HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna gratis. Het zal niet lang meer duren No. 4695 DONDERDAG 16 MAART 1916 44e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 62'/z 0.85 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 fot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 26°/o hooger berekend. Groote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2b cent in onze abonné's buiten de gemeente wordt verzocht't verschuldigde abonnementsgeld Heldersche Cou ranti Zondagsblad en Modeblad lste kwartaal 1916 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 1 April a.s., zullende anders daarover met 5 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/, cent beplakt te worden. Zij die zich thans reeds, met ingang van 1 April op ons blad abon- neeren, ontvangen de tot dien datum versohljnen- de nummers DE WEEK. 14 Maart. Over hetgeen de Bevredigings-com- missie voor het Onderwijs ten slotte zal weten te bereiken, blijven de ge ruchten uiteenloopen. Men herinnert zich, hoe Exc. Cort v. d. Linden onlangs in de Eerste Kamer ver klaarde, nu ja, nog steeds de „stellige verwachting" te koesteren, dat men tot eene alle partijen be vredigende redactie van het ver maarde art. 192 der Grondwet de bron van zooveel strijd, worsteling, verloren gaan van kostelyken wetge- venden arbeid, zou komen. Maar er was weet men toch iets wei- felends, onzekers, in den toon, waarop de premier over deze groote, aller belangrijkste kwestie sprak. Z.Exc. zinspeelde op .verschil van gevoelen", zich telkens openbarend. En zelfs doken er geruchten op, dat men zich geen illusién behoefde te maken. Van „oplossing" der schoolkwestie zou geen sprake zijn. De heeren zou den met diverse voorstellen komen, wat natuurlijk gelijk staat met de totale mislukking van het goed-be- doelde streven, mr. Cort v. d. Linden's ideaal. Nu is er weer eenig licht in de duisternis gekomen. Dr. Kuyper aste- riskte, dat óók wanneer de school strijd mocht worden beslecht, de Rechtsche coalitie haar reden van bestaan allerminst zou verliezen. De beginselstrijd zou dan „op geheel het terrein van het politieke leven wor den overgebracht". M. a. w., eerst dim zullen de politieke poppekens eerst recht en lustig aan 't dansen gaan. Ik neutraal kronieker vermeld deze feiten, zonder meer. Zij kunnen intusschen niet slechts een „begin van bewijs" zijn, dat 't met de Pacificatie voor het Onder wijs, toch beter opschiet dan som migen vreezen. En tevens eene ge ruststelling voor degenen, die zich reeds mochten hebben beducht ge maakt, dat er een wapenstilstand over de gansche linie der politieker^ komende was. Ik - het zij in alle bescheidenheid getuigd heb mij nooit dergelijke illusie gevormd. Nog maals de diverse politieke kemp' hanen en -haantjes laten hun prooi niet zoo gauw los I Wie aan deze dingen denkt, hem moet de bekende, weemoedige ver zuchting vóór den geest komen Es wir' zu schön gewesen Es hatt' nicht sollen sein I Toch hebben wij meer dan ooit nu eendracht', vrede, samenwerking, verbroedering noodig. De door een man als Rienzi „indrukwekkend" geprezen rede, waarmee min. Pleyte in den Senaat op-Donderdag 9 Maart jl. zijn beleid verdedigde en die het vertrouwen in dezen bewindsman ongetwijfeld, na vele schokken, zal versterkt hebban, maakte wat onze koloniale politiek betreft, ongetwij feld den scherpen indruk van het aansturen op samenwerking. Oók wat het onderwijs in Inaulinde be treft. Van klaar besef der groote, omvangrijke taak, welke wij daar ginds hebben te vervullen. De heer Van Limburg Styrum aanvaardt de landvoogdij op een moment,, dat zeer- buitengewone eischen aan zijn werk kracht en toewijding schenkt. Maar de samenwerking tusschen Plein en Buitenzorg schijnt den juisten koers in 't-oog te houden. •In het oude Patria hebben wij intusschen zóó dringend nu noodig het gehoorzamen aan het „eendracht maakt macht, tweedracht vernielt." onzer voorouders 1 Zeker, er