HELDERSCHË COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Pauiowna Raadslid-Uitvoeidar Gemeenteweik. No. 4633 DINSDAG 13 JUNI 1916 44e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 et, franco Zondagsblad 45 Modeblad 75 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling per post 90 ct, Buitenland f 1.90 INI Lossa nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Intero. Telefoon 50 Advertentlln van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent. Elke regel meer 7 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentltln op bepaald aangewezen plaatsen worden 25% hdoger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2J cent LIJST vanllngskomsnjsn vertrokken personen. Kaam H. Suheflora, "Wsd. I. J. Wisse, P. J. v. d. Laan, L. Schotvinger, A. 3. A Strelcher, P. de Mooy, L. W. v. d. Bos, a. Smit, J. a. Boon, N. J. Kok, J. Holland, L. Moesland, P. KrUuen. J. Vader, S Plao, C. C. Veen, J. Haron, a. Quilt, N. J. Moursen, T. v. d. Wal, L. 11 aas, F. Hulsman, T. Terra, W. F. MoUer, M. B. DomCuiuBe, C, C. 1*'. Jager, a. J Zandvrilk, J. Vieman, J. Noot, J. Duitman, W. ter Plogt, C. teo Haken, J. Koning, arbeider, stoker, brugwachter, arbeider H. IJ.S., ofllcior van gezondh., sergoant dor marln goponsloneoid, korpl -machlnedrUr., bediende, gopentioneerd, opzichter, korpl. kleermaker, bootsman, meubelmaker, arbeider, machinist H. IJ. 8., electrlclen, sergoant-torpediat, machinist, landman, Borgt-machlnedrUv., luiten, tor zeo 2o kl., korporaal-kok, ambtenaar S.S., veehouder, timmerman, marinier le kl korporaal-tehriivor, :THOKK!». Woonplaats Koegras 190, Paul Krugurstraat 2, Wilhelminastraat S, Buitenhaven 42, 2e Vroonstraat 86, Hoofdgracht 66a, Jonkerstraat 48, Weezenstraat 12, Je Emmadw.straat 7, Bothastraat 68, Molenstraat 6a, v. Hogen dorpstraat 80, v. Galenstraat 29, Koegrae 119, Emmastraat 93, Cronjéetraat 2, Koegrae 8, Emmastraat 47, Tuinstraat 27, Bassingracht 12c, Kerkgracht 81, Kanaalweg 46, Huisduinen 7, le 8cbagend w.atruat 2b, 2e VroonBtrnat 22, Binnenhaven 79, Molenstraat 16, 2e Vroonstraat 7, Koegras 176, HugendorpstraatS6, Anna Pauiowna. Zlerlkzee. Vllsslngen. Alkmaar. Batavia. KoedUk. Hllvoreum. Ametordam. Haarlem. NUkerk. Amsterdam. Zöpe Schoten. Haarlem. Zilpe. E. Luth. Oud R. N. Her v. H. Luth. N.Herv. D.Gez N.Herv. Koegras Doolhof 12, Hogendorpstraat 28, Apeldoorn. Lelden. Vllsslngen. NUmegen. Borgen. Velsen. Vllsslngen. Batavia. Vllsslngen. Utrecht. Gallen tsoog. Nleuw-Helvoet. SSL. Hellevoetsluie. R.0. N Heir. Gereform. Op do jougate Raadszitting (80 Mei) was ingekomen een adres van het Raadslid S. Krljnen, waarin deze meldde, dat hij de opdracht hem door den Raad op 25 Februari 1916 gegeven, om de plannen van het Heldersche kanaal uit te voeren, aanvaardde, terwijl hij daarvoor een honorarium van 4.1 van de aan- neemsom stelde. Op een vraag van den heer De Zwart deelden B. en W. mede, dat zij thans eene beslissing zullen uit lokken over het al of niet vereenig- bare van de verleende functie en het Raads-lidmaatschap. Volgensart.25 Gemeentewet zullen, indien de heer Krljnen zelf niet be dankt, B. en W. dezen waarschuwen en daarop niet eerder dan 8 dagen daarna een nieuwe keuze bevelen. In die 8 dagen of langer staat het volgens ditzelfde art. belanghebbende vrij, de zaak aan het oordeel van den Raad te onderwerpen, die dan beslist volgens de artikelen 33-87. Deze artikelen regelen tevens het eventueel beroep tegen 'sRaads be slissingen b|j Gedeputeerde Staten (art. 84 en 35) en bij de Kroon (art. 36 en 37). De hierbedoelde wijze van han delen geldt alleen in de gevallen, dat een Raadslid een der in art. 19 vermelde vereischten verliest of een der in art. 23 verboden betrekkingen aanvaardt. Z|j geldt dus niet in die gevallen, dat een pas toegolaten Raadslid bl|jkt in die omstandigheden te verkeeren en ook niet, wanneer een lid zich schuldig maakt aan eenige in art. 24 verboden handelingen (Gemeente leverantiön etc.). De in het laatste geval verkeerende wordt eenvoudig geschorst (art. 26), terwijl in het 6erste geval de zaak moeilijker is, omdat volgeDS een Kon. Besluit (van 9 Nov. 1880) de Raad niet vrij is op z|jn einduitspraak omtrent de goloofs-1 