HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4604 DONDERDAG 6 APRIL 1916 44e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct,, franco per post 90 si, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 52'/2 0.85 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 AdvertentiBn van 1 tot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent Elke regel meer B ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent AdvertentiBn op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/0 hooger berekend. Qroota letters en cllchó's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2h cent Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen ,1. Uit den omtrek. 2. Ingezonden. 3. Boekbespreking. 4. Feuilleton, enz. DE WEEK. 4 April. Op de kentering van de twintigste en de een-en twintigate maand van de wereldcrisis is gekomen plotseling de stemming, nu wel niet op paniek gelijkend, maar toch woeliger, onrus tiger, meer bewogen dan sinds 1 Augustus 1914 werd aanschouwd. Toen daar in den middag van Vrjjdag 31 Maart j.1. verschenen de bulletins, aankoudigend dat „Enge land een doortocht eischte" door ons land, ja, toen steeg de emotie bijna tot de grens van paniek, 't Duurde zeer kort, want welhaast verschenen ,de eerste avondbladen met kalmee- rende, geruststellende berichten. Er werd olie geworpen op do kokende golven. Men begon den toestand met rustige bezadigdheid gade te slaan. Zeker, er werden geen nieuwe ver loven aan land en zeemacht verleend. Maar de z. g. zakenverloven gingen door. En indien de toestand werke lijk - gelijk het te onzaliger ure verspreid bulletin beweerde een „dreigend conflict" deed vreezen, dan zoudeu de militairen geen verlof heb ben gekregen de kazerne te verlaten voor vele uren, terwijl het „klokje van gehoorzaamheid" voor hen jte elf iD plaats van te twaalf ure sloeg. Ook begreep men, dat in dergelijk geval natuurlijk de Tweede Kamer onverwijld in geheime zitting zou zijn bijeengeroepen. Terwijl eerst tegen Dinsdag 4 April voordat het Parlement het ontwerp-Ouderdoms- rente zou gaan behandelen ons Lagerhuis in comité generaal de mede deelingen der Regeering over den toeBtand van het oogenblik zou ver- Zeer zeker bleef en blijft er aan leiding bestaan om te gelooven, dat de situatie tot meerdere waakzaam heid reden geeft. Trouwens, al sinds vele maanden is door lieden van kalm bezadigd oordeel, die zich pogen te hoeden zoowel tegen altezonnige opvatting der zaken als tegen al te sombere „zwartkijker|j" betoogd, dat naar gelang dè oorlog langer duurt de positie der onzedige Staten, - dus ook van Nederland ernstiger wordt. Dat is ook de strekking van het artikel, door den oud-minister Colijn in de „Stemmen des Tijds" gepubli ceerd onder den vervolgtitel „Van den Volkeren-krijg". Optimistisch van toon is die beschouwing zeker niet. Maar evenmin kan iemand er reden uit putten om te beweren, dat het gevaar momenteel-dreigend is De al meer verscherpte Engelsche alsluitings-politiek aldus de heer Col|jn - doet 't begrijpelijk zijn; dat men in Duitschland denkt aan de stijgende mogelijkheid van een poging, van Engelsche zijde te ondernemen, om door Nederland heen den vijand aan te tasten. En daaraan schakelt zich voor den Oostelijken buurman natuurlijk de vraag vastis Neder land sterk genoeg om een dergelijke poging te weerstaan Die vraag behoeft' niet tot grond te hebben vijandige zucht om ons te lijf te gaan. Maar de volkeren-krijg, de gruwzame wereldbrand ia nu 'eenmaal gelijk mr. Cort v. d. Linden 't uitdrukte een „strijd op leven en dood". Een kamp om het „lijfsbehoud". Ons wordt de plicht opgelegd om niet slechts naar het Westen, maar ook naar het Oosten en naar het Zuiden front te blijveu maken. Wat meebreDgt een loodzwaren last van zorgen en offers. Een last, die elke maand zwaarder, heviger gaat drukken. Intuaschen, - zooals de heer Colijn 't uitdrukt - wij hebben er tegen te wakeD, dat „de schorpioenen de gecselen niet ver vangen" I Zoo is 't inderdaad. De verschillende buitengewone maatregelen, in