HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4604
DONDERDAG 6 APRIL 1916
44e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct,, franco per post 90 si, Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 52'/2 0.85
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
AdvertentiBn van 1 tot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent Elke regel meer B ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
AdvertentiBn op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/0 hooger berekend.
Qroota letters en cllchó's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2h cent
Op pagina 4 van dit blad Is
opgenomen
,1. Uit den omtrek.
2. Ingezonden.
3. Boekbespreking.
4. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
4 April.
Op de kentering van de twintigste
en de een-en twintigate maand van
de wereldcrisis is gekomen plotseling
de stemming, nu wel niet op paniek
gelijkend, maar toch woeliger, onrus
tiger, meer bewogen dan sinds 1
Augustus 1914 werd aanschouwd.
Toen daar in den middag van
Vrjjdag 31 Maart j.1. verschenen
de bulletins, aankoudigend dat „Enge
land een doortocht eischte" door ons
land, ja, toen steeg de emotie bijna
tot de grens van paniek, 't Duurde
zeer kort, want welhaast verschenen
,de eerste avondbladen met kalmee-
rende, geruststellende berichten. Er
werd olie geworpen op do kokende
golven. Men begon den toestand met
rustige bezadigdheid gade te slaan.
Zeker, er werden geen nieuwe ver
loven aan land en zeemacht verleend.
Maar de z. g. zakenverloven gingen
door. En indien de toestand werke
lijk - gelijk het te onzaliger ure
verspreid bulletin beweerde een
„dreigend conflict" deed vreezen, dan
zoudeu de militairen geen verlof heb
ben gekregen de kazerne te verlaten
voor vele uren, terwijl het „klokje
van gehoorzaamheid" voor hen jte
elf iD plaats van te twaalf ure sloeg.
Ook begreep men, dat in dergelijk
geval natuurlijk de Tweede Kamer
onverwijld in geheime zitting zou
zijn bijeengeroepen. Terwijl eerst
tegen Dinsdag 4 April voordat het
Parlement het ontwerp-Ouderdoms-
rente zou gaan behandelen ons
Lagerhuis in comité generaal de mede
deelingen der Regeering over den
toeBtand van het oogenblik zou ver-
Zeer zeker bleef en blijft er aan
leiding bestaan om te gelooven, dat
de situatie tot meerdere waakzaam
heid reden geeft. Trouwens, al sinds
vele maanden is door lieden van
kalm bezadigd oordeel, die zich pogen
te hoeden zoowel tegen altezonnige
opvatting der zaken als tegen al te
sombere „zwartkijker|j" betoogd, dat
naar gelang dè oorlog langer duurt
de positie der onzedige Staten, - dus
ook van Nederland ernstiger wordt.
Dat is ook de strekking van het
artikel, door den oud-minister Colijn
in de „Stemmen des Tijds" gepubli
ceerd onder den vervolgtitel „Van
den Volkeren-krijg". Optimistisch van
toon is die beschouwing zeker niet.
Maar evenmin kan iemand er reden
uit putten om te beweren, dat het
gevaar momenteel-dreigend is
De al meer verscherpte Engelsche
alsluitings-politiek aldus de heer
Col|jn - doet 't begrijpelijk zijn; dat
men in Duitschland denkt aan de
stijgende mogelijkheid van een poging,
van Engelsche zijde te ondernemen,
om door Nederland heen den vijand
aan te tasten. En daaraan schakelt
zich voor den Oostelijken buurman
natuurlijk de vraag vastis Neder
land sterk genoeg om een dergelijke
poging te weerstaan Die vraag
behoeft' niet tot grond te hebben
vijandige zucht om ons te lijf te gaan.
Maar de volkeren-krijg, de gruwzame
wereldbrand ia nu 'eenmaal gelijk
mr. Cort v. d. Linden 't uitdrukte
een „strijd op leven en dood". Een
kamp om het „lijfsbehoud". Ons wordt
de plicht opgelegd om niet slechts
naar het Westen, maar ook naar het
Oosten en naar het Zuiden front te
blijveu maken. Wat meebreDgt een
loodzwaren last van zorgen en offers.
Een last, die elke maand zwaarder,
heviger gaat drukken. Intuaschen,
- zooals de heer Colijn 't uitdrukt -
wij hebben er tegen te wakeD, dat
„de schorpioenen de gecselen niet ver
vangen" I
Zoo is 't inderdaad.
De verschillende buitengewone
maatregelen, in de jongste dagen
genomen, wijzen dus niet op onmid
dellijk dreigend oorlogsgevaar, gelijk
reeds gezegd. Maar wèl blijkt eruit,
hoe weinig aanleiding er helaas
bestaat voor sommiger meening, dat
het gevaar van in den werelbrand
te worden betrokken, voor ons ge
weken is.
