Bezoekt de UITVERKOOP in het MAGAZIJN „DE BIJENKORF"
Spoorstraat 75-77 schuin over de Palmstraat, L. COLTOF.
Hoedén
Petten
Spoorstraat
Handschoenen
Advertentiën.
Opleiding tot Radiotelegrafist.
H.H. VARKENSHOUDERS
60-62.
Dassen
Kennisgeving.
Algemeene
Kennisgeving.
SPIONNAGE.
VIJF-EN-TWINTIB SUIDEN (f25.—).
Stelling van den Helder.
VERORDENING.
DE OORLOG.
Samenwsrking op do fronton.
Men schijjft aan het „Hbl." uit
Zurich d.d. 10 Juli
De Russische correspondent van
„Der Bund" bericht uitvoerig over de
voorbereidingen van het nu losgebro
ken offensief, en komt bij die gelegen
heid ook te spreken over de z.g.
samenwerking op alle fronten der
geallieerden. In Rusland, waar b.v.
geen sprake zijn kan van gebrek aan
menschen-materiaal, heeft het echter
dikwijls gehaperd aan voldoende
krachten bij de moderne speciale
wapens. En daarvoor heeft Rusland
hulp gezocht in hot Westen. Zoo
heeft Frankrijk een groot aantal vlie
gers naar Rusland gezonden, waar
onder enkelen var. de besten, waar
over de Fransche armée beschikte. Zij
bebben hun vliegtuigen meegebracht,
die van de allernieuwste constructie
zijn, en uitmunten door een bijzondere
snelheid. Elke vlieger heeft een of
meer roserve-machines, en er zijn
bovendien een groot aantal nieuwe
apparaten naar Rusland onderweg;
wijl volgens het oordeel van den be
kenden Franschen vlieger Poirée, die
het Fransche eseader commandeert,
aan dit wapen groot gebrek is. In-
tusschen hebben de Fransche vliegers,
die meerendeels geharde en gedeco
reerde vechters van het Verdun-front
zijn, hun verkenningstochten aan het
Russische front reeds begonnen
onderrichten daarbij gelijktijdig
Russische kameraden in de koene
ondernemingen dezer kunst,
Maar ook de Belgen hebben het
hunne bijgedragen om het jongste
Russische offensief in gang te bren
gen. En het is interessant te lezen,
dat het de Belgen in hun bekende
pantser automobielen waren, die bij
de jongste marschen van Broesiloff
diep in de Oostenrljksche gelederen
voortdrongen, en door hun stoute
verkenningen de richtlijnen voor de
machtige Russische legers afteeken-
den. Deze Belgische pantser afdeling
staat onder bevel van den majoor
De Smet-, zijn mannen zijn meestal
vrijwilligers. De Russische bladen zijn
vol lof over de diensten door dit
wapen o.a. bij het jongste voortdrin
gen op de Lembergerstrasse bewezen,
en zij gedenkt met bijzondere waar
deering de vele Belgen, die bij deze
hoogst gevaarlijke ondernemingen het
leven lieten en nu op het kerkhof
van Tarnopol begraven liggen. Vol
gens berichten aan Italiaansche bladen
ontleend, verwacht generaal Sarrail
sterke Russische contingenten voor
zijn offensief bij Saloniki, dat los
breken zal, zoodra deze troepen ge
land zijn.
Oa harnoman dorpan
De „Matin" geeft de volgende korte
beschrijving van de dorpen die de
geallieerden op de Duitschers her
nomen hebbon.
Dompierre: een verzamelingsteenen,
een prachtig stuk werk, zooals artille
risten zeggen. Voor men het dorp
bereikt heeft komt men aan een groote
in elkaar gestorte suikerfabriek. Hier
en daar hangt nog een stuk van een
machine, en juist door dat enkele
overblijfsel biedt het geheel een nog
troosteloozer aanblik. De vooruitge
schoven linie der Franschen was
enkele dagen geleden nog Duitsch
zit. We zien het gecompliceerde net
werk der loopgraven en ontdekken
vervolgens aan onze rechterhand het
platgeschoten kerkhof dat als ver
schansing dienst moest doen. Thans
liggen er de lijken opgestapeld; de
krijgsgevangenen zijn bezig, ze zoo
goed als het gaat een laatste rust
plaats te bereiden.
