Advertentiën
Advertentiën.
EVAHEELISATIE_PALMSTBAAT.
Hotariëele Staatsexamen».
Naaisters.
nog wat overgeslagen, dat ook in 't
advieB staat, nl. dat de buizenleiding
geregeld moet worden afgespuid. En
dit behoort niet direct tot het fitters-
bedrijf, doch vereischt eene zekere
accuratesse, waarom de betrekking
van deDggen die het doen moet gelijk
staat aan die van meester. De spr.
betoogt, dat het hier betreft een zelf
atandigen werkkriDg, die niet alleen
dient om fitters te controlecren.
De heer M i c h e 1 s repliceert. Gas-
meesterB kruipen toch niet in den
grond om de buizen na te zien. En
als nu pas ontdekt wordt, dat de
leiding moet worden nagezien, is dat
toch mede de schuld van den man,
die daarvoor zorgen moest. Er blijft
iets tegenstrijdigs in dit voorstel.
De heer Biersteker zegt, dat
aan de gasfabriek een opzichter van
de distributie is, die is aangewezen voor
de verdeeling van werkzaamheden
der fitters. Overigens ia dit voorstel
niet zoo dwaas. Er zijn toch altijd
drie fitters geweest.
De heer Spruit merkt op, dat
van den kant van B. en W. het woord
.verwaarloosd" is gebruikt. Is er
sprake van verwaarloozing of niet?
Zoo ja, is de wethouder, die de direc
tie heeft waargenomen, daar dan
niet de verantwoordelijke man voor
Spr. protesteert tegen eene interruptie
van den heer Biersteker, die tegen
den heer de Ven roept: „Zeg maar
Ja 1"
Het^voorstel wordt aangenomen.
Tegen stemmen de heeren Mlchels,
De Zwart en Spruit.
De heer Biersteker vraagt
het woord voor een
Persoonlijk fait
Spr. heeft tegen de heer De Ven
gezegd: „Zeg maar ja", omdat het
absurd is, dat een lid van den Raad
aan een Wethouder, die tijdelijk de
leiding van een bedrijf heeft waar
genomen, vraagt, of het zlju
schuld is, dat er verwaarloozing
bestaat.
De Voorzitter herstelt te
dezer plaatse een verzuim, dat vroe
ger helaas is gepleegd, hij zegt nl.
den wethouder De Ven dank voor de
belangeloosheid, waarmede hij
steeds het directeurschap van de
waterleiding heeft waargenomen,
De heer Spruit protesteert er
tegen, dat de heer Biersteker van
een .persoonlijk feit" spreekt. Als
de heer De Ven dat nu gedaan had,
was het wat anders. Spr. bedoeling
is niet geweest den wethouder iets
in zijn schoenen te schuiven. H|j
heeft alleen gevraagd: Is hier ver
waarlooBd?
Het incident Is hiermede gesloten.
Verstrakking van klndervoadlng
an (of) klsadlng.
Door de heeren Michels en De Zwart
ia dd. 8 Juni een motie ingediend bij
den Raad, strekkende een principieel©
uitspraak te verkrijgen over dit onder
werp.
Burgemeester en Wethouders ver
klaren zich bereid de opdracht te
aanvaarden oin een onderzoek in te
stellen naar de vraag of in deze ge
meente aan schóolvoèdiDg en (of)
kleeding behoefte bestaat.
De heer Adriaanse vraagt aan
den Voorzitter of er bezwaar bestaat
thans over het principe der school
voeding en -kleeding te spreken. Z.t,
heeft een principieel debat thans meer
reden van beRtaan dan zooêven bij
het voorstel iDzake de gasfabriek.
Te meer, waar de indieners ze"
prlncipieele uitspraak bedoelen.
De heer Van Neck heeft de motie
niet aldus opgevat. Men kan toch
niet principieel iets uitmaken vóór
men behoorlijk op de hoogte is van
voor of tegen eener zaak.
De heer De Ven is het daar niet
mee eens. Als de Raad principieel
uitspraak doet in ongunstigen zin,
is oen onderzoek nietnoodig. En zoo
ja, dan kan later worden bepaald in
welke mate school voeding en -kleeding
zal worden gegeven.
Ook de heer De Geus had niet
eene principieels uitspraak verwacht.
Als men thans zijne meening vastlegt,
zal dit beïnvloeden de vraag of men
de zaak noodig acht of niet. Spr.
heeft de mode opgevat als bedoelende
oen *voorlpoplg onderzoek, doch heeft
persoonlijk geen bezwaar zijn meening
uit te spreken.
De heer Adriaanse repliceert.
Daarna de heer Biersteker, die
eveneens meende, dat B. en W.slecbtB
werden uitgenoodigd tot het instellen
van een onderzoek. Maar als eerst
principieel deze zaak wordt uitge
maakt, weten B. en W. waaraan zij
zich te houden hebbon.
Spr. is voor schoolvoeding en
achoolkleeding. Gronden behoeft hij
daarvoor niet op te geven, daar deze
zaak in de ljjn der vrijzinnige begin
selen ligt.
De heer Adriaanse merkt op,
dat men niet kan zeggen by deze
vraagik ben er voor of er tegen.
AIb kinderen wegens gebrek aan voe
ding of kleeding de school niet kunnen
bezoeken, is er armoede in het gezin,
en moet het Burgerlijk Armbestuur
helpen. Spr. leest voor wat in art. 85
der leerplichtwet hieromtrent staat.