brieven van een gekozen Raadslid terug te komeu. B|j gewoon ontslag blijft een lid aan, tot de geloofsbrie ven van zijn opvolger zijn goedge keurd (art. 18). Maar juist in het geval, dat ons hier bezig houdt, het aannemen van eeu der in art 23 uil gesloten betrek kingen, houdt een zoodanig lid onmid delijk op Raadslid te zijn. (Besluit 30 Juli 1870). Als regel zal een tot ambtenaar der Gemeeute benoemde dan ook zelf zijn ontslag aanbieden, tegelijk met hot aannemen zijner benoeming, zoo- als onlangs door bij den heer Ver stegen geschiedde, toen deze Directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs werd. Als do heer Krljnen het hier niet doet, bewijst dit alleen, dat h|j meent, met de aanvaarding der functie van uitvoerder van een gemeente-werk, geen der in art. 23 uitgesloten be trekkingen te aanvaarden. Het is ook inderdaad een vraag, die voor tweeerlei beantwoording vat baar ia. De letter van de "Wet geeft recht op een antwoord in gunstigen zin voor don heer Kr|jnon, en er zal dus in dit grensgeval vooral met den geest der Gemeentewet te rekenen vallen. En dat is nog moeielijker, waar juist dit geval zoo weinig sch|jnt te z|jn voorgekomen, dat er geen juris prudentie over bestaat. B. en W. zeiden in de voordracht (No. 19 a Febr. 1916) waarin zij de uitvoering der Kanaalplanuen door den Gemeente-bouwmeester de aan gewezen weg vonden, dan ook slechts: „W|j merken hierbij op, dat wij het niet wenschel|jk achten, dat werkzaamheden ten dienste der Gemeente worden uitgevoerd door iemand, die lid van uw College is." Hem, die nu een dergelijke zaak wil bespreken en daarvoor de noodige studie maakt, valt het direct op, dat onze Gemeentewet toch eigenlijk ver ouderd is. Wij meenen, dat do bedoeling des Wetgevers in het algemeen alt|jd ia geweest, om uit de openbare licha men ieder te weren, die daarin per soonlijke belangen teD koste van het algemeen kan op den voorgrond stellen. Een zeer juist beginsel. Maar vol komen inconsequent, waar in art. 24 de leverantie van roerend goed wèl maar onroerend goed niet verboden ia voor een raadslid. Ieder die niet van gisteren is, weet, dat de eigenaar van grond als raadslid toch veel na- deeliger voor de gemeenschap kan zijn, dan het raadslid-winkelier, die het recht zou bezitten zijn waren te leveren aan de Gemeente. Den laatste is het verboden, den eerste niet. Voorts bepaalt art. 23 de onver- eenigbare betrekkingen maar tevens, welke daar weer niet onder vallen. Sub, f. vau dit artikel luidt, dat onvereenigbaar met 't raadslidmaat schap is de functie van .Ambtenaar, van wege het ge meentebestuur aangesteld, of daar aan ondergeschikt, behoudens de bevoegdheid van den Burgemees ter, die secretaris der Gemeente is, om tevens lid van den Raad te z|jn." De burgemeester kan n.1. tevens raadslid zijn, maar volgens art. 2 tweede lid in kleine gemeenten tevens secretaris. Vandaar dat in art. 28 zijn uitsluiting b|j uitdrukkelijke wets bepaling wordt opgeheven. Maar later geeft dit zelfde artikel aan, welke ambtenaren niet z|jnuit Dit z|jn b.v. ambtenaren van den burgerlijken stand, leden van arm besturen, besturen van godshulzen etc., genees-, heel- en verloskundigen, belast met de armenpraktijk. Aan de eene zijde dus het eysteem van volkomen vrijheid van toezicht op de gemeentelijke ambtenaren, dat alleen bereikt kan worden, als z|j niet zitten in 't College, dat toezicht oefent, doch met eenige reserve, om, zooals de Memorie/van Toelichting zei, het aantal voor raadslid geschikte krachten, niet noodeloos te beperken. Voorta bepaalt sub. g. van artikel 1, dat mede z|jQ uitgesloten .Ambtenaren, met het ontvangen of uitgeven der gelden van de ge meente belast, of aan eenige aan het gemeente-bestuur ondergeschik te administratie rekenplichtig." Men zou zeggen, dat deze ambte naren reeds in sub. f. zijn te vinden. Waarom deze comptabele ambtenaren nog eens afzonderlijk worden genoemd schijnt min of meer duister. Onder welke bepaling valt nu een uitvoerder van een gemeentewerk, door het Gemeentebestuur daartoe aangesteld Neemt men de opvattiog zoo ruim mogelijk en gaat men af op de ge varen, die de wetgever heeft willen voorkomen, dan ben ik geneigd te zeggen onder