TELEFOONGIDS
BAANs KOFFIE
BAAN's THEE
De Stem der Liefde.
Bestelt Uw Drukwerk bij C. de Boer Jr.
Thee E. Brandsma
Openbarejerkooping.
Thee
Keizerstraat 90.
K. GROOT,
KNIP-CURSUS.
De Holatis I. M. BEECKMAH,
te NIEUWEDIEP (DEN HELDER), zal op
Woensdag 8 September 1915,
aanvangende des voormiddags ten
10 ure, in de Schouwburgzaal
„TIVOLI" aldaar, in het
OPENBAAR VERKOOPEN,
wegers vertrek en opheffing der huis-
houdiug (meerendeels afkomstig van
den WolEd.Gestr. Heer Q. J. W. PUTMAN
CRAMER, Luitenant ter zee le klasse
K. M.), diverse goed onderhouden
Meubelen en Huisraad,
waaronder:
Salon- en Huiskamer-Ameublement,
Salon-Buffet en Zilverkast, Bureau-
- Ministro, antieke Spiegels, vier dito
Stoelen en diverse antieke voorwer
pen, marmeren Schemerlamp, Pen
dules met Coupes, Speeltafel, Uittrek-
tafel, Slaapkamer-Ameublement, For
nuis, Kachel, Zeilen, Kleeden, Salon-,
Onder- cn Overgordijnen, Kristal-,
Glas en Aardewerk en hetgeen verder
ten verkoop zal worden aangeboden.
"Voorts: Schilderij van Richard
van Rees en antiek Zilverwerk.
Te bezichtigen daags te voren van
2—5 uur.
R. M. is
onovertroffen van kwaliteit en zeer
waterhoudend, 70, 80, 90 en 100
cent per pond.
Pakjes van 21/» ona*
In het oude Victualiehuls.
R. MAALSTEED, Dijkstraat 22, Helder.
Wederverkoopers provisie.
Diners
worden dagelijks aan huis bezorgd.
Bestellingen 's morgens voor12
uur aan het van ouds bekend
KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13.
Baleefd aanbevelend,
Wed. L. H. RIETBERGEN.
Te koop gevraagd
goede 2e hands
HEEREN- EN DAMESRIJWIELEN.
AdresP. M. HEILIGENBERG,
Spoorstraat 91, over ALBERT HEIJN.
QJ <0
Speciaal adres
voor OVERHEMDEN naar maat.
OVERHEMDEN met piqué borst
f 2.75, prima kwaliteit.
In- en Verkoop van
Te koop en te ziendes morgens
van 10 tot 12 en des avonds van
6 tot 8 uur.
adres: Oostslootstraat 2,
gaat steeds door met de
HOOGSTE PRIJZEN
te besteden voor
HUISRAAD. INBOEDELS en alles «el (oorkont.
A VA Ml
T1I1I. ML
C. ADRIAANSE. 10D of 1 AA
Agent voor Hypotheekbanken, 'tu
DIRK KOPPEN. 1 ^1 an 19^
Grand Bazar, Spoorstr., Zuidstr. 1 «11 1UU
Malson VAN ALPHEN, Dijkstraat 34. OAA
Confiseur Patissier. fcT'T'
A. TEN KLOOSTER, Ass. Apoth.,
v/h. De Bib-Biersteker, Keizerstraat 93, 7ft
Drogerijen, Chemicaliön,
Verplegings-Artikelen.
B
P. BANDSMA, Zwaanstraat. 4 O A
Brandstoffenhandel. 1
L
Firma P. J. LAFEBER, Zuidstraat. npQ
Rywielhandel, Smederij. £00
W. BIERENBROODSPOT, Spoorstr. 87 B9. 01,7
Manufacturen, Hëerenmode-artikelen. £U f
D. W. LA6ERVELD, Zuidstraat. 4QQ
Fruithandel. I5JU
C. DE BOER Jr., Koningstraat 29. Cf]
Boekdrukker.
