HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
gratis.
Het zal niet lang meer duren
No. 4695
DONDERDAG 16 MAART 1916
44e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct, Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 62'/z 0.85
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 fot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 26°/o hooger berekend.
Groote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2b cent
in onze abonné's
buiten de gemeente wordt
verzocht't verschuldigde
abonnementsgeld Heldersche Cou
ranti Zondagsblad en Modeblad
lste kwartaal 1916 te willen over
maken per postwissel of aan post
zegels vóór 1 April a.s., zullende
anders daarover met 5 cents verhoo
ging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, cent
beplakt te worden.
Zij die zich thans
reeds, met ingang van
1 April op ons blad abon-
neeren, ontvangen de tot
dien datum versohljnen-
de nummers
DE WEEK.
14 Maart.
Over hetgeen de Bevredigings-com-
missie voor het Onderwijs ten slotte
zal weten te bereiken, blijven de ge
ruchten uiteenloopen. Men herinnert
zich, hoe Exc. Cort v. d. Linden
onlangs in de Eerste Kamer ver
klaarde, nu ja, nog steeds de
„stellige verwachting" te koesteren,
dat men tot eene alle partijen be
vredigende redactie van het ver
maarde art. 192 der Grondwet de
bron van zooveel strijd, worsteling,
verloren gaan van kostelyken wetge-
venden arbeid, zou komen. Maar
er was weet men toch iets wei-
felends, onzekers, in den toon, waarop
de premier over deze groote, aller
belangrijkste kwestie sprak. Z.Exc.
zinspeelde op .verschil van gevoelen",
zich telkens openbarend. En zelfs
doken er geruchten op, dat men zich
geen illusién behoefde te maken.
Van „oplossing" der schoolkwestie
zou geen sprake zijn. De heeren zou
den met diverse voorstellen komen,
wat natuurlijk gelijk staat met de
totale mislukking van het goed-be-
doelde streven, mr. Cort v. d. Linden's
ideaal.
Nu is er weer eenig licht in de
duisternis gekomen. Dr. Kuyper aste-
riskte, dat óók wanneer de school
strijd mocht worden beslecht, de
Rechtsche coalitie haar reden van
bestaan allerminst zou verliezen. De
beginselstrijd zou dan „op geheel het
terrein van het politieke leven wor
den overgebracht". M. a. w., eerst
dim zullen de politieke poppekens
eerst recht en lustig aan 't dansen
gaan. Ik neutraal kronieker
vermeld deze feiten, zonder meer.
Zij kunnen intusschen niet slechts
een „begin van bewijs" zijn, dat 't
met de Pacificatie voor het Onder
wijs, toch beter opschiet dan som
migen vreezen. En tevens eene ge
ruststelling voor degenen, die zich
reeds mochten hebben beducht ge
maakt, dat er een wapenstilstand
over de gansche linie der politieker^
komende was. Ik - het zij in alle
bescheidenheid getuigd heb mij
nooit dergelijke illusie gevormd. Nog
maals de diverse politieke kemp'
hanen en -haantjes laten hun prooi
niet zoo gauw los I
Wie aan deze dingen denkt, hem
moet de bekende, weemoedige ver
zuchting vóór den geest komen
Es wir' zu schön gewesen
Es hatt' nicht sollen sein I
Toch hebben wij meer dan ooit
nu eendracht', vrede, samenwerking,
verbroedering noodig. De door een
man als Rienzi „indrukwekkend"
geprezen rede, waarmee min. Pleyte
in den Senaat op-Donderdag 9 Maart
jl. zijn beleid verdedigde en die het
vertrouwen in dezen bewindsman
ongetwijfeld, na vele schokken, zal
versterkt hebban, maakte wat onze
koloniale politiek betreft, ongetwij
feld den scherpen indruk van het
aansturen op samenwerking. Oók
wat het onderwijs in Inaulinde be
treft. Van klaar besef der groote,
omvangrijke taak, welke wij daar
ginds hebben te vervullen. De heer
Van Limburg Styrum aanvaardt de
landvoogdij op een moment,, dat zeer-
buitengewone eischen aan zijn werk
kracht en toewijding schenkt. Maar
de samenwerking tusschen Plein en
Buitenzorg schijnt den juisten koers
in 't-oog te houden.