is, nu, het diepe besef, dat wij zonder prut telen de vele offers moeten brengen, welke de nood der tijden vordert Maar zwaar zijn ze zeker 1Dat de Leening der 125 millioen (met „den stok achter de deur") welke het Parlement op Dinsdag 14 Maart in openbare behandeling nam, een succès zal worden; dat „de stok" (de gedwongen Leening ad 3J pCt.) ook thans niet ter hand zal behoeven te worden genomenmen kan er toch wel vrij gerust op wezen. Maar daar zjjn de al-meer naderende belasting wetten, met al den aankleve van dien. Die op de Oorlogswinsten, welke door minister Van Gijn op 80 pCt., inste* van 25 pCt., (gelijk de Staats commissie wenschte) is gesteld, ten einde voor de gemeenten, die 't be hoeven, een „appeltje tegen de dorst" in-petto te houden. Exc. Van Gijn de man Tan het „Suikerpotje", is een van de voorzichtig-bedacht- zame soort. Daar is de heffing-ineens, waarbij bet Parlement iets verder dan de minister van Financiön zou willen gaan, en zeker niet zóó ver als dr. Bos c.s. met hunne 200 mü- lioen. De noodzakelijkheid van zeer- deugdelljke, beduidende versterking der Middelen beheerscht nu al het andere. Dat er in ons LagerhuiB weèr uren welhaast zullen aanbreken, waarop - naar mr. Cort v. d. Linden's woord „de atmosfeer met electriciteit beladen is", men behoeft geen profeet te zijn om 't te beseffen'! De drang naar inkrimping van mobilisatie doet zich steeds gelden. Hoe kort het comité-generaal, door beide takken der Vertegenwoordiging gehouden, ook achter den rug ligt. En wat speciaal in den aller jongsten tijd is uitgelekt over de toestanden, by onzen militairen ge neeskundigen dienst heerschend, 't zal bij de ontwerpen voor buitenge woon Oorlogs-krediet ongetwijfeld worden „aangeroerd", om 't eens zéér-parlementair uit te drukken. Minister Bosboom is Amsterdamsche hospitaal-toestanden gaan aanschou wen, en verklaarde, dat verbetering van allerlei „dringend noodig" is. Generaal Quaüjer, de chef van den mil. geneeskundigen dienst, volgde zijn voorbeeld. De „Vox Medicorum", het medisch tijdschrift, uitte in felle bewoordingen z(jn verontwaardiging over de toestanden, door mij bedoeld. Men mag aannemen, dat er nu wel eerlang „iets gebeuren zal". Het zich op enkele plaatsen ver- toonen der pokken zal daartoe 't zyne bydragep. Dergelijke verschijn selen waren in verband met de tijdsomstandigheden te wachten. Men wapene zich bijtijds en hoede zich tegen laksche onverschilligheid of gevaarlijk optimisme. Laten vacci neeren of revaccineeren is nu ieders plicht. De gelegenheid tot kostelooze koepokinenting staat overal open. Men heeft hier te doen met een monster, dat in vroeger tijden vele tienduizenden ten grave sleepte. Jenner's uitvindïDg heeft dat monster van zijn meeste kracht beroofd, al thans tegenover hen, die zich tydig beveiligen tegen zijn aanslag. Maar talmen, weifelen, uitstellen ban U tot slachtoffer maken, terwyl ge U verbeeldt, wel heelhuids aan het gevaar te zullen ontsnappen. Nu zijn er nog slechts sporadisch-voorkomen- de gevallen. En men is waakzaam in het snel-afzonderen. Maar plotseling^ kan het kwaad zich uitbreiden, met' groote snelheid, en dan komt de „run" naar de plaatsen, waar ge vaccineerd wordt. Hier geldt in drie dubbele mate de oude stelregel, dat voorkomen beter is dan genezen. Zegt 't voort!... Men mag er zich in verheugen, dat óók in bang-benarde tijden, als waarin wij nu leven, de belangstelling voor andere dingen dan die ons doen huiveren of schreien niet is ver men. Te Amsterdam zijn dezer dagen de grondslagen gelegd voor eene Nationale of, Vaderlandsche Opera, welke beoogt het samenvloeien van verschillende gezelschappen tot één groot, krachtig lichaam. De lijdensgeschiedenis van de verschil lende Nederlandsche Opera's, die in den loop der jaren geboren werden met de verzekering, dat zij „op hechten grondslag gebouwd" waren, en die toch, na korter of langer worsteling om 't bestaan, weèr ver dwenen zij