de jongste dagen genomen, wijzen dus niet op onmid dellijk dreigend oorlogsgevaar, gelijk reeds gezegd. Maar wèl blijkt eruit, hoe weinig aanleiding er helaas bestaat voor sommiger meening, dat het gevaar van in den werelbrand te worden betrokken, voor ons ge weken is. Van de zijde der geallieerden zoo wel als van den kant der centrale mogendheden is ons bij hernieuwing de verzekering gegeven van onge stoord-vriendschappelijke verhouding. En die verklaring mogen wij veilig nemen zooals zij daar ligt. Maar wat voor den dag van heden in deze tijden geldt, kan voor dien van morgen (vergete naen niet) buiten toepassing zijn. Met-dat-al hebben wij ons voor te beroiden op eene. periode, waarin misschien het uiterste zal worden gevraagd van hetgeen wij hebben te ofFeren ter beveiliging van onze on afhankelijkheid en ter bekamping van den oeconomiBChen nood, welke een vorm zou kunnen aannemen, heel wat scherper dan waarvan de meeaten nu eenige „Ahnung", voorstelling, hebben Pt Kan zijn, dat het buiten gewoon Oorlogs-krediet van honderd millioen, door minister Bosboom in de plaats gesteld van dat van vijftig millioen, oorspronkelijk aangevraagd, minder tegenkanting zal vinden bij de thans ingetreden omstandig heden dan men aanvankelijk ver moedde. Wat niet 'beletten zal, dat de toestanden bij den militairen ge neeskundigen dienst ongetwijfeld zeer scherpe, zeer felle kritiek zullen uitlokken. Et pour cause Geen wonder inderdaad. Dag aan dag hoort men verbijsterende staaltjes van na latigheid, gemis aan zorg, gemis aan belangstelling voor de kostbare jonge levens, aan het leger nu toevertrouwd. Noch op minister Bosboom, noch zeker op den kundigen en energieken dr. Quanjer, den generaal-inspecteur, kan hier het „odium", de zwaarte der schuld, drukken. De organisatie deugt niet. Was reeds schromelijk verouderd. En de mobilisatie heeft dat in scherp licht gesteld. Wat den minister van Oorlog zeer stellig wèl kan worden verweten, 't ia dat "hij vooraf z|jn bezoek aan het Amster- damschehospitaal liet bekend worden. Wie denkt hierbij niet aan de lachende dorpen" van bordpapier, aan de „wel varende streek" van papier rnaché- schermen eu doek, waarachter zich do ellende had te verschuilen, en die de op „inspectie" zijnde Tsaritga Catharina II immers den indruk gaven, dat 't heusch-zoo-erg niet ge steld was met de armoede in. het Rijk!?... Dat minister Bosboom in antwoord op de vragen van het Kamerlid Drion nu ja, wel enkele misstanden heeft erkend, maar toch overigens de zaak zoo ongeveer heeft trachten „goed te praten", 't zal hem een paar extra-warme kwartier tjes eerlang in het Parlement bezor gen En met allen eerbied voor Z.Exc. moet hier toch worden gezegd „Tu 1'as voulu, Georges Dandin I" Of te weleigen schuld 1 Wie denkt aan de schatten, in den eerstkomenden tijd noodig voor alles en-nog-wat: 't moet hem wel gaan duizelen. Dat er nog „geld onder de menschen' is wie twijfelt daar trouwens aan 't is gebleken bij de Leeulng der 125 millioen, waarvoor 186 werden aangeboden. De Indische 41/, pCts.- Leening van tachtig millioen, ter aflossing van de vlottende schuld, zfj zal ook wel in orde komen. En van de naderende Oorlogswinst- belasting is reeds voorspeld, o.a. door mr. Nierop, den senator, her innert men zich, dat zij véél meer dan 45 millioen in het Rijkslaadje zal brengen. Zoodat waar nieuwe Inkomsten-belasting en heffing ineens, 'I zij dan als Regeerings-voorstel of in fusie met de donkbeelden-dr, Bos c.s., reeds zéér veel zullen vergen op den fiscus zeer zeker de plicht rust om met zekere gematigdheid te-rade te gaan. Er is de duufte-toeslag, die nog steeds „zwemt", en waarvan duizen den vragen, in den lande, wanneer ze „boven water" zal komen. Er ia de werkloosheids-verzekering, die minister Lely zal handhaven ge lijk mr. Treub haar ontwierp: toeslag van Rijk en gemeenten op de contri butie der kassen van de N.V.V. Met steun, in eenigerlei vorm, voor do diamant-nijverheid, die hulp in hooge mate behoeft. Om slechts een greep in de massa doenl Voor onze Vertegenwoordiging is 't thans heilige plicht om met eeht- bekwumen spoed door te werken. Te trachten van den hemelhoogen berg, stapel, wetgevenden arbeid vóór haar liggend, zooveel mogelijk in den kortst.