Van het dorp is niets overgebleven,
Men moet weten waar het kerk
plein was om er nog iets van te kunnen
ontdekken, en dat die hoop puin oor
spronkelijk een kerk is geweest,
waarschijnlijk niemand zich kuunen
voorstellen. Toch staan nog ergens
^en paar muren die een binnenplaats
vormen met zoowaar nog de over
blijfselen van een duiventil. De Duit
schers hadden er een signalen-post
gevestigd, die de verbinding met
Flaucourt en Assevillers moest onder
houden.
In het westelijk gedeelte van Dom
pierre heeft men den kelder ontdekt,
waarin de verstikkende gassen ge
fabriceerd werden, twee groote kuipen
stonden er en eeü gëweldige buis liep
tot aan de voorste linies.
Vlak bij Dompierre ligt Becquincourt.
Ook daar is alles verwoest, ook daar
werd het kerkhof verwoest, werden
do grafateenen dpor onze bommen
uiteengeslagen.
„Wij hebben de dooden in hun
rust moeten storen", zeide een ar
tillerie kapitein, „om ze aan de Duit
schers te kunnen ontrukken."1
Langs den heroverden weg gaan
wij naar Assevillers. Rondom een
geheel verwoest veld staat een ry
appelboomen en achter die boomen
een Duitsche loopgraaf, door ons
Brühhilde genoemd. Thans biedt zij
een ontzettend schouwspel. De lijken
liggen er opgestapeld; de grauwe
uniformen zijn als het ware één ge
worden met den zandgrond en pas
van zeer nab(j ontdekt men, dat de
weg bezaaid ligt niet dooden.
Assevillers: ruïnes en nog eens
ruines; dood en verwoesting zoover
het oog reikt; ook ginds bij Herbe-
court en Flaucourt, die onder het
vuur niet minder hebben geleden dan
Dompierre, Becquincourt en Asse
vfllers.
In al de thans heroverde Fransche
dorpen hadden de Duitschers den
bodem naar eigen smaak bebouwd.
De Ffansche tuinen moesten plaats
maken voor uitgestrekte koolvelden,
en het is een eigenaardig gezicht te
midden van al die ellende de jonge
spruiten te zien uitschieten.
Midden In den strijd.
De „Daily Telegraph" geeft een
levendige beschrijving van den strijd
aan het Engelsche front.
,Nu er zooveel officieren dood
waren," zei een van de jongens van
het* Lancashire-regiment, „moest ieder
voor zichzelf weten wat hem te doen
stond en we deden dat zoo goed we
konden. Wij bereikten zelfs de tweede
en derde linie in dat verwoede gevecht
met de Duitschers, die uit de omge
woelde aarde te voorschijn kwamen,
ons handgranaten toesmeten en zich
niet wilde overgeven. „Nou, als je er
dan om vraagt!" zei een van onze
mannen en hij wierp zich op een
grooten Duitscher, die hij met zijn
bajonet doorboorde.
Het was een bloedig werk voor
jongens, die Diet van nature een
^slachters aard hebben. Maar zij werden
door de woede van het gevecht
meegesleurd en het werd hun lood
voor de oogen.
„Ik weet niet hoe 't kwam", ver
telde een van de mannen mij met
een vreemde, in zichzelf gekeerde
blik in de oogen, terwijl hij zich dat
oogenblik van woeste opwinding
trachtte te herinneren. „Vóór den
aanval was er heeletnaal geen woede
in mij. Ik voelde in het geheel geen
lust tot dit handgemeen. Maar plot
seling bemerkte ik, dat ik als een
duivel aan het vechten was. Mijn
leven of het hunne, was mijn gedachte,
en ik wilde het eerst dooden."
Er vielen dan cok vele dooden
in die streek. Toen een groote afdeel ing
Engelschen daar aangekomen waren
tot op tien meter afstand, staken vele
Duitschors, dié tot op het laatste
oegenblik met bommen hadden ge
worpen de handen omhoog en riepen
„genade 1" tot hen die zij getracht
hadden door hunne bommen in stukken
te laten scheuren.
Het was wel wat laat voor genade,
maar die werd hun toch geschonken.
De gedekte schuillpaatsen werden
afgezocht is het u duidelijk, dat
dit alles ODder een hevig artillerie
vuur geschiedde? - en er werden
daar vele Duitschers gevonden, die
zich verborgen hadden.
