HET OFFERLAM KUNST EN LIEFDE. Wat iedereen wel weten mag. G, J. 0. D. DIKKERS, G. 1. 0. D. DIKKERS, A. ten Klooster, Ass.Apoth., Firma Wed. L. J. GROEN, Zuidstraat 79. N.EISELIN Melange-Boter HELDERSCHE TOOHEELVEREEHIGING „T.A.V.E.N.U." LIEFDADIGHEIDS-UITVOERING Heldersche Aufo-Verh uurinrichting. WINTER-HANDSCHOENEN HELDRIA". Keizerstraat 93 Alléén-verkoop der echte TEUFEL-BUIK60RDELS enz. GOLDSCHMEDING. T. van Zuylen, BEBR. HERSCHEL, Koningstr. 23, Onze Naam R. BAKKER Dz., Keizerstraat 56. W. J. WINTER, Handel in Religieuse Artikelen. Kerkgracht 63. Hoezeer de chemie bankroet ge maakt, heeft in de geneeskunde is vrij algemeen bekend. Men geneest geen krankheden door chemische produc ten, die voortgekomen zijn uit de retorten der laboratorieo. De mengsels die de. chemie ons aanbiedt, zijn wer keloos; zij kunnen ons leven niet onderhouden en ons ook niet de go zondheid hergeven. De wezenlijk heil zame middelen komen tot ons uit planten en kruiden. Het zijn de plan ten en alléén de planten, die in staat zijn werkelooze minerale stof te vor vormen tot levende zelfstandigheid. Men zal dit misschien beter ver staan wanneer wij de werking van het minerale staal vergelijken met het plantaardigeu. Prof. Rossbach, de be roemde geloerde uit Java, constateerde dat het staal een van de weinige mid delen is, over wier geneeskracht do^ geneesheeren het nu eerst met elkan-" dor ééns zijn. En tochDe recep tenboeken wemelen van staal houdende middelenhet eene wordt nog warmer aanbevolen dan het andore, en bijna allen zijn onnut; sommigen zelfs zijn schadelijk. Kent gij niet die arme patiënten, die op raad van hun docter al maar 3taalpillen slikken, soms jaren achteréén, en die erger worden in plaats van beter?. Het heele meuschelijke lichaam be vat. niet meer dan 3.07 gram ijzer. Werd nu het -minerale staal dadelijk in het bloed opgenomen, dan was het cene eenvoudige zaak om iemand van bloedarmoede te genezen. Maar daar ligt juist de moeilijkheidHet mine rale staal wordt niet geresorbeerd; niet het bloed opgenomen 't gaat meeat onverteerd het lichaam uit; en doet het organisme geen goed. Hpt organische staal, zooals het in som mige planton wordt aangetroffen, wordt voortreffelijk geresorbeerd, in het bloed opgenomen; maar het be vindt zich meest in zulke kleine hoe veelheden inde staalhoudeude kruiden en planten, dat de officiéele weten schap er op neerzag, en het eene „quantité" légligeable" achtte in den letterlijken zin: een hoeveelheid die verwaarloosd mocht worden. En tocli, wanneer nu ineen aftreksel van staal- houdende kruiden een heei kleine hoeveelheid plantaardig staal wordt aangetroffen, maar die heel kleine hoeveelheid wordt opgenomen in het bloed, doet dan dat kleine minimum niet meer goed aan het verzwakte lichaam dan een groote hoeveelheid, die het bloed niet opneemt? Welnu, aan doze voorwaarde vol doet de Sanguinose. Langen tijd vóórdat de Sanguinose aan dc- markt gekomen was, had prof. Bunge geleerd: „het Ijzer is in ons voedsel niet anders aanwezig dan in uiterst gecompliceerde verbindingen; gevormd door de levenwekkende wer kingen der planten, wordt het alleen in plantaardige verbinding opgeno men in orgauisme". Tal van medici hebben hetzelfde geconstateerd, en de groote prof. Nothnagel uit Weenen zegt het met zooveel woorden, dat de anorganische Ijzerzouten zonder uit werking zijn in eene massa vormen van bloedarmoede (anaemie). Het staal is ons van geen nut of voordeel, hetzij wij gezond of ziek zijn, dan wanneer het ons in organische