Thee E. Brandsma KEIZERSTRAAT 103 De Stem der Liefde. de FEEST PROPAGANDA-AVOND te geven door den J. G. O. B. op VRIJDAG 24 SEPTEMBER a.s., MAINTIEN - KALLISTHENIE - CONTENANCE ïs@ Thee is OU 5 Cis. 5 ets. Bella Flora Strijkplaat A. TEN KLOOSTER, Ass.-Apoth., 5 ets. 5 ets. AGENTUUR VOOR HYPOTHEKEN Keizerstraat 90. JJandsghoenen Magazijn.,DE STER" Kleine Advertentiën BEZOEKT met welwillende medewerking van het ZANGKOOR „ONS DOEL", de HELDERSCHE TABLEAUX-CLUB en den Heer SPRINK, des avonds 8 uur in „TIVOLI". TOEGANG 11 CENT. Dagelijks inschrijving van Leerlingen voor den Cursus 1915-1916 Privé-iessen. Besloten clubs. Man vrage prospektus Boston, Boston run, Boston pose, Boston varlation, Tripte Boston mondain, Half-time Boston, Hesltation valse, Ta-tao, Maxlxe, Biplanette, Fish-walk, etc. Uitsluitend adres: „DIJKSTRAAT 37". Vraagt Uwen Winkelier onovertroffen van kwaliteit en zeer waterhoudend, 70, 80, SO en 100 cent per pond. Pakjes van 1 21/» ons. In het oude Victualiehuis. R. MAALSTEED, Dijkstiaat 22, Helder. Wsdervorkoopers provisie. UIT DEN OMTREK. Een geurig kopje. othout's I aargroei- Ixtract Er zijn nog enorm vele menschen die lijden aan vroegtijdige kaalhoofdig heid, haaruitval, rooa of schilfervorming, doch zij die kennis maakten met „O.H.E." zagen deze afwijkingen spoedig hersteld. „O.H.E." is een ge neesmiddel uit duizend, het garandeert u een blijvende genezing en een weelderigen haargroei, het kost 45 cent per flacon met volledige toelichting der behandeling. In alle Apotheken en Drogistzaken verkrijgbaar. To den Helder bijG. HAAGEN, Kanaalweg 147Jb. W. ZEGEL, Kanaal weg 63; E. C. BAIS, Koningsplein 112; voorengros P. OOTHOUT Hz. Cie< Dennenweg.17a, Den Haag. vervangt bij het strijken de onaangenaam ruikende vet- kaars, maakt het strijkgoed glanzend. Verkrijgbaar a 5 ets. met gebruiksaanwijzing bij: KEIZERSTRAAT 93. Telefoon 78. Diners worden dagelijks aan huis bezorgd. Bestellingen 's morgens voor 12 uur aan het van ouds bekend KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13. Beleefd aanbevelend, Wed. L. H. RIETBERGEN. KAPITAAL DISPONIBEL TEGEN ZEER BILLIJKE RENTE. Te koop gevraagd: goede 2e hands HEEREN- EN DAMESRIJWIELEN. Adres P. M. HEIJLIGENBERG, Spoorstraat 91, over ALBERT HEIJN. In- en Verkoop van Te koop en te ziendes morgens van -10 tot 12 en des avonds van 0 tot 8 uur. Glacé mffik Tricot Speciaal adres voor OVERHEMDEN naar maat. OVERHEMDEN met piqué borst f 2.75, prima kwaliteit. installatie van den heer Buysing Oamsté, als Burgemeester van Texel. Heden, 18 September 1915, ver gaderde de Raad der Gemeente Texel in buitengewone zitting. Voorzitter de heer W. Mets Tz., loco burgemeester. Aanwezig 12 leden, afwezig met kennisgeving de heer A. Eelman. Bij de opening deelt de voorzitter mede, dat de notulen van de voor gaaude vergadering de volgende maal gelezen zullen worden. Hierna wordt voorgelezen de be noeming van den heer Buysing Dam sté tot burgemeester en de inhoud van het bewijs der beéediging. Op verzoek van den voorzitter wordt de nieuw benoemde burgemees ter dooi de heeren Keesom en Dros binnengeleid. Allen waren van hun zetels opge staan. De heer Mets zegt 't volgende: „Mijnheer Buysing Damstél Nu het H. M. de Koningin heeft behaagd, u to benoemen tot burge meester van Texel, is 't mij een voorrecht, u hier hartelijk welkom te mogen heeten in de raadszaal, dezer gemeente. Op deze zelfde plaats namen wij, betrekkelijk kort geleden, afscheid van uw geachten voorganger, mijnheer Gaarlandt, wien wij bij die gelegenheid onzen d®uk mochten be tuigen voor 't vele, door hpm in 't belang der gemeente verricht. Mot vertrouwen begroeten wij thans u als hoofd der gemeente. Wijtwijfe len er niet aaD, of u zult u, alvorens te solliciteeren naar het ambt van burgemeester van Texel, wel eerst op de hoogte hebben gesteld van alles, wat er aan