Uit een van de schuilplaatsen stak
een Duitsch officier het hoofd en riep
„Ik geef my over en er is hier een
gewonde bij mij." „Goed 1". antwoordde
e(en sergeant van de Yorkshires, „breng
hem naar buiten, maai- geen trucs,
denk er om!"
Er kwamen echter uit dat gat niet
één man, maar een veertigtal in een
lange rjj, die nooit scheen te zullen
ophouden. Allen zeiden„Kameraad
tot den sergeaqt, die steeds ant
woordde„Goeden dagHoeveel zijn
er nog meer?*
Zjj waren hem erg lastig, want hij
wilde vooruit, en dat zaakje kostte
hem te veel tyd. Hij zond de gevan
genen dus met drie licht gewonde
mannen van zijne compagnie* naar
het hoofdkwartier meer kon hij
niet missen en trok toen met zijne
mannen voort naar de derde Duitsche
linie."
Bun sohotiiêl voor kindtron.
Een medewerker van het Engelsche
blad „Cornhill Magazine" dringt er
op aan, dat kinderen, bij wijze van
verstandige en gezonde oorlogsbe
sparing, barrevoets zullen gaan. De
„Manchester Guardian" neemt dat
denkbeeld over en zegt
Als het verstand in zulke dingen
den doorslag gaf, dan zou deze maat
regel spoedig algemeen ingang vin
den. Do besparing aan kousen en
schoenen zou enorm zijn - en schoe
nen maken wel de grootste moeilijk
heid uit, die de armen bij het aan
schaffen van kleeding ondervinden.
Ook de verbetering van den gezond
heidstoestand der kinderen zou zeer
groot zijn, want de vele verkoudhe
den en koortsen, die het gevolg zijn
van het dragen van nat schoeisel en
natte kousen, zouden niet meer voor
komen. Het blootvoets loopen zou de
kinderen geen hinder veroorzaken,
want na een korten tyd aan het weer
blootgesteld te zijn, kunnen de vosten
de bitterste koude en de slechtste
wegen verdragen.
Niemand denkt er aan, medelijden
te hebben met de veto kinderen in
Schotland, die ook thans nog zomer
winter met bloote voeten loopen.
In gevallen, waar armoede dit nood
zakelijk maakte of waar het eene
proefneming gold, zooals in sommige
scholen is geschied, bewijzen de
resultaten den gunstigen invloed op
de gezondheid volkomen en de kin
deren zelf zouden de laatste zijn, die
hunne voeten weer in schoenen
zouden willen wringen. Het zal echter
natuurlijk niet algemeen gedaan
worden. Slechts gebrek aan leder zou
ons ertoe kunnen brengen ons los te
maken van onze toewijding aan de
conventie, dat het vermogen om onze
voeten te bedekken een maatstaf is
voor onze fatsoenlijkheid. In dit op
zicht staan wy nog zeer dicht bij den
ouden Brit, van wien Shaw vertelt,
die Caesar verklaarde dat zijne land-
genooten zoo erg fatsoenlek waren,
omdat zy nooit verzuimden, zich met
blauwe verf in te
BINNENLAND.
H«t beschlstsn van da „Naarlandla".
Omtrent het beschieten van het
Groningsche schip „Neerlandia", kapi
tein Hekman, in de Oostzee, door
Russische duikbooten, is thans bij de
familie te Groningen nader bericht
ontvangen. Aan een brief van de
kapitein ontleent het „Nieuwsbl. v/h.
Noorden" het- volgende
Dinsdag 4 Juli, des namiddags,
zeilden wij met een kleine koelte en
geheel kalme zee niet ver van de
Zweedsche kust. Om ca. 1 uur zageD
wij aan stuurboordzijde onverwachts
een onderzeeboot boven water komen,
welke direct begon te schieten, waarop
wij dadelijk bijdraaiden, zeil minder
den en onze boot overboord zetten,
met 2 man, die met de scbeepspapie
ren naar de duikboot roeiden. Onder
wijl ging het schieten maar steeds
door; één schot kwam in onze dekla
ding terecht, waarbij onze reellng werd
verbrijzeld en een gat in het hout
gemaakt werd van een 60 c.M. diep
en 30 c.M. middellijn.