•In het oude Patria hebben wij
intusschen zóó dringend nu noodig
het gehoorzamen aan het „eendracht
maakt macht, tweedracht vernielt."
onzer voorouders 1 Zeker, er is, nu,
het diepe besef, dat wij zonder prut
telen de vele offers moeten brengen,
welke de nood der tijden vordert
Maar zwaar zijn ze zeker 1Dat
de Leening der 125 millioen (met
„den stok achter de deur") welke
het Parlement op Dinsdag 14 Maart
in openbare behandeling nam, een
succès zal worden; dat „de stok"
(de gedwongen Leening ad 3J pCt.)
ook thans niet ter hand zal behoeven
te worden genomenmen kan er toch
wel vrij gerust op wezen. Maar daar
zjjn de al-meer naderende belasting
wetten, met al den aankleve van
dien. Die op de Oorlogswinsten, welke
door minister Van Gijn op 80 pCt.,
inste* van 25 pCt., (gelijk de Staats
commissie wenschte) is gesteld, ten
einde voor de gemeenten, die 't be
hoeven, een „appeltje tegen de dorst"
in-petto te houden. Exc. Van Gijn
de man Tan het „Suikerpotje",
is een van de voorzichtig-bedacht-
zame soort. Daar is de heffing-ineens,
waarbij bet Parlement iets verder
dan de minister van Financiön zou
willen gaan, en zeker niet zóó ver
als dr. Bos c.s. met hunne 200 mü-
lioen. De noodzakelijkheid van zeer-
deugdelljke, beduidende versterking
der Middelen beheerscht nu al het
andere.
Dat er in ons LagerhuiB weèr uren
welhaast zullen aanbreken, waarop
- naar mr. Cort v. d. Linden's woord
„de atmosfeer met electriciteit
beladen is", men behoeft geen profeet
te zijn om 't te beseffen'!
De drang naar inkrimping van
mobilisatie doet zich steeds gelden.
Hoe kort het comité-generaal, door
beide takken der Vertegenwoordiging
gehouden, ook achter den rug ligt.
En wat speciaal in den aller
jongsten tijd is uitgelekt over de
toestanden, by onzen militairen ge
neeskundigen dienst heerschend, 't
zal bij de ontwerpen voor buitenge
woon Oorlogs-krediet ongetwijfeld
worden „aangeroerd", om 't eens
zéér-parlementair uit te drukken.
Minister Bosboom is Amsterdamsche
hospitaal-toestanden gaan aanschou
wen, en verklaarde, dat verbetering
van allerlei „dringend noodig" is.
Generaal Quaüjer, de chef van den
mil. geneeskundigen dienst, volgde
zijn voorbeeld. De „Vox Medicorum",
het medisch tijdschrift, uitte in felle
bewoordingen z(jn verontwaardiging
over de toestanden, door mij bedoeld.
Men mag aannemen, dat er nu wel
eerlang „iets gebeuren zal".
Het zich op enkele plaatsen ver-
toonen der pokken zal daartoe 't
zyne bydragep. Dergelijke verschijn
selen waren in verband met de
tijdsomstandigheden te wachten.
Men wapene zich bijtijds en hoede
zich tegen laksche onverschilligheid
of gevaarlijk optimisme. Laten vacci
neeren of revaccineeren is nu ieders
plicht. De gelegenheid tot kostelooze
koepokinenting staat overal open.
Men heeft hier te doen met een
monster, dat in vroeger tijden vele
tienduizenden ten grave sleepte.
Jenner's uitvindïDg heeft dat monster
van zijn meeste kracht beroofd, al
thans tegenover hen, die zich tydig
beveiligen tegen zijn aanslag. Maar
talmen, weifelen, uitstellen ban U
tot slachtoffer maken, terwyl ge U
verbeeldt, wel heelhuids aan het
gevaar te zullen ontsnappen. Nu zijn
er nog slechts sporadisch-voorkomen-
de gevallen. En men is waakzaam
in het snel-afzonderen. Maar plotseling^
kan het kwaad zich uitbreiden, met'
groote snelheid, en dan komt de
„run" naar de plaatsen, waar ge
vaccineerd wordt. Hier geldt in drie
dubbele mate de oude stelregel, dat
voorkomen beter is dan genezen.
Zegt 't voort!...
Men mag er zich in verheugen,
dat óók in bang-benarde tijden, als
waarin wij nu leven, de belangstelling
voor andere dingen dan die ons doen
huiveren of schreien niet is ver
men. Te Amsterdam zijn dezer
dagen de grondslagen gelegd voor
eene Nationale of, Vaderlandsche
Opera, welke beoogt het samenvloeien
van verschillende gezelschappen tot
één groot, krachtig lichaam. De
lijdensgeschiedenis van de verschil
lende Nederlandsche Opera's, die in
den loop der jaren geboren werden
met de verzekering, dat zij „op
hechten grondslag gebouwd" waren,
en die toch, na korter of langer
worsteling om 't bestaan, weèr ver
dwenen zij is bekend. "Wie de namen
leest van hen, die onder deze jongste
onderneming hun sterke schouders
zettenwie kennis neemt van den
ganschen opzet voor dit planhij
moet den indruk krijgen, al is hij
nog zoo twijfelziek gestemd, dat 't
hier toch wel naar iets deugdelijks
lijkt!...
