Advertentiën Advertentiën. EVAHEELISATIE_PALMSTBAAT. Hotariëele Staatsexamen». Naaisters. nog wat overgeslagen, dat ook in 't advieB staat, nl. dat de buizenleiding geregeld moet worden afgespuid. En dit behoort niet direct tot het fitters- bedrijf, doch vereischt eene zekere accuratesse, waarom de betrekking van deDggen die het doen moet gelijk staat aan die van meester. De spr. betoogt, dat het hier betreft een zelf atandigen werkkriDg, die niet alleen dient om fitters te controlecren. De heer M i c h e 1 s repliceert. Gas- meesterB kruipen toch niet in den grond om de buizen na te zien. En als nu pas ontdekt wordt, dat de leiding moet worden nagezien, is dat toch mede de schuld van den man, die daarvoor zorgen moest. Er blijft iets tegenstrijdigs in dit voorstel. De heer Biersteker zegt, dat aan de gasfabriek een opzichter van de distributie is, die is aangewezen voor de verdeeling van werkzaamheden der fitters. Overigens ia dit voorstel niet zoo dwaas. Er zijn toch altijd drie fitters geweest. De heer Spruit merkt op, dat van den kant van B. en W. het woord .verwaarloosd" is gebruikt. Is er sprake van verwaarloozing of niet? Zoo ja, is de wethouder, die de direc tie heeft waargenomen, daar dan niet de verantwoordelijke man voor Spr. protesteert tegen eene interruptie van den heer Biersteker, die tegen den heer de Ven roept: „Zeg maar Ja 1" Het^voorstel wordt aangenomen. Tegen stemmen de heeren Mlchels, De Zwart en Spruit. De heer Biersteker vraagt het woord voor een Persoonlijk fait Spr. heeft tegen de heer De Ven gezegd: „Zeg maar ja", omdat het absurd is, dat een lid van den Raad aan een Wethouder, die tijdelijk de leiding van een bedrijf heeft waar genomen, vraagt, of het zlju schuld is, dat er verwaarloozing bestaat. De Voorzitter herstelt te dezer plaatse een verzuim, dat vroe ger helaas is gepleegd, hij zegt nl. den wethouder De Ven dank voor de belangeloosheid, waarmede hij steeds het directeurschap van de waterleiding heeft waargenomen, De heer Spruit protesteert er tegen, dat de heer Biersteker van een .persoonlijk feit" spreekt. Als de heer De Ven dat nu gedaan had, was het wat anders. Spr. bedoeling is niet geweest den wethouder iets in zijn schoenen te schuiven. H|j heeft alleen gevraagd: Is hier ver waarlooBd? Het incident Is hiermede gesloten. Verstrakking van klndervoadlng an (of) klsadlng. Door de heeren Michels en De Zwart ia dd. 8 Juni een motie ingediend bij den Raad, strekkende een principieel© uitspraak te verkrijgen over dit onder werp. Burgemeester en Wethouders ver klaren zich bereid de opdracht te aanvaarden oin een onderzoek in te stellen naar de vraag of in deze ge meente aan schóolvoèdiDg en (of) kleeding behoefte bestaat. De heer Adriaanse vraagt aan den Voorzitter of er bezwaar bestaat thans over het principe der school voeding en -kleeding te spreken. Z.t, heeft een principieel debat thans meer reden van beRtaan dan zooêven bij het voorstel iDzake de gasfabriek. Te meer, waar de indieners ze" prlncipieele uitspraak bedoelen. De heer Van Neck heeft de motie niet aldus opgevat. Men kan toch niet principieel iets uitmaken vóór men behoorlijk op de hoogte is van voor of tegen eener zaak. De heer De Ven is het daar niet mee eens. Als de Raad principieel uitspraak doet in ongunstigen zin, is oen onderzoek nietnoodig. En zoo ja, dan kan later worden bepaald in welke mate school voeding en -kleeding zal worden gegeven. Ook de heer De Geus had niet eene principieels uitspraak verwacht. Als men thans zijne meening vastlegt, zal dit beïnvloeden de vraag of men de zaak noodig acht of niet. Spr. heeft de mode opgevat als bedoelende oen *voorlpoplg onderzoek, doch heeft persoonlijk geen bezwaar zijn meening uit te spreken. De heer Adriaanse repliceert. Daarna de heer Biersteker, die eveneens meende, dat B. en W.slecbtB werden uitgenoodigd tot het instellen van een onderzoek. Maar als eerst principieel deze zaak wordt uitge maakt, weten B. en W. waaraan zij zich te houden hebbon. Spr. is voor schoolvoeding en achoolkleeding. Gronden behoeft hij daarvoor niet op te geven, daar deze zaak in de ljjn der vrijzinnige begin selen ligt. De heer Adriaanse merkt op, dat men niet kan zeggen by deze vraagik ben er voor of er tegen. AIb kinderen wegens gebrek aan voe ding of kleeding de school niet kunnen bezoeken, is er armoede in het gezin, en moet het Burgerlijk Armbestuur helpen. Spr. leest voor wat in art. 85 der leerplichtwet hieromtrent staat. Door achoolvoedlng wordt het school kind losgemaakt van het gezin, want andere kinderen, die niet schoolgaan, worden niet geholpen. Niet het kind, maar het gezin moet geholpen wor den. En nu schakelt men de ouders uit, die de natuurlijke, van God aangewezen verzorgers zijn. De over heid plaatst er zich tuaschen, en kweekt een geslacht, dat steunt op haar hulp, dat zich niet schaamt be- deeliDg te ontvangen. Dit een en ander kweekt demoralisatie. Spr. meent, dat de a.