens in het dikke zand van de
Galicische wegen niet meer verder
konden, huurden de kleinere troe-
pen-afdeelingen "de Galicische wagen
tjes en paarden, namen de eigenaars
als voerman mee en trokken zoo
verder achter de Russen aan. Een
compagnie van bet een of andere re
giment was bij den vader van Janos
gekomen en de brave Galiciër had
met paard en wagen zyn oudsten
telg als voerman meegegeven.
Zoo was Janos dan met de Duit
sche soldaten meegetrokken, had uit
de Duitsche veldkeuken gegeten, in
Duitsche soldatenjassen geslapen.
Duitsche tabak gerookt en op zijn
Duitsch vloeken geleerd. Zijn paarden
luisterdon niet alleen naar Poolsche,
maar ook naar Duitsche commando's
en zyn wagen werd meer dan eens
door Duitsche handen gerepareerd.
Hij was steeds roeegetrokken tot
naar Rawa-Roeska, en toen men
Rusland binnenging, marcheerde ook
Janos steeds dapper mee. Hij had
'l'omasjew meegemaakt, en toen voor
de bestorming van de sterke stellin
gen van Maidan-Borow Russische
granaten tusschen onze bagage vlogen,
had bij geen spier vertrokken en was
dapper verder gereden. Met trots liet
hij een kleinen granaatsplinter zien,
die zijn benedenarm geschramd had.
Zoo was hij meegekomen tot achter
Lublin. En hij had er nooit aan ge
loofd, dat men hem op kon zeggen.
Op een dag echter had de sergeant
majoor hem een enveloppe gegeven
met Duitsche bankbiljetten gevuld
en had ze hem voorgeteld; dertig,
veertig, vijftig mark en zestig kronen,
had hy erbij verklaard. Toen had
Janos een legitimatie bewijs gekregen
en kon wegrijden. Voor proviand
onderweg was natuurlijk ook gezorgd.
Met bezwaard gemoed had Janos de
terugreis aanvaard. Hij was niet ver
gekomen. Na eenige uren hadden
colonnes, waarvan een wagen be
zweken was, hem den zijnen afge
nomen. Men had hem zyn proviand
in een zak op zijn rug gebonden en
hem met oen bon, de koopsom ver
meldende, weer verder laten gaan.
De arme Janos. Nu staat hij hulpe
loos in het kniediepe zand van den
Russischen landweg. Achter hem don
derende kanonnen, knallende shrap-
nells, knetterende machinegeweren.
Voor hem ligt de verlaten, gloeiende
vlakte van Rusland. Daar moet hy
nu doorheen marcheeren, tot hij na
vele, vele weken misschien, misschien
ook niet, zijn vaderhuis terugvindt.
En wat zal zijn vader met hem doen,
als hij zonder wagen naar huis komt
Nu zinkt den kleinen Janos het hart
tot in de schachten van zyn veel te
groote Pruisische soldatenschoenen.
En hy besluit een groot geweeklaag
aan te heffen om daarmede de sol
daten te roeren en hen op hem op
merkzaam te maken.
Dit is hem ook gelukt en hij heeft
ongekend geluk gehad, de kleine
Janos. De generaal liet hem zyn legi-
matie toonen. De oppasser moest hem
nu gaan vragen, of Janos biy ven mag.
Hij zal zijn loon krygen en weer een
wagen besturen. Zelfs een, die veel
mooier is dan die van hemzelf.
De zwarte boefjes-oogen van Janos
zullen vroolyk flikkeren, hy zal een
veel te groote soldatenjas aantrekken,
een sjako op ziju viezen ragebol zetten
en meegaan tot de oorlog is afge-
loopen.
BINNENLAND.
Weerbelasting.
Het Haagsche Correspondentie-
bureau heeft gegronde redenen aan
te nemen, dat de opbrengst van de
in voorbereid ingzynde weerbelasting,
het aanvankeiyk daarvoor geraamde
bedrag van een half millioen aan
merkelijk zal overschrijden.
In gevaar brengen van de neutraliteit.
De heer W. N. J. van D., corres
pondent van een Engelsch dagblad te
Rotterdam, is sedert Dinsdag, op last
van de justitie, in het huis van be
waring aldaar opgesloten. Naar wij
vernemen, wordt hy verdacht zich
te hebben schuldig gemaakt aan
handelingen, waardoor de neutraliteit
van ons land in gevaar zou gebracht
kunnen worden.