VAN OER LEE's Wijnhandel, Spoorstr. 106. 4 CC
Portwynen (Standard en Invalid). 100
c
A. COLTOF, Binnenhaven 1. 4Q7
Mantels, Bedden, Confectie, Kinderwagens. 151
R. Th. LUIJCKX. 1)4
Weststraat 61, Helder. 1
L. COLTOF, Manufacturen- en Confectie- 100
Magazijn „de Bijenkorf', Spoorstraat 75-77. LvL
M
D
BERNH. MEIJER, Kanaalweg 97. Qf]4
Manufacturen-Magazijn „DE STER". £U 1
H. DITO, Kruisweg. Ai
Handel in Kruideniersw. en Gedistilleerd.
BERNH. MEIJER, Spoorstraat 46. Qf]J
Manufacturen-Magazijn „DE STER". £11*1
E
N
H. L. ELTE, Koningstraat. 470
Luxe Brood- en Banketbakkerij. 1 f
HERMAN NYPELS, Spoorstraat.
Civiele-en Militaire Kleedermakerlj. Heeren- 1 Al]
mode-artikelen. Indische Uitrustingen.
G
P
T. C. COVERS, Kanaalwag. OO
StofféerderU en Behangerij, Verhuizingen v
F. VAN PEPERZEEL, Rozenstraat 33. AOf]
Handel in Kruideniersw. en Gedistilleerd. 0 U
M. A. GRUNWALD ZOON, Kanaalweg. 7
Grossiers in Koloniale Waren en Petroleum.
A. POSTMA, Spoorstraat. IKK
Fruithandel. IUO
1. GRUNWALD, Kanaalw., Kelzerstr. Q
Dames-Confectie en Manufacturen- 4(J en 0
Magazyn „De Zon"
s
H
P. SCHAGEN, Oostsl.str. of 2e Vroonstr. 98. 4 fl C
Bier- en Brandstoffenhandel. IUO
A. J. H. VAN HAAREN, Keizerstraat. OCO
Spekslagerij, Fijne VJeeschwaren. £UU
H. SCHOL Jr., Broewaterstraat. O CA
Banketbakker. £U*r
„HELDERSCHE COURANT". Cf]
Koningstraat 29. «U
„SEMPERFLORENS", HELDER. 4 A4
Bloemenmagazijn Koningstraat 13. 1^1
M. L. HEIJLIGENBERG, Spoorstraat. 1 Q 1
Gasgloei-artikelen, aanleg v. Gas- eh Water 1. 1 511
Holdersche Vleeschhal, Spoorstraat. 000
(Gebrs. SLIKKER). £D£
P. M. HEIJLIGENBERG, Spoorstraat 91. ftftO
Handel in Rijwielen en Onderdeelen. ££0
P. SPRUIT, Kanaalweg. 4 40
Boekhandel. Agent van „de Telegraaf'. IttO
W. HEIJMAN, Hoofdgracht. nn
Banketbakkery. uU
Firma A. J. SCHAAP, Kefzorstraat. 4QA
Rijwielen en Automobielen. 1 wt1
Gebrs. H006ERDUIJN, Middenstraat. 7 A
Glas- en Verfwaren. 4"
T
ZEGER HOUTER, Kanaalweg. |H7
Banketbak kerij1UI
J. W. THIJSSEN, Spoorstraat. 07
Stalhouderij en Sleeperij. 01
J
Hotel Cafe-Restaurant „DE TOELAST". 4 O7
Spoorstraat. 10 f
Stoom-Melklnrichting „JONG HOLLAND", nii
Westgracht 31. £'rl
C. TROOST, Spoorstraat. 0(J[|
Hoeden en Petten. LUU
K
V
P. B. KAMPMEIJER, Hoofdgracht. OQ
In Wijnen en Gedistilleerd. O O
C. VIS, Kanaalweg. 4CQ
Banketbakker. IUU
S. A. KANNEWASSER ZOON. OQO
Kanaalweg 148-149. Manufacturen- gföfc
Magazijn en Damesconfectie.
