HELDERSCHECOURANT
GEMEENTERAAD VAN HELDER,
No. 4523
DINSDAG 28 SEPTEMBER 1915
43e JAARGANG
Aan onze a b o n n s
buiten de gemeente wordt
beleefd verzocht 't verschuldigde abon
nementsgeld Heldersche Courant,
Zondagsbladen Modeblad 3ekwar-
taal 1915 te willen overmaken per
postwissel of aan postzegels vóór 1
Oct. a.s., zullende anders daarover
met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2Va cent
beplakt te worden.
DE OORLOG.
De offlcleele legerberlchten van
24, 25 en 25 September.
Van het "W e s t e 1 |j k front.
Wat de berichten der laatste dagen
deden verwachten, is nü tot werkelijk
heid geworden. Do eeuwigdurende
artillerie gevechten, waren langza-
merheid in hevigheid toegenomen.
Vooral van Pransche zijde werd
geen munitie gespaard. Een bericht
uit Londen d.d. 25 Sept. meldde reeds
dat sommige punten achter het
Duitsche front zoo heftig beschoten
werden dat de aanvoer van uit de
achtergelegen linies totaal onmogelijk
was geworden.
Het Fransche bericht van den 24
sten meldt dan ook dat verschillende
dekkingen voor machinegeweren on
der vuur genomen en vernield werden.
Ook van hot Engelsche front kwa
men teekenen van verhoogde be
drijvigheid. Datum 25 dezer komen
uit Zeeuwsch-Vlaanderen berichten
over een hevig bombardement van
Zeebrugge. 5 Engelsche oorlogssche
pen namen er aan deel. Bovendien
waren er nog een 25 andere schepen
aanwezig. Verschillende raaien wer
den in Zeebrugge ontploffingen waar
genomen.
Het Pransche communiqué van den
25st.en meldt, dat de beschieting der
Duilsche stellingen met kracht werd
voortgezet. Op sommige punten werd
dit door de Duitsche kanonnen be
antwoord, doch de Pranschen behiel
den de overhand.
Ten N. van De Aisne vooral werd
het vuur tot een bijzondere hevigheid
opgevoerd. Overigens kleine gevech
ten.
In het Duitsche bericht van den
25st.en wordt men reeds voorbereid
op het nieuwe offensief der verbon
denen. Over het geheele front, zoo
heet het in het Duitsche bericht, is
het artillerievuur in hevigheid toe
genomen. Na een voorbereiding die
op sommige punten 50 uur duurde
begon de verwachte aanval. (De
Duitschers waren dus niet onvoor
bereid). Het eerst begon de actie op
het Engelsche front. Tusschen den
spoorweg van Yperen naar Rousse-
laere en naar Commines deden de
Engelschen een aanval welke slechts
na een gevecht van man tegen man
voor de Duitsche stellingen, kon wor
den afgoslagen. Verder vallen de En
gelschen aan ten N.O. en Z.O. van
Ai mentières en ten N. van het kanaal
van la Bassée.
Bovendien wordt medegedeeld dat
reeds den 23sten de Pranschen de
Duitsche loopgraven bij Souchez
waren binnengedrongen, doch er
weder uit verdreven werden. Den
24aten hadden zij nog twee aanvallen
ondernomen, doch werden zij even
eens teruggeslagen. Op verschillende
andere punten werden de aanvallen
eveneens afgeslagen, en leden de
Pranschen groote verliezen. Op som
mige punten waren zij tot vlak voor
de draadversperringen genaderd.
Intusschen zijn deze aanvallen
slechts het voorspel van grootere ge
vechten te zijn geweest. Immers in
een Pransch communiqué van den
26sten worden gevechten vermeld
met een succesvollen uitslag voor
de Pranschen.
In de streek van Souchez, ten N.
van Arras, werd het kasteel van
Carleul, en het kerkhof van Souchez
genomen en behouden. De laatste
loopgraven ten O. van het Doolhof
(een netwerk van loopgraven van
groote uitgebreidheid) werden even
eens genomen. Bovendien werd Sou
chez ontruimd, door de Duitschers.
Niet alleen bij Souchez echter had
den de Franschen succes. In Cham
pagne was het van nog meer be-
teekenis. Hier drongen de
Pranschen in de Duitsche
stellingen, en wel over een
frontbreedte van 25 K.M.
en een diepte van 1 tot 4
K. M. In den loop van den nacht
wisten zij deze te behouden.
De Franschen namen veel Duit
schers gevangen. Een voorloopige
telling gaf reeds aan dat het getal
meer dan 10.000 bedroeg.
Van het meer O. en Z. deel van
het front komt de mededeeling van
verrassende actie van de Fransche
artillerie tegen de Duitsche werken
bij Ban de Sapt.
Nader wordt nog medegedeeld, dat
de beschieting van de Duitsche stel
lingen in Champagne voortduurt.
Tusschen de Suippe en de
Aisne werden de versterkingen der
Duitschers over het gohéele
front genomen.
De vooruitgang houdt
aan.