Een Engelsch vertegenwoordiger
van „The Daily Mail", tydeHjk daar
vertoevende, zou er ook in betrokken
zijn. (N. Rott. Ct.)
Kaasprljzen.
De minister van landbouw, ny ver
heid en handel, heeft den maximum
kaasprijs voor binnenlandsch ver
bruik, behalve voor room- en lunch-
kaas en kaas bereid onder rabbinaal
toezicht, gedurende de maand Sep
tember 1915 bepaald:
Voor den verkoop in het klein
voor volvette Goudsche Meikaas met
Rijksinerk 62Vg ct. per '/s K.G., voor
volvette Goudsche Meikaas 60 ct.,
volvette jonge Goudsche en Edammer
kaas met Rykamerk 571/» ct., voor
volvette jonge Goudsche kaas 55 ct.,
voor jonge Edammer kaa9 (40 -}-)
55 ct., voor jonge Goudsche kaas
(40 -B 50 ct., voor Edammer en
Goudsche kaas (30 -f) 42 ys ct., voor
Edammer en Goudsche kaas (20 -f-)
37Va ct-i voor magere Edammer en
Goudsche kaas 27Va ct., voor Leid-
sche en Delftsche komijnekaas 50 ct.
en voor Friosche nagelkaas 80 ct.
per Va K.G.
Defensie-sloep omhoog gevaren.
MeD meldt uit Brielle aan „De
Maasbode"
Bijna had zich op de Brielsche
Maas wederom hetzelfde treurspel
afgespeeld met de defensie-sloep als
de vorige maal, doch op eenigszins
andere wijze.
Vrydagavond ging de defensie sloep
omstreeks 9 uur halftij voor anker
naby het Mólenbaventje. De sloep
bevónd zich boven een steenen berm
en zat wijl het water vallende was,
spoedig omhoog. Zaterdagmorgen om
streeks vier uur met den vloed zou
ze vlot gekomen zyn, indien er niet
drie in vier gaten met het omhoog
varen in de kiel van de sloep waren
Motorrijwielongeluk.
- Zaterdagmorgen om 10 uur is door
de Gooische Stoomtraïn van Bussum
naar Laren op don hoek van den
Bredlusweg en Amersfoortschen weg
de adelborst 2e kl. F. M. van Hall
overreden. Hij had op hot achter
bankje van het motorrijwiel van zyn
neef plaats genomen. By het over
steken van den weg, toen juist de
tram passeerde, reed het ry wiel tegen
een boom, waarbij de heer van Hall
viel en onder do tram raakte. Met
een verbrijzelden arm en inwendig
zwaar gekneusd werd hij opgenomen.
De militaire arts, dr. Bijvoet, ver
leende de eerste hulp. Per brancard
werd de gewonde naar Naarden en
later naar het Militair Hospitaal te
Amsterdam overgebracht, waar hy
Zondag is overeden.
Een deserteur.
Op een schoenfabriek te Besoyen
zoo meldt de „Echo" werkt thans
een Duitschor, die uit het Duitsche
leger, waarin hy van af het begin
van den oorlog was ingedeeld bij de
bediening van het 42 c.M. geschut,
is gedeserteerd. Hy deed dit echter
uiet uit eigen beweging, doch op het
voortdurend aandringen zijner moe
der. Is het wonder dat deze vrouw
daarop hartroerend aandrong, als
men weet dat met dezen zoon nog
zes anderen ten strijde zijn getrok
ken, .die alle reeds op het slagveld
hun leven hebben gelaten Toen deze
laatste jongen dan ook met verlof
thuis kwam, heeft de moeder zoo
lang gebeden en gesmeekt, dat haar
eenige jongen naar Holland zou
vluchten, dat hij er ten slotte aan
voldeed. Zyn moeder zou hem dau
derwaarts volgen. Spoedig was zijn
vlucht echter bekond en nu is het
de moeder ten strongste verboden
te vertrekken en ia zy onder toezicht
gesteld. Ook mag zij geen enkelen
brief schryven noch ontvangen. Nu
de toestand zoo 13 geworden, heeft
hy yeel spyt het gedaan te hebben,
daar zoon en moeder nu toch ge
scheiden zyn en hy nooit meer in
Duitschland mag terugkomen. Wy
spraken den jongen en hij had geen
klachten over behandeling en voediDg
aan het front. Alleen ter wille van
zyn moeder had hy het gedaan, an
ders was er geen sprake van geweest
dat hy uit 't leger was gegaan, en
zag hy de "mogeiykheid dan zou hy
direct willen terugkeeren, wat echter
natuurlijk onmogelyk is.