Door achoolvoedlng wordt het school
kind losgemaakt van het gezin, want
andere kinderen, die niet schoolgaan,
worden niet geholpen. Niet het kind,
maar het gezin moet geholpen wor
den. En nu schakelt men de ouders
uit, die de natuurlijke, van God
aangewezen verzorgers zijn. De over
heid plaatst er zich tuaschen, en
kweekt een geslacht, dat steunt op
haar hulp, dat zich niet schaamt be-
deeliDg te ontvangen. Dit een en ander
kweekt demoralisatie. Spr. meent, dat
de a.-r. een zuiver standpunt innemen
en trachten de scheidiDg te voor
komen, die de sociaal democraten
voorstaan.
De heer De Zwart vraagt of de
heer Adriaanse zijn eigen opinie weer
gaf dan wel het kerkelijke standpunt.
Spr. kreeg den indruk, dat de heer
Adriaanse namens de kerkelijke par
tijen sprak. En alB hij dan, met breed
gebaar, alle hulp van overheidswege
van de hand wijst, dan plaatst h(j
zich op een standpunt, dat niet alle
kerkelijke partijen innemen. Zelfs
was, in dezeD zelfden Raad, de heer
Adriaanse ook niet zoo bang voor
overheidszorg, toen hij, nog kort ge
leden, huizen wilde doen bouwen van
gemeentewege, hoewel dat natuurlijk
even demoraliseerend werkt als het
verstrekken van voedsel enz. Men
moet een principe consquent door
voeren. Toen de zaak indertijd in de
Kamer besproken werd, waren er
twee voorstellen. De vrijzinnigen
wilden de gemeenten de bevoegdheid
geven tot het verstrekken van BChool-
voeding, de sociaaldemocraten wilden
dit gebiedend aan de gemeenten voor
schrijven. Men zou nu hebben mogen
verwachten, dat er principieel verzet
zou zijn gekomen van kerkelijke z(jde.
Het tegendeel was bet geval; dr.
Schaepman wilde in die voorziening
ook de kinderen der bizondere scholen
doen deelen. En het teekenendst was,
dat de linksche partijen deze bizon
dere scholen hadden uitgeschakeld,
denkend, dat rechts er principieel
tegen was, terwijl nü juist van
rechtsche zijde het verzoek kwam om
ze er in te doen deelen 1 Hieruit
blijkt, dat de kerkelijke partijen
verdeeld zijn. Ook hier in dezen Raad
is een kerkelijk lid, dat zich prin
cipieel vóór de zaak heeft uitgespro
ken. Het is dus onjuist te zeggen,
dat de kerkelijken er tegen zijn.
De heer Adriaanse spreekt over
demoralisatie. Men had nu natuurlijk
aan de hand van de historie moeten
kunnen bewijzen, dat sinds 1901,
toen de leerplichtwet in werking
trad, de tegenstanders in het gelijk
zouden zijn gesteld, en de kerkelijken
bedeeling hadden afgewezen en
hadden gezorgd zich langs anderen
weg schadeloos te stellen. Spr. leest
uit rapporten voor, dat integendeel
40 van de kinderen, die gebruik
maken van de schoolvoeding, leer
lingen waren der bizondere scholen.
Het geheele principieele betoog van
den heer Adriaanse is daarmede zoek
en in de praktijk niet terug te vinden.
De heer Adriaanse deelt mede,
dat zijne uitspraak een persoonlijke
meening is. De heer De Zwart heeft
spr. In zijne beschouwingen ontegen
zeggelijk voor moeielijkheden ge
plaatst, daar niet alles zoo maar kan
worden weerlegd. Maar de kern van
spr. betoog, nl. dat het eene kind
gevoed wordt en het andere niet, dat
het gezin uiteen gescheurd wordt, is
door den heer Do Zwart onaangetast
gelaten. Dat zooveel kinderen van
christeiyken huize gebruik maken
van deze bedeeling, bewijst alleen,
dat onder de christelijken veel kleine
luyden zijn.
De heer Michels: Maar waar
blijft dan het principe?
De heer Adriaanse repliceert,
met citaten uit Rotterdamsche ge
meenteraadsverslagen. Vele ouders,
aldus zeide bet College te Rotterdam,
beschouwen die bedeeling als een recht
en verslappen daardoor in de zorg
om hun kinderen te voeden.
De heer Biersteker constateert
dat het ine» leei plichtwet neergelegde
beginsel vau schoolvoeding met zoo
kwaad was, nu de zegenrijke gevolgen
blijken. Eu dat dit indertijd' ia aan
genomen met tegenstemmen van de
sociaal democraten
De heer Michels: Ook zeggen,
waarom die tegenstemden 1
De heer Biersteker: Omdat
zij het mindere niet wilden, waar zij
het meerdere niet konden krijgen.
(Geroep van de soc.-dem. Onjuist!)
Spr. verheugt er zich over, dat er
onder de sociaal democraten zooveel
voorstanders zijn, en ook, dat het met
zoo erg koek en el is tusBchen de
sociaal democraten en de kerkelijken
als men den laatsten tijd wel denken
zou. Hier komt het groote principieele
verschil voor den dag en blijkt, dat
uit de evolutie der dingen meer ver
wantschap bestaat tusschen de vrij
zinnigen en de sociaaldemocraten.