verbinding wordt toegediend door de plant. Aan deze voorwaarde voldoet de SaDguinose. Zy biedt ons menschelijk organisme het staal dat in de kruiden zelf aanwezig is en uit die kruiden wordt afgezonderd. Alleen reeds hier om verdient de Sanguinose eene eere plaats in de behandeling van zwak ken, herstellenden enzwangeren; en mag zy met aandrang worden aanbe volen aan alle over vermoeiden, over werkten, verzwakten, neuraslheni- schen, bleekzucbtigen, armbloedigen, kortom aan die allen bij wie rijkdom van het bloed verminderd is. Voor dien uitgebreiden kring van zwakker, en lijdenden is de Sunyuinose een plantaArdig tonidum van den eersten rang, Verkrijgbaar by Apothekers en Dro gisten. VAN DAM eu Co., de Riemeratraat 2c/4. Den Haag. (TOT AANGENAME VERPOOZING EN NUTTIGE UITSPANNING). op Vrijdag 12 November 1915, des avonds 8 uur, in „CASINO", geheel ten voordeele van de Afdeeling Helder van de Vereeniging „Tót Steun". OPVOERING VAN Garage: GRAVENSTRAAT. Aanvragen worden aangenomen Kanaalweg 89 en Keizerstr. 61. Beleefd aanbevelend, W. PRINS. H Blijspel in 3 bedrijven, naar het Duitsch, van Oscar Walther en Leo Stein. Entr'acte muziek welwillend aangeboden door het Casino-Orkest Prijzen der plaatsen1e Rang f 0.75, 2e Rang f 0.50, 3e Rang f 0.30. Geen verhooging voor stedelijke belasting. Kaarten verkrijgbaar in de Boek winkels van de Heeren MAAS, Ka naalweg; DUINKER, Spoorstraat; SPRUIT. Kanaalweg; DE WIT, Kei zerstraat, en EGNER, Keizerstraat, benevens op don dag der uitvoering aan de zaal. Plaatsbespreking op den speeldag van 11-2 uur, fO.lO. Notaris te Texei, zal op Dinsdag 9 November 1915, 'a avonds 7 uur in het Hotel „Texel" aan den Burg op Texel, ten verzoeke van den EdelAchtbaren Heer E. G. GAARLANDT, Burgemeester der Gemeente Gorilichem publiek verkoopen Een zoo goed als nieuw HEEREN HUIS met KOETSHUIS en ERF, henevens een perceeltje WEILAND, annex, een en ander zeer gunstig gelegen aan de Weverstraat aan den Burg op Texel, kadastraal, Sectie K. no. 1102 groot 880 centiaren en Sectie D. no. 2454 groot 480 centiaren, De verkoop geschiedt in 3 per- ceelen, te weten: a. het heerenhuis met achter en op zijde gelegen tuin, groot ongeveer 510 centiaren b. het koetshuis met achtergelegen tuin, groot ongeveer 370 centiaren en c. het perceel weiland annex, groot 480 centiaren. Combinatiën worden voorbe houden. Aanvaarding 15 November 1915. Betaling 1 Januari 1916. Notaris te TEXEL, zal op ZATERDAG 6 NOVEMBER 1915, des avonds om 7 uur, in het Loge ment „De Zeven Provinciën", te Oude- schild op Texel, publiek verkoopen een HUIS, waarin sedert vele jaren een bakkerij is uitgeoefend, met erf, staande en gelegen te Oudeschild op Texel, kadaster Sectie D no. 839. groot. 220 centiaren een SCHUURTJE aldaar, kadas ter Sectie D no. 825, groot 19 c.A., en een ERF aldaar, kadaster Sec tie D no. 835, groot 28 c.A. Aanvaarding 15 November 1915. EigenarenMej. de Wed. J. Pz. VERBERNE c.s. ZIJN ELEGANT, STERK, WARM, GOEDKOOP. EENIG ADRES VOOR HELDER: H. SPRUIT, MOLENGRACHT. MAGAZIJN „DE MAGNEET". UITVERKOOP wegens opheffing der zaak. Wegens opheffing der zaak zullen alle voorradige religieuze artikelen, Kerk- en Devotieboeken, Rozen kransen, Wijwaterbakjes, enz,, enz., tegen verminderde prijzen worden uitverkocht. Aan hetzelfde adres een stel mooie glazen Uitstalkasten re koop. G. J. A. BOSCH, Nieuwstraat 60. 