Ingezonden Mededeellng. Het herstellen dpJl^can' m .onderheden te Teneinde eenige Werkzaamheden, vernemenomtren^ stellen der Handelsblad zich dijken, heeft fleest bekende firma's tot een aejjj vaQ waterwerken ge- op het gr overweging verdienen, zoo Jfocn wij, om den dijk niet te yfJtellen op de plaats zelve waar .iy doorgebroken is, omdat daar al licht door den stroom een diep gat is gevormd, waardoor heel wat zand verloren zou gaan. Men doet dan beter het nieuwe stuk dijk in een boog buitenom het gat van de doorbraak heen te leggen. Dit is o. a. gebeurd met den IJdijk bij Buitenhuizen. Ach ter die herstelde Btukken dijken vormen zich dan zoogenaamde braken. Zoo'n nieuw stuk wordt gemaakt van zand of zwaren grondhet eerste is beter. De vraag is echter waar krijgt men dat zand vandaan en hoe krijgt men het ter plaatse Die vraag is natuurlijk van grooten invloed op de kosten van het werk. Men zou het zand uit de Zuiderzee kunnen baggeren en het met bakken naar de plaatsen kunnen brengen, die men herstellen wil. Is het bij de kust te ondiep, dan kan men het zand met perabuizen op de plaats brengen waar men het hebben wil. Het zand moet worden opgehoogd tot de watervlakte en dan worden afgedekt met zoogenaamde „zink- stukken" (rijshout, waarop stortsteen van bazalt wordt gebracht). Daarop moet dan het lichaam van den dijk worden gemaakt van zand met klei bekleed en van een steenglooiing voorzien. Dat stortsteen zal nog wel moei- lijk heden opleveren, zoo vervolgde onze zegsman, want dat moet uit België en Duitscbland komen. Is bet noodig, dat de water stand blDnen en buiten gelijk is alvorens men met de werkzaam heden kan beginnen? vroegen wy. Al» de stroom naar binnen niet te s'erk is, hoeft men daarop niette wachten, was het aptwoord. Maar dan moet het zand reeds onder de oppervlakte telkens met zinkstukken worden versterkt. Het beste zou zijD, zoo vernamen wjj nog, als niet het stelsel gevolgd werd, dat tot dusver werd gehuldigd, D.l. het maken van een kleidijk met een lichaam, een kern, van zand, maar een zanddijk met kleibekleeding. Een kleidijk scheurt en ondervindt jverlast van mollen, met een zand dijk is dit niet het geval. Hoe lang deükt u, dat het werk duren was ten slotte onze vraag. Alles haDgt van plaatselijke .ndighedeo af Maar er zal wel maand of drie, vier mee heen gaan voor alles gereed is. Een roepstem. Een roepstem, bang en luid, Bij 'tonuitspreek'Hik lijden, Klinkt thans van Noord tot Zuid, Gewaagt van bange tijden, 't Geteisterd Nederland, Werd door de onstuim'ge golven Gedeeltelijk bedolven. Alleen do hoop hield stand. Die hoop toch is gevest Op aller mededoogen. Zou thans In elk gewest Niet ieder gaarne pogen Om vriend'Hjk hulp te biên, Waar zooveel wordt geleden? In dorpen als in steden, Moog' 't helpen snel geschiên. Opl reddend Nederland! Op I dochteren en zonen Wilt U met milde hand In 't helpen vaardig toonen I De nood is ljs'lp groot. Blijk' grooter 't medelijden, In deze droeve tijden 't Geldt thans den landgenoot 1 W. M. Tz. PLAATSELIJK NIEUWS. Arnold Spoel. Blijkens eene advertentie in de no. komt Arnold Spoel, de bekende Nederlandsche Componist, alhier een liederenavond geven. „Humor en Vroolijkheid" staat in de advertentie en wet Spoel's genre is, daarvan geven onderstaande uittreksels wel licht eenig idée. Zoo schrijft de „Avondpost" (24 Nov. 1915) Vooraf deed de heer Spoel het doel van deze avonden nog eens uitkomen hij nam het warm op voor onze Hollandsche taal en zei terecht: „Men moet ons volk leeren durven zingon." De meeste (kunnen we, helaas!, niet beter zeggen: „nage noeg alle?") Hollanders vinden het „gek" of „raar" om te zingen, en FEUILLETON. (Vervolg van de vorige bladzijde.) „En dat hij heel veel van je houdt," beBloot hij, niet lettende op haar uitroep. „Dat weet ik ook weirenEmmy begon weer te huilen. „Maar lieve Emrny, wat verlang je dan nog meer," troostte Poppy, „en als je nu zelf nog van hem houdt, dan is immers alles in orde." „O plaag me toch niet zoo. Jullie wéét niet alles," barstte Emmy uit, en de tranen liepen lang3 haar wangen. Toen ging Karei een licht op. „Je wilt toch niet zeggen dat die lam meling, die misselijke dood vreter. viel bij ruw uit, doch Poppy legde hem de hand op zijn mond. Emmy schokte van het huilen. „Karei, wat ben jo ruw, denk toch eensvermaande Poppy. „Is het zoo, Emmy, heeft Leegh je ook gevraagd?" vroeg Karei iets kalmer. Emmy knikte bevestigend. „En je hebt hem toch den bons ge geven Zooveel verstand zal je toch nog wel gehad hebben?" Weer knikte Emmy, en ze fluis terde