Wanneer de zaak werkelijk tot
stand komt, dan moge men den
ouden strijder op dit gebied, genaamd
C. v. d. Linden, toch niet vergeten I
'tls zie ik een goedteeken,
dat er nu ook belangstelling is voor
andere dingen dan „de misère van
het oogenblik". Plechtigheden als de
onthulling van het schoone, door Odé
geschapen Asser-beeld, in het Carne-
gie-paleisnu, dkkrvoor is 't eerst
tyd wanneer de vrede op aarde weèr
zal zyn teruggekeerd.
Maar overigens blijft van onuit-
wischbare waarde hetgeen mr. Treub
in Augustus 1914 zeiHet leven in
zijn gewonen vorm mpet zooveel
mogelijk ongestoord voortgang be
houden Niet door krachtverspillend
weeklagen, maar door de kloeke daad
stalen wij onze energie.
Mn. Antonio.
DE OORLOG.
Dt officieels lagerbarlchten
van 13 en 14 Maart.
Van het W e 81 e 1 ij b front.
Bij Verdun is de strijd weer voor-
loopig tot stilstand gekomen. Is dit
het slot van den tweeden aanval of
waren het slechts tusschengevechten?
Zoo hevig als bij de eerste aanvallen
waren de gevechten nog niet, zoodat
men kan aannemen dat deze laatste
gevechten slechts dienden om de
uitgebreide maatregelen voor den
tweeden aanval te kunnen volvoeren
en voor de tegenpartij verborgen te
houden.
Na de verwoede aanvallen op Vaux
en het Havenbosch heerscht nu weer
rust, voor zoover betreft de infanterie-
aan vallen.
Het Fransche avondcommuniqué
van den 18en meldt dat het bombar
dement ten N. van Verdun weder in
hevigheid toenam. Ten W. van de
Maas werden troepenverzamelingen
beschoten.
Een aanval der Duitschers op de
Fransche loopgraven by Seppois in
den boven-Elzas werd afgeslagen.
Fransche vliegtuigen hebben op het
Duitsche militaire station Breulles
130 bommen geworpen. Ten N. van
Verdun werden in luchtgevechten
drie Duitsche vliegtuigen neergescho
ten.
In een ander bericht van den 18en
wordt gezegd, dat de afneming van
de hevigheid der geveehteD, welke
Zaterdag begon, voortduurde. Men
veronderstelt dat het bombardement
der Duitschers het voorspel is van
een nieuwe infanterie-aanval, en dat
deze in plaats van op het front:
Peperheuvel DouaumontVaux
welk front de Duitschers blijkbaar te
sterk gsblóken is, plaats zal heb-
op het front Morthommes—
Cumières.
Volgens het communiqué van den
14en is het artillerievuur ten W. van
Maas hevig geweest. Ook in de
streek van Vaux en Damloup werd
beschieting voortgezet. In het
bosch van Houdeaumont is een sterke
verkenningsafdeeling teruggeslagen.
Het Duitsche legerbericht van den
14en maakt slechts melding van een
klein gevecht ten N.O. van Yperen,
waarby de Engelschen teruggeworpen
werden, en van luchtgevechten. Ten
O. van Atrechten ten N. van Beaumont
werd een Eogelsch vliegtuig neer
geschoten. Ten N. W. van Verdun
den twee Fransche vliegtuigen
tot vallen gebracht. W. van Kamerljk
werd een Engelsch vliegtuig tot lan
den gedwongen.
Van Fransche zyde komt nog een
tegenspraak van het bericht waarin
de Duitschers mededeelden 26.000
gevangenen te hebben gemaakt en
189 kanonnen te hebben vermeesterd.
Het cijfer der krijgsgevangenen is
als men de dooden, gewonden en
gevangenen optelt nog tweemaal te
»root. Terwijl de buit gemaakte
canonnen, waarvan het aantal
hoogstens 84 bedraagt grootendeels
bestaan uit beschadigde en onbruik
baar gemaakte vuurmonden.
Van het O o b t e-1 tj k front komen
geen berichten van gevechten. Even
wel zouden in Bessarabié weder ge
weldige Russische troepenverplaat
singen waargenomen z(jn. Met groo-
ten haast leggen de Russen nieuwe
spoorwegen aan. Het doel hiervan
is natuurlijk niet bekend.
Van het Z u i d e 1 ij k front.
Van Oostenrijksche zijde wordt
edegedeeld, dat aan het Isonzo-
front zich groóte gevechten beginnen
te ontwikkelen. Sedert den 13en val
len de Italianen weder aaD, doch
worden overal teruggeslagen. Vooral
op het N. deel van het plateau van
Doberdo waren de aanvallen hevig.