Toen onze manschappen bij den
onderzeeër kwamen, werden de pa
pieren nagezien en twee matrozen
meegegeven tot een onderzoek van
ons schip. Na afloop daarvan werd
ons gelast, de matrozen- weer op den
onderzeeër te brengen, waaraan wij
voldedendeze menschen waren zeer
onvriendelijk.
De onderzeeër verliet ons daarna
eu wij zetten weer koers, nog meer
naar de Zweedsche kust aanhoudend.
Enkele uren daarna kwam weer
een duikboot in onze nabijheid boven,
deze zette direct de Duitsche oorlogs
vlag op. Onze mannen roeiden ook
dadelijk naar dezen onderzeeër en
boden hun de papieren ter inzage aan.
Dit. werd door den commandant niet
noodig geacht, de gebruikelijke vragen
werden beantwoord en ons werd toe
stemming gegeven om weer naar
ons schip -te gaan, en een goede reis
gewenscht. Hiermede was dit onder
zoek afgeloopen en zetten wij onze
reis weer voort, nog altijd op de
Zweedsche kust aanhoudend. Wij
kwamen door stilte echter niet veel
vooruit.
Woensdag 5 Juli, des morgens on
geveer 7 uur, kwam 'weer zoo'n
monster in onze nabijheid boven
water en begon ons ook dadelijk weer
met zijn kanonnen te bewerken. Wij
stelden dadelijk weer alles in 't werk
als de vorige keeron en zetten onze
boot overboord, om met de scheeps
papieren naar den onderzeeër te gaan.
Onderwijl werd onze mast, geraakt
en verbrijzeld, ook werd alles van
het tuig beschadigd, zoodat wij ons
schip niet meer voort konden be
wegen door eigen kracht. Zelfs toen
de boot een eindje van ons schip
naar den onderzeeër was geroeid,
werd nog tusschen onze boot en ons
schip in het water geschoten.
Op de onderzeeboot stond men te
lachen, waarschijnlijk om onze ver
baasdheid of om het feit, dal ze ons
zoo hulpeloos hadden gemaaktmis
schien hadden ze onze mast als doel
verkozen en verheugden zij zich, dat
hy getroffen was.
Toen de commandant onze scheeps
papieren had gezien en in orde had
bevonden, wezen wij dezen er op,
dat wij nu met ons schip hulpeloos
in zee ronddreven. Hij zeide„Dat
gaat mij niets aan", eu verliet ocs
weer, door onder te duiken.
De eerste en de laatste duikboot
waren Russische, dat was duidelijk
merkbaar aan het schip, de kleeding,
de spraak en aan de manschappen
zelf, maar vlag, naam of noramer
werd niet getoond.
Het was eeb wonder,'dat niemand
van ons geraakt is geworden, ook
niet door het vallend tuig. Allen
zijn wij gelukkig zonder verwonding
gebleven en dit. lag waarlijk niet aan
de goedwilligheid van de manschap
pen der onderzeeërs.
Eenigen tijd nadien zyn wij door
een motorboot opgepikt, welke ons
naar Dalarö heeft gesleept. Daarna
heeft een sleepboot ons naar Stock
holm gebracht, waar ik na aankomst
bij het Nederlandsche consulaat en
gezantschap een verklaring heb afge
legd, welke naar mij gezegd werd,
zou worden opgezonden naar Den
Qenizlng zoeken bij de Somnambule.
In' „Moleschott" is een dokter aan
het woord. Hij geeft zwaar af op de
kwakzalverij en signaleert het onheil
dat ze in de wereld brengen. Intus-
schen redeneert by er bezadigd over;
hü betoogt, noemt gevallen op. Ook
gevallen, die schijnbaar uitermate
verrassend waren en in bedenkelijke
mate rugsteun gaven aan de reputatie
,n een kwakzalver.
We zullen ons nu maar bepalen
tot de geneeswijze van de somnam
bulo, de in haat magnetische slaap
helderziende dame.
De patiënt wordt voor haar ge
bracht; zy manipuleert en prevelt
wat, en zij komt na eenige oogen-
blikken te voorschijn met de diagnose.
Zy zegt: „Uw lever is ziek, en u
moet die en die kruiden hebben, dan
zult gij gezond worden."