1. DE VRIES, Spoorstraat. 4QO
Kruidenierswaren en Gedistilleerd. I5I£
S. A. KANNEWASSER ZOON, Zuldstr. 82. OQC
Manufacturen-Magazijn. £Om
w
N.V. Grosslerderlj v/h. A. KLIK, CO
Grossiers Kol. waren en Rakkersartikelen. «C
J. VAN WILLIGEN, Weststraat. Of](]
Huishoudelijke Artikelen, Galanteriön. Z.UU
C. KIESEWETTER, Kanaalweg 174. OAQ
Behangerij, Stoffeerdery, Verhuizingen. 4-*rö
Firma H. WITSENBURG, Hoofdgracht. 00
Luxe Brood- en Banketbakkery. 0L
Vraagt Uwen Winkelier
Een geurig kopje.
Aanvang 13 SEPTEMBER.
Dames
Er bestaat weder gelegenheid om in 3 a 4 maanden tijd de nieuwste
Costumes, Klokrokken, Blouses, Mantels, Mantelcostumes, Kinderkieeding op maat
te leeren knippen en in elkander zetten. Papies, die wenschen deel te
nemen, worden beleefd verzocht zich spoedig aan te melden,
M. P. VEEN-DE KOK,
N.B. Dagelijks geknipte Patronen te bekomen. Spoorstraat 53.
in bussen altijd versch en geurig.
krachtig,zwaar,pittig en toch fijn geurig.
Bespaar de Insektenplaatjesde eer
ste Dinsdag der maand gratis ruilen van
dubbele exemplaren aan ons Kantoor
KENNEMERSTRAATWEG, ALKMAAR.
INGEZONDEN.
Nogmaals de Winkelsluiting.
M. de R. I
Mag ik naar aanleiding van de re
plieken op mijn ingezonden stuk van
Donderdagj.1. nog eenige plaatsruimte
verzoeken, ten einde mijn geachte
opponenten nog op 't een en ander
opmerkzaam te maken betreffende
de tusschen hen en mij gerezen
discussie?
Over 't antwoord van don heer S. C.
kan ik tamelijk kort zijn. Op geen
enkele van de door mij aangevoerde
argumenten is door dezen heer ge
reageerd en uit geheel zijn schrijven
blijkt ten duidelijkste, dat Z.Ed. zich
terdege in 't nauw gedreven voelt.
Het eenige zinnetje, waarin de heer
C. zich te buiten gaat aan politieke
beschouwingen over „sociale wetge
ving", toont voldoende aan, dat de
geachte opponent wijs doet met zich
maar niet in een politiek debat te
mengen.
In plaats van mij rechtstreeks te
antwoorden op mijne vraag, mijnheer
S. C., of gij 't aandurft mèt uwe
vrienden, een eventueele belasting
verhooging, als gevolg van een even
tueele, mede door uw toedoen (ja,
zoo goed als uitsluitend door toedoen
van u en de uwen) ingevoerde wet
telijke winkelsluiting, geheel voor
uwe rekening te nemen, ten
bewijze, dat gij overtuigd zljt, dat,
zuö er van belastingverhoogiDg sprake
mocht zijn, deze dan toch niet bij
zonder hoog zou worden, zooals u
beweert, wandelt gij hier netjes over
heen, en bepaalt u tot het verkon
digen der wijsheid, dat bij verminderd
gasverbruik ook het kolengebruik
verminderen zou.
Ja. dat is waar ook, waarde heer,
doch u zult het met mij eens zijn,
dat dit niets aan de zaak verandert.
Waar de omzet vermindert, zal bij
gelijken prijs ook de winst vermi nderen
Deze winst, die afgeschreven wordt
op het bedrag dat de Hoofdelijke
Omslag moet opbrengen, zal m. i. niet
onaanzienlijk verminderen en dus zal
de Hoofdelijke Omslag die vermin
dering moeten goedmaken. Men moge
nu van meening verschillen of dit
véél of weinig zal zijn, het feit wordt
er niet door veranderd.
Volgens den heer Michels, zal hot
evenredig deel, dat de winkelier
bijdraagt aan de dan noodzakelijk
geworden hoogere belasting, b e t e e-
kenend lager zijn dan het bedrag,
dat d e winkelier aan gas uit
spaart.
Juist, mijne heeren, en daar zit nu
juist de groote knoop.
