Ingezonden Mededeellng.
Het herstellen dpJl^can'
m .onderheden te
Teneinde eenige Werkzaamheden,
vernemenomtren^ stellen der
Handelsblad zich
dijken, heeft fleest bekende firma's
tot een aejjj vaQ waterwerken ge-
op het gr
overweging verdienen, zoo
Jfocn wij, om den dijk niet te
yfJtellen op de plaats zelve waar
.iy doorgebroken is, omdat daar al
licht door den stroom een diep gat
is gevormd, waardoor heel wat zand
verloren zou gaan. Men doet dan
beter het nieuwe stuk dijk in een boog
buitenom het gat van de doorbraak
heen te leggen. Dit is o. a. gebeurd
met den IJdijk bij Buitenhuizen. Ach
ter die herstelde Btukken dijken
vormen zich dan zoogenaamde braken.
Zoo'n nieuw stuk wordt gemaakt
van zand of zwaren grondhet
eerste is beter. De vraag is echter
waar krijgt men dat zand vandaan
en hoe krijgt men het ter
plaatse Die vraag is natuurlijk
van grooten invloed op de kosten
van het werk. Men zou het zand uit
de Zuiderzee kunnen baggeren en het
met bakken naar de plaatsen kunnen
brengen, die men herstellen wil. Is
het bij de kust te ondiep, dan kan
men het zand met perabuizen op de
plaats brengen waar men het hebben
wil.
Het zand moet worden opgehoogd
tot de watervlakte en dan worden
afgedekt met zoogenaamde „zink-
stukken" (rijshout, waarop stortsteen
van bazalt wordt gebracht). Daarop
moet dan het lichaam van den dijk
worden gemaakt van zand met klei
bekleed en van een steenglooiing
voorzien.
Dat stortsteen zal nog wel moei-
lijk heden opleveren, zoo vervolgde
onze zegsman, want dat moet uit
België en Duitscbland komen.
Is bet noodig, dat de water
stand blDnen en buiten gelijk is
alvorens men met de werkzaam
heden kan beginnen? vroegen wy.
Al» de stroom naar binnen niet
te s'erk is, hoeft men daarop niette
wachten, was het aptwoord. Maar
dan moet het zand reeds onder de
oppervlakte telkens met zinkstukken
worden versterkt.
Het beste zou zijD, zoo vernamen
wjj nog, als niet het stelsel gevolgd
werd, dat tot dusver werd gehuldigd,
D.l. het maken van een kleidijk met
een lichaam, een kern, van zand,
maar een zanddijk met kleibekleeding.
Een kleidijk scheurt en ondervindt
jverlast van mollen, met een zand
dijk is dit niet het geval.
Hoe lang deükt u, dat het werk
duren was ten slotte onze vraag.
Alles haDgt van plaatselijke
.ndighedeo af Maar er zal wel
maand of drie, vier mee heen
gaan voor alles gereed is.
Een roepstem.
Een roepstem, bang en luid,
Bij 'tonuitspreek'Hik lijden,
Klinkt thans van Noord tot Zuid,
Gewaagt van bange tijden,
't Geteisterd Nederland,
Werd door de onstuim'ge golven
Gedeeltelijk bedolven.
Alleen do hoop hield stand.
Die hoop toch is gevest
Op aller mededoogen.
Zou thans In elk gewest
Niet ieder gaarne pogen
Om vriend'Hjk hulp te biên,
Waar zooveel wordt geleden?
In dorpen als in steden,
Moog' 't helpen snel geschiên.
Opl reddend Nederland!
Op I dochteren en zonen
Wilt U met milde hand
In 't helpen vaardig toonen I
De nood is ljs'lp groot.
Blijk' grooter 't medelijden,
In deze droeve tijden
't Geldt thans den landgenoot 1
W. M. Tz.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Arnold Spoel.
Blijkens eene advertentie in de no.
komt Arnold Spoel, de bekende
Nederlandsche Componist, alhier een
liederenavond geven. „Humor en
Vroolijkheid" staat in de advertentie
en wet Spoel's genre is, daarvan
geven onderstaande uittreksels wel
licht eenig idée. Zoo schrijft de
„Avondpost" (24 Nov. 1915)
Vooraf deed de heer Spoel het doel
van deze avonden nog eens uitkomen
hij nam het warm op voor onze
Hollandsche taal en zei terecht:
„Men moet ons volk leeren durven
zingon." De meeste (kunnen we,
helaas!, niet beter zeggen: „nage
noeg alle?") Hollanders vinden het
„gek" of „raar" om te zingen, en
FEUILLETON.
(Vervolg van de vorige bladzijde.)
„En dat hij heel veel van je houdt,"
beBloot hij, niet lettende op haar
uitroep.
„Dat weet ik ook weirenEmmy
begon weer te huilen.
„Maar lieve Emrny, wat verlang
je dan nog meer," troostte Poppy,
„en als je nu zelf nog van hem houdt,
dan is immers alles in orde."
„O plaag me toch niet zoo. Jullie
wéét niet alles," barstte Emmy uit,
en de tranen liepen lang3 haar
wangen.
Toen ging Karei een licht op.
„Je wilt toch niet zeggen dat die
lam meling, die misselijke dood vreter.
viel bij ruw uit, doch Poppy legde
hem de hand op zijn mond.
Emmy schokte van het huilen.
„Karei, wat ben jo ruw, denk toch
eensvermaande Poppy.
„Is het zoo, Emmy, heeft Leegh je
ook gevraagd?" vroeg Karei iets
kalmer.