is bekend. "Wie de namen leest van hen, die onder deze jongste onderneming hun sterke schouders zettenwie kennis neemt van den ganschen opzet voor dit planhij moet den indruk krijgen, al is hij nog zoo twijfelziek gestemd, dat 't hier toch wel naar iets deugdelijks lijkt!... Wanneer de zaak werkelijk tot stand komt, dan moge men den ouden strijder op dit gebied, genaamd C. v. d. Linden, toch niet vergeten I 'tls zie ik een goedteeken, dat er nu ook belangstelling is voor andere dingen dan „de misère van het oogenblik". Plechtigheden als de onthulling van het schoone, door Odé geschapen Asser-beeld, in het Carne- gie-paleisnu, dkkrvoor is 't eerst tyd wanneer de vrede op aarde weèr zal zyn teruggekeerd. Maar overigens blijft van onuit- wischbare waarde hetgeen mr. Treub in Augustus 1914 zeiHet leven in zijn gewonen vorm mpet zooveel mogelijk ongestoord voortgang be houden Niet door krachtverspillend weeklagen, maar door de kloeke daad stalen wij onze energie. Mn. Antonio. DE OORLOG. Dt officieels lagerbarlchten van 13 en 14 Maart. Van het W e 81 e 1 ij b front. Bij Verdun is de strijd weer voor- loopig tot stilstand gekomen. Is dit het slot van den tweeden aanval of waren het slechts tusschengevechten? Zoo hevig als bij de eerste aanvallen waren de gevechten nog niet, zoodat men kan aannemen dat deze laatste gevechten slechts dienden om de uitgebreide maatregelen voor den tweeden aanval te kunnen volvoeren en voor de tegenpartij verborgen te houden. Na de verwoede aanvallen op Vaux en het Havenbosch heerscht nu weer rust, voor zoover betreft de infanterie- aan vallen. Het Fransche avondcommuniqué van den 18en meldt dat het bombar dement ten N. van Verdun weder in hevigheid toenam. Ten W. van de Maas werden troepenverzamelingen beschoten. Een aanval der Duitschers op de Fransche loopgraven by Seppois in den boven-Elzas werd afgeslagen. Fransche vliegtuigen hebben op het Duitsche militaire station Breulles 130 bommen geworpen. Ten N. van Verdun werden in luchtgevechten drie Duitsche vliegtuigen neergescho ten. In een ander bericht van den 18en wordt gezegd, dat de afneming van de hevigheid der geveehteD, welke Zaterdag begon, voortduurde. Men veronderstelt dat het bombardement der Duitschers het voorspel is van een nieuwe infanterie-aanval, en dat deze in plaats van op het front: Peperheuvel DouaumontVaux welk front de Duitschers blijkbaar te sterk gsblóken is, plaats zal heb- op het front Morthommes— Cumières. Volgens het communiqué van den 14en is het artillerievuur ten W. van Maas hevig geweest. Ook in de streek van Vaux en Damloup werd beschieting voortgezet. In het bosch van Houdeaumont is een sterke verkenningsafdeeling teruggeslagen. Het Duitsche legerbericht van den 14en maakt slechts melding van een klein gevecht ten N.O. van Yperen, waarby de Engelschen teruggeworpen werden, en van luchtgevechten. Ten O. van Atrechten ten N. van Beaumont werd een Eogelsch vliegtuig neer geschoten. Ten N. W. van Verdun den twee Fransche vliegtuigen tot vallen gebracht. W. van Kamerljk werd een Engelsch vliegtuig tot lan den gedwongen. Van Fransche zyde komt nog een tegenspraak van het bericht waarin de Duitschers mededeelden 26.000 gevangenen te hebben gemaakt en 189 kanonnen te hebben vermeesterd. Het cijfer der krijgsgevangenen is als men de dooden, gewonden en gevangenen optelt nog tweemaal te »root. Terwijl de buit gemaakte canonnen, waarvan het aantal hoogstens 84 bedraagt grootendeels bestaan uit beschadigde en onbruik baar gemaakte vuurmonden. Van het O o b t e-1 tj k front komen geen berichten van gevechten. Even wel zouden in Bessarabié weder ge weldige Russische troepenverplaat singen waargenomen z(jn. Met groo- ten haast leggen de Russen nieuwe spoorwegen aan. Het doel hiervan is natuurlijk niet bekend. Van het Z u i d e 1 ij k front. Van Oostenrijksche zijde wordt edegedeeld, dat aan het Isonzo- front zich groóte gevechten beginnen te ontwikkelen. Sedert