alle drie. Zoowel onder art.. 24 als onder art. 28 f. en g. De uitvoerder levert vooreen zeker vastgesteld bedrag iets aan de Ge meente. Het z|jn wel geen goederen, maar dat woord staat in dit verband niet in art. 24. Het artikel spreekt van leveringen of aannemingen ten bt hoeve der gemeente. Hier wordt arbeid geleverd, zoodat, voor wat mij betreft, op grond hier van de on vereenigbaarheid zou kunnen worden uitgesproken. Echter streng juridisch is arbeid geen koopwaar en dus niet leverbaar. De woorden arbeidsmarkt en arbeids waarde hebben moderner opvattingen ten grondslag, dan de makers van ize gemeentewet wellicht bezaten. Sub g. van art. 23 spreekt van rekenplichtige ambtenaren. Volgens mij is de uitvoerder van een gemeen tewerk ook rekenplichtig tegenover de gemeente admiDiatratiön. Zónder zijn flat kunnen geen betalingen en leveringen worden gedaan. H|j zal na afloop aan de gemeente verantwoor ding moeten afleggen van het geheele werk en verschillende financieels aangelegenheden moeten behandelen voor het gemeentebestuur. Of echter de juridische uitleggers van dit sub g. het met m|j eens z|jn, al weer, ik betwijfel het. Men zal zeggen, dat deze bepaling uitslui tend het oog heeft op ambtenaren, daartoe aangesteld. Bl|jft over het genoemde in subf. Alles hangt hier af van de vraag, ot de uitvoerder van een gemeente werk, door het gemeentebestuur aangesteld en betaald, ambtenaar ia of niet. De betaling alléén stempelt iemand nog niet tot ambtenaar. De betrok kene moet ook z|jn aan het gemeente bestuur ondergeschikt. Bovendien behoort een ambtenaar eene aanstelling als zoodanig te ont vangen. Maar alle drie deze kenmerken z|)n ln het onderhavige geval min of meer aanwezig. Do betaling is het overeengekomen honorarium van 4.1 deraanneem- som, de ondergeschiktheid volgt uit het feit, dat de uitvoerder niet zelf standig maar hoogstens namens het gemeentebestuur kan haDdelen en niet zonder diens machtiging. Voor zoover dit kenmerk al niet uit de betaling zelf zou voortspruiten. Kn de aanstelling? Deze ontving de betrokkene van den Gemeenteraad op 25 Febr. 1916, welke aanstelling is aanvaard blijkens het schrijven van den benoemde zelf. De vraag bl|jft al weerStelde Raad een ambtenaar aan? Het t|jdel|jke van de betrekking zegt hier niets. Ook wie tijdelijk in de gevallen van art. 23 komt te ver keeren, is uitgesloten. Maar bezit de bier bedoelde aan stelling ook maar één der kenmerken, vervat in de Verordening regelende de rechtspositie der gemeente ambtena ren, als daar zijn de eiachen in art. 8 gesteld omtrent leeftijd, examinatie, keuring, gedrag, voorts de verstrek king eener schriftelijke aanstelling, Taste bezoldiging per maand in art. 4 en 5? En dan zeg ik ronduitin geenen deele. Maar de artikelen 1 en 2 dier verordening luiden: Art. 1. Onder ambtenaren worden, in deze verordening verstaan alle personen in dienst der gemeente en door haar bezoldigd, die niet voorkomen op den staat, bedoeld in artt. 1 en 18 van de Verordening tot regeling van de rechtspositie der werklieden en daar mede gelfjkgestelden in dienst der gemeente Helder. Wanneer door wet telijke bepalingen reeds geheel of voor een gedeelte in hun rechtspositie is voorzien, dan blijven z|j voor die bepalingen buiten de toepassing van deze verordening. Art. 2. De ambtenaren worden door den Raad benoemd of ontslageD, tenz|j dit aan anderen is opgedragen. De benoeming door den Raad ge schiedt uit een voordracht van twee personen, opgemaakt door Burge meester en Wethouders. Ik ben van meeoing, dat de benoe ming van den heer Krljnen op 25 Febr. gedekt wordt door deze twee artike len. Alleen een voordracht zou hebben ontbroken. Maar dat scb|jnt mij slechts een formeel-gebrek. Want zij was er wel. B. en W. n.1. hadden de uitvoering aan den gemeente-bouwmeester wil len opdragen en lieten den Raad de vr|jo keuze. De Raad koos den heer Krljnen en daarmede ia deze voor m|j tijdelijk ambtenaar der gemeente. Dat de gewene bepalingen in artikel 8, 4 en 5 hier niet in acht z|jn geno men, doet m. 1. niets af aan dit feit. De Raad is daarvan afgeweken. Die bapalingen vormen bovendien niet bet kenmerk voor den ambtenaar, maar z|jn elschen, die gesteld