De heer De Zwart toonde zooeven
aan, dat verschillende maonen van
rechts anders denken over deze zaak
dan hun medebroeders. En dat zijn
juiBt zij, die het dichtst bij den Groeten
Leider staan. Hua beginsel is, dat
men de van God gegeven verzorgers
uitschakelt. Maar de overheid wordt
door de rechterzijde juist beschouwd
ook van God gegeven te zijn, wier
plicht het dus, als God's dienaresse
is, in de plaats van de ouders op tn
treden. Ook in de kinderwetten is
dit beginsel tot uitspraak gebracht.
De heer Adriaaüse zegt ver
der; Men kweekt een geslacht, dat
op steun der overheid rekent. Als
gesproken wordt: wij strijden voor
de eenheid van het gezin, wie heeft
dan het recht integrijpen als er ver
keerde toestanden in dat gezin beer-
schen Dat is het gevaarlijke, men
komt daarmede op het kerkelijk stand
punt het is de kerk, die in behoefte
van dat gezin moet voorzieD. Zeer
zeker wordt door de kerkelijke lief
dadigheid veel goeds gedaan, maar
spr. meent, dat het meer geschiedt
uit het beginsel om de kudde te hand
haven dan wel om het gezin in Btand
te houden. Het gaat hier minder om
het vastomlijnde beginsel dan wel om
de kwestie hebben en houden. Het
is de overheid, die dan heet integrijpen,
wanneer de toestand van het gezin
zulks noodig maakt.
Spr. is vóór schoolvoeding, omdat
bet onderwijs zoo goed mogelijk moet
zljD, en voor geen enkel kind een
beletsel mag wezen. Trouwens, in
deze gemeente wordt ook al, zij het
eenigszins anders, aan achoolkleeding
gedaan door het verschaffen van
klompen.
De heer Bok zegt, dat het wel
niet vaak voorgekomen zal zijn, dat
partijen zoo Bcherp tegenover elkan
der stonden als thans het geval
Als de leerplichtwet eischt, dat kin
deren ter schole moeten gaan, en ze
zjjn onvoldoende gekleed, dan ligt
het in de lijn der overheid voor
kleeding, etc. te zorgen. In andere
steden zien we er de zegenrijke
resultaten van. Het is een genot om
een goed gevoed, goed gekleed kind
les te mogen geven. Schoolvoeding
en -kleeding zal schoolbezoek bevor
deren. Natuurlijk zal elk geval onder
zocht worden, en de vrees van den
heer Adriaanse, dat bet eene kind
achterstaat bij het andere, zal niet
bewaarheid worden, daar het eenig
gevolg zal zijn, dat ook dat andere
kind gevoed en gekleed zal worden.
De heer Baak zal aan de band
van de praktijk vóórstemmen. Waar
al een begin gemaakt is met klompen
voorziening, daar is het niets erg om
ook verder te gaan. Men moet de
stakkeis zien, die des winterB eten
van boord der schepen halen, om
tenminste niet met een leege maag
naar school te gaan.
De heer De Zwart begrijpt niet,
dat de heeren Biersteker en Bok, die
blijkens de discussies zulke warme
voorstanders zijn van schoolvoeding
en -kleeding, nooit eens met een
voorstel zijn gekomen. Wat het samen
gaan met de rechtsche partijen be
treft, - wij hebben by sommige
voorstellen den steun der rechterzijde
ontvangen, maar wij zorgden steeds,
waar wij voor het beginsel streden,
dnszelf te blijven en dwongen dan
steeds de anderen in onze richting
te gaan. De redeD, dat de Bociaal
democraten indertijd tegen de leer
plichtwet stemden, was, omdat de
praktijk leerde, dat te veel gemeenten
er niet aan deden. De heer Adriaanse
staat op het individueels standpunt,
dat de ouders onderwijs aan de kin
deren moeten gevenwy daarentegen
staan op het standpunt, dat de ge
meenschap daarvoor zorgen moet.
Spr. noemt een geval, waaruit bleek,
dat de beginselen van den heer
Adrikanse in gedrang kwamen in de
praktijk. Het blijkt, nl., dat te Rot
terdam de kinderen der bizondere
scholen evenzeer gebruikmaken van
eene vereeniging, die door de ge
meente gesubsidieerd wordt. Als men
bang is, dat het eene kind gevoed
wordt ten koste van het andere, is
dat in de eerste plaats een aanklacht
tegen de maatschappij, maar het gaat
□iet aan om te zeggen: ais ik het
eene niet kan helpeD, help ik het
andere ook Diet. Dit is een verkeerde
toepassing van het christelijk be
ginsel.
De heer Adriaanse tripliceert.
Na bekomen verlof van de vergade
ring wordt hem nogmaals het woord
verleend. Spr. constateert, dat de
rechtsche partijen het gezinsverband
niet prijs willen geveD, en dat tus
schen sociaal-democraten en antirevo
lutionairen niet de minste verwant
schap bestaat.
De heer Biersteker heeft dit
ook niet gezegd. Spr. wilde alleeD
aantoonen, dat de partijen der min
derheid elkander hebben gevonden,
niet dat er eenig compromis bestond.
Wat betreft eerie evolutie van denk
beelden, het blijkt hoe laDger hoe
meer; dat de sociaal democraten wat
revisioniptischer worden/ Misschien
worden nu de vrijzinnig democraten
wat socialistischer en kan men eikaar
zoo op verschillende wegen ontmoe
ten.
De discussies worden gesloten. Bij
mondelinge stemming wordt aan
B. en W. opgedragen het in de motie
bedoeld onderzoek te doen instellen.