-r. een zuiver standpunt innemen en trachten de scheidiDg te voor komen, die de sociaal democraten voorstaan. De heer De Zwart vraagt of de heer Adriaanse zijn eigen opinie weer gaf dan wel het kerkelijke standpunt. Spr. kreeg den indruk, dat de heer Adriaanse namens de kerkelijke par tijen sprak. En alB hij dan, met breed gebaar, alle hulp van overheidswege van de hand wijst, dan plaatst h(j zich op een standpunt, dat niet alle kerkelijke partijen innemen. Zelfs was, in dezeD zelfden Raad, de heer Adriaanse ook niet zoo bang voor overheidszorg, toen hij, nog kort ge leden, huizen wilde doen bouwen van gemeentewege, hoewel dat natuurlijk even demoraliseerend werkt als het verstrekken van voedsel enz. Men moet een principe consquent door voeren. Toen de zaak indertijd in de Kamer besproken werd, waren er twee voorstellen. De vrijzinnigen wilden de gemeenten de bevoegdheid geven tot het verstrekken van BChool- voeding, de sociaaldemocraten wilden dit gebiedend aan de gemeenten voor schrijven. Men zou nu hebben mogen verwachten, dat er principieel verzet zou zijn gekomen van kerkelijke z(jde. Het tegendeel was bet geval; dr. Schaepman wilde in die voorziening ook de kinderen der bizondere scholen doen deelen. En het teekenendst was, dat de linksche partijen deze bizon dere scholen hadden uitgeschakeld, denkend, dat rechts er principieel tegen was, terwijl nü juist van rechtsche zijde het verzoek kwam om ze er in te doen deelen 1 Hieruit blijkt, dat de kerkelijke partijen verdeeld zijn. Ook hier in dezen Raad is een kerkelijk lid, dat zich prin cipieel vóór de zaak heeft uitgespro ken. Het is dus onjuist te zeggen, dat de kerkelijken er tegen zijn. De heer Adriaanse spreekt over demoralisatie. Men had nu natuurlijk aan de hand van de historie moeten kunnen bewijzen, dat sinds 1901, toen de leerplichtwet in werking trad, de tegenstanders in het gelijk zouden zijn gesteld, en de kerkelijken bedeeling hadden afgewezen en hadden gezorgd zich langs anderen weg schadeloos te stellen. Spr. leest uit rapporten voor, dat integendeel 40 van de kinderen, die gebruik maken van de schoolvoeding, leer lingen waren der bizondere scholen. Het geheele principieele betoog van den heer Adriaanse is daarmede zoek en in de praktijk niet terug te vinden. De heer Adriaanse deelt mede, dat zijne uitspraak een persoonlijke meening is. De heer De Zwart heeft spr. In zijne beschouwingen ontegen zeggelijk voor moeielijkheden ge plaatst, daar niet alles zoo maar kan worden weerlegd. Maar de kern van spr. betoog, nl. dat het eene kind gevoed wordt en het andere niet, dat het gezin uiteen gescheurd wordt, is door den heer Do Zwart onaangetast gelaten. Dat zooveel kinderen van christeiyken huize gebruik maken van deze bedeeling, bewijst alleen, dat onder de christelijken veel kleine luyden zijn. De heer Michels: Maar waar blijft dan het principe? De heer Adriaanse repliceert, met citaten uit Rotterdamsche ge meenteraadsverslagen. Vele ouders, aldus zeide bet College te Rotterdam, beschouwen die bedeeling als een recht en verslappen daardoor in de zorg om hun kinderen te voeden. De heer Biersteker constateert dat het ine» leei plichtwet neergelegde beginsel vau schoolvoeding met zoo kwaad was, nu de zegenrijke gevolgen blijken. Eu dat dit indertijd' ia aan genomen met tegenstemmen van de sociaal democraten De heer Michels: Ook zeggen, waarom die tegenstemden 1 De heer Biersteker: Omdat zij het mindere niet wilden, waar zij het meerdere niet konden krijgen. (Geroep van de soc.