worden, om voor benoeming in aanmerking, te kunnen komen. Aan de kenmerken van art. 1 en 2 voldoet de benoeming van 25 Febr. jj. m. 1. wel. Was de heer Krljnen niet gekozen, dan zou, zooals B. en W. ook van plan waren, de ambtenaar van ge meentewerken dezelfde functie hebben moeten vervullen. Ook dit dus, het in de plaats treden van een ambtenaar, stempelt de verkregen functie van den heer Krjjnen tot die eens ambtenaars. Natuurlijk, en ik zal de eerste zijn, dat toe te geven, is hier voor juristen een welkome kluif, waarover veel en zwaar geredeneerd kan worden. Maar dit staat vast, dat al zal op grond van de Gemeentewet de heer Krljnen als raadslid mogen aanblijven, dit alleen komt, doordat de bedoelingen van die wet in 1851 niet voldoende z|jn vastgelegd. In dit verband is het misschien niet van belaag ontbloot, de meening te publiceeren van een deskundige op dit gebied, n.1. den redacteur van het tijdschrift .Gemeentebelangen", den beer mr. J. H. van Zanten, welke in het nummer van 15 Maart j.1. het volgende schrijft: .Artikel 23 f der Gemeentewet spieekt van .Ambtenaren vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt". Hst betreft bier dus de vraag, of iemand, die door het gemeentebestuur is belast met het vervullen van een bepaalde taak en na afloop van die taak weer gewoon burger wórdt, t|jdens de vervulling der taak ambtenaar is of een openbaar ambt bekleedt; men zal, naar deze meening, niet moeten aannemen, dat hier een overeenkomst tot het verrichten van een dienst wordt gesloten tusschen twee gelijke partijen, maar dat een dergelijk persoon wel een ambt bekleedt, waarbij h|j aan de voorschriften van B. en W. moet voldoen in ieder geval ligt het geheel in de bedoeling der be paling, dat hij met ambtenaar wordt gelijkgesteld, daar ook het kenmerk der ondergeschiktheid aanwezig is en een ondergeschikte van B. en W. bezwaarlijk kan deel uitmaken van een lichaam als de raad, dat ln zekere opzichten boven B. en W. staat. Jurisprudentie over deze be paalde, niet zoo vaak voorkomende verhouding, is ons niet bekend. Wij zouden onzerzijds geneigd zijn, de onvereenigbaarheid aan te nemen." Zoosls de lezer ziet, komt deze vr|)wel tot dezelfde conclusie als waartoe m|)n betoog leidt. Het verdient dus toejuiching, dut B. en W. deze bijzondere aangelegen heid aan een beslissing tot in hoogste instantie willen onderwerpen. Dan is het voor volgende keeren althans bekend, hoe gehandeld kan en mag worden. Helder, 6 Juni 1916. A. W. Michels. (l) Desa laatston echter allooi), als z(J geen vaste bezoldiging alt de gomeenteksa ge nieten, zooals hier. DE OORLOG. Oe legirberlchtan van 10, 11 en 12 Juni. Het Fransche communiqué van den lOen maakt slechts meldiug van een hevigeartillerie beschieting van eenige punten van het front bij Verdun. Infanterieaan vallen hadden niet plaats. In hot bericht van den Hen wordt medegedeeld, dat zware artillerie gevechten geleverd werden op het front van Verdun. Twee plotselinge aanvallen der Duitschers werden afgeslagen. In de Vogezen slaagden de Duit schers erin do Fransclie loopgraven b|j den pas van St. M&rie binnen te dringen. Door een tegenaanval wer den z|j weder verdreven. Volgens het Duitsche bericht van den lOen maken de troepen nog steeda vorderingen in de streek van Vaux. Met kracht werden de aanvallen door gezet met het gevolg, dat de Fran- schen van de hoogtekammen ten Z. W. van fort Douaumont, uit het Ghapitre-bosch, en uit stellingen aan den weg van Firmin werden geworpen. Ten W. van Vaux werd een veldwerk der FraDschen bestormd en genomen. De bezetting bestaande uit nog ruim 500 man, en 22 machine geweren viel in handen der Duitschers. Volgens de mededeeling van den llen is de buit tijdens de aanvallen van den lOen op het front b|j Verdun, nog met drie kanonnen en 7 machine geweren vermeerderd. Een Duitsche patrouille die b|j Mar- kirch in de Fransche loopgraven drong, nam een officier en 15 man gevangen. Van het Oostel|jk front. Het Russische offensief gaa,t met onverminderde kracht voort. Ea naar van Russische zijd* jemold wordt, is men aan Duitschen kant druk in de weer versterkingen te zenden naar het bedreigde Oostenr|jksche front. Echter zijn ook deze