Emmy knikte bevestigend.
„En je hebt hem toch den bons ge
geven Zooveel verstand zal je toch
nog wel gehad hebben?"
Weer knikte Emmy, en ze fluis
terde heel zacht: „Ja!"
i meisjes zouden er nog niet
hofitopen, die het „o! zoo eng"
Joelen om te zingen, „als d'r anderen
Ij z(jn"? Spoel tracht op de Volks
zangavonden het publiek van deze
dwaling af te breDgun en bet gelukt
hem wonderwel. Zou er gisteravond
van al dat publiek wel 2 pet. niet
izongen bebben?
Spoel bereidde ons bovendien
verschillende verrassingen. Eerstens
werden een paar meisjes in de zaal
uitgenoodigd, eenige nummers te
zingen, hetgeen een hartelijk applaus
ontlokte. En na de pauze deelde hij
ons o.m. mede, dat er in de zaal
een clubje jonge Russen was. De
heer Spoel sloeg de accoorden van het
mooie Russische volkslied aan en
vroeg deze jongelieden hier, in den
vreemde, hun volkslied te willen
ziDgen. Aanstonds voldeden de Rus
sen aan dit verzook en het was
doodstil in de zaal toen daar een van
de mooiste volksliederen werd aan
geheven.
Kindervoorstelling.
Zalige dagen mijner jeugd, heer
lijke, prettige tijd toen we zelf nog
jong waren en geen zorgen des levens
kenden ge kwaamt mij Donderdag
avond onwillekeurig in de herinnering,
toen we in „Tivoli" zaten en de
Buitengewone Kindervoorstelling bij
woonden, die daar door den bekenden
schrijver Chr. van Abkoude werd ge
geven. Een drom van kinderen met
vaders en moeders en ooms en tantes
was in de zaal verzameld en die
hebben er waarlijk echt kinderlijk ge
noten, kinderlijk aandachtig geluis
terd en met gulheid en in onschuld
kinderlijk gelachen, zoodat je een
weldadig gevoel doorstroomde.
De heer Van Abkoude verstaat de
kunst om zicb een paar uur met
het jonge volkje bezig te houden en
zelfs de aanwezige ouderen te
vermaken. Hij begon te vertellen, dat
bij een paar jaar geleden ook hier
was geweest en dat hij reeds eerder
het plan had om deze gemeente te
bezoeken, doch dat hij vanwege de
mobilisatie het militaire pakje had
moeten dragen en dat er zoodoende
van een tournée geen sprake kon zijn,
Deze korte inloiding, op eenvoudigeu,
jovialen toon gezegd, sloeg al dadelijk
Tn 'en toen werd het programma ge
opend. Een met zorg gekozen en aan
trekkeiyk verhaaltje, dat voor de lieve
jeugd zeer leerzaam was, werd onder
houdend verteld en Van Abkoude bad
groot succes hiermee. Maar zijn liedjes,
die hij zelf zong en zelf begeleidde
op de piano, waren zóó voorge
dragen gerust in staat om de
jongelui èn de geleiders te boeien.
Daar had je bijvoorbeeld „Van een
poes", „Domme Hein", „Het ver
wende jongetje of lieve Jo" en „O,
o!" ach, ze waren maar dood
voudig, doch leuk en geestig genoeg
om u te doen gieren van pret. En
dan de voorstellingen met degroote,
sierlijk beschilderde poppenkast. Die
pakte geweldig onder jongens en
meisjes. Ze werden telkens weer afge
wisseld door vertellingen en liedjes
en te oordeelen naar de luide toe
juichingen, naar het vele geklap dat
nu en dan volgde, gelooven we gaarne
dat alles zeer in den smaak viel en
dat jong en oud Chr. van Abkoude
nog wel eens meer willen beluisteren.
Liefdadigheids-uitvoering.
Ten behoeve van het Comité ter
Bestlijding der Tuberculose alhier
was door enkele ingezetenen eene
uitvoering georganiseerd, die Donder
dagavond in „Casino" gegeven werd.
Het programma, door lieftallige jonge
dames verkocht, vermeldde een klucht
in éen bedrijf, en verder medewer
king van den heer luitenant Sickens,
die eenige goocheltoeren zou ver
richten.
De klucht, getiteld „Gesnapt doch
ontkomen", was een waarlijk kluch
tige klucht, waarin zich het merk
waardige natuurverschijnsel voordeed
van een travesti Weet u niet wat
travestie 9 is? Dat is travesti in de
tweede macht, traveBti in 't kwad
raat. Men zou ook kunnen zeggen
dubbel overgehaalde travesti. Als een
jonge dame speelt voor heer en haar
slanke leden met een keurig licht
colbert costum heeft omhangen, dan
noemen wy dat traveBti. Maar wan
neer die zelfde jonge dame, die tijde
lijk geen dame meer is, coram publi-
cam in haar eigen japon kruipt,
die haar natuurlijk veel te nauw
geworden is en daardoor weer
jonge dme wordt, hoewel ze feitelijk
heer was, hoewol ze eigenlijk dame
wa3... kunt u 't volgen? - dan
noemen wy dat travestie in de tweede
macht. En dat natuurverschijnsel
zagen wij Donderdagavond op
planken. Overigens was het een klucht
met veel vroolijkheid. U zal zeggen
dat dit het kenmerk van de klucht
is, en dat het dus een klucht was,
„Den hemel zy daDk," riep Karei
verlucht uit, „droog je tranen dan
maar af, zusje, dan maak ik alles
wel met George voor je in orde
hoor."