Ik bert zoo vrij mij hierbij te be
dienen-van dezelfde argumen
ten, die u, waarde heer Michels, nog
kort geleden bezigde ter bestrijding
van het voorstel-Biersteker (nu inge
trokken) inzake gasbezuiniging.
U waart toen, zeer terecht, van
oordeel, dat deze gasbezuiniging i n
de eerste plaats degroote
winkeliers te stade kwam.
Immers de „kleine burgerman" kon
niet méér bezuinigen Welnu, waar
om wilt gij dan nu, alléén minder
direct, precies zoo'n zelfde toestand
in de hand werken?
Of denkt u, dat de groote winkelier
met zijn 20 30, ja soms nog meer
gaspitten, niet meer gas zou uitsparen
(zonder zelfs zijn étalages nog van
alle licht te ontrooven) dan de kleine
winkelier met zijn drie of vier pitten,
ja soms nog minder?
Maar bovendien, heeft de niet-win-
kelier, de arbeider, de kleine burger
man (voor zoover zijn inkomen niet
beneden de f 450 is) die wel zijn even
redig deel in de te verhoogen belas
ting moet betalen, soms by invoering
der wettelijke winkelsluiting iets met
gasbezuiniging te maken?
Als de heer Michels mij nu maar
zonder omwegen, overtuigend aan
toont, dat ondanks „dit belasting-
spook", (waarvan ik mij niet ten
onrechte bedien) de wettelijke winkel
sluiting hier ter plaatse toch
is „in 't algemeen belang", dan ben
ik tevreden.
Wat 't verder betoog van "u aan
gaat, mijnheer S. C., moet ik u beleefd
verwijzen naar mijn van A tot Z
gemotiveerde vorige artikel. Het lust
mij niet om in herhalingen te ver
vallen.
Hetzelfde kan gelden voor den heer
Michels, in antwoord op zijn vraag
hoe de pro-sluiters moeten handelen
„buiten een wettelijke regeling om".
De bedienden zullen een zelfstandige
actie moeten voeren, (evenals iedere
arbeiders-catagorie dat doet), voor een
verkorte arbeidsdag, los van de wet
telijke sluiting en de groote patroons
voor de keus stellen of vrijwillig ver
vroegd te sluiten of in te stellen een
ploegenstelsel.
Nu zult ge aanvoeren dat dit de
groote patroon te duur is en dat een
rijkswet op het winkelpersoneel in
„afzienbaren tijd niet is te verwach
ten", zooals uwe partijgenoot Kleere-
kooper in den A'damschen gemeente
raad ten beste gaf, maar u zult mij
moeten toegeven dat de verwezen
lijking van het „socialistisch ideaal"
ook „binnen afzienbaren tijd niet is
te verwachten", terwijl ge desniette
min er met geheel uw ziel propa
ganda voor maakt.
Waar 't nu zoo voor de hand ligt,
dat door de soc.-democraten met
zoo veel meer gemak en zon
der rekening behoeven te houden
met allerlei locale omstandigheden
en met de belangen van „koek- en
sigarenvcrkoopers", die nu moedwil
lig door de sociaal democraten onder
de voet worden geloopen, een actie
zou kunnen worden gevoerd voor een
rijkswet op het winkelpersoneel, ligt
het eveneeps voor (Je hand dat er
bij de soc.-dem. een bepaalde voor
liefde voor 't sluitingssysteem moet
bestaan.
„Nog nooit is door soc.-dem. één
maatregel voorgesteld, die ten doel
had de middenstand uit te drijven".
Volkomen juist, mijnheer Richels,
maar u zult mij toegeven, dat het
minder tactisch zou zijn, met derge
lijke maatregelen te koop te loopen.
Of is er ooit door soc.-dem. één
maatregel voorgesteld, die ten doel
had-_„de dreigende inzinking" van
den middenstand tegen te gaan
Vandaar dat uw bewering, dat dit
met „de wettelijke winkelsluiting"
wèl het geval zou zijn, op z'n zachtst
genomen in een zeer bijzonder licht
komt te staan.