De he8ren Adriaanse, 8pruit en Van
Breda stemmen tegen.
Uitbrsldlng Bsm.-iecretarla.
Voorstel van B. en W. om de
tegenwoordige bodewoning te trekken
by de Gein.-secretarie. (Zie „Held.
Crt." 18 Juli).
Van den heer Over de Linden
is nog ingekomen het volgende voor
stel
Geheel onverwacht wordt door het
college van B. en W. in behandeling
gebracht de bewering, dat de aan
zienlijke uitbreiding, die, korten t(jd
geleden, werd aangebracht aan de
lokaliteiten van het raadhuis, en
waarvoor een betrekkelijk aanzienlijk
geldelijk bedrag werd ten koste ge
légd, nog niet genoegzaam Is te
achten om te voldoen aan alle eischen,
die men ten dien opzichte zou willen
bevredigen. De noodzakelijkheid daar
van is evenwel niet aangetoond en
wordt zeer betwijfeld door hen, die
tot oordeelen bevoegd, deze aange
legenheid hebben overwogen.
Het denkbeeld om den gemeente
bode de woning naast het raadhuis
te ontnemen, en die woning door
verbouwing aan te wenden tot meer
dere uitbreiding van het aantal loka
liteiten der secretarie, is stellig te
ontraden, opdat men gevrijwaard
blJtjve van de nadeelen die daaruit
zouden voortvloeien.
Als de bode de tegenwoordige
woning behoudt, is het raadhuis
steeds onder gewenschte bewaking;
is, bij gevaar van brand, of kwaad
willigheid ten opzichte van het
gemeentehuis, terstond een bekende
en vertrouwde aanwezig om onver
wijld te kunnen handelen op doel
treffende wyzedoor de telefonische
aansluiting is het mogelijk ten allen
tijde den bode op te bellen als dienst
aangelegenheden dit vorderen, b. v.
als eenig ambtenaar nd kantoortijd
toegang noodig heeft om spoed
eischende ambtsbezigheden te kunnen
voortzetten. Van véél waarde moet
geacht worden, dat de bode, in het
gure jaargetij, vooral 's winters,
's morgens vroeg uit z'n woning,
biDnen door, in de onderscheidene
lokalen van het raadhuis de kachels
kan aanleggen en stoken, en h(j voor
de vele commissie vergaderingen, die
veelal 's avonds plaats hebben, in
het raadhuis kan blijven, en bovenal,
dat de noodzakelijkheid vervalt om
eene woniDg buiten het raadhuis
voor hem te doen bouwen of te
huren.
Het argument van brandgevaar
voor het archief is zeer weinig klem
mend. Het raadhuis werd gebouwd
in het jaar 1838, is alzoo 78 jaar
oud en in gebruik. Gedurende al dien
tijd Is men niet bevreesd geweest
voor buitengewoon brandgevaar,
kraaraan het archief zou blootstaan
want de achoorsteenen van het raad-
huls zijn soliede gebouwd; belendin
gen levereD geen gevaar; alleen zou
de bliksem kunnen inslaan, maar
dat kan plaats hebben in elk ander
gebouw waar h£t archief berging
zou moeten vinden. Bovendien als
de noodzakelijkheid mocht ontstaan
het archief te verwijderen van de
zoldering van het raadhuis, dan zou
aan het achtereinde va-i den tuin
der bodewoning een afzonderlijk
archief-gebouwtje geplaatst kunnen
worden, met blinde muren aan de
dijkzijde en met lichtramen aan de
zuidzijde.
De weDsch naar een nieuw raad
huis voor Helder is sterk verminderd
nadat uitbreiding laatstelijk heeft
plaats gehad van het tegenwoordige
raadhuis. De Commissaris des Konings
Schorer, tijdens diens bezoek aan deze
gemeente, roemde het raadhuis als
een vriendelijk, met zorg onderhou
den gebouw, dat uitmuntend verlicht
en goed Ingericht is voor verblijf en
verkeer van het ambtelijk personeel
en het publiek.
De gemeente Helder Is tamelijk
belaDgryk door haar aantal inwonerB,
maar onder die inwoners zijn slechts
weinig kapitaal krachtigen, zoodat de
gemeente zich dient te onthouden
van weelde uitgaven indien men de
inwoners wenscht te vrijwaren tegen
belastingheffing boven draagkracht.
VoreDgemelde redenen geven onder-
geteekende aanleiding zijne mede
raadsleden voor te stellen, om te
besluiten
le. de gemeente-bode in het genot
te laten van de bestaande woning
□aast bet raadhuis, en
2e. om plannen tot het bouwen
van een nieuw raadhuis, of tot ver
dere wijzigingen van de lokalen in
het bestaande raadhuis te laten rus
ten tot de gemeente kas door meer
dere winsten en mindere verliezen
dan in den laatsten tijd voorkwamen,
buitengewone uitgaven kan gedoogen.
De heer Biersteker kan niet
meegaan met het voorstel van B. en W.
Hoewel niet met alle gronden, die de
heer Over de Linden aanvoert, kan spr.
zich toch in hoofdzaak met diens be
toog vereenigen. Gawenscht is, dat
ar -steeds een bode in het gebouw
aanwezig is, in de eerste plaats wel
voor de bewaking. Maar ook zou men
op de manier als B. en W. voorstel
len, een slaaf maken van den bode.