Bij San Martino liepen de Italianen
7 maal storm. Evenveel malen wer
den zy bloedig teruggeslagen.
Van de overige fronten geen be
richten van beteekenis.
Uit ItallS.
Luigi Barzini schrijft in de Secoio
brieven van het Italiaansche front.
Hij toont daarin aan, met welke moei
lijkheden de Italianen hebben te kam
pen. By tal van plaatsen ligt de sneeuw
thans 30 meter hoog. Elders zijn de
wegen in modderpoelen veranderd.
Niettemin wyst de verhoogde bedrij
vigheid der Italiaansche artillerie op
offensieve plannen van het legerbe
stuur. Van 12 Maart af is het geheele
telegraaf- en postverkeer met het Ita
liaansche front voor onbepaalden tijd
verboden.
Oultiche varllezan.
De „Times" meldt dat in Februari
in de Duitsche verlieslysten werden
opgegeven
Gesneuveld en gestorven
aan wonden
7301
Gestorven aan ziekte
2910
Gevangen
1845
Vermist
2017
Zwaar gewond
5217
Gewond
1641
Licht gewond
11865
Gewond, maar dienstdoend
2902
Totaal 35198
Het totale aantal verliezen met in
begrip van bovengenoemde is (de
cijfers omvatten alle Duitsche ver
liezen niet alleen de Pruisische, maar
niet de verliezen der marine of de
koloniale troepen):
Gesneuveld of gestorven
aan wonden i 625936
Gestorven aan ziekte 36588
Gevangen 117045
Vermist 213886
Zwaar gewond 364058
Gewond 250342
Licht gewond 958158
Gewond, maar dienstdoend 101919
Totaal 2667872
Een record.
In Sawtry (Huntingdonshire) ieeft
een echtpaar, dat onlangs den 67sten
verjaardag van zijn huwelijk heeft
gevierd en 29 kleinzoons en een ach
terkleinzoon aan het front heeft.
Te Westerstede (Oostfriesland) zijn
van Zaterdag tot Maandag 900 krijgs
gevangen Servièrs in een nieuw ge
vangenkamp ondergebracht.
BINNENLAND.
Het Oera Linda Bok.
De „Nieuwe Rott. Courant" meldt
daaromtrent nog het volgende
In het bericht van het overlijden
van Johan Winkler is er op gewezen,
dat nu het geheim van het Oera
Linda Bok onthuld zou kunnen wor
den. Immers heeft Johan Winkler
aan het Friesch Genootschap een
kistje met daarop betrekking heb
bende bescheiden afgestaan, onder
beding, dat het eerst na zyn dood
mocht worden geopend, en men dan
naar believen met den inhoud zou
De heer J. J. Hof (de Friesche
schrijver Jan fen 'e Gaestmar), voor
wien Johan Winkler zooveel is ge
weest, schrijft daaromtrent in het
,N.bld. van Friesland":
„Ik vermoed, dat voor 't Friesch
Genootschap na opening van het kistje
dezelfde bezwaren tegen publicatie
van den inhoud zullen bestaan als
die welke den heer Winkler weer
hielden om te openbaren wat hij
wist of meende te weten. Ik ken die
reden en heb hem deswege te meer
vereerd.
Voorts vrees ik, dat publicatie van
het door den heer Winkler bijeen
gebrachte en opgeteekende toch niet
volkomen opheldering zou bren
gen. Ik voor mij geloof wel, dat de
heer Winkler de geheele zaak vol
komen doorzag, maar heb tevens den
indruk, dat er aan de bewijsvoering
een en anderontbrak, in zooverre,
dat wie liever niet overtuigd wil
worden, het na publicatie'van zyn
relaas waarschijnlijk ook niet zal
zyn. Evenwel dien ik hierbij op te
merken, dat deze mijne meening op
niets stelligs berust.
Van één ding ben ik wel heel
zekerdat de heer Winkler zelf nim
mer tot de gedupeerden heeft be
hoord. Hy begreep onmiddellijk, na
inzage van de eerste stukken van
het handschrift, dat men met een
mystificatie te doen had".
Inenting te Amsterdam.
Tot Dinsdagavond waren reeds 7000
personen ingeënt. Uitgebreide maat
regelen zijn genomen om demenschen
sneller te helpen, nu de toeloop zoo
buitengewoon en onverwacht groot
is. Bij geen andere gelegenheid
toen ook pokken te Amsterdam wer
den geconstateerd was de toeloop
zoo enorm.