versterkingen niet in staat het. offensief te breken. Niettegenstaande de hardnekkigen tegenstand, zoo zegt het Russische bericht vordert ons offensief, vanaf de Pripet moerassen, tot aan de grens vvn Roemenie. In het Russische leger bericht van den lOen wordt medegedeeld, dat den geheelen vorsterkten driehoek, Kolki, Luzk Olyka werd bezet. Door bos- schen en moerassen baanden de Rus sen zich in drio dagen een weg van "1 tot 40 K.M. lengte. Volgens dit bericht hebben gevan gen genomen Oostenrijksche officieren verklaard, dat de aanval geheel on verwacht kwam. Dit bl|jkt ook aan het verhaal van de vermeestering van een spoorwegstation. Nadat de Russen dit bezet hadden kwam eeu trein met Oostenr|jk»che troepen aan, die natuurlijk onmiddellijk gevangen genomen werden. Een half uur daarna arriveerde eeu trein met nanyullings- munitie, welk* zoodoende eveneens ln handen der Russen viel. Een later bericht van den 10*n meldt, dat de Russen onder her voeren van gevechten met de Oostenrijksche achterhoede, erin slaagden de Styr aan beide z|jden van Luzk over te trekken, steeds den vijand achter volgend. In Galicie, ten N.O. van Tarnopol duurt de strijd om verschillende hoogten m*t groote verbittering voort. Nu eens zijn z|j in handen der Oosten rijkers, dan woer zijn z|J in het bezit der Russen. De indrukking van het front aan de Strypa heeft reeds geleid tot de bezetting van de stelling van Live, ten O. van de rivier. Buczacz ii door de Russen bezet, en na van hieruit huu voorwaartsche beweging langs den Dnjestr te hebben uitgebreid, werd ook het dorp Scianka genomen. In den loop der gevechten van don öen, werden opnieuw 97 officieren en 6500 man gevaDgen genomen, en 11 kanonnen vermeesterd. Het totaal aan tal krijgsgevangenen is hierdoor go- stegen op 1240 officieren en 71.000 man. Aan oorlogsbuit is thans geteld 94 kanonnen, 167 machinegeweren, 68 bommenwerpers en veel ander oorlogstuig. In het dorp Pótókózlóty werd een geheel artilleriepark met een voorraad granaten en patronen genomen. WaaracbijDUjk om den druk op het front der Oostenrijkers te verlichten ben de Duitschers aanvallen onder nomen op het front b|J Dunaburg en in de streek van Krewo. Al de aan vallen werden evenwel afgeslagen. In een bericht uit St. Peteraburg wordt nog gezegd, dat de Russen nu al het sedert Septemder verloren ter rein hebben herwonnen. In Galiciö is het front tusschen Buszacz en den Düjestr volkomen doorbroken. De Russen z|Jn don Zlota Lipa reeds over getrokken ontrukten thans aan op den Gouden Lipa, op 10 k 12 m|jl van den Zlota. De verliezen der Oostenrijkers wer den geschat op 1/4 tot 1/3 van hun effectief van 600.000 d 650.000 man. In het communiqué vau den llen worden nog meer door de Russen be haalde voordeelen goraeld. Door het onstuimig optreden van de troepen vallen duizenden b|j duizenden ge vangenon in hunne handen, benevens oorlogsbuit van allerlei aard, welks omvaDg voorloopig nog onmogelijk te schatten is. In een enkele der sec toren bijv., dien de Russen namen, maakten zij 21 zoeklichten, 2 con- vooien, 29 veldkeukens, 47 mitrailleur- treinen en veel ander oorlogsmaterieel buit. In de gevechten van 10 Juni maak ten de Russen een generaal, 409 an dere officieren en 36,100 manschappen krijgsgevangen, en veroverden z|j 30 kanonnen, 13 mitrailleurs en 5 bom menwerpers. In deze operaties z|jn dus tot dus verre gevangen genomen: één gene raal, 1649 andere officieren en meer dan 106,000 manschappen, en z|jn buitgemaakt' 124 vuurmonden, 180 mitrailleurs en 58 bommenwerpers. Ten zuidoosten van Zalescyki sloe gen de Russen den vijand terug. De v|Jand heeft op verschillende plaatsen hevige tegenaanvallen daan. Den lOden Juni b|j het aan breken van den dag vielen numeriek sterker vijandelijke troepen in de streek van Senki, ten oosten van Kolki, Russische afdeelingen aan on dreven hen terug naar den rechter oever van de Styr. Denzelfden dag echter brachten de Russen de verdere ontwikkeling van dit offensief tot staan. Do vijand biedt buitengewoon hard nekkigen tegenstand in de buurt van Torgowitsy, beneden Lusk aan de Styr, waar een bloedig gevecht aan den gang is. Bij de gevechten aan de Styr, be neden Luzk, trachtten