die gewillige be trekking verbonden is. Een zeer gewichtig ambt toch is het, om burgemeester dezer uitge strekte gemeente t,e zijn. Voor mannen van goeden wil ech ter, die over werkkracht en werk lust beBchitken, zal de taak blijken niet te moeieltjk te zijn, ofschoon het ambt den geheelen mönsch op- Onzo burgerij stelt 't op hoogen prijs, als een burgemeester staat boven alle partijen en voor ieder, 'c zü hoog of laag geplaatst, toeganke lijk is en een raadsman wil zijn. Vele belangrijke aangelegenheden vragen uw aandacht en zullen voors hands veel van uw tijd in beslag nemen. Behalve de gewone zaken zijn al lereerst aan de orde: wegenaanleg, scholenbouw, riolecrlng en zoo al meer, terwijl de oplossing der drink watervoorziening urgent mag worden geacht en 't tramvraagstuk ook eer lang meer dan gewone belangstelling van u komt vragen. Uit alles, wat ik u vluchtig meen de te moeten noemen, mijnheer Buy sing Damslé zal u voldoende ge bleken zijn, dat in onze gemeente de taak c-ens burgemeesters een veol- om vattende is. Doch de bezwaren, aan 't ambt verbonden, zullen u stellig niet af schrikken, want ik twijfel er niet aan, of u zult 't hierin met mij eens zijn, dat moeieljjkheden in 't leven zich alleen voordoen, om to worden over wonnen. Hou i u er echter vóór alles van overtuigd, mijnheer Buysing Damstó. dat door u steeds gerskend zal kun uen worden op de krachtigo mede werking van de wethouders, van de leden van den Raad, en niet 't minst op die van onzen even bekwamen als ijverigen secretaris, bij alles wat in 't bolang der gemeente aan de orde zal worden gesteld. Ook de ambtenaren en beambten der gemeente zullen u volgaarne van dienst zijn, waar en wanneer hun diensten verlangd mochten wor den. Moge 't u gegeven zijn, om hier met mevrouw uwe eebtgenoote lang eD gelukkig te verblijven! En thans verzoek ik u, om de teek enen, aan uw waardigheid ver bondene' den ambtsketen en den voorzittershamer, van mij te willen aanvaarden en den voorzitterszetel in te nemen. Hiermede, mijnheer BuysiDgDam- st.é, verklaar ik u geïnstalleerd te zijn als burgemeester van Texel. Ten slotte zü 't mij vergund, den wensch uit te spreken, dat u lang tot heil van Texel en tot zegen der nijvere ingezetenen van dit ons ge liefd eiland zult mogen werkzaam zijn. Dat zij zoo!" Nadat de heer Buysing Damsté de teekenen zijner waardigheid heeft aanvaard, spreekt hij ongeveer hot volgende: „Mijnheer de waarnemende burge meester! Mijne heeren! Alvorens het voorzitterschap van den Raad van Texel te aanvaarden, breng ik mijn bartelijken dank aan H.M. de Koningin voor mijne benoeming tot burge meester dezer belangrijke gemeente. Ook u, mijnheer Mets, mijn besten dank voor uwe hartelijke en vriende lijke woorden. Deze hebben mij geens zins verbaasd, en ik verwachtte ze van u, nadat mij met mijne echt- genoote op den 15en Augustus j.1. zoo'n goede ontvangst was ten deel gevalleu. Hierdoor reeds was mij moed en vertrouwen gegeven, alsmede de verzekering van uw steun, die ik zeker noodig zal hebben, wat mij ook uit uw rede duidelijk is gebleken. Wethouders worden vertrouwens mannen van den Raad genoemd, en in dit vertrouwen hoop ook ik te kunnen en mogen deelen. Gaarne reken ik ook op den medearbeid van den Raad in het belang der gemeente. Alleen door gemeenschappelijk te werken, zullen we dat belang het best kunnen bevorderen. Ook hoop ik op de medewerking van alle ambtenaren, en vooral op die van den secretaris, waaraan ik geen oogenblik twijfel. Uit het ver slag van de laatste Raadsvergadering onder mijn voorganger bleek mij, dat aan den secretaris grooten lof werd gebracht, 't Is voor mij als nieuw burgemeester van veel belang met zoo'n bekwaam secretaris te mogen werken. In bedoeld verslag heb ik ook ge lezen, dat het heengaan van mijn voorganger betreurd werd en dat bij een goed burgemeester werd