De „Telegraaf" beschuldigt in een
felle kritiek den directeur van den
Gezondheidsdienst aldaar, Dr. Rin
geling, dat hy' twee maanden lang
heeft verzuimd krachtige maatregelen
te nemen om de uitbreiding van deze
zeer besmettelijke en gevaarlijke
ziekte te voorkomen. De bevolking
werd door hem op primitieve wyze
bekend gemaakt met het voorkomen
van pokkengevallen, zoodat niemand
zich daaraan stoorde. Eerst nadat de
verschillende couranten de aandacht
op het dreigende gevaar hadden ge
vestigd, werd de bevolking bekend
met het dreigende gevaar.
De oorlogsleenlng.
De Tweede Kamer heeft zonder
stemming aangenomen het wetsont
werp tot het aangaan van een Oor-
logsleening van 125 millioen.
Sinaasappels.
Sedert eenigen tjjd is de aanvoer
van sinaasappelen hier te lande totaal
stopgezet, tot groote schade van het
werkvolk, de honderden pakkers, de
venters én de kleine winkeliers, die
in deze branche te Amsterdam en
Rotterdam en ook elders in den
lande hun bestaan Yinden, en van
welke velen thans ten laste der
Steuncomités komen.
De oorzaak hiervan iB de eisch,
vanwege de Engelsche regeering aan
Kon. Nederlandiscbe Stoomboot
maatschappij gestelcl, dat deze ervoor
zou instaan dat niet meer dan 25%
der met haar booten aangevoerde
sinaasappelen naar Duitschland zou
den worden uitgevoerd. De Maat
schappij kon zich hiervoor onmoge
lijk verantwoordelijk stellen. Pogin
gen, ook van de zyde derSpaansche
belanghebbenden te Yalencia en te
Murcia in 't werk gesteld, om Enge
land op dezen eisch te doen terug
komen, mochten tot heden niet
baten.
De cadet de G. -van de Koninklijke
Militaire Academie, die j.1. Zondag
by een vrijwillige sportoefening door
een speerworp ernsiig werd gewond
aan den hals, is Maandagavond aan
de gevolgen overleden.
Een burgemeeitnr gevraagd.
In „De Gemeentestem" van 11
Maart 1916 komt de volgende adver
tentie voor:
Te Renesse, eiland Behouwen, prov.
Zeeland, is vacant .het ambt van
burgemeeater. Uit de gemeente geen
sollicitanten. Het dorp - ruim 600
zielen heeft tranj verbinding, ia
lief gelegen b|j bosch, duin, strand en
zee."
Zoover wij weten, is het nog niet
vertoond, dat aolicitanten voor het
ambt van burgemeester bij advertentie
werden opgeroepen, merktde Middelb.
Ct." op.
Fraude met postzegels.
De mededeeling in het „Handels
blad" betreffende de fraude met onge-
perforeerde en z.g. uitschot-perforatie-
frankeerzegels van een cent vereischt.
m nadere toelichting.
De man die deze fraude pleegde,
was werkzaam aan het verificatie-
bureau van de firma Joh. Enschedé
Zonen te Haarlem. Dit bureau is
aangewezen om al de gedrukte post-
waarden, zoowel gave als uitschot,
over te dragen aan het bureau der
Rijkscontrole bij de Posterijen en
Telegraphie aldaar.
Teneinde nu eenige vellen misdruk
kunnen bemachtigen, werden ge-
iele vellen met gave frankeerzegels
van een cent aan een postkantoor
gekocht en vóór de overdracht aan de
Rijkscontrole door den man verwis
seld met even zoovele vellen misdruk,
de gave vellen door scheuren ook
in misdruk te hebben veranderd. Het
totale aantal door de drukkerij op te
leveren vellen, zoowel gave als mis
druk, klopte dus weder.
Toen de firma Booleman op 1
Februari den controleur te Haarlem,
den heer Pull, met het in omloop
z(jn van misdruk-frankeerzegels van
een cent in kennis bracht, stelde deze
zich onmiddellijk met baar en met
den heer Heersma, hoofdinspecteur
der recherche te Amsterdam, in ver
binding, waardoor de draden spoedig
in handen waren. Reeds op 12Febr.
gelukte het den dader uit te vinden.
Deze werd in de drukkerij gearres
teerd en 'bekende spoedig.
Da prijs van het courantenpapier.
De directeuren der dagbladen zijn
door de Yereeniging De Nederlandsche
Dagbladpers tegen den 21sten dezer
opgeroepen tot een buitengewone al
gemeenevergadering, om „demogelijk
heid te overwegen, of de abonnements
prijzen der dagbladen moeten en
kunnen worden verhoogd, öf de om
vang der bladen verminderd, bf iets
anders gezamefijk kan worden be
proefd."