- denkbaren tijd af te doen. Reeds de taak, om vóór Paschen aange nomen, dat de Stille Week ook thans wordt uitgeschakeld de Ouderdoms rente af te doen, is een ware „kracht toer", die zonder avondzittingeu niet zal kunnen volbracht. Maar onder de goede „nova" van dezen veelbewogen t|jd dient te behooren een inbinden, inperken van de breedsprakigheid. Zuinigheid is nu ons aller dure plicht, in toenemende mate. En 't zou inderdaad al te treurig aljn wanneer de arme Asschepoester, genaamd „nationale tijd", thans niet eindelijk den tooverprins vond, die haar het glazen wondermuilije aau den voet paste I Mn. Antonio. DE OORLOG. De officieels legerberichten »an 3 en 4 April. Van het Westelijk front. De belangrijkste berichten komen uit de streek van Verdun.- Van Duit- sche zijde werd reeds gemeld dat de stellingen der Franschen tusschen Béthincourt én Malancourt bezet wer den. Meer werd er niet bij gezegd ook niet of dit het gevolg was van een aanval der Duitschers. Dit gaf den indruk dat de Franschen, hiertoe gedwongen door de bedreiging op de flanken der stelling, de bovengenoem de positie zouden hebben ontruimd. Inderdaad meldt het Fransche avond communiqué van den 3e het volgende Ten Westen van de Maas hebben de Duitschers tegen het einde van den dag een kxachtigen aanval onder nomen tusschen Haucourt en Béthin court op onze stellingen op den Zuide lijken oever van de Forgesbeek. Wy hebben namelijk in den nacht van den eersten April onze stellingen op dezen oever van de beek verlegd, zonder dat de vijand het bemerkte. Door het heftige vuur uit onzen nieuwe stellingen door flankvuur uit Béthin court verrast, leden de vijandelijke treepen sterke verliezen. Verder wordt in dit bericht nog medegedeeld, dat de tegenaanvallen der Franschen ten O. van de 2" succes hadden. In het Bois Gailette (gelegen op de Z.O. helling van heuvel op welks top het fortDouau- mont ligt) werden do Duitschers te ruggedrongen. Bovendien behaalden de Franschen eenig succes bij den vijver vau Vaux. De met kracht on dernom6n tegeriaanval stelde hen in staat het westelijk deel van het dorp opnieuw te bezetten. Het communiqué van den-4en vermeldt slechts artilleriegevechten. Het Engelsche legerbericht van den 4en meldt het bezetten van een mijn- trechter, die de Duitschers sedert 30 Maart in handen hadden. 4 officieren en 84 man werden gevangen genomen. Van Duitsche zijde wordt medege deeld, dat bij fort Douaumont en in het Caillette-bosch de Franschen wan- tegenaanvallen deden, die evenwel op Diets uitliepen. (Het Fran sche bericht maakt melding vaneen behaald succes). Verder wordt aan gegeven dat de Duitschers op 2 April 19 officieren en 745 man gevangen en dat 8 machinegeweren veroverd werden. Dit laatste wordt van Fransche zijde tegengesproken. De cijfers zou den sterk overdreven zijn. Bovendien wordt er in deze tegenspraak de nadruk op gelegd, dat de plaatsen Béthincourt, Bellevllle en Avocourt, alsmede de hoogte Morthomme, nog in het vaste bezit der Franschen z|jn. Van het Oostelijk front. Volgens het Russische legerbericht van den 4en hebben de Duitschers na een geweldige beschieting, die ander half uUr duurde, een aanval gedaan op het bruggehoofd bij Ukskuul. Zij werden evenwel teruggeslagen. Verder geen gebeurtenissen van belang. Van bet Zuidelijk front. Het Italiaanscbe communiqué van den 3en maakt melding vau het afslaan van aanvallen der Oostenrijkers bij de stellingen van Costarella en in de streek van Malga. De Italiaanscbe infanterie bezette heuvel die het Cristallo-dal be- heerscht. Verder wordt melding gemaakt van een luchtaanval van een bestuurbaar luchtschip op het spoorwegknooppunt Opcina (N. van Triöst) waar 800 K.G. ontplofbare stof naar beneden ge worpen werd en een aanval van 6 vliegtuigen op Adelsberg, waarbij 40 bommen geworpen