Van de zijde der geallieerden zoo
wel als van den kant der centrale
mogendheden is ons bij hernieuwing
de verzekering gegeven van onge
stoord-vriendschappelijke verhouding.
En die verklaring mogen wij veilig
nemen zooals zij daar ligt.
Maar wat voor den dag van heden
in deze tijden geldt, kan voor
dien van morgen (vergete naen niet)
buiten toepassing zijn.
Met-dat-al hebben wij ons voor te
beroiden op eene. periode, waarin
misschien het uiterste zal worden
gevraagd van hetgeen wij hebben te
ofFeren ter beveiliging van onze on
afhankelijkheid en ter bekamping van
den oeconomiBChen nood, welke een
vorm zou kunnen aannemen, heel
wat scherper dan waarvan de meeaten
nu eenige „Ahnung", voorstelling,
hebben Pt Kan zijn, dat het buiten
gewoon Oorlogs-krediet van honderd
millioen, door minister Bosboom in
de plaats gesteld van dat van vijftig
millioen, oorspronkelijk aangevraagd,
minder tegenkanting zal vinden
bij de thans ingetreden omstandig
heden dan men aanvankelijk ver
moedde. Wat niet 'beletten zal, dat
de toestanden bij den militairen ge
neeskundigen dienst ongetwijfeld zeer
scherpe, zeer felle kritiek zullen
uitlokken. Et pour cause Geen
wonder inderdaad. Dag aan dag hoort
men verbijsterende staaltjes van na
latigheid, gemis aan zorg, gemis aan
belangstelling voor de kostbare jonge
levens, aan het leger nu toevertrouwd.
Noch op minister Bosboom, noch
zeker op den kundigen en energieken
dr. Quanjer, den generaal-inspecteur,
kan hier het „odium", de zwaarte
der schuld, drukken. De organisatie
deugt niet. Was reeds schromelijk
verouderd. En de mobilisatie heeft
dat in scherp licht gesteld. Wat den
minister van Oorlog zeer stellig wèl
kan worden verweten, 't ia dat
"hij vooraf z|jn bezoek aan het Amster-
damschehospitaal liet bekend worden.
Wie denkt hierbij niet aan de lachende
dorpen" van bordpapier, aan de „wel
varende streek" van papier rnaché-
schermen eu doek, waarachter zich
do ellende had te verschuilen, en die
de op „inspectie" zijnde Tsaritga
Catharina II immers den indruk
gaven, dat 't heusch-zoo-erg niet ge
steld was met de armoede in. het
Rijk!?... Dat minister Bosboom
in antwoord op de vragen van het
Kamerlid Drion nu ja, wel enkele
misstanden heeft erkend, maar toch
overigens de zaak zoo ongeveer heeft
trachten „goed te praten", 't zal
hem een paar extra-warme kwartier
tjes eerlang in het Parlement bezor
gen En met allen eerbied voor
Z.Exc. moet hier toch worden gezegd
„Tu 1'as voulu, Georges Dandin I" Of
te weleigen schuld 1
Wie denkt aan de schatten, in den
eerstkomenden tijd noodig voor alles
en-nog-wat: 't moet hem wel gaan
duizelen.
Dat er nog „geld onder de menschen'
is wie twijfelt daar trouwens aan
't is gebleken bij de Leeulng der
125 millioen, waarvoor 186 werden
aangeboden. De Indische 41/, pCts.-
Leening van tachtig millioen, ter
aflossing van de vlottende schuld,
zfj zal ook wel in orde komen.
En van de naderende Oorlogswinst-
belasting is reeds voorspeld, o.a.
door mr. Nierop, den senator, her
innert men zich, dat zij véél meer
dan 45 millioen in het Rijkslaadje
zal brengen. Zoodat waar nieuwe
Inkomsten-belasting en heffing ineens,
'I zij dan als Regeerings-voorstel of
in fusie met de donkbeelden-dr, Bos
c.s., reeds zéér veel zullen vergen
op den fiscus zeer zeker de plicht
rust om met zekere gematigdheid
te-rade te gaan.
Er is de duufte-toeslag, die nog
steeds „zwemt", en waarvan duizen
den vragen, in den lande, wanneer
ze „boven water" zal komen.
Er ia de werkloosheids-verzekering,
die minister Lely zal handhaven ge
lijk mr. Treub haar ontwierp: toeslag
van Rijk en gemeenten op de contri
butie der kassen van de N.V.V. Met
steun, in eenigerlei vorm, voor do
diamant-nijverheid, die hulp in hooge
mate behoeft.