Het merkwaardige van het geval
is nu, dat de somnambule het vaak
bfi het rechte eind heeft. Een mijner
chronische hartpatiënten zegt de
dokter was naar een somnambule
Jt, en deze had haar gezegd,
dat baar hart niet goed was.
Dit feit kon ik zelf controleeren,
i^ant ze bad te voren met niemand
gesproken.
En of men nu hoog of laag springt,
zeer nuchter is aangelegd of niet,
feit is het, d,e somnambule bad de
juiste diagnose.
En als ge nu west, dat wij, genees-
heereD, behalve uit algemeene ver
schijnselen, door middel wan stetos
coop en percussie, de hartafwijkingen
kunnen constateeren, en dat de som
nambule noch van pbysiologie, noch
van pathologische anatomie ook maar
het flauwste benul heeft, dan staan
we hier voor een wonder, voor een
m, waarmede elke leek ons
lastig valt.
Het dient dus onder de oogen ge
zien te worden, en men dient zich
daarvan rekening te geven en het
verschijnsel trachten te verklaren.
Nu is het klinisch aantoonen van
afwijkingen in organen soms zeer
lastig, soms zeer eenvoudig. Soms
leest men de diagnose van het ge
zicht. Wanneer iemand by u komt
met ietwat blauwe lippen, en hij
klaagt over enorme kortademigheid,
vertelt u, dat. hij 's avonds water
zuchtige beenen heeft, dan moogtge
voor de zekerheid de stetoscoop op
zijn hart zetten, de diagnose „hart
zwakte" is zonder deze bewerking
reeds zoo klaar als de dag.
Doch dit zijn zeer gemakkelijke
gevallen. Elk medicus zal u eén legio
gevallen vertellen, waarin hij geen
absolute diagnose kan stellen.
De geneeskunde 'is nu eenmaal
geen wiskunstige zekerheid. In som
mige gevallen -geeft pas het nader
ingesteld onderzoek op het lijk van
den bezweken patiënt de lang ge
zochte zekerheid. Na Jang zoeken in
microscopische preparaten, van de
zieke organen gemaakt, komt men
dan tot de conclusie, dat de patiënt
aan deze of die ziekte overleden is.
WU komen dus lang3 zuiver zin-
tuigelyke waarneming tot onze eon
clusies. En dit alles bewerkstelligt
de somnambule zonder zinnelijke
waarneming. Zij zegt u ineens, zonder
onderzoek: „Uw hart is ziek, uw
lever deugt niet".
Hoe is dat te verklaren?
De patiënt, die heil zoekt bij een
somnambule, heeft in den regel reeds
lang gedokterd. Hij is geheel van
zijn kwaal vervuld. De gedachte aan
zijn kwaal houdt hem dag eu nacht
bezig, ligt hem als het ware op zijn
gelaat.
En nu is het een niet te loochenen
feit, dat telepathie (gedachten over
brenging) inderdaad bestaat. Streng
wetenschappelijke Onderzoekers, die
als de dood zoo bang zijn voor boven
zinnelyke werkingen, hebbed dit
moeten toegeven. Het is dus aan te
nemen, dut de sterke gedachte van
den patiënt aan zijn kwaal overge
bracht wordt op de somnambiile. En
zoo weet zij, zonder het nauwkeurig
onderzoek, dat de geneeskundige van
noode had, de kwaal te noemen.
Dat moet dus worden toegegeven.
Maar nog meer van zelf sprekend is
het, dat het noemen van de"'kwaal
nog heel iets anders is dan het ge
nezen er van. In het aangeven van
de geneeswijze door een volkomen
onbevoegde schuilt juist de gevaar
lijke kwakzalverij.
Nu kan de kwakzalver het zeer
gelukkig treffen, want er zijn ook
vele patiënten, die slechts denkbeeldig
ziek zijn. Als zoo iemand met zijn
ingebeelde kwaal bij de somnambule
komt on zy no'emt hem*een kwaal
en ze schrijft hem een onschuldige
geneeswijze voor, dan verzeker ik u,
dat hij geneest. En of ge hem nu al
zegt: „goede vriend, gij had geen
kwaal, gü hebt 't u slechts inge
beeld", htj is vast en zeker over
tuigd, dat de somnambule hem ge
uezen heeft.
En de reputatie van de heider-
ziende slaapster is weer heel wat
procenten omhoog gegaan.
Ondertrouwd
REIJER MEERENS
en
BETSY VAN HARTE.