de Duitschers de Oostenrijkers te versterken. Met een verlies van 2000 man aan ge vangenen en met achterlating van 2 kanonnen en mitrailleurs werden z|j evenwel teruggeslagen. De troepen die in de streek van Dubno opereerden, namen de stad in bezit en bezetten tevens het daarby gelegen fort. Bij do Ikwa bezetten de Russen Mlynof en noodzaakten het garnizoen zich over te geven. Bij Ossowitschi, ten noorden van Butschatsche, namen de Russen een geheele batterij van vier 10 c.M. houwitsers. Ondanks den verwoeden tegenstand van den v|jand, het hevige flankvuur, sper vuur en m|jnontplofflngen, namen de troepen van generaal Letchitsky de v|jandel|jke stelling ten zuiden van Dobronowcze, 20 werst ten noord oosten van Tejernowitsj. In deze .streek alleen namen de Russen één generaal en 347 officieren gevaDgen en maakten zij 10 kanonnen buit. Het Oostenrijksche communiqué van den lOen maakt melding van talrijke en hevige gevechten op het front tusschen Okna en Drobonoutz. Op sommige plaatsen vielen de Rus sen 5, een enkele keer zelfs 8 maal aan. Al deze aanvallen werden even wel afgeslagen. Verder meldt het bericht: Aan de Beneden Strypa hebben sterke Russische str|jdkrachteu onze troepen na «en hardnekkigen strijd van den Oostelijken op den Weste lijken oever teruggedrongen. Ten Noordwesten van Tarnapol hebben w|j talrijke Russische aan vallen afgeslagen. In h*t gebied Tan Luck wordt ten Westen van de Styr gevochten. Ij Kolki en ten Noordwesten van Czartoryak zijn pogingen van de Russen om over de rivier te komen verijdeld. Volgens de mededeeling van den llen bezetten drie regimenten der Rusaen in den avond van den lOen den rechteroever van de 8tyr. Door een tegenaanval der Oostenrijkers werden z|j eveDwel weder verdreven, waarb|j zij 8 officieren en 1500 man, benevens 15 machinegeweren in han den der aanvallers moesten lateD. Een aanval der Oostenrijkers ten N.W. van Tarnapol had tot gevolg dat een door de Russen ten koste van zware verliezen genomen hoogte heroveid werd. Zeer verbitterd z|ja de gevechten ia het N.W. van de Boekowina. Door de onstuimige aanvallen der Russen, waarbij blijkbaar niet op menscbeDlevens gezien wordt, z|jn de Oostenrijkers genoodzaakt geweest huu troepen eenigszins terug te trekken. Van het Italiaansch-Oosten- r|jksche front. Het Italiaansche communiqué van den 9en meldt dat de Oostenrijkers door een reeks hevige aanvallen ge tracht hebben de linie b|j Asiago te doorbreken. Alle aanvallen werden evenwel afgeslagen. Op de hoogvlakte van Sette Communi, ia na 4 dagen van heftigen tegenstand de vlakte tusschen Astice en Val Canaglia door de Italianen ontruimd. In een mededeeling van den lOen wordt melding gemaakt van een ver slapping der Oostenrijksche aanvallen op verschillende punten van het front. Daarentegen gingen de Italianen weder eenigszins vooruit aan de boven Valarsa en in de bovendalen van de Botte en Ansiei. Volgens het communiqué van den 1 len ondernamen de Oostenrijkers een hevigen aanval op de Italiaansche stellingen ten Z.W. van Asiago. In tegenaanvallen werden z|j steeds te ruggeslagen, 100 man werden gevan gen genomen. Van de Etsch tot apn de Brenta ontwikkelt zich eeu Italiaansch offen sief. De troepen maakten nieuwe vorderingen aan de Valarsa, op de hoogten ten Z. van Posina en Astico, aan het begin van het Asiago-plateau ep aan de Masobeek. Aan het Ieonzofront ondernemen de Italianen gedurig aanvallen. Tijdens de gevechten der laatste dagen werden 566 man gevangen genomen. Het Oostenrijksche legerberlchl van den lOen maakt melding van afge slagen aanvallen der Italianen in het Brentagebied. Verder wordt de toe stand als onveranderd aangegeven. Van het Russisch-Turksehe front. Een Russische mededeeliDg van den Hen geeft aan dat de Turken uiteen stelling ten W. van Platana (ln de streek van Trebizonde) verdreven, werden. Een Turksche tegenaanval werd met zware verliezen afgeslagen. In de richting van Goemesjan en van Diabekr gaan de Russen steeds vooruit. Een Turksch bericht meldt dat de Russen b|J Hanekln teruggedreven werden. De Turken vervolgden hen tot Kasrl Chlrin, welke stad door hen bezet werd. Dt duikboot- on mljnoorlog. Het Noorsche s.s. .Prosper III" (4297 