Om slechts een greep in de massa
doenl
Voor onze Vertegenwoordiging is
't thans heilige plicht om met eeht-
bekwumen spoed door te werken. Te
trachten van den hemelhoogen berg,
stapel, wetgevenden arbeid vóór haar
liggend, zooveel mogelijk in den kortst.-
denkbaren tijd af te doen. Reeds de
taak, om vóór Paschen aange
nomen, dat de Stille Week ook thans
wordt uitgeschakeld de Ouderdoms
rente af te doen, is een ware „kracht
toer", die zonder avondzittingeu niet
zal kunnen volbracht. Maar onder de
goede „nova" van dezen veelbewogen
t|jd dient te behooren een inbinden,
inperken van de breedsprakigheid.
Zuinigheid is nu ons aller dure plicht,
in toenemende mate. En 't zou
inderdaad al te treurig aljn wanneer
de arme Asschepoester, genaamd
„nationale tijd", thans niet eindelijk
den tooverprins vond, die haar het
glazen wondermuilije aau den voet
paste I
Mn. Antonio.
DE OORLOG.
De officieels legerberichten
»an 3 en 4 April.
Van het Westelijk front.
De belangrijkste berichten komen
uit de streek van Verdun.- Van Duit-
sche zijde werd reeds gemeld dat de
stellingen der Franschen tusschen
Béthincourt én Malancourt bezet wer
den. Meer werd er niet bij gezegd
ook niet of dit het gevolg was van
een aanval der Duitschers. Dit gaf
den indruk dat de Franschen, hiertoe
gedwongen door de bedreiging op de
flanken der stelling, de bovengenoem
de positie zouden hebben ontruimd.
Inderdaad meldt het Fransche avond
communiqué van den 3e het volgende
Ten Westen van de Maas hebben
de Duitschers tegen het einde van
den dag een kxachtigen aanval onder
nomen tusschen Haucourt en Béthin
court op onze stellingen op den Zuide
lijken oever van de Forgesbeek. Wy
hebben namelijk in den nacht van
den eersten April onze stellingen op
dezen oever van de beek verlegd,
zonder dat de vijand het bemerkte.
Door het heftige vuur uit onzen nieuwe
stellingen door flankvuur uit Béthin
court verrast, leden de vijandelijke
treepen sterke verliezen.
Verder wordt in dit bericht nog
medegedeeld, dat de tegenaanvallen
der Franschen ten O. van de 2"
succes hadden. In het Bois Gailette
(gelegen op de Z.O. helling van
heuvel op welks top het fortDouau-
mont ligt) werden do Duitschers te
ruggedrongen. Bovendien behaalden
de Franschen eenig succes bij den
vijver vau Vaux. De met kracht on
dernom6n tegeriaanval stelde hen in
staat het westelijk deel van het dorp
opnieuw te bezetten.
Het communiqué van den-4en
vermeldt slechts artilleriegevechten.
Het Engelsche legerbericht van den
4en meldt het bezetten van een mijn-
trechter, die de Duitschers sedert 30
Maart in handen hadden. 4 officieren
en 84 man werden gevangen genomen.
Van Duitsche zijde wordt medege
deeld, dat bij fort Douaumont en in
het Caillette-bosch de Franschen wan-
tegenaanvallen deden, die
evenwel op Diets uitliepen. (Het Fran
sche bericht maakt melding vaneen
behaald succes). Verder wordt aan
gegeven dat de Duitschers op 2 April
19 officieren en 745 man gevangen
en dat 8 machinegeweren
veroverd werden.
Dit laatste wordt van Fransche
zijde tegengesproken. De cijfers zou
den sterk overdreven zijn. Bovendien
wordt er in deze tegenspraak de
nadruk op gelegd, dat de plaatsen
Béthincourt, Bellevllle en Avocourt,
alsmede de hoogte Morthomme, nog
in het vaste bezit der Franschen z|jn.
Van het Oostelijk front.
Volgens het Russische legerbericht
van den 4en hebben de Duitschers na
een geweldige beschieting, die ander
half uUr duurde, een aanval gedaan
op het bruggehoofd bij Ukskuul. Zij
werden evenwel teruggeslagen.
Verder geen gebeurtenissen van
belang.
Van bet Zuidelijk front.
Het Italiaanscbe communiqué van
den 3en maakt melding vau het afslaan
van aanvallen der Oostenrijkers bij
de stellingen van Costarella en in
de streek van Malga.
De Italiaanscbe infanterie bezette
heuvel die het Cristallo-dal be-
heerscht.
Verder wordt melding gemaakt van
een luchtaanval van een bestuurbaar
luchtschip op het spoorwegknooppunt
Opcina (N. van Triöst) waar 800 K.G.
ontplofbare stof naar beneden ge
worpen werd en een aanval van 6
vliegtuigen op Adelsberg, waarbij 40
bommen geworpen werden. Groote
branden werden waargenomen.
Alle vliegtuigen keerden behouden
terug.
Op den Balkan.
Naar men van Duitsche zijde mede
deelt, naderen de Bulgaarsche en
Oostenrijksche troepen meer en meer
de stad Wallona, die naar men weet
door de Italianen bezet is.