93 HAARHERSTELLER. Voof Uwe Kinderen is „VICTORIA" een onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon 25 en 35 cent. „HEURECA" werkt eveneeus verrassend zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent per flacon. Proefilacon 20 cent. Deze hoofdwaters bestaan uit zuivere extrac tie ve planten stoffen en beantwoorden vol komen aan de eischen, welke men voor dergelijke hoofd waters stelt. Verkrijgb. bij den Heer Wijtsma, Middenstr. en bij den fabrikant S. C. G. de Man, Koningstr. 39. een goed adres voor: Verplegingsartikelen. v.h. Firma De Bie-Biersteker. Koopt steeds tegen de hoogste waarde, Goud, Zilver, Galon, Meu belen, Kleederen en alle voorko mende artikelen. FOTOGRAAF KANAALWEG 3. NIEUWE PRIJSCOURANT 6RATIS VERKRIJGBAAR. PIANO- EN ORGELHANDEL FILIAAL: LAAN 42. - HELDER. Altijd voorradig Nieuwe en 2e hands PIANO'S en ORGELS. tegen zeer billijke prijzen. Termijnbetaling zonder vooruitbetaling. Wij ruilen, stemmen en verhuren. Tevens wordt ieder uitgenoodigd kennis te maken met ons Simpletta- apparaat, door \welke men in een uur tijds leert piano-spelen. Bijzonder aan te bevelen voor Bioscoop, Pensions en Hotels. In onze Filialen wordt beslist zonder prijsverhooging geleverd. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste. Per flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij Spoorstraat, Coiffeur Bij A. BLIKKENHORST is verkrijgbaar Kalfsvleesch, lapjes,50 cent. karbonade 30 vet Schapenvleesch 45 Schapenlapjes 50 Alles per 5 ons. Langostraat 46 HELDER. koopen tegen de hoogste prijzen heele of gedeeltelijke INBOEDELS, en alle andere soorten arti kelen. Aan huis te ontbieden. waarborgt U de prima kwaliteit onzer a 50 cent per pond. R.-K. Koster. Beslist het goedkoopste adres. Belast zich tevens voor de be dieningen van Begrafenissen In nette Uniformkleeding, zoowel binnen- als buiten deze gemeente. Billijke tarieven. Voetbal. Zweden—Oenemarken 0- 2. Op oen hard en glad terrein heeft Zondag de wedstrijd Zweden-.Dene marken plaats gevonden. De konink lijke fapailie heeft den wedstrijd bijgewoond. Er waren 20.000 menschen tegen woordig. Denemarken heeft den strijd met 2-0 gewonnen. (N. R. Ct.j. Kom 't H.B.S.-terrein. S.H.B.S. I Hollandia I. Hollandia speelt den wedstrijd met 10 man, terwijl H.B.S. met het opge geven elftal uitkomt, behalve Schut, die zijne plaats voor den besten H.B.S.-achterspeler heeft ingeruimd. H.B.S. speelt met den sterken wind mede en is dan ook overheerschend sterkertelkenmale brengt de i voor op en gaat samenspelend met den rechtsbinnen op 't Hollandia- doei af. Bij een dezer aanvallen krijgt Vos den bal, passeert handig eenige spelers en geeft met een keurig, hard schot in den linker-bovenhoek zijne club de leiding. Hollandia trapt af, de voorhoede neemt de bal mede, de rechts binnen schiet, maar Dijkshoorn werkt den "bal hoekschopdeze wordt goed ge nomen, maar niet benut. Dan gaat de groen witte voorhoede er weer van door, de mid-voor geeft over naar den links-binneD, deze zendt een tam schot, in, dat de invaller doelman door zijne handen heen laat gaan. De Hollandia voorhoede brengt dan weer op, de links-buiten toont zich een vlug en handig speler, zet goed voor, maar de bal wordt naast ge schoten. De uittrap belandt bij Stoffels, deze geeft over aan Vos, en met 3 tegen standers rondom hem, kogelt' hij hard in en geeft den doelman geen schijn van kans. Met dezen stand gaan de spelers theedrinken. Na de rust is het met de H.B.S.