genoemd. Alvorens mijn ambt te aanvaarden, wil ik de belofte goven, dat ik zoo veel mogelijk zal trachten mijn voor ganger te evenaren en alzoo een waardig opvolger te zijn. Met den wensch, dat ik in deze belofte niet te kort zal schieten, aanvaard ik het voorzitterschap van den Raad der gemeente. Hierna werd rondvraag gehouden, waarbij niemand het woord verlangde, waarna de vergadering werd gesloten. Verscheidene personen waren in de publieke zaal aanwezig en van hét Raadhuis was do driekleur uit gestoken. Texpl, 21 Sept. Alhier is bij de strand vopd'erjj iD bewaring gegeven een aangedreven visschersboot met twee riemen, waar op geen merken voorkomen. De heer H. J. A. Krijt, leerling van de ZeevaarBchpol, alhier, is te 's Gra venhage geslaagd voor §sn stuurman, groote stoomvaart. Bij de iostajlatie van onzen nieuwen Burgemeester is gebleken, dat vele verbeteringen voor onze gemeente wachtende zijn, daar wegenaanleg, scholenbouw, rïoLsering, drinkwater voorziening en tramaanleg reeds meer dan gewone aandacht van het Ge meentebestuur komen vragen. Naar wij vernemen zal het gedeelte rogge van den oogst, over dit jaar, dat door de regeoiiag wordt opge vorderd, afgeleverd worden naar de gemeente Amsterdam. Er kan 2/t ge deelte van denroggeoogstop'teiland blijven ion gebruike van de hier wonende bakke's, De heer H, Klimp, landbouw-onder- wijzer alhier, zal in den komenden wintor twee landbouw wintercursus- sen houden, n.1. een te Midden-Eier- land en een te Den Burg. Ter markt waren heden aangevoerd 7 koeien, prijs f200 ii f280; 16 pin ken, f180 A fl?0; 23 graskalveren, f60 a f80; 3 nuchtere kalveren f20 A f26; 29 rammen, f40 A f60; schapen, f34 A f38; 44 lammeren, f 18 A f24; 7 biggen, f14; 1 veulen, f275 en 1 korf kippen, f 3 50 per stuk. Anna Paulowna. Het is gebleken, dat in deze ge meente valsche zilverbons van f2.50 in omloop zijn gebracht. Vergadering van de Afd. Anna Paulowna van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw op Vrijdag 17 September, in „Veerburg". De ver gadering was liiuk bezocht. De voor zitter, de heer J. A. Waiboer, opent de vergadering, de secretaris, de heer N. Raep, leest de notulen, die onver anderd worden goedgekeurd. Enkele ingekomen 'Stukken worden medege deeld, waaronder het verzoek van de vakschool voor kaasmakers te Hoorn om subsidie. Besloten wordt f5 te verieenen. De vereeniging van oud leerlingen van den landbouwcursus heeft getracht eene cursus in veeken nis op te richten, waarop niet het wettelijk voorgeschreven leerplan wordt gevolgd. De heer Dr. Bakker heeft zich bereid verklaard de cursus te geven. De Afdeeling zal trachten deze ^cursus tot stand te brengen. Rijkssubsidie zal worden aangevi aagd. Van de kosten, die f 150 zullen bedragen, besloot de vergadering f10. bij te dragen. Hierna verkreeg de heer Kroon uit Scheveningen het woord om te spre ken over eene Dieuwe meststof, die uitvinder, de heer Bezemer te Wageningen, normaalmest heeft ge noemd. Wauneer jaarlijks de uiter waarden onzer rivieren overstroomen, blijft een vruchtbaar slib achter. De heer Bezemer heeft getracht eene stof te fabriceeren, die deze slib zooveel mogelijk nabij komt. Na langjarige studie 6ü proefnemingen is dit gelukt- De ondervinding in Nederland en ook in Indiê leert, dat de resultaten zeer goed zijn. Het is geen opdrijvend middel, zooals b. v. Chili, doch de werking berust op husmusvorming in den grond. Het bevat de bestand- deelen van andere kunstmeststoffen, stikstof, fosfoor, kalk en kali, doch bovendien bacteriön, radio-actieve en* stikstofbindende stoffen. Deze laatste kunnen op de proefstations niet aan getoond worden daarvoor zijn ze niet ingericht. De uitvinder wil de volle dige samenstelling, niet bekend ma ken. De stof wordt niet geleverd op een bepaald gehalte. Ze kan gebruikt worden naast andere kunstmeststof fen. Op allerlei