-dem. Onjuist!) Spr. verheugt er zich over, dat er onder de sociaal democraten zooveel voorstanders zijn, en ook, dat het met zoo erg koek en el is tusBchen de sociaal democraten en de kerkelijken als men den laatsten tijd wel denken zou. Hier komt het groote principieele verschil voor den dag en blijkt, dat uit de evolutie der dingen meer ver wantschap bestaat tusschen de vrij zinnigen en de sociaaldemocraten. De heer De Zwart toonde zooeven aan, dat verschillende maonen van rechts anders denken over deze zaak dan hun medebroeders. En dat zijn juiBt zij, die het dichtst bij den Groeten Leider staan. Hua beginsel is, dat men de van God gegeven verzorgers uitschakelt. Maar de overheid wordt door de rechterzijde juist beschouwd ook van God gegeven te zijn, wier plicht het dus, als God's dienaresse is, in de plaats van de ouders op tn treden. Ook in de kinderwetten is dit beginsel tot uitspraak gebracht. De heer Adriaaüse zegt ver der; Men kweekt een geslacht, dat op steun der overheid rekent. Als gesproken wordt: wij strijden voor de eenheid van het gezin, wie heeft dan het recht integrijpen als er ver keerde toestanden in dat gezin beer- schen Dat is het gevaarlijke, men komt daarmede op het kerkelijk stand punt het is de kerk, die in behoefte van dat gezin moet voorzieD. Zeer zeker wordt door de kerkelijke lief dadigheid veel goeds gedaan, maar spr. meent, dat het meer geschiedt uit het beginsel om de kudde te hand haven dan wel om het gezin in Btand te houden. Het gaat hier minder om het vastomlijnde beginsel dan wel om de kwestie hebben en houden. Het is de overheid, die dan heet integrijpen, wanneer de toestand van het gezin zulks noodig maakt. Spr. is vóór schoolvoeding, omdat bet onderwijs zoo goed mogelijk moet zljD, en voor geen enkel kind een beletsel mag wezen. Trouwens, in deze gemeente wordt ook al, zij het eenigszins anders, aan achoolkleeding gedaan door het verschaffen van klompen. De heer Bok zegt, dat het wel niet vaak voorgekomen zal zijn, dat partijen zoo Bcherp tegenover elkan der stonden als thans het geval Als de leerplichtwet eischt, dat kin deren ter schole moeten gaan, en ze zjjn onvoldoende gekleed, dan ligt het in de lijn der overheid voor kleeding, etc. te zorgen. In andere steden zien we er de zegenrijke resultaten van. Het is een genot om een goed gevoed, goed gekleed kind les te mogen geven. Schoolvoeding en -kleeding zal schoolbezoek bevor deren. Natuurlijk zal elk geval onder zocht worden, en de vrees van den heer Adriaanse, dat bet eene kind achterstaat bij het andere, zal niet bewaarheid worden, daar het eenig gevolg zal zijn, dat ook dat andere kind gevoed en gekleed zal worden. De heer Baak zal aan de band van de praktijk vóórstemmen. Waar al een begin gemaakt is met klompen voorziening, daar is het niets erg om ook verder te gaan. Men moet de stakkeis zien, die des winterB eten van boord der schepen halen, om tenminste niet met een leege maag naar school te gaan. De heer De Zwart begrijpt niet, dat de heeren Biersteker en Bok, die blijkens de discussies zulke warme voorstanders zijn van schoolvoeding en -kleeding, nooit eens met een voorstel zijn gekomen. Wat het samen gaan met de rechtsche partijen be treft, - wij hebben by sommige voorstellen den steun der rechterzijde ontvangen, maar wij zorgden steeds, waar wij voor het beginsel streden, dnszelf te blijven en dwongen dan steeds de anderen in onze richting te gaan. De redeD, dat de Bociaal democraten indertijd tegen de leer plichtwet stemden, was, omdat de praktijk leerde, dat te veel gemeenten er niet aan deden. De heer Adriaanse staat op het individueels standpunt, dat de ouders onderwijs aan de kin deren moeten gevenwy daarentegen staan op het standpunt, dat de ge meenschap daarvoor zorgen moet. Spr. noemt een geval, waaruit bleek, dat de beginselen van den heer Adrikanse in gedrang kwamen in de praktijk. Het blijkt, nl., dat te Rot terdam de kinderen der bizondere scholen evenzeer gebruikmaken van eene vereeniging, die door de ge meente gesubsidieerd wordt. Als men bang is, dat het eene kind gevoed wordt ten koste van het andere, is dat in de eerste plaats een aanklacht tegen de maatschappij, maar het gaat □iet aan om te zeggen: ais ik het eene niet kan helpeD, help ik het andere ook Diet. Dit is een verkeerde toepassing van het christelijk be ginsel. De heer Adriaanse tripliceert. Na bekomen verlof van de vergade ring wordt hem nogmaals het woord verleend. Spr. constateert, dat de rechtsche partijen