HELDERSCHE COURAH7 VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. No. 4552 ZATERDAG 4 DECEMBER 1915 43* JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 05 cf., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 52'/2 0.85 Modeblad 65 75 1.00 Voor hef Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededoelingen van 1 tot 4 regels 75 oent Elke regel meer 15 cent Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2A oent Op* ep ondergang van Zon en Maan on tijd van hoogwater (Texel). Sïu, Dec. oponderoponderv.m.n.m Zondag 6 m. 6,82 a. 3.9 7,54 3.47 8.2 6.46 Maandag 8.2 2.6S 7,66 8.47 7.2 7.87 Dinsdag 7 9.20 3.66 7.67 8.46 7.68 8,36 Woensd, 8 10.16 6.19 7.69 3.46 8.64 9.18 Dondord. 9 „10.63 6.61 8,0 3.46 9.47 10.- Vrjjdag 10 ,11.18 8.22 8.1 8.46 10.38 10.47 ZaUïdag 11 1186 9.48 8,2 8.45 11.28 11.34 Hst 250-Jarlg bestaan der mariniers. Op den lOen December a.s. zal het. korps mariniefs den dag herden ken, waarop vóór 250 jaar het eerste regiment zeesoldaten werd opgericht. In „Het Nederl. Zeewezen" worden over dit korps bijzonderheden mede gedeeld door den oud-kolonel J. R. J. P. Cambier, welke wij met instem ming hieronder doen volgen.: Het mindere personeel onzer oor logsvloot bestond oorspronkelijk uit bootsgezellen en landsoldaten. De bootsgezellen werden aangeworven als een schip in dienst kwam, en de soldaten gelicht uit het staande leger. De soldaten onderhielden, in het ge vecht ter zee, het geweervuur, dat dikwijls een groote rol speelde inde toen gevolgde strijdwijze, waarbij de schepen elkander tot op zeer korten afstand naderden. Yerdor vertegen woordigden z|j aan boord het militaire •loment en waren bestemd tot het doen van landingen. Het gebruik van landsoldaten ter zee voldeed echter geenszins, iets dat vooral uitkwam in den eersten En- gelschen oorlog. Onze groote raad pensionaris Jan de Witt, die destijds het roer van Staat in handen hield, wendde het nu daarheen, dat er een marineregiment in 't loven geroepen zoude worden. Voorgelicht door de gecommitteerde Raden, en op advies van den luitenant-admiraal De Ruyter, besloten de Staten van Holland op 10 December 1665, om de toen in Hollands zeedienst staande soldaten te ontstaan, en dadelijk daarna een regiment der marine, met eigen offi-, eieren, op te richten. Dit regiment, onder bevel van den kolonel Willem Joseph baron Van Ghent, telde 8 hoofdofficieren, 16 kapiteins en 2330 man, .verdeeld in 19 compagnieën. Het werd saamgesteld uit bevaren lieden, en moest, behalve aan boord, ook aan den wal dienst doen. 10 December a.s. zal het dus 2£ eeuw geleden zyn, dat de geschiede nis der mariniers aanvangt, welke schitterend ineengeweven is met de krygshistoriën onzer zee en land macht. De mariniers zijn tal van malen gereorganiseerd, zelfs zijn zij van 16791696 van 's werelds scbouw- tooneel verdwenen, maar telkens bleek weer ten volle het nut van hun be staan. Hun geschiedenis is beschreven in twee elkander aanvullende werken, n.1.: „De geschiedenis der mariniers van 1665 tot heden (1867), door P. A. Leupe, oud majoor, en F. A. van Braam Houckgeest, le luitenant bij het korps mariniers; en „De Neder- landsche mariniers van 1665 tot 1900, een korpsgeschiedenis", door J. R. J. P. Cambier, luitenant-kolonel dor mariniers. Uit deze. gedenkboeken blijkt het volgende Behalve Hollandache zfin er ook Zeeuwsche en Friesche mariniers geweest. De zeesoldaten namen roem rijk deel aan den Tweeden Engelschen oorlog, en hunne hoofdofficieren waren toen commandant van een oorlogs schip. Van Ghent's naam Is verbonden aan den glorierijken tocht naar Chat- tam, da^r hij, die ook tot luitenant- admiraal van Holland benoemd was, het bevel voerde over het gros van fregatten, waarmede deze onder neming. volvoerd werd. In 1666 bestemden de Staten van Holland 20 compagnieën der land militie voor den dienst aan boord, die in 1669 vereenigd werden tot een tweede regiment mariniers, onder bevel van Gsorge Joban Warnard, Vrij heet; van Weede, heer van Walen burg. De sterkte van het regiment van Van Ghent werd toen ook op 20 compagnieën