werden. Groote branden werden waargenomen. Alle vliegtuigen keerden behouden terug. Op den Balkan. Naar men van Duitsche zijde mede deelt, naderen de Bulgaarsche en Oostenrijksche troepen meer en meer de stad Wallona, die naar men weet door de Italianen bezet is. Deze verwachten dat de stad be schoten zal worden. Zij hebben hun troepen van de oorspronkelijke vooruit geschoven stellingen teruggetrokken op de uiterst sterke 2e verdedigings linie. Er moet hier een groot gebied vau onderaardsche versterkingen voorzien z|jn. Bovendien z|jn de be- heersoheDde hoogten bezet door batterijen. Voor het geval dat de troepen de stad moeten opgeven is een groot aantal transportschepen in de haven, samengebracht. Van het R u s s i s c h-T urkacbe front. In de kuststreek hebben de Russen meer dan 100 soldaten gevangen ge nomen. De troepen zijn de. boven-TBjorok overgetrokken en hebben sterke ver schanste bergstelliDgen op meer aan 10,000 voet boven den zeespiegel be zet. Een Turksche compagnie is daar krijgsgevangen gemaakt. Bij de vervolging in de richting van Soarb Karapat werd een- Turksch tentkamp en opslagplaatsen van wa penen vermeesterde De duikboot- en mijnoorlog. Het Noorsche stoomschip „Ino" is in den grond g>#boord. De bemanning werd. gered. Van de Engelsche bark „BeDjairn" die oveneens tot zinken gebracht werd kon slechts een deel der opva renden gered worden. Volgens een bericht uit Kopen- tgen zijn in de laatste dagen be halve eenige onzijdige 29 groote Engelsche stoomschepen en 8 zeil schepen tot zinken gebracht. Daar door is in korten tijd de vrachtruimte van Engeland met 60.400 ton ver minderd. Zeppelin-aanvillon op Engeland. VolgeDS een officieele Engelsche mededeeling hebben aan den Zeppelin- aanval (in den nacht van Zondag op Maandag) zes Zeppelins deelgenomen. Drie vlogen boven de Z.O. graaf schappen van Schotland, één boven den N.O. kust van Engeland en twee boven de O. graafschappen van Enge land. (Deze twee laatsten zullen dan wel de luchtschepen geweest zijn, die volgens de Duitsche berichten boven Londen geweest z|jn, doch volgens een JEngalsche mededeeling er niet in slaagdem tot de stad door te dringen, tengevolge van het krach- Ingezonden Mededeeling. tige vuur der Engelsche anti-lucht- schip-batterijen). De aanval op Schotland duurde van 's avonds 10 uur tot 's nachts 1 uur. Er werden daarbij 36 ontplof bare- en 17 brandbommen geworpen. 7 mannen en 3 kinderen werden gedood, 5 mannen, 2 vrouwen en 4 kinderen gekwetst. Op de Oostkust van Engeland werden 22 ontplofbare- en 16 brand bommen geworpen. De twee andere luchtschepen lieten 22 ontplofbare- en 15 brandbommen vallen. Voor zoover bekend, hadden in Engeland geen persoonlijke onge lukken plaats. In den nacht van 3 op 4 April werden volgen» een Duitsch bericht de verdedigingswerken van flreat Yarmoutb door Zeppelins bestookt. Van Engelsche zijde wordt mede gedeeld, dat wel ontploffingen gehoord zijn, doch dat geen schade werd aangericht. Volgens Engelsche bladen is het doel der Zeppelin-aanvallen de Engel sche bevolking schrik aan te jagen eu het moreel te knakken. z{j zijn evenwel van m6eniDg, dat het Engel sche volk zich niet op deze wijze zal laten verontrusten en van zijn mili taire doel zal laten afbrengen. Dit laatste vindt in Duitachlaüd echter weim'g geloof. Zoo schrijft Kap. Persius in het „Berl. Tageblatt" o.m. Wij gelooven niets van de beweriDg .t het werpen van bommen door onze luchtschepen het Engelsche volk strekt in zijn besluit om vol te houden, wij zijn overtuigd, dat het door de aangerichte stoffelijke Bchade ver nieling van havenwerken, dokken, gebouwen enz., een heel andere uit werking heeft. F.vaimin ais by de duikbootoorlog, zijn we van oordeel dat de aanvallen uit de lucht alleen in staat zijn den roep naar vredo in Engelan.d luide te laten weerklinken. Maar ze werken er toe mee en hoe grooter hun aantal is hoe belangrijker deze factor wordt. Bovendien is het wel goed dat het Engelsche volk nu eindelijk ook eens iets van den oorlog aan den lijve voelt. Het