Deze verwachten dat de stad be
schoten zal worden. Zij hebben hun
troepen van de oorspronkelijke vooruit
geschoven stellingen teruggetrokken
op de uiterst sterke 2e verdedigings
linie. Er moet hier een groot gebied
vau onderaardsche versterkingen
voorzien z|jn. Bovendien z|jn de be-
heersoheDde hoogten bezet door
batterijen. Voor het geval dat de
troepen de stad moeten opgeven is
een groot aantal transportschepen in
de haven, samengebracht.
Van het R u s s i s c h-T urkacbe
front.
In de kuststreek hebben de Russen
meer dan 100 soldaten gevangen ge
nomen.
De troepen zijn de. boven-TBjorok
overgetrokken en hebben sterke ver
schanste bergstelliDgen op meer aan
10,000 voet boven den zeespiegel be
zet. Een Turksche compagnie is daar
krijgsgevangen gemaakt.
Bij de vervolging in de richting van
Soarb Karapat werd een- Turksch
tentkamp en opslagplaatsen van wa
penen vermeesterde
De duikboot- en mijnoorlog.
Het Noorsche stoomschip „Ino" is
in den grond g>#boord. De bemanning
werd. gered.
Van de Engelsche bark „BeDjairn"
die oveneens tot zinken gebracht
werd kon slechts een deel der opva
renden gered worden.
Volgens een bericht uit Kopen-
tgen zijn in de laatste dagen be
halve eenige onzijdige 29 groote
Engelsche stoomschepen en 8 zeil
schepen tot zinken gebracht. Daar
door is in korten tijd de vrachtruimte
van Engeland met 60.400 ton ver
minderd.
Zeppelin-aanvillon op Engeland.
VolgeDS een officieele Engelsche
mededeeling hebben aan den Zeppelin-
aanval (in den nacht van Zondag op
Maandag) zes Zeppelins deelgenomen.
Drie vlogen boven de Z.O. graaf
schappen van Schotland, één boven
den N.O. kust van Engeland en twee
boven de O. graafschappen van Enge
land. (Deze twee laatsten zullen dan
wel de luchtschepen geweest zijn,
die volgens de Duitsche berichten
boven Londen geweest z|jn, doch
volgens een JEngalsche mededeeling
er niet in slaagdem tot de stad door
te dringen, tengevolge van het krach-
Ingezonden Mededeeling.
tige vuur der Engelsche anti-lucht-
schip-batterijen).
De aanval op Schotland duurde
van 's avonds 10 uur tot 's nachts
1 uur. Er werden daarbij 36 ontplof
bare- en 17 brandbommen geworpen.
7 mannen en 3 kinderen werden
gedood, 5 mannen, 2 vrouwen en 4
kinderen gekwetst.
Op de Oostkust van Engeland
werden 22 ontplofbare- en 16 brand
bommen geworpen.
De twee andere luchtschepen lieten
22 ontplofbare- en 15 brandbommen
vallen.
Voor zoover bekend, hadden in
Engeland geen persoonlijke onge
lukken plaats.
In den nacht van 3 op 4 April
werden volgen» een Duitsch bericht
de verdedigingswerken van flreat
Yarmoutb door Zeppelins bestookt.
Van Engelsche zijde wordt mede
gedeeld, dat wel ontploffingen gehoord
zijn, doch dat geen schade werd
aangericht.
Volgens Engelsche bladen is het
doel der Zeppelin-aanvallen de Engel
sche bevolking schrik aan te jagen
eu het moreel te knakken. z{j zijn
evenwel van m6eniDg, dat het Engel
sche volk zich niet op deze wijze zal
laten verontrusten en van zijn mili
taire doel zal laten afbrengen.
Dit laatste vindt in Duitachlaüd
echter weim'g geloof. Zoo schrijft Kap.
Persius in het „Berl. Tageblatt" o.m.
Wij gelooven niets van de beweriDg
.t het werpen van bommen door
onze luchtschepen het Engelsche volk
strekt in zijn besluit om vol te houden,
wij zijn overtuigd, dat het door de
aangerichte stoffelijke Bchade ver
nieling van havenwerken, dokken,
gebouwen enz., een heel andere uit
werking heeft. F.vaimin ais by de
duikbootoorlog, zijn we van oordeel
dat de aanvallen uit de lucht alleen
in staat zijn den roep naar vredo in
Engelan.d luide te laten weerklinken.
Maar ze werken er toe mee en hoe
grooter hun aantal is hoe belangrijker
deze factor wordt. Bovendien is het
wel goed dat het Engelsche volk nu
eindelijk ook eens iets van den oorlog
aan den lijve voelt. Het zal daarna
leeren begrijpen dat Duitschland een
wapen heeft, waartegen het met zijn
vloot niets vermag uit te richten.