heel zacht: „Ja!" i meisjes zouden er nog niet hofitopen, die het „o! zoo eng" Joelen om te zingen, „als d'r anderen Ij z(jn"? Spoel tracht op de Volks zangavonden het publiek van deze dwaling af te breDgun en bet gelukt hem wonderwel. Zou er gisteravond van al dat publiek wel 2 pet. niet izongen bebben? Spoel bereidde ons bovendien verschillende verrassingen. Eerstens werden een paar meisjes in de zaal uitgenoodigd, eenige nummers te zingen, hetgeen een hartelijk applaus ontlokte. En na de pauze deelde hij ons o.m. mede, dat er in de zaal een clubje jonge Russen was. De heer Spoel sloeg de accoorden van het mooie Russische volkslied aan en vroeg deze jongelieden hier, in den vreemde, hun volkslied te willen ziDgen. Aanstonds voldeden de Rus sen aan dit verzook en het was doodstil in de zaal toen daar een van de mooiste volksliederen werd aan geheven. Kindervoorstelling. Zalige dagen mijner jeugd, heer lijke, prettige tijd toen we zelf nog jong waren en geen zorgen des levens kenden ge kwaamt mij Donderdag avond onwillekeurig in de herinnering, toen we in „Tivoli" zaten en de Buitengewone Kindervoorstelling bij woonden, die daar door den bekenden schrijver Chr. van Abkoude werd ge geven. Een drom van kinderen met vaders en moeders en ooms en tantes was in de zaal verzameld en die hebben er waarlijk echt kinderlijk ge noten, kinderlijk aandachtig geluis terd en met gulheid en in onschuld kinderlijk gelachen, zoodat je een weldadig gevoel doorstroomde. De heer Van Abkoude verstaat de kunst om zicb een paar uur met het jonge volkje bezig te houden en zelfs de aanwezige ouderen te vermaken. Hij begon te vertellen, dat bij een paar jaar geleden ook hier was geweest en dat hij reeds eerder het plan had om deze gemeente te bezoeken, doch dat hij vanwege de mobilisatie het militaire pakje had moeten dragen en dat er zoodoende van een tournée geen sprake kon zijn, Deze korte inloiding, op eenvoudigeu, jovialen toon gezegd, sloeg al dadelijk Tn 'en toen werd het programma ge opend. Een met zorg gekozen en aan trekkeiyk verhaaltje, dat voor de lieve jeugd zeer leerzaam was, werd onder houdend verteld en Van Abkoude bad groot succes hiermee. Maar zijn liedjes, die hij zelf zong en zelf begeleidde op de piano, waren zóó voorge dragen gerust in staat om de jongelui èn de geleiders te boeien. Daar had je bijvoorbeeld „Van een poes", „Domme Hein", „Het ver wende jongetje of lieve Jo" en „O, o!" ach, ze waren maar dood voudig, doch leuk en geestig genoeg om u te doen gieren van pret. En dan de voorstellingen met degroote, sierlijk beschilderde poppenkast. Die pakte geweldig onder jongens en meisjes. Ze werden telkens weer afge wisseld door vertellingen en liedjes en te oordeelen naar de luide toe juichingen, naar het vele geklap dat nu en dan volgde, gelooven we gaarne dat alles zeer in den smaak viel en dat jong en oud Chr. van Abkoude nog wel eens meer willen beluisteren. Liefdadigheids-uitvoering. Ten behoeve van het Comité ter Bestlijding der Tuberculose alhier was door enkele ingezetenen eene uitvoering georganiseerd, die Donder dagavond in „Casino" gegeven werd. Het programma, door lieftallige jonge dames verkocht, vermeldde een klucht in éen bedrijf, en verder medewer king van den heer luitenant Sickens, die eenige goocheltoeren zou ver richten. De klucht, getiteld „Gesnapt doch ontkomen", was een waarlijk kluch tige klucht, waarin zich het merk waardige natuurverschijnsel voordeed van een travesti Weet u niet wat travestie 9 is? Dat is travesti in de tweede macht, traveBti in 't kwad raat. Men zou ook kunnen zeggen dubbel overgehaalde travesti. Als een jonge dame speelt voor heer en haar slanke leden met een keurig licht colbert costum heeft omhangen, dan noemen wy dat traveBti. Maar wan neer die zelfde jonge dame, die tijde lijk geen dame meer is, coram publi- cam in haar eigen japon kruipt, die haar natuurlijk veel te nauw geworden is en daardoor weer jonge dme wordt, hoewel ze feitelijk heer was, hoewol ze eigenlijk dame wa3... kunt u 't volgen? - dan noemen wy dat travestie in de tweede macht. En dat natuurverschijnsel zagen wij Donderdagavond op planken. Overigens was het een klucht met veel vroolijkheid. U zal zeggen dat dit het kenmerk van de klucht is, en dat het dus een klucht was, „Den hemel zy daDk," riep Karei verlucht uit, „droog je tranen dan maar af, zusje, dan maak ik alles wel met George voor je in orde hoor." „Neen, neen, Karei! Ik verbied het je. Zeg niets tegen George," viel Emmy heftig uit. „Loop naar de en vóór hij had uitgesproken, liep