het gezinsverband niet prijs willen geveD, en dat tus schen sociaal-democraten en antirevo lutionairen niet de minste verwant schap bestaat. De heer Biersteker heeft dit ook niet gezegd. Spr. wilde alleeD aantoonen, dat de partijen der min derheid elkander hebben gevonden, niet dat er eenig compromis bestond. Wat betreft eerie evolutie van denk beelden, het blijkt hoe laDger hoe meer; dat de sociaal democraten wat revisioniptischer worden/ Misschien worden nu de vrijzinnig democraten wat socialistischer en kan men eikaar zoo op verschillende wegen ontmoe ten. De discussies worden gesloten. Bij mondelinge stemming wordt aan B. en W. opgedragen het in de motie bedoeld onderzoek te doen instellen. De he8ren Adriaanse, 8pruit en Van Breda stemmen tegen. Uitbrsldlng Bsm.-iecretarla. Voorstel van B. en W. om de tegenwoordige bodewoning te trekken by de Gein.-secretarie. (Zie „Held. Crt." 18 Juli). Van den heer Over de Linden is nog ingekomen het volgende voor stel Geheel onverwacht wordt door het college van B. en W. in behandeling gebracht de bewering, dat de aan zienlijke uitbreiding, die, korten t(jd geleden, werd aangebracht aan de lokaliteiten van het raadhuis, en waarvoor een betrekkelijk aanzienlijk geldelijk bedrag werd ten koste ge légd, nog niet genoegzaam Is te achten om te voldoen aan alle eischen, die men ten dien opzichte zou willen bevredigen. De noodzakelijkheid daar van is evenwel niet aangetoond en wordt zeer betwijfeld door hen, die tot oordeelen bevoegd, deze aange legenheid hebben overwogen. Het denkbeeld om den gemeente bode de woning naast het raadhuis te ontnemen, en die woning door verbouwing aan te wenden tot meer dere uitbreiding van het aantal loka liteiten der secretarie, is stellig te ontraden, opdat men gevrijwaard blJtjve van de nadeelen die daaruit zouden voortvloeien. Als de bode de tegenwoordige woning behoudt, is het raadhuis steeds onder gewenschte bewaking; is, bij gevaar van brand, of kwaad willigheid ten opzichte van het gemeentehuis, terstond een bekende en vertrouwde aanwezig om onver wijld te kunnen handelen op doel treffende wyzedoor de telefonische aansluiting is het mogelijk ten allen tijde den bode op te bellen als dienst aangelegenheden dit vorderen, b. v. als eenig ambtenaar nd kantoortijd toegang noodig heeft om spoed eischende ambtsbezigheden te kunnen voortzetten. Van véél waarde moet geacht worden, dat de bode, in het gure jaargetij, vooral 's winters, 's morgens vroeg uit z'n woning, biDnen door, in de onderscheidene lokalen van het raadhuis de kachels kan aanleggen en stoken, en h(j voor de vele commissie vergaderingen, die veelal 's avonds plaats hebben, in het raadhuis kan blijven, en bovenal, dat de noodzakelijkheid vervalt om eene woniDg buiten het raadhuis voor hem te doen bouwen of te huren. Het argument van brandgevaar voor het archief is zeer weinig klem mend. Het raadhuis werd gebouwd in het jaar 1838, is alzoo 78 jaar oud en in gebruik. Gedurende al dien tijd Is men niet bevreesd geweest voor buitengewoon brandgevaar, kraaraan het archief zou blootstaan want de achoorsteenen van het raad- huls zijn soliede gebouwd; belendin gen levereD geen gevaar; alleen zou de bliksem kunnen inslaan, maar dat kan plaats hebben in elk ander gebouw waar h£t archief berging zou moeten vinden. Bovendien als de noodzakelijkheid mocht ontstaan het archief te verwijderen van de zoldering van het raadhuis, dan zou aan het achtereinde va-i den tuin der bodewoning een afzonderlijk archief-gebouwtje geplaatst kunnen worden, met blinde muren aan de dijkzijde en met lichtramen aan de zuidzijde. De weDsch naar een nieuw raad huis voor Helder is sterk verminderd nadat uitbreiding laatstelijk heeft plaats gehad van het tegenwoordige raadhuis. De Commissaris des Konings Schorer, tijdens diens bezoek aan deze gemeente, roemde het raadhuis als een vriendelijk, met zorg onderhou den gebouw, dat uitmuntend verlicht en goed Ingericht is voor verblijf en verkeer van het ambtelijk personeel en het publiek. De gemeente Helder Is tamelijk belaDgryk door haar aantal inwonerB, maar onder die inwoners zijn slechts weinig kapitaal krachtigen, zoodat de gemeente zich dient te onthouden van weelde uitgaven indien men de inwoners wenscht te vrijwaren tegen belastingheffing boven draagkracht. VoreDgemelde