Gij zoudt mij bij „mijne studie",
die u mij voorschrijft, van onbereken
baar nut kunnen zijn, indien ge mij
op dit alles nu eens een bevredigende
oplossing gaaft. Ik ben nog jong en
„knullig" moet u rekenen, is 't niet,
mijnheer Michels?
En nu moet u niet gaan zeggen,
dat ik beweerd heb dat de negen-
uursluiting reeds de midden
stand zou uitdrijven! Neen, waarde
heer, dat is een grove onwaarheid.
Door mij is gezegd: „Consequent
doorgeredeneerd, moet, van arbeiders
standpunt bezien, en werkende vol
gens 't sluitingssysteem, de negen-
uursluiting leiden tot de achtuur
sluiting en zoo vervolgens, terwijl,
om de n^deelige gevolgen van „een
vervroegd openingsuur" voor het
personeel te voorkomen, ook het
openingsuur door de wet zal moeten
worden bepaald."
Dit is mij trouwens door soc.-dem.
met minstens zooveel capaciteiten
als de heer Michels, mondeling toe
gfgeven. En deze stelselmatige in
krimping van den tijd waarop de
winkels open mogen zijn, moet leiden
tot uitdrijving van don middenstand.
En nu, mijnheer Michels, tart ik
u mij aan te toonen, waar ergens
ik in mijn vorig artikel geschreven
heb, dat de soc.-dem. tegen den
achturig en arbeidsdag zon
den zijn.
Ik verzoek, ieder aandachtig lezer,
die zich de moeite wil getroosten,
eens te gaan zien of door mij niet
juist het omgekeerde is beweerd.
Waarom een politiek strateeg als
de heer Michels zich van zulke „be
klagenswaardige middelen" moet voor
zien om een door hem zoo gering
geschatte tegenstander uit het veld
te slaan, is mij ten eenenmale niet
duidelijk.
En nu, M. de R., zal ik eindigen,
in de hoop, dat ik niet weer ge.
dwongen zal worden van uwe gast
vrijheid gebruik te maken omtrent
deze kwestie.
U dankend voor de verleende plaats
ruimte, verblijf ik met de meeste
hoogachting, Uw dw.
B. H.
Hoe Pégoud sneuvelde.
Be correspondent van „De Tijd"
meldt het volgende d.d. 2 Sept. uit
Parijs
Reeds sedert enkele weken werd
in den sector, waar de vermaarde
vlieger Pégoud opereerde, die reeds
verscheiden Duitsche vliegtuigen naar
beneden had geschoten, op hem ge
loerd. De vijand wist met welken
meesterlijken tegenstander hij te doen
had, want Pégoud had de gewoonte,
na wapenfeiten, waarin hy als ever
winnaar de lucht had behouden, met
een zijner sierlijkste buitelingen zoo
wel vriend als vijand in de loopgra
ven in bewondering te zetten. De
Duitschers duidden hem algemeen
aan als den „op den kop loopenden
luchtduivel".
Het succesvolle aanvalsstelsel van
Pégoud berustte op zijn kennis tjey
Duitsche vliegtuigen, aan wier hoora
de mitrailleuse zóó is geplaatst, dat
zij voor een verticaal schot van de
hoogte naar de laagte zoo goed als
niet kon worden gebruikt. En zoodra
hy, na onder Taube of Aviatiek te
zijn doorgevlogen, de kans schoon
zag haar te overvleugelen, placht hij
het olieservoir of het stuurstoestel
onklaar te schieten, zoo het hem al
niet gelukte den bestuurder te dooden.
Na tegenover den gevaarlijken
tegenstander allerlei trucs te hebben
beproefd, wisten de Duitschers hem
te verrassen hoor het in de vaart
brengen van een vliegtuig, waarin
de mitrailleuse zóó was geplaatst,
dat zij loodrecht naar de laagte kon
schieten. Op deze veranderde tactiek
had Pégoud niet gerekend, en nadat
hij reeds j.1, Zaterdag met doorscho
ten benzinepljpen van een verken-
kingstocht was teruggekeerd, heeft
hij thans zijn koenheid met den dood
moeten bekoopen. De Aviatik, die
expresselyk om hepi uit te dagen,
over zijn septor kwam vliegen wist
hem voor een tweegevecht te doen
opstijgen. Maar nauwelps wildo hij
van zijn gewone tactiek gebruik ma
ken, of de mitrailleuse, welke de
Duitsche luchtvaarder thans in de
gewenschte richting kon hanteeren,
schoot hem een kogel dwars door
het hoofd.