„Neen, neen, Karei! Ik verbied
het je. Zeg niets tegen George," viel
Emmy heftig uit.
„Loop naar de en vóór hij
had uitgesproken, liep hij de achter
galerij af, en het erf op, en even
later hoorden ze hem roepen„Poppy,
Poppy, hoor eens even hier
Poppy gaf Emmy een kus. „Houd
maar moed, Em, alles komt nog
best in orde," zei ze, opstaande en
toeu riep ze„Ik köm 1" en ging
Karei achterna.
Emmy zag hen gearmd den maan-
belichten weg oploopen.
„Gelukkige menschen," mompelde
zij, „je eerste je beste liefde te krijgen
en dan maar één lief te hebben."
„Je was wel wat bard tegen Em,
Karei," zei Poppy zacht verwijtend,
toen ze langzaam den weg op en
neer gingen.
„Ik kon het heusch niet helpen.
Ik haat niets meer dan halfbedeD.
En van dat „entre ces deus mon
coeur balance" moet ik niets hebben,"
antwoordde hij on hij kuste Poppy
hartelijk.
„Je hebt goed praten, jij had de
moeilijkheid van het kiezen niet,
baasje."
De zllvereD mane°'' :n, die over
het landschap en, en die
de sawah" i. -ieed dekte,
wierp ei af; de vrind,
die zijn plicht deed: amuseeren en
bezighouden. Aan het slot: Danse
des Cambrioleurs. Een griezelige lu
gubere apachendans met electrische
Iantaarntjes en op den voorgrond een
vastgebonden politie-agout: pakkend
en als apotheose waarlijk grossartig.
De heer Sickens zou ons daarna
bezig houden met „levende teekenin-
gen". In afwachting van het in ge
reedheid brengen vau het tooneel
vertelde ons de heer S. eenige „mop
pen", die, smakelijk voorgedragen,
veel succes hadden, eenige met
„huiselijke" onderwerpen, niet het
minst.
De heer Sickens is een duizend
kunstenaar. Zijne „lerende teekenin-
gen" zoowel als zijn goocheltoeren
waren die van een beroepsgoochelaar.
De levende teekeningen waren won
deren; een geschilderde tafel werd
plotseling een heusche houten. Uit
eeu geschilderd sigarenkistje nam de
heer SickeDS eeu heusche, blijkbaar
lang niet slechte, sigaar; uit een ge
schilderd biervat schonk hij zich bier
in, in een geschilderd wandkastje
borg hij de bierflesschen weg, enz.
Tenslotte liet hij een geschilderd
konijn een blaadje kool eten en baalde
vervolgens het inmiddels gemateriali
seerde beestje van den wand af, dat
Ijlings wegliep. Maar de kroon op het
werk was het koetje, dat vreedzaam
graasde en door middel van een pomp
inrichting in zyu staart kostelijke
melk gaf, die het negerknechtje van
den kunstenaar kreeg.
Na de pauze werden 's heeren S.
praestaties voortgezet met goochel
toeren. Hoe vaak ook gezien, steeds
weer boeien ze, als daar uit het niet
allerlei voorwerpen getooverd worden
of plotseling verdwijnen en ze in e
uit een ver verwijderde plaats komen.
En het is zooals de heer Sickens
zeide: hoe meer je er naar kijkt, des
te minder snap je ervan. Tot slot
van de voorsteUlDg de merkwaardige
verdwijning van een vogel in een
kooitje. De heer Sickens wierp het
voorwerp omhoog en het was
weg en blebf weg. De jongeheer Haak
kroop daarop in een gewone houten
kist, waar niets bizonders aan was.
De kist werd gesloten, aan een touw
opgehangen, toen werd een andere
kist geopend en daar kwam hij,
springlevend en ongedeerd, weer uit.
Het was miraculeus.
De heer De Ven sprak namens het
Bestuur van de Vereeniging tot be
strijding dor Tuberculose eenige
woorden van dank voor medewerkers
en het publiek. De zaal was niet
heel gevuld, doch dit zat meer in
verband met het naar buiten gaan
der schepen dan wel uit gebrek aan
belangstelling. De opbrengst van den
welgeslaagden avond beliep ongeveer
f200.-.
Wij willen niet eindigen zonder
herdacht te hebben het stiJjkorchest
„de Greef", dat de pauzen met zeer
goede muziek aauvulde. Een ouver
ture als die van den „Kalif van
Bagdad" is een niet zoo alledaagsch
nummer en verdient wel met waar
deering genoemd te worden.
Raadsoverzicht.
Onze tijd is rjjk aan historische
oogenblikkeD. Nietwaar, dat zult u
allen met me eens zijn. Ja, wij
leven eigenlijk in de laatste maanden
in één reuzeu-historiscb oogenblïk,
en iedere seconde, die wy ademhalen,
brengt schier een historische gebeur
tenis. En zooals dit historisch tijdvak
geldt voor alle EuropeaneD, ja, voor
de geheelo weréld, zoo heeft ieder
individu ook van tijd tot tijd zijne
geschiedkundige oogenblikkenoogen-
blikken, die hij met rcoden inkt op
teekent in zijn dagboek. Om een
voorbeeld te noemende joDge moeder
zal zorgvuldig het oogenblik noteeren,
waarop haar weldoorvoede baby het
gewicht van 6 Kilo heeft bereikt. En
het oogenblik van de eerste sigaar
en de gevolgen van dien blijfc ook
als historisch geboekstaafdnog op
hoogen ouderdom ziet men het bed
voor zicb, waar de eerste in stilte
doorstane „draaierijen" zijn doorleefd
en doorleden en de opstandige maag
tot haar rustige rust terugkeerde.