redenen geven onder- geteekende aanleiding zijne mede raadsleden voor te stellen, om te besluiten le. de gemeente-bode in het genot te laten van de bestaande woning □aast bet raadhuis, en 2e. om plannen tot het bouwen van een nieuw raadhuis, of tot ver dere wijzigingen van de lokalen in het bestaande raadhuis te laten rus ten tot de gemeente kas door meer dere winsten en mindere verliezen dan in den laatsten tijd voorkwamen, buitengewone uitgaven kan gedoogen. De heer Biersteker kan niet meegaan met het voorstel van B. en W. Hoewel niet met alle gronden, die de heer Over de Linden aanvoert, kan spr. zich toch in hoofdzaak met diens be toog vereenigen. Gawenscht is, dat ar -steeds een bode in het gebouw aanwezig is, in de eerste plaats wel voor de bewaking. Maar ook zou men op de manier als B. en W. voorstel len, een slaaf maken van den bode. Minstens drie avonden per week heeft men commissie-vergaderingen, waar de bode aanwezig moet zijn en wat zou er op die manier van zijn huiselijk leven terechtkomen? Bovendien hebben we pas een ver bouwing gehad, en is deze vrijwel overbodig. De Voorzitter zegt, dat vóór de eerstvolgende volkstelling de be volkingregisters dienen te worden vernieuwd en ingericht moeten wor den volgens een moderner (kaart) systeem. Daarvoor moeten kasten worden gebouwd, en ruimte beschik baar gesteld, en die ontbreekt. Ook de wachtkamer voor het publiek is onvoldoende, enz. De heer Adriaanse vindt het lapwerk. Is er niet aan gedacht door achteruitbouw de uitbreiding te zoe ken? De Voorzitter zegt, dat ook rekening moet worden gehouden met den toestand der kas. Het bezwaar, dat de bode niet in het Raadhuis wooDt, acht spr. gering. Hierover ontstaat eenige discussie tusschen den Voorzitter en verschil lende hoeren. De heer De Zwart doet tenslotte een poging tot .samen werking" in den geest als de heer Biersteker zooeven bedoelde. Spr. Is het eens met B. en W., dat er ruimte moet komen. Omgekeerd voelt Bpr. voor het argument-Biersteker om den bode in het Raadhuis te laten wonen. De Voorzitter zegt, dat de regeling, zooals die wordt voorgesteld door B. en W., geene onkosten medebrengt. Maar de Voorz. vergeet, dat de bode dan toch vergoediDg van huishuur moet hebben. En voor de kosten is toch wel een gebouw in den tuin te krijgen, waar eeD en ander onder kan worden gebracht.' In andere gemeen ten zijn verschillende takken van dienst wel elders gevestigd als er ruimte ontbreekt in het stadhuis zelve, 't Is geen ideale toestand, maar 't zou eene oplossing zjjn. De heer Michels becijfert een verbouwingssom van f 6000.— de rente van deze som, f4. zal men toch minstens aan den bode moeten uitkeeren voor vrije woning. Tenslotte wordt het vooratel-B. en W. verworpen. Vóór de wethouders en de heer Krijnen. Nadere voorstellen hieromtrent zullen worden gedaaD. Btmaante-Rakanlng 1915. Aanbieding der Gemeente-Rekening, dienst 1916, met bijlagen. Benoemingen. Ter benoeming wordt voorgedragen voor gemeeritebodeH. J. de Ruiter, secretariebed iende. (Zie Held. Crt. 18 Juli). Bij acclamatie wordt de voorge dragen titularis benoemd. Ter benoeming voor adjunct-direc teur der Gasfabriek en Waterleiding worden voorgedragen 1. G. Wieberdlnk, directeur der Ge meentebedrijven te Goor. 2. E. Th. Leemans, scheikundig-in genieur, assistent aan den Ge meentelijken Keuringsdienst van voedingsmiddelen te Rotterdam. S. C. J. Snijders Jr., scheikundig ingenieur te 's Gravenhage. De Voorzitter leest eenschrij ven voor van den heer Wieberdink, die wegens eene benoeming elders, zijne sollicitatie intrekt. Ook de heer Snijders is elders benoemd. De heer Adriaanse vraagt waarom de heer Snijders no. 8 ge plaatst is, waar men in hem toch da rechte man op de rechte plaats zag. De heer de Geus antwoordt,dat het College op deze zaak niet kan ingaan. Maar dit kan spr. wel zeggen, dat hij no. 3 werd geplaatst in ver band met de vorige terugzending van de voordracht naar aanleiding Tan het medisch advies betreffende dezen sollicitant. De heer de Ven wil liever thans tot benoeming overgaan. We loopen de kans, als de heer Leemans deze discussies leest, dat die zich óók terug trekt, en houden zoodoende geen ge schikten candldaat over. De heer G r u n w a 1 dMaar we kunnen toch niet uit één persoon benoemen De Voorzitter zet uiteen hoe de zaak zich heeft