Niet alleen de Franschen echter
hebben voordeelen behaald. Ook de
Engelschen hebben met hunne aan
vallen succes gehad. Een bericht van
Maarschalk Prench deelt mede, dat
in den morgen van den 25sten de
Duitsche stellingen ten Z. van het
kanaal van la Bassée, ten O. van
Grenay en Vermelles werden aange
vallen. Over een front van 5
mijl werden de Duitsche
loopgraven veroverd. Op
sommige plaatsen dron
gen de Engelschen meer
dan 4000 ellen in de Duit
sche linies door. De weste
lljke grens van het dorp Loos werd
vermeesterd, benevens de daar aan
wezige mijnwerken.
De heuvel Nr. 70 werd eveneens
vermeesterd.. (Loos ligt 4 K.M. N.W.
van Lens).
De gevechten ten N. van het ka
naal van la Bassée trokken krachtige,
reserves van den vijand tot zich. Bij
het vallen van den avond bezetten
de Engelschen wederom hun stellin-,
gen ten N. van het kanaal.
Aan weerszijden van den weg van
Hooge naar Meenen werden de Duit
schers eveneens aangevallen. De aan
val ten N. van den weg had aanvan
kelijk succes. Een boerderij werd ver
overd, doch later door de Duitschers
hernomen. Ten Z. van den weg wer
den Duitsche loopgraven veroverd en
behouden.
2600 man werden gevangen ge
nomen, en 9 kanonnen en talrijke
mitrailleurs veroverd.
Het door de Duitschers gemelde
bericht over een aanval op Donderdag
ondernomen, ten Z. van het kanaal
van la Bassée is onjuist.
Behalve deze mededeelingeu-over
de gevechten te land wordt van Fran
sche zijde ook medegedeeld dat Zee
brugge en de Duitsche stellingen bij
Middelkerke ei Westende beschoten
werden. Over den uitslag wordt niets
Beschouwen wij nu het Duitsche
legerbericht van den 26sten dan blijkt
daaruit dat zij de door de bondgenooten
behaalde voordeelen erkennen. Dat
dit niet van harte gaat is te begrijpen.
En in de waardeering van het succes
der bondgenooten komt dit dan ook
duidelijk naar voren. Het bericht be
gint met deze mededeeling
„De gevechten, die thans als gevolg
van een door de Pranschen en Engel
schen maandenlang voorbereid offen
sief geleverd worden, duren voort,
zonder dat de aanvallers noemens
waardig tot hun doel komen".
Na de mededeeling vandebeschie
ting van Zeebrugge door de Engelsche
schepen, waarbij d0Ze volgens het
Duitsche bericht een schip^verspeel
den, volgt de mededeelng dat de aan
vallen der Engelschen bij Yperen op
niets uitliepen. Wel leden de Engel
sche zware verliezen. (Dit is dus een
tegenspraak van het Engelsche bericht
dat de verovering dor loopgraven
meldt.) Zes machinegeweren van de
Engelschen werden veroverd.
Over de gevechten bij Loos zegt de
mededeeling echter:
Ten Zuid-Westen van Rijssel ge
lukte het den vijand één onzer divisies
bij Loos uit de voorste naar de tweede
linie terug te dringen. Hierbij hebben
wij natuurlijk aanmerkelijke verliezen
geleden ook van allerlei materiaal, dat
zich tusschen de stellingen bevond.
Als troost wordt er bij gemeld, dat
de tegenaanval, die nog voortduurt,
succes heeft.
Souchez werd natuurlijk vrijwil
lig ontruimd.
Talrijke aanvallen werden verder
afgeslagen. De Duitschers namen 1200
man gevangen, en veroverden 10
machinegeweren.
Ov6r de aanvallen in Champagne
zegt het Duitsche bericht:
Ook tusschen Reims en de Argonne
moest een Duitsche divisie ten Noorden
van Perthes haar voorste stellingen
ontruimen en de tweede innemen, die
tot op drie K.M. daaraohter gelegen
zijn.
Overigens mislukten ook hier alle
pogingen der vijanden om door te
breken.
Bijzonder hardnekkig was het ge
vecht ten N. van Mourmelon le Grand,
en bij de westelijke Argonne. Hier
leden de Pranschen groote verliezen.
3750 man, w.o. 30 officieren werden
gevangen genomen.
Van beide zijden komen beriehten
over de actie der aviateurs. Verschil
lende machines werden neergescho
ten.
Van het O o s t e 1 ij k front.
De Russen zijn ovenals hunne bond
genooten op het Westelijk front, op
sommige punten van het Oostelijk
front op weg om voordeelen te be
halen. Met dit verschil echter, dat de
Duitschers op andere gedeelten hunne
offensieve bewegingen met dezelfde
kracht voortzetten.
Het Russische bericht van den
24sten deelt mede, dat Duitsche vlieg
tuigen een bezoek brachten aan den
Golf van Riga. Voorbereiding van een
nieuwe actie ter zee?
In de streek van Neugut, ten W.
van Priedrichstadt bleef het dorp At-
kalien in handen der Russen. Even
min slaagden de Duitschers erin het
dorp Strigge te hernemen.
De gevechten om Dunaburg duren
voort. De Duitschers ontwikkelen een
orkaan van artillerievuur.