Minstens drie avonden per week
heeft men commissie-vergaderingen,
waar de bode aanwezig moet zijn
en wat zou er op die manier van
zijn huiselijk leven terechtkomen?
Bovendien hebben we pas een ver
bouwing gehad, en is deze vrijwel
overbodig.
De Voorzitter zegt, dat vóór
de eerstvolgende volkstelling de be
volkingregisters dienen te worden
vernieuwd en ingericht moeten wor
den volgens een moderner (kaart)
systeem. Daarvoor moeten kasten
worden gebouwd, en ruimte beschik
baar gesteld, en die ontbreekt. Ook
de wachtkamer voor het publiek is
onvoldoende, enz.
De heer Adriaanse vindt het
lapwerk. Is er niet aan gedacht door
achteruitbouw de uitbreiding te zoe
ken?
De Voorzitter zegt, dat ook
rekening moet worden gehouden met
den toestand der kas. Het bezwaar,
dat de bode niet in het Raadhuis
wooDt, acht spr. gering.
Hierover ontstaat eenige discussie
tusschen den Voorzitter en verschil
lende hoeren. De heer De Zwart
doet tenslotte een poging tot .samen
werking" in den geest als de heer
Biersteker zooeven bedoelde. Spr. Is
het eens met B. en W., dat er ruimte
moet komen. Omgekeerd voelt Bpr.
voor het argument-Biersteker om den
bode in het Raadhuis te laten wonen.
De Voorzitter zegt, dat de regeling,
zooals die wordt voorgesteld door B.
en W., geene onkosten medebrengt.
Maar de Voorz. vergeet, dat de bode
dan toch vergoediDg van huishuur
moet hebben. En voor de kosten is
toch wel een gebouw in den tuin te
krijgen, waar eeD en ander onder kan
worden gebracht.' In andere gemeen
ten zijn verschillende takken van
dienst wel elders gevestigd als er
ruimte ontbreekt in het stadhuis
zelve, 't Is geen ideale toestand, maar
't zou eene oplossing zjjn.
De heer Michels becijfert een
verbouwingssom van f 6000.— de
rente van deze som, f4. zal men
toch minstens aan den bode moeten
uitkeeren voor vrije woning.
Tenslotte wordt het vooratel-B. en
W. verworpen. Vóór de wethouders
en de heer Krijnen. Nadere voorstellen
hieromtrent zullen worden gedaaD.
Btmaante-Rakanlng 1915.
Aanbieding der Gemeente-Rekening,
dienst 1916, met bijlagen.
Benoemingen.
Ter benoeming wordt voorgedragen
voor gemeeritebodeH. J. de Ruiter,
secretariebed iende.
(Zie Held. Crt. 18 Juli).
Bij acclamatie wordt de voorge
dragen titularis benoemd.
Ter benoeming voor adjunct-direc
teur der Gasfabriek en Waterleiding
worden voorgedragen
1. G. Wieberdlnk, directeur der Ge
meentebedrijven te Goor.
2. E. Th. Leemans, scheikundig-in
genieur, assistent aan den Ge
meentelijken Keuringsdienst van
voedingsmiddelen te Rotterdam.
S. C. J. Snijders Jr., scheikundig
ingenieur te 's Gravenhage.
De Voorzitter leest eenschrij
ven voor van den heer Wieberdink,
die wegens eene benoeming elders,
zijne sollicitatie intrekt. Ook de heer
Snijders is elders benoemd.
De heer Adriaanse vraagt
waarom de heer Snijders no. 8 ge
plaatst is, waar men in hem toch da
rechte man op de rechte plaats zag.
De heer de Geus antwoordt,dat
het College op deze zaak niet kan
ingaan. Maar dit kan spr. wel zeggen,
dat hij no. 3 werd geplaatst in ver
band met de vorige terugzending van
de voordracht naar aanleiding Tan
het medisch advies betreffende dezen
sollicitant.
De heer de Ven wil liever thans
tot benoeming overgaan. We loopen
de kans, als de heer Leemans deze
discussies leest, dat die zich óók terug
trekt, en houden zoodoende geen ge
schikten candldaat over.
De heer G r u n w a 1 dMaar we
kunnen toch niet uit één persoon
benoemen
De Voorzitter zet uiteen hoe
de zaak zich heeft toegedragen. Ik
voor mij zou feestelijk bedanken thans
weer voor de derde maai op een
voordracht te mogen prijken.
De heer de Geus: Maar men
weet toch, dat de Raad Diet anders
kon doen. Dit, wat er nu is, ia toch
geene voordracht meer.
Op verzoek van heer Bierste
ker gaat de Raad in comité-zitting.
Na heropening dealt de Voor
zitter mede, dat eene nieuwe op
roeping voor adjunct-directeur zal
geschieden.
Men is nu genaderd aan de r o n d-
vraag. De beer Michels vraagt
of aan gepensioneerden van de ge
meente niet wat spoediger hun pen-
Bioen kan worden uit betaald? Er
zijn er die al 9 maanden wachten.
Waar leven die oude stumpers al dien
tijd van Ten tweede vraagt spr. of
nog niet voorzien wordt in de rio-
leering in de Go versstraat, zooals
indertijd is beloofd. De toestand schijnt
daar erger te worden. Ten derde
vraagt spr. wat er waar is van het
gerucht, als zou binnenkort de school
Parallelweg weder door militairen in
gebruik worden genomen?