Wy zouden zoo nog een tijd kunnen
doorgaan, spreken kunnen over
het trekken van do eerste kies, over
het voor de eerste maal in lange
broek over straat loopen, als wafineer
het net is of de straatsteenen je in
het gezicht vliegen, over de vraag,
waarop je „ja" verwacht ten antwoord
te krijgen, doch waarop maar al te
vaak het antwoord een blauwe scheen
is, over fatale data in de maand,
wanneer je een lijstje moet raad
plegen van de namen van verschil
lende goede vrienden, waar eventueel
nog wel wat los te krijgen zou zijn,
- over
Maar genoeg. Zooals een werelddeel,
die zachtjes door de boomen suizelde
zong een lied.
't Was heel stil rondom en
vrede, die heerschte, vond weerklank
in hun harten.
HOOFDSTUK H.
De dagen kropen langzaam voort
en in het kleine Tanahtinggie ge
schiedde niets, dat eenige beroering
bracht in het kalm voortvlietende
leven der Europeesche bewoners.
„Wéér een dag" zeiden de menschen
als de avond daalde, en dan bedoel
den ze, weer een dag dichter by het
verlof en dus by Holland.
Maar de inlanders telden de dagen
niet, die leefden hun leventje van
planteu en ploegen, en slechts nu en
dan bracht eenig voorval kleine op
schudding in de dessa.
Een hadji keerde terug van heilig
Mekka en deed zijn wonderbaarlijke
verhalen van de gewyde diDgen, die
zijn oogen aanschouwd, de heilige
plaatsen, die zyn voeten gedrukt
hadden en het volk luisterde toe mot
aandacht en eerbied.
Een Lotrah stierf oud en der dagen
zat, en een ander, niet beter maar
ook niet slechter, volgde hem op.
En zulk een voorval rimpelde de
oppervlakte als een weggeworpen
steen het water, waarin hy valt;
eerst was de bewegiDg sterk, maar
ze vervloeide en rimpelde weg in al
ruimer kringen, tot alles rustig weer
werd als te voren.
löfiderftn werden geboren en men-
een land, een individu, zoo heeft
ook een stad haar historische oogen
blikken. En nu komen we waar we
wezen wilden den Helder doorleefde
zoo'n historisch moment op Woensdag
avond 19 Januari, des avond3 9 uur.
Da pendule op den schoorsteenmantel
in de Raadszaal begon juist te slaan,
buiten loeido de storm, die, helaas,
vele der vroede woorden, die dien
avond hadden geklonkeu, had onver
staanbaar gemaakt, beneden sloeg
met eeD luid geraas een deur dicht:
het historisch moment was voorby.
De nimmer stilstaande tyd joeg ons
voort, reeds zaten wo in een andere
zaak, rusteloos, rusteloos joegen de
golven der discussie voort en verder
gleed het bootje der conversatie
Maar wat is dan toch dat historisch
oogenblik? vraagt de lezer. Welk
groot gemeentelijk belang is hier daD
toch tot een beslissing gekomen, dat
gy zoo plechtiglijk aankondigt?
En ziet-u, nu voel ik eenige ver
legenheid. Want het is eigenlijk niet
eene definitieve beslissing, die de
Raad nam inzake dc Kanaalplannen,
het is nog maar het begin van het
begin en er zal nog heel wat water
door bet Kanaalnee, zoo kom ik
er niet: er zal nog heel wat kubieke
meters geur in de Heldersche neuzen
worden gewaaid, en heel wat pro
pere dienstmeisjes zullen tot wanhoop
gebracht moeten worden als ze zien
hoe de pas gepoetste koperen bel van
hun woning vies en dof aanslaat,
alvorens het kanaal niet meer zal
ruiken. En zelfs dan, zelfs dan vriend
lezer, als het kanaal niet meer rui
ken zal op papier zal het de
vraag zyn, zal het zeer erg de vraag
zyn of het ook niet meer ruiken
zal in de neuzen der Nieuwe-
diepers, voor zoover die niet ver
kouden zyn. Zooveel hebben wy
althans uit de discussies welbegrepen,
dat die stankrerdwyuiDg zeer pro
blematiek is.
Jaren- en jarenlang is over die
kanaal-geschieaenisgedissicuseerd, ge
correspondeerd, gerapporteerd. Als
het eene deskundige rapport ver
schenen was om te betoogen, dat het
kaDaal, als men zus of zoo deed, niet
meer zou stinken, dan duurde bet
niet lang of er kwam een tweede
deskundig rapport, hetwelk glashel
der aantoonde, dat het heelemaal niet
hielp en dat het anders moest, er
tenslotte logenstrafte no. 3 alle an
dere rapporten. De Hollanders hebben
deze karaktertrekze doen niet veel
en niet gauw iets, maar als ze iets
doen, dan goed. Hoeveel te meer dan
de afstammelingen van de Konnemers
en Westfriezen die Holland's Noord
punt bewonen. En zoo zaten we in
de paperasserie vanjewelste, waaruit
tenslotte niemand meer wys werd
Men kent het slot bedryf ran de
kanaal-geschiedenisin de vorige
raadsvergadering kwam een voorstel
van B. en W. om eene beslissing te
nemen. Dat B. en W. hierop aan
drongen niettegenstaande de ongun
stige tijdsomstandigheden, kwam
wegens het gestelde ultimatum van
den Polder Heldor en Huisduinen, die
de voor het spuiing9plan benoodigde
gronden aanbood tot 1 September
1916. Feiteiyk is het dus aan het
Polderbestuur te danken, dat de Raad
Woensdagavond principieel besliste.