den 13en val len de Italianen weder aaD, doch worden overal teruggeslagen. Vooral op het N. deel van het plateau van Doberdo waren de aanvallen hevig. Bij San Martino liepen de Italianen 7 maal storm. Evenveel malen wer den zy bloedig teruggeslagen. Van de overige fronten geen be richten van beteekenis. Uit ItallS. Luigi Barzini schrijft in de Secoio brieven van het Italiaansche front. Hij toont daarin aan, met welke moei lijkheden de Italianen hebben te kam pen. By tal van plaatsen ligt de sneeuw thans 30 meter hoog. Elders zijn de wegen in modderpoelen veranderd. Niettemin wyst de verhoogde bedrij vigheid der Italiaansche artillerie op offensieve plannen van het legerbe stuur. Van 12 Maart af is het geheele telegraaf- en postverkeer met het Ita liaansche front voor onbepaalden tijd verboden. Oultiche varllezan. De „Times" meldt dat in Februari in de Duitsche verlieslysten werden opgegeven Gesneuveld en gestorven aan wonden 7301 Gestorven aan ziekte 2910 Gevangen 1845 Vermist 2017 Zwaar gewond 5217 Gewond 1641 Licht gewond 11865 Gewond, maar dienstdoend 2902 Totaal 35198 Het totale aantal verliezen met in begrip van bovengenoemde is (de cijfers omvatten alle Duitsche ver liezen niet alleen de Pruisische, maar niet de verliezen der marine of de koloniale troepen): Gesneuveld of gestorven aan wonden i 625936 Gestorven aan ziekte 36588 Gevangen 117045 Vermist 213886 Zwaar gewond 364058 Gewond 250342 Licht gewond 958158 Gewond, maar dienstdoend 101919 Totaal 2667872 Een record. In Sawtry (Huntingdonshire) ieeft een echtpaar, dat onlangs den 67sten verjaardag van zijn huwelijk heeft gevierd en 29 kleinzoons en een ach terkleinzoon aan het front heeft. Te Westerstede (Oostfriesland) zijn van Zaterdag tot Maandag 900 krijgs gevangen Servièrs in een nieuw ge vangenkamp ondergebracht. BINNENLAND. Het Oera Linda Bok. De „Nieuwe Rott. Courant" meldt daaromtrent nog het volgende In het bericht van het overlijden van Johan Winkler is er op gewezen, dat nu het geheim van het Oera Linda Bok onthuld zou kunnen wor den. Immers heeft Johan Winkler aan het Friesch Genootschap een kistje met daarop betrekking heb bende bescheiden afgestaan, onder beding, dat het eerst na zyn dood mocht worden geopend, en men dan naar believen met den inhoud zou De heer J. J. Hof (de Friesche schrijver Jan fen 'e Gaestmar), voor wien Johan Winkler zooveel is ge weest, schrijft daaromtrent in het ,N.bld. van Friesland": „Ik vermoed, dat voor 't Friesch Genootschap na opening van het kistje dezelfde bezwaren tegen publicatie van den inhoud zullen bestaan als die welke den heer Winkler weer hielden om te openbaren wat hij wist of meende te weten. Ik ken die reden en heb hem deswege te meer vereerd. Voorts vrees ik, dat publicatie van het door den heer Winkler bijeen gebrachte en opgeteekende toch niet volkomen opheldering zou bren gen. Ik voor mij geloof wel, dat de heer Winkler de geheele zaak vol komen doorzag, maar heb tevens den indruk, dat er aan de bewijsvoering een en anderontbrak, in zooverre, dat wie liever niet overtuigd wil worden, het na publicatie'van zyn relaas waarschijnlijk ook niet zal zyn. Evenwel dien ik hierbij op te merken, dat deze mijne meening op niets stelligs berust. Van één ding ben ik wel heel zekerdat de heer Winkler zelf nim mer tot de gedupeerden heeft be hoord. Hy begreep onmiddellijk, na inzage van de eerste stukken van het handschrift, dat men met een mystificatie te doen had". Inenting te Amsterdam. Tot Dinsdagavond waren reeds 7000 personen ingeënt. Uitgebreide maat regelen zijn genomen om demenschen sneller te helpen, nu de toeloop zoo buitengewoon en onverwacht groot is. Bij geen andere gelegenheid toen ook pokken te Amsterdam wer den geconstateerd was de toeloop zoo enorm. De „Telegraaf" beschuldigt in een felle kritiek den directeur van den Gezondheidsdienst aldaar, Dr. Rin geling, dat hy' twee maanden lang heeft verzuimd krachtige maatregelen