De Voorzitter zegt, dat het
hier slechts betreft eene vraag van
den Staf om bij eventueele nood
zakelijkheid de scholen in deze ge
meente niet de Parallelwegschool
- te kunnen gebruiken. Wat de
pensioenen betreft, het duurt altijd
eenige maanden voor dat in orde iB.
Aan hen, die dit gevraagd hebben,
is een voorschot gegeven. Maar dit
heeft ook weer bezwaren.
De heer Grunwald vraagt in
lichtingen omtrent de electriclteits-
voorziening, de heer Biersteker
over de beschikbaarstelling van tuin
tjes voor de bevolking, de heer
Spruit over de berekening van
het water over meters, omtrent al
welke vragen de Voorzitter een
bevredigend antwoord geeft.
De heer Spruit vraagt of de
heer Krijnen, die ook hedenavond
aanwezig is, het recht heeft de ver
gaderingen te blijven bezoeken. De
Burgemeester zegt,datzoolaDg
de zaak hangende is, den heer Krijnen
niet verboden kan worden de zittingen
bij te wonen.
Hierna gaat de Raad opnieuw in
comité ter behandeling van eenige
reclames inzake plaats, dir. belas
tingen.
Raadsoverzioht.
De heer De Zwart glunderde, hij
zat knipoogjes te geven naar de tri
bune. Tegenover hem, als mede
joDgsto raadslid straks mogen
beide heeren een stoel opschuiven
zat, in ernstig en zwaarmoedig ge
peins, de heer Michels. De heer Bier
steker, wiens eenig bezit voor dezen
avond bestond uit een eindje potlood
en een stukje papier, hield zich daar
mede zoet. De andere heeren zaten
in min of meer schilderachtige hou
dingen gegroepeerd om de groene
tafelde heer Bok memoriseerde zijn
speech voor straks, als hij den heer
Adriaanse te lijf wilde. Dit geachte
lid van de rechterzijde zat, van geen
kwaad bewust, de opperste anti-re
volutionaire wijsheid te verkondigen,
betoogde dat een kind, wiens ouders
geen eten en geen kleeding ervoor
hebben, nochtans door die ouders
gekleed en gevoed behoort te worden,
Waar de vrijzinnigen en de sociaal
democraten in dezen eenB van zin
waren de heer Biersteker gnuifde
om de verbroedering, die bleek te
groeien langs den weg der evolutie
en zoo'n arm Btakkerdje gauw
wat warm eten wilden toestoppen
en het een jasje of jurkje om het
vermagerde ly(je hingen, daar begon
de heer Adriaanse met zich rustig
op een stoel neer te zetten, een
sigaar op te steken en het geval
te bespreken. Kijk eens, zei de heer
Adriaanse, zouden we er wel goed
aan doen? we rukken het gezin uit
elkander ais we dat kind een boter
ham geven.
Daar werd aan de deur der raad
zaal getikt. Het kindje ln kwestie
stond in levenden lijve voor ons en
riep, met klagelijke stem uit: - och
heeren van de gemeente, geef me
alsjeblieft wat te eten 1
Wacht eens even, zei de heer
Adriaanse, toen de heeren allen in
d'r zak tastten. Waarom doet je
moeder het niet, kind? Die is aange
wezen als je opvoedBter.
Me moeder die zeit, ze heb niks te
vreten voor me, meheertje, ant
woordde het kinderstemmetje. Och
gottegot, meheer, ik ben zoo koud,
Kijk eens, wat ik aan heb. En het
arme kind toonde haar voddige kleer
tjes, aan alle kanton gescheurd.
Geeft dat kind toch wat, riep de
heer Biersteker.
Maar de heer Adriaanse gaf het
zoo gauw niet op. Hoor eens, je moet
naar het Armbestuur. Dat moet jou
eten geven, niet wy. 't Zou wat moois
wezen als de gemeente daar voor zor
gen moest Apropos, heb je nog
broertjes?
Ja, meheer, antwoordde het kleine
schooiertje, vijf broertjes en zes zusjes.
Hoeveel gaan er van op school?
was weer de vraag.
Twee broertjes en drie van me
zussiea, antwoordde het kind.
Biyven over drie broertjes en drie
zusjeB, die dan tekort zouden komen
ter wille van. jou.
Hoe dat zoo, meheer?
Als we jelui, schoolgaande kinderen,
kleeding en schoeisel geven, en je
broertjeB en zusjes krygen niets, dan
doen we die te kort. Dan kweeken
we ontevredenheid, oneenigheid in je
gezin, we demoraliseeren jelui.
Terwijl de heer Adriaanse zoo het
kind aan het verstand trachtte te
brengen, dat het zeer nadeelig zou
zyn een boterham van gemeentewege,
eventueel een gemeentelijke broek
cadeau te krygen, waren de heeren
De Zwart en Biersteker opgestaan.
Stilletjes waren ze naar beneden ge
slopen en kwamen, bij deze laatste
woorden van den heer Adriaanse,
stralend van genoegen binnen. De
heer De Zwart torstte een reuzen-
^oek, zoo groot, dat-ie er haast onder
bezweek. De heer Biersteker had
biykbaar een uitdragerswinkel ge
plunderd, althans hy was bepakt en
bezakt met kleedingstukken.
Hier arme, gedemoraliseerde drom
mel, pak aan. Je kry*t het wel van
ons, hoor, maak je maar niet, onge
rust. Die meneer daar meent het zoo
kwaad Diet, hy bekijkt het alleen
maar een beetje verkeerd.