Van de vyf manschappen die zich
in de sloep bevonden, sprongen twee
over boord en bereikten zwemmende
den kant; de drie overige sprongen
in een vlet en namén het zinkende
defensie-vaartuig op sleeptouw en
kwamen behouden in de Brielsche
haven aan.
Gelukkig was het weer zeer gun
stiger was niet do minste wind en
de maan begunstigde met haar licht
het werk.
Duitsch vliegtuig geland.
Zaterdagmorgen is onder de ge
meente Venlo een Duitsch vliegtuig
gedaald. De inzittenden, een officier
en een mindere, zyn naar de garni
zoenscommandant geleid. Het vlieg
tuig was uit Belgie op weg naar de
vestiDg Wezel. De vliegers meenden
dat zy boven Duitsch grondgebied
waren en deden een noodlanding.
Toen zij bemerkten op Nederlandsch
grondgebied te zyn gedaald, wilden
zy weder opstijgen, wat hun door
militairen werd belet
UIT DE MAIL.
Een geheimzinnig schip.
Het N. v. d. D. v. N.-I. meldt de
aanwezigheid van de Maverick iude
Indische wateren.
De Maverick vaart onder Araeri-
kaansche vlag. Het schip staat ech
ter onder bevel van een Duitsch ka
pitein en de bemanning is eveneens
Duitsch. De opvarenden beweren dat
zy genaturaliseerde Amerikanen zyn,
doch kunnen dit uit de papieren niet
bewyzen.
De lading bestaat uit: 10 1115,000
geweren; een aantal kanonnen, 400
kisten munitie: een onderzeeboot-in-
deeling benevens eon installatie voor
draadlooze telegrafie.
Het schip ligt thans op dobuiten-
reedo van Tandjong Priok en wordt
scherp bewaakt.
De zaak wordt zeer geheimzinnig
behandeld.
Een later bericht meldt nog het
volgende
Het Amorikaansche s.s. Maverick
vertoeft nog steeds op de buitenroedo
van Priok en wordt scherp bewaakt.
De wildste geruchten biyven de
ronde doen. Zoo wordt verteld dat in -
de haven van Tjilatjap reeds wa
pens gelost zouden zyn, hetgeen door
het Bat. Handelsblad tegengesproken
wordt.
Het N. v. d. D. v. N. I. meldt nog
dat de regeering en de landvoogd
van de komst van het schip kennis
droegen. Zy waren tijdig gewaar
schuwd door de belangstellenden in
dergelijke zaken. Toen de Maverick
te Anjer arriveerde, was er reeds een
Nederlandsch vaartuig aanwezig. Toen
bleek dat de firma, waaraan de la
ding was geconsigneerd te Aüjer niet
bestond, en moest de Maverick moe
naar Tandjong Priok.
Er wordt een nauwkeurig onder
zoek naar de lading en de bestemming
van het schip ingesteld. De zaak
wordt zeer geheimzinnig behandeld.
Er gaan geruchten dat de lading be
stemd was voor China; ook wordt
gezegd dat ze bestemd was voor in
landers op Java.
Het Soer. Hbl. van 27 Juli wist
er dit nog van te vertellen:
De Maverick ligt nog buiten de
haven van Tandjong Priok, terwyi
beweerd wordt dat buiten de terito
riale wateren een Engelsch oorlogs
schip op de loer ligt, zoodat het
waarschyniyk is, dat de Maverik niet
meer van hier zal vertrekken.-Niet
temin wordt bet schip nog scherp
bewaakt. Allerlei wildde geruchten
zyn in omloop, o. a. zou door de re
geering uit Amerika bericht ontvan
gen zyn, dat binnenkort nog een
tweede schip zou arriveeren. De be
doeling ervan zou zyn een poging te
wagen om de geïnterneerde Duitsche
schepen in hulpkruisers te verande
ren en verder een ondezeeërs actfe
in de Aziatische watoren te voeren.
Verder wordt beweerd dat de Mave
rick in de Javazee nog achtervolgd
zou zyn geworden.
De Amerikaansche consul spreokt
alle geruchten tegen.