Helder, i
Zuidatraat 60.
n 18 Juli 1916.
Weteringschans 46, J
Geen ontvangdag.
Amsterdam, t
46, J
Heden overleed na een kort
stondig doch smartelijk lijden, ons
innig geliefd oudste dochtertje
CORNELIA,
^n den jeugdigen leeftijd van 8 jaar.
Helder, 13 Juli 1916.
Binnenhaven 46.
Namens haar diepbedroefde
Ouders, Zusjes en Grootmoeder
H. GRAAFF.
Een toskomst voor Jongel. met 3 jaar
H. B. S. of Einddipl. M. U. L. 0.
Inlichtingen verstrekt
W. J. METS, Zuidatraat 12.
te Helder en Koegras.
Naar aanleiding van een by de Afd.
Helder van de Holl. Mij. van Land
bouw ingekomen schijven van het
Hoofdbestuur wordt opgaaf verzocht
(vóör of op den 28«n van iedere maand)
van slachtrijpe Varkens, minstens
80 K.8. levend gewicht.
Voor opgaaf en nadere inlichtingen
wende men zich tot de Commissie:
H. BAKKER Dz.,
Kanaal weg 186.
J. C. MATERS, Koegras.
Er biedt zich aan een net Meisje
bij burgermenschen voor dag en
nacht, om terstond in dienst te treden.
Franco brieven aan C. van der
LINDEN te Breezand (N.-H.).
Gevraagd een Dienstbode, aan
melden Hoogstraat 86, tusschen 7 en
10 uur 's avonds..
Te huur een fijn gem. Zitkamer,
voor twee zee-officieren, met pension.
Prijs billijk, aparte opgang, nette
stand, direct te betrekken.
Brieven fr. onder No. 36, aan het
Bureau van dit blad.
Te koop aangeboden een goede
SEXTANT met certificaat K. N. I.
Adres":T>UINKER'S Adv. Bureau,
Spoorstraat, i
het voederen van Vee met
Rogge of Roggebrood.
De Commandant in de Stelling van dsn
Helder, belast met de uitoefening van
het Militair gezag, bedoeld in art. 7
der Wet van 23 Mei 1899 (Stbl. No.
128), gezien het Koninklijk besluit
van 8 Sept. 1914 (Stbl. No. 448), waar
bij de gemeente den Helder in staat
van beleg is verklaard, trekt ii» de
politieverordening vastgesteld door
den Plaatselijken Commandaet den
den 7en September 1915.
Herlezen de missive van Burge
meester en Wethouders der Gemeente
Helder, dato 27 Augustus 1915, No.
A.Z.C.,
Gezien de artikelen 22 en 48 van
opgemelde Wet van 23 Mei 1899
(Staatsblad No. 128),
Stelt vast onderstaande verordening;
Artikel 1.
Het is verboden het vee le voede
ren met rogge of roggebrood.
Artikel 2.
Overtreding van het
artikel 1 wordt gestraft mét hechte
nis van ten hoogste een maand of
geldboete van ten hoogste drie hon
derd gulden.
Zijnde deze verordening aan de
GedeputeerdeStaten in afschrift mede-
En is hiervan afkondiging geschied
den 12en Juli 1916.
De Vice-Admiraal,
TEN CATE.
De Commandant van de Stelling
van DEN HELDER,
belast met de uitoefening van het
militair gezag bedoeld in art. 7 der
Wet van 28 Mei 1899 (Staatsblad
No. 128), gezien het Koninklijk besluit
van 8 Sept. 1914 (Staatsblad No. 448)
waarbij de gemeente Helder in staat
van beleg is verklaard, trekt In de
politie verordening vastgesteld door
den Plaatselijken Commandant te den
Helder den 8en December 1916.
Stelt vast de navolgende:
Politie-Verordening
Artikel 1.
Het is verboden een vroemdeling,
tenzij deze voorzien is van eene bij
zondere vergunning tot toegangfen
verblyf binnen de gemeente, als om
schreven in de kennisgeving van den
Commandant der Stelling van DEN
HELDER, d.d. 28 September 1916,
op te nemen, te verbergen of voort
te helpen.
Artikel 2.