De Russen verdreven de Duitschers
met de bajonet uit Wileika. 8 kanon
nen, w.o. 4 houwitsers bleven in
Russische handen. 9 munitiewagens
en veel machinegeweren moesten de
Duitschers eveneens achterlaten. Ver
der Zuidelijk tot aan -het Oginski-
kanaal worden hevige gevechten ge-
levejd. Bij het kanaal werden de
Duitschers teruggeworpen.
Aan don benedenloop van den Sto
chod (zijrivier van de Pripet) werden
de Duitschers uit een tweetal dorpen
verdreven. De meer Oostelijk gelegen
stellingen moesten zij eveneens ont
ruimen.
In de gevechten bij Luzk werden
128 officieren en 6000 soldaten ge
vangen genomen. Tegen den ochtend
van den 23sten was Luzk door de
Russen bezet. Z.W. van de stad wer
den eenige dorpen bezet. Bij de ge
vechten aan de Styr verloren de
Oostenrijkers ongeveer 1000 man aan
gevangenen. Tegenaanvallen werden
afgeslagen.
Een bericht uit Peteraburg maakt
nog melding van de hevigheid der
gevechten b|j den terugtocht van
Wilna. Een regiment infanterie dat
kans liep gevangen genomen te wor
den sloeg zich dwars door de Duit
schers heen. Op een andere plaats
werden de Duitschers in een hinder
laag gelokt. Op een gegeven oogen-,
blik waren z|j zeer dicht bij een Rus
sische stelling gekomen, waarvan
men meende dat zij verlaten was.
Plotseling werd van alle kanten het.
vuur geopend. Naar voren gebrachtte
batterijen droegen het hunne er toe
bij om de Duitschers terug te werpen.
Na het gevecht lagen meer dan 8000
dooden voor de Russische stelling.
In het bericht van den 26sten mel
den de Russen dat in de streek van
Riga het artillerievuur in kracht toe
neemt en dat de Duitschers verschil
lende aanvallen deden, welke afge
slagen werden.
De gevechten om Dwinsk namen
in hevigheid toe. Bij Nowo-Alexan-
drovsk namen de Duitschers de Rus
sische loopgraven. Zij werden door
een tegenaanval er weder uit gewor
pen. Tot driemaal toe deden de Duit
schers een poging om ze te hernemen.
Onder ontzaggelijke verliezen werden
zij steeds teruggeslagen.
Op het front aan den Pripet geen
verandering.
In den strijd b(j Logischin verloren
de Duitschers 7 officieren en 500 man
aan gevangenen en namen de Russen
een kanon en 7 mitrailleurs. Aan de
Ikwa werd onder geweldig vijandelijk
artillerievuur een aanval gedaan. 30
officieren en 1600 man van den vijand
werden gevangen genomen. De Rus
sen trokken daarop naar hunne stel
lingen terug.
Aan de grens van Galiciö verloren
de Oostenrijkers 3000 man aan ge
vangenen, Z.W. van Tremblowa 500
man en 17 officieren. Verder verloren
zij nog 6 mitrailleurs.
Het Duitscl|p bericht van den 25-
sten zegt dat de aanvallen der Rus
bij Lennewaden, Wileika en Rabun
afgeslagen worden.
Op de linie Smorgon- Wisjnew(W.
van de Beresina) bieden de Russen
opnieuw tegenstand. Ten N. van
NowoGrudok werden de Russen
teruggeworpen. Meer Zuidelijk onder-
len z|j aanvallen welke echter
afgeslagen werden. O. en Z.O. van
Baranowitschi schiet de aanval der
Duitschers goed op. Ten Z. van Lipsk
werd de Szczara bereikt. Op het Z.
O. front is de toestand onveranderd.
In de mededeeling van den26sten
wordt weer gesproken over gevech
ten ten O. van Wileika. Verder zouden
de Russische stellingen bij Wisjnew
doorbroken zijn. Ten N. van Nowo
Grudok werden de Russen over de
de Beresina geworpen. 900 man wer
den gevangen genomen. Overigens is
de toestand onveranderd.
Het Oostenrijksche communiqué
van den 25sten meldt dat alle aan
vallen der Russen in Wolhynie af
geslagen werden. Aan de Ikwa linie
werden 20 officieren en 4000 man ge
vangen genomen. In dat van de 26-
sten worden Lot 10 maal toe her
baalde aanvallen der Russen bij N.-
Alexsinec, gemeld. De werden afge
slagen.
Van het Z u i d e 1 |j k front.
Het Italiaansche legerbericht van
den 24en meldt, dat de Oostenrijksche
stellingen op den Monte Coston, aan
den grens van Tirol, stormenderhand
genomen werden. 123 man werden
gevangen genomen. Groote hoeveel
heden oorlogstuig en munitie vielen
in handen der Italianen.
In de mededeeling van den 26en
wordt ge&ield, dat de Sulden top, een
door de Oostenrijkers krachtig ver
sterkt punt, genomen werd. In de
zone van Tonale werden de Oosten
rijkers teruggeworpen. Bij Ci-vidale,
waar de Oostenrijkers versterkingen
hadden aangevoerd, werden zij terug
gedreven. Alle aanvallen van den
vijand op het front van Carnia
weiden afgeslagen. Het station van
Tarvis werd door de Italiaansche
artillerie in brand geschoten.