Een zeegevecht.
In de „Moniteur de la Plotte"
wordt eene beschrijving gegeven van
een gevecht tusschen Fransche en
Duitsche torpedojagers, waarbij een
der laatsten bij Ostende. in den grond
werd geboord. Toen de kapitein van
het Fransche schip den Duitscherin
het gezicht kreeg, twijfelde hij eerst
aan zijne nationaliteit en seinde hem,
waarop met kanonschoten werd ge
antwoord.
„Wy waren ongeveer op een mijl
afstand van elkaar," ?oc gaat hst
verhaal verder, „toen het bevel werd
gegeven om het vuur te openen, maai
de vijand had een zwaarder kanon
dan wij. Bovendien begonnen nu ook
kogels uit een mitrailleur om ons
te vliegen, na een kwartier echter
verzwakte het vuur van den vijand
en zagen wij hem full-speed in de
richting van Ostende wegvaren. Toen
vergrootten wij ook onze snelheid,
terwijl wy bleven doorvuren.
Toen de Duitsche torpedojager nog
slechts een 100 meter van ons af was,
zagen wij dat hij in zinkenden toer
stand verkeerde. HU vuurde nog,
maar slecht. Toen lanceerden wij
een torpedo. Ben ontploffing volgde,
een waterzuil spoot hoog de lucht in
en in twee minuten was alles voorbij
FEUILLETON.
Naar hat Engelsch door PAUL URQUHART.
2.)
HOOFDSTUK H.
Lionel "Weedom zag zijn bezoeker
verwonderd, aan doch zoodra hij over
zijn verwondering heen was, sloeg
hij hom den revolver uit de hand.
De man glimlachtte.
„Excuseer mijn optreden," zei hij,
„ik ben wat driftig".
„Juist," antwoordde Weedom. „Ik
geloof echter dat de politie u wel zou
kalmeeren". En terstond begon hy
de telefoon in orde te breDgen.
Toen de man dit zag groep hy zyn
hoed en verdween plotseling, zonder
acht te slaan op den revolver, die op
den grond lag.
Weedom hing de hoorn van het
toestel op. Den man naloopen wilde
hij niet; hy nam dus kalmpjes zyn
hoed en stok, deed het licht uit en
ging naar Lincoln's Inn, waar hy alras
op bezoek was by Stanley Poole.
Deze begon zijn neef te plagen over
zyn ontmoeting van 's middags, doch
Weedom, die vermoedde dat dit alles
in verband zou staan met zyn ge
heimzinnige patiente, ging er niet op
in en begon over iets anders. Ook
over den driftigen man sprak hij geen
woord. Ten slotte gingen zij uit en
keerden eerst laat terug.'t Was Wee-
dom's gewoonte, dan nog even met
Poole mede naar boven te gaan, doch
dezen avond nam hy een taxi en reed
direct door naar huis.
„Iemand geweest?" vroeg hij zijn
bediende.
„Ja mynheer. Een dame, dio u spre
ken wildedaarom heb ik haar gezegd,
dat u naar mijnheer Poole was gegaan".
„Zy scheen hoogst onaangenaam
getroffen, doordat u er niet was".
Nog was de bediende niet uitgespro
ken, of de telefoon ging.
Weedom luiBterde.
„Is dokter Weedom al thuis werd
er zenuwachtig gevraagd.
„Ja, u spreekt met hem".
„Met Poole. Kora direct hier, kerel,
Ik kan je per telefoon niet zeggen
wat er aan .de hand is, maar kon
oogenblikkelijk".
Weedom snelde naar de deur. De
angst die in de stem van zyn neef
lag maakte hem ook bevreesd. HU nam
een auto en was in enkele minuten
bij Poole.
Deze wachtte doodsbleek in de gang.