zal daarna leeren begrijpen dat Duitschland een wapen heeft, waartegen het met zijn vloot niets vermag uit te richten. Dit zal de Eügelschen die zich onge naakbaar achtten en de Europeesche slag velden veeltijds beschouwden alsof die hun niets aangingen, misschien tot inkeer brengen. Vliegtuigen boven Ancona. Rome, 4 April. Tegen half vier verschenen boven Ancona vijf vijan delijks watervliegtuigen, die onder steund werden door twee torpedo- .booten, die echter op grooten afstand van de kust bleven. De watervlieg tuigen werden door ons afweer-ge schut, door een gewapeuden trein en door vier van onze vliegtuigen aan gevallen en trokken terug. Drie er van werden echter na elkander neer geschoten, De 8 71 viel in zee, maar werd vermeesterd. Een tweede vlieg tuig viel eveneens in zse, maar was verbrand, een derde zonk tijdens het transport naaï de haven. De mate rieele schade op land is niet groot maar er zijn drie dooden en elf ge wonden te betreuren. Ontploffing In een Engelsch kruitfabriek. Londen, 4 April. Op 't eind van de vorige week ia naar de minister van munitie meedeelt ln een kruit fabriek in Kent een ernstige brand uitgebroken, dio een aantal ontploffin gen in de fabriek heeft veroorzaakt. De brand, door een ongeluk ontstaan, werd tegen den middag ontdekt en laatste ontplofflug kwam kort voor twee uur 's middags. Er moeten ongeveer 200 slachtoffers zijn. Verscherpte blokkade. De „Magdeburgische Zeitung" ver-- neemt via Genève datParijsche bladen tegen 18 April een verscherpte blok kade der 'oondgenooten tegen onzijdige landen aankondigen. De onzijdige regeeringen zouden ingevolge besluit der Parijscho conferentie by de aan kondiging vaD de blokkade-verscher- ping in allen vorm tegen ontduiking vau de blokkade worden gewaar schuwd. Wij geven het bovenstaande, niet volkomen duidelijke bericht weer ioals wij het gevonden hebben. Volgens een ander Duitsch blad heeft de Lon'densche correspondent van hetParysche „Petit Journal" een onderhoud o ver de blokkade gehad met Lord Robert Cecil, den onderminister van buitenlandsche zaken. „De Bond- genooten", zei Cecil, nadrukkelijk, „willen de handel van Duitschland vernietigen en zijn bevoorrading een voudig afsnijden." Hij erkende dat de rechten der onzydigen het daarbij zouden moeten ontgelden en de onzij dige handel schade zou ondervinden, maar hy trachtte dit thans aldus te rechtvaardigen „Wy mogen niet uit het oog verliezen dat wauneer wij voor ons eigen bestaan strijden, wij tevens strijden voor de b6schaviDg, daarom mogen wij by do uitoefening van onze rechten als oorlogvoerende mogendheid de beginselen van het internationale recht op zoodanige wijze toepassen, als de nieuwe om standigheden het noodzakelijk maken opdat de uitwerking der getroffen maatregelen gewaarborgd zij". („N. Kott. Ct.") BINNENLAND. Regesringsverklaring. Den Haag, 4 April. (Officieel). De Regeering heeft de volgende ver klaring afgelegd: De Regeering stelt er prijs op in aansluiting aan het medegedeelde in comité generaal openlijk te verklaren, dat het schorsen van het verleenen van periodieke verloven een maat regel is van voorzorg in verband met het onwrikbaar besluit om onze neutraliteit te haudhaven. Die maatregel is niet het gevolg van bestaande politieke verwikke lingen, maar berust op gegevens, welke een toeneming der gevaren waaraan ons land blootstaat doen duchten. Het zou niet in 'a lands belang zijn omtrent den inhoud dezer gegevens eenige mededeelingen te doen. De Regeering neemt geenerlei ver antwoording op zich voor eenig be richt, dat niet uitdrukkelijk als offi cieel is gewaarmerkt. Het comité-generaal der Tweede Kamer duurde tot half twee. Da Elslna Helena. Men meldt uit Vlissingen aan de N. Rott. Cc. Wij hebben een onderhoud gehad met de drie opvarenden van de Elsina Helena. Het schip waa onderweg met een lading hout van Noorwegen naar Engeland. De stuurman en de matroos be merkten Maandag om 3 uur onder de Engelsche kust een duikboot en dachten eerst aan een Engelsche het bleek de Duitsche U 