In het orgaan der Vereeniging van
Dagbladuitgevers wordt bericht„Ons
is gebleken, dat de prijs voor het
courantenpapier na April a.s. wederom
belangrijk zal worden verhoogd, en
wij zijn overtuigd, dat hieraan niet
te ontkomen is. Dus zullen andere
maatregelen moeten worden genomen,
zeer belangrijke nadeelen ge
zamenlijk weg te nemen."
De prijs van bet papier, een der
belangrijkste uitgaven voor een cou
rant, is sedert het begin van den
oorlog gestegen met 70 pet.
Hat postverkeer met Indll.
De Nieuwe Ct. meldt, dat er eerst
daags een mededeeling is te wachten,
dat op verlangen van de afzenders,
dat buiten op de poststukken kenbaar
moet worden gemaakt, postzendiDgen
met een bepaalde vrachtboot door het
Suezkanaal zullen worden verzonden.
Verder meldt het blad, dat van de
mail, welke 12 Februari van hier
naar Indié is verzonden, belangrijk
meer terecht is gekomen dan men
aanvankelijk vreesde. Een deel der
mail was reeds voor de Maloja uit
per andere gelegenheid verzonden door
het Seuzkanaal, en van de mail, die
aan boord was van het vergane Bcbip,
zijn zakken aan de Britsche kust
aangespoeld.
Da weekstaat der Nederlandtohe
Bank.
Was 14 dagen geleden de totale
metaalvoorraad der Nederlandsche
Bank voor het eerst in de geschie
denis dezer instelling tot boven de
f500 millioen gestegen, thans kan
hetzelfde worden geconstateerd ten
aanzien van den goudvoorraad. In de
afgeloopen week is deze met f6.14
millioen vooruitgaan, waardoor een
totaal-cijfer van f 501.67 milloen is
bereikt. Met inbegrip van het door
Bank gehouden zilver bedraagt
de geheele metaalvoorraad thans
f506.80 millioen.
De gouddekking der biljetten be
draagt thans 86,20% tegen 84,56%
verleden week. Door goud en zilver
te zamen is thans 86.97 (v. w.
84,38%) van den biljettenomloop
gedekt.
Duurtetoeelag gemeente-personeel
Zaandam.
Ook te Zaandam ondervindt het
gemeente-personeel den invloed der
economische crisis door de vermin
derde koopkracht van het loon en
hebben verschillende organisaties van
ambtenaren en werklieden zich ge
wend tot den Gemeenteraad met het
verzoek, een toeslag te willen geven
op de loonen ter tegemoetkoming aan
de zich handhavende duurte. B. en W.
hebben daarin aanleiding gevonden
een 7-tal organisaties van belangheb
benden uit te noodigen, elk 2 afge
vaardigden te willen zenden naar öen
conferentie, welke Dinsdagavond in
het Raadhuis gehouden is.
Na de noodige besprekingen kwam
men tot algeheele overeenstemming,
omtrent de navolgende puntenB.
en W. uit te noodigen den Raad voor
te stellen: een duurte-toealag van
f 5 per maand te verleenen aan het
geheele vaste en tijdelijke gemeente-
personeel, gehuwd zoowel als onge
huwd, dat minder verdient dan f 1500
Ingezonden Mededeeling.
dat er in ons kleine land nog duizenden, ja tienduizenden gevonden worden, die
niets of bjjna niets van een of meer der vreemde talen keünen. Want er is nu
gelegenheid om op prettige, eenvoudige wyze Fransch, Duitsch of Engelsch-te
leeren en dat tegen zulk een billijken prijs, dat niemand in zyn geldelijke om
standigheden een reden kan zien, hieraan geen deel te nemen. Voor den prija
van I 0.35 per maand ontvangt U wekelijks een blad, dat U geleidelijk maar
zeker zoover brengt dat U een eenvoudig boek in de vreemde taal kunt lezen,
dat U in staat zljt eenvoudige correspondentie in die taal te voeren. Proefnum
mers worden gratis en franco toegezonden. Deze gelegenheid moogt U
niet laten passeeren. Vraagt proefnummers.
A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK, Hoofd-onderwljzers,
Witte de Wlthstraat 23, Amsterdam. - Telefoon Zuid 4072.
per jaaraan deze regeling terugwer
kende kracht te geven tot 1 Januari
1916den duur van dezen maatregel
te doen bepalen door B. en W.het
losse personeel een uitkeering te ver
leenen van f 0.20 per dagde uitbe
taling te doen geschieden eens per
maand en op den gewonen betaaldag
van het maand- of weeksalarisden
maatregel eveneens te doen gelden
voor het gemobiliseerd personeel, met
uitzondering der ongehuwden.
De zaak-Schröder.
