HELDERSCHE COURAH7
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
No. 4552
ZATERDAG 4 DECEMBER 1915
43* JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 05 cf., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 52'/2 0.85
Modeblad 65 75 1.00
Voor hef Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededoelingen van 1 tot 4 regels 75 oent Elke regel meer 15 cent
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2A oent
Op* ep ondergang van Zon en Maan
on tijd van hoogwater (Texel).
Sïu,
Dec. oponderoponderv.m.n.m
Zondag 6 m. 6,82 a. 3.9 7,54 3.47 8.2 6.46
Maandag 8.2 2.6S 7,66 8.47 7.2 7.87
Dinsdag 7 9.20 3.66 7.67 8.46 7.68 8,36
Woensd, 8 10.16 6.19 7.69 3.46 8.64 9.18
Dondord. 9 „10.63 6.61 8,0 3.46 9.47 10.-
Vrjjdag 10 ,11.18 8.22 8.1 8.46 10.38 10.47
ZaUïdag 11 1186 9.48 8,2 8.45 11.28 11.34
Hst 250-Jarlg bestaan der
mariniers.
Op den lOen December a.s. zal
het. korps mariniefs den dag herden
ken, waarop vóór 250 jaar het eerste
regiment zeesoldaten werd opgericht.
In „Het Nederl. Zeewezen" worden
over dit korps bijzonderheden mede
gedeeld door den oud-kolonel J. R.
J. P. Cambier, welke wij met instem
ming hieronder doen volgen.:
Het mindere personeel onzer oor
logsvloot bestond oorspronkelijk uit
bootsgezellen en landsoldaten. De
bootsgezellen werden aangeworven
als een schip in dienst kwam, en de
soldaten gelicht uit het staande leger.
De soldaten onderhielden, in het ge
vecht ter zee, het geweervuur, dat
dikwijls een groote rol speelde inde
toen gevolgde strijdwijze, waarbij de
schepen elkander tot op zeer korten
afstand naderden. Yerdor vertegen
woordigden z|j aan boord het militaire
•loment en waren bestemd tot het
doen van landingen.
Het gebruik van landsoldaten ter
zee voldeed echter geenszins, iets dat
vooral uitkwam in den eersten En-
gelschen oorlog. Onze groote raad
pensionaris Jan de Witt, die destijds
het roer van Staat in handen hield,
wendde het nu daarheen, dat er een
marineregiment in 't loven geroepen
zoude worden. Voorgelicht door de
gecommitteerde Raden, en op advies
van den luitenant-admiraal De Ruyter,
besloten de Staten van Holland op
10 December 1665, om de toen in
Hollands zeedienst staande soldaten
te ontstaan, en dadelijk daarna een
regiment der marine, met eigen offi-,
eieren, op te richten. Dit regiment,
onder bevel van den kolonel Willem
Joseph baron Van Ghent, telde 8
hoofdofficieren, 16 kapiteins en 2330
man, .verdeeld in 19 compagnieën.
Het werd saamgesteld uit bevaren
lieden, en moest, behalve aan boord,
ook aan den wal dienst doen.
10 December a.s. zal het dus 2£
eeuw geleden zyn, dat de geschiede
nis der mariniers aanvangt, welke
schitterend ineengeweven is met de
krygshistoriën onzer zee en land
macht. De mariniers zijn tal van
malen gereorganiseerd, zelfs zijn zij
van 16791696 van 's werelds scbouw-
tooneel verdwenen, maar telkens bleek
weer ten volle het nut van hun be
staan. Hun geschiedenis is beschreven
in twee elkander aanvullende werken,
n.1.: „De geschiedenis der mariniers
van 1665 tot heden (1867), door P.
A. Leupe, oud majoor, en F. A. van
Braam Houckgeest, le luitenant bij
het korps mariniers; en „De Neder-
landsche mariniers van 1665 tot
1900, een korpsgeschiedenis", door
J. R. J. P. Cambier, luitenant-kolonel
dor mariniers.
Uit deze. gedenkboeken blijkt het
volgende
Behalve Hollandache zfin er ook
Zeeuwsche en Friesche mariniers
geweest. De zeesoldaten namen roem
rijk deel aan den Tweeden Engelschen
oorlog, en hunne hoofdofficieren waren
toen commandant van een oorlogs
schip. Van Ghent's naam Is verbonden
aan den glorierijken tocht naar Chat-
tam, da^r hij, die ook tot luitenant-
admiraal van Holland benoemd was,
het bevel voerde over het gros van
fregatten, waarmede deze onder
neming. volvoerd werd.
In 1666 bestemden de Staten van
Holland 20 compagnieën der land
militie voor den dienst aan boord,
die in 1669 vereenigd werden tot
een tweede regiment mariniers, onder
bevel van Gsorge Joban Warnard,
Vrij heet; van Weede, heer van Walen
burg. De sterkte van het regiment
van Van Ghent werd toen ook op
20 compagnieën gebracht.