Hij, die een vreemdeling opneemt,
verbergt of voorthelpt of aan wien
daartoe het verzoek door een vreemde
ling wordt gedaan, is verplicht daar
van onmiddellijk kennis te geven of
te doen geven aan het Buroel van den
PiaaUelijkan Commandant (PLANTSOEN
STRAAT 7).
HU moet daarbij zooveel mogelijk
opgave doen van het signalement
van den vreemdeling en indien deze
in het bezit is van de in Art.' 1
vermelde vergunning, van de daarin
voorkomende bijzonderheden.
Artikel S.
Overtreding dezer verordening
wordt, ingevolge Art. 48 van boven
genoemde Wet, gestraft met hechtenis
van ten hoogste eene maand of geld
boete van ten hoogste drie honderd
gulden.
Beveelt dat deze zal worden afge
kondigd door aanplakking op de wij:
als hier ter plaatse gebruikelijk is
door opname in de plaatselijke dag
bladen.
Van deze verordening mededeeling
gedaan aan Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland.
Gegeven te Den Helder, 12 Juli 1916.
De Vice Admiraal,
(get.) TEN CATE.
De Vice-Admiraal, Commandant
der Stelling van den Helder
Overwegende dat het vermoeden
bestaat dat in het Stellinggebied
enkelen zich schuldig maken aan
Brengt in herinnering de navol_
de artikelen van het Wetboek van
Strafrecht
Art. 480. Hij die zonder verlof van
het bevoegd gezag eene
opneming doet, eene teeke-
ning of beschrijving maakt
van eenig militair werk,
of die openbaar maakt,
wordt gestraft met hech
tenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van
ten hoogste driehonderd
gulden.
Art. 98. HU die opzette!yk beschei
den, berichten of inlichtin
gen omtrent eenige zaken,
waarvan hU weet dat de
geheimhouding door het
belang van den staat wordt
geboden, hetzU openbaar
maakt, hetzU aan eene
buitenlandsche mogend
heid mededeelt of in han
den speelt, wordt gestraft
met gevangenisstraf van
ten hoogste zes jaren.
Noodigt een ieder, welke omtrent
bovengenoemde ervertreding, respec
tievelijk misdrijf, nadere aanwijzingen
vermeent te kunnen geven, uit, zulks
onverwijld en zonder eenig tUdverlies
ter kennis van de moest nab(jzynde
militaire schildwacht of wacht, miii
tairen commandant of politieambte
naar te brengen en voorts zelf alle
maatregelen te nemen, welke tot de
arrestatie van bedoelde verdachte
personen kunnen leiden.
Op de arrestatie van personen welke
aan overtreding van eeu der boven
genoemde wetsartikelen schuldig wor
den bevonden, wordt door mjj een
premie gesteld van
De Vice-Admiraal voornoemd,
W. NA.UDIN TEN CATE.
Mevr. VAN HOORN, Kerk gracht 41,
vraagt zoo spoedig mogelijk, eene
nette DAGDIENSTBODE, niet
onder de 17 jaar.
Aanmelding des avonds na 7 uur.
Gevraagd een Dagmeisje. Aan te
molden na 8 uur 's avonds.
Adres: Spoorstraat No. 36.
MANUFACTUREN.
Kan geplaatst worden oen WINKEL
JUFFROUW die zelfstandig kan ver-
koopen. Salaris f 5. per week
met verhooging.
Adres: Buroau van dit blad.
Te huur gevraagd door Maehinist
M.R., een Hula of Bovenhuis,
f 20. af 25. - per maand.
Brieven ouder No. 44, Bureau van
dit blad.
Te koop aangeboden
Vier solide Burgerwoonhuizen,
ook afzonderlijk.
AdresBureau van dit blad.
Te koop 7 jonge KIPPEN,
wegens plaatsgebrek.
Adres: 2e Schagendwarsötraat- 12.
De Vice-Admiraal, Commandant der
Stelling van den Helder, het militair
gezag uitoefenende in de gemeenten
den Helder en "Texel;
Gezien de Wet van 23 Mei 1899
(Stbl. No. 128),
Bepaalt:
Artikel 1.
Het verlaten over de rijksgrens van
het in staat van beleg verklaarde
gebied is aan niet militairen (Neder
landers), die voorde verdediging nut
tig werkzaam kunnen zyn en be
hoord hebben of behooren tot de groe
pen, in het tweede lid genoemd, ver
boden, voor zoover daartoe niet dooi
den Minister van Oorlog of door de
in het tweede lid van artikel 2 aan
gewezen autoriteiten vergunning is
verleend.