Door de geopende deur zag Weedom
een lichaam op den vloer liggen. Een
wyde mantel, die hy reeds meer ge
zien had dien avond, trok zyn aan
dacht. Het gezicht ervan deed hem
beveD.
Hy lichtte de voile op en zag met
een oogopslag, -dat hier een doode
lag.
„Licht, Stanley, licht," riep hy.
„Kijk naar den rechterschouder en
zeg me watje ziet," vervolgde hij ter-
wyl hy het lijk opbeurde.
„Een kleine getatoeéerde teekening
van een bloem," antwoordde Poole.
Wat donker staat het op het witte
vleesch.
„Dat is onmogelijk," riep Weedom
ontzet. „Geen uur geleden sneed ik
dat teeken zelf nit den schouder."
„Je moet je vergissen" antwoordde
Poole. „Kyk zelf maar. Ik zal de po
litie intusschen waarschuwen, dan is
het tljds genoeg om te spreken."
„Spreken?" En Weedom beloofde
niet te zullen spreken nooit.
Hy greep zijn neef bij den arm,
toen hy naar de telefoon liep.
„Ik mag niet spreken," zei hij, toen,
„ik beloofde het op mijn woord en
door de emotie is het mij ontvallen.
Je zult erover zwUgen nietwaar? Je
zult het vergeten?"
Poole keek den man aan, met wien
hy steeds had omgegaan alsof het
zyn broer was. Hy kende de ernst
van Weedom. Zelf wist hij niets meer,
dan dat deze vrouw dood in zyn
kamer lag. In hoeverre was Weedom
ingewU'd in dit geheim? Hij zou het
hem willen vragen, doch de moed
ontbrak hem.
Lionel begreep zyn gedachtengang.
„Ik verzeker je, dat er geen enkele
reden was, die geheimhouding niet te
verzekeren. Wil je dat aannemen zon
der verder te vragen?"
„Zeker," antwoordde Poole over
tuigd. „Ik zal zwijgen, totdat jij mU
toestaat te spreken."
„Het beste watje doen kunt is heen
gaan. Je bent heelemaal in de war."
„Ga dus naar huis, den afloop zal
ik je mededeelen."
Met een blik op het lijk waggelde
Weedom de kamer uit.
Poole waarschuwde de politie. Hy
vertelde, dat hy, na zijn neef verlaten
te hebben, naar boven-ging en daar
over een lichaam gestruikeld was, dat
in de gang lag. "Geen enkel herken-
ningsteeken was aanwezigde doode
werd naar het lijkenhuis vervoerd.
Meer kon men dien avond niet
doen.
Den volgenden morgen kwam Poole
met een ontdaan gezicht by Weedom.
„Li", zei hy, „Ikgeloofdatermeer
achter zit, dan wij denken't bloem
pje op haar schouder toch was met
Indische kleurstof geteekend. De
dokter die het lyk onderzocht, is lang
in Indié geweest en heeft ontdekt, dat
de dood is veroorzaakt door een
Indische vergiftige vloeistof, die al
leen by" de inlanders en enkele Euro
peanen bekend is. De stof verspreidt
zich zeer vlug; een lichte schram
is al voldoende. Het-is dus moord
en we zullen de justitie zooveel
mogelijk moeten inlichten. Er zal
een onderzoek ingesteld worden.
Misschien zelfs is het al begonnen".
De telefoon belde en Lional nam
de hoorn.
Er kwam een trek van verwonde
ring op zyn gelaat, terwijl hy be
langstellend luisterde.
„Wacht even," riep hy, doch hier
op werd biykbaar geen antwoord
gegeven.
„Ga mee Stan," riep hy, „roep een
taxi en laten we gaan."
HOOFDSTUK Hl.
In het lijkenhuis kregen Poole en
Weedom toestemming, de vermoorde
te zien. Toen het laken opgeslagen
was, stapte Weedom voorwaarts en
keek naar het bleeke gelaat.
„Wel mynheer?" vroeg de inspec
teur.
„De dame is my volkomen onbe
kend", ontwoordde Weedom rustig.