Dit zal de Eügelschen die zich onge
naakbaar achtten en de Europeesche
slag velden veeltijds beschouwden alsof
die hun niets aangingen, misschien
tot inkeer brengen.
Vliegtuigen boven Ancona.
Rome, 4 April. Tegen half vier
verschenen boven Ancona vijf vijan
delijks watervliegtuigen, die onder
steund werden door twee torpedo-
.booten, die echter op grooten afstand
van de kust bleven. De watervlieg
tuigen werden door ons afweer-ge
schut, door een gewapeuden trein en
door vier van onze vliegtuigen aan
gevallen en trokken terug. Drie er
van werden echter na elkander neer
geschoten, De 8 71 viel in zee, maar
werd vermeesterd. Een tweede vlieg
tuig viel eveneens in zse, maar was
verbrand, een derde zonk tijdens het
transport naaï de haven. De mate
rieele schade op land is niet groot
maar er zijn drie dooden en elf ge
wonden te betreuren.
Ontploffing In een Engelsch
kruitfabriek.
Londen, 4 April. Op 't eind van de
vorige week ia naar de minister
van munitie meedeelt ln een kruit
fabriek in Kent een ernstige brand
uitgebroken, dio een aantal ontploffin
gen in de fabriek heeft veroorzaakt.
De brand, door een ongeluk ontstaan,
werd tegen den middag ontdekt en
laatste ontplofflug kwam kort voor
twee uur 's middags. Er moeten
ongeveer 200 slachtoffers zijn.
Verscherpte blokkade.
De „Magdeburgische Zeitung" ver--
neemt via Genève datParijsche bladen
tegen 18 April een verscherpte blok
kade der 'oondgenooten tegen onzijdige
landen aankondigen. De onzijdige
regeeringen zouden ingevolge besluit
der Parijscho conferentie by de aan
kondiging vaD de blokkade-verscher-
ping in allen vorm tegen ontduiking
vau de blokkade worden gewaar
schuwd.
Wij geven het bovenstaande, niet
volkomen duidelijke bericht weer
ioals wij het gevonden hebben.
Volgens een ander Duitsch blad
heeft de Lon'densche correspondent
van hetParysche „Petit Journal" een
onderhoud o ver de blokkade gehad met
Lord Robert Cecil, den onderminister
van buitenlandsche zaken. „De Bond-
genooten", zei Cecil, nadrukkelijk,
„willen de handel van Duitschland
vernietigen en zijn bevoorrading een
voudig afsnijden." Hij erkende dat de
rechten der onzydigen het daarbij
zouden moeten ontgelden en de onzij
dige handel schade zou ondervinden,
maar hy trachtte dit thans aldus te
rechtvaardigen „Wy mogen niet uit
het oog verliezen dat wauneer wij
voor ons eigen bestaan strijden, wij
tevens strijden voor de b6schaviDg,
daarom mogen wij by do uitoefening
van onze rechten als oorlogvoerende
mogendheid de beginselen van het
internationale recht op zoodanige
wijze toepassen, als de nieuwe om
standigheden het noodzakelijk maken
opdat de uitwerking der getroffen
maatregelen gewaarborgd zij".
(„N. Kott. Ct.")
BINNENLAND.
Regesringsverklaring.
Den Haag, 4 April. (Officieel). De
Regeering heeft de volgende ver
klaring afgelegd:
De Regeering stelt er prijs op in
aansluiting aan het medegedeelde in
comité generaal openlijk te verklaren,
dat het schorsen van het verleenen
van periodieke verloven een maat
regel is van voorzorg in verband
met het onwrikbaar besluit om onze
neutraliteit te haudhaven.
Die maatregel is niet het gevolg
van bestaande politieke verwikke
lingen, maar berust op gegevens,
welke een toeneming der gevaren
waaraan ons land blootstaat doen
duchten.
Het zou niet in 'a lands belang zijn
omtrent den inhoud dezer gegevens
eenige mededeelingen te doen.
De Regeering neemt geenerlei ver
antwoording op zich voor eenig be
richt, dat niet uitdrukkelijk als offi
cieel is gewaarmerkt.
Het comité-generaal der Tweede
Kamer duurde tot half twee.
Da Elslna Helena.
Men meldt uit Vlissingen aan de
N. Rott. Cc.
Wij hebben een onderhoud gehad
met de drie opvarenden van de Elsina
Helena. Het schip waa onderweg met
een lading hout van Noorwegen
naar Engeland.
De stuurman en de matroos be
merkten Maandag om 3 uur onder
de Engelsche kust een duikboot
en dachten eerst aan een Engelsche
het bleek de Duitsche U 30. Zij
moesten direct den schoener verlaten
en medehelpen te trachteD, door pe
troleum en springbussen de boot te
vernietigen. De boot bleef echter op
de lading drijven. Toen werd de
schoener getorpedeerd, maar zonk
ook toen niet. De drie man werden
hun roeiboot door de duikboot op
sleeptouw genomen naar den Noord-
hinder, waar men te halfzea gisteren
aankwam.