gebied zijn de laatste jaren verbeteringen tot stand gebracht en nieuwe uitvindingen gedaan en waar men ljèeft ondervonden dat een stuk land, waarop een zeker aantal jaren hetzelfde gewas heeft gegroeid, ten laatste meerdere of mindere moe heid vertoont, ligt de conclusie voor de hand dat er aan de bemesting nog iets hapert. Spreker wekte op met deze nieuwe stof eene proef te nemen op kleine schaal. De kosten zijn f3 per 100 Kg. Eene hoeveelheid voor f 60 per HA. heeft zeer goede resul taten opgeleverd. Voor verschillende grondsoorten heeft de heer Bezemer verschillende stoffen gefabriceerd. De heer H. Visser uit Schagen toont zich nog geen voorstander van deze nieuwe meststof. We moeten geheel afgaan op het woord van den heer Bezemer. B(j de bekende kunstmeststoffen is de wetenschap in staat de werking aan te toonen. Dat is bij normaalmest niet het geval. We missen hier elke garantie. Uit proefnemingen bepaalde conclusies te trekken, is zoo uiterst moeilijk, omdat zoovele factoren samenwerken en wat de moeheid van den grond voor bepaalde gewassen .betreft, daarvan zlju in vele gevallen de oorzaken bekend. Verschillende werden genoemd. De spreker beant woordde den heer Visser en bleef proefneming aanbevelen. Hier zou ook weer blijken ondervinding is de beste leermeesteres. De -heer A. de graaf verklaarde zich bereid het volgend jaar met 30 baal eene proef te willen nemen, ter vervanging van bagger. Bij niet slagen verklaarde de heer Kroon zich bereid de kosten te vergoeden. Het verslag tarwe proefveld werd aangehouden tot de volgende verga dering. Bij de rondvraag deelde de heer Raap mede, dat de krabben- fabriek te den Helder over meer krabben beschikt dan zij kan verwer ken- Deze dieren zijn als mest te verkrijgen voor f 1.60 per 60 Kg. Verder zeidc do heer Raap, dat bij den heer Visser het vermoeden isgorezen, dat tarweveld te weinig stikstofbe- mesting ontvangt. Daarom verzocht hü de aanwezigen opgave te doen over de laatste 5 jaar van tarweveld, wat betreft bemesting, opbrengst en voor vrucht. Eone vragenlijst zal dan toegezonden worden. Verschillende landbouwers toonden zich bereid. Hierna werd de vergadering onder dankbetuiging, in het bijzonder aan den heer Kroon gesloten. reist gemakkelijk, ieder kan zyn plaats uitzoekeD. De spoorwegbeamb ten, noch door lastige vragen ture- luursch gemaakt, noch door veel werk overstelpt, zijn allen ongelooflijk be leefd en voorkomend. Ze slaan de portieren niet meer met een smak dicht en deelèn de gewenschte inlich tingen gaarne en hoffelijk mode. Op de stations geen bestorming meer van de treinen, geen door reiskoorts ver hitte families, die tegen het uur van vertrek zenuwachtig en ongeduldig de coupé met hun achttien stuks handbagage volproppen. Geen getwist meer en geen krakeel. Geen heeren meer, die hun valiesje uit het net op onze hoofden laten vallen, zonder huD verontschuldigingen aan te bieden, od geen dames die haar rokken met vier spelden omhoog spelden, eD ook geen die, snibbig aangelegd, boven op uw hoed gaan zitten en zeggen„mijn heer, dat is ra Ij n plaats I" Al die reistypen zijn van den horizon ver dwenen. Ook de huwelijks-reizigers, wier wederzijdsche teederheden u dwingen bescheidelijk naar buiten te kijken, ze zijn er niet meer. Zwitserland is werkelijk een won derland. De hotelhouders behandelen u niet meer met geringschatting, wanneer ge zonder groote bagage komt. Ze geven u de mooiste kamers, met het allermooiste uitzicht. Aan de table d'höte zit ge als in den huise- lijken familiekring. Het vereenvoudigde menu vermeldt geen zeevisch meer op 2000 meter boven den zeespiegel. Men zit niet meer anderhalf uur lang aan tafel op den mooisten tyd van den dag, als de ondei gaande zon de bergtoppen ver guldt. En 's avonds rondom de vredige dorpskerk bij het lieflijk klokgelui geen wereldsch, druktemakerig gedoe geen opzichtige kleeren. De weinige vreemdelingen zyn oude vrienden van het land, welks zeden ztj eerbiedigen. Alles ademt vrede en harmonie. De afschuwelijke reclameborden zijn verdwenen, en men gaat niet meer in lange rijen staan om de water vallen te bezichtigen. De schmink, waarmee Zwitserland zich in den zomertijd toetakelde, schijnt afge- wasschen te zlju. Wanneer men nu 's morgens heel vroeg, in de koude, als de laatste sterren worden uitge- bluscht en de sneeuwtoppen beginnen te gloeieD, den gletscher betreedt, stuit men niet plotseling meer bij een kromming van het smalle pad op25 Cook-reizigers, die zwijgend en klap pertandend, onder dikke sjaals, den zonsopgang afwachten. Er i3 niemand op het eenzame sneeuwveld, slechts herders op de bergweiden en gemzen op de met mos begroeide rotsen, 's Avonds geen Weener walsen op de terrassen, geen Venetlaanscbe feest verlichting, niet dan de klokjes van de geiten op de berghellingen en het geloei van een stier onder de onmete lijke hemelstent. „Ach waarom" zoo eindigt het artikel met een zucht van weemoed „waarom moet dit alles aan zooveel ellende en jammer herinneren, waar om moest er zooveel droefheid en verschrikking over heel de wereld komen, om voor een poosje Zwitser land weer aan de Zwitschors terug te geven 1" slagen. Ik ben geheel onder zand be dolven en kan nauwelijks mijne oogen openen. Roepen kan ik niet. Met moeite richt ik mijn hoofd wat op daar zie ik dicht boven mij een zwak lichtschijnsel. Brokken van balkeu en ijzeren rails liggen op mijn lijf. Ik probeer mij nog iets op te richten maar opnieuw stroomt er zand over my heen. Eindelijk gelukt het mij, mijn hoofd vrij te maken. Een beeld van verschrikking treft mijn oog. Daar liggen gewonden, met zand en puin bedekt. Daar zitt mij mijn brave oppasser, die van zijn schuilplaats naar ons toe kruipt. On danks de gevaarlijke situatie beproeft bij mij met zijne handen uit de puin massa los te werken. Reeds kan ik een arm vrij maken en daar komen ook al de vaandrig en de andere dap pere kerels onversaagd aanzetten, om zonder op het gevaar te letten, te redden wat te redden valt. Om mij heen hoor ik het gekerm van mljne^ gewonde en bedolven kame raden. Na twintig minuten hebben de flinke mannen mij losgewerkt, alleen mijn been zit nog beklemd. Ik trek uit alle macht en ben reeds bijna uit het gat bevrijd. Daar zie ik de Engelschen in hunne loopgraven op ons aanleggen en schieten. „Pas op", roep ik, „ze schieten". De kogels fluiten om onze hoofden heengeluk kig raakt geen enkele. Merkwaardig genoeg heb ik ook geene uitwendige verwonding opgeloopen. De zenuw schok, de vreeselljke hoofdpijn, maar vooral de pijn in myne vroegere groote wond van het vorige jaar alles werd overstemd door het gevoel „gered". De granaat had onze „bom vrije" schuilplaats met éón enkelen treffer geheel en al tot puin geschoten. Zwitserland weer voor de Zwitsers. In gewone zomers, als er geen oorlog is, is Zwitserland feitelijk het land van heel de wereld. Dan is het vol vau toeristen van alle natiën en alle tongen. Maar verleden zomer, met den oorlog, zijn ze weggevlucht, en dezen zomer zjjn ze niet weerge komen. Dat beteekent millioenen schade, maar dat beteekent, zegt het Jou r- nal deGenève, toch ook tevens een heerlijke rust. Geen herrie, nergens gedrang. Men Een treffer In een „bomvrije' schuilplaats. Een Duitsch officier verhaalt in de „Kölu. Ztg." van een artilleriegevecht met de Eogelschen, die dien dag bij zonder goed schoten. De officier had zijn manschappen de noodige bovelen gegeven en begaf zich toen met vier anderen in de laatste waarnemings schuilplaats, die nog te vinden was. Nauwelijks waren ze onder dak, of de Engelsche granaten kwamen. De eerste was nog betrekkelijk ver af, maar de tweede en de derde kwamen bedenkelijk dichtbij neer, Zij gevoelden zich echter in hun „bomvrije" schuilplaats nogal op hun gemak. Een oogenblik later, verhaalt de officier, zit weer een granaat vlak bij ons en een fontein van vuil en brokken Ijzer springt in de hoogte. De zaak wordt steeds ongezelliger. Nu legt een der andere officieren het tijdschrift, dat hij in de hand heeft, neer en zegt gelaten: „Die zat al heel dichtbij Weer gaat- de telefoon„De batterij vraagt, waar de laatste schoten zaten," „Het eerste zat, het tweemaar het antwoord verstomt want op dat oogenblik grijpt een vreeselljke ont ploffing plaats daarna een doode- lljkë stilte. Een oogenblik van be wusteloosheid bij ons, wij hooren en zien niet meer. 'n Nachtelijk duister is om ons heen. Wij zijn bedolveD. „Hulp, hulp!" klinken dan de wan hopige kreten door elkaar. Een granaat was boven op onze schuilplaats neer gekomen* en had die in elkaar ge De Engelscbe goudzendingen naar de Vereenigde Staten. In de afgeloopen maand zljD voor rekening der Engelsche regeeriug ca, 100 millioen p. st. goud en fondsen Daar New-York verscheept en wel 39,034i000 p. st. geel metaal en de rest effecten. De kostbare zending werd in twee gedeelten overgebracht, waarvan de eersto op 11 en de andere op 29 Aug. te New York arriveerde. De „Chroni- cle" bevat mededeelingen omtrent de wijze van verzending van het tweeö6 gedeelte ad 54.50 nyülioon p, st, goud en fondsen. Dit bedrag is door een Britschen kruiser naar Halifax over gebracht en van daar per spoor naar New-York verzonden. Teneinde onge lukken, als gevolg van eventueele spionnage te voorkomen, werd de trein, die de zending overbracht, voorafgegaan dooi- een andere, zoodat met zekerheid kon worden geconclu deerd dat de weg veilig was. De goudzending bestond uit 700 kisten elk van 120 lb. en ieder 28,000 p. st. goud bevattende, terwijl de effecten in acht groote kisten waren gebor gen. Het vervoer door de stad New- York naar de safes dor firma Morgan, waar do zendiDg werd afgeleverd, geschiedde in 20 motorwagens, zou- der politie begeleiding, maar elk met vijf gewapende geleiders, Relms na een jaar oorlog. In een dezer dagen gehouden zitting 'van den Gemeenteraad van Reims constateerde de maire/ dat de stad een jaar geleden in de macht der Duitschers was. Hij deelde mede, dat zich in de stad 28,000 inwoners be vinden, van wie 10,000 ondersteund moeten worden. In zijn uiteenzetting van den flnan- cieelen toestand zeide de burge meester, dat men rekenen moet op ongeveer zes en een half millioen uit gaven, waarvoor geen ontvangsten of belastingen tot dekking beschikbaar zijn. De staat zal dus spoedig moeten bijspringen. Puntdichten. Uit de „Haagsche Post": Regeeringsvrijers? Regeeringsbrood en kaas en vletiscb, Misschien straks melk en eiers „Och kwamen er," zucht manke Trees, „Toch ook regeerings v r ij e r s." A. J. R., te Roermond. Bij de douane. „Mevrouwgedurfdet straks beweren, 't Valies bevatte niets dan kteêren! En deze flesschen rum 11 Wat zegt ge daar nu van „Zijn," zegt mevrouw heol leuk, „slaapmutsen van mijn man Mevrouw R., Rotterdam. o.a. die betreffende dienstper soneel, te koop, te huur, enz., worden alleen tegen contante betaling aangenomen. FEUILLETON. Naar het Engelsch door PAUL URQUHART. 8.) Weedom was zeer goed op de hoogte met motoren en had het gebrek spoe dig ontdekt. Met eenige moeite gelukte het hem, de carburator weder in orde te brengen, wat de anderen waarschijnlijk door onkunde hadden moeten laten. „Je zult je rijtuig wel willen terug hebben," zei hij tot den koetsier; „stap dan maar in." Ztj reden weg. „Als ik straks bij het passeeren van het rijtuig op de bank ga staan om over te springen, moet je me vasthouden," zei Weedom. „En ik dan? De wagen zal door rijden en ik weet niet, waar terecht te komen." „Als je je voet hier tegen duwt, zal hij blyven staan en kun je mij helpen." Weedom liet den wagen zoo snel loopen, fiat de boomen langs den weg een schutting schenen te vormen. „We zullen hen inhalen voor Folke- stono naar ik hoop," zei Weedom. De ander antwoordde niethij wist niet wat hij van het geval moest denken. „Zouden we hen inhalen Hoe ver is het nog?" vroeg Weedom. „Binnen een paar minuten zullen we hen hebben," gromde do koetsier. Denk om den bocht op den top van den heuvel. Wij zullen er dadelijk zijn. Min dert u daar in 's hemels naam vaart." Weedom kende dozen bocht on stelde de man gerust. Langzaam reed hy den bocht om en plotseling zagen zij een donkere massa aan den kant van den weg. Hij liet den wagen stoppen en in het lantaarnlicht zagen zij een rijtuig, dat bij den heg stond. Het paard ervoor liet vermoeid den kop hangen. Nu het geraas van den motor was opgehouden, hoorden ze hoefgetrappel, dat zich verwijderde. Voor zich zagen ze de lantaarns van een wegrijdend rijtuig. „Zij hebben dat andere rijtuig ge nomen," riep Weedom, zich tot den koetsier wendende. „VlugWe moeten hen volgen. Doch de koetsier die bij zijn paard stond, gaf te kennen, dat hij het niet meer in 'den steek wou laten, nu hij het pas had teruggevonden. „We zullen terugkomenVlug, ik heb hulp noodig en zal je vijftig gulden betalen." „Mijn paard is meer waard, en ik laat het niet meer staan." Hij haalde hst dier op zy. Toen trok er iets Weedom's aandacht. „Wat een streok 1" riep hijzij hoorden ons komen en dachten, dat wij het andere rijtuig zouden volgen, zondor dit ge zien te hebben." Er was oen gat in don heg en aan een tak hing een stuk van een sluier, die Weedom herkende. Hij nam een lantaarn en hield die onder zijn jas. Zoo stapte hij voorzichtig door de opening en luisterde. Hij meende iets te hooren en haalde plotseliDg de lan taarn te voorschijn. Het heele licht schijnsel viel op het gelaat van een man, die vlak bü hem stond. Weedom stapte voorwaarts en gaf den man een geweldigen slag onder de kin, toen hij instinctmatig het hoofd achterover boog om het potseling licht. De man viel neer als een bokser, die een knock-out gekregen heeft. Weedom liet zijn lantaarn over het veld schijnen en zag een man, met een vrouw in de armen zich ver wijderen. Weedom, die niet wist, of er meer mannen aanwezig waren, verzon, een list. ,Komt hier, jullie en arresteert dien man," riep hij. Het plan gelukte. Toen de koetsier door den heg stapte, dacht de man, dat er meer hulp kwam en liet zijn last achter, terwijl hy zich uit de voeten maakte. Weedom knielde neer bij de dame, die bewusteloos was. Hij droeg haar naar den heg terug. „Kan jij de auto rijden, terwijl ik deze dame behandel? vroeg hij. „Neen, dat kan ik niet," zoi de koetsier op een toon, alsof hem ge vraagd werd, zfjn grootmoeder te ver- moordon. „D3n zullen we het rijtuig nemen, maar waar moet de auto dan blijven." Dit probleem werd echter juist op gelost, want plotseliDg hoorden ze de motor aanslaan. De man, die de vlucht genomen had, was blijkbaar teruggekomen en had bij het licht van den lantaarn gezien, dat Weedom en de koetsier zich over de dame heenbogen. Met den man, die juist van den slag be komen was, bad hij het er op gewaagd achter het rijtuig om naar de auto te loopen. Die snorde nu weg in de richting van Folkestone. De koetsier hielp mede de dame in het rijtuig te tillen, waarop ze naar Dover reden. „Ik ga niet verder" zei hij. Ze zullen ons afwachten en ons in el kaar rfiden. Weedom stemde toe, met te ver moeden, dat eeD nieuwe aanval zou worden gedaan. Plotseling stuurde de koetsier het rijtuig naar den kant. „Zij zijn weer achter ons,Pasop." riep hij. HOOFDSTUK XL De koetsier, die nu in elke auto een vyand zag, dacht er niet aan, dat deze auto in de andere richting reed. Er werd een signaal gegeven en toen de bestuurder het rijtuig bij den weg zag staan, stopte hij. „Iets gebeurd vroeg hij, „kan ik ook helpen?" „Ik ken die