In die vorige zitting dan werd de
zaak verdaagd, teneinde de zaak eerst
nog in comité vergadering te bespre
ken, en ofschoon toen al door ver
schillende leden gezegd werd, dat
men uit die comité vergadering niets
wijzer weid, daar ln de 17 voorafge
gane jaren alle voor en tegens ampel
besproken en borapporteerd waren,
en ofschoon enkele leden toen al
aandrongen op het nemen eener
slissing, heeft men nochtans de zaak
verdaagd, en na éen gehouden comité
vergadering, weder ter tafel gebracht.
En du waren er, zooals begrypelijk
is, voor- en tegenstanders van de
zaak. De heer Do Geus sloeg den
spUker op den kop óók een histo
risch moment in den raad - door
op te merken, dat door de discussies
wel niemand meer van standpunt
veranderen zou, daar ieder zyne
meening reeds over de zaak gevormd
had. Maar het merkwaardige van het
geval is, dat èn voor- èn tegenstanders
beiden overtuigd waron van hetDiet
afdoende van het plan. Het kanaal
zou biyvou ruiken, zij het dan ook,
dat de toestand verbeteren zou. De
voorstanders van het plan motiveer
den op grond daarvan hun stem er
voor, de tegenstanders precies om
dezelfde reden hun stem er te(
Beiden hadden gelijk.
Nu zal eon buitenstaander - u en
ik, die niet tot de „vroede", dat is
de wijze vaderen behoort zeggen
als een doorspuiïng ook niet in staat
is, biykens deskundigen-rapporten, af
doend den stank te verwijderen, is
dan niet het meest rationeele het
kanaal dicht te gooien? En als u met
schen stierven, die men wegdroeg
op do baar, begroef, en een enkele
.gedacht hen nog langer.
Dg moord, waarvan Manan werd
beschuldigd, bleef eenige weken het
onderwerp van gesprek, want ieder
kende het kleine gezin, waar twist
had geheerscht tusschen Manan en zyn
schoonvader, den gryzon BapaEntjik,
een twist, die zoo droef einde nam
in moord. Maar Bapa Entjik was nu
dood on begraven, en Nji Mariah
was dood en begraven.
Manan zat achter slot,alleen,indecel
in de boei, en het kleine kampong
huis had al andere bewoners.
Eu dag na dag verliep, de eene
geiyk aan den vorigen.
De vacantietyd was om.
Verloot en zyn vrouw waren naar
hun woning aan het Koningsplein
teruggekeerd en ze genoten hun leven
voor zoover dat voor volbloed Hol
landers in Batavia te genieten valt,
die zich nog niet hebben aangewend
te schelden op het land, dat ze vry-
willig als hun nieuw vaderland kozen
en dat hun schenkt wat ze er van
hebben verwacht en kun Den verlan
gen. Karei Morel had zyn lessen aan
de hoogere burgerschool te Batavia
hervat en Poppy, die eenzaam zat
op het theeland, moest zich tevreden
stellen met zijn talryke lange brieven
en de hoop op eeu spoedig weerzien;
want vóór Verloot vertrok was het
plan al gemaakt van een bezoek van
Emmy en Pojf T*erloots;
en op dien zich
Karei ook.
dit ongetwyfeld lumineuze plan tot
den raad komt, weet ik zeker, dat
men u met gejubel ontvangen zal en
zal uitroepen: dat is nog eens een
idee I Dat we daar niet eerder op ge
komen zijn! Dat anderhalve schip,
dat er jaariyks doorkomt, moet dan
maar ergens anders zyn fortuin zoe
ken. Daar zullen we eens een rapport
over op laten maken. En dan beeft
u kans, dat over zeventien jaar het
Kanaal dicht is. De volks-phantasie
heeft het overigens al voor lang ge
dempt en er een prachtigen Kanaal
boulevard van gemaakt." zy heeft dien
boulevard beplant met allerlei fraaie
exotische gewassen, onder schaduw-
ryke platanen pantoffelen wy onze
parade, terwyi rozen en heliothropen
rondom ons geuren, terwyi rbododen-
drons en tuberozen en passieflora's
zich naar ons overbuigen Midden
op dien boulevard aan het Oosteinde
troont op een fraai, in Griekschen
styi opgebouwd ampbiteater „Helder's
Harmoniekapel" en speelt vrooiyke
wijsjes; in het verre Westen zit
^Winnubst" en blaast er op los
Zoo is, in de volksphantasie, de toe
komst.
De werkelijkheid is, dat wy thans
een handvol geld uitgeven om een
kanaal te graven naar de Fortgracht,
on dat daarnahet kanaal blijft
stinken.
Brisonslö, dessus. Het historisch
oogenblik flitste voorby, de uitslag
van de stemming 16 vóór, 4
tegen brak de spanning van dit
ontzagwekkende oogenbjik: het ka
naalplan is opgelost: leve een beter
plan!
Daar dit van de agenda het neusje
van de zalm was, blijft er overigens
niet heel veel over. De Burgemeester
opende deze eeisto zitting met een
rede, die men in extenso in ons vorig
nummer vindt afgedrukt en die men
als een soort „troonrede" kan be
schouwen. Zy gaf een kykje op 's
Burgemeesters desiderata en wie zou
haar dienaangaande niet sympathiek
vinden? Overigens is het in onzen
Raad een novum een nieuwjaarsrede
te houden, dat biykbaar aangenaam
trof.