De bemanning van de duikboot be
handelde de Nederlanders goed, gaf
hun thee en brood en als de wind
was opgestoken, zouden zy aan boord
van de duikboot genomen zyn.
De kapitein moest zyn scheepspa
pieren in handen van de Duitschers
achterlaten. Onder de Duitschers wa
ren twee man, die vroeger onder den
kapitein van den schoener gediend
hadden.
De schipbreukelingen braohtenden
nacht op den Noord-Hinder door,
gingeu Dinsdag op de Atlas over en
werden hier aangebracht. De zeelieden
hadden steeds begrepen gevaar te
loopen yan aanhouding, daar zij ver
schillende malen hout, dus contra
bande naar EngelaDd brachteD.
In den grond geboord.
Ds stoomtreiler „Ciara Nicol" heeft
te Utnuiden aangebracht 14 Noorsche
schipbreukelingen, zijnde de geheele
bemanuing van het Noorsche stoom
schip „Arena", dat door een Duitsche
duikboot beschoten en gezonken was.
De „Prins dar Nederlanden".
Het atoomschip de „Prins d6r
Nederlanden" van de maatschappij
„Nederland" is Dinsdagmiddag, van
Java komende, te IJmuiden binnen-
geloopen.
De reis heefc 61 dagen geduurd,
alzoo ongeveer tweemaal zoo lang
als in gewone omstandigheden, welke
lange duur is veroorzaakt door de
omwegen langs de Kaap de Goede
Hoop, de Noordkust van Schotland
en een oponthoud te Plymouth. De
reis rond Schotland was, naar w|j
van enkele passagiers vernamen,
zonder incidenten geweest, doch de
bemanuing, die daaromtrent wellicht
meer bijzonderheden zou kunnen
mededeelen, had ittrenge orders ge
kregen zich daarovecr noch te IJmuiden
noch te Amaterda m uit te laten.
De passagiers deelden mede, dat
Dinsdagmorgen tiwr hoogte van Ter
schelling een Zeppelin, komende uit
het Westen, boven het stoomschip
kwam vliegen en. zeer statig zoo laag
daalde als mo^elyk was om een
onderzoek uit de lucht in te stellen.
Daarna verdween de Zeppelin in
Oostelijke richting.
Been S. 0. A. P. Congres.
Naar aanleiding van de stemming
in de afdeelingen der S. D. A. P. over
de vraag of dit jaar al dan niet het
gewone Congres zou vrorden gehou
den, besloot het partijbestuur, naar
„Hét Volk" meldt, getsn congres te
houden althans niet m>»t Paschen of
met Pinksteren.
Slechts 80 pGt. der uitgebrachte
stemmen had bezwaar i :egen het niet-
houden van het congres.
Do Teyle.rza Bk.
Dinsdag ia by de rechtbank te
Haarlem de Teylerzaak: aangebracht.
Er is een eisch tot overlegging van
de koeken aan de dlitect «uren gesteld.
Mr. Monnik concludeerde tot toe
stemming van den eisch, en mr. Tan
Stirum, optredende voor de direc
teuren, vroeg 14 dagen uitstel voor
antwoord.
Zelfs uit Arnhem waren er perso
nen overgekomen om de behandeling
van deze zaak bij te wonen.
BasprIJzen.
In Tiel heeft de raad met 8 tegen
5 stemmen besloten tot een verhoo
ging van den gasprljs met 3 cent en
te brengen op 10 cent. Ook te Am
sterdam overweegt men een gasprijs-
verhooging.
Diefstallen In de haven.
De geheele bemanning van de ele
vator 12 ln gebruik bij de Belief
Commissie, in totaal 16 personen, is
door de rivierpolitie te Rotterdam
aangehouden als verdacht van mede
plichtig aan diefstal van een groote
part|j schoenen, een baal meel, een
stuk flanel enz., op verschillende
plaatsen aan boord van deze elevator
in slaapplaatsen, onder vloeren, enz.
verstopt gevonden. Al deze goederen,
gelost uit het in de St. Jobshaven
liggende stoomschip „Lindenhall",
z|jn bestemd voor de Belgen en uit
Amerika verzonden aan deCommision
for relief in Belgium.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woonsdag 4 April.
Het Comité-generaal.
Slechts anderhalf uur heeft de ge
heime vergadering geduurd. Daarin
ligt eenige geruststelling. Er sch|jnt
niet veel verschil van gevoelen te
hebben geheerscht. Dat laat zich
trouwens begrijpen, wanneer men de
openbare verklaring, door minister
Cort van der Linden, in aansluiting
aan het medegedeelde in comité-
generaal afgelegd, in het oog houdt.