hij de achter galerij af, en het erf op, en even later hoorden ze hem roepen„Poppy, Poppy, hoor eens even hier Poppy gaf Emmy een kus. „Houd maar moed, Em, alles komt nog best in orde," zei ze, opstaande en toeu riep ze„Ik köm 1" en ging Karei achterna. Emmy zag hen gearmd den maan- belichten weg oploopen. „Gelukkige menschen," mompelde zij, „je eerste je beste liefde te krijgen en dan maar één lief te hebben." „Je was wel wat bard tegen Em, Karei," zei Poppy zacht verwijtend, toen ze langzaam den weg op en neer gingen. „Ik kon het heusch niet helpen. Ik haat niets meer dan halfbedeD. En van dat „entre ces deus mon coeur balance" moet ik niets hebben," antwoordde hij on hij kuste Poppy hartelijk. „Je hebt goed praten, jij had de moeilijkheid van het kiezen niet, baasje." De zllvereD mane°'' :n, die over het landschap en, en die de sawah" i. -ieed dekte, wierp ei af; de vrind, die zijn plicht deed: amuseeren en bezighouden. Aan het slot: Danse des Cambrioleurs. Een griezelige lu gubere apachendans met electrische Iantaarntjes en op den voorgrond een vastgebonden politie-agout: pakkend en als apotheose waarlijk grossartig. De heer Sickens zou ons daarna bezig houden met „levende teekenin- gen". In afwachting van het in ge reedheid brengen vau het tooneel vertelde ons de heer S. eenige „mop pen", die, smakelijk voorgedragen, veel succes hadden, eenige met „huiselijke" onderwerpen, niet het minst. De heer Sickens is een duizend kunstenaar. Zijne „lerende teekenin- gen" zoowel als zijn goocheltoeren waren die van een beroepsgoochelaar. De levende teekeningen waren won deren; een geschilderde tafel werd plotseling een heusche houten. Uit eeu geschilderd sigarenkistje nam de heer SickeDS eeu heusche, blijkbaar lang niet slechte, sigaar; uit een ge schilderd biervat schonk hij zich bier in, in een geschilderd wandkastje borg hij de bierflesschen weg, enz. Tenslotte liet hij een geschilderd konijn een blaadje kool eten en baalde vervolgens het inmiddels gemateriali seerde beestje van den wand af, dat Ijlings wegliep. Maar de kroon op het werk was het koetje, dat vreedzaam graasde en door middel van een pomp inrichting in zyu staart kostelijke melk gaf, die het negerknechtje van den kunstenaar kreeg. Na de pauze werden 's heeren S. praestaties voortgezet met goochel toeren. Hoe vaak ook gezien, steeds weer boeien ze, als daar uit het niet allerlei voorwerpen getooverd worden of plotseling verdwijnen en ze in e uit een ver verwijderde plaats komen. En het is zooals de heer Sickens zeide: hoe meer je er naar kijkt, des te minder snap je ervan. Tot slot van de voorsteUlDg de merkwaardige verdwijning van een vogel in een kooitje. De heer Sickens wierp het voorwerp omhoog en het was weg en blebf weg. De jongeheer Haak kroop daarop in een gewone houten kist, waar niets bizonders aan was. De kist werd gesloten, aan een touw opgehangen, toen werd een andere kist geopend en daar kwam hij, springlevend en ongedeerd, weer uit. Het was miraculeus. De heer De Ven sprak namens het Bestuur van de Vereeniging tot be strijding dor Tuberculose eenige woorden van dank voor medewerkers en het publiek. De zaal was niet heel gevuld, doch dit zat meer in verband met het naar buiten gaan der schepen dan wel uit gebrek aan belangstelling. De opbrengst van den welgeslaagden avond beliep ongeveer f200.-. Wij willen niet eindigen zonder herdacht te hebben het stiJjkorchest „de Greef", dat de pauzen met zeer goede muziek aauvulde. Een ouver ture als die van den „Kalif van Bagdad" is een niet zoo alledaagsch nummer en verdient wel met waar deering genoemd te worden. Raadsoverzicht. Onze tijd is rjjk aan historische oogenblikkeD. Nietwaar, dat zult u allen met me eens zijn. Ja, wij leven eigenlijk in de laatste maanden in één reuzeu-historiscb oogenblïk, en iedere seconde, die wy ademhalen, brengt schier een historische gebeur tenis. En zooals dit historisch tijdvak geldt voor alle EuropeaneD, ja, voor de geheelo weréld, zoo heeft ieder individu ook van tijd tot tijd zijne geschiedkundige oogenblikkenoogen- blikken, die hij met rcoden inkt op teekent in zijn dagboek. Om een voorbeeld te noemende joDge moeder zal zorgvuldig het oogenblik noteeren, waarop haar weldoorvoede baby het gewicht van 6 Kilo heeft bereikt. En het oogenblik van de eerste sigaar en de gevolgen van dien blijfc ook als historisch geboekstaafdnog op hoogen ouderdom ziet men het bed voor zicb, waar de eerste in stilte doorstane „draaierijen" zijn doorleefd en doorleden en de opstandige maag tot haar rustige rust terugkeerde. Wy zouden zoo nog een tijd kunnen doorgaan, spreken kunnen over het trekken van do eerste kies, over het voor de eerste maal in lange broek over straat loopen, als wafineer het net is of de straatsteenen je in het gezicht vliegen, over de vraag, waarop je „ja" verwacht ten antwoord te krijgen, doch waarop maar al te vaak het antwoord een blauwe scheen is, over fatale data in de maand, wanneer je een lijstje moet raad plegen van de namen van verschil lende goede vrienden, waar eventueel nog wel wat los te krijgen zou zijn, - over Maar genoeg. Zooals een werelddeel, die zachtjes door de boomen suizelde zong een lied. 