Van den heer De Zwart kregen we
een sympathiek betoog voor drank
bestrijding, naar aanleiding van een
afwijzend advies om f 100.— subsidie
aan het hier ter plaatse bestaand
drankweer-comité. De motieven van
B. en W. leken naar niets. „Wij
kunnen niet inzien, dat 's Raads be
slissing inzake het verminderen van
het maximum-aantal vergunningen,
noodzakelijk tengevolge moet hebben,
dat aan iedere VereenigiDg voor
Drankbestrijding een subsidie moet
worden verleend", zeggen B. es W.,
daarby blyk gevend het adres niet
goed te hebben gelezen en van de
beweging hier ter plaatse niets af-
te weten. De heer De Zwart zette dit
recht en betoogde ook, dat het motief
van den minder gunstigen toestand
der financien niet afdoend was als
het B. en W. gelegen komt wordt
er wèl subsidie verleend trots den
minder gunstigen toestand. En, of
schoon de heer De Zwart de subsidie
niet kon redden, heeft by toch zeer
zeker medegewerkt aan de beslissing,
die met slechts 2 stemmen verschil
in het nadeel van het Comité uitviel.
Nu een volgend maal nog 3 stemmen
om en de subsidie is er. De heer De
Zwart is meestal uitstekend gedocu
menteerd, maar helaas slaagt hij er
niet in zyne ideeén bevatteiyk aan
den Raad voor te leggon. Dat moet
geleerd door routine en ervaring en
het zal wel beter worden, maar thans
heeft men nog wel eens moeite
spreker te volgen.
Nadat de heer Grunwald aange
drongen had op de instelling van eene
commissie tot inzameling voor de
door den watersnood getroffenen en
de Voorzitter daarop bad geantwoord,
was de agenda afgeloopen.
De ramp in den Anna
Paulowna Polder.
(Van onzen gewonen correspondent).
Oe toestand van Anna Paulowna
op Donderdagavond 6 uur.
De bewoners van Anna Paulowna,
die nog in de gemeente aanwezig wa
ren, hebben van Woensdag op Donder
dag een angstigen nacbtdoorgebracht,
doordat het zoo hevig stormde uit het
Zuid-Westen. In het overstroomde ge
deelte stonden de golven hoog, waar
door de zeedyk, aan den binnenkant
reeds zoo gehavend, op dezen kant
bedreigd werd. Wel heeft het water
hier stukken van den dijk afgespoeld,
daar de golven recht op den
binnenkant van den dyk stonden,
doch tot doorbraak is 't niet gekoi
Ook was men bevreesd voor den
Eddy Leegh was in zyn garnizoen
teruggekeerd; 's ochtends had hy
dienst, dien hy mopperend vervulde,
en den avond bracht hy zoek in
gezelschappen of in de sociëteit.
Het viel den oudera van Emmy
op, dat George Sander zyn bezoeken
nu beperkte tot de hoognoodzakeiyke,
maar ze schreven "dat toe aan zyn
overdrukke bezighedenwel bemerk
ten zij,' dat de verhouding tusschen
Emmy en hem zich bad gewyzigd,
maar daar Emmy zweeg, wilden ze
haar daarover niet vragen.
En inderdaad had Mr. Sander al-
zjjn tyd bezet en als de Assistent
Resident, hem nu en dan verzocht
weer als vroeger aan te komen loopen,
dan was het hem niet moeilijk een
uitvlucht te vinden.
Emmy begreep wel, waarom George
wegbleef.
't Was geheel tegen haar bedoeling
in. Ze bad zich inderdaad voorge
steld, dat de verhouding tusschen
George en haar niet van beteekenis
zou veranderen. Ze bad hem niet
afgewezen immers, ze had toch ge
zegd, dat ze zich bedenken wilde,
dat ze hem beter beter wilde leeren
kennen. En nu bleef George weg en
meed bet buis zelfs, de woning,
waar hij de laatste maanden gewoon
was in en uit te loopen.
En dat viel haar tegen. Ze had
gemeend, zoowel Georee als
een tijd lang te
itje h
Station-Kleine Sluis. Ook hier joeg
de Zuid-Westerstorm groote golven
tegen en over. Men heeft daarom
de takken van de langs den weg
staande boomen gezaagd en die in
het water gegooid, om met pakken
stioo dienst te doen als golfbrekers.
Het binnenwater is gelukkig niet
gerezen. Met kracht ia gewerkt aan
de doorbraak van den weg langs de
Van Ewljcksvaart. Te vyf uur in den
avond, terwijl het watei nog met
kracht naar buiten stroomde, had men
over de halve lengte van 't gat een
houten schoeiing geslagen. Duizende
zakken met zand liggen op den weg
gereed, om ze, zoodra de schoeiing ge
reed is, in het gat te werpen. Men
denkt Vrijdagavond het gat dicht te
bebben, om dan te beginnen mot 't
uitmalen van den West-Polder. Te
Kleine Sluis is men nog steeds bezig
het huisraad, per schuit of met lange
laarzen door het water loopende, uit
de huizen te halen en in veiligheid
te brengen. Anderen hebben hulp
bruggetjes gemaakt van af den weg
naar de woning, om droogvoets in
huis te kuunen komen. Gelukkig is
Woensdag en Donderdag het water
niet gerezen. Van af Ewycksluis tot
„Veerburg" is door de genie een
telefoon aangelegd.