Stralend van geluk ging het kind
weg. Eenzaam en verlaten bleef de
heer Adriaanse zitteD. Slechts de hee
ren Spruit en Van Breda vielen hem
by....
Alzoo was, in den Raad van Don
derdag, het principieele debat over
kindervoeding en -kleeding. Jammer,
dat de heer Adriaanse, die anders
altijd zoo verstandig is en werkelijk
sympathieke dingen zegt en doet, hier
zoo afdwaalde. Jammer, jammer
De Voorzitter had al eens gezegd
laten we nou toch uitscheiden, toen
eenmaal de sluizen der welsprekend
heid openstonden, stevenden met volle
zeilen de zwaarbeladen schepen der
rhetorica er in. Ja, ja, zei de heer
Adriaanse, die meneer Zwart maakt
het my moeiiyk. Ik kan hem niet
weerleggen zooals lk zou willen.
Wat zullen wy nog meer vertel
len? Er was een vraag van den
heer Adriaanse of B. en W. wilden
medewerken een onderzoek ln te
stellen naar woningbouw op het
beltterrein, en de Voorzitter beloofde
dat, er was een debat eveneens
prinolpleel over de aanstelling
van een baas fitter der waterleiding,
er was zelfs een „persooniyk feit."
Maar dit alles zonk in het niet by
het principieele, merkwaardige en
uiterst belangwekkende debatof een
schoolkind recht heeft op een ge
meenteiyke boterham of niet. En de
ooiyke, glunderende heer De Zwart,
die dit heele zaakje heeft aan 't rol
len gemaakt, genoot ervan, toen de
heer Biersteker sprak over verbroe
dering tu9schen sociaaldemocraten en
vryzinnigeD, op een wyze alsof er,
horrlbile dictu, ooit van vyandschap
sprake was geweest 1
Er was een voorstel van B. en W.
tot uitbreiding van het gemeente
huis door er de thans te ontruimen
bode woning aan te trekken. Men
heeft die ruimte noodig, voornamelijk
voor de nieuw ln te richten bevol
kingsregisters straks, by de tien-
jaariyksche volkstelling. Maar una
niem waB de Raad van meening dat
het niet aanging den bode buitens
huis te doen wonen, en de heer
Over de Linden had dit uitvoerig op
het papier gezet. Liever wilde men
dan, in afwachting van een nieuw
raadhuis, een tydeiyk hulpgebouwtje
zetten ln den tuin. En zoo ging dit
plan den kelder in en krygen ween
nieuw en beter.
Tenslotte was daar een benoeming.
Juister is te zeggen, dat de benoe
ming er niet was. Van de drie sollici
tanten, die op de voordracht waren
geplaatst, hadden twee zich terugge
trokken. Bleef over eeD, en dat was
nu toch geen voordracht meer. En
nu waarschuwde de heer De Ven wel,
dat men, als men nu den eenig
overgebleven sollicitant niet koos, de
kans liep, dat deze, niet voor de
derde maal op eene voordracht wil
lende pryken, zich ook terugtrok en
de Raad alzoo om het plastisch uit-
tedrukken, niets anders dan de af
geroomde melk. overhield, maar
omgekeerd had de heer De Geus zeen
zeker geiyk, toen hy zeide, dat de
Raad nu toch .wel niet anders kon
doen dan een nieuwe voordracht op
maken daar dit geen voordracht was.
En zoo geschiedde het Na een
korte geheime vergadering werd
sloten tot het doen van een nieuwe
oproeping.
scholieren van De Koog ondernomen,
mag in alle deelen geslaagd heeten
en werd door 't prachtigste zomer
weer begunstigd.
De jougd genoot volop in de hoofd
stad des Ryks.
In den loop dezer week zyn van
hier uitgevoerd 788 lammeren, 18
koeien, 7 kalveren, 6 paarden en 26
varkens.
Byna dag aan dag wordt onze
haven thans bezocht door plezier
jachten, onder welke zeer kostbare
en sieriyke voorkomen. Tot de mooi
ste die deze week ons eiland bezoch
ten, mogen zeker wel afzonderiyk
vermeld worden De „Helvetia" en
de „Novam". Beide fraaie scheepjes
trokken byzonder de aandacht.
Op het havenhoofd peddelde giste
ren een jongeling heel parmantig.
Eensklaps beklemde een wiel in 'n
gleuf van 't plankier eh de lustige
fietser buitelde met zyn rywiel hals
over hoofd in de diepte. De jonge
ling was echter 'n flinke zwemmer
en wist zich dus Bpoedig te redden.
Eerst veel later kon de flets van den
zeebodem worden opgehaald.
BurgarlIJka Stand van Tan!,
van 14 tot en met 21 Juli 1916.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Willem van Liere en
Anna Gerberdina Kuiper, de Cocks-
dorp.
GEBORENMaarten, z. v. Klaas
Bonne en Adriaantje Boon, den Burg
Jan Cornelis, z. v. Jan Molenaar en
Dieuwertje de Graaf, den Burg.
OVERLEDENHendrina Kóning,
73 jaar, den Burg, echtgen. van Arie
Cornelis Lap.
INGEZONDEN.
Sportfaaatan voor Land- an Zaamaeht,
gahoudan op 14, 15 os 16 Juli
to Amsterdam.
Geachte Redactie.
Naar aanleiding van de uitslagen,
voorkomende in de „Heldersche
Courant" d.d. 18 Juli j.1., gevoel ik
my verplicht hier enkele mededeelin-
gen aan toe te voegen.