De schorsing van het verleenen van
periodieke verloven ziehier de
officieele bevestiging van het reeds
in verschillende bladen geconstateerde
feit is niet het gevolg geweest
van bestaande politieke verwikkelin
gen. Geen conflict, geen onmiddellijk
dreigend oorlogsgevaar, geen ultima
tum of oninwilligbare eisch, niets
van dat ai is erer is niet gedreigd
en er werd niets gefiischt; er is een
maatregel van voorzorg genomen
in verband met het onwrikbare be
sluit om onze neutraliteit stipt te
handhaven.
Voor een paniek bestaat dus geen
aanleiding. Evenwel bl|jve het besef
levendig, dat wij er nog niet z|jn,
dat in de toekomst alles mogelijk
bl|jft. Voor optimisme hoede men zich
eveuzeer als voor ontmoedigend
pessimisme I Nog steeds z|jn wij niet
voorgoéd aan deh oorlog ontkomen,
de maatregel, in het laatst van de
vorige week genomen, „berust op
gegevens, welke een toeneming der
gevaren, waaraan ons land bloot
staat, doet duchten". Het moge niet
in 's lands belang geacht worden,
„omtrent den inhoud dezer gegevens
eenige mededeeling te deen", dat
de regeering niet uit grilligheid of
uit zenuwachtigheid voórzoi gsmaat-
regelen getroffen heeft, is nu wel
duidelijk. De algemeene toestand
(waarover reeds eenigen tijd geleden
de heer Col|ju in do Eerste Kamer
mot zekere ongerustheid sprak, en
waarover h|j nog pas een interessant
tijdschriftartikel schreef) is er niet
beter op geworden. Waakzaamheid
eu doorzicht, paraatheid en vastbe
radenheid echter kunnen ook ditmaal
len bate van ons land hare krachtige
preventieve werking uitoefenen. Naar
mate w|j ons meer van den ernst
van den toestand bewust zyn, is de
kans om buiten schot te bl|jven
grooter. Alle noodelooze opwinding
blyve echter achterwege. Had zy niet
de jongste dagen menigeen parten
gespeeld de plotselinge waakzaam
heid van den Nederlandschen leeuw
ware voor velen eer een geruststelling
dan het tegendeel. (N.R.CL)
Na het afleggen van de regeerings-
verklaring (zie onder Binnenland) dient
de heer de Savornin Lohman
(c.-h.) een motie van orde in, inhou
dende de Ouderdomsrente-wet voor-
loopig van de ageoda af te voeren.
Hij acht het niet gewenscht met
het oog op den ernstigen toeBtand
dit ontwerp te behandelen, daar het
de politieke hartstochten zal ontke
tenen.
De heer D u y s (s.d.a.p.) zegt dat
de regeering de noodzakelijkheid niet
inziet om de behandeling uit te stel
len. Spr. zou het zeer betreuren indien
het voorstel werd aangenomen.
De heer N o 1 e n s (r.-k.) is het met
het voorstel eens. De toestand i s
ernstig. De aanneming van de motie
zou in het belang van het Kabinet
zijn, daar dit bovenal een nationaal
Kabinet moet z|jn.
De heer De Meester (u.-l.) ie
van meening dat, waar de regeering
er geen bezwaar» tegen heeft, men
rustig zal kunnen vooitgaan met de
behandeling. Wordt tot niet behan
deling besloten, dan zal het publiek
zeggen, dat de toeBtand toch veel
erger is dan de regeering gezegd
heeft en opnieuw zal een paniek in
het land ontstaan. Spr. zal dus vóór
het ontwerp stemmen en hoopt, dat
de meerderheid der Kamer aan zijn
zijde zal staan.
Ook de heeren Limburg (v.-d.)
en Tydeman (v.-I.) bestrijden de
motie.
In zijn repliek zegt de 'heer
Lohman dat w|j in zeer ernstige
omstandigheden leven, en dat hij zich
het recht voorbehoud te zeggen, dat
er ook voor ons land een groot ge
vaar bestaat.
Stemmen: Nou ja, nou.ja!
Na langdurige discussie, waarbij
o. m. de V o o r z i t e r zegt, dat een
verwerping van de motie het land
zou doen zieD, dat er geen reden voor
een paniek bestaat, en de Min. van
Binnenl. Zaken de verklaring aflegt
dat de regeering er geen bezwaar in
ziet, onder de huidige omstandigheden
met de behandeling voort te gaan,
wordt de motie verworpen met 51
tegen 41 stemmen (links tegen rechts).
De heer Bichon van IJssel-
monde (c.-h.) stemde tegen.
Aan de orde is thans de behande
ling van de
Ouderdomsrentewst.
Het wetsontwerp, 6 Februari 1914
j de Tweede Kamer ingediend, be
helst een uitbreiding van de toeken
ning van ouderdomsrente aan de be
hoeftige 70-jarigen, gelijk deze in art,
(en 370) van de invaliditeitswet-
Talma is vastgesteld.
De bedoeling Is een einde te maken
aan het Btelael van art. 369; waarbij
alleen aan 70 jarigen, die volgens de
wet onder het begrip „arbeiders" wor
den gerangschikt, met uitsluiting van
allen, die buiten de wettelijke gecon
strueerde grens vau het arbeiderschap
staan. Naar het oordeel van den toen-
maligen minister Treub schiep dit
stelsel een onduldbare bevoordeeling
van een bepaald deel, een bepaalde
klasse der bevolking.
Daarom wordt voorgesteld
„Ieder, die den leeftijd van 70 jaar
heeft bereikt of overschreden en aan
nemelijk maakt, dat hij, a. behoeftig
is en b. niet na het bereiken van den
leeftijd van 65 jaar, of, heeft h|j bij
het inwerking treden van het artikel
den leeftijd van 70 jaar reeds over
schreden, niet in de vijfjaren aan dat
in werking treden onmiddellijk voor
gaande, onderstand heeft genoten van
een gemeente of van een instelling
van weldadigheid, voorkomende op
de lijst, in art. 3 der Armenwet be
doeld, heeft recht op een ouderdoms
rente naar zoover hij niet op grond
van art. 2, en 8 en 54 of krachtens
art. 11 dezer wet is uitgesloten.
De eisch van het aannemelijk ma-
in der behoeftigheid geldt niet voor
hem, die tot aan het bereiken van
den leeftijd van 70 jaar, ingjvolgede
Invaliditeitswet verzekeringplichtig
of verzekerd was. Aan zoodanig per
soon wordt echter geen rente toege
kend, indien h|j naar het oordeel van
het beslissende gezag niet behoeftig
Uitgesloten worden dus de „bedeel
den". Bij de memorie vaD antwoord
op het voorloopig verslag gaf minister
Treub echter reeds aan, op welke
wijze de bedeelden ook in de wet
zouden kunnen worden opgenomen,
terwijl hij zich bereid verklaarde op
dit punt overleg te plegen met de
Kamer.
Door de heeren Bos, Drion, De Jorife,
Limburg. De Meester en Tydeman is
b|j amendement voorgesteld du be
deelden in de wet op te nemen.
Door de heeren Duys c.8. geschiedde
hetzelfde, terwijl deze bovendien voor
stelden de leeftijd van 70 op 65jjar
te brengeu en de rente van f 78 op
f130, van f104 op f156 te brengen;
dit laatste is het bedrag voor de
ongehuwden, het eerste voor leder
der gehuwden.
De heer de Visser (c.h.) opent
de algemeene beraadslagingen. H|J
stelt in het licht hoe de opinie der
liberalen ten opzichte der ouderdom»
rente is gewijzigd. Spr. herinnert aan
het feit dat, toen de heer Troelstra
zijn intrede in de Kamer deed eu
met de heeren van Kol en van der
Zwaag invoeriDg van Staatspensioen
bepleitte, Minister Pierson verklaarde
dat zyn kabinet zich nooit met een
dergelijke maatregel zou kunnen ver
eenigen. In dat kabinet hadden ook
zitting de heer Lely die nu het
ontwerp verdedigen moet en
Borgesiua.
Verder wijst spreker erop dat ook
in Engeland de raming van het aan
tal pensioentrekkenden en het bedrag
der uitkeeringen is tegengevallen. In
zes jaar t|jd overtroffen de uitgaven
de ramingen met 60 millioen gulden.
Hij ziet hierin bet bewijs dat de eigen
zorg voor den ouden dag vermindert
en het teren op de schatkist toe
neemt. Spreker is om flnantieele zoo
wel als moreele redenen tegen het
Engelsche stelsel.
Ergerlijk acht spr. de luchthartig
heid, waarmede de voorstanders der
staatspensioneeriDg daarover heeD-
loopen. W|j letten op geen c|jteis
heet het ln het rapport der heeren
Perio c.s., namens het hoofdbestuur
van den Bond voor Staatspenslonee-
ring. Daarin ligt opgesloten een drang
tot voortdurende uitbreiding van de
.verleende pensioneering, niet alleen
voor ouden van dagen maar ook van
invaliden.
Op die manier zal het evenwicht
tusBchen inkomsten en uitgaven van
den staat verbroken worden.
Waar de zorg voor den ouden dag
inmiddels op bedenkelijke w|jze ver
mindert, vreest spr. dat w|j met dit
ontwerp een weg zullen opgaan, waar
door het eigen iniatief en de veer
kracht van ons volk zal worden ver
lamd.