In een gedeelte van onze vorige
oplage deelden wij nog mede, dat de
heer J. C. SchrOder, redacteur van de
„Telegraaf', Dinsdagmiddag voor de
4e Kamer der Rechtbank te Amster
dam heeft terechtgestaan wegens
overtreding van art. 100 Wetboek
van Strafrecht en dat een jaar ge
vangenisstraf tegen hem werd ge-
eischt.
Art. 100 Wetb. v. Strafr. bedreigt
met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaar hem of haar, die de onzijdig
heid van den staat in gevaar brengt.
Den heer SchrOder is ten laste gelegd,
dat hij een door hem geschreven
gesteld artikel in het Ochtendblad
van 27 Nov. 1915 van de „Telegraaf'
heeft doen opnemen, waardoor de
onzijdigheid van den staat in gevaar
is gebracht. In genoemd artikel, eene
polemiek met de „Nieuwe Courant",
wordt aan het slot gezegd, dat „wij
de „Tel." niet zullen ophouden
e8n Regeering en een medeplichtige
pera te bestrijden, die onder het mom
van een waardige neutraliteit door
een onverantwoordelijke uit voorpoli
tiek Duitschland voorziet van de
st noodige levensbehoeften, het
daarom in staat stelt den strijd vol
te houden en verraad pleegt aan het
eigen vaderland niet alleen, maar
ook aan de zaak der menschheid,
die door een krachtige, moreel hoog
staande RegeeriDg op geheel andere
wijze gediend zou zijn". Welk artikel
onder meer het gevolg zou kunnen
hebben, dat Regeeringen van oorlog
voerende staten, kennis nemende van
den inhoud, in de meening worden
gebracht, dat de Nederlandsche Regee
ring door haar in- en uitvoerpolitiek
opzettelijk een of meer oorlogvoerende
staten begunstigde ten nadeele van
een of meer andere en dus opzettelijk
een gedragslijn vólgde, in strijd met
de beginselen en eischen, die aan de
handhaving eener strikte neutraliteit
ten grondslag behooren te liggen en
te worden gesteld, welke meening
tot stoornis der onzijdigheid van den
Staat der Nederlanden zou kunnen
leiden.
Beklaagde verklaarde hoofdredac
teur te zijn en bedoeld artikel te
hebben geschreven. Op eene vraag
van den president, hoe bekl. kon
zeggen, dat men iu Duitschland
openlyk zegt, dat wij hen in 't leven
houden, antwoordt bekl. daartoe
aanleiding te hebben gevonden in de
uitvoerpolitiek der Regeering. De
uitlating was van een Kamerlid
afkomstig. De heer Holderl, directeur
de „Telegraaf", stelde zich,
hoewel niet juridisch, toch feitelijk
verantwoordelijk voor den inhoud
van het blad.
Het Openbaar Ministerie, mr. Jo-
rissen, zegt in zijn requisitoir, dat de
pers aanmerkingen maakte over het
tijdsverloop, dat tusschen het ver
schijnen van het artikel en de open
bare behandeling is verloopen. Spr.
acht het hier de plaats niet om
rekenschap daarvan te geven, wil
echter wel zeggen, dat de late beban
deling dit voordeel heeft, dat de op
gezweepte hartstochten ©enigszins
bezonken zijn en men de zaak kalm
en zakelijk kan zien. Spr. ontkent met
nadruk, dat deze actie tegen de
vrijheid van drukpers gaqt. Het gaat
hier over de quaestie van oorlog en
vrede. Dat het misdrijf samenviel met
kritiek op de regeering, is slechts
toevalligevengoed had het aar
kunnen vallen met lof. Het artikel
heeft wantrouwen opgewekt. Het volk
en de pers in Engeland, die grootoD
invloed hebben op de regeeriDg, zijn
achterdochtig geworden, en de Eogel-
sche pers heeft sedert de actie van
de „Telegraaf' opgezet tegen ons
land. Spr. betoogde verder, dat bekl.
zich bewust moet zijn geweest van
het gevaar voor de onzijdigheid van
den Staat. Men heeft bekl. de vorige
maal vergeleken bij een leenw, die
met het temperament van een jour
nalist het artikel schreef. Als hij een
leeuw is; heeft hij meer van een
Artis-leeuw dan van een Abyssyni-
schen. Een temperamentvol journalist
is bekl. zeker, maar als hij zich
vergaloppeert, vergaloppeert hij zich
niet voor eigen ideeön, maar voor die
van een ander.
Beklaagde protesteert
President: Ik verzoek den heer
SchrOder zich van critlek te onthou
den.
De heer SchrOder: Moet ik my dan
maar laten beleedigen?