- overbeersching gedaan, maar door het goede spel der achterhoede krijgt Dijkshoorn heel weinig De Hollandia-voorhoede komt telkens opzetten, Eenmaal slaat een speler den bal in het doel, maar deze wordt weggewerkt. De scheidsrechter had het niet gezión, terwijl de' grens rechters ook geene opheldering kon den geven, daar zij te ver weg ston den. (Eon der grensrechters was iemand uit Hoorn). Hollandia is echter niet ontmoe digd eu komt telkens weer opzetten, maar de H.B.S. achterspelers eu soms de doelman zuiveren hun gebied met verre trappen. In den stand komt geene verandering meer en als de scheidsrechter het einde fluit van dezen forschen, soms (enigszins ruwen wedstrijd heeft H.B.S. met 3-0 ge wonnen. Door het gelijkspelen van W.F.C. en Holland komt H.B.S. weer op de 2e plaats en bestaat er weer eene kleine kans op het kampioenschap willen de H.B.S.-ers er echter gebruik van maken dan zal de voorhoede meer moeten samenspelen en vooral ook hunne buitenspelers, die goed werk leverden, meer aan het werk moeten zetten, waardoor het spel meer open en daardoor productiever worden zal. Ondanks het koude weer woonden 400 bezoekers den wedstrijd bij. Van het H.f.C.-terrein. H.F.C. II K.F.C. I. Precies om 2 uur blaast scheids rechter Kubbe beginnen en is H.F.C. door het te laat komen van een der spelers slechts met tien man. Er ontwikkelt zich direct een pittig spel, met H.F.C. iets in de raoerderheid. Vooral doen Dorlljn en Goes goed werk, de eerste door zijn mooie voor zetten de tweede door zijn taktisch afnemen. Feij als center-voor krijgt dan ook zeer spoedig zeer mooie kansen, maar benut deze niet door te lang talmen. De gasten raken wat ingespeeld en bezoeken ook nu het H.F.C. doel, doch keeper en backs geven niet thuis. Inmiddels is ook de elfde H.F.C.-er verschenen en in goed samenspel gaat het keer op keer op 't K.F.C.-doel af. Daar be letten echter de rechts back en vooral de keeper, die uitmuntend werkte, voorloopig doelpunten. Eindelijk heeft Felj na een scrimage succes, door den bal precies in den hoek in te zetten. H.F.C. heeft de leiding en blijft sterker, maar tot meqrder doelpunten komt het niet en reeds dachten wij de rust met 1-0 voor H.F.C. te zien aanbreken, als wij K.F.C. plotseling een door braak zien doen en op Kwast zien aanrennen. De mooi ingezette bal wordt echter goed door Kwast opge vangen, en reeds zal hij haarretour- neeren als een der voorhoede-spelers van K.F.C. hem haakt, zoodat èn keeper èn speler op den grond liggen te .rollen, en de nu ontglipte bal, zonder moeite in het net wordt ge deponeerd. Dit punt werd, onbegrijpelijk, door den heer Scheidsrechter toegekend. Zoo breekt de rust aan. Na de aan vang blqkt de spelkwaliteit van beide elftallen enorm gezakt te zijn en wordt het, behoudens enkele malen, een heen en weer getrap. Memoreeren wij nog even een kansje voor K.F.C., waar de mid-voor alleen voor de keeper staaDde nog naast weet te schoppen. Ook H. F. C. verknoeide keer op keer eenige prachtkansen. De stand bleef 1 1. Tegen het toegekende punt aan K.F.C. werd appèl aangeteekend. UIT DEN OMTREK. Texel, 1 November. De afd. Texel van de „Maatschappij tot Nut v. 't Algemeen", hield heden eene vergadering in hotel „Texel" te Den Burg. De voorzitter, de heerj Leopold, opende de vergadering met een wel kom aan allen en gaf het woord aan den spreker, Ds. M. Huizinga, Doops gezind predikant te Schagerbrug (Noord- en Zuid Zypej om te behan delen zijn onderwerp „Jeruzalem", door Selma Lagerlöf. Spreker gaf eerst een definitie van het woord dichter, om daarna te schetsen de schrijfster in haar edelste werken, die geven een lach naast een traan, zooals de wereld die te zien geeft. Zulk een boek is „Jeruzalem" dat zegt, dat- zij veilig gaan, die op Gods naar w#rd met diepe aandacht ge luisterd, waarop applaus volgde. De spreker ontving den besten dank van den voorzitter, die hier mede zeker sprak als tolk van de vergadering. Met dank aan allen voor de belang stelling, werd de vergadering gesloten. Texel, 3 November In het zeegrasbedrijf is zooveel verbetering gekomen, dat de prijs is gestegen tot f 8.50 a f 3.60 per 100 K.G. Tot dien prijs is reeds heel wat zeegras afgeleverd. Nu echter het natte weer ia ingetreden, kan er weinig meer worden klaar gemaakt voor afscheping. Er zijn echter groote hoeveelheden in voorraad, om in 't a.s. voorjaar te kunnen verhandelen. Gisteren werden hier van de groote najaarsmarkt te Alkmaar aangevoerd 125 stuks rundvee. Er wordt nog elke week veel rund vee aangevoerd. Met de garnalenviascherij is eeu aanvang gemaakt. De vangst is nog niet ruim. Heden werden de eerste manden garnalen uitgevoerd. INGEZONDEN. Zweden is het land der schrijfsters en der schrijvers, omdat men daar vindt een omgeving die begeestert en verheft. Natuurlijk zijn ook daar door vele legenden ontstaan. Daar heeft de schrijfster hare meesterlijke werken geschreven, waaronder ook genoemd mag worden haar aardrijkskundig schoolboek, vol van legenden. „Jeruzalem" is een heldendicht in vier afdeelingen: „Opwekking van het geloof", Het wortelschieten van dat geloof", „Verplaatsing in het leven, dat de pelgrims daar hebben geleefd en geleden". Hieromtrent werd het een en ander uit het boek voorgelezen, waarnaar met onverdeelde aandacht werd ge luisterd. Zonder twijfel was dit dan ook een van de schoonste deelen uit het boek. In het vierde gedeelte wordt een beschrijving gegeven van het frissche, verheffende kolonieleven, daar gebracht door Immar Immarsen, die als lijfspreuk had: „Wij behoeven alleen maar Gods wegen te gaan." Ook uit dit gedeelte werd het een en ander gelezen, dat de vergadering boeide. Gevoeld werd zeker duidelijk dat men voor een edel leven alleen dat heeft te doen, wat goed is. En zeker zal ook menigeen de begeerte gevoeld hebben, om eens in den stillen huiselljken kring nader kenüis te mogen maken met de mooie, diep gevoelde denkbeelden van Selma Lagerlöf, waarvan slechts weinig ge geven kon worden, doch waarvan de brokstukken op meesterlijke wijze door den spreker aaneengeschakeld werden, zoodat men een mooi over zicht ontving van het bovenbedoelde koloniale leven. „Waarom", zoo vroeg spreker, „kunnen wij niet allen leven als de Immarsen, en waarom moeten we steeds elkander belagen om het leven onaangenaam te maken Evenwel wordt door de schrijfster ook gegeeseld het peuterige leven, waarin de kolonisten meermalen ver vallen door het plukken en drogen van bloempjes, die dan als reliquieén de wereld ingaan, enz. In het geheel deed de spreker uit komen, dat zij, die meenen Gods wegen te zoeken en te gaau, dikwijls zelf het minst tevreden zijn. Een luid applaus der vergadering was het loon voor de mooie lezing. Na de pauze droeg de spreker nog voor een kleine schets uit „Onzicht bare Ketenen" van dezelfde schrijfster, getiteld „Het Keukentje". Ook hier Vereeniging „Tot Steun". Zeer geachte Redactie! Mogen wij u nog eens om een beschei den plaatsje in uw geacht blad vragen 't Betreft de vereeniging „Tot Steun". Haar werk mag bij de ingezetenen onzer stad wel als bekend worden verondersteld, maar wij meenen in den laatsten tijd te bemerken, dat men onze vereeniging „Tot Steun" gaat verwarren met het Steuncomité. Deze twee hebben echter niets met elkaar te maken. Het Steuncomité verschaft hulp in möbilisatie-nood, onze vereeniging „Tot Steun" trekt, zich het lot aan der ongelukkige verwaarloosde kinderen, wier ouders uit de ouderlijke macht zyn ontzet. „Elk menscheuleven is van oneindige waarde" is haar zinspreuk, eu zij tracht te redden, wat anders onher roepelijk verloren ging, menigen armen, verwaarloosden stumper op voedend tot een nuttig lid der maat schappij. Waarlijk, een werk, dat op aller sympathie en hulp aanspraak maken mag. „Tot Steun" is noodlijdend. Wij hebben thans20 kinderen te verzorgen en daarvoor is heel wat noodig I Elke vereeniging, die niet langer kan be staan, moet haar werk laten varen. Maar dat kunnen wij niet doen. Wij kunnen toch kindereD, over wie wy de voogdij eenmaal op ons genomen hebben, niet aau hun lot overlaten, maar moeten ons werk wel voortzetten tot zij tot zelf standigheid gekomen zijn. Wij doen met vertrouwen dan ook een oproep op den liefdadigheidszin onzer plaatsgenooten, te meer, waar wy pas hebben gezien aan den uitslag der gehouden fancy-fair, dat daarop te vertrouwen valt. De Tooneel vereeniging „Tavenu". wil ons helpen, door op Vrydag 12 November een uitvoering ten bate van „Tot Steun" te geven. Helpt nu allen.mee, om deze liefdadigheids- uitvoering te doen slagenLaat nie mand de Dames, die straks kaarten komen verkoopen, teleurstellenen mocht er kaus op zyn, dat zij u niet thuis treffen, och, geef dan opdracht om kaarten te koopen aan wie wel thuis biyft, opdat zij geen vergeefscha reis maken I Dat die uitvoering veel te genieten zal geven, ook daarvoor staat de naam „Tavenu" u borg. Met beleefden dank voor do opname van het bovenstaande. Ds. J. W. Poort, Voorzitter. Mej. A. Snellen, le Secretaresse. Mevr. De Brüijn - van ringelkbtbrn, 2e Secretaresse. Ds. J. Koster, Penningmeester. Mevr. De Boer—Jongkees. Mevr. Reitsma—van den Bebs. Mevr. De Ven—Boon. L. M. J. Gbegory, Luit. ter zee ie kl. FEUILLETON. HOOFDSTUK I. Op een buitengewoon warmen na jaarsdag van het jaar 184 zaten op een duintop van het eiland Ameland een jonkman en een oude vrouw naar de zee te staren. Er hing een lichte nevel, maar deze be lette de zou niet hare lachende stra len op de schuimende golven neer te zenden. De béide menschen in boersche kleeding schenen droevig gestemd te zyn. Dat bleek ook uit het gesprek, dat zy voerden. „Je zal het elders ook niet beter hebben dan hier," zei de oude vrouw. „Dat geloof ik niet, moeder," meende de jonkman. „Als ik geld genoeg had om te leeren en naar een groote stad kon gaan, behoefde ik hier myn leven niet te sUjten met garnalen visschen en netten breien. Ik kom hier nooit verder". „Maar waar wil je het geld van daan halen?" hernam zijne moeder bedrukt. „Ik bezit niets dan het huis en het kleine pensioen uit het loods- fonds. Ik zou alleen het huis kunnen verkoopen". „Dat niet, moeder! U het laatste ontnemen wat gy hebt, het huis en het stukje aardappelenveld? Dat zou slecht van mij zijn, daarop ga ik nooit in". „Nu, je zou het mij later, als het je goed gaat, -kunnen teruggeven". „Wie weet, hoe lang dat duurtU zou dan om my het huis uit moeten en bij anderen inwonen, op uw ouden dag gebrek lijden en de ver diensten missen, die de twee kamers u van de badgasten opbreDgen. NeeD, moeder, dat zou mij allen moed be- „Een moeder kan voor haar kind veel doen," zei de oude vrouw, ter- wql zij naar een rookwolk in de verte keek, die langzamerhand dik ker werd en waarby de scherpe ïy'nen van een groote stoomboot zichtbaar werden. „Ik kan ook een hypotheek op het huis nemen". „Dan moet u van uw armoede rente betalen en als u dat eens een keer verzuimt, nemen ze u het dak boven uw hoofd weg. Dat nooit, moeder! Zóó ga ik niet weg". „Ja, Ate, dan zal er moeieiyk wat op te vinden zijn. Als je naar een vreemde stad gaat om te leeren, heb je veel geld noodig. Ten eerste moet je leven, op z'n stadsch gekleed gaan en bovendien je leermeesters betalen. Met minder dan drie honderd gulden per jaar kan je het niet klaarspelen". „Dat zou het stellig wel kosten," zei Ate met een diepen zucht, „ook al zou ik kosteloos op de teeken- school komen. Dat gebeurt wel meer met jongelui, die aanleg .hebben. En dat heb ik ook". „Ja, dat heb je," beaamde zyne moeder met een droevige ongelukki- gen blik op haar zoon. „Je hebt door je talent steeds iedereen in verbazing gebracht. Menig vreemdeling, die op het eiland kwam, heeft al beloofd je voort te helpen". „Maar geen van hen heeft woord gehouden. Ik kan ook ook al een weinig met olie en waterverf schilderen. Dat heeft de kunstschil der Ludinga, die twee zomers by ons woonde, mij geleerd. Doch wat helpt dat? Ik heb daardoor slechts ingezien, wat ik niet kan, en dat ik uit my zeiven nooit iets goeds kan worden. Een stumper blijf ik hier, niets dan een ellendige stumper!" „Maar hoe moeten we bij onze armoede 3an geld komen Ik zou van Date Folkersma wel zeshonderd gulden op het huis kunnen krijgen?" „Neen!" riep Ate uit, terwijl hy driftig opsprong, „Folkersma wacht er maar op om het huis te kunnen inpalmen. Hy heeft het voor zyn nieuwe badhotel noodig. Dan wil ik nog liever hier mijn leven lang netten blyven breien en garnalen of schelpen visschen". „Maar wat dan, Ate?" vroeg de oude vrouw treurig. „Je bent nu al vyf en twintig jaarje kan niet lan ger meer wachten". „Nu, dan blijft het maai", zooals het is," antwoordde Ate, terwijl hij somber voor zich neerzag en treu rig met de hand door het lange, blonde haar woelde. „O," zuchtte zijne moeder, „wat is het zwaar en bitter, arm te zyn, als meD zijn kind daaronder moet zien ïyden Bij deze woorden liepen haar groote tranen over de bruine vermagerde .,Misschien hebben we nog wel eens een buitenkansjedat is al me nigeen overkomen. Waarom zou daf by mij ook niet kunnen?" zei Ate om haar wat te troosten. Maar men kon aan zyn stem hooren, en aan zyn somberen blik zien, dat hy niet veel hoop had op zulk een verande ring van zyn levenslot. De oude vrouw was nu ook opge staan, en zwygend wandelde het tweetal naar den grijzen kerktoren. De lage huizen, achter een rij witte zandheuvels, vormden het dorpje, waar de weduwe Jansma en haar zoon woonden. In den daaropvolgenden nacht sloeg plotseling het weder om. Er kwam een hevig onweer opzetten. Onop houdelijk rolde de donder en de blik semstralen volgden elkander zóó snel op, dat vaak het eiland en de ko kende zee eenige minuten lang door een blauwachtigen vuurschijn ver licht waren. Een woeste stormwind was opgestoken. De daken der huizen schudden zoo danig, dat de bewoners elk oogenblik vreesden, dat zij zouden worden weggerukt. Niemand bleef dan ook in bed. Den volgenden mor gen bleef de lucht donker, donderend beukten de golven het strandde zee scheen hot. eiland te willen ver zwelgen. De schippers en visschers stonden op het duin en keken uit, of er ook schepen te dicht by het eiland kwamen. Dan moesten zy onvermy- delyk schipbreuk lijden, en kwam er werk: de bemanning en de passa giers moesten gered en de lading ge borgen worden. Zulk werk leverde altijd goede verdiensten op. Er was evenwel niets te zien dan in de verte de rook van twee groote stoombooten, de ondanks den storm in den goeden koers bleven. Tegen den middag werd het kal mer, en de wolken verspreiden zich. Met het opkomen van den vloed brak de zon door. De lucht werd langza merhand helder, en toen de avond viel, zag men de sterren aan den he mel schitteren. Ate Jansma lag op zyn schamel bed. Hij kon niet in slaap komen. Eindeiyk stond} hy op, kleedde zich aan, en ging naar het strand, zooals hij in slapelooze nachten dikwyls deed, De maan wierp haar licht op den golvenden zeespiegel en het natte strand. Dicht langs het water liep hy op het vaste zand voort. Het was er stil en eenzaam. Nergens was een spoor van eenig levend wezen te zien. En te hooren was er niets dan het gedruisch van de af- en aangolvende baren. Daar bemerkte zyn scherpe blik in de verte iets donkers op hetraatver- lichte strand. Toen hy naderbij kwam, nam dat zwarté voorwerp een meer bepaalden vorm aan, en begon op een omgekeerde boot te lyken. Ate liep sneller voort. Jawel, het was een boot, die met de kiel naar boven op het strand lag. Nu was hy er; bij. Het was een sloep, zooals de kapiteins van groote schepen gebruiken om het verkeer tusschen hun voor anker liggend schip en den vasten wal te onderhouden. Een paar groote roeiriemen staken er onder uit. Met inspanning van al zyne krachten trachtte Ate Jansma de boot om te keeren. Zij was nat en glibberig, zoodat hij nergens hou vast vond. Eindeiyk slaagde hy er in, door den schouder er onder te zetten. En daar zag hy tot zyn schrik een net gekleede vrouw voor zich liggen, die door de boot was bedekt geweest. Haar lang, zwart haar hing los in het zand, en de doornatte kleeren kleefden haar aan het lichaam. Ate lichtte haar hand opdeze was koud, en de arm viel zwaar neer, toen hij haar losliet. Hij knielde bij het lichaam neer en keek in een fijn, jeugdig gelaat. Het was doodsbleek, alleen de lippen schenen in het onze kere, matte maanlicht akelig rood. Hy bekeek het gelaat eenige oogen- blikken, en legde toen zyne hand op het voorhoofd en de wangen. Wat waren die koud. Hij bracht zyn oor by haar borst en luisterde, doch te vergeefshet hart stond stil. De arme, jonge vrouw was ongetwijfeld dood. Maar wat was dat? Ate huiverde. De oogen van de aangedre vene stonden thans wyd open,' en schenen hem ernstig bestraffend aan te zien. Waren zy straks gesloten geweest Dit wist Ate niet zeker. Hy drukte ze dicht. Het eene oog bleef dicht, het andere ging langzaam weer open. Ate voelde medeiyden met de doode hy vond, dat zy een eigenaardige schoon heid bezat. „Ik zal zorgen, dat de vloed, haar niet meer meeneemt, mompelde hy, nam het lichaam op zijne armen, en droeg het verder het strand op. Daar viel iets op zijne voeten. Het was een lederen tasch met stalen beugelde doode had die zeker aan den arm gehad. Ate legde haar neder, opende de tasch, die niet gesloten was, en vond daarin een groote portefeuille. Deze laatste was vol geldswaardig papier. Hij nam de biljetten er uit, en las op één er van, dat byna droog gebloven was„Duizend mark". Snel borg hy de papieren weer in de portefeuille, stak die by zich, nam de drenkelinge weer op, en droeg baar verder. Toen hy op het droge zand gekomen was, legde hy haar neder. De maan stond nu hoog aan den hemel het kon ongeveer één uur na middernacht zyn. De sterren schitterden aan het luchtruim. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4