Het Oostenrijksche communiqué
van den 25en meldt het afslaan van
aanvallen in het dal van de Cedeh,
in het dal der boven-Daone en op
den Col Dei Busi.
In dat van den 26en wordt alleen
medegedeeld, dat het hospitaal te
Görz door de Italianen beschoten en
vijfmaal getroffen werd.
Van de andere gevechtsterreinen
komen slechts berichten van onder
geschikt belang. Alleen uit Mesopo-
tamiö komt een Turksch bericht,
hetwelk meldt, ,dat de Engelschen,
die een aanval op de Turksche stel
lingen deden, teruggeslagen werden.
De Turken behaalden een groote buit.
Oe algemeene toestand.
Maandenlang is allo aandacht ge
concentreerd geweest op het oostelijk
front, waar het geweldig offensief der
Duitsch Oosteniljksche legers, de Rus
sische legers steeds verder naar het
Oosten deed terugwijken. Al die lange
maanden, waarin de militaire kracht
van Rusland onder de krachtige slagen
der Duitsche legeraanvoerders scheen
te zullen worden verbrijzeld
scheen, want de gebeurtenissen der
laatste dagen toonen ook hier, dat de
Russen nog lang niet aan het einde
hunner krachten z|jn gekomen en nog
in staat zijn den vijand duchtig weer
stand te biedeD - al die lange
maanden leek het of aan het westelijk
front voorgoed een stilstand was
ingetreden. Als er nu, terwijl de
Duitschers in het Oosten zoo de han
den vol hebben, niet door de geallieer
den van de gelegenheid wordt gebruik
gemaakt om het westelijk front -te
doorbreken, zal er dan ooit van zulk
een doorbreking wel sprake kunnen
zijn, w\jl straks immers de Duitschers,
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Hearan Regenjassen, in gummi en
waterproof.
Van af f 17.00.
Nieuwste kleuren en modellen.
in het Oosten, de handen vrijer
krijgend, nieuwe troepen aan het west
front in het vuur kunnen brengen,
nieuwe reserves hier zullen kunnen
opstellen? Aldus vroegen de onge-
duldigen.
Intusschen echter is die lange stil
stand van alle operatien op groote
schaal aan het westelijk front, slechts
een schijnbare stilstand gebleken. De
aanvoerders der geallieerden hier be
reidden zich voor op een nieuw om
vangrijk offensief, toen de mislukking
van het groote voorjaarsoffensief had
getoond wat -er aan hun legers ont
brak voor een actie, die kans op
welslagen zou bieden.
De operatiön in het voorjaar tus
schen Yperen en Atrecht en in de
Argonnen, die wel tot plaatselijke
successen leidden, maar tevens toon
den, dat de strijdmachten der geal
lieerden nog het vermogen misten
om deze behaalde succesen tot een
beslissend succes door te zetten,
gaven Joffre en French de overtuiging,
dat een nog omvangrijker artilleris-
tische uitrusting noodig was, wilde
men met kans vau welslagen een
niéuwe poging ondernemen om den
zoo voortreffelijk toegerusten vijand
uit zijn stellingen terug te dringen.
En met koortsachtigen ijver is men
aan het werk gegaan - in Frank
rijk en in Engeland beide, om de
ontdekte leemten aan te vullen. Thans
schijnt de overtuiging te zijn ver
kregen, dat men nu ook in materieel
opzicht zich met den vijand zal kun
nen meten en een nieuwe grootsche
worsteling is begonnen. Alles immers
wijst er op, dat generaal Joffre thans
het oogenblik gekomen acht om
van Pransche zijde zoo herhaaldelijk
reeds voorspeld en in Frankrijk in
rotsvast vertrouwen op den genera
lissimus ook zoo geduldig afgewacht
om opnieuw een poging te wagen
om aan den uitputtenden positie
oorlog een einde te maken en Frank
rijk en Belgie van den vijand te
zuiveren.
In het Duitsche legerbericht van
Zaterdag werd reeds meegedeeld, dat
over het geheelo front van de zee
tot de Vogezen de aanval der ge
allieerden met kracht was ingezet
een algemeene aanval, die echter
het krachtigst was daar, waar blijk
baar de terreintoestanden voor den
overgang van den artillerie-aanval
tot infantorie-actie het meest gunstig
was. Aan het Brioche front werd
die aanval doorgezet in de streek,
die ook al in het voorjaar voor een
doorbraakpoging in uitzicht was ge
nomen. En we lezen weder al die
bekende namen La Bassée, Souchez,
Neuville, St. Vaast e. d., die tijdens
het voorjaara-offensief zoo bloedige
vermaardheid kregen. Aan het Fran
sche front is de hoofdaanval ditmaal
iets meer oostelijk ingezet, in Cham
pagne tusschen Suippes en Aisne,
naar 't oosten zich voortzettend tot
het front in de Argonnen. Voorloopig
is hier door de Franschen een zeer
belangrijk succes verkregen. Over een
frontlengte van 25 K.M. zijn de Pran
sche troepen de eerste verdedigings
linie der Duitschers binnengedrongen
en alle tegenaanvallen ten spijt,
hebben zij zich in deze veroverde
stellingen weten te handhaven. Dui
zenden en duizenden ongewonde ge
vangenen z|jn hierbij gemaakt. Thans
staan de Franschen, blijkens hun
laatste legerbericht, voor de tweede
Duitsche linie- Over het geheele front
duurt hier de strijd voort.