Voortgaande zegt mr. JorissenEr
is in de pers gesproken van een
zitredacteur, maar niets onjuister dan
dit. Wanneer hij schrijft in een andere
richting, gaat hij er aan. Hy Is als
't ware met gouden ketenen aan „De
Telegraaf" gebonden.
BeklaagdeMoet ik my dat laten
welgevallen
Mr. Jorissen zal de laatste wezen
om beklaagde als immoreel te veroor
deelen. Er is een soort tragiek in deze
zaak. Wy hebben hier iemand, die
geplaatst is tusschen zyn geweten,
zyn voordeel eenerzyds en zijn idealen
anderzyds. Beklaagde is niet iemand,
die geen eigen idealen heeft, maar hy
moet ze
President: Ik verzoek u om niet
verder op dit punt voort te gaan
het ia niet van belang en het Is niet
ten laste gelegd.
Mr. Jorissen eindigt daarop met een
kort woord zyn requisitoir en hy
eischt veroordeeling tot één jaar ge
vangenisstraf.
De eerste verdediger, mr. Kappeyne
van de Coppello, merkt op, dat hy
niet, als het O.M. van een Artis-leeuw
zal spreken van een Artis-O.M. Ook
zal hy niet spreken van een bioscoop-
officier.
Pleiter doet uitkomen, dat beklaagde
als Nederlandsch journalist in hot
vrye Nederland een dagbladartikel
schreef, waarvan de duidelijke strek
king was de uitvoerpolitiek der re
geeriDg te bestryden. Beklaagde zag
daarin terecht of ten onrechte een
gevaar voor de neutraliteit Het ge
volg was, dat beklaagde op St Nico-
laasavond gearresteerd werd, terwyi
de schry ver van de meest ophitsende
artikelen, byv. in „De Toekomst" en
in „De Standaard", tegen de gealli
eerden gericht, ongemoeid worden
gelaten en rustig St. Nicolaas konden
vieren.
Het biykt, dat men beklaagde heeft
beschouwd als oen soort proefkonyn.
Telkens was hy het, dien men liet
terechtstaan.
Deze geheele vervolging is iDgesteld
op laat van de regeering. Hier kunnen
wy den Minister echter niet ter ver
antwoording roepen. Een veroordee
ling van diens beleid bedoelt niet
eenig verwyt tot het O. M. te richten.
Pleiter betoogt, evenals de vorige
maal
lo. dat het O. M. moet bewyzen,
dat de onzydigheid van den Neder-
landschen staat door het geïncrimi
neerde artikel in gevaar is gebracht
2o. dat het niet voldoende is, dat
de geïncrimineerde handeling oon
voorwendsel tot oorlog kon zijn, maar
dat die handeling terecht als een casus
belli kan worden aangemerkt.
Yerder betoogde pleiter,
lo. dat te doen wat de regeering
wordt verweten haar volkenrechtelijk
geoorloofd ia;
fc). dat het toelaten daarvan haar
volkenrechteiyke plicht was.
De tweede verdediger, mr. L. W.
van Gich, vraagt:
Wanneer waar was, do Nederland
sche regeering niet neutraal was, dat
zy pro Duitsche gevoelens had en die
ook tot uiting liet komen, mocht deze
beklaagde daartegen dan opkomen?
Is dat geoorloofd? Is dat strafbaar?
En zoover de dagvaarding luidt,
antwoord het O. M.ja.
VolgeDB pleiter is het beklaagde's
bedoeling geweest, lo. eeD aanval op
de RegeeriDg te doen, die by beschul
digde van het voeren van een pro-
Duitsche uitvoerpolitiek; 2o. de Re
geering te dwingen tot maatregelen,
die het gevaar van een oorlog met
Engeland bezworen.
Thans zit de beschuldigde van de
Regeering als beschuldigde hier: al
leen krachtens de macht der Regee
ring. PI. wil van het proces geen poli
tiek proces maken, maar niet te ont
kennen vélt, dat politiek Van deze
niet vreemd is.
PI. concludeerde tot vryspraak.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald op 28 Maart.
INGEZONDEN.
Het Bestuur der afdeeling Helder
van de „Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht", vernomen hebbende, dat
men met een lyst langs de huizen
loopt, wenscht nog even met nadruk
er op te wyzen, dat bedoelde lijal
ageert tegen „Vrouwenkiesrecht" en
verzoekt, wyi haar gebleken is, dat
men niet altijd begrijpt waarom het
gaat, vooral eerst eens ernstig na te
denken, alvorens men-zyn handtee-
kening zet.
Voor „Vrouwenkiesrecht" wordt
thans met geen lasten geloopen. Men
lette daar goed op, s. v. p.!
Het Bestuur v. d. afd. Helder:
J. DaisrxRomsst, presidente.
5. H. A. Hrasf-HnRoxx,
secretarewe.