te nemen om de uitbreiding van deze zeer besmettelijke en gevaarlijke ziekte te voorkomen. De bevolking werd door hem op primitieve wyze bekend gemaakt met het voorkomen van pokkengevallen, zoodat niemand zich daaraan stoorde. Eerst nadat de verschillende couranten de aandacht op het dreigende gevaar hadden ge vestigd, werd de bevolking bekend met het dreigende gevaar. De oorlogsleenlng. De Tweede Kamer heeft zonder stemming aangenomen het wetsont werp tot het aangaan van een Oor- logsleening van 125 millioen. Sinaasappels. Sedert eenigen tjjd is de aanvoer van sinaasappelen hier te lande totaal stopgezet, tot groote schade van het werkvolk, de honderden pakkers, de venters én de kleine winkeliers, die in deze branche te Amsterdam en Rotterdam en ook elders in den lande hun bestaan Yinden, en van welke velen thans ten laste der Steuncomités komen. De oorzaak hiervan iB de eisch, vanwege de Engelsche regeering aan Kon. Nederlandiscbe Stoomboot maatschappij gestelcl, dat deze ervoor zou instaan dat niet meer dan 25% der met haar booten aangevoerde sinaasappelen naar Duitschland zou den worden uitgevoerd. De Maat schappij kon zich hiervoor onmoge lijk verantwoordelijk stellen. Pogin gen, ook van de zyde derSpaansche belanghebbenden te Yalencia en te Murcia in 't werk gesteld, om Enge land op dezen eisch te doen terug komen, mochten tot heden niet baten. De cadet de G. -van de Koninklijke Militaire Academie, die j.1. Zondag by een vrijwillige sportoefening door een speerworp ernsiig werd gewond aan den hals, is Maandagavond aan de gevolgen overleden. Een burgemeeitnr gevraagd. In „De Gemeentestem" van 11 Maart 1916 komt de volgende adver tentie voor: Te Renesse, eiland Behouwen, prov. Zeeland, is vacant .het ambt van burgemeeater. Uit de gemeente geen sollicitanten. Het dorp - ruim 600 zielen heeft tranj verbinding, ia lief gelegen b|j bosch, duin, strand en zee." Zoover wij weten, is het nog niet vertoond, dat aolicitanten voor het ambt van burgemeester bij advertentie werden opgeroepen, merktde Middelb. Ct." op. Fraude met postzegels. De mededeeling in het „Handels blad" betreffende de fraude met onge- perforeerde en z.g. uitschot-perforatie- frankeerzegels van een cent vereischt. m nadere toelichting. De man die deze fraude pleegde, was werkzaam aan het verificatie- bureau van de firma Joh. Enschedé Zonen te Haarlem. Dit bureau is aangewezen om al de gedrukte post- waarden, zoowel gave als uitschot, over te dragen aan het bureau der Rijkscontrole bij de Posterijen en Telegraphie aldaar. Teneinde nu eenige vellen misdruk kunnen bemachtigen, werden ge- iele vellen met gave frankeerzegels van een cent aan een postkantoor gekocht en vóór de overdracht aan de Rijkscontrole door den man verwis seld met even zoovele vellen misdruk, de gave vellen door scheuren ook in misdruk te hebben veranderd. Het totale aantal door de drukkerij op te leveren vellen, zoowel gave als mis druk, klopte dus weder. Toen de firma Booleman op 1 Februari den controleur te Haarlem, den heer Pull, met het in omloop z(jn van misdruk-frankeerzegels van een cent in kennis bracht, stelde deze zich onmiddellijk met baar en met den heer Heersma, hoofdinspecteur der recherche te Amsterdam, in ver binding, waardoor de draden spoedig in handen waren. Reeds op 12Febr. gelukte het den dader uit te vinden. Deze werd in de drukkerij gearres teerd en 'bekende spoedig. Da prijs van het courantenpapier. De directeuren der dagbladen zijn door de Yereeniging De Nederlandsche Dagbladpers tegen den 21sten dezer opgeroepen tot een buitengewone al gemeenevergadering, om „demogelijk heid te overwegen, of de abonnements prijzen der dagbladen moeten en kunnen worden verhoogd, öf de om vang der bladen verminderd, bf iets anders gezamefijk kan worden be proefd." In het orgaan der Vereeniging van Dagbladuitgevers wordt bericht„Ons is gebleken, dat de prijs voor het courantenpapier na April a.s. wederom