ton) is op een m|jn foloopen en gezonken. Alleen de eerste stuur man zou gered zIJd. B|J het Almaguindervuurachip is het Zweedsche, stoomschip „Para" (1884 ton) op een m|jn geloopen en binnen een minuut gezonken. De uit 15 man bestaande equipage is aan wal ge bracht. Italloonioh troopentransport schip gatorpadoird. Rome, 10 Juni. Gieteren tegen den avond hebben twee T|jandel|jke duik- booten in het Zuiden van de Adrlati- sche Zee een aanval gedaan op een van onze con vooien, bestaande uit drie stoomschepen met troepen en mate rieel en torpedojagers flotielje. Op de duikbooten werd dadelijk eon tegen aanval gedaan, maar niettemin slaag den ze erin torpedo's te lanceeren. Een van deze trof het stoomschip „Principe Umberto" (7929 ton), dat binnen enkele minuten zonk. Ondanks de reddingsmiddelen, waarover, het convooi beschikte, en de spoedige hulp der andere schepen, kwamen velen om. De verliezen z|jn nog niet juist op te geven, maar men ver moedt dat ze ongeveer de helft be dragen van het aantal Ingescheepte militairen. Te IJmulden is aangebracht de uit 82 koppen bestaande bemanning van het Noorsehe stoomschip „Orkedal" (2716 toD), welk schip, op weg van Rosario naar Ohristianla met een lading mals, op een m|jn geloopen of getorpedeerd la. D* zssslsg bij Jutland. De correspondent van ,De Tijd" te Keulen schrijft: Het lot heeft m|j gediend, om van n zeeslag b|j Jutland iets nauw keurigere to vernemen dan uiteraard ln officieels berichten kan worden medegedeeld. Een m|jner vrienden, die zelf meevocht in dit eerste groote treffen van de Duitsche met de Brit- sche vloot, en die later ln staat waa om iets meer waar te nemen dan van een gevechtseenheid tydena een faze van den strijd kan worden opge merkt, ooi deelde dat de groote be- teekenis der ontmoeting-het feit was: de niet-overwinning van de Duitsche door de Britsche zeemacht. Elk ander oordeel, hetz|) van vijandelijke zijde of in de Duitsche pers, meende hij en ik heb reden om in dezen aan z|jn meening gezag toe te keDnen ls tendencieus. Dat door het behendig tactisch op treden van vlce admiraal Scheer, die te juister t|jd den aanval en den terugtocht regelde, door 't prompt manoeuvreeren der Duitsche gevechts eenheden en de heldhaftige houding onzer schepelingen de jonge Duitsche vloot niet in den greep van Jellicoé geraakte; dat de dét&cle uitbleef, welke jaren geleden door niet weinig Duitschers gevreesd werd van den eersten den beaten slag onzer zeemacht met de geweldige Britsche dat zelfs deze laatste wellicht nog ernstiger verliezen heeft geleden dan de Duit sche in het onbeslist gebleven gevecht, achtte m|)n deskundige zegsman een voorDuitscbland verblijdend resultaat. Hij verklaarde echter, dat het dik doen in sommige bladen over de .schitterende zegepraal b|j Jutland", het buitensporig vieren van het go- beurde en de onmatige taal, die zich zelfs hoogstaande regeeringspersonen hebben veroorloofd, meer voortvloeit uit zucht, om in binnen- en buiten land het geloof in de Duitsche kracht (die overigens werkelijk bestaat) te behouden en nog te doen toenemen, dan uit waarheids- en zelfs uit ge zonde vaderlandsliefde. Ook den officieelen Duitschen be richtendienst keurde h|] af, die om dezelfde of nagenoeg gelijke redenen In overleg met de regeering aan vankelijk enkele verloren schepen op gaf en daarna herhaaldelijk verklaarde, dat er niet méér in den grond waren geboord. Zulk een manier van doen meende hil bederft het toch reeds bij zoo menige gelegenheid geschokte geloof in de juistheid der mededee- liDgen van het Wolff bureau en de autoriteit. Dezen hebben, godwongenv door in het buitenland aangekomen schipbreu kelingen of andere bewijsstuk keu, toch moeten toegeven, dat bovendien de „Elbing", do „Rostock" en de „Lützow" (een onzer nieuwste, van da zwaarste kanonnen en van de meest moderne vindingen voorziene liniekruisers, die in het laatst van 1914 te water was gelaten en die 27,500 ton verplaatste), zijn te loor gegaan. En indien te gelegener tijd ook nog voor het verlies van zekeren allerbelangr|1ksten kruiser het zooge naamde militaire geheim in dezen een dwaze vermomming wordt opgeheven, zal het meer nuchter oordeelende volk inzien, hoe