Het zou natuurlijk voorbarig zijn,
nu reeds conclusiön te willen trekken
en zeer terecht waarschuwt dan ook
de militaire medewerker van het
„Journal des Débats" er tegen om op
de spaarzame inlichtingen, waarover
men op het oogenblik beschikt, reeds
beschouwingen op te bouwen over
hetgeen nu de naaste toekomst kan
brengen. Maandenlang zijn de Duit
schers in staat geweest hun netwerk
van loopgraven en versterkingen te
voltooien en te volmaken, het zal
reusachtige inspanning en zware offers
kosten, de vijandelijke linie te door
breken, nu achter de veroverde ver
dedigingswerken weor nieuwe op
rijzen, welker vermeestering niet min
der moeite zal vergen dan die van
de eerste linie.
En gelijk dat in Champagne het
geval is, is het ook aan het Britsche
front meer in het noorden.
Echter al mag men deze eerste
groote successen der geallieerden
de eerste groote na de zegepraal aan
de Marne, al meer dan een jaar ge
leden niet overschatten, het zou
zeker even verkeerd zijn de aanvan
kelijke zegepraal door de geallieerden
behaald in het thans begonnen najaars
offensief te onderschatten. Zij moet
aan de geallieerde legers nieuwen
moed en zelfvertrouwen geven.
Zij zal een prikkel z|jn tot uiterste
krachtsinspanning voor de bevrijding
van het bezette gebied. Z|j zal de
hoop en het vertrouwen dar verbon
den volken door de tegenslagen in
Rusland zoo zeer beproefd, met nieuwe
kracht doen herleven. En dat te meer,
nu ook in het oosten aan den zege
vierenden opmarsch der Duitsch-
Oostenrijksche legers paal en perk
is gesteld Mackensen reeds een deel
vau z|jn troepen heeft moeten terug
trekken en het Oostenrijksche offen
sief in Wolhynie in een terugtocht
is gewijzigd.
En het succes aan het Westelijk
front komt ook ten zeerste van pas
in politiek opzicht. Op den Balkan
woelt het en gist het men is daar
nog in tweestrijd over de aan te
nemen houding. Het succes der ge
allieerden zal die aarzeling nog ver
sterken - men mag verwachten, dat
hier de tot dusver gevolgde politiek
van het de kat uit den boom kijken
zal voortduren. En dat te meer om
dat de eischen die nu aan de Duitsche
legers in West en Oost worden ge
stel, het wel onmogelijk zullen maken,
de voorgenomen plannen tegen Servie
uit te voeren. Dit moge voor Servie
heel gelukkig zijn, van ernstiger be-
teekenis is het voor Turkije, dat in
het belang van zijn bedreigden muni
tie voorraad een directe verbinding
met de centrale mogendheden zoo
zeer behoefde.
Zoo kunnen wellicht de successen
in Vlaanderen en Champagne nog
van invloed blijken te zijn ook op
die andere zoo belangrijke operatie
aan de Dardanellen.
En ook al zou dus de hervatting
van het Fransch-Brilsche offensief
voorloopig in het westen nog geen
beslissing brengen, mag, b|j den
samenhang der actiën op de ver
schillende oorlogstooneelen, de betee-
keni9 er van niet worden onderschat.
(„H.bld.")
Van het Westelijke gevechts
terrein.
Parijs, 26 Sept. (Communiqué). Onze
aanval ten noorden van Atrecht had
nieuwe vorderingen tengevolge. Wij
bezetten het geheele dorp Souchez
en avanceerden naar het oosten toe
in de richting van Givenchy.
Verder naar het zuiden bereikten
w|j Le Pola en drongen verder door
naar het noorden.
W|j namen 1000 man gevangen.
Wij gingen voort met het winnen
vau terrein in Champagne door het
stérke netwerk van loopgraven en
forten to doorschrijden, dat door de
Duitschers in den loop van een aan
tal maanden was voltooid.
W|j zijn naar het noorden opge
trokken en hebbon de Duitschers ge
noodzaakt drie a vier K.M. achteruit
te trekken naar de tweede linie. Het
gevecht duurt voort op het geheele
front.
De vijand heeft zware verliezen
deden door ons vuur en in het
handgemeen en heeft veel materiaal
in de ontruimde versterkingen achter
gelaten. Dit is nog niet geteld, maar
dat 24 veldstukken veroverd zijn, is
thans reeds bekend.
Er z|jn 16,000 niet gewonde krijgs
gevangenen en hun aantal stijgt nog
steeds. In het geheel hebben de geal
lieerden in twee dagen 20,000 niet-
gewonde gevangenen gemaakt.