30. Zij moesten direct den schoener verlaten en medehelpen te trachteD, door pe troleum en springbussen de boot te vernietigen. De boot bleef echter op de lading drijven. Toen werd de schoener getorpedeerd, maar zonk ook toen niet. De drie man werden hun roeiboot door de duikboot op sleeptouw genomen naar den Noord- hinder, waar men te halfzea gisteren aankwam. De bemanning van de duikboot be handelde de Nederlanders goed, gaf hun thee en brood en als de wind was opgestoken, zouden zy aan boord van de duikboot genomen zyn. De kapitein moest zyn scheepspa pieren in handen van de Duitschers achterlaten. Onder de Duitschers wa ren twee man, die vroeger onder den kapitein van den schoener gediend hadden. De schipbreukelingen braohtenden nacht op den Noord-Hinder door, gingeu Dinsdag op de Atlas over en werden hier aangebracht. De zeelieden hadden steeds begrepen gevaar te loopen yan aanhouding, daar zij ver schillende malen hout, dus contra bande naar EngelaDd brachteD. In den grond geboord. Ds stoomtreiler „Ciara Nicol" heeft te Utnuiden aangebracht 14 Noorsche schipbreukelingen, zijnde de geheele bemanuing van het Noorsche stoom schip „Arena", dat door een Duitsche duikboot beschoten en gezonken was. De „Prins dar Nederlanden". Het atoomschip de „Prins d6r Nederlanden" van de maatschappij „Nederland" is Dinsdagmiddag, van Java komende, te IJmuiden binnen- geloopen. De reis heefc 61 dagen geduurd, alzoo ongeveer tweemaal zoo lang als in gewone omstandigheden, welke lange duur is veroorzaakt door de omwegen langs de Kaap de Goede Hoop, de Noordkust van Schotland en een oponthoud te Plymouth. De reis rond Schotland was, naar w|j van enkele passagiers vernamen, zonder incidenten geweest, doch de bemanuing, die daaromtrent wellicht meer bijzonderheden zou kunnen mededeelen, had ittrenge orders ge kregen zich daarovecr noch te IJmuiden noch te Amaterda m uit te laten. De passagiers deelden mede, dat Dinsdagmorgen tiwr hoogte van Ter schelling een Zeppelin, komende uit het Westen, boven het stoomschip kwam vliegen en. zeer statig zoo laag daalde als mo^elyk was om een onderzoek uit de lucht in te stellen. Daarna verdween de Zeppelin in Oostelijke richting. Been S. 0. A. P. Congres. Naar aanleiding van de stemming in de afdeelingen der S. D. A. P. over de vraag of dit jaar al dan niet het gewone Congres zou vrorden gehou den, besloot het partijbestuur, naar „Hét Volk" meldt, getsn congres te houden althans niet m>»t Paschen of met Pinksteren. Slechts 80 pGt. der uitgebrachte stemmen had bezwaar i :egen het niet- houden van het congres. Do Teyle.rza Bk. Dinsdag ia by de rechtbank te Haarlem de Teylerzaak: aangebracht. Er is een eisch tot overlegging van de koeken aan de dlitect «uren gesteld. Mr. Monnik concludeerde tot toe stemming van den eisch, en mr. Tan Stirum, optredende voor de direc teuren, vroeg 14 dagen uitstel voor antwoord. Zelfs uit Arnhem waren er perso nen overgekomen om de behandeling van deze zaak bij te wonen. BasprIJzen. In Tiel heeft de raad met 8 tegen 5 stemmen besloten tot een verhoo ging van den gasprljs met 3 cent en te brengen op 10 cent. Ook te Am sterdam overweegt men een gasprijs- verhooging. Diefstallen In de haven. De geheele bemanning van de ele vator 12 ln gebruik bij de Belief Commissie, in totaal 16 personen, is door de rivierpolitie te Rotterdam aangehouden als verdacht van mede plichtig aan diefstal van een groote part|j schoenen, een baal meel, een stuk flanel enz., op verschillende plaatsen aan boord van deze elevator in slaapplaatsen, onder vloeren, enz. verstopt gevonden. Al deze goederen, gelost uit het in de St. Jobshaven liggende stoomschip „Lindenhall", z|jn bestemd voor de Belgen en uit Amerika verzonden aan deCommision for relief in Belgium. TWEEDE KAMER. Zitting van Woonsdag 4 April. Het Comité-generaal. Slechts anderhalf uur heeft de ge heime vergadering geduurd. Daarin ligt eenige geruststelling. Er sch|jnt niet veel verschil van gevoelen te hebben geheerscht. Dat laat zich trouwens begrijpen, wanneer