Teleurgesteld bedekte de inspecteur
het lichaam.
„Pas op, Lionel," fluisterde Poole,
toen ze achter den inspecteur liepen.
„Er zal meer gevraagd worden.
Probeer niet iets te verbergen."
Weedom antwoordde niet.
„Dus U kunt ons niet helpen? U
zag de dame nooit?"
„Nooit," antwoorde Weedom beslist.
Toen ze vertrokken waren vroeg
Poole aan Weedom, met hem mee
te gaan.
Thuisgekomen, sloot hij zyn kamer
af en plaatste zich vóór Weedom.
„Hoor eens, ik moet je spreken,
begon hij. „Je zult niet boos worden
„Begin gerust," luide het antwoord.
„Ik zal ronduit spreken. Je bent
betrokken in dit drama. Ik weet, dat
er tusschen jou en die dame een ge
heim bestaat. En nu breng je jezelf
in een zeer verdachte positie en
sleept my er in mede. Ik zal inlich
tingen moeten geven by het onder
zoek. Wat moet ik zeggen?"
„Zeg de waarheid voor
die kent."
„En als men vraagt, of ik eenig
idéé heb, wie die dame is, of wie
dat zou kunnen weten?"
„Dan zeg je neen."
„De justitie bedriegen? Een goed
begin voor een lid van de bali."
„Maar je bedriegt de justitie niet.
Die dame is mij vreemd.
„En vannacht herkende je haar."
„Dat was een vergissing. Het is
een sprekende geiykenis. Maar ik
ben overtuigd dat ze het niet is."
„Waarom kwam zy hier?"
„Om my te spreken."
„En je hebt haar nooit gezien?"
Weedom vertelde zijnen neef wat
de bediende hem had medegedeeld.
„Dan moest deze doode vrouw op
treden voor de andere", besloot Poole.
Wat zou daarvan de reden zijn?"
„Dat weet ik niet," antwoordde
Weedom. Ik heb je nu alles verteld."
„Wie heeft er voordeel van deze
arme vrouw te dooden," mompel
de hy.
„Ik kan het niet nagaan, tenzij
Plotseling hield hy op en keek
Weedom onderzoekend aan.
„Lionel," vroeg hy ernstig, waarom
heb je niet gezegd, dat die dame
gisteren kwam, om het merk te doen
wegsnijden
„Omdat ik het beloofde. Maar waar
wil je heen? Wat denk je?"
„'t Is nu geen tyd voor veronder
stellingen. Ik vrees voor feiten. Zie
eens hier. Het drama heeft zich in
myn huis afgespeeld en daarom acht
ik het myn plicht te trachten het
op te lossen."
„Ik kan je niet meer zeggen, dan
dit."
„Ik weet niets van de dame."
„Ja, maar van de anderer Er moet
verband bestaan tussehen deze twee
„Niet noodzakelijk."
„Neen, maar hoor eens Lionel. Ik
zeg het je ronduit. Er is een reden
waarom je deze dame beschermt."
„Beschermen Wat bedoel jo Deze
dame is gekomen en gegaan als zoo
vele andere patiënten."
„En je bemint haar! Je mag pro-
beeren jezelf te bedriegen, maar met
mij lukt dat niet. Hoe het ook zijn
moge, of je haar tweemaal of honderd
maal gezien hebt en veel of weinig
van haar weet, je bemint haar met
hart en ziel en bent geheel de hare.
Zoo gaat het wanneer menschen zoo-
als jy liefhebben." Lionel wilde ant
woorden,doch het was hem niet moge-
lUk. Hij werd bleek en, staarde zyn
neef aan.
jlkik groote hemel, Stan.
Je hebt gelijk I" riep hij ontdaan uit.
Dan plotseling vervolgde hij kalm
„En waarom niet? Zelfs al zie ik
haar nooit weer, wat waarschyniyk
het geval zal zyn."
„Je zult haar nog wel weerzien.
Je zou niets onbeproefd laten om
lar terug te vinden."
„Maar waarom spreek je zoo Ik
weet, dat zy de schoonste en edelste
vrouw is, die er bestaat."
(Wordt vervolgd.)