't Was heel stil rondom en vrede, die heerschte, vond weerklank in hun harten. HOOFDSTUK H. De dagen kropen langzaam voort en in het kleine Tanahtinggie ge schiedde niets, dat eenige beroering bracht in het kalm voortvlietende leven der Europeesche bewoners. „Wéér een dag" zeiden de menschen als de avond daalde, en dan bedoel den ze, weer een dag dichter by het verlof en dus by Holland. Maar de inlanders telden de dagen niet, die leefden hun leventje van planteu en ploegen, en slechts nu en dan bracht eenig voorval kleine op schudding in de dessa. Een hadji keerde terug van heilig Mekka en deed zijn wonderbaarlijke verhalen van de gewyde diDgen, die zijn oogen aanschouwd, de heilige plaatsen, die zyn voeten gedrukt hadden en het volk luisterde toe mot aandacht en eerbied. Een Lotrah stierf oud en der dagen zat, en een ander, niet beter maar ook niet slechter, volgde hem op. En zulk een voorval rimpelde de oppervlakte als een weggeworpen steen het water, waarin hy valt; eerst was de bewegiDg sterk, maar ze vervloeide en rimpelde weg in al ruimer kringen, tot alles rustig weer werd als te voren. löfiderftn werden geboren en men- een land, een individu, zoo heeft ook een stad haar historische oogen blikken. En nu komen we waar we wezen wilden den Helder doorleefde zoo'n historisch moment op Woensdag avond 19 Januari, des avond3 9 uur. Da pendule op den schoorsteenmantel in de Raadszaal begon juist te slaan, buiten loeido de storm, die, helaas, vele der vroede woorden, die dien avond hadden geklonkeu, had onver staanbaar gemaakt, beneden sloeg met eeD luid geraas een deur dicht: het historisch moment was voorby. De nimmer stilstaande tyd joeg ons voort, reeds zaten wo in een andere zaak, rusteloos, rusteloos joegen de golven der discussie voort en verder gleed het bootje der conversatie Maar wat is dan toch dat historisch oogenblik? vraagt de lezer. Welk groot gemeentelijk belang is hier daD toch tot een beslissing gekomen, dat gy zoo plechtiglijk aankondigt? En ziet-u, nu voel ik eenige ver legenheid. Want het is eigenlijk niet eene definitieve beslissing, die de Raad nam inzake dc Kanaalplannen, het is nog maar het begin van het begin en er zal nog heel wat water door bet Kanaalnee, zoo kom ik er niet: er zal nog heel wat kubieke meters geur in de Heldersche neuzen worden gewaaid, en heel wat pro pere dienstmeisjes zullen tot wanhoop gebracht moeten worden als ze zien hoe de pas gepoetste koperen bel van hun woning vies en dof aanslaat, alvorens het kanaal niet meer zal ruiken. En zelfs dan, zelfs dan vriend lezer, als het kanaal niet meer rui ken zal op papier zal het de vraag zyn, zal het zeer erg de vraag zyn of het ook niet meer ruiken zal in de neuzen der Nieuwe- diepers, voor zoover die niet ver kouden zyn. Zooveel hebben wy althans uit de discussies welbegrepen, dat die stankrerdwyuiDg zeer pro blematiek is. Jaren- en jarenlang is over die kanaal-geschieaenisgedissicuseerd, ge correspondeerd, gerapporteerd. Als het eene deskundige rapport ver schenen was om te betoogen, dat het kaDaal, als men zus of zoo deed, niet meer zou stinken, dan duurde bet niet lang of er kwam een tweede deskundig rapport, hetwelk glashel der aantoonde, dat het heelemaal niet hielp en dat het anders moest, er tenslotte logenstrafte no. 3 alle an dere rapporten. De Hollanders hebben deze karaktertrekze doen niet veel en niet gauw iets, maar als ze iets doen, dan goed. Hoeveel te meer dan de afstammelingen van de Konnemers en Westfriezen die Holland's Noord punt bewonen. En zoo zaten we in de paperasserie vanjewelste, waaruit tenslotte niemand meer wys werd Men kent het slot bedryf ran de kanaal-geschiedenisin de vorige raadsvergadering kwam een voorstel van B. en W. om eene beslissing te nemen. Dat B. en W. hierop aan drongen niettegenstaande de ongun stige tijdsomstandigheden, kwam wegens het gestelde ultimatum van den Polder Heldor en Huisduinen, die de