Rapport van French.
Londen, 26 Sept. Veldmaarschalk
Prench zegt in een' telegram van
ZondagavondHeden heeft een hevig
gevecht plaats gehad op het terrein,
dat gisteren gewonnen werd. De
vijand deed krachtige tegenaanvallen
ten oosten en ten noordoosten van
Loos. Het resultaat van dit gevecht
was, dat wij behalve vlak ten noor
den van Loos, al het terrein behiel
den, dat w|j gisteren veroverd hebben,
met inbegrip van Loos zelf.
W|j [heroverden de steengroeven,
die gisteren achtereenvolgens ver
overd en weder verloren waren. W|j
hebben in dit gevecht de reserve van
den vijand aangelokt en daardoor de
Pranschen aan onzen rechtervleugel
in staat gesteld verdere vorderingen
te maken.
Het aantal gevangenen, dat na het
gevecht van gisteren werd bijeenge
bracht, bedraagt 2600 man. Ook zijn
kanonnen en een groot aantal ma
chinegeweren veroverd.
Beschieting van Zeebrugge.
Omtrent de beschieting van Zee
brugge Haven op 25 dezer, meldt men
nog het volgende aan de N. Rott. Ct.
De beschieting gold hoofdzakelijk de
aluiswerken in het omliggende haven
terrein, alsmede een groote fabriek en
terrein van de heeren Solvé. Tot
zelfs b|j Lisseweghe schijnen er pro
jectielen te zijn ontploftop drie plaat
sen werden rookpluimen gezien, die
deden vermoeden dat er daar brand
was ontstaan. Aan de beschieting
werd deelgenomen door drie slag
schepen, die omzwermd waren door
een twintig torpedojagers en troilers.
Ongeveer honderd zwar. schoten zijn
er geteld en eeD groot aantal, dat van
geschut van kleiner kaliber scheen te
zijn.
Van de enkele schoten, die door de
Duitschers afgevuurd werden, schijnt
er geen enkele tot de oorlogsschepen
te zijn gekomen, daar men al de
schoten ver vóór de schepen in het
water zag vallen. Dat kon men zien
aan het opstuiven van het water. De
enkele schoten, die nog verder op de
kust werden afgeschoten door de op
stoomende vloot, zouden gevallen z|jn
nabij Blankenberghe. Op de duinen
te Cadzand werd het bombardement
door vele menschen gadegeslagen en
men kon daar ook de granaten zien
ontploffen.
Er schijnt ook een Duitsche vlieg
machine te hebben gevlogen, doch
deze bleef steeds rechts van het ter
rein, dat gebombardeerd werd.
op Maandag 27 September.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig zonder kennisgeving do
heer L. F. Over de Linden.
Aan de orde:
Ingskomen Stukken.
Voorstel van B. en W. iuzake wij
ziging van de verdeeling der werk
zaamheden van het College. B. en W.
stellen voor de regeling der werk
zaamheden aldus te wijzigen
Burgemeester. Financiën, Gemeen
tebedrijven, Politie, Brand wezen,
Jaarmarkt, het voorzitterschap vau
de Commissie van Bijstand voor Gas
fabriek en Waterleiding en alle zaken,
welke niet uitdrukkelijk aan een der
Wethouders z|jn opgedragen.
Wethouder Van Neck. Pensioenen,
Sociale aangelegenheden, Rechtspo
sitie ambtenaren en werklieden, Bur
gerlijke Stand, Militaire zaken en het
voorzitterschap van de Commissie
van Bijstand voor de pensioenen.
Wethouder De Ven, Onderwijs,
Ziekenhuis en Keuringsdienst. Aan
hem bl|jft voorloopig nog opgedragen
het waarnemend Directeurschap van'
de Waterleiding.
Wethouder Da Geus. Openbare
werken (gebouwen, bruggen, enz.)'
Armwezen, Vischafslag, Reinigings
dienst, Belastingen en het voorzitter
schap van de Commissie van Bijstand
voor den Reinigingsdienst.
De zittingsdagen der verschillende
Wethouders zijn
Wethouder Van Neck, Donderdags
van 2-3 uur.
Wethouder De Ven, Donderdags
van 3-4 uur.
Wethouder De Geus, Donderdags
van 1-2 uur.
De Burgemeester is alle werkdagen
van 10 tot 12 uur ten Raadhuize te
spreken.
Missive van Ged. Staten inzake
het besluit tot instelling van een na-
jaars-paardenmarkt te Julianadorp.
Aangezien het onderzoek in deze
zaak nog niet is afgeloopen, wordt
door Ged. Staten besloten de beslis
sing te verdagen.
Procesverbaal van de kasopueming
b|j den gemeenteontvanger. In kas
was f 61.240.80J.
Deze drie worden voor kennisgeving
aangenomen.
Verzoek van de afdeeling Helder
van het Ned. Ond. Genootschap om
herziening der salarissen.
Het verzoek is gegrond op het feit,
dat de afd. haar verzoek om verhooging
der tegemoetkoming in de woninghuur
voor gehuwde onderwijzers alleen in
diende met het oog op de bizondere
tijdsomstandigheden en uit het advies
van B. en W. den indruk kreeg, dat
dit College meer gevoelt voor eene
volledige herziening der salarissen.
Adhaesie betuiging van den Bond
v. M. Marine personeel op het adres van
de Ger. Ver. voor Drankbestrijding
inzake de verlaging van het aantal
vergunningen te dezer plaatse.
Worden beide in handen gesteld
van B. en W. om met de andere
b|jbehoorende stukken te worden
gepracadviseerd.
Onderwijs.
Herstemming over het voorstel
inzake overplaatsing van den heer
Colpa van school 7 b als hoofd van
school 8. Hierover staakten in de
vorige vergadering de stemmen en
deze vergadering is uitsluitend belegd
voor dit voorstel.
Alvorens tot stemming over te gaan
wenscht do Voorzitter mede té
deelen, dat op de door B. en W. met
den Schoolopziener en de Comm. v.
Toezicht gehouden conferentie niet
den indruk gewekt werd, dat voor
de betrekking van hoofd aan de op
te richten school voor m. u. 1. o. de
acte p. verlangd werd. De kwestie
is wel ter sprake gebracht en B. en
W. kregen den indruk, dat men zich
bij het gevoelen van den Schoolop
ziener, die haar niet noodig vond,
neerlegde. B. en W. zouden in het
andere geval den heer Colpa dan ook
bericht hebben, dal z|jn verzoek niet
voor inwilliging vatbaar was, in
plaats van hem voor te dragen.
Wat hierover in de plaatselijke
pers geschreven is, heeft geen goed
gedaan aan de zaak. De heer Colpa
is een bekwaam man, die een ver
waarloosde school als school 7 b was,
in het rechte spoor geleid heeft.
In de eerste vergadering van B.
en W. word besloten, sollicitanten
op te roepen voor hoofd eener school
voor m.u.l.o. Op het oogenblik be
staat nog geen uitzicht dat eene voor
dracht zal worden opgemaakt, hoe
wel de schoolopziener beloofd had,
mede te zullen werken, dat dit biD-
nen eene maand zou geschieden. Het
behoeft geen betoog, dat het vr|jwel
onmogelijk is, met een vreemdeling
een behoorlijke m.u.l.o.-school in te
richten vóór 1 JaDuari.
De heer G r Q n w al d meende, dat
alleen de herstemming ter sprake
kwam, doch nu de samenkomst van
de Commissie van Toezicht eu de
Wethouders weder ter sprake komt,
wenscht spr. even op de zaak terug
te komen.
Op bedoelde vergadering heeft spr.
zijn persoonlijk standpunt uiteenge
zet, n.1. dat er tegen de verplaatsing
van den heer Colpa ernstige bezwaren
waren gerezen en meende ook bij de
andere leden hetzelfde gevoelen te heb
ben bemerkt. Het moge waar zijn, dat
de heer Colpa de toestanden aan
school 7b in het rechtè spoor heeft
geleid, spr. kan zich moeilijk inden
ken, dat niet elk jong hoofd, dat aan
een nieuwe school komt, niet zou doen
wat h|j in dit opzicht kon. Dat de voor
dracht nog niet van den schoolopzie
ner terug is, is voor rekening van dien
(districts) schoolopziener. Spr. gelooft,
dat het betoog van den Voorzitter
niemand, heeft overtuigd anders te
stemmen. B. en W. hebben den indruk
gekregen, dat de Commissie niet
stond op het bezit van acte p, zegt
de Voorz. Spr. gelooft niet, dat daar
over zoo serieus gesproken is, meent
echter den eisch voor het oogenblik
te moeten handhaven en stelt voor
een oproep te doen voor sollicitanten
De heer Van Breda heeft den
vorigen keer vóór het voorstel B. en
W. gestemd. Op't oogenblik wenscht
spr. dat niet te steunen, en vindt het
wenscbel|jk het voorstel Adriaanse-
de Zwart (in de vorige vergadering
ingediend) te steunen en een oproe
ping te doen.
De heer Bommel kan zich hier
mede vereenigeD.
De heer De Ven merkt op, dat
in bedoelde bijeenkomst met geen
enkel woord er op gewozon ls, dat
de heeren acte p wenschel|jk vonden.
(De heer Grunwald: B. en W. oók
niet).
Repliek van den V o o r z i 11 e r,
die meent van wel.
Het voorstel B. en W.den beur
Colpa over te plaatsen naar school
8 enz. (zie vorig verslag) wordt ver
worpen met 13 tegen 7 stemmen.
Vóór de heeren Bok, Van Neck,
Baak, De Ven, De Geus, Zander eu
Spruit.
De Voorzitter wil thans in
stemming brengen het voorstel de
Zwart, een oproeping te doen met
eisch tot bevoegdheid voor acte p.
De heer de Zwart merkt op dat hij
dezen eisch niet stelde, hij heeft dien
wel later genoemd, doch mietinz|jn
voorstel geformuleerd. Spr. wenscht
een oproep te doen voor hoofd van
school S, die 1 Jan. mulo-school
wordt en er b(j te voegen dat do
voorkeur gegeven wordt aan personen
met acte p.