toegedragen. Ik voor mij zou feestelijk bedanken thans weer voor de derde maai op een voordracht te mogen prijken. De heer de Geus: Maar men weet toch, dat de Raad Diet anders kon doen. Dit, wat er nu is, ia toch geene voordracht meer. Op verzoek van heer Bierste ker gaat de Raad in comité-zitting. Na heropening dealt de Voor zitter mede, dat eene nieuwe op roeping voor adjunct-directeur zal geschieden. Men is nu genaderd aan de r o n d- vraag. De beer Michels vraagt of aan gepensioneerden van de ge meente niet wat spoediger hun pen- Bioen kan worden uit betaald? Er zijn er die al 9 maanden wachten. Waar leven die oude stumpers al dien tijd van Ten tweede vraagt spr. of nog niet voorzien wordt in de rio- leering in de Go versstraat, zooals indertijd is beloofd. De toestand schijnt daar erger te worden. Ten derde vraagt spr. wat er waar is van het gerucht, als zou binnenkort de school Parallelweg weder door militairen in gebruik worden genomen? De Voorzitter zegt, dat het hier slechts betreft eene vraag van den Staf om bij eventueele nood zakelijkheid de scholen in deze ge meente niet de Parallelwegschool - te kunnen gebruiken. Wat de pensioenen betreft, het duurt altijd eenige maanden voor dat in orde iB. Aan hen, die dit gevraagd hebben, is een voorschot gegeven. Maar dit heeft ook weer bezwaren. De heer Grunwald vraagt in lichtingen omtrent de electriclteits- voorziening, de heer Biersteker over de beschikbaarstelling van tuin tjes voor de bevolking, de heer Spruit over de berekening van het water over meters, omtrent al welke vragen de Voorzitter een bevredigend antwoord geeft. De heer Spruit vraagt of de heer Krijnen, die ook hedenavond aanwezig is, het recht heeft de ver gaderingen te blijven bezoeken. De Burgemeester zegt,datzoolaDg de zaak hangende is, den heer Krijnen niet verboden kan worden de zittingen bij te wonen. Hierna gaat de Raad opnieuw in comité ter behandeling van eenige reclames inzake plaats, dir. belas tingen. Raadsoverzioht. De heer De Zwart glunderde, hij zat knipoogjes te geven naar de tri bune. Tegenover hem, als mede joDgsto raadslid straks mogen beide heeren een stoel opschuiven zat, in ernstig en zwaarmoedig ge peins, de heer Michels. De heer Bier steker, wiens eenig bezit voor dezen avond bestond uit een eindje potlood en een stukje papier, hield zich daar mede zoet. De andere heeren zaten in min of meer schilderachtige hou dingen gegroepeerd om de groene tafelde heer Bok memoriseerde zijn speech voor straks, als hij den heer Adriaanse te lijf wilde. Dit geachte lid van de rechterzijde zat, van geen kwaad bewust, de opperste anti-re volutionaire wijsheid te verkondigen, betoogde dat een kind, wiens ouders geen eten en geen kleeding ervoor hebben, nochtans door die ouders gekleed en gevoed behoort te worden, Waar de vrijzinnigen en de sociaal democraten in dezen eenB van zin waren de heer Biersteker gnuifde om de verbroedering, die bleek te groeien langs den weg der evolutie en zoo'n arm Btakkerdje gauw wat warm eten wilden toestoppen en het een jasje of jurkje om het vermagerde ly(je hingen, daar begon de heer Adriaanse met zich rustig op een stoel neer te zetten, een sigaar op te steken en het geval te bespreken. Kijk eens, zei de heer Adriaanse, zouden we er wel goed aan doen? we rukken het gezin uit elkander ais we dat kind een boter ham geven. Daar werd aan de deur der raad zaal getikt. Het kindje ln kwestie stond in levenden lijve voor ons en riep, met klagelijke stem uit: - och heeren van de gemeente, geef me alsjeblieft wat te eten 1 Wacht eens even, zei de heer Adriaanse, toen de heeren allen in d'r zak tastten. Waarom doet je moeder het niet, kind? Die is aange wezen als je opvoedBter. Me moeder die zeit, ze heb niks te vreten voor me, meheertje, ant woordde het kinderstemmetje. Och gottegot, meheer, ik ben zoo koud, Kijk eens, wat ik aan heb. En het arme kind toonde haar voddige kleer tjes, aan alle kanton gescheurd. Geeft dat kind toch wat, riep de heer Biersteker. Maar de heer Adriaanse gaf het zoo gauw niet op. Hoor eens, je moet naar het Armbestuur. Dat moet jou eten geven, niet wy. 