Toen het clubje militairen Vrydag-
□amiddag 14 Juli in den trein stapte,
is er niemand geweest die maar één
oogenblik gedacht heeft dat de Stelling
Helder met 18 pryzen terug zou
keerenomdat de deelnemers niet
bestonden uit leden van de Neder-
landsche Athletiek Unie, die steeds
op de wedstryden uitkomen, maar uit
menschen, die de Athletiek beoefenen
uit liefhebbery, en beseffen dat
lichaamsbeweging (mits niet over
dreven en ln goede banen geleid) een
eerBte vereisebte is ter bevordering
van een goede lichameiyke gezond
heid.
De uitslagen hebben evenwel de
verwachtingen ver overtroffen, want
wanneer men de courant inziet, biykt
er door de nietberoepsathleten zeer
veel gepresteerd te zyn.
Men behoeft maar even de 110 meter
hindernisloop na te gaan inl7Jsec.,
het verspringen 6.10 meter, polstok-
hoogspringen (8 stuks) 8.10 meter en
één van 8,06 meter, en verder de
vyfkamp, bestaande uit: 100 meter
hardloopen, verspringen, polstokhoog
springen, speerwerpen en kogelstoo-
ten.
Dat door my de pen is opgenomen,
ligt aan een paar fouten (voorkomende
in bovengenoemd bericht) die het
verbeteren mijns inziens welwaard
zijn.
Bij den hindernisloop staat als twee
de eztra-prys een Zilveren Medaille,
aangeboden door Officieren Nieuwe
Holl. Waterlinie; dit moet zyn:
Zilveren Wisselbeker, welke door den
winnaar tweemaal achter elkander, of
driemaal ln 't geheel gewonnen moet
worden.
Bovendien staat er ook nog, dat
den militairen een krans werd over
handigd; dit du is onjuist, maar zy
hebben die krans aan bun onvergete-
ïyken leider, den len Luiienant der
Artillerie, V. H., geschonken, als
bewys van sympathie en hoogachting
voor al datgene wat hy in 't belang
van hen, en van de Athletiek ln 't
byzonder, heeft gedaan.
Dat bovengenoemde luitenant zich
nog geruimen tyd aan de sport biyve
wyden en zyn voorbeeld by anderen
navolging vinde, is myn oprechten
wensch.
U, mynheer de Redacteur, beleefd
dank zeggend voor de verleende
plaatsruimte, teeken ik hoogachtend,
J. Stammes.
UIT DEN OMTREK.
Tijdstippen van verzanding dar
Brlavanmalan.
Naar Oost-Indiö:
Verzuudlngswcg. Datum der Tijdal, dor
ter poet- laat. buel.
bezorging, a/h Postk.
Naar Guyana (Suriname):
spost vla Amsterdam onbekend B.-'aav.
Naar CuraQao, Bonaire en Aruba:
seepoet vla Amsterdam I onbekend I 7.46'aav.
over Engeland eiken Diosd 8.40 's n.
en VrtJdag
Naar St. Martin, St. Eustatius en
Saba
zeepost vla Amsterdam I onbekend I 7.46 's av.
(alleen opveil, derafk.)
over Engeland eiken Dlnsd. 8.40 's n.
Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier
kolonie en Transvaal
eiken Donderdag, 8.40 's n.
wslks ni 10 uur dis 's mor-
gsRi op din dag van uitgift*
dar Courant wordan bezorgd,
blljvon tot hot volgond num
mer liggen.
J. J. A. v. STAVEREN,
Lult. tor zee Se kl„
BETSY DE 0R00T.
Helder, 20 Juli 1916.
Ondertrouwd:
DIRK 8AAL,
MAR8ARETHA WEEDER.
wTnum.l 21 ,U" 1918'
Huweiyksvoltrekklng 6 Augustus.
Getrouwd
A. J. C. MOOY,
Dir. M|J. t. B. d. Toonkunst,
en
J. B. MOLENAAR,
die, mede namens wederzydBChe fa
milie hartelijk danken voor de zeer
vele biyken van belangstelling by
hun buweiyk ondervonden.
Helder, 19 Juli 1916.
Den 17den Juli overleed te Duin
en Bosch (Castricum), onze innig
geliefde Zoon
W0UTERU8,
in den ouderdom van 16 Jaar en
7 dagen, na een geduldig, doen
smarteiyk lijden van 3 jaren.
Zyn diep bedroefde Ouders,
Broertjes en Zusjes,
W. BLOKHUIS
A. BLOKHUIS-Beamd
en Kinderen.
Onrust Ia.
Algemeene kennisgeving.
ZONDAB v.m. 10 uur an 'aav. half 6 uur,
Dr. O. NOR EL,
van den Burg op Texel.
Balaganhaid tot opleiding voor
dozo oxamona, bij
6. KROEB Jr., Candldaat-Notarls,
Hoogatraat 78.
Toxal, 21 Juni.
Van verschillende scholen zijn reeds
weer reisjes met de oudste leerlingen
ondernomen. Sommige van die tochten
werden nog al eens minder prettig
gemaakt door 't onaangenaam zomer
weer.
Het reisje echter, Donderdag met da
Op hat Ataliar van Qebr. Meijer,
2e Vroonstraat 117, kunnan aanlga
flinke Naaisters
gaplaatat wordan.
Werktijd van 7 tot 12 en van 1} tot 6 uur.
Zotardaga tot 1 uur.