belangrijk zal worden verhoogd, en wij zijn overtuigd, dat hieraan niet te ontkomen is. Dus zullen andere maatregelen moeten worden genomen, zeer belangrijke nadeelen ge zamenlijk weg te nemen." De prijs van bet papier, een der belangrijkste uitgaven voor een cou rant, is sedert het begin van den oorlog gestegen met 70 pet. Hat postverkeer met Indll. De Nieuwe Ct. meldt, dat er eerst daags een mededeeling is te wachten, dat op verlangen van de afzenders, dat buiten op de poststukken kenbaar moet worden gemaakt, postzendiDgen met een bepaalde vrachtboot door het Suezkanaal zullen worden verzonden. Verder meldt het blad, dat van de mail, welke 12 Februari van hier naar Indié is verzonden, belangrijk meer terecht is gekomen dan men aanvankelijk vreesde. Een deel der mail was reeds voor de Maloja uit per andere gelegenheid verzonden door het Seuzkanaal, en van de mail, die aan boord was van het vergane Bcbip, zijn zakken aan de Britsche kust aangespoeld. Da weekstaat der Nederlandtohe Bank. Was 14 dagen geleden de totale metaalvoorraad der Nederlandsche Bank voor het eerst in de geschie denis dezer instelling tot boven de f500 millioen gestegen, thans kan hetzelfde worden geconstateerd ten aanzien van den goudvoorraad. In de afgeloopen week is deze met f6.14 millioen vooruitgaan, waardoor een totaal-cijfer van f 501.67 milloen is bereikt. Met inbegrip van het door Bank gehouden zilver bedraagt de geheele metaalvoorraad thans f506.80 millioen. De gouddekking der biljetten be draagt thans 86,20% tegen 84,56% verleden week. Door goud en zilver te zamen is thans 86.97 (v. w. 84,38%) van den biljettenomloop gedekt. Duurtetoeelag gemeente-personeel Zaandam. Ook te Zaandam ondervindt het gemeente-personeel den invloed der economische crisis door de vermin derde koopkracht van het loon en hebben verschillende organisaties van ambtenaren en werklieden zich ge wend tot den Gemeenteraad met het verzoek, een toeslag te willen geven op de loonen ter tegemoetkoming aan de zich handhavende duurte. B. en W. hebben daarin aanleiding gevonden een 7-tal organisaties van belangheb benden uit te noodigen, elk 2 afge vaardigden te willen zenden naar öen conferentie, welke Dinsdagavond in het Raadhuis gehouden is. Na de noodige besprekingen kwam men tot algeheele overeenstemming, omtrent de navolgende puntenB. en W. uit te noodigen den Raad voor te stellen: een duurte-toealag van f 5 per maand te verleenen aan het geheele vaste en tijdelijke gemeente- personeel, gehuwd zoowel als onge huwd, dat minder verdient dan f 1500 Ingezonden Mededeeling. dat er in ons kleine land nog duizenden, ja tienduizenden gevonden worden, die niets of bjjna niets van een of meer der vreemde talen keünen. Want er is nu gelegenheid om op prettige, eenvoudige wyze Fransch, Duitsch of Engelsch-te leeren en dat tegen zulk een billijken prijs, dat niemand in zyn geldelijke om standigheden een reden kan zien, hieraan geen deel te nemen. Voor den prija van I 0.35 per maand ontvangt U wekelijks een blad, dat U geleidelijk maar zeker zoover brengt dat U een eenvoudig boek in de vreemde taal kunt lezen, dat U in staat zljt eenvoudige correspondentie in die taal te voeren. Proefnum mers worden gratis en franco toegezonden. Deze gelegenheid moogt U niet laten passeeren. Vraagt proefnummers. A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK, Hoofd-onderwljzers, Witte de Wlthstraat 23, Amsterdam. - Telefoon Zuid 4072. per jaaraan deze regeling terugwer kende kracht te geven tot 1 Januari 1916den duur van dezen maatregel te doen bepalen door B. en W.het losse personeel een uitkeering te ver leenen van f 0.20 per dagde uitbe taling te doen geschieden eens per maand en op den gewonen betaaldag van het maand- of weeksalarisden maatregel eveneens te doen gelden voor het gemobiliseerd personeel, met uitzondering der ongehuwden. De zaak-Schröder. In een gedeelte van onze vorige oplage deelden wij nog mede, dat de