gebracht. In fie lente van 1672 verklaarden Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen den oorlog aan onze kleine republiek, die eene uitstekende zee macht had, maar een leger, dat schandelijk verwaarloosd was. De sterkte der mariniers werd toen op 94 compagnieën gebracht. In den slag by Solebay (7 Juni 1672), waarin de vereenigde Engelsche en Fransche vloten door ons verslagen werden, sneuvelde roemvol de luitenant-admi raal Van Ghent, en het bevel over diens schip ging op 'den kapitein der mariniers Van Panhuyzen over, tot ook hem een lot trof als van z(jn kolonel. Van Ghent werd begraven in de domkerk te Utrecht, waar een praalgraf, opgericht door de Staten van Holland, zijn laatste rustplaats aanwijst. Door genoemde overwinningen kon den een aantal compagnieën ontsche pen, om de benarde landmacht ter hulp te komen. De Fransche, Munster- sche en Keulsche troepen hadden zich als een vloedgolf over ons land verspreid, tot de vijand gestuit werd op de Oostelijke grenzen van Holland, waar ons veldleger, ten slotte slechts 9090 man sterk, onder bevel van Prins Willem van Oranje, had post gevat, veldversterkingen opwierp, en zich dekte door onderwaterzettingen. De ontscheepte mariniers werden over de gevaarlijkste posten verdeeld, waar zij Zich weldra onderscheiden zouden door stoutmoedige daden, o.a. in den aanslag op Woerden. Ook tal van zeeofficieren en matrozen namen roemvol aan de verdediging te lande deel. In 1673 werden de zeeslagen bij Schooneveld en Kijkduin geleverd, welke laatste geheel ten voordeele onzer vloot beslist werd. Na de over winning ontscheepten de mariniers om weder te lande te dienen. Zij namen deel aan de bestorming en verovering van den bedekten weg te Naarden, welke vesting in handen der Franschen was, doch spoedig daarna moest capituleeren. Hun regi menten Palm en Van Weede vochten in 1674 moedig mede in den slag bij Seuef: kolonel Palm sneuvelde, en generaal-majoor Van Weede werd gewond. Na den vrede te Nijmegen werden, om te bezuinigen, de mariniers afge schaft, een maatregel, die in 't geheel niet voldeed, waarom in 1699, op aandrang van den grooten stadhou der Willem III, drie regimenten wer den opgericht onder bevel der kolonels De St. Amant, Van Swansbel en baron De Sparre. Spoedig daarna treffen wij hen aan op de schepen, die de Duinkerker kapers bevochten, terwijl zij een werkzaam deel hadden aan onze krijgsverrichtingen in SpaDje, tijdens den Spaanscben successie oorlog, o. a.het beleg van Cadix de landing in de baai van Vigos; de inneming der vestiDg Gibraltar, welker rotsen door Engelsche en Hollandsche mariniers beklommen werdenhet beleg van Barcelona, en de beroemde verdediging dezer stad tegen de Franschenhet beleg van Alicante; den slag by Almanza en het beleg van Lerida. Na den vrede in 1713 keerden zij in de republiek terug, doch na zoovele jaren vechtèns was er niet veel van hen overge bleven. Twee neger opstanden in West- Indië zijn door de mariniers gedempt, te weten in Berbice (1764) door het regiment De Salve, en in Suriname (1772—'76) door het regiment Four- geaud, dat zeer zware verliezen leed, zoodat slechts 100 man in Holland terugkeerden. Aan den zeeslag bij Doggersbank namen ruim 800 mariniers deel. In 1798 behoorde tot de zeemacht een korps koloniale mariniers, infan terie en artillerie, dat gedeeltelijk van 1803—1806 als bezetting in de Kaap de Goede Hoop dienst deed, tot na de capitulatie dezer kolonie. In 1814 werd onze zee- en land macht opnieuw georganiseerd, en een bataljon mariniers opgericht, dat in den loop der 19e eeuw aangroeide tot een korps van 2200 man. In de 19e en 20 eeuw is denaam der mariniers als onderdeel der zee macht verbonden aan tal van expe- ditiön en oorlogen in Oost-Indië; bovendien aan het bombardement van Algiers, den oorlog teg8n Belgis (de muitelingen noemden hen „hoedjes- mannen"). en de expeditie naar de kust van Guinea. Bij de vrijverklaring der slaven in Suriname (1862) ging 200 man van het korps daarheen, ter handhaving der órde. Na de mislukte eerste expeditie tegen Atjeh, werd tusschen 1873 en 1876. bij het Indische leger 660 ma riniers ingedeeld. Zij namen deel aan de omtrekking van den kraton, en andere gevechten te Atjeh, leden zware verliezen, en maakten tijdens den bekenden tocht van generaal Pel door de VI, IV en IX moekims tenslotte de lijfwacht uit van dezen opperoffleier en zlju staf. In 1900 had de boxeropstand in China plaats, waarbij het Nederland- sche legatiegebouw te Peking af brandde. Na 1901 wordt ons gezant schap aldaar bewaakt door een wacht van mariniers. Als bijzonderheid zij gemeld, dat tot den dienst van dit detachement behoort: het verstrekken van een escorte te paard aan Hr. Ms. gezant, wanneer Z. E. offlcieele be- Aan deze dorre opsomming van feiten "wordt toegevoegd, dat toen in 1914 de wereldoorlog uitbrak, nadat zee- en landmacht gemobiliseerd waren, personeel van het korps bij ons leger| ingedeeld werd; ook be zigde men het tot bezetting^ van strategisch gewichtige punten aan ons kustfront. Op den 250-jarigen gedenkdag der oprichting van het eerste, regiment mariniers zal het korps zich op een keerpunt bevinden, daar geen eigen officieren meer aangesteld worden, en zonder deze een korps onbestaanbaar is. De toekomst der mariniers is zoodoende geheel in nevelen gehuld; heden bewijzen zij nuttige diensten en wat het verleden betreft, met fierheid kunnen zij er op wijzen, dat hun voorgangers roemrijk hun plichten vervulden ter zee en te land I (Hbld.). DE OORLOC. Da officieels legerberlchten van 1 en 2 December. Van het W e s t e 1 y k front. De Fransche en Engelsche berichten van 2 dezer melden slechts dat ar tillerie- en mljngevechton plaats had den. De toestand is onveranderd. Een nader bericht meldt nog dat de Engel sche en Fransche batterijen een weldig bombardement onderhielden, hetwelk veel schade toebracht aan de Duitsche verdedigingswerken. Het Duitsche bericht van 2 Dec. geeft den toestand eveneens als on veranderd aan. Van het O o s t e 1 ij k front, HetRussische communiqué van den 2en meldt geen gebeurtenissen van belang. Tusschen Friedrichstadt en Jacobstadt werd op den linkeroever van de Duna een vijandelijk bivak plotseling onder vuur genomen, het geen den Duitschers op groote ver liezen kwam te staan. 100 man aan dooden en gewonden werden achter gelaten. Op den linkeroever van de Styr werd de vijand naar het Z.W. terug gedreven. Overigens op het front geen verandering. Van Duitsche en Oostenrijksche zijde wordt gemeld dat de toestand onveranderd is. Van het Z u i d e 1 ij k front. De mededeeling van Italiaansche zijde, dd. 2 Dec. geeft aan dat de Italianen zich in de veroverde stellingen nestelden en zich voor de verdediging inrichtten. De stellingen der Oostenrijkers werden hevig be schoten. Verder geen bijzonders. Het Oostenrijksche communiqué vau d8n 2en geeft aan dat de Itali anen weder verscheidene aanvallen ondernamen. Het bruggehoofd van Tolmein, de Mrzli Vrh, en de hoogten by Dolje waren de aangevallen pun ten. Soms liepen de Italianen driemaal achtereen storm. Alle aanvallen werden evenwel afgeslagen. Tolmein werd daarna hevig gebombardeerd. Hierop werden nog eenige aanvallen ondernomen, welke evenmin succes hadden als de voorafgaande. Dè toe stand op het front is vorder onver anderd. Van het Servische front. Het Duitsche legerbericht van den 2en deelt mede dat ten Z. van de Lim Boljanits, Plewlje en Jaboeka bezet werden. Z.W. van Mitrowitza werden nog 4000 gevangen en 2 kanonneu binnengebracht. Volgens het Oostenrijksche commu niqué slaagde men er eerst na hard nekkige gevechten in Plewljo te be zetten. De terugtocht der Montenegrlj- nen geleek op een vlucht. Volgens dit bericht zetten ook de Bulgaren de vervolgiug voort in de richting van Djakowa. Volgens het Bulgaarscho legerbe richt, over de vorichtingcn op 30 November zettende Bulgaren hun asief voorbij Przrend voort. Verder wordt aangegeven dat sedert het begin van don oorlog met Servië (14 Oct.) tot aan de inneming van Prizrend (29 Nov.) door de Bulgaren 50.000 man gevangen genomen wer den. De buit bestond uit: 265 kanon nen, 136 wagens voor geschutmuni- tie, ongeveer 100,000 geweren, 86,000 granaten, 8 millioen geweerpatronen, 2350 spoorwagens en 63 locomotieven. Een bericht uit Sofia meldt nog, dat de troepen der Entente na een nederlaag aan de Karasoe achter het front Kriwolak Rabrowo teruggetrok ken zijn. Volgens berichten uit Saloniki, dd. 1 dezer, hielden de Serviërs bij Mo- nastir nog stand. Een bericht van 2 dezer geeft zelfs aan, dat versterkin gen naar de stad oprukken. Deze zouden de stad reeds dicht genaderd zijn. Zoo zij op tijd aankwamen, zouden de Serviërs de stad kunnen behouden. In Mesopotamië. Volgens de Turksche mededeeling van den 2en December gaat het voor de Engelschen niet meer zoo goed. In plaats- van klappen uitdeelen, zouden zij ze nu zelf ontvangen. Het Turksche bericht meldt dan ook, dat de verliezen der Engelschen tus schen 23 en 26 November meer dan 5000 man bedroegen. Op één dag werden 2900 gewonden met stoom schepen vervoerd. Echter wordt van Turksche zijde thans ook medegedeeld, dat de En gelschen op den terugtocht stand trachtten te houden. Dit gelukte hen echter niet en zü werden nog verder teruggedrongen naar het Z., in de richting van Koet el Amara. (Volgens een Turksch bericht van eenige dagen terug was juist bij deze plaats een groote overwinning be haald, welk bericht door het thans openbaar gemaakte, hoogst onwaar schijnlijk wordt). Thans staan do Engelschen 170 K.M. ten Z. van Bagdad. Door de Turken werden groote hoeveelheden munitie, levens middelen en verschelden kameelen buitgemaakt. Ook eenige vaartuigen met munitie werden door de Turken veroverd. Volgens een Duitsch bericht is de tegenslag der Engelschen te wyten aan het optreden van verschillende volkstammen aan de zijde der Turken. Door deze Arabieren zouden de En gelschen groote verliezen lijden. Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heoren Regenjassen, In gummi en waterproof. Van af f 17.00. Nieuwste kleuren en modellen. De dulkbootenoorlog. De Engelsche stoomschepen, „Co- lenso", „Malinche"en „OrangePrince" zijn in den grond geboord. Van de twee eerstgenoemde was bekend dat de bemanning werd gered. In de Middellandsche zee zonk het Grieksche stoomschip „Zarifl3". De bemanning werd. gered. Aanhoudingen In het Kanaal. Welke zonderlinge denkbeelden soms voorzitten bij de autoriteiten die in het Engelsche Kanaal er voor waken dat de buitenlandsche vijand geen handel drijft met den vreemde, kan blijken uit het volgende geval, dat geen aardigheid doch historisch is. 4 Een schip, uitgaande naar Amerika, werd aangehouden en moest zich aan een onderzoek laten onderwerpen. Op de lading was niet de miDste aart- merking. Alleen er waren eenige Saksische kanarievogels aan boord en daarom mocht het schip de reis niet voortzetten. Alleen toen kon worden bewezen, dat de voor Amerika bestemde vogels in Nederland waren uitgebroed, was het bezwaar opge heven. (H.blad). De stamming In Engeland. Dr. Hans Vorst beschrijft in het BerlinerTageblatt een in reeks van artikelen de indrukken, die hij bij een reis door Frankrijk en Engeland heeft opgedaan. Hij houdt den lezers voor, dat het onjuist zou zijn, als men in Duitsehland de bekende rede voeringen in het Engelsche Hoogerhuis als een teeken van zwakheid wilde uitleggen. Na een kort verblijf te Londen kreeg hij een algemeenen in druk van zelfbewuste kracht, en het hysterische gedoe van sommige Engel sche bladen schijnt de stemming van het volk niette weerspiegelen, zegt hij. „Ik heb integendeel meestal een volkomen kalme, zakelijke houding kunnen waarnemen. Een overmatige opgewondenheid is trouwens het volks karakter niet eigen. Ik ben daarom op grond van mijn ervaringen geneigd, om ook de laatste vredesredevoeringen in het Engelsche Hoogerhuis al3 een teeken van die zelfbewuste kracht te beschouwen. In Engeland voelt men zich altijd nog sterk genoeg en vreest daarom niet, dat het als een teeken van zwakheid zou kunnen uitgelegd worden, als men in het openbaar uit spreekt, wat eigenlijk alle volken wil len den vrede." De Vorwarts merkt hierbij op„Als Engeland reeds niet die vrees koestert, hoeveel minder behoeft de Duitsche Rijksdag haar dan te hebben, die zich op de militaire en diplomatieke suc cessen van het Duitsche ryk kan be roepen." BINNENLAND. Vergiftigingsverschijnselen te Alkmaar. Nu uit het nader scheikundig onderzoek door het Centraal Labora torium te Utrecht naar eventuo6le schadelijke bestanddeelen in do ver schillende eetwaren, door de Alkmaar- sche depothouders gebruikt op 18 en 21 Nov., blijkt dat niets is gevonden, met name geen vluchtige vergiftige stoffen, zware metaalverbindingen; arsenicum of alkaloïden, heeft het „H.bld." den depótarts dr. Pameyer do vraag gestold, of men dus thans voor een raadsel staat omtrent de oorzaak der zich voorgedane vergif tigingsverschijnselen. Ja, antwoordde hy. Men heeft niets kunnen vinden en ten opzichte der zich voorgedaan hebbende verscha len tast men geheel in het duister. Kan het ook aan het water gelegen hebben? Dit is uitgesloten, noch in eten noch in drinken is iets verkeerds Op de vraag naar de samenstelling van het gebruikte vet moest dr. Pameyer het antwoord schuldig blijven, wijl de militaire autoriteit hierover nog moest worden geraad pleegd. (H.blad). Vlschomzet te Umuiden. In de afgeloopen maand bedroeg de vischomzet in de RIjksvischhal te IJmuiden f2.574.968, tegen f 893.983 in gelijke maand van het vorig jaar en f457.877 in die van 1913. Vanaf 1 Januari bedroeg de om zet f6.872.977 in 1913; f6.450.800 in 1914; en f16.238,001 in dit jaar. Broodkaarten. Overtreding van de voorschriften betreffende de broodkaarten-contröle heeft den burgemeester yan Amster dam opnieuw genoodzaakt, eenige bakkers daar ter stede te straffen met inhouding van de broodkaarten en schorsing van de levering van regee- In een geval werd de straf opgelegd op grond van het verkoopen van regeeringabrood van te laag gewicht; een ander geval betrof het by herhaling ▼erkoopen van dit brood met te hoog watergehalte; de straf werd in twee gevallen opgelegd naar aanleiding van verregaande verwaarloozing van de voorschriften betreffende de invulling van de broodkaarten. Voorts werd aan 4 houders van broodkaarten (broodverbruikers), die nalieten de handhaving van degenoem- de voorschriften mogelijk te maken, meegedeeld, dat hun voor de maand December geen broodkaart zou worden verstrekt. Ontvluchtte gevangenen. Donderdagnacht zljnop het station Utrecht twee Fransche soldaten aan gekomen, die uit het krygagevan gen- kamp te Friedrichsfeld ontvlucht waren. Even voor de grens waren zy in een goederentrein gesprongen en hadden zich onder steenkolen verborgen. Te Utrecht keek een hun ner buiteD den wagen en ontdekte, dat hy in Holland was. Een smokkeiaarsavontuur. De volgende geschiedenis vertelt „Tubantia". Zaterdagavond trok een bende van ongeveer 40 smokkelaars uit, om hun slag te slaan. Ieder lid droeg opzijn rug een vrachtje smokkelwaar, dat bij een eventueel gelukken van den tocht" een zoet winstje zou afwer pen. Handig werd gemanoeuvreerd en de spanning deed de barre koude vergeten. Voetje voor voetje ging de stoet, die reeds op verren afstand duidelijk afstak tegen het glinsterend wit der sneeuw voorwaarts, en iedere man deed zijn best het verraderlijke ge kraak, dat zich bij iederen pas onvoor waardelijk liet hooreD, zooveel moge lijk te dempen. Toch schoot men op, de ruimte, die nog tusschen hier en het land van belofte lag. werd steeds kleiner en 't ging er nu tamelijk se cuur op gelijken, dat de slag geluk ken zou. Nog eenige honderden meters wer den afgelegd onder stil gegnuif van kans op een goeden nacht. Dan komt er plotseling stoornis on op het halt geroep van eenige soldaten staat plots de gansche bende als geëlectri- seerd. Gesnapt, met de „overzij" in 't zicht, schokt» het thans door de rijen en niemand trachtte, uit vrees voor een kogel, te vluchten. Even werd door de nieuwe grens bewakers raad gehouden, waarvan het slot was, dat ze de heele sliert van smokkelaars mede zouden nemen naar de wacht. Alras bleek echter, dat de soldaten met het terrein en de verschillende wegen nog niet bijster goed bekend waren, zoodat een der smokkelaars, goeie knul als- ie was, den soldaten aanbood hun in weg te wijzen. En zoo geschiedde. De soldaten vergenoegd over hun vangst, merk ten niet het geglunder en gegniffel onder de smokkelaars. Stevig werd voortgestapt tot dat op zeker oogen- blik de vriendelijke geleider der sol daatjes voorstelde, maar rechtsom keert te maken, wilden ze niet geïn terneerd worden. Wat was het geval? De smokke laars, misbruik makende van de on bekendheid met het terrein der sol daten, hadden onder militair geleide laDgs een omweg koers gezet naar de Duitsche grens, welke zij, met. een genoegen, dat zich voldoende laat begrijpen, overstaken. Wat voor gezichten onze soldaten zetten, werd ons niet medegedeeld, maar wel, dat; zij met grooten spoed het Nederlandsch grondgebied weder opzochten. Van een dorps-veldwachter. De politiek brengt soms ln de kleinste negorijen een jammerlijke verdeeld heid. De partijen staau vaak vijandig tegenover elkaar, en soms wordt het offensief op dusdanige wijze beoefend, dat bebloede koppen, blauwe oogen en bloedneuzen het resultaat zyn van al die droevige dorpspolitiek. Nog erger wordt het Indien de politiek geleid en gevoerd wordt door de machten v&d het dorp. In een dorpje by Valkenburg, het heeriyke stadje in Zuid-Limburg, bo tert het niet te best tusschen den veldwachter en enkele raadsleden. Op een goede dag kreeg de Hermandad, die akkerbouw verrichtte in zijn vrijen tijd, twist mot een buurman, die eveneons landbouw-werkzaamheden verrichtte. Van woorden kwam bet tot daden en de veldwachter bewerkte den landman met een stok op het hoofd. Deze diende een klacht ln by de Justitie, en de veldwachter hoorde voor de Maastrichtsche rechtbank f50 boete tegen zich eischen weg mishandeling van het raadslid. De veldwachter ontkende de mis handeling, hem ten laste gelegd; hy had maar wat geschermd met den stok, om het raadslid van zich af te houden. De verdediger was zoo vriendeiyk een en ander te vertellen over de politiek van het dorp. De veldwachter en de burgemeester hadden beiden salarisverhooging gevraagd. Doch het mishandelde raadslid was ér in den raad vierkant tegen. Vandaar een soort van rancune I En volgens dienselfden advocaat zorgt de burgervader er voor, dat de actie des veldwachters voort durend wordt aangemoedigd. Och, burgemeesters, zelfs die van platte landsgemeenten, zyn ook menschenl Het raadslid moest ook nog terecht staan wegens mishandeling van veldwachter. Doch. zyn edelachtbare ging biykbaar geheel vry uit, althans de substituut-officier van Justitie kon geen aanleiding vinden om tegen het gemeenteraadslid een strafte eischen. Zyn requisitoir luidde vrijspraak by welken eisch de verdediger zich natuur lijk aansloot. In bewust dorpje zullen nu wel de aandeelen van den veld wachter gaan dalen I (Tijd.) TWEEDE KAMER. De algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting werden Donderdag voortgezet. De heer de Beaufort (v.-l., Amersfoort) brengt de pers een woord van lof ondanks het optreden van Telegraaf en Toekomst, waarvan de politieke beteekenis trouwens niet groot is. Spr. hoopt, hoe begrijpelijk hij de gewekte ergernis ook acht, dat geen vervolging van de Telegraaf naar aanleiding van de uitlatingen over een geheim tractaat met Duitsch- land zal worden ingesteld. De heer N o I e n s (r.-k., Venlo) blijft het kabinet extra parlementair beschouwen en erkent, dat geduren de het bestand de regeering aan de conciliantie is trouw gebleven. Ook in de eedsquaestie was de regeering niets te verwyten, wel de linkerzijde. Spr. bestrydt den heer Schaper en meent, dat de maatregelen van de regeering in dezen crisistyd tusschen het individualistische en het socialis tische in staan. Spr. wyst er op, dat nu het ge vaar zoo lang duurt, het politiek be stand zyn samendryvende kracht heeft verloren. Het voornaamste voordeel van het bestand was, dat conflicten werden vermeden, welke óf Kamerontbinding óf ministercrisis ten gevolge konden hebben. Spr. wil de regeering lof niet ont houden, maar men is er nog niet en hy wacht dus liever wat met zyn lof. Ook de pers verdient lof, alleen de Telegraaf heeft geweigerd de re geering te stéunen. Spr. wyat er op, dat een referendum in ons land over de quaestie, of wij aan den oorlog zouden moeten deelnem, geen tien tallen bevestigende antwoorden zou krijgen. Inzake de economische maatregelen staan ook weer de beste stuurlui aan wal. Spr. zou er de voorkeur aangeven, indien het politiek bestand - Inden zin, dien het in het begin van den oorlog had nog eenigen tyd ge handhaafd bleef. Men zou dan niet met de grondwetsherziening moeten aanvangen, althans niet zonder het onderwijsartikel. Spr. erkent echter, dat deze regeering moeilijk weerstand kan bieden aan den aandrang naar kiesrechthervorming. Velen klagen het gevoel, dat de Kamer in deze tyden eenigszins overbodig schijnt geworden en men wil nu een senioren: convent, dat de geheimen zou ver nemen. Spr. voelt er niet veel voor wel is hij niet tegen een comité-gene raal, maar gelooft niet, dat zooveel ,1 kunnen worden gezegd. Komende op de vraag, hoe spr. en zyn vrienden tegenover de regeerinsg- voorstellen staan, wyst hij er op, dat de taak van de regeerig om onze onzydigheid te handhaven hooger staat dan die om met de Kamer te werken aan de wetgeving. De regeering stelde de rechterzyde niet tegonover voorstellen, waarmee zy het principieel oneens is en wen- scheiyk ware het dus geweest, dat met de kiesrechtregeling de onderwijs regeling was aan de orde gesteld. Wanneer men de bevrediglngscom missie rustig wil laten voort werken, dan zou spr. over het kiesrecht nog willen praten, onder voorbehoud van de onderwys-regeliug. Misschien is het nog mogelijk, dat de voorstellen omtrent art. 80 en art. 192 van de grondwet tegelijkertyd de afdeelingen bereiken. Van de verzekeringswetten zal in deze wetgevende periode zeker niet veel tot stand komen. Spr. betreurt dat ook niet en komt er tegen op, dat de minister nalaat de noodige voorbereidende maatregelen te treffen tot uitvoering van art. 411 van de ouderdomswet. Inzake den voorrang van grondwetsherziening ofdefloan- cieele ontwerpen vraagt spr. een duidelijker verklaring dan de Memo rie van Antwoord geeft. De regeering kan op spr.'s partij rekenen voor alles, wat in verband staat met handhaving van onze on zydigheid; ten aanzien van al het andere behoudt zy zich volkomen vrijheid voor. Mocht eenB iemand op de buitengewone tydsomBtandigheden speculeeren ten aanzien van do rech terzijde, dan zou die speculatie op teleurstelling uitloopen. De heer Van der Voort van Zijp (a.-r.) behandelt de verhouding van zijne party tot het Kabinet. Hij brengt hulde voor de handhaving der neutraliteit, keurt af de wyze waarop „Het Volk" minister Posthuma be jegende en vraagt of de gematigd heid ln de debatten toe te schryven is aan de veronderstelling, dat men van links thans den politieken oogst wil binnenhalen. Voor de grondwets herzieningen de ouderdomsrente wordt huunerzyds het bestand opgeheven. Spr. betreurt, dat dit Kabinet, dat zich beeft aangekondigd als een, dat niet gebonden was aan den stembusstryd van 191S, zich thans tot taak stelt de uitvoering van het verkiezings program der Concentratie. Wy staan er dus tegenover als tegen een Vryz. Kabinet. Tenslotte richt spr. zich tot den heer Schaper en diens partygenooten. Ook de heer Bos (v.-d.) bestrydt de socialistische principes. Door de productie-middelen te naasten, wordt de kans op oorlog volstrekt niet ge- I ringer. Want het soelalisme kan slechts nationaal, niet internationaal tot stand worden gebracht en meo krygt dan den srrljd tusschen <te staten zelf. Spr. wensoht geeno kritu k op de houding der Regoering uir. te oefenen, omdat de noodige gegevens ontbreken en sluit zich aan bii do hulde inzake handhaving der neutra liteit. Hy neemt de uitingen der pera in bescherming; had die pers in het afgeloopen jaar haar meening luider geuit, dat had men thans over hare uitlatingen niet zoo verontwaardigd behoeven te zyn. Spr. grief is verder, dat de Regeering het Parlement te veel achteruit heeft gezet. In 't begin van de crisis kon dit vaak niet anders, maar nu wel. Hy heeft sympathie voor hetgeen de minister van Land bouw doet in de richting van recht- atreeksche steunverleening (brood en melkverstrekking). Het tegenwoordig stelsel van openen en dichthouden der grenzen, met uitvoerverboden en consenten geeft aanleiding tot een veel grootor demoralisatie van den handel en de ambtenaren,, dan het stelsel van rechtstreekschen steun door spr. bepleit en van loonsver hooging en duurt,e-toeslagen voor wie het noodig hebben. Over het leger zal spr. de inlichtingen in coinué- generaal afwachten, hoopt dat de Regeering daarby niet te terughou dend zal zyn. Daarna bespreekt Hpr. het werkplan der Regeering. Hy hoopt dat wy na den oorlog flnantieel zoo sterk moite- iyk zullen staan, bevryd van de nasleep van crlsisuitgaven. De beer Kooien (r.-k.) begrijpt niet, waarom by eene uitbreiding van ons belastingstelsel afstand wor io gedaan van elke mogelijkheid v;tn tariefverbooging voor invoerrechten. De heer Ketelaar (v.-d.) bespreekt de tractementeD en loonen van amb tenaren en werklieden in rijksdienst. Alles is thans duurder geworden e<i de Regeering geeft deze mensch-n slechts de helft van wat hun ïd 1914 was toegedacht. Hy bepleit verhooging eventueel duurte-toeslag en is het met den heer Helsdingen eens. Evene'er.s bespreekt hy de salarisverhooging der onderwyzers. De heer Van den Tempel (s.d.a.p.) bepreekt de werkeloosheids verzekering en de wetteiyke regeling daarvan, en brengt daarvoor dank aan den Minister van Financiën, dringt echter op aan op betere regeling in de toekomst. De heer Bichon van Ysel- monde (c.-h.) maakt, eenige aantee- kehicgen bij verschillende onderwer pen, zooalsvervroegde arbeidsdag, bezuiniging, béhoorlyke bezoldiging van regeerings-ambtenaren enz. Aan het einde der zitting deelt de Voorzitter mede, dat een verzoek, onderteekend door den heer De Meester en meer dan Vio dor leden, is ingekomen om een comité generaal teneinde de kwestie der gedeeltelijke demobilisatie en de verruiming der verloven te bespreken. Dit comité- generaal is Vrydagmorgen aange vangen. Ingezonden Mededeeling. Een kou veroorzaakt vaak nierkwalen. Hoe kou te voorkomen en de kxoade gevolgen te vermijden. Houd uw lichaam in goede conditie en gy vat geen kou. Een geregelde leefwyze, frisscbe lucht, zonneschijn, lichaamsoefening, licht dieet en vol doende slaap zyn de beste voorbehoed middelen. Het is van belang om by het her stellen vau een kou de nieren by te staan. Het is dan nameiyk mogelijk, dat de ingewanden en huid niet by machtezynomdeopgohoopteonzui ver heden te verwyderen. De nieren. r- zwakt door de ongewone inspanning by het flltreeren van het met meer onzuiverheden beladen bloed, roepen om hulp en dit is oorzaak, dat rug- pyn en waterstoorniasen zoo dikwyls op een kou volgen. Tast iedere kou uw rug aan en ge schiedt de waterloozing te veelvuldig? zyt gy rheumatisch in de spieren en gewrichten? Hebt gy pafferige zwel lingen onder de oogen of in de eDkels? Is er bezinksel of zand in uw water? Als gy u ellendig en terneergesla gen, zwak, zenuwachtig én vermoeid gevoelt, last hebt van hoofdpijn, dui zeligheid, en rheumatische pynen, is bet waarschyniyk dat uw nieren niet behooriyk werken en bestaat er gevaar voor ernstiger kwalen, zooals water zucht, niersteen en nierontateking. FoBter's Rugpijn Nieren Pillen ver sterken zwakke nieren en houden de urinewegen werkzaam, zoodat de nier- onzuiverheden afgevoerd worden, voordat zy groote schade kunnen aan richten. Maar de iyder moet het zyne tot genezing bydragen door verstan dig te leven door het vermyden van alle buitensporigheden, niet te zwaar en niet te veel voedsel te ge bruiken, behoorlyke rust en slaap te nemen, en door voldoende water en melk te drinken. Te Den Helder verkrijgbaar bij Alb. ten Klooster, Keizerstraat 98. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel k f 1.76 voor één, of f 10.- voor zes doozen. Eischt de echte Foster's RugpijD Nieren Pillen; wei gert elke doos die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (68)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1