De heer Bierstekor vindt het
wenschelijk acten 1, m, u en p te
noemen, anders zou men iemand
kunnen krygen met de drie eerste en
niet met p.
De heer De Ven vindt dat B.en
W. en de Schoolopziener daardoor in
een moeilijk parket komen. Als nu
geen enkele sollicitant zich aanmeldt,
met alle 4 acten, wie heeft dan de
voorkeur?
De heer Biersteker, iemand
met 2 taal-acten èn acte wiskundu
heeft de voorkeur boven iemand, die
alleen de 3 taalacten zou hebben.
Voor het examen mulo kan de taal
vervallen, niet wiskunde. Overigens
kan men eerst afwachten welke sol
licitanten zicli aanmelden.
De heer De Zwart trekt ten
slotte z|jn voorstel in.
Werkeloozenfonds.
Vervolgens wordt de verdere be
handeling van het gemeentelijk werk
lozenfonds voortgezet. Men is ge
komen tot art. 4. Dit behandelt de
toelating van vereenigingen. Voor
wat betreft de voorstellen van B. en
W. sub:
lo. dat zij is eene vakvereeniging
of plaatselijke afdeeling van een lande-
lijken vakbond, te Helder gevestigd;
2o. dat. zij als plaatselyke vakver
eeniging tenminste tien leden telt;
3o. dat zij rechtspersoonlijkheid
bezit;
gaat de Raadscommissie mee met
B. en W.
Sub 4o. dat zij eene werkloozenkas
bezit, welke geheel afgescheiden van
de overige geldmiddelender Ver-
eeniging wordt beheerd en waaraan
de deelneming voor alle leden der
vereeniging, tusschen de 18 en 70
jaar oud, verplichtend is, wil de .Com
missie doen vervallen. De heer Ver
stegen, rapporteur, zet uiteen op
welke w|jze de interpretatie vau dit
artikel aanleiding kan geven tot mis
verstand.
Tusschen 5e (regelend in welke ge
vallen de leden recht op ultkeering
hebben) en 6e wenscht de Commissie
een nieuwe clausule te voegen, waar
door ook verspreide leden van lande-
lljke vakbonden, die werkeloozen
kassen bezitten, uitkeering kunnen
krijgen.
Er bestaan vereenigingen, die in
sommige plaatsen een te klein aantal
verspreide leden hebben, dan dat zij
een plaatselijke afdeeling zouden kun
vormen, en dezulken zouden
thans uitgesloten z|jn, hoewel z|j ge
regeld aan hun Centraal bestuur stor
ten voor hun werkeloosheidsfonds.
De heer Van Neck meent, dat
we dan een eigenaardige toestand
krijgen. Als er 5 of 10 leden hier
tijdelijk komen werken, zouden die
dan uitkeering krijgen.
De heer V o r stegen licht nader
in, dat het hier geen tijdelijke ar
beiders betreft, maar personen, leden
van vakbonden, inwoners van den
Helder, doch geen plaatselijke afdeo-
lingen vormend.
De heer De Geus meent, dat dit
in str|jd zou zijn met art. 4 sub 1°.
Daaria-wordt de voorwaarde gemaakt,
dat zij is eene vakvereeniging of
plaatselijke afdeeling. Als de Centrale
Vereeniging zelf een minimum aantal
leden voor eene afdeeling voorschrijft,
is het toch te gek, dat drie verspreide
leden van een Vakbond grooter voor
deelen zouden genieten dan b. v. 9
leden van een andere Vereeniging,
die dus het gestelde minimum van
10 niet bereikt hebben, dat noodig
is om eene Vereeniging te vormen.
Op die manier wordt het voordeel
van die kassen opgevoerd in die mate,
dat men plaatselijke organisatie te-
De heer V o r s t e g en. De eisch,
dat 10 leden eene plaatselijke vak
vereeniging zullen vormen, is niet
van ons afkomstig, maar van den
heer De Geus. Spr. wilde het aantal
destijds lager stellen. Het spreekt
overigens vanzelf, dat menschen, die
geene afdeeling kunnen vormen, ach
terstaan bij anderen, die dat wel
kunnen. En wat die 10 in plaatse
lijke organisaties betreft, die plaat
selijke organisaties hangen nog in de
lucht, terwijl de andere al jaron aan
hun Vereeniging betalen.
De heer Grunwald vindt, dat
de grens, die de heer De Geus stelde,
n.1. dat minstons 10 personen eene
plaatselijke Vereeniging kunnen vor
men, laag is gesteld. Is het niet
mogelijk, dat meerdere zulke perso
nen, als de heer Verstegen bedoelt,
te zamen eene Vereeniging kunnen
vormen? Laten we afwachten tot
er georganiseerd is.
De heer Adriaanso vindt iets
billijks in het voorstel-Verstegeu. Spr.
wil echter er aan toevoegen, dat do
betrokkene een bepaald aantal jaren
in de gemeente is.
De heer De Geus. Die menschen
hebben dan toch zeker gecontribueerd
om eene uitkeering te krijgen, maar