In fie lente van 1672 verklaarden
Frankrijk, Engeland, Munster en
Keulen den oorlog aan onze kleine
republiek, die eene uitstekende zee
macht had, maar een leger, dat
schandelijk verwaarloosd was. De
sterkte der mariniers werd toen op
94 compagnieën gebracht. In den
slag by Solebay (7 Juni 1672), waarin
de vereenigde Engelsche en Fransche
vloten door ons verslagen werden,
sneuvelde roemvol de luitenant-admi
raal Van Ghent, en het bevel over
diens schip ging op 'den kapitein der
mariniers Van Panhuyzen over, tot
ook hem een lot trof als van z(jn
kolonel. Van Ghent werd begraven
in de domkerk te Utrecht, waar een
praalgraf, opgericht door de Staten
van Holland, zijn laatste rustplaats
aanwijst.
Door genoemde overwinningen kon
den een aantal compagnieën ontsche
pen, om de benarde landmacht ter
hulp te komen. De Fransche, Munster-
sche en Keulsche troepen hadden
zich als een vloedgolf over ons land
verspreid, tot de vijand gestuit werd
op de Oostelijke grenzen van Holland,
waar ons veldleger, ten slotte slechts
9090 man sterk, onder bevel van
Prins Willem van Oranje, had post
gevat, veldversterkingen opwierp, en
zich dekte door onderwaterzettingen.
De ontscheepte mariniers werden over
de gevaarlijkste posten verdeeld, waar
zij Zich weldra onderscheiden zouden
door stoutmoedige daden, o.a. in den
aanslag op Woerden. Ook tal van
zeeofficieren en matrozen namen
roemvol aan de verdediging te lande
deel.
In 1673 werden de zeeslagen bij
Schooneveld en Kijkduin geleverd,
welke laatste geheel ten voordeele
onzer vloot beslist werd. Na de over
winning ontscheepten de mariniers
om weder te lande te dienen. Zij
namen deel aan de bestorming en
verovering van den bedekten weg
te Naarden, welke vesting in handen
der Franschen was, doch spoedig
daarna moest capituleeren. Hun regi
menten Palm en Van Weede vochten
in 1674 moedig mede in den slag
bij Seuef: kolonel Palm sneuvelde,
en generaal-majoor Van Weede werd
gewond.
Na den vrede te Nijmegen werden,
om te bezuinigen, de mariniers afge
schaft, een maatregel, die in 't geheel
niet voldeed, waarom in 1699, op
aandrang van den grooten stadhou
der Willem III, drie regimenten wer
den opgericht onder bevel der kolonels
De St. Amant, Van Swansbel en
baron De Sparre. Spoedig daarna
treffen wij hen aan op de schepen,
die de Duinkerker kapers bevochten,
terwijl zij een werkzaam deel hadden
aan onze krijgsverrichtingen in SpaDje,
tijdens den Spaanscben successie
oorlog, o. a.het beleg van Cadix
de landing in de baai van Vigos;
de inneming der vestiDg Gibraltar,
welker rotsen door Engelsche en
Hollandsche mariniers beklommen
werdenhet beleg van Barcelona, en
de beroemde verdediging dezer stad
tegen de Franschenhet beleg van
Alicante; den slag by Almanza en
het beleg van Lerida. Na den vrede
in 1713 keerden zij in de republiek
terug, doch na zoovele jaren vechtèns
was er niet veel van hen overge
bleven.
Twee neger opstanden in West-
Indië zijn door de mariniers gedempt,
te weten in Berbice (1764) door het
regiment De Salve, en in Suriname
(1772—'76) door het regiment Four-
geaud, dat zeer zware verliezen leed,
zoodat slechts 100 man in Holland
terugkeerden.
Aan den zeeslag bij Doggersbank
namen ruim 800 mariniers deel.
In 1798 behoorde tot de zeemacht
een korps koloniale mariniers, infan
terie en artillerie, dat gedeeltelijk
van 1803—1806 als bezetting in de
Kaap de Goede Hoop dienst deed,
tot na de capitulatie dezer kolonie.
In 1814 werd onze zee- en land
macht opnieuw georganiseerd, en een
bataljon mariniers opgericht, dat in
den loop der 19e eeuw aangroeide
tot een korps van 2200 man.
In de 19e en 20 eeuw is denaam
der mariniers als onderdeel der zee
macht verbonden aan tal van expe-
ditiön en oorlogen in Oost-Indië;
bovendien aan het bombardement van
Algiers, den oorlog teg8n Belgis (de
muitelingen noemden hen „hoedjes-
mannen"). en de expeditie naar de
kust van Guinea.
Bij de vrijverklaring der slaven in
Suriname (1862) ging 200 man van
het korps daarheen, ter handhaving
der órde.
Na de mislukte eerste expeditie
tegen Atjeh, werd tusschen 1873 en
1876. bij het Indische leger 660 ma
riniers ingedeeld. Zij namen deel aan
de omtrekking van den kraton, en
andere gevechten te Atjeh, leden
zware verliezen, en maakten tijdens
den bekenden tocht van generaal Pel
door de VI, IV en IX moekims
tenslotte de lijfwacht uit van dezen
opperoffleier en zlju staf.
In 1900 had de boxeropstand in
China plaats, waarbij het Nederland-
sche legatiegebouw te Peking af
brandde. Na 1901 wordt ons gezant
schap aldaar bewaakt door een wacht
van mariniers. Als bijzonderheid zij
gemeld, dat tot den dienst van dit
detachement behoort: het verstrekken
van een escorte te paard aan Hr. Ms.
gezant, wanneer Z. E. offlcieele be-
Aan deze dorre opsomming van
feiten "wordt toegevoegd, dat toen in
1914 de wereldoorlog uitbrak, nadat
zee- en landmacht gemobiliseerd
waren, personeel van het korps bij
ons leger| ingedeeld werd; ook be
zigde men het tot bezetting^ van
strategisch gewichtige punten aan ons
kustfront.
Op den 250-jarigen gedenkdag der
oprichting van het eerste, regiment
mariniers zal het korps zich op een
keerpunt bevinden, daar geen eigen
officieren meer aangesteld worden, en
zonder deze een korps onbestaanbaar
is. De toekomst der mariniers is
zoodoende geheel in nevelen gehuld;
heden bewijzen zij nuttige diensten
en wat het verleden betreft, met
fierheid kunnen zij er op wijzen, dat
hun voorgangers roemrijk hun plichten
vervulden ter zee en te land I
(Hbld.).
DE OORLOC.
Da officieels legerberlchten van
1 en 2 December.
Van het W e s t e 1 y k front.
De Fransche en Engelsche berichten
van 2 dezer melden slechts dat ar
tillerie- en mljngevechton plaats had
den. De toestand is onveranderd. Een
nader bericht meldt nog dat de Engel
sche en Fransche batterijen een
weldig bombardement onderhielden,
hetwelk veel schade toebracht aan
de Duitsche verdedigingswerken.
Het Duitsche bericht van 2 Dec.
geeft den toestand eveneens als on
veranderd aan.
Van het O o s t e 1 ij k front,
HetRussische communiqué van den
2en meldt geen gebeurtenissen van
belang. Tusschen Friedrichstadt en
Jacobstadt werd op den linkeroever
van de Duna een vijandelijk bivak
plotseling onder vuur genomen, het
geen den Duitschers op groote ver
liezen kwam te staan. 100 man aan
dooden en gewonden werden achter
gelaten.
Op den linkeroever van de Styr
werd de vijand naar het Z.W. terug
gedreven. Overigens op het front geen
verandering.
Van Duitsche en Oostenrijksche
zijde wordt gemeld dat de toestand
onveranderd is.
Van het Z u i d e 1 ij k front.
De mededeeling van Italiaansche
zijde, dd. 2 Dec. geeft aan dat de
Italianen zich in de veroverde
stellingen nestelden en zich voor de
verdediging inrichtten. De stellingen
der Oostenrijkers werden hevig be
schoten. Verder geen bijzonders.
Het Oostenrijksche communiqué
vau d8n 2en geeft aan dat de Itali
anen weder verscheidene aanvallen
ondernamen. Het bruggehoofd van
Tolmein, de Mrzli Vrh, en de hoogten
by Dolje waren de aangevallen pun
ten. Soms liepen de Italianen driemaal
achtereen storm. Alle aanvallen
werden evenwel afgeslagen. Tolmein
werd daarna hevig gebombardeerd.
Hierop werden nog eenige aanvallen
ondernomen, welke evenmin succes
hadden als de voorafgaande. Dè toe
stand op het front is vorder onver
anderd.
Van het Servische front.
Het Duitsche legerbericht van den
2en deelt mede dat ten Z. van de
Lim Boljanits, Plewlje en Jaboeka
bezet werden. Z.W. van Mitrowitza
werden nog 4000 gevangen en 2
kanonneu binnengebracht.
Volgens het Oostenrijksche commu
niqué slaagde men er eerst na hard
nekkige gevechten in Plewljo te be
zetten. De terugtocht der Montenegrlj-
nen geleek op een vlucht.
Volgens dit bericht zetten ook de
Bulgaren de vervolgiug voort in de
richting van Djakowa.
Volgens het Bulgaarscho legerbe
richt, over de vorichtingcn op 30
November zettende Bulgaren hun
asief voorbij Przrend voort. Verder
wordt aangegeven dat sedert het
begin van don oorlog met Servië
(14 Oct.) tot aan de inneming van
Prizrend (29 Nov.) door de Bulgaren
50.000 man gevangen genomen wer
den. De buit bestond uit: 265 kanon
nen, 136 wagens voor geschutmuni-
tie, ongeveer 100,000 geweren, 86,000
granaten, 8 millioen geweerpatronen,
2350 spoorwagens en 63 locomotieven.
Een bericht uit Sofia meldt nog,
dat de troepen der Entente na een
nederlaag aan de Karasoe achter het
front Kriwolak Rabrowo teruggetrok
ken zijn.
Volgens berichten uit Saloniki, dd.
1 dezer, hielden de Serviërs bij Mo-
nastir nog stand. Een bericht van 2
dezer geeft zelfs aan, dat versterkin
gen naar de stad oprukken. Deze
zouden de stad reeds dicht genaderd
zijn. Zoo zij op tijd aankwamen,
zouden de Serviërs de stad kunnen
behouden.
In Mesopotamië.
Volgens de Turksche mededeeling
van den 2en December gaat het voor
de Engelschen niet meer zoo goed.
In plaats- van klappen uitdeelen,
zouden zij ze nu zelf ontvangen.
Het Turksche bericht meldt dan ook,
dat de verliezen der Engelschen tus
schen 23 en 26 November meer dan
5000 man bedroegen. Op één dag
werden 2900 gewonden met stoom
schepen vervoerd.
Echter wordt van Turksche zijde
thans ook medegedeeld, dat de En
gelschen op den terugtocht stand
trachtten te houden. Dit gelukte
hen echter niet en zü werden nog
verder teruggedrongen naar het Z.,
in de richting van Koet el Amara.
(Volgens een Turksch bericht van
eenige dagen terug was juist bij deze
plaats een groote overwinning be
haald, welk bericht door het thans
openbaar gemaakte, hoogst onwaar
schijnlijk wordt). Thans staan do
Engelschen 170 K.M. ten Z. van
Bagdad. Door de Turken werden
groote hoeveelheden munitie, levens
middelen en verschelden kameelen
buitgemaakt. Ook eenige vaartuigen
met munitie werden door de Turken
veroverd.
Volgens een Duitsch bericht is de
tegenslag der Engelschen te wyten
aan het optreden van verschillende
volkstammen aan de zijde der Turken.
Door deze Arabieren zouden de En
gelschen groote verliezen lijden.
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Heoren Regenjassen, In gummi en
waterproof.
Van af f 17.00.
Nieuwste kleuren en modellen.
De dulkbootenoorlog.
De Engelsche stoomschepen, „Co-
lenso", „Malinche"en „OrangePrince"
zijn in den grond geboord. Van de
twee eerstgenoemde was bekend dat
de bemanning werd gered.
In de Middellandsche zee zonk het
Grieksche stoomschip „Zarifl3". De
bemanning werd. gered.
Aanhoudingen In het Kanaal.
Welke zonderlinge denkbeelden
soms voorzitten bij de autoriteiten
die in het Engelsche Kanaal er voor
waken dat de buitenlandsche vijand
geen handel drijft met den vreemde,
kan blijken uit het volgende geval,
dat geen aardigheid doch historisch
is. 4
Een schip, uitgaande naar Amerika,
werd aangehouden en moest zich aan
een onderzoek laten onderwerpen. Op
de lading was niet de miDste aart-
merking. Alleen er waren eenige
Saksische kanarievogels aan boord
en daarom mocht het schip de reis
niet voortzetten. Alleen toen kon
worden bewezen, dat de voor Amerika
bestemde vogels in Nederland waren
uitgebroed, was het bezwaar opge
heven. (H.blad).
De stamming In Engeland.
Dr. Hans Vorst beschrijft in het
BerlinerTageblatt een in reeks van
artikelen de indrukken, die hij bij
een reis door Frankrijk en Engeland
heeft opgedaan. Hij houdt den lezers
voor, dat het onjuist zou zijn, als
men in Duitsehland de bekende rede
voeringen in het Engelsche Hoogerhuis
als een teeken van zwakheid wilde
uitleggen. Na een kort verblijf te
Londen kreeg hij een algemeenen in
druk van zelfbewuste kracht, en het
hysterische gedoe van sommige Engel
sche bladen schijnt de stemming van
het volk niette weerspiegelen, zegt hij.
„Ik heb integendeel meestal een
volkomen kalme, zakelijke houding
kunnen waarnemen. Een overmatige
opgewondenheid is trouwens het volks
karakter niet eigen. Ik ben daarom
op grond van mijn ervaringen geneigd,
om ook de laatste vredesredevoeringen
in het Engelsche Hoogerhuis al3 een
teeken van die zelfbewuste kracht te
beschouwen. In Engeland voelt men
zich altijd nog sterk genoeg en vreest
daarom niet, dat het als een teeken
van zwakheid zou kunnen uitgelegd
worden, als men in het openbaar uit
spreekt, wat eigenlijk alle volken wil
len den vrede."
De Vorwarts merkt hierbij op„Als
Engeland reeds niet die vrees koestert,
hoeveel minder behoeft de Duitsche
Rijksdag haar dan te hebben, die zich
op de militaire en diplomatieke suc
cessen van het Duitsche ryk kan be
roepen."
BINNENLAND.
Vergiftigingsverschijnselen
te Alkmaar.
Nu uit het nader scheikundig
onderzoek door het Centraal Labora
torium te Utrecht naar eventuo6le
schadelijke bestanddeelen in do ver
schillende eetwaren, door de Alkmaar-
sche depothouders gebruikt op 18 en
21 Nov., blijkt dat niets is gevonden,
met name geen vluchtige vergiftige
stoffen, zware metaalverbindingen;
arsenicum of alkaloïden, heeft het
„H.bld." den depótarts dr. Pameyer
do vraag gestold, of men dus thans
voor een raadsel staat omtrent de
oorzaak der zich voorgedane vergif
tigingsverschijnselen.
Ja, antwoordde hy. Men heeft niets
kunnen vinden en ten opzichte der
zich voorgedaan hebbende verscha
len tast men geheel in het duister.
Kan het ook aan het water gelegen
hebben?
Dit is uitgesloten, noch in eten
noch in drinken is iets verkeerds
Op de vraag naar de samenstelling
van het gebruikte vet moest dr.
Pameyer het antwoord schuldig
blijven, wijl de militaire autoriteit
hierover nog moest worden geraad
pleegd. (H.blad).
Vlschomzet te Umuiden.
In de afgeloopen maand bedroeg
de vischomzet in de RIjksvischhal te
IJmuiden f2.574.968, tegen f 893.983
in gelijke maand van het vorig jaar
en f457.877 in die van 1913.
Vanaf 1 Januari bedroeg de om
zet f6.872.977 in 1913; f6.450.800 in
1914; en f16.238,001 in dit jaar.
Broodkaarten.
Overtreding van de voorschriften
betreffende de broodkaarten-contröle
heeft den burgemeester yan Amster
dam opnieuw genoodzaakt, eenige
bakkers daar ter stede te straffen met
inhouding van de broodkaarten en
schorsing van de levering van regee-
In een geval werd de straf opgelegd
op grond van het verkoopen van
regeeringabrood van te laag gewicht;
een ander geval betrof het by herhaling
▼erkoopen van dit brood met te hoog
watergehalte; de straf werd in twee
gevallen opgelegd naar aanleiding van
verregaande verwaarloozing van de
voorschriften betreffende de invulling
van de broodkaarten.
Voorts werd aan 4 houders van
broodkaarten (broodverbruikers), die
nalieten de handhaving van degenoem-
de voorschriften mogelijk te maken,
meegedeeld, dat hun voor de maand
December geen broodkaart zou worden
verstrekt.
Ontvluchtte gevangenen.
Donderdagnacht zljnop het station
Utrecht twee Fransche soldaten aan
gekomen, die uit het krygagevan gen-
kamp te Friedrichsfeld ontvlucht
waren. Even voor de grens waren
zy in een goederentrein gesprongen
en hadden zich onder steenkolen
verborgen. Te Utrecht keek een hun
ner buiteD den wagen en ontdekte,
dat hy in Holland was.
Een smokkeiaarsavontuur.
De volgende geschiedenis vertelt
„Tubantia".
Zaterdagavond trok een bende van
ongeveer 40 smokkelaars uit, om hun
slag te slaan. Ieder lid droeg opzijn
rug een vrachtje smokkelwaar, dat
bij een eventueel gelukken van den
tocht" een zoet winstje zou afwer
pen. Handig werd gemanoeuvreerd
en de spanning deed de barre koude
vergeten.
Voetje voor voetje ging de stoet,
die reeds op verren afstand duidelijk
afstak tegen het glinsterend wit der
sneeuw voorwaarts, en iedere man
deed zijn best het verraderlijke ge
kraak, dat zich bij iederen pas onvoor
waardelijk liet hooreD, zooveel moge
lijk te dempen. Toch schoot men op,
de ruimte, die nog tusschen hier en
het land van belofte lag. werd steeds
kleiner en 't ging er nu tamelijk se
cuur op gelijken, dat de slag geluk
ken zou.
Nog eenige honderden meters wer
den afgelegd onder stil gegnuif van
kans op een goeden nacht. Dan komt
er plotseling stoornis on op het halt
geroep van eenige soldaten staat
plots de gansche bende als geëlectri-
seerd. Gesnapt, met de „overzij" in
't zicht, schokt» het thans door de
rijen en niemand trachtte, uit vrees
voor een kogel, te vluchten.
Even werd door de nieuwe grens
bewakers raad gehouden, waarvan
het slot was, dat ze de heele sliert
van smokkelaars mede zouden nemen
naar de wacht. Alras bleek echter,
dat de soldaten met het terrein en
de verschillende wegen nog niet
bijster goed bekend waren, zoodat
een der smokkelaars, goeie knul als-
ie was, den soldaten aanbood hun
in weg te wijzen.
En zoo geschiedde. De soldaten
vergenoegd over hun vangst, merk
ten niet het geglunder en gegniffel
onder de smokkelaars. Stevig werd
voortgestapt tot dat op zeker oogen-
blik de vriendelijke geleider der sol
daatjes voorstelde, maar rechtsom
keert te maken, wilden ze niet geïn
terneerd worden.
Wat was het geval? De smokke
laars, misbruik makende van de on
bekendheid met het terrein der sol
daten, hadden onder militair geleide
laDgs een omweg koers gezet naar
de Duitsche grens, welke zij, met.
een genoegen, dat zich voldoende
laat begrijpen, overstaken.
Wat voor gezichten onze soldaten
zetten, werd ons niet medegedeeld,
maar wel, dat; zij met grooten spoed
het Nederlandsch grondgebied weder
opzochten.
Van een dorps-veldwachter.
De politiek brengt soms ln de kleinste
negorijen een jammerlijke verdeeld
heid. De partijen staau vaak vijandig
tegenover elkaar, en soms wordt het
offensief op dusdanige wijze beoefend,
dat bebloede koppen, blauwe oogen
en bloedneuzen het resultaat zyn van
al die droevige dorpspolitiek. Nog
erger wordt het Indien de politiek
geleid en gevoerd wordt door de
machten v&d het dorp.
In een dorpje by Valkenburg, het
heeriyke stadje in Zuid-Limburg, bo
tert het niet te best tusschen den
veldwachter en enkele raadsleden. Op
een goede dag kreeg de Hermandad,
die akkerbouw verrichtte in zijn vrijen
tijd, twist mot een buurman, die
eveneons landbouw-werkzaamheden
verrichtte. Van woorden kwam bet
tot daden en de veldwachter bewerkte
den landman met een stok op het
hoofd. Deze diende een klacht ln by
de Justitie, en de veldwachter hoorde
voor de Maastrichtsche rechtbank f50
boete tegen zich eischen weg
mishandeling van het raadslid.
De veldwachter ontkende de mis
handeling, hem ten laste gelegd; hy
had maar wat geschermd met den
stok, om het raadslid van zich af te
houden.
De verdediger was zoo vriendeiyk
een en ander te vertellen over de
politiek van het dorp. De veldwachter
en de burgemeester hadden beiden
salarisverhooging gevraagd. Doch het
mishandelde raadslid was ér in den
raad vierkant tegen. Vandaar een soort
van rancune I En volgens dienselfden
advocaat zorgt de burgervader er voor,
dat de actie des veldwachters voort
durend wordt aangemoedigd. Och,
burgemeesters, zelfs die van platte
landsgemeenten, zyn ook menschenl
Het raadslid moest ook nog terecht
staan wegens mishandeling van
veldwachter. Doch. zyn edelachtbare
ging biykbaar geheel vry uit, althans
de substituut-officier van Justitie kon
geen aanleiding vinden om tegen het
gemeenteraadslid een strafte eischen.
Zyn requisitoir luidde vrijspraak by
welken eisch de verdediger zich natuur
lijk aansloot. In bewust dorpje zullen
nu wel de aandeelen van den veld
wachter gaan dalen I (Tijd.)
TWEEDE KAMER.
De algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting werden
Donderdag voortgezet.
De heer de Beaufort (v.-l.,
Amersfoort) brengt de pers een woord
van lof ondanks het optreden van
Telegraaf en Toekomst, waarvan de
politieke beteekenis trouwens niet
groot is. Spr. hoopt, hoe begrijpelijk
hij de gewekte ergernis ook acht,
dat geen vervolging van de Telegraaf
naar aanleiding van de uitlatingen
over een geheim tractaat met Duitsch-
land zal worden ingesteld.
De heer N o I e n s (r.-k., Venlo)
blijft het kabinet extra parlementair
beschouwen en erkent, dat geduren
de het bestand de regeering aan de
conciliantie is trouw gebleven. Ook
in de eedsquaestie was de regeering
niets te verwyten, wel de linkerzijde.
Spr. bestrydt den heer Schaper en
meent, dat de maatregelen van de
regeering in dezen crisistyd tusschen
het individualistische en het socialis
tische in staan.
Spr. wyst er op, dat nu het ge
vaar zoo lang duurt, het politiek be
stand zyn samendryvende kracht
heeft verloren. Het voornaamste
voordeel van het bestand was, dat
conflicten werden vermeden, welke
óf Kamerontbinding óf ministercrisis
ten gevolge konden hebben.
Spr. wil de regeering lof niet ont
houden, maar men is er nog niet en
hy wacht dus liever wat met zyn
lof. Ook de pers verdient lof, alleen
de Telegraaf heeft geweigerd de re
geering te stéunen. Spr. wyat er op,
dat een referendum in ons land over
de quaestie, of wij aan den oorlog
zouden moeten deelnem, geen tien
tallen bevestigende antwoorden zou
krijgen.
Inzake de economische maatregelen
staan ook weer de beste stuurlui aan
wal.
Spr. zou er de voorkeur aangeven,
indien het politiek bestand - Inden
zin, dien het in het begin van den
oorlog had nog eenigen tyd ge
handhaafd bleef. Men zou dan niet
met de grondwetsherziening moeten
aanvangen, althans niet zonder het
onderwijsartikel. Spr. erkent echter,
dat deze regeering moeilijk weerstand
kan bieden aan den aandrang naar
kiesrechthervorming. Velen klagen
het gevoel, dat de Kamer in deze
tyden eenigszins overbodig schijnt
geworden en men wil nu een senioren:
convent, dat de geheimen zou ver
nemen. Spr. voelt er niet veel voor
wel is hij niet tegen een comité-gene
raal, maar gelooft niet, dat zooveel
,1 kunnen worden gezegd.
Komende op de vraag, hoe spr. en
zyn vrienden tegenover de regeerinsg-
voorstellen staan, wyst hij er op, dat
de taak van de regeerig om onze
onzydigheid te handhaven hooger
staat dan die om met de Kamer
te werken aan de wetgeving.
De regeering stelde de rechterzyde
niet tegonover voorstellen, waarmee
zy het principieel oneens is en wen-
scheiyk ware het dus geweest, dat
met de kiesrechtregeling de onderwijs
regeling was aan de orde gesteld.
Wanneer men de bevrediglngscom
missie rustig wil laten voort werken,
dan zou spr. over het kiesrecht nog
willen praten, onder voorbehoud van
de onderwys-regeliug. Misschien is
het nog mogelijk, dat de voorstellen
omtrent art. 80 en art. 192 van de
grondwet tegelijkertyd de afdeelingen
bereiken.
Van de verzekeringswetten zal in
deze wetgevende periode zeker niet
veel tot stand komen. Spr. betreurt
dat ook niet en komt er tegen op,
dat de minister nalaat de noodige
voorbereidende maatregelen te treffen
tot uitvoering van art. 411 van de
ouderdomswet. Inzake den voorrang
van grondwetsherziening ofdefloan-
cieele ontwerpen vraagt spr. een
duidelijker verklaring dan de Memo
rie van Antwoord geeft.
De regeering kan op spr.'s partij
rekenen voor alles, wat in verband
staat met handhaving van onze on
zydigheid; ten aanzien van al het
andere behoudt zy zich volkomen
vrijheid voor. Mocht eenB iemand op
de buitengewone tydsomBtandigheden
speculeeren ten aanzien van do rech
terzijde, dan zou die speculatie op
teleurstelling uitloopen.
De heer Van der Voort van
Zijp (a.-r.) behandelt de verhouding
van zijne party tot het Kabinet. Hij
brengt hulde voor de handhaving der
neutraliteit, keurt af de wyze waarop
„Het Volk" minister Posthuma be
jegende en vraagt of de gematigd
heid ln de debatten toe te schryven
is aan de veronderstelling, dat men
van links thans den politieken oogst
wil binnenhalen. Voor de grondwets
herzieningen de ouderdomsrente wordt
huunerzyds het bestand opgeheven.
Spr. betreurt, dat dit Kabinet, dat zich
beeft aangekondigd als een, dat niet
gebonden was aan den stembusstryd
van 191S, zich thans tot taak stelt
de uitvoering van het verkiezings
program der Concentratie. Wy staan
er dus tegenover als tegen een Vryz.
Kabinet.
Tenslotte richt spr. zich tot den
heer Schaper en diens partygenooten.
Ook de heer Bos (v.-d.) bestrydt
de socialistische principes. Door de
productie-middelen te naasten, wordt
de kans op oorlog volstrekt niet ge-
I ringer. Want het soelalisme kan
slechts nationaal, niet internationaal
tot stand worden gebracht en meo
krygt dan den srrljd tusschen <te
staten zelf. Spr. wensoht geeno kritu k
op de houding der Regoering uir. te
oefenen, omdat de noodige gegevens
ontbreken en sluit zich aan bii do
hulde inzake handhaving der neutra
liteit. Hy neemt de uitingen der pera
in bescherming; had die pers in het
afgeloopen jaar haar meening luider
geuit, dat had men thans over hare
uitlatingen niet zoo verontwaardigd
behoeven te zyn. Spr. grief is verder,
dat de Regeering het Parlement te
veel achteruit heeft gezet. In 't begin
van de crisis kon dit vaak niet anders,
maar nu wel. Hy heeft sympathie
voor hetgeen de minister van Land
bouw doet in de richting van recht-
atreeksche steunverleening (brood en
melkverstrekking). Het tegenwoordig
stelsel van openen en dichthouden
der grenzen, met uitvoerverboden en
consenten geeft aanleiding tot een
veel grootor demoralisatie van den
handel en de ambtenaren,, dan het
stelsel van rechtstreekschen steun
door spr. bepleit en van loonsver
hooging en duurt,e-toeslagen voor wie
het noodig hebben. Over het leger
zal spr. de inlichtingen in coinué-
generaal afwachten, hoopt dat de
Regeering daarby niet te terughou
dend zal zyn.
Daarna bespreekt Hpr. het werkplan
der Regeering. Hy hoopt dat wy na
den oorlog flnantieel zoo sterk moite-
iyk zullen staan, bevryd van de nasleep
van crlsisuitgaven.
De beer Kooien (r.-k.) begrijpt
niet, waarom by eene uitbreiding van
ons belastingstelsel afstand wor io
gedaan van elke mogelijkheid v;tn
tariefverbooging voor invoerrechten.
De heer Ketelaar (v.-d.) bespreekt
de tractementeD en loonen van amb
tenaren en werklieden in rijksdienst.
Alles is thans duurder geworden e<i
de Regeering geeft deze mensch-n
slechts de helft van wat hun ïd 1914
was toegedacht. Hy bepleit verhooging
eventueel duurte-toeslag en is het met
den heer Helsdingen eens. Evene'er.s
bespreekt hy de salarisverhooging der
onderwyzers.
De heer Van den Tempel
(s.d.a.p.) bepreekt de werkeloosheids
verzekering en de wetteiyke regeling
daarvan, en brengt daarvoor dank
aan den Minister van Financiën,
dringt echter op aan op betere regeling
in de toekomst.
De heer Bichon van Ysel-
monde (c.-h.) maakt, eenige aantee-
kehicgen bij verschillende onderwer
pen, zooalsvervroegde arbeidsdag,
bezuiniging, béhoorlyke bezoldiging
van regeerings-ambtenaren enz.
Aan het einde der zitting deelt de
Voorzitter mede, dat een verzoek,
onderteekend door den heer De
Meester en meer dan Vio dor leden,
is ingekomen om een comité generaal
teneinde de kwestie der gedeeltelijke
demobilisatie en de verruiming der
verloven te bespreken. Dit comité-
generaal is Vrydagmorgen aange
vangen.
Ingezonden Mededeeling.
Een kou veroorzaakt
vaak nierkwalen.
Hoe kou te voorkomen en de kxoade
gevolgen te vermijden.
Houd uw lichaam in goede conditie
en gy vat geen kou. Een geregelde
leefwyze, frisscbe lucht, zonneschijn,
lichaamsoefening, licht dieet en vol
doende slaap zyn de beste voorbehoed
middelen.
Het is van belang om by het her
stellen vau een kou de nieren by te
staan. Het is dan nameiyk mogelijk,
dat de ingewanden en huid niet by
machtezynomdeopgohoopteonzui ver
heden te verwyderen. De nieren. r-
zwakt door de ongewone inspanning
by het flltreeren van het met meer
onzuiverheden beladen bloed, roepen
om hulp en dit is oorzaak, dat rug-
pyn en waterstoorniasen zoo dikwyls
op een kou volgen.
Tast iedere kou uw rug aan en ge
schiedt de waterloozing te veelvuldig?
zyt gy rheumatisch in de spieren en
gewrichten? Hebt gy pafferige zwel
lingen onder de oogen of in de eDkels?
Is er bezinksel of zand in uw water?
Als gy u ellendig en terneergesla
gen, zwak, zenuwachtig én vermoeid
gevoelt, last hebt van hoofdpijn, dui
zeligheid, en rheumatische pynen, is
bet waarschyniyk dat uw nieren niet
behooriyk werken en bestaat er gevaar
voor ernstiger kwalen, zooals water
zucht, niersteen en nierontateking.
FoBter's Rugpijn Nieren Pillen ver
sterken zwakke nieren en houden de
urinewegen werkzaam, zoodat de nier-
onzuiverheden afgevoerd worden,
voordat zy groote schade kunnen aan
richten. Maar de iyder moet het zyne
tot genezing bydragen door verstan
dig te leven door het vermyden
van alle buitensporigheden, niet te
zwaar en niet te veel voedsel te ge
bruiken, behoorlyke rust en slaap te
nemen, en door voldoende water en
melk te drinken.
Te Den Helder verkrijgbaar bij
Alb. ten Klooster, Keizerstraat 98.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel k f 1.76 voor één, of f 10.-
voor zes doozen.
Eischt de echte
Foster's RugpijD
Nieren Pillen; wei
gert elke doos die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (68)