Door den harden Zuid-Westerstorm
zijn in den nacht van Woensdag op
Donderdag in den Oost-Polder weder
by verschillende boerderyen muren
iDgestort. Aan de Kleine Sluis be
ginnen ook enkele huizen te ver
zakken.
By den heer P. Kaan, aan den
Veerweg, zyn 43 stuks hoornvee en
3 veulens, en by den heer J. C. Geer-
ligs, aan den Middelweg, 42 stuks
hoornvee verdronken.
By een boer in den Oost-Polder is
uit 't bureau een spaarpot van de
kinderen gestolen, waarin 25 gulden
was.
Nadere bijzonderheden van 't bezoek
der Koningin.
Toen H. M. de trein te Oudesluis
verliet, was zy reeds gewapend met
een lange stok van gewoon wit hout,
die haar by. de wandeling vanaf de
Van Ewycksluis naar de doorbraak
uitstekend dienst heeft gedaan. De
kruin van den dyk was op sommige
plaatsen zeer smal, zoodat langs de
steenglooiïog gewandeld moest wor
den, soms springende van den eenen
steen op den anderen. Telkens hoorde
de aanwezigen van H. M.„Hoep
sasa, klaar al weer". By de doorbraak
liet H. M. zich op een groote aard
kluit van den dyk afgiyden. Biykbaar
kende Zy geen vrees. Het gesprek
met den Burgemeester van Anna
Paulowna, den heer C. Wydenes
Spaans, liep gedurig over Anna
Paulowna, zyne bewoners en den
toestand der gemeente. By den terug
tocht informeerde H. M. of 't niet
mogelijk zou zyn de gevluchte be
woners van Anna Paulowna te zien
en toe te spreken. De Burgemeester
telefoneerde naar Oudesluis, Wierin-
gerwaard en Behagen of het ook
mogeiyk zou zyn, de vluchtelingen
te verzamelen. By aankomst te Oude
sluis waren velen verzameld in de
kerk, te Wieringerwaard in den kolf
baan van de familie Boon en in
Schagen was de Se klas wachtkamer
byna geheel met vluchtelingen
vuld. In hooge mate belangstellend
informeerde H. M. by ieder persoon-
iyk hoe men de vlucht had genomen
en in welke omstandigheden men
thans Verkeerde; by bejaarde lieden
werd geïnformeerd naar familie, ge
zondheidstoestand enz. Wanneer er
gebrek was aan kleedingstukken,
drinkwater of voedsel, wilde H. M.
dat zoo spoedig mogeiyk in die
hoefte zou worden voorzien. Te Van
Ewycksluis heeft H. M. zich een
ruimen tyd onderhouden, met aldaar
wonende visschers, die zich op den
dyk hadden verzameld. Vanaf Schagen
had H. M. Dog den tyd om per auto
een tournée te maken Schagerbrug,
St. Maartensbrug, St. Maarten en
Valkoog—Schagen. In deze plaats
werd H. M. geestdriftig toegejuicht.
Spontaan werd het Wilhelmus aan
geheven. Het was opvallend hoe H. M.
er krachtig en gezond uitzag. Voor
den Burgemeester, door de vele werk
zaamheden der laatste uren sterk
verhit, liet H. M. een reismantel aan
brengen, terwijl last gegeven'werd,
dat de dichte auto vooraan moest
rijden waarin Z.E.A. plaats kon nemen.
De toestand van Anna Paulowna
op Vrijdag ernstig.
Weder een gedeelte onder-
geloopen. De schoeiing en
brug by de doorbraak aan de
van Ewycksvaart weder
weggeslagen. Scheen Donderdag
de toestand voor Breezand iets gunsti
ger to worden, door den storm in
dien nacht van Donderdag op Vrydag
George om zyn karakter, om zyn
manneiyk uiteriyk, om zyn positie
ook. Maar Eddy mocht ze óók wel.
Ze vond hem een knappe verschij
ning. Hy was galant en beleefd en
meisjes, even koket, oppervlakkig en
wispelturig als Emmy Morel werden
verliefdopden salonheld. Daarentegen
had het voor Emmy niet de minste
bekoring de echtgenoote te worden
van een onvermogend Indisch offi
cier. Het tractement van George, den
Landraad voorzitter, zou ternauwer
nood voldoende zyn. Ze wist, ze ge
voelde, dat George haar liefhad, even
zeer als ze wel wist dat Eddy zich
haar weigering niet al te zeer had
aangetrokken. Juist dit bracht haar
er toe, Eddy nog niet van de candi-
datenlyst te schrappen.
Daarom had Emmy gedacht, öf
George öf Eddy öf wellicht ook wel
geen van beiden.
Met George leek het opzet nu vry-
wel mislukt. Thans zou ze het spel
met Eddy nog wat voortzetten. Want
ze wist wel, dat haar de gelegen
heid daartoe niet zou oDtbreken als
ze binnenkort by de Verloots te
Batavia zou logeeren. George Sander
had zich, in de laatste maanden al
thans, met ongekenden ijver op zijn
werk geworpen.