voor het spuiing9plan benoodigde gronden aanbood tot 1 September 1916. Feiteiyk is het dus aan het Polderbestuur te danken, dat de Raad Woensdagavond principieel besliste. In die vorige zitting dan werd de zaak verdaagd, teneinde de zaak eerst nog in comité vergadering te bespre ken, en ofschoon toen al door ver schillende leden gezegd werd, dat men uit die comité vergadering niets wijzer weid, daar ln de 17 voorafge gane jaren alle voor en tegens ampel besproken en borapporteerd waren, en ofschoon enkele leden toen al aandrongen op het nemen eener slissing, heeft men nochtans de zaak verdaagd, en na éen gehouden comité vergadering, weder ter tafel gebracht. En du waren er, zooals begrypelijk is, voor- en tegenstanders van de zaak. De heer Do Geus sloeg den spUker op den kop óók een histo risch moment in den raad - door op te merken, dat door de discussies wel niemand meer van standpunt veranderen zou, daar ieder zyne meening reeds over de zaak gevormd had. Maar het merkwaardige van het geval is, dat èn voor- èn tegenstanders beiden overtuigd waron van hetDiet afdoende van het plan. Het kanaal zou biyvou ruiken, zij het dan ook, dat de toestand verbeteren zou. De voorstanders van het plan motiveer den op grond daarvan hun stem er voor, de tegenstanders precies om dezelfde reden hun stem er te( Beiden hadden gelijk. Nu zal eon buitenstaander - u en ik, die niet tot de „vroede", dat is de wijze vaderen behoort zeggen als een doorspuiïng ook niet in staat is, biykens deskundigen-rapporten, af doend den stank te verwijderen, is dan niet het meest rationeele het kanaal dicht te gooien? En als u met schen stierven, die men wegdroeg op do baar, begroef, en een enkele .gedacht hen nog langer. Dg moord, waarvan Manan werd beschuldigd, bleef eenige weken het onderwerp van gesprek, want ieder kende het kleine gezin, waar twist had geheerscht tusschen Manan en zyn schoonvader, den gryzon BapaEntjik, een twist, die zoo droef einde nam in moord. Maar Bapa Entjik was nu dood on begraven, en Nji Mariah was dood en begraven. Manan zat achter slot,alleen,indecel in de boei, en het kleine kampong huis had al andere bewoners. Eu dag na dag verliep, de eene geiyk aan den vorigen. De vacantietyd was om. Verloot en zyn vrouw waren naar hun woning aan het Koningsplein teruggekeerd en ze genoten hun leven voor zoover dat voor volbloed Hol landers in Batavia te genieten valt, die zich nog niet hebben aangewend te schelden op het land, dat ze vry- willig als hun nieuw vaderland kozen en dat hun schenkt wat ze er van hebben verwacht en kun Den verlan gen. Karei Morel had zyn lessen aan de hoogere burgerschool te Batavia hervat en Poppy, die eenzaam zat op het theeland, moest zich tevreden stellen met zijn talryke lange brieven en de hoop op eeu spoedig weerzien; want vóór Verloot vertrok was het plan al gemaakt van een bezoek van Emmy en Pojf T*erloots; en op dien zich Karei ook. dit ongetwyfeld lumineuze plan tot den raad komt, weet ik zeker, dat men u met gejubel ontvangen zal en zal uitroepen: dat is nog eens een idee I Dat we daar niet eerder op ge komen zijn! Dat anderhalve schip, dat er jaariyks doorkomt, moet dan maar ergens anders zyn fortuin zoe ken. Daar zullen we eens een rapport over op laten maken. En dan beeft u kans, dat over zeventien jaar het Kanaal dicht is. De volks-phantasie heeft het overigens al voor lang ge dempt en er een prachtigen Kanaal boulevard van gemaakt." zy heeft dien boulevard beplant met allerlei fraaie exotische gewassen, onder schaduw- ryke platanen pantoffelen wy onze parade, terwyi rozen en heliothropen rondom ons geuren, terwyi rbododen- drons en tuberozen en passieflora's zich naar ons overbuigen Midden op dien boulevard aan het Oosteinde troont op een fraai, in Griekschen styi opgebouwd ampbiteater „Helder's Harmoniekapel" en speelt vrooiyke wijsjes; in het verre Westen zit ^Winnubst" en blaast er op los Zoo is, in de volksphantasie, de toe komst. De werkelijkheid is, dat wy thans een handvol geld uitgeven om een kanaal te graven naar de Fortgracht, on dat daarnahet kanaal blijft stinken. Brisonslö, dessus. Het historisch oogenblik flitste voorby, de uitslag van de stemming 16 vóór, 4 tegen brak de spanning van dit ontzagwekkende oogenbjik: het ka naalplan is opgelost: leve een beter plan! Daar dit van de agenda het neusje van de zalm was, blijft er overigens niet heel veel over. De Burgemeester opende deze eeisto zitting met een rede, die men in extenso in ons vorig nummer vindt afgedrukt en die men als een soort „troonrede" kan be schouwen. Zy gaf een kykje op 's Burgemeesters desiderata en wie zou haar dienaangaande niet sympathiek vinden? Overigens is het in onzen Raad een novum een nieuwjaarsrede te houden, dat biykbaar aangenaam trof. Van den heer De Zwart kregen we een sympathiek betoog voor drank bestrijding, naar aanleiding van een afwijzend advies om f 100.— subsidie aan het hier ter plaatse bestaand drankweer-comité. De motieven van B. en W. leken naar niets. „Wij kunnen niet inzien, dat 's Raads be slissing inzake het verminderen van het maximum-aantal vergunningen, noodzakelijk tengevolge moet hebben, dat aan iedere VereenigiDg voor Drankbestrijding een subsidie moet worden verleend", zeggen B. es W., daarby blyk gevend het adres niet goed te hebben gelezen en van de beweging hier ter plaatse niets af- te weten. De heer De Zwart zette dit recht en betoogde ook, dat het motief van den minder gunstigen toestand der financien niet afdoend was als het B. en W. gelegen komt wordt er wèl subsidie verleend trots den minder gunstigen toestand. En, of schoon de heer De Zwart de subsidie niet kon redden, heeft by toch zeer zeker medegewerkt aan de beslissing, die met slechts 2 stemmen verschil in het nadeel van het Comité uitviel. Nu een volgend maal nog 3 stemmen om en de subsidie is er. De heer De Zwart is meestal uitstekend gedocu menteerd, maar helaas slaagt hij er niet in zyne ideeén bevatteiyk aan den Raad voor te leggon. Dat moet geleerd door routine en ervaring en het zal wel beter worden, maar thans heeft men nog wel eens moeite spreker te volgen. Nadat de heer Grunwald aange drongen had op de instelling van eene commissie tot inzameling voor de door den watersnood getroffenen en de Voorzitter daarop bad geantwoord, was de agenda afgeloopen. De ramp in den Anna Paulowna Polder. (Van onzen gewonen correspondent). Oe toestand van Anna Paulowna op Donderdagavond 6 uur. De bewoners van Anna Paulowna, die nog in de gemeente aanwezig wa ren, hebben van Woensdag op Donder dag een angstigen nacbtdoorgebracht, doordat het zoo hevig stormde uit het Zuid-Westen. In het overstroomde ge deelte stonden de golven hoog, waar door de zeedyk, aan den binnenkant reeds zoo gehavend, op dezen kant bedreigd werd. Wel heeft het water hier stukken van den dijk afgespoeld, daar de golven recht op den binnenkant van den dyk stonden, doch tot doorbraak is 't niet gekoi Ook was men bevreesd voor den Eddy Leegh was in zyn garnizoen teruggekeerd; 's ochtends had hy dienst, dien hy mopperend vervulde, en den avond bracht hy zoek in gezelschappen of in de sociëteit. Het viel den oudera van Emmy op, dat George Sander zyn bezoeken nu beperkte tot de hoognoodzakeiyke, maar ze schreven "dat toe aan zyn overdrukke bezighedenwel bemerk ten zij,' dat de verhouding tusschen Emmy en hem zich bad gewyzigd, maar daar Emmy zweeg, wilden ze haar daarover niet vragen. En inderdaad had Mr. Sander al- zjjn tyd bezet en als de Assistent Resident, hem nu en dan verzocht weer als vroeger aan te komen loopen, dan was het hem niet moeilijk een uitvlucht te vinden. Emmy begreep wel, waarom George wegbleef. 't Was geheel tegen haar bedoeling in. Ze bad zich inderdaad voorge steld, dat de verhouding tusschen George en haar niet van beteekenis zou veranderen. Ze bad hem niet afgewezen immers, ze had toch ge zegd, dat ze zich bedenken wilde, dat ze hem beter beter wilde leeren kennen. En nu bleef George weg en meed bet buis zelfs, de woning, waar hij de laatste maanden gewoon was in en uit te loopen. En dat viel haar tegen. Ze had gemeend, zoowel Georee als een tijd lang te itje h Station-Kleine Sluis. Ook hier joeg de Zuid-Westerstorm groote golven tegen en over. Men heeft daarom de takken van de langs den weg staande boomen gezaagd en die in het water gegooid, om met pakken stioo dienst te doen als golfbrekers. Het binnenwater is gelukkig niet gerezen. Met kracht ia gewerkt aan de doorbraak van den weg langs de Van Ewljcksvaart. Te vyf uur in den avond, terwijl het watei nog met kracht naar buiten stroomde, had men over de halve lengte van 't gat een houten schoeiing geslagen. Duizende zakken met zand liggen op den weg gereed, om ze, zoodra de schoeiing ge reed is, in het gat te werpen. Men denkt Vrijdagavond het gat dicht te bebben, om dan te beginnen mot 't uitmalen van den West-Polder. Te Kleine Sluis is men nog steeds bezig het huisraad, per schuit of met lange laarzen door het water loopende, uit de huizen te halen en in veiligheid te brengen. Anderen hebben hulp bruggetjes gemaakt van af den weg naar de woning, om droogvoets