men de openbare verklaring, door minister Cort van der Linden, in aansluiting aan het medegedeelde in comité- generaal afgelegd, in het oog houdt. De schorsing van het verleenen van periodieke verloven ziehier de officieele bevestiging van het reeds in verschillende bladen geconstateerde feit is niet het gevolg geweest van bestaande politieke verwikkelin gen. Geen conflict, geen onmiddellijk dreigend oorlogsgevaar, geen ultima tum of oninwilligbare eisch, niets van dat ai is erer is niet gedreigd en er werd niets gefiischt; er is een maatregel van voorzorg genomen in verband met het onwrikbare be sluit om onze neutraliteit stipt te handhaven. Voor een paniek bestaat dus geen aanleiding. Evenwel bl|jve het besef levendig, dat wij er nog niet z|jn, dat in de toekomst alles mogelijk bl|jft. Voor optimisme hoede men zich eveuzeer als voor ontmoedigend pessimisme I Nog steeds z|jn wij niet voorgoéd aan deh oorlog ontkomen, de maatregel, in het laatst van de vorige week genomen, „berust op gegevens, welke een toeneming der gevaren, waaraan ons land bloot staat, doet duchten". Het moge niet in 's lands belang geacht worden, „omtrent den inhoud dezer gegevens eenige mededeeling te deen", dat de regeering niet uit grilligheid of uit zenuwachtigheid voórzoi gsmaat- regelen getroffen heeft, is nu wel duidelijk. De algemeene toestand (waarover reeds eenigen tijd geleden de heer Col|ju in do Eerste Kamer mot zekere ongerustheid sprak, en waarover h|j nog pas een interessant tijdschriftartikel schreef) is er niet beter op geworden. Waakzaamheid eu doorzicht, paraatheid en vastbe radenheid echter kunnen ook ditmaal len bate van ons land hare krachtige preventieve werking uitoefenen. Naar mate w|j ons meer van den ernst van den toestand bewust zyn, is de kans om buiten schot te bl|jven grooter. Alle noodelooze opwinding blyve echter achterwege. Had zy niet de jongste dagen menigeen parten gespeeld de plotselinge waakzaam heid van den Nederlandschen leeuw ware voor velen eer een geruststelling dan het tegendeel. (N.R.CL) Na het afleggen van de regeerings- verklaring (zie onder Binnenland) dient de heer de Savornin Lohman (c.-h.) een motie van orde in, inhou dende de Ouderdomsrente-wet voor- loopig van de ageoda af te voeren. Hij acht het niet gewenscht met het oog op den ernstigen toeBtand dit ontwerp te behandelen, daar het de politieke hartstochten zal ontke tenen. De heer D u y s (s.d.a.p.) zegt dat de regeering de noodzakelijkheid niet inziet om de behandeling uit te stel len. Spr. zou het zeer betreuren indien het voorstel werd aangenomen. De heer N o 1 e n s (r.-k.) is het met het voorstel eens. De toestand i s ernstig. De aanneming van de motie zou in het belang van het Kabinet zijn, daar dit bovenal een nationaal Kabinet moet z|jn. De heer De Meester (u.-l.) ie van meening dat, waar de regeering er geen bezwaar» tegen heeft, men rustig zal kunnen vooitgaan met de behandeling. Wordt tot niet behan deling besloten, dan zal het publiek zeggen, dat de toeBtand toch veel erger is dan de regeering gezegd heeft en opnieuw zal een paniek in het land ontstaan. Spr. zal dus vóór het ontwerp stemmen en hoopt, dat de meerderheid der Kamer aan zijn zijde zal staan. Ook de heeren Limburg (v.-d.) en Tydeman (v.-I.) bestrijden de motie. In zijn repliek zegt de 'heer Lohman dat w|j in zeer ernstige omstandigheden leven, en dat hij zich het recht voorbehoud te zeggen, dat er ook voor ons land een groot ge vaar bestaat. Stemmen: Nou ja, nou.ja! Na langdurige discussie, waarbij o. m. de V o o r z i t e r zegt, dat een verwerping van de motie het land zou doen zieD, dat er geen reden voor een paniek bestaat, en de Min. van Binnenl. Zaken de verklaring aflegt dat de regeering er geen bezwaar in ziet, onder de huidige omstandigheden met de behandeling voort te gaan, wordt de motie verworpen met 51 tegen 41 stemmen (links tegen rechts). De heer Bichon van IJssel- monde (c.