't Zou wat moois wezen als de gemeente daar voor zor gen moest Apropos, heb je nog broertjes? Ja, meheer, antwoordde het kleine schooiertje, vijf broertjes en zes zusjes. Hoeveel gaan er van op school? was weer de vraag. Twee broertjes en drie van me zussiea, antwoordde het kind. Biyven over drie broertjes en drie zusjeB, die dan tekort zouden komen ter wille van. jou. Hoe dat zoo, meheer? Als we jelui, schoolgaande kinderen, kleeding en schoeisel geven, en je broertjeB en zusjes krygen niets, dan doen we die te kort. Dan kweeken we ontevredenheid, oneenigheid in je gezin, we demoraliseeren jelui. Terwijl de heer Adriaanse zoo het kind aan het verstand trachtte te brengen, dat het zeer nadeelig zou zyn een boterham van gemeentewege, eventueel een gemeentelijke broek cadeau te krygen, waren de heeren De Zwart en Biersteker opgestaan. Stilletjes waren ze naar beneden ge slopen en kwamen, bij deze laatste woorden van den heer Adriaanse, stralend van genoegen binnen. De heer De Zwart torstte een reuzen- ^oek, zoo groot, dat-ie er haast onder bezweek. De heer Biersteker had biykbaar een uitdragerswinkel ge plunderd, althans hy was bepakt en bezakt met kleedingstukken. Hier arme, gedemoraliseerde drom mel, pak aan. Je kry*t het wel van ons, hoor, maak je maar niet, onge rust. Die meneer daar meent het zoo kwaad Diet, hy bekijkt het alleen maar een beetje verkeerd. Stralend van geluk ging het kind weg. Eenzaam en verlaten bleef de heer Adriaanse zitteD. Slechts de hee ren Spruit en Van Breda vielen hem by.... Alzoo was, in den Raad van Don derdag, het principieele debat over kindervoeding en -kleeding. Jammer, dat de heer Adriaanse, die anders altijd zoo verstandig is en werkelijk sympathieke dingen zegt en doet, hier zoo afdwaalde. Jammer, jammer De Voorzitter had al eens gezegd laten we nou toch uitscheiden, toen eenmaal de sluizen der welsprekend heid openstonden, stevenden met volle zeilen de zwaarbeladen schepen der rhetorica er in. Ja, ja, zei de heer Adriaanse, die meneer Zwart maakt het my moeiiyk. Ik kan hem niet weerleggen zooals lk zou willen. Wat zullen wy nog meer vertel len? Er was een vraag van den heer Adriaanse of B. en W. wilden medewerken een onderzoek ln te stellen naar woningbouw op het beltterrein, en de Voorzitter beloofde dat, er was een debat eveneens prinolpleel over de aanstelling van een baas fitter der waterleiding, er was zelfs een „persooniyk feit." Maar dit alles zonk in het niet by het principieele, merkwaardige en uiterst belangwekkende debatof een schoolkind recht heeft op een ge meenteiyke boterham of niet. En de ooiyke, glunderende heer De Zwart, die dit heele zaakje heeft aan 't rol len gemaakt, genoot ervan, toen de heer Biersteker sprak over verbroe dering tu9schen sociaaldemocraten en vryzinnigeD, op een wyze alsof er, horrlbile dictu, ooit van vyandschap sprake was geweest 1 Er was een voorstel van B. en W. tot uitbreiding van het gemeente huis door er de thans te ontruimen bode woning aan te trekken. Men heeft die ruimte noodig, voornamelijk voor de nieuw ln te richten bevol kingsregisters straks, by de tien- jaariyksche volkstelling. Maar una niem waB de Raad van meening dat het niet aanging den bode buitens huis te doen wonen, en de heer Over de Linden had dit uitvoerig op het papier gezet. Liever wilde men dan, in afwachting van een nieuw raadhuis, een tydeiyk hulpgebouwtje zetten ln den tuin. En zoo ging dit plan den kelder in en krygen ween nieuw en beter. Tenslotte was daar een benoeming. Juister is te zeggen, dat de benoe ming er niet was. Van de drie sollici tanten, die op de voordracht waren geplaatst, hadden twee zich terugge trokken. Bleef over eeD, en dat was nu toch geen voordracht meer. En nu waarschuwde de heer De Ven wel, dat men, als men nu den eenig overgebleven sollicitant niet koos, de kans liep, dat deze, niet voor de derde maal op eene voordracht wil lende pryken, zich ook terugtrok en de Raad alzoo om het plastisch uit- tedrukken, niets anders dan de af geroomde melk. overhield, maar omgekeerd had de heer De Geus zeen zeker geiyk, toen hy zeide, dat de Raad nu toch .wel niet anders kon doen dan een nieuwe voordracht op maken daar dit geen voordracht was. En zoo geschiedde het Na een korte geheime vergadering werd sloten tot het doen van een nieuwe oproeping. scholieren van De Koog ondernomen, mag in alle deelen geslaagd heeten en werd door 't prachtigste zomer weer begunstigd. De jougd genoot volop in de hoofd stad des Ryks. In den loop dezer week