in huis te kuunen komen. Gelukkig is Woensdag en Donderdag het water niet gerezen. Van af Ewycksluis tot „Veerburg" is door de genie een telefoon aangelegd. Door den harden Zuid-Westerstorm zijn in den nacht van Woensdag op Donderdag in den Oost-Polder weder by verschillende boerderyen muren iDgestort. Aan de Kleine Sluis be ginnen ook enkele huizen te ver zakken. By den heer P. Kaan, aan den Veerweg, zyn 43 stuks hoornvee en 3 veulens, en by den heer J. C. Geer- ligs, aan den Middelweg, 42 stuks hoornvee verdronken. By een boer in den Oost-Polder is uit 't bureau een spaarpot van de kinderen gestolen, waarin 25 gulden was. Nadere bijzonderheden van 't bezoek der Koningin. Toen H. M. de trein te Oudesluis verliet, was zy reeds gewapend met een lange stok van gewoon wit hout, die haar by. de wandeling vanaf de Van Ewycksluis naar de doorbraak uitstekend dienst heeft gedaan. De kruin van den dyk was op sommige plaatsen zeer smal, zoodat langs de steenglooiïog gewandeld moest wor den, soms springende van den eenen steen op den anderen. Telkens hoorde de aanwezigen van H. M.„Hoep sasa, klaar al weer". By de doorbraak liet H. M. zich op een groote aard kluit van den dyk afgiyden. Biykbaar kende Zy geen vrees. Het gesprek met den Burgemeester van Anna Paulowna, den heer C. Wydenes Spaans, liep gedurig over Anna Paulowna, zyne bewoners en den toestand der gemeente. By den terug tocht informeerde H. M. of 't niet mogelijk zou zyn de gevluchte be woners van Anna Paulowna te zien en toe te spreken. De Burgemeester telefoneerde naar Oudesluis, Wierin- gerwaard en Behagen of het ook mogeiyk zou zyn, de vluchtelingen te verzamelen. By aankomst te Oude sluis waren velen verzameld in de kerk, te Wieringerwaard in den kolf baan van de familie Boon en in Schagen was de Se klas wachtkamer byna geheel met vluchtelingen vuld. In hooge mate belangstellend informeerde H. M. by ieder persoon- iyk hoe men de vlucht had genomen en in welke omstandigheden men thans Verkeerde; by bejaarde lieden werd geïnformeerd naar familie, ge zondheidstoestand enz. Wanneer er gebrek was aan kleedingstukken, drinkwater of voedsel, wilde H. M. dat zoo spoedig mogeiyk in die hoefte zou worden voorzien. Te Van Ewycksluis heeft H. M. zich een ruimen tyd onderhouden, met aldaar wonende visschers, die zich op den dyk hadden verzameld. Vanaf Schagen had H. M. Dog den tyd om per auto een tournée te maken Schagerbrug, St. Maartensbrug, St. Maarten en Valkoog—Schagen. In deze plaats werd H. M. geestdriftig toegejuicht. Spontaan werd het Wilhelmus aan geheven. Het was opvallend hoe H. M. er krachtig en gezond uitzag. Voor den Burgemeester, door de vele werk zaamheden der laatste uren sterk verhit, liet H. M. een reismantel aan brengen, terwijl last gegeven'werd, dat de dichte auto vooraan moest rijden waarin Z.E.A. plaats kon nemen. De toestand van Anna Paulowna op Vrijdag ernstig. Weder een gedeelte onder- geloopen. De schoeiing en brug by de doorbraak aan de van Ewycksvaart weder weggeslagen. Scheen Donderdag de toestand voor Breezand iets gunsti ger to worden, door den storm in dien nacht van Donderdag op Vrydag George om zyn karakter, om zyn manneiyk uiteriyk, om zyn positie ook. Maar Eddy mocht ze óók wel. Ze vond hem een knappe verschij ning. Hy was galant en beleefd en meisjes, even koket, oppervlakkig en wispelturig als Emmy Morel werden verliefdopden salonheld. Daarentegen had het voor Emmy niet de minste bekoring de echtgenoote te worden van een onvermogend Indisch offi cier. Het tractement van George, den Landraad voorzitter, zou ternauwer nood voldoende zyn. Ze wist, ze ge voelde, dat George haar liefhad, even zeer als ze wel wist dat Eddy zich haar weigering niet al te zeer had aangetrokken. Juist dit bracht haar er toe, Eddy nog niet van de candi- datenlyst te schrappen. Daarom had Emmy gedacht, öf George öf Eddy öf wellicht ook wel geen van beiden. Met George leek het opzet nu vry- wel mislukt. Thans zou ze het spel met Eddy nog wat voortzetten. Want ze wist wel, dat haar de gelegen heid daartoe niet zou oDtbreken als ze binnenkort by de Verloots te Batavia zou logeeren. George Sander had zich, in de laatste maanden al thans, met ongekenden ijver op zijn werk geworpen. Hy bad niet gedacht en niet kunnen vp-wachten, dat Emmy hem zou yzen. Integendeel bad hem, stand critiek geworden, storm een tyd uit het gewoed, is het zeewater hoog geworden, waardoor j3 de assa's water door de breuk Doordat dijk na". w"n?D "erd!° N.W. he»rdoor is hst water in weder ze,omde gedeelte 1 M. ge- geweldigé*rater stroomde over den S den 3 Kromme tocht van af gêstnwd .totbetBalrtanaakeen fangs sscben Krommetocht, Meerw, Balgweg tot de Brug weg den Paulowna tu^Viorgon Zandvaarfc enf'ge]1 0p 't by Halfweg"/-00j 2ich Vanaf deze 4--<irttu en langs de Zaudvaart ioi. den Meerweg hadden militairen en inwoners van Bieezand een flinke nooddyk gelegd en deze dyk heeft het water gestuit. Wordt het water nog hooger en bezwijkt deze dyk van zakken zand en losse grond, dan overstroomt het deel van Breezand dat buiten den spoordijk ligt tot aan de Spoorbrug en de Kooi. In den nacht van Vrydag op Zaterdag zal aan genoemden dijk nog hard gewerkt worden om hem te verzwaren, want de geheele Kooihoek wordt alleen beschermd door dezen in allerijl opge worpen dyk. Vanaf het station is de Kleine Sluis den geheelen dag alleen per boot te bereiken, want boven sommige gedeelten van den weg station—Kleine Sluis stond 40 cM. water. Van de Kleine Sluis stond alleen nog boven: de dijk, de kerk en het huis van den Dykgraaf. Alles wat verricht was óm 't gat by de van Ewycksvaart te dichten is weg geslagen. De brug over 't gat, de schoeiing, die Donderdag byna half gereed was, alles is vernield, zoodat men daar weder opnieuw moet be ginnen. Tusschen het station en de Oudesluis had men 3 gaten in den spoordyk gestopt. Deze bleken wdter door te laten. Te 2 uur hafi men een gat goed in orde en by de andere twee vorderde men flink. De weg van Oudesluis tot Kleine Sluis was nog te berijden, doch alleen langs dezen weg was de Kleine Sluis te bereiken. Donderdag brachten schuiten van Wieringen zakken met zand naar Anna Paulowna en namen meubelen mee naar Wieringen terug, die men uit de boerderijen in veiligheid had gebracht. CORRESPONDENTIE. In ons vorig nummer werd ge- ■meld, dat by de doorbraak in de Anna Paulownapolder de wacht ge houden werd, omdat jutters vau Wieringen en den Helder in den polder trachtten te komen om het goed uit de huizen te rooven. Namens de Heldersche vletterlieden wordt daartegen ten sterkste geprotesteerd en nadrukkelyk verklaard, dat van den Helder uit geen enkele vletterman per boot of vlet den polder heeft be zocht. Hetgeen wy by deze vermel den en gaarne gelooven. Onze corre spondent bedoelde ben trouwens niet; hy had meer het oog op som mige typen die van-alle-markten-thuis zyn en allerhande ongure zaken uit oefenen. Wij ontvingen nog een protest, zy het van anderen aard. Wij hadden gemeld, dat het eerste reddingswerk in den Oostpolder te Anna Paulowna en het reddeD der twee kinderen door de bemanning van een marine sloep had plaats gehad. „Een mili- cien-torpedist" schryft ons nu, dat een en ander iB gedaan door de be manning van een vlet, behoorende tot het korps torpedisten der land macht. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-Indie: Datum der TiJdBt.der ter post- laat. bual. bezorging, a/h Postk. lttLUÖJ 17Jan.| 8-- 'saT. 81 8.10 's n. 8.10 's n. Naar Atjeh en onderhoorigheden en de Oostkust van Sumatra: ovor Engelandeiken Dlnsd. 8.10 's n. Naar Guyana (Suriname) zeepost via Amsterdam I maü via Quoenatown mail via Southampton (alleen op verl. d. afz.) Naar Curaijao, Bonaire en Aruba: zeepost vla Amsterdam 27 Jan.I A—'sav. maU vla Soutbampton eiken Haan- of Queenstown I dag en Dond. 8.10 *b Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba zeepost vla Amsterdam 27 Jan. 8.— *aav (alleen op verl. d. afz.) mail via Engeland 21 3.10 's n. en werkeiyk had ze het eeriyk ge meend. De komst van Leegh op Tanahtinggie had in hun verhouding verandering bracht. Het was George niet ontgaaü, dat Emmy met Leegh koketteerde en flirtte, maar hij had haar gedrag toegeschreven aan een verlangen om haar ware gevoelens te verbergen, en soms had h(j zich gevleid met het denkbeeld, dar. het wellicht wel haar bedoeling kon wezen hem er toe te brengen, haar zijn liefde te verklareD. Al de hoop, die hy gekoesterd had, was nu even plotseling als onver wacht, ydel geblekenal do lucht- kasteelen, die hy zich gebouwd had, waren ineengestort Hij had er na dien geen oogenblik aan gedacht, dat het tusschen Emmy en hem nog eens in orde zou komen. Hy begreep zeer goed, dat Emmy,- - indien ze hem nu nog niet ge noeg kende om te kunnen besllBsen, dat wel nooit zou kunnen. Hij voelde zich nog meer bedrogen dan teleurgesteld. Ja, er waren oogen blikken, dat hy haar antwoord als beleediging beschouwde. En dat griefde hem het meest. Hy had Emmy nu leeren kennen en hij had gezien, dat ze een ander was, dan hy haar gedacht had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 2