HELDERSCHECOURANT GEMEENTERAAD VAN HELDER, No. 4523 DINSDAG 28 SEPTEMBER 1915 43e JAARGANG Aan onze a b o n n s buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abon nementsgeld Heldersche Courant, Zondagsbladen Modeblad 3ekwar- taal 1915 te willen overmaken per postwissel of aan postzegels vóór 1 Oct. a.s., zullende anders daarover met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2Va cent beplakt te worden. DE OORLOG. De offlcleele legerberlchten van 24, 25 en 25 September. Van het "W e s t e 1 |j k front. Wat de berichten der laatste dagen deden verwachten, is nü tot werkelijk heid geworden. Do eeuwigdurende artillerie gevechten, waren langza- merheid in hevigheid toegenomen. Vooral van Pransche zijde werd geen munitie gespaard. Een bericht uit Londen d.d. 25 Sept. meldde reeds dat sommige punten achter het Duitsche front zoo heftig beschoten werden dat de aanvoer van uit de achtergelegen linies totaal onmogelijk was geworden. Het Fransche bericht van den 24 sten meldt dan ook dat verschillende dekkingen voor machinegeweren on der vuur genomen en vernield werden. Ook van hot Engelsche front kwa men teekenen van verhoogde be drijvigheid. Datum 25 dezer komen uit Zeeuwsch-Vlaanderen berichten over een hevig bombardement van Zeebrugge. 5 Engelsche oorlogssche pen namen er aan deel. Bovendien waren er nog een 25 andere schepen aanwezig. Verschillende raaien wer den in Zeebrugge ontploffingen waar genomen. Het Pransche communiqué van den 25st.en meldt, dat de beschieting der Duilsche stellingen met kracht werd voortgezet. Op sommige punten werd dit door de Duitsche kanonnen be antwoord, doch de Pranschen behiel den de overhand. Ten N. van De Aisne vooral werd het vuur tot een bijzondere hevigheid opgevoerd. Overigens kleine gevech ten. In het Duitsche bericht van den 25st.en wordt men reeds voorbereid op het nieuwe offensief der verbon denen. Over het geheele front, zoo heet het in het Duitsche bericht, is het artillerievuur in hevigheid toe genomen. Na een voorbereiding die op sommige punten 50 uur duurde begon de verwachte aanval. (De Duitschers waren dus niet onvoor bereid). Het eerst begon de actie op het Engelsche front. Tusschen den spoorweg van Yperen naar Rousse- laere en naar Commines deden de Engelschen een aanval welke slechts na een gevecht van man tegen man voor de Duitsche stellingen, kon wor den afgoslagen. Verder vallen de En gelschen aan ten N.O. en Z.O. van Ai mentières en ten N. van het kanaal van la Bassée. Bovendien wordt medegedeeld dat reeds den 23sten de Pranschen de Duitsche loopgraven bij Souchez waren binnengedrongen, doch er weder uit verdreven werden. Den 24aten hadden zij nog twee aanvallen ondernomen, doch werden zij even eens teruggeslagen. Op verschillende andere punten werden de aanvallen eveneens afgeslagen, en leden de Pranschen groote verliezen. Op som mige punten waren zij tot vlak voor de draadversperringen genaderd. Intusschen zijn deze aanvallen slechts het voorspel van grootere ge vechten te zijn geweest. Immers in een Pransch communiqué van den 26sten worden gevechten vermeld met een succesvollen uitslag voor de Pranschen. In de streek van Souchez, ten N. van Arras, werd het kasteel van Carleul, en het kerkhof van Souchez genomen en behouden. De laatste loopgraven ten O. van het Doolhof (een netwerk van loopgraven van groote uitgebreidheid) werden even eens genomen. Bovendien werd Sou chez ontruimd, door de Duitschers. Niet alleen bij Souchez echter had den de Franschen succes. In Cham pagne was het van nog meer be- teekenis. Hier drongen de Pranschen in de Duitsche stellingen, en wel over een frontbreedte van 25 K.M. en een diepte van 1 tot 4 K. M. In den loop van den nacht wisten zij deze te behouden. De Franschen namen veel Duit schers gevangen. Een voorloopige telling gaf reeds aan dat het getal meer dan 10.000 bedroeg. Van het meer O. en Z. deel van het front komt de mededeeling van verrassende actie van de Fransche artillerie tegen de Duitsche werken bij Ban de Sapt. Nader wordt nog medegedeeld, dat de beschieting van de Duitsche stel lingen in Champagne voortduurt. Tusschen de Suippe en de Aisne werden de versterkingen der Duitschers over het gohéele front genomen. De vooruitgang houdt aan. Niet alleen de Franschen echter hebben voordeelen behaald. Ook de Engelschen hebben met hunne aan vallen succes gehad. Een bericht van Maarschalk Prench deelt mede, dat in den morgen van den 25sten de Duitsche stellingen ten Z. van het kanaal van la Bassée, ten O. van Grenay en Vermelles werden aange vallen. Over een front van 5 mijl werden de Duitsche loopgraven veroverd. Op sommige plaatsen dron gen de Engelschen meer dan 4000 ellen in de Duit sche linies door. De weste lljke grens van het dorp Loos werd vermeesterd, benevens de daar aan wezige mijnwerken. De heuvel Nr. 70 werd eveneens vermeesterd.. (Loos ligt 4 K.M. N.W. van Lens). De gevechten ten N. van het ka naal van la Bassée trokken krachtige, reserves van den vijand tot zich. Bij het vallen van den avond bezetten de Engelschen wederom hun stellin-, gen ten N. van het kanaal. Aan weerszijden van den weg van Hooge naar Meenen werden de Duit schers eveneens aangevallen. De aan val ten N. van den weg had aanvan kelijk succes. Een boerderij werd ver overd, doch later door de Duitschers hernomen. Ten Z. van den weg wer den Duitsche loopgraven veroverd en behouden. 2600 man werden gevangen ge nomen, en 9 kanonnen en talrijke mitrailleurs veroverd. Het door de Duitschers gemelde bericht over een aanval op Donderdag ondernomen, ten Z. van het kanaal van la Bassée is onjuist. Behalve deze mededeelingeu-over de gevechten te land wordt van Fran sche zijde ook medegedeeld dat Zee brugge en de Duitsche stellingen bij Middelkerke ei Westende beschoten werden. Over den uitslag wordt niets Beschouwen wij nu het Duitsche legerbericht van den 26sten dan blijkt daaruit dat zij de door de bondgenooten behaalde voordeelen erkennen. Dat dit niet van harte gaat is te begrijpen. En in de waardeering van het succes der bondgenooten komt dit dan ook duidelijk naar voren. Het bericht be gint met deze mededeeling „De gevechten, die thans als gevolg van een door de Pranschen en Engel schen maandenlang voorbereid offen sief geleverd worden, duren voort, zonder dat de aanvallers noemens waardig tot hun doel komen". Na de mededeeling vandebeschie ting van Zeebrugge door de Engelsche schepen, waarbij d0Ze volgens het Duitsche bericht een schip^verspeel den, volgt de mededeelng dat de aan vallen der Engelschen bij Yperen op niets uitliepen. Wel leden de Engel sche zware verliezen. (Dit is dus een tegenspraak van het Engelsche bericht dat de verovering dor loopgraven meldt.) Zes machinegeweren van de Engelschen werden veroverd. Over de gevechten bij Loos zegt de mededeeling echter: Ten Zuid-Westen van Rijssel ge lukte het den vijand één onzer divisies bij Loos uit de voorste naar de tweede linie terug te dringen. Hierbij hebben wij natuurlijk aanmerkelijke verliezen geleden ook van allerlei materiaal, dat zich tusschen de stellingen bevond. Als troost wordt er bij gemeld, dat de tegenaanval, die nog voortduurt, succes heeft. Souchez werd natuurlijk vrijwil lig ontruimd. Talrijke aanvallen werden verder afgeslagen. De Duitschers namen 1200 man gevangen, en veroverden 10 machinegeweren. Ov6r de aanvallen in Champagne zegt het Duitsche bericht: Ook tusschen Reims en de Argonne moest een Duitsche divisie ten Noorden van Perthes haar voorste stellingen ontruimen en de tweede innemen, die tot op drie K.M. daaraohter gelegen zijn. Overigens mislukten ook hier alle pogingen der vijanden om door te breken. Bijzonder hardnekkig was het ge vecht ten N. van Mourmelon le Grand, en bij de westelijke Argonne. Hier leden de Pranschen groote verliezen. 3750 man, w.o. 30 officieren werden gevangen genomen. Van beide zijden komen beriehten over de actie der aviateurs. Verschil lende machines werden neergescho ten. Van het O o s t e 1 ij k front. De Russen zijn ovenals hunne bond genooten op het Westelijk front, op sommige punten van het Oostelijk front op weg om voordeelen te be halen. Met dit verschil echter, dat de Duitschers op andere gedeelten hunne offensieve bewegingen met dezelfde kracht voortzetten. Het Russische bericht van den 24sten deelt mede, dat Duitsche vlieg tuigen een bezoek brachten aan den Golf van Riga. Voorbereiding van een nieuwe actie ter zee? In de streek van Neugut, ten W. van Priedrichstadt bleef het dorp At- kalien in handen der Russen. Even min slaagden de Duitschers erin het dorp Strigge te hernemen. De gevechten om Dunaburg duren voort. De Duitschers ontwikkelen een orkaan van artillerievuur. De Russen verdreven de Duitschers met de bajonet uit Wileika. 8 kanon nen, w.o. 4 houwitsers bleven in Russische handen. 9 munitiewagens en veel machinegeweren moesten de Duitschers eveneens achterlaten. Ver der Zuidelijk tot aan -het Oginski- kanaal worden hevige gevechten ge- levejd. Bij het kanaal werden de Duitschers teruggeworpen. Aan don benedenloop van den Sto chod (zijrivier van de Pripet) werden de Duitschers uit een tweetal dorpen verdreven. De meer Oostelijk gelegen stellingen moesten zij eveneens ont ruimen. In de gevechten bij Luzk werden 128 officieren en 6000 soldaten ge vangen genomen. Tegen den ochtend van den 23sten was Luzk door de Russen bezet. Z.W. van de stad wer den eenige dorpen bezet. Bij de ge vechten aan de Styr verloren de Oostenrijkers ongeveer 1000 man aan gevangenen. Tegenaanvallen werden afgeslagen. Een bericht uit Peteraburg maakt nog melding van de hevigheid der gevechten b|j den terugtocht van Wilna. Een regiment infanterie dat kans liep gevangen genomen te wor den sloeg zich dwars door de Duit schers heen. Op een andere plaats werden de Duitschers in een hinder laag gelokt. Op een gegeven oogen-, blik waren z|j zeer dicht bij een Rus sische stelling gekomen, waarvan men meende dat zij verlaten was. Plotseling werd van alle kanten het. vuur geopend. Naar voren gebrachtte batterijen droegen het hunne er toe bij om de Duitschers terug te werpen. Na het gevecht lagen meer dan 8000 dooden voor de Russische stelling. In het bericht van den 26sten mel den de Russen dat in de streek van Riga het artillerievuur in kracht toe neemt en dat de Duitschers verschil lende aanvallen deden, welke afge slagen werden. De gevechten om Dwinsk namen in hevigheid toe. Bij Nowo-Alexan- drovsk namen de Duitschers de Rus sische loopgraven. Zij werden door een tegenaanval er weder uit gewor pen. Tot driemaal toe deden de Duit schers een poging om ze te hernemen. Onder ontzaggelijke verliezen werden zij steeds teruggeslagen. Op het front aan den Pripet geen verandering. In den strijd b(j Logischin verloren de Duitschers 7 officieren en 500 man aan gevangenen en namen de Russen een kanon en 7 mitrailleurs. Aan de Ikwa werd onder geweldig vijandelijk artillerievuur een aanval gedaan. 30 officieren en 1600 man van den vijand werden gevangen genomen. De Rus sen trokken daarop naar hunne stel lingen terug. Aan de grens van Galiciö verloren de Oostenrijkers 3000 man aan ge vangenen, Z.W. van Tremblowa 500 man en 17 officieren. Verder verloren zij nog 6 mitrailleurs. Het Duitscl|p bericht van den 25- sten zegt dat de aanvallen der Rus bij Lennewaden, Wileika en Rabun afgeslagen worden. Op de linie Smorgon- Wisjnew(W. van de Beresina) bieden de Russen opnieuw tegenstand. Ten N. van NowoGrudok werden de Russen teruggeworpen. Meer Zuidelijk onder- len z|j aanvallen welke echter afgeslagen werden. O. en Z.O. van Baranowitschi schiet de aanval der Duitschers goed op. Ten Z. van Lipsk werd de Szczara bereikt. Op het Z. O. front is de toestand onveranderd. In de mededeeling van den26sten wordt weer gesproken over gevech ten ten O. van Wileika. Verder zouden de Russische stellingen bij Wisjnew doorbroken zijn. Ten N. van Nowo Grudok werden de Russen over de de Beresina geworpen. 900 man wer den gevangen genomen. Overigens is de toestand onveranderd. Het Oostenrijksche communiqué van den 25sten meldt dat alle aan vallen der Russen in Wolhynie af geslagen werden. Aan de Ikwa linie werden 20 officieren en 4000 man ge vangen genomen. In dat van de 26- sten worden Lot 10 maal toe her baalde aanvallen der Russen bij N.- Alexsinec, gemeld. De werden afge slagen. Van het Z u i d e 1 |j k front. Het Italiaansche legerbericht van den 24en meldt, dat de Oostenrijksche stellingen op den Monte Coston, aan den grens van Tirol, stormenderhand genomen werden. 123 man werden gevangen genomen. Groote hoeveel heden oorlogstuig en munitie vielen in handen der Italianen. In de mededeeling van den 26en wordt ge&ield, dat de Sulden top, een door de Oostenrijkers krachtig ver sterkt punt, genomen werd. In de zone van Tonale werden de Oosten rijkers teruggeworpen. Bij Ci-vidale, waar de Oostenrijkers versterkingen hadden aangevoerd, werden zij terug gedreven. Alle aanvallen van den vijand op het front van Carnia weiden afgeslagen. Het station van Tarvis werd door de Italiaansche artillerie in brand geschoten. Het Oostenrijksche communiqué van den 25en meldt het afslaan van aanvallen in het dal van de Cedeh, in het dal der boven-Daone en op den Col Dei Busi. In dat van den 26en wordt alleen medegedeeld, dat het hospitaal te Görz door de Italianen beschoten en vijfmaal getroffen werd. Van de andere gevechtsterreinen komen slechts berichten van onder geschikt belang. Alleen uit Mesopo- tamiö komt een Turksch bericht, hetwelk meldt, ,dat de Engelschen, die een aanval op de Turksche stel lingen deden, teruggeslagen werden. De Turken behaalden een groote buit. Oe algemeene toestand. Maandenlang is allo aandacht ge concentreerd geweest op het oostelijk front, waar het geweldig offensief der Duitsch Oosteniljksche legers, de Rus sische legers steeds verder naar het Oosten deed terugwijken. Al die lange maanden, waarin de militaire kracht van Rusland onder de krachtige slagen der Duitsche legeraanvoerders scheen te zullen worden verbrijzeld scheen, want de gebeurtenissen der laatste dagen toonen ook hier, dat de Russen nog lang niet aan het einde hunner krachten z|jn gekomen en nog in staat zijn den vijand duchtig weer stand te biedeD - al die lange maanden leek het of aan het westelijk front voorgoed een stilstand was ingetreden. Als er nu, terwijl de Duitschers in het Oosten zoo de han den vol hebben, niet door de geallieer den van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om het westelijk front -te doorbreken, zal er dan ooit van zulk een doorbreking wel sprake kunnen zijn, w\jl straks immers de Duitschers, Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Hearan Regenjassen, in gummi en waterproof. Van af f 17.00. Nieuwste kleuren en modellen. in het Oosten, de handen vrijer krijgend, nieuwe troepen aan het west front in het vuur kunnen brengen, nieuwe reserves hier zullen kunnen opstellen? Aldus vroegen de onge- duldigen. Intusschen echter is die lange stil stand van alle operatien op groote schaal aan het westelijk front, slechts een schijnbare stilstand gebleken. De aanvoerders der geallieerden hier be reidden zich voor op een nieuw om vangrijk offensief, toen de mislukking van het groote voorjaarsoffensief had getoond wat -er aan hun legers ont brak voor een actie, die kans op welslagen zou bieden. De operatiön in het voorjaar tus schen Yperen en Atrecht en in de Argonnen, die wel tot plaatselijke successen leidden, maar tevens toon den, dat de strijdmachten der geal lieerden nog het vermogen misten om deze behaalde succesen tot een beslissend succes door te zetten, gaven Joffre en French de overtuiging, dat een nog omvangrijker artilleris- tische uitrusting noodig was, wilde men met kans vau welslagen een niéuwe poging ondernemen om den zoo voortreffelijk toegerusten vijand uit zijn stellingen terug te dringen. En met koortsachtigen ijver is men aan het werk gegaan - in Frank rijk en in Engeland beide, om de ontdekte leemten aan te vullen. Thans schijnt de overtuiging te zijn ver kregen, dat men nu ook in materieel opzicht zich met den vijand zal kun nen meten en een nieuwe grootsche worsteling is begonnen. Alles immers wijst er op, dat generaal Joffre thans het oogenblik gekomen acht om van Pransche zijde zoo herhaaldelijk reeds voorspeld en in Frankrijk in rotsvast vertrouwen op den genera lissimus ook zoo geduldig afgewacht om opnieuw een poging te wagen om aan den uitputtenden positie oorlog een einde te maken en Frank rijk en Belgie van den vijand te zuiveren. In het Duitsche legerbericht van Zaterdag werd reeds meegedeeld, dat over het geheelo front van de zee tot de Vogezen de aanval der ge allieerden met kracht was ingezet een algemeene aanval, die echter het krachtigst was daar, waar blijk baar de terreintoestanden voor den overgang van den artillerie-aanval tot infantorie-actie het meest gunstig was. Aan het Brioche front werd die aanval doorgezet in de streek, die ook al in het voorjaar voor een doorbraakpoging in uitzicht was ge nomen. En we lezen weder al die bekende namen La Bassée, Souchez, Neuville, St. Vaast e. d., die tijdens het voorjaara-offensief zoo bloedige vermaardheid kregen. Aan het Fran sche front is de hoofdaanval ditmaal iets meer oostelijk ingezet, in Cham pagne tusschen Suippes en Aisne, naar 't oosten zich voortzettend tot het front in de Argonnen. Voorloopig is hier door de Franschen een zeer belangrijk succes verkregen. Over een frontlengte van 25 K.M. zijn de Pran sche troepen de eerste verdedigings linie der Duitschers binnengedrongen en alle tegenaanvallen ten spijt, hebben zij zich in deze veroverde stellingen weten te handhaven. Dui zenden en duizenden ongewonde ge vangenen z|jn hierbij gemaakt. Thans staan de Franschen, blijkens hun laatste legerbericht, voor de tweede Duitsche linie- Over het geheele front duurt hier de strijd voort. Het zou natuurlijk voorbarig zijn, nu reeds conclusiön te willen trekken en zeer terecht waarschuwt dan ook de militaire medewerker van het „Journal des Débats" er tegen om op de spaarzame inlichtingen, waarover men op het oogenblik beschikt, reeds beschouwingen op te bouwen over hetgeen nu de naaste toekomst kan brengen. Maandenlang zijn de Duit schers in staat geweest hun netwerk van loopgraven en versterkingen te voltooien en te volmaken, het zal reusachtige inspanning en zware offers kosten, de vijandelijke linie te door breken, nu achter de veroverde ver dedigingswerken weor nieuwe op rijzen, welker vermeestering niet min der moeite zal vergen dan die van de eerste linie. En gelijk dat in Champagne het geval is, is het ook aan het Britsche front meer in het noorden. Echter al mag men deze eerste groote successen der geallieerden de eerste groote na de zegepraal aan de Marne, al meer dan een jaar ge leden niet overschatten, het zou zeker even verkeerd zijn de aanvan kelijke zegepraal door de geallieerden behaald in het thans begonnen najaars offensief te onderschatten. Zij moet aan de geallieerde legers nieuwen moed en zelfvertrouwen geven. Zij zal een prikkel z|jn tot uiterste krachtsinspanning voor de bevrijding van het bezette gebied. Z|j zal de hoop en het vertrouwen dar verbon den volken door de tegenslagen in Rusland zoo zeer beproefd, met nieuwe kracht doen herleven. En dat te meer, nu ook in het oosten aan den zege vierenden opmarsch der Duitsch- Oostenrijksche legers paal en perk is gesteld Mackensen reeds een deel vau z|jn troepen heeft moeten terug trekken en het Oostenrijksche offen sief in Wolhynie in een terugtocht is gewijzigd. En het succes aan het Westelijk front komt ook ten zeerste van pas in politiek opzicht. Op den Balkan woelt het en gist het men is daar nog in tweestrijd over de aan te nemen houding. Het succes der ge allieerden zal die aarzeling nog ver sterken - men mag verwachten, dat hier de tot dusver gevolgde politiek van het de kat uit den boom kijken zal voortduren. En dat te meer om dat de eischen die nu aan de Duitsche legers in West en Oost worden ge stel, het wel onmogelijk zullen maken, de voorgenomen plannen tegen Servie uit te voeren. Dit moge voor Servie heel gelukkig zijn, van ernstiger be- teekenis is het voor Turkije, dat in het belang van zijn bedreigden muni tie voorraad een directe verbinding met de centrale mogendheden zoo zeer behoefde. Zoo kunnen wellicht de successen in Vlaanderen en Champagne nog van invloed blijken te zijn ook op die andere zoo belangrijke operatie aan de Dardanellen. En ook al zou dus de hervatting van het Fransch-Brilsche offensief voorloopig in het westen nog geen beslissing brengen, mag, b|j den samenhang der actiën op de ver schillende oorlogstooneelen, de betee- keni9 er van niet worden onderschat. („H.bld.") Van het Westelijke gevechts terrein. Parijs, 26 Sept. (Communiqué). Onze aanval ten noorden van Atrecht had nieuwe vorderingen tengevolge. Wij bezetten het geheele dorp Souchez en avanceerden naar het oosten toe in de richting van Givenchy. Verder naar het zuiden bereikten w|j Le Pola en drongen verder door naar het noorden. W|j namen 1000 man gevangen. Wij gingen voort met het winnen vau terrein in Champagne door het stérke netwerk van loopgraven en forten to doorschrijden, dat door de Duitschers in den loop van een aan tal maanden was voltooid. W|j zijn naar het noorden opge trokken en hebbon de Duitschers ge noodzaakt drie a vier K.M. achteruit te trekken naar de tweede linie. Het gevecht duurt voort op het geheele front. De vijand heeft zware verliezen deden door ons vuur en in het handgemeen en heeft veel materiaal in de ontruimde versterkingen achter gelaten. Dit is nog niet geteld, maar dat 24 veldstukken veroverd zijn, is thans reeds bekend. Er z|jn 16,000 niet gewonde krijgs gevangenen en hun aantal stijgt nog steeds. In het geheel hebben de geal lieerden in twee dagen 20,000 niet- gewonde gevangenen gemaakt. Rapport van French. Londen, 26 Sept. Veldmaarschalk Prench zegt in een' telegram van ZondagavondHeden heeft een hevig gevecht plaats gehad op het terrein, dat gisteren gewonnen werd. De vijand deed krachtige tegenaanvallen ten oosten en ten noordoosten van Loos. Het resultaat van dit gevecht was, dat wij behalve vlak ten noor den van Loos, al het terrein behiel den, dat w|j gisteren veroverd hebben, met inbegrip van Loos zelf. W|j [heroverden de steengroeven, die gisteren achtereenvolgens ver overd en weder verloren waren. W|j hebben in dit gevecht de reserve van den vijand aangelokt en daardoor de Pranschen aan onzen rechtervleugel in staat gesteld verdere vorderingen te maken. Het aantal gevangenen, dat na het gevecht van gisteren werd bijeenge bracht, bedraagt 2600 man. Ook zijn kanonnen en een groot aantal ma chinegeweren veroverd. Beschieting van Zeebrugge. Omtrent de beschieting van Zee brugge Haven op 25 dezer, meldt men nog het volgende aan de N. Rott. Ct. De beschieting gold hoofdzakelijk de aluiswerken in het omliggende haven terrein, alsmede een groote fabriek en terrein van de heeren Solvé. Tot zelfs b|j Lisseweghe schijnen er pro jectielen te zijn ontploftop drie plaat sen werden rookpluimen gezien, die deden vermoeden dat er daar brand was ontstaan. Aan de beschieting werd deelgenomen door drie slag schepen, die omzwermd waren door een twintig torpedojagers en troilers. Ongeveer honderd zwar. schoten zijn er geteld en eeD groot aantal, dat van geschut van kleiner kaliber scheen te zijn. Van de enkele schoten, die door de Duitschers afgevuurd werden, schijnt er geen enkele tot de oorlogsschepen te zijn gekomen, daar men al de schoten ver vóór de schepen in het water zag vallen. Dat kon men zien aan het opstuiven van het water. De enkele schoten, die nog verder op de kust werden afgeschoten door de op stoomende vloot, zouden gevallen z|jn nabij Blankenberghe. Op de duinen te Cadzand werd het bombardement door vele menschen gadegeslagen en men kon daar ook de granaten zien ontploffen. Er schijnt ook een Duitsche vlieg machine te hebben gevlogen, doch deze bleef steeds rechts van het ter rein, dat gebombardeerd werd. op Maandag 27 September. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig zonder kennisgeving do heer L. F. Over de Linden. Aan de orde: Ingskomen Stukken. Voorstel van B. en W. iuzake wij ziging van de verdeeling der werk zaamheden van het College. B. en W. stellen voor de regeling der werk zaamheden aldus te wijzigen Burgemeester. Financiën, Gemeen tebedrijven, Politie, Brand wezen, Jaarmarkt, het voorzitterschap vau de Commissie van Bijstand voor Gas fabriek en Waterleiding en alle zaken, welke niet uitdrukkelijk aan een der Wethouders z|jn opgedragen. Wethouder Van Neck. Pensioenen, Sociale aangelegenheden, Rechtspo sitie ambtenaren en werklieden, Bur gerlijke Stand, Militaire zaken en het voorzitterschap van de Commissie van Bijstand voor de pensioenen. Wethouder De Ven, Onderwijs, Ziekenhuis en Keuringsdienst. Aan hem bl|jft voorloopig nog opgedragen het waarnemend Directeurschap van' de Waterleiding. Wethouder Da Geus. Openbare werken (gebouwen, bruggen, enz.)' Armwezen, Vischafslag, Reinigings dienst, Belastingen en het voorzitter schap van de Commissie van Bijstand voor den Reinigingsdienst. De zittingsdagen der verschillende Wethouders zijn Wethouder Van Neck, Donderdags van 2-3 uur. Wethouder De Ven, Donderdags van 3-4 uur. Wethouder De Geus, Donderdags van 1-2 uur. De Burgemeester is alle werkdagen van 10 tot 12 uur ten Raadhuize te spreken. Missive van Ged. Staten inzake het besluit tot instelling van een na- jaars-paardenmarkt te Julianadorp. Aangezien het onderzoek in deze zaak nog niet is afgeloopen, wordt door Ged. Staten besloten de beslis sing te verdagen. Procesverbaal van de kasopueming b|j den gemeenteontvanger. In kas was f 61.240.80J. Deze drie worden voor kennisgeving aangenomen. Verzoek van de afdeeling Helder van het Ned. Ond. Genootschap om herziening der salarissen. Het verzoek is gegrond op het feit, dat de afd. haar verzoek om verhooging der tegemoetkoming in de woninghuur voor gehuwde onderwijzers alleen in diende met het oog op de bizondere tijdsomstandigheden en uit het advies van B. en W. den indruk kreeg, dat dit College meer gevoelt voor eene volledige herziening der salarissen. Adhaesie betuiging van den Bond v. M. Marine personeel op het adres van de Ger. Ver. voor Drankbestrijding inzake de verlaging van het aantal vergunningen te dezer plaatse. Worden beide in handen gesteld van B. en W. om met de andere b|jbehoorende stukken te worden gepracadviseerd. Onderwijs. Herstemming over het voorstel inzake overplaatsing van den heer Colpa van school 7 b als hoofd van school 8. Hierover staakten in de vorige vergadering de stemmen en deze vergadering is uitsluitend belegd voor dit voorstel. Alvorens tot stemming over te gaan wenscht do Voorzitter mede té deelen, dat op de door B. en W. met den Schoolopziener en de Comm. v. Toezicht gehouden conferentie niet den indruk gewekt werd, dat voor de betrekking van hoofd aan de op te richten school voor m. u. 1. o. de acte p. verlangd werd. De kwestie is wel ter sprake gebracht en B. en W. kregen den indruk, dat men zich bij het gevoelen van den Schoolop ziener, die haar niet noodig vond, neerlegde. B. en W. zouden in het andere geval den heer Colpa dan ook bericht hebben, dal z|jn verzoek niet voor inwilliging vatbaar was, in plaats van hem voor te dragen. Wat hierover in de plaatselijke pers geschreven is, heeft geen goed gedaan aan de zaak. De heer Colpa is een bekwaam man, die een ver waarloosde school als school 7 b was, in het rechte spoor geleid heeft. In de eerste vergadering van B. en W. word besloten, sollicitanten op te roepen voor hoofd eener school voor m.u.l.o. Op het oogenblik be staat nog geen uitzicht dat eene voor dracht zal worden opgemaakt, hoe wel de schoolopziener beloofd had, mede te zullen werken, dat dit biD- nen eene maand zou geschieden. Het behoeft geen betoog, dat het vr|jwel onmogelijk is, met een vreemdeling een behoorlijke m.u.l.o.-school in te richten vóór 1 JaDuari. De heer G r Q n w al d meende, dat alleen de herstemming ter sprake kwam, doch nu de samenkomst van de Commissie van Toezicht eu de Wethouders weder ter sprake komt, wenscht spr. even op de zaak terug te komen. Op bedoelde vergadering heeft spr. zijn persoonlijk standpunt uiteenge zet, n.1. dat er tegen de verplaatsing van den heer Colpa ernstige bezwaren waren gerezen en meende ook bij de andere leden hetzelfde gevoelen te heb ben bemerkt. Het moge waar zijn, dat de heer Colpa de toestanden aan school 7b in het rechtè spoor heeft geleid, spr. kan zich moeilijk inden ken, dat niet elk jong hoofd, dat aan een nieuwe school komt, niet zou doen wat h|j in dit opzicht kon. Dat de voor dracht nog niet van den schoolopzie ner terug is, is voor rekening van dien (districts) schoolopziener. Spr. gelooft, dat het betoog van den Voorzitter niemand, heeft overtuigd anders te stemmen. B. en W. hebben den indruk gekregen, dat de Commissie niet stond op het bezit van acte p, zegt de Voorz. Spr. gelooft niet, dat daar over zoo serieus gesproken is, meent echter den eisch voor het oogenblik te moeten handhaven en stelt voor een oproep te doen voor sollicitanten De heer Van Breda heeft den vorigen keer vóór het voorstel B. en W. gestemd. Op't oogenblik wenscht spr. dat niet te steunen, en vindt het wenscbel|jk het voorstel Adriaanse- de Zwart (in de vorige vergadering ingediend) te steunen en een oproe ping te doen. De heer Bommel kan zich hier mede vereenigeD. De heer De Ven merkt op, dat in bedoelde bijeenkomst met geen enkel woord er op gewozon ls, dat de heeren acte p wenschel|jk vonden. (De heer Grunwald: B. en W. oók niet). Repliek van den V o o r z i 11 e r, die meent van wel. Het voorstel B. en W.den beur Colpa over te plaatsen naar school 8 enz. (zie vorig verslag) wordt ver worpen met 13 tegen 7 stemmen. Vóór de heeren Bok, Van Neck, Baak, De Ven, De Geus, Zander eu Spruit. De Voorzitter wil thans in stemming brengen het voorstel de Zwart, een oproeping te doen met eisch tot bevoegdheid voor acte p. De heer de Zwart merkt op dat hij dezen eisch niet stelde, hij heeft dien wel later genoemd, doch mietinz|jn voorstel geformuleerd. Spr. wenscht een oproep te doen voor hoofd van school S, die 1 Jan. mulo-school wordt en er b(j te voegen dat do voorkeur gegeven wordt aan personen met acte p. De heer Bierstekor vindt het wenschelijk acten 1, m, u en p te noemen, anders zou men iemand kunnen krygen met de drie eerste en niet met p. De heer De Ven vindt dat B.en W. en de Schoolopziener daardoor in een moeilijk parket komen. Als nu geen enkele sollicitant zich aanmeldt, met alle 4 acten, wie heeft dan de voorkeur? De heer Biersteker, iemand met 2 taal-acten èn acte wiskundu heeft de voorkeur boven iemand, die alleen de 3 taalacten zou hebben. Voor het examen mulo kan de taal vervallen, niet wiskunde. Overigens kan men eerst afwachten welke sol licitanten zicli aanmelden. De heer De Zwart trekt ten slotte z|jn voorstel in. Werkeloozenfonds. Vervolgens wordt de verdere be handeling van het gemeentelijk werk lozenfonds voortgezet. Men is ge komen tot art. 4. Dit behandelt de toelating van vereenigingen. Voor wat betreft de voorstellen van B. en W. sub: lo. dat zij is eene vakvereeniging of plaatselijke afdeeling van een lande- lijken vakbond, te Helder gevestigd; 2o. dat. zij als plaatselyke vakver eeniging tenminste tien leden telt; 3o. dat zij rechtspersoonlijkheid bezit; gaat de Raadscommissie mee met B. en W. Sub 4o. dat zij eene werkloozenkas bezit, welke geheel afgescheiden van de overige geldmiddelender Ver- eeniging wordt beheerd en waaraan de deelneming voor alle leden der vereeniging, tusschen de 18 en 70 jaar oud, verplichtend is, wil de .Com missie doen vervallen. De heer Ver stegen, rapporteur, zet uiteen op welke w|jze de interpretatie vau dit artikel aanleiding kan geven tot mis verstand. Tusschen 5e (regelend in welke ge vallen de leden recht op ultkeering hebben) en 6e wenscht de Commissie een nieuwe clausule te voegen, waar door ook verspreide leden van lande- lljke vakbonden, die werkeloozen kassen bezitten, uitkeering kunnen krijgen. Er bestaan vereenigingen, die in sommige plaatsen een te klein aantal verspreide leden hebben, dan dat zij een plaatselijke afdeeling zouden kun vormen, en dezulken zouden thans uitgesloten z|jn, hoewel z|j ge regeld aan hun Centraal bestuur stor ten voor hun werkeloosheidsfonds. De heer Van Neck meent, dat we dan een eigenaardige toestand krijgen. Als er 5 of 10 leden hier tijdelijk komen werken, zouden die dan uitkeering krijgen. De heer V o r stegen licht nader in, dat het hier geen tijdelijke ar beiders betreft, maar personen, leden van vakbonden, inwoners van den Helder, doch geen plaatselijke afdeo- lingen vormend. De heer De Geus meent, dat dit in str|jd zou zijn met art. 4 sub 1°. Daaria-wordt de voorwaarde gemaakt, dat zij is eene vakvereeniging of plaatselijke afdeeling. Als de Centrale Vereeniging zelf een minimum aantal leden voor eene afdeeling voorschrijft, is het toch te gek, dat drie verspreide leden van een Vakbond grooter voor deelen zouden genieten dan b. v. 9 leden van een andere Vereeniging, die dus het gestelde minimum van 10 niet bereikt hebben, dat noodig is om eene Vereeniging te vormen. Op die manier wordt het voordeel van die kassen opgevoerd in die mate, dat men plaatselijke organisatie te- De heer V o r s t e g en. De eisch, dat 10 leden eene plaatselijke vak vereeniging zullen vormen, is niet van ons afkomstig, maar van den heer De Geus. Spr. wilde het aantal destijds lager stellen. Het spreekt overigens vanzelf, dat menschen, die geene afdeeling kunnen vormen, ach terstaan bij anderen, die dat wel kunnen. En wat die 10 in plaatse lijke organisaties betreft, die plaat selijke organisaties hangen nog in de lucht, terwijl de andere al jaron aan hun Vereeniging betalen. De heer Grunwald vindt, dat de grens, die de heer De Geus stelde, n.1. dat minstons 10 personen eene plaatselijke Vereeniging kunnen vor men, laag is gesteld. Is het niet mogelijk, dat meerdere zulke perso nen, als de heer Verstegen bedoelt, te zamen eene Vereeniging kunnen vormen? Laten we afwachten tot er georganiseerd is. De heer Adriaanso vindt iets billijks in het voorstel-Verstegeu. Spr. wil echter er aan toevoegen, dat do betrokkene een bepaald aantal jaren in de gemeente is. De heer De Geus. Die menschen hebben dan toch zeker gecontribueerd om eene uitkeering te krijgen, maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1