-h.) stemde tegen. Aan de orde is thans de behande ling van de Ouderdomsrentewst. Het wetsontwerp, 6 Februari 1914 j de Tweede Kamer ingediend, be helst een uitbreiding van de toeken ning van ouderdomsrente aan de be hoeftige 70-jarigen, gelijk deze in art, (en 370) van de invaliditeitswet- Talma is vastgesteld. De bedoeling Is een einde te maken aan het Btelael van art. 369; waarbij alleen aan 70 jarigen, die volgens de wet onder het begrip „arbeiders" wor den gerangschikt, met uitsluiting van allen, die buiten de wettelijke gecon strueerde grens vau het arbeiderschap staan. Naar het oordeel van den toen- maligen minister Treub schiep dit stelsel een onduldbare bevoordeeling van een bepaald deel, een bepaalde klasse der bevolking. Daarom wordt voorgesteld „Ieder, die den leeftijd van 70 jaar heeft bereikt of overschreden en aan nemelijk maakt, dat hij, a. behoeftig is en b. niet na het bereiken van den leeftijd van 65 jaar, of, heeft h|j bij het inwerking treden van het artikel den leeftijd van 70 jaar reeds over schreden, niet in de vijfjaren aan dat in werking treden onmiddellijk voor gaande, onderstand heeft genoten van een gemeente of van een instelling van weldadigheid, voorkomende op de lijst, in art. 3 der Armenwet be doeld, heeft recht op een ouderdoms rente naar zoover hij niet op grond van art. 2, en 8 en 54 of krachtens art. 11 dezer wet is uitgesloten. De eisch van het aannemelijk ma- in der behoeftigheid geldt niet voor hem, die tot aan het bereiken van den leeftijd van 70 jaar, ingjvolgede Invaliditeitswet verzekeringplichtig of verzekerd was. Aan zoodanig per soon wordt echter geen rente toege kend, indien h|j naar het oordeel van het beslissende gezag niet behoeftig Uitgesloten worden dus de „bedeel den". Bij de memorie vaD antwoord op het voorloopig verslag gaf minister Treub echter reeds aan, op welke wijze de bedeelden ook in de wet zouden kunnen worden opgenomen, terwijl hij zich bereid verklaarde op dit punt overleg te plegen met de Kamer. Door de heeren Bos, Drion, De Jorife, Limburg. De Meester en Tydeman is b|j amendement voorgesteld du be deelden in de wet op te nemen. Door de heeren Duys c.8. geschiedde hetzelfde, terwijl deze bovendien voor stelden de leeftijd van 70 op 65jjar te brengeu en de rente van f 78 op f130, van f104 op f156 te brengen; dit laatste is het bedrag voor de ongehuwden, het eerste voor leder der gehuwden. De heer de Visser (c.h.) opent de algemeene beraadslagingen. H|J stelt in het licht hoe de opinie der liberalen ten opzichte der ouderdom» rente is gewijzigd. Spr. herinnert aan het feit dat, toen de heer Troelstra zijn intrede in de Kamer deed eu met de heeren van Kol en van der Zwaag invoeriDg van Staatspensioen bepleitte, Minister Pierson verklaarde dat zyn kabinet zich nooit met een dergelijke maatregel zou kunnen ver eenigen. In dat kabinet hadden ook zitting de heer Lely die nu het ontwerp verdedigen moet en Borgesiua. Verder wijst spreker erop dat ook in Engeland de raming van het aan tal pensioentrekkenden en het bedrag der uitkeeringen is tegengevallen. In zes jaar t|jd overtroffen de uitgaven de ramingen met 60 millioen gulden. Hij ziet hierin bet bewijs dat de eigen zorg voor den ouden dag vermindert en het teren op de schatkist toe neemt. Spreker is om flnantieele zoo wel als moreele redenen tegen het Engelsche stelsel. Ergerlijk acht spr. de luchthartig heid, waarmede de voorstanders der staatspensioneeriDg daarover heeD- loopen. W|j letten op geen c|jteis heet het ln het rapport der heeren Perio c.s., namens het hoofdbestuur van den Bond voor Staatspenslonee- ring. Daarin ligt opgesloten een drang tot voortdurende uitbreiding van de .verleende pensioneering, niet alleen voor ouden van dagen maar ook van invaliden. Op die manier zal het evenwicht tusBchen inkomsten en uitgaven van den staat verbroken worden. Waar de zorg voor den ouden dag inmiddels op bedenkelijke w|jze ver mindert, vreest spr. dat w|j met dit ontwerp een weg zullen opgaan, waar door het eigen iniatief en de veer kracht van ons volk zal worden ver lamd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1