heer J. C. SchrOder, redacteur van de „Telegraaf', Dinsdagmiddag voor de 4e Kamer der Rechtbank te Amster dam heeft terechtgestaan wegens overtreding van art. 100 Wetboek van Strafrecht en dat een jaar ge vangenisstraf tegen hem werd ge- eischt. Art. 100 Wetb. v. Strafr. bedreigt met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar hem of haar, die de onzijdig heid van den staat in gevaar brengt. Den heer SchrOder is ten laste gelegd, dat hij een door hem geschreven gesteld artikel in het Ochtendblad van 27 Nov. 1915 van de „Telegraaf' heeft doen opnemen, waardoor de onzijdigheid van den staat in gevaar is gebracht. In genoemd artikel, eene polemiek met de „Nieuwe Courant", wordt aan het slot gezegd, dat „wij de „Tel." niet zullen ophouden e8n Regeering en een medeplichtige pera te bestrijden, die onder het mom van een waardige neutraliteit door een onverantwoordelijke uit voorpoli tiek Duitschland voorziet van de st noodige levensbehoeften, het daarom in staat stelt den strijd vol te houden en verraad pleegt aan het eigen vaderland niet alleen, maar ook aan de zaak der menschheid, die door een krachtige, moreel hoog staande RegeeriDg op geheel andere wijze gediend zou zijn". Welk artikel onder meer het gevolg zou kunnen hebben, dat Regeeringen van oorlog voerende staten, kennis nemende van den inhoud, in de meening worden gebracht, dat de Nederlandsche Regee ring door haar in- en uitvoerpolitiek opzettelijk een of meer oorlogvoerende staten begunstigde ten nadeele van een of meer andere en dus opzettelijk een gedragslijn vólgde, in strijd met de beginselen en eischen, die aan de handhaving eener strikte neutraliteit ten grondslag behooren te liggen en te worden gesteld, welke meening tot stoornis der onzijdigheid van den Staat der Nederlanden zou kunnen leiden. Beklaagde verklaarde hoofdredac teur te zijn en bedoeld artikel te hebben geschreven. Op eene vraag van den president, hoe bekl. kon zeggen, dat men iu Duitschland openlyk zegt, dat wij hen in 't leven houden, antwoordt bekl. daartoe aanleiding te hebben gevonden in de uitvoerpolitiek der Regeering. De uitlating was van een Kamerlid afkomstig. De heer Holderl, directeur de „Telegraaf", stelde zich, hoewel niet juridisch, toch feitelijk verantwoordelijk voor den inhoud van het blad. Het Openbaar Ministerie, mr. Jo- rissen, zegt in zijn requisitoir, dat de pers aanmerkingen maakte over het tijdsverloop, dat tusschen het ver schijnen van het artikel en de open bare behandeling is verloopen. Spr. acht het hier de plaats niet om rekenschap daarvan te geven, wil echter wel zeggen, dat de late beban deling dit voordeel heeft, dat de op gezweepte hartstochten ©enigszins bezonken zijn en men de zaak kalm en zakelijk kan zien. Spr. ontkent met nadruk, dat deze actie tegen de vrijheid van drukpers gaqt. Het gaat hier over de quaestie van oorlog en vrede. Dat het misdrijf samenviel met kritiek op de regeering, is slechts toevalligevengoed had het aar kunnen vallen met lof. Het artikel heeft wantrouwen opgewekt. Het volk en de pers in Engeland, die grootoD invloed hebben op de regeeriDg, zijn achterdochtig geworden, en de Eogel- sche pers heeft sedert de actie van de „Telegraaf' opgezet tegen ons land. Spr. betoogde verder, dat bekl. zich bewust moet zijn geweest van het gevaar voor de onzijdigheid van den Staat. Men heeft bekl. de vorige maal vergeleken bij een leenw, die met het temperament van een jour nalist het artikel schreef. Als hij een leeuw is; heeft hij meer van een Artis-leeuw dan van een Abyssyni- schen. Een temperamentvol journalist is bekl. zeker, maar als hij zich vergaloppeert, vergaloppeert hij zich niet voor eigen ideeön, maar voor die van een ander. Beklaagde protesteert President: Ik verzoek den heer SchrOder zich van critlek te onthou den. De heer SchrOder: Moet ik my dan maar laten beleedigen? Voortgaande zegt mr. JorissenEr is in de pers gesproken van een zitredacteur, maar