Hy bad niet gedacht en niet kunnen
vp-wachten, dat Emmy hem zou
yzen. Integendeel bad hem,
stand critiek geworden,
storm een tyd uit het
gewoed, is het zeewater
hoog geworden, waardoor
j3 de assa's water door de breuk
Doordat dijk na". w"n?D "erd!°
N.W. he»rdoor is hst water in
weder ze,omde gedeelte 1 M. ge-
geweldigé*rater stroomde over den
S den 3 Kromme tocht van af
gêstnwd .totbetBalrtanaakeen
fangs sscben Krommetocht,
Meerw, Balgweg tot de Brug
weg
den
Paulowna tu^Viorgon
Zandvaarfc enf'ge]1 0p 't
by Halfweg"/-00j 2ich
Vanaf deze 4--<irttu
en langs de Zaudvaart ioi.
den Meerweg hadden militairen en
inwoners van Bieezand een flinke
nooddyk gelegd en deze dyk heeft
het water gestuit. Wordt het water
nog hooger en bezwijkt deze dyk
van zakken zand en losse grond, dan
overstroomt het deel van Breezand
dat buiten den spoordijk ligt tot aan
de Spoorbrug en de Kooi. In den
nacht van Vrydag op Zaterdag zal
aan genoemden dijk nog hard gewerkt
worden om hem te verzwaren, want
de geheele Kooihoek wordt alleen
beschermd door dezen in allerijl opge
worpen dyk. Vanaf het station is de
Kleine Sluis den geheelen dag alleen
per boot te bereiken, want boven
sommige gedeelten van den weg
station—Kleine Sluis stond 40 cM.
water. Van de Kleine Sluis stond
alleen nog boven: de dijk, de kerk
en het huis van den Dykgraaf. Alles
wat verricht was óm 't gat by de
van Ewycksvaart te dichten is weg
geslagen. De brug over 't gat, de
schoeiing, die Donderdag byna half
gereed was, alles is vernield, zoodat
men daar weder opnieuw moet be
ginnen. Tusschen het station en de
Oudesluis had men 3 gaten in den
spoordyk gestopt. Deze bleken wdter
door te laten. Te 2 uur hafi men een
gat goed in orde en by de andere
twee vorderde men flink. De weg
van Oudesluis tot Kleine Sluis was
nog te berijden, doch alleen langs
dezen weg was de Kleine Sluis te
bereiken.
Donderdag brachten schuiten van
Wieringen zakken met zand naar
Anna Paulowna en namen meubelen
mee naar Wieringen terug, die men
uit de boerderijen in veiligheid had
gebracht.
CORRESPONDENTIE.
In ons vorig nummer werd ge-
■meld, dat by de doorbraak in de
Anna Paulownapolder de wacht ge
houden werd, omdat jutters vau
Wieringen en den Helder in den
polder trachtten te komen om het
goed uit de huizen te rooven. Namens
de Heldersche vletterlieden wordt
daartegen ten sterkste geprotesteerd
en nadrukkelyk verklaard, dat van
den Helder uit geen enkele vletterman
per boot of vlet den polder heeft be
zocht. Hetgeen wy by deze vermel
den en gaarne gelooven. Onze corre
spondent bedoelde ben trouwens
niet; hy had meer het oog op som
mige typen die van-alle-markten-thuis
zyn en allerhande ongure zaken uit
oefenen.
Wij ontvingen nog een protest, zy
het van anderen aard. Wij hadden
gemeld, dat het eerste reddingswerk
in den Oostpolder te Anna Paulowna
en het reddeD der twee kinderen
door de bemanning van een marine
sloep had plaats gehad. „Een mili-
cien-torpedist" schryft ons nu, dat
een en ander iB gedaan door de be
manning van een vlet, behoorende
tot het korps torpedisten der land
macht.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-Indie:
Datum der TiJdBt.der
ter post- laat. bual.
bezorging, a/h Postk.
lttLUÖJ
17Jan.| 8-- 'saT.
81 8.10 's n.
8.10 's n.
Naar Atjeh en onderhoorigheden
en de Oostkust van Sumatra:
ovor Engelandeiken Dlnsd. 8.10 's n.
Naar Guyana (Suriname)
zeepost via Amsterdam I
maü via Quoenatown
mail via Southampton
(alleen op verl. d. afz.)
Naar Curaijao, Bonaire en Aruba:
zeepost vla Amsterdam 27 Jan.I A—'sav.
maU vla Soutbampton eiken Haan-
of Queenstown I dag en Dond. 8.10 *b
Naar St. Martin, St. Eustatius en
Saba
zeepost vla Amsterdam 27 Jan. 8.— *aav
(alleen op verl. d. afz.)
mail via Engeland 21 3.10 's n.
en werkeiyk had ze het eeriyk ge
meend. De komst van Leegh op
Tanahtinggie had in hun verhouding
verandering bracht.
Het was George niet ontgaaü, dat
Emmy met Leegh koketteerde en
flirtte, maar hij had haar gedrag
toegeschreven aan een verlangen om
haar ware gevoelens te verbergen,
en soms had h(j zich gevleid met
het denkbeeld, dar. het wellicht wel
haar bedoeling kon wezen hem er
toe te brengen, haar zijn liefde te
verklareD.
Al de hoop, die hy gekoesterd had,
was nu even plotseling als onver
wacht, ydel geblekenal do lucht-
kasteelen, die hy zich gebouwd had,
waren ineengestort
Hij had er na dien geen oogenblik
aan gedacht, dat het tusschen Emmy
en hem nog eens in orde zou komen.
Hy begreep zeer goed, dat Emmy,-
- indien ze hem nu nog niet ge
noeg kende om te kunnen besllBsen,
dat wel nooit zou kunnen. Hij
voelde zich nog meer bedrogen dan
teleurgesteld. Ja, er waren oogen
blikken, dat hy haar antwoord als
beleediging beschouwde. En dat griefde
hem het meest.
Hy had Emmy nu leeren kennen
en hij had gezien, dat ze een ander
was, dan hy haar gedacht had.