Deze groepen zUn
bankwerkers;
gereedschapmakers
metaaldraaiers
hoorders
fraisers
slijpers
bediendeq van automatische werk
tuigen
stokers" fabrieken van
machinisten metaalbewerking;
bedrljfslyders in fabrieken vau
metaalbewerking
leiders van een technisch bureau
scheepsbouwkundige- en werktuig
kundige ingenieurs;
ingenieurs in machinefabrieken,
scheepswerven en constructiewerk-
plaatsen
opzichters, voormannen of ploeg
bazen in machinefabrieken, scheeps
werven en constructiewerkplaatsen
kantoorpersoneel in machinefabri*
ken, scheepswerven, constructiewerk
plaatsen, handelsbureaux, technische
bureaux
modelmakers
vormers en gieters;
bedienden van ovens in metaal
gieterijen
machineteekenaars
constructeurs
monteurs
koperslagers
smeden
loopenrichters
instrumentmakers
ernstvuurwerkerB
zadelmakers
rijwielherstellers.
Artikel 2.
Ten einde van den Minister van
Oorlog de in het vorig artikel be
doelde vergunning te verkrUgen zal
by dien Minister een schriftelijk ver
zoek moeten worden ingediend, hou
dende vermelding van den dag, waarop
verzoeker wenscht te vertrekken, van
den weg langs welken hU wil ver
trekken, van het vervoermiddel, waar
van hij wenscht gebruik te maken,
van de* plaatsen in het buitenland,
welke hy wenscht te bezoeken en
van het doel, waartoe hU die plaatsen
wenscht te bezoeken. By dat verzoek
zal moeten, worden overgelegd een
duidelUke, niet verouderde, photo-
graphie van den verzoeker met daarop
gesteld een verklaring van den Burge
meester zUner woonplaats, dat deze
photographie verzoeker weergeeft,
met vermelding van zUn geslachts
naam, voornamen, geslacht, geboorte
datum, beroep of beroepen, welke
door hem in de laatste twee jaar of
zooveel korter als hU in zU'n tegen
woordige woonplaats gevestigd is,
zUn uitgeoefend, woonplaats, en indien
de verzoeker minder dan twee jaar
in zijn tegenwoordige woonplaats ge
vestigd is, zyn vorige woonplaats.
Behalve door denMinister van
Oorlog kunnen de vergunningen ook
worden verleend door de volgende
autoriteiten
le. de PlaatseUjke Commandant te
den Helder voor vertrek uit den
Helder
2e. de Commandant der Troepen
op Texel voor vertrek van Texel.
Artikel 3.
De in artikel 1. bedoelde personen,
die de ryksgxens van het in Staat
van Beleg verklaarde gebied van deze
Stelling wenschen te verlaten, moeten
zich tot het bokomen van eene ver
gunning daartoe aanmelden:
le. voor den Helder aan het Plaats-
bureel, Plantsoenstraat No. 7;
2e. voor Texel ten Bureele van
den Commandant der Troepen op
Texelmet opgaaf van de gegevens,
bedoeld in artikel 2.
Artikel 4.
De afkondiging dezer verordening
zal geschieden door aanplakking dooi
de zorg der gemeentebesturen van
Den Helder en Texel, op do wUze
als ter plaatse gebruikelijk is, eu
door plaatsing in de plaatselUke dag
bladen en in de Nederlandsche Staats
courant.
Gegeven te Den Helder, den 12den
Juli 1916.
De Vice-Admiraal voornoemd,
(get.) TEN CATE.
Een sterke WERKJONGEN
gevraagd, niet beneden de 16 jaar.
AdresJan in 't Veltstraat No. 107,
Ij Jb. VAN ZOONEN.
SCHILDERSJONGEN gevraagd,
die in het vak wenscht opgeleid te
worden.
Adres: Firma JOH. HUBBELING,
Oostalootstraat 69.
BIJVERDIENSTE.
Gevraagd tegen flinke provisie
solide Personen, voor den verkoop
van wettig aangelegen Unie-Prgmle-
Obligatitfn met dezelfde winstkans eu
betalingsconditien als. Va» briefjes
Staatsloterij.
Inlichtingen: Hoogstraat 77.