niets onjuister dan dit. Wanneer hij schrijft in een andere richting, gaat hij er aan. Hy Is als 't ware met gouden ketenen aan „De Telegraaf" gebonden. BeklaagdeMoet ik my dat laten welgevallen Mr. Jorissen zal de laatste wezen om beklaagde als immoreel te veroor deelen. Er is een soort tragiek in deze zaak. Wy hebben hier iemand, die geplaatst is tusschen zyn geweten, zyn voordeel eenerzyds en zijn idealen anderzyds. Beklaagde is niet iemand, die geen eigen idealen heeft, maar hy moet ze President: Ik verzoek u om niet verder op dit punt voort te gaan het ia niet van belang en het Is niet ten laste gelegd. Mr. Jorissen eindigt daarop met een kort woord zyn requisitoir en hy eischt veroordeeling tot één jaar ge vangenisstraf. De eerste verdediger, mr. Kappeyne van de Coppello, merkt op, dat hy niet, als het O.M. van een Artis-leeuw zal spreken van een Artis-O.M. Ook zal hy niet spreken van een bioscoop- officier. Pleiter doet uitkomen, dat beklaagde als Nederlandsch journalist in hot vrye Nederland een dagbladartikel schreef, waarvan de duidelijke strek king was de uitvoerpolitiek der re geeriDg te bestryden. Beklaagde zag daarin terecht of ten onrechte een gevaar voor de neutraliteit Het ge volg was, dat beklaagde op St Nico- laasavond gearresteerd werd, terwyi de schry ver van de meest ophitsende artikelen, byv. in „De Toekomst" en in „De Standaard", tegen de gealli eerden gericht, ongemoeid worden gelaten en rustig St. Nicolaas konden vieren. Het biykt, dat men beklaagde heeft beschouwd als oen soort proefkonyn. Telkens was hy het, dien men liet terechtstaan. Deze geheele vervolging is iDgesteld op laat van de regeering. Hier kunnen wy den Minister echter niet ter ver antwoording roepen. Een veroordee ling van diens beleid bedoelt niet eenig verwyt tot het O. M. te richten. Pleiter betoogt, evenals de vorige maal lo. dat het O. M. moet bewyzen, dat de onzydigheid van den Neder- landschen staat door het geïncrimi neerde artikel in gevaar is gebracht 2o. dat het niet voldoende is, dat de geïncrimineerde handeling oon voorwendsel tot oorlog kon zijn, maar dat die handeling terecht als een casus belli kan worden aangemerkt. Yerder betoogde pleiter, lo. dat te doen wat de regeering wordt verweten haar volkenrechtelijk geoorloofd ia; fc). dat het toelaten daarvan haar volkenrechteiyke plicht was. De tweede verdediger, mr. L. W. van Gich, vraagt: Wanneer waar was, do Nederland sche regeering niet neutraal was, dat zy pro Duitsche gevoelens had en die ook tot uiting liet komen, mocht deze beklaagde daartegen dan opkomen? Is dat geoorloofd? Is dat strafbaar? En zoover de dagvaarding luidt, antwoord het O. M.ja. VolgeDB pleiter is het beklaagde's bedoeling geweest, lo. eeD aanval op de RegeeriDg te doen, die by beschul digde van het voeren van een pro- Duitsche uitvoerpolitiek; 2o. de Re geering te dwingen tot maatregelen, die het gevaar van een oorlog met Engeland bezworen. Thans zit de beschuldigde van de Regeering als beschuldigde hier: al leen krachtens de macht der Regee ring. PI. wil van het proces geen poli tiek proces maken, maar niet te ont kennen vélt, dat politiek Van deze niet vreemd is. PI. concludeerde tot vryspraak. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 28 Maart. INGEZONDEN. Het Bestuur der afdeeling Helder van de „Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht", vernomen hebbende, dat men met een lyst langs de huizen loopt, wenscht nog even met nadruk er op te wyzen, dat bedoelde lijal ageert tegen „Vrouwenkiesrecht" en verzoekt, wyi haar gebleken is, dat men niet altijd begrijpt waarom het gaat, vooral eerst eens ernstig na te denken, alvorens men-zyn handtee- kening zet. Voor „Vrouwenkiesrecht" wordt thans met geen lasten geloopen. Men lette daar goed op, s. v. p.! Het Bestuur v. d. afd. Helder: J. DaisrxRomsst, presidente. 5. H. A. Hrasf-HnRoxx, secretarewe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1