onvoor zichtig met de openbare meening ia gespeeld. Tot zoover mijn zegsman, aan wiens betrouwbaarheid ik herhaal het ik geen roden heb te twijfelen. HU is trouwecs niet de eenige in Duit8cbland, die het gesignaleerde „dik doen" betreurt, achter welke groteske eigenschap de vele goede karakter waarden en sterke deugden van het] Duitsche volk worden ver smoord. Cablnetcrlsls In ItallB. Men is in Italië niet tevreden met den loop der gebeurtenissen. Het plot selinge offensief der Oostenrijkers, hetwelk slechts met groote krachts inspanning tegengehouden kan wor- i, heeft tot gevolg gehad, dat men in de regeering de eenheid van alle partijen belichaamd wil zien. In de Kamerzitting van Zaterdag j.1. heeft minister Salandra een laDge redevoering gehouden, waarin uiteen gezet werd, hoe Italië den strijd voerde. Omtrent het offensief in Trentino deelde h|j o. m. het volgende mede Terwijl onze geheele militaire krachts inspanning werd gericht naar het OosteD, ten einde den weerstand te overwinnen van de natuurlijke en kunstmatige, sinds lang gereedge maakte, verdedigingsmiddelen, welke de verkrijging beletten van het ge bied, hetwelk het rechtstreeksche oorlogsdoel vormt, bereidde de v|jand, gebruik, makende van een stilstand in de operaties op de andere fronten, een allerhevigst offensief tegen ons voor, waartoe h|j in Trentino een groote massa uitgelezen troepen sa mentrok met een- geweldige artillerie massa". Na een uiteenzetting van de reden, welke de Oostenrijkers hadden geleid tot de keuze om Tirol tot uitgangs punt te kiezen, verklaarde Salandra jW|j moeten echter eerlijk erken- neD, dat een beter voorbereide ver dediging den vijand ten minste langer zou hebben opgehouden en hem ver der van den rand van de bergstreek zou hebben gehouden". Na de verklaringen van den minis ter gaven verschillende sprekers na mens hUDne fracties te kennen, dat aangedrongen werd op een extra par lementair kabinet. Aan het slot van de zitting aan vaardde Salandra een motie, luidend* De Kamer, vertrouwen stellend in de actie van de regeering, aanvaardt de voorloopige begrooting". Salandra verzocht de motie in ge deelten aan te nemen. Na verschillende verklaringen ging en over tot de stemming. De Kamer verwierp met 197 tegen 158 stemmen het eerste gedeelte van do motie: ,De Kamer, vertrouwen stellend in de actie der regeering". Na afloop der Kamerzitting bad ministerraad plaats. De Konirg van Italië zou Zondag of Maandag te Rome aankomeD, ten einde de noodige besprekingen te houden. Hotels In Nederland. De A. N. W. B., toeristenbond voor Nederland, heeft een geïllustreerd boekje over vreemdelingenverkeer en hotels in Nederland uitgegeven, waar in de eischen worden uiteengezet, welke tegenwoordig door toeristen aan het hotelwezen worden gesteld. Vooral met het oog op den t|jd na den oorlog, wanneer er getracht moet worden een groot gedeelte van den stroom der in Belgiö te ver wachten toeristen naar ons land te trekken, verdienen deze raadgevingen voor de inrichting van de hotels overwegiDg, opdat da reputatie der Nederlandsche hotelhoudeis in den vreemde zoo gunstig mogelijk z|j. Over de prijzen Nederland staat in het buitenland alB duur bekend lezen w|j het volgende: „Onze ondervinding is niet, dat men in het buitenland goedkooper reist dan bij ons. In de grootste hotels, vooral op badplaatsen, waar het seizoen slechts een paar maanden duurt, betaalt men hier zeker hooge prijzen, doch dit is ook elders het geval. Erger is het dat hier en daar oudorwetsche hotels zonder confort hunne prijzen gebracht hebben op het peil van werkelijk eerste klasse inrichtingen, maar het ergste is, dat men Somtijds buitenlanders, „die toch niet terugkomen", veel meer laat betalen dan de gewone prijzen. Het is ons bekend, dat er ergerlijke feiten van dien aard hebben plaats gevonden, o.a. toen voor eenige jaren een buitenlandsche vorstin incognito een reis per auto door ons land heeft gemaakt. Ook tegenover Amerikanen komt zoo iets wel voor." De Nederlandsche Hotelhoudersbond, die zulke praktijken sterk afkeurt en zooveel mogelijk tegengaat, verdient voor z|jn streven dan ook allen steun.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1