stem," riep Weedom, „Het is Deene van Folkestone „Precies. Zoo Weedom, hoe kom jy hier kerel? Is dat een patiënt?" „Neen, dat nu juist niet," antwoord de Weedom. „Het is een vreemde geschiedenis. Ik zou haar naar je kamers willen brengen als je dat goed vindt." Hij hielp mede, de dame in de auto te brengen en Weedom wendde zich tot den koetsier. „Je hebt een emotievolle nacht," zei hij. „Waarschijnlijk heb je wel eens van mijn mijn vriend gehoord en dus kun je nagaaD, dat ik ook bonafide ben. Ik zou je liever niet bier laten en blootstellen aan vijan delijkheden van die schurken.' „Ik vind, dat ik er al genoeg ple zier van heb gehad," mopperde de man. „Wat verderop is een stalling. Daar .zal ik paard en rijtuig brengen en "wachten tot het dag is." Het plan was goed. Doch Weedom vreesde, dat zijn tegenstanders den man zouden vinden en hem onder vragen. „Ga met ons naar Folkestone," zei hij. „Je zult er een bed vinden en kunt dan morgenochtend het rijtuig gaan halen." Paard en rijtuig werden zonder veel moeite onder dak gebracht en de auto ging terug naar Folkestone. Heb je een pet voor hem in plaats van dien hoed?" vroeg Weedom zijnen vriend. Die begreep van dit alles bitter weinig, doch gaf den koetsier een pet, die h{j onder den bank had liggen. De koetsier zette de pet op en toen hij zijn kraag omhoog deed, leek hij in 't geheel niet meer op den man, die het rijtuig bestuurd had. Na een poosje passeerden zij een auto, die laDgzaam doorreed, alsof de bestuurder den weg niet zeker wist. Blijkbaar was dit de auto van de twee bandieten, die nu het rijtuig, dat gedurende het begin van den tocht voor hun gereden had, verdwenen was hun weg niet wisten. In de auto van Dr. Deene was Folkestone spoedig bereikt. Het eerst werd de koetsier naar bed getransporteerd. „Hoe is het nu met de dame," vroeg dokter Deene, toen hy in z'n spreekkamer terug kwam, waar Weedom zich met haar bevond. „Chloroform," antwoordde Weedom kort, maar ik kan-haar niet uit de verdooving opwekken." „Weet je het zeker „Ja, een poosje geleden was zij ge heel bij kennis. Het moet een groote dosis geweest zyn." „Ik geloof niet dat het chloroform is," zei de andere dokter. „Wie diende het toe?" „Ik weet het niet. Dat wil zeggen, ik ken den man niet, hoewel ik weet, dat het een van de beide schurken geweest moet zijn." „Dat is nog volstrekt niet zeker. Kun je me ook zeggen: Was het een Hindoe Weedom herinnerde zich de moord op Poole's kamer. Dat was ook een Oostersch vergif geweest. Zou dit misschien een langzamer werkende vloeistof zijn? „Wat bedoel je? In vredesnaam zeg me wat je denktriep hij angstig. Hij had de woorden op zoodanigen toon gezegd, dat Deene hem onder zoekend aankeek. Hij begreep „Niet gevaarlijk" antwoordde hij terstond, „doch meer kan ik je niet zeggen. Je weet dat ik reisde en studies maakte in het Oosten. Ik ken dit verdoovingsmiddel, maar weet er geen tegengif voor. We zullen dus moeten wachten, tot het vanzelf uitgewerkt is. Ik zal mijn hospita roepen om de dame naar bed te brengen en ik raad je aan, ook te gaan, want je bent oververmoeid." Weedom volgde Deene's raad op en lag spoedig in een diepen slaap. 's Morgens, nadat hij ontwaakt was, kwam Deene op zijn kamer. „De patiënte is reeds tot bewustzijn gekomen," zei hij vroofijk. „Ik wildo je echter niet roepen. Ze vertelde mij van de worsteliDg en is bang, datje gewond bent. Ga dus gauw naar haar toe." Weedom kleedde zich haastig aan. „U is er zeker van, dat u niet ge wond is vroeg zy angstig, toen hij in de zitkamer bij haar kwam. „Neen, ik werd door een verdoovend middel buiten kennis gebracht, nadat zij het rijtuig hadden aangereden. U weet wat er gebeurde?" „Ja, ja, zij namen mij mee en later hebt ge me weer bevrijd." „Wij zijn nu in Folkestone, hoor ik. Ik zal de raiddagboot nemen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4