zyn van hier uitgevoerd 788 lammeren, 18 koeien, 7 kalveren, 6 paarden en 26 varkens. Byna dag aan dag wordt onze haven thans bezocht door plezier jachten, onder welke zeer kostbare en sieriyke voorkomen. Tot de mooi ste die deze week ons eiland bezoch ten, mogen zeker wel afzonderiyk vermeld worden De „Helvetia" en de „Novam". Beide fraaie scheepjes trokken byzonder de aandacht. Op het havenhoofd peddelde giste ren een jongeling heel parmantig. Eensklaps beklemde een wiel in 'n gleuf van 't plankier eh de lustige fietser buitelde met zyn rywiel hals over hoofd in de diepte. De jonge ling was echter 'n flinke zwemmer en wist zich dus Bpoedig te redden. Eerst veel later kon de flets van den zeebodem worden opgehaald. BurgarlIJka Stand van Tan!, van 14 tot en met 21 Juli 1916. ONDERTROUWD: Geene. GEHUWD: Willem van Liere en Anna Gerberdina Kuiper, de Cocks- dorp. GEBORENMaarten, z. v. Klaas Bonne en Adriaantje Boon, den Burg Jan Cornelis, z. v. Jan Molenaar en Dieuwertje de Graaf, den Burg. OVERLEDENHendrina Kóning, 73 jaar, den Burg, echtgen. van Arie Cornelis Lap. INGEZONDEN. Sportfaaatan voor Land- an Zaamaeht, gahoudan op 14, 15 os 16 Juli to Amsterdam. Geachte Redactie. Naar aanleiding van de uitslagen, voorkomende in de „Heldersche Courant" d.d. 18 Juli j.1., gevoel ik my verplicht hier enkele mededeelin- gen aan toe te voegen. Toen het clubje militairen Vrydag- □amiddag 14 Juli in den trein stapte, is er niemand geweest die maar één oogenblik gedacht heeft dat de Stelling Helder met 18 pryzen terug zou keerenomdat de deelnemers niet bestonden uit leden van de Neder- landsche Athletiek Unie, die steeds op de wedstryden uitkomen, maar uit menschen, die de Athletiek beoefenen uit liefhebbery, en beseffen dat lichaamsbeweging (mits niet over dreven en ln goede banen geleid) een eerBte vereisebte is ter bevordering van een goede lichameiyke gezond heid. De uitslagen hebben evenwel de verwachtingen ver overtroffen, want wanneer men de courant inziet, biykt er door de nietberoepsathleten zeer veel gepresteerd te zyn. Men behoeft maar even de 110 meter hindernisloop na te gaan inl7Jsec., het verspringen 6.10 meter, polstok- hoogspringen (8 stuks) 8.10 meter en één van 8,06 meter, en verder de vyfkamp, bestaande uit: 100 meter hardloopen, verspringen, polstokhoog springen, speerwerpen en kogelstoo- ten. Dat door my de pen is opgenomen, ligt aan een paar fouten (voorkomende in bovengenoemd bericht) die het verbeteren mijns inziens welwaard zijn. Bij den hindernisloop staat als twee de eztra-prys een Zilveren Medaille, aangeboden door Officieren Nieuwe Holl. Waterlinie; dit moet zyn: Zilveren Wisselbeker, welke door den winnaar tweemaal achter elkander, of driemaal ln 't geheel gewonnen moet worden. Bovendien staat er ook nog, dat den militairen een krans werd over handigd; dit du is onjuist, maar zy hebben die krans aan bun onvergete- ïyken leider, den len Luiienant der Artillerie, V. H., geschonken, als bewys van sympathie en hoogachting voor al datgene wat hy in 't belang van hen, en van de Athletiek ln 't byzonder, heeft gedaan. Dat bovengenoemde luitenant zich nog geruimen tyd aan de sport biyve wyden en zyn voorbeeld by anderen navolging vinde, is myn oprechten wensch. U, mynheer de Redacteur, beleefd dank zeggend voor de verleende plaatsruimte, teeken ik hoogachtend, J. Stammes. UIT DEN OMTREK. Tijdstippen van verzanding dar Brlavanmalan. Naar Oost-Indiö: Verzuudlngswcg. Datum der Tijdal, dor ter poet- laat. buel. bezorging, a/h Postk. Naar Guyana (Suriname): spost vla Amsterdam onbekend B.-'aav. Naar CuraQao, Bonaire en Aruba: seepoet vla Amsterdam I onbekend I 7.46'aav. over Engeland eiken Diosd 8.40 's n. en VrtJdag Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba zeepost vla Amsterdam I onbekend I 7.46 's av. (alleen opveil, derafk.) over Engeland eiken Dlnsd. 8.40 's n. Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier kolonie en Transvaal eiken Donderdag, 8.40 's n. wslks ni 10 uur dis 's mor- gsRi op din dag van uitgift* dar Courant wordan bezorgd, blljvon tot hot volgond num mer liggen. J. J. A. v. STAVEREN, Lult. tor zee Se kl„ BETSY DE 0R00T. Helder, 20 Juli 1916. Ondertrouwd: DIRK 8AAL, MAR8ARETHA WEEDER. wTnum.l 21 ,U" 1918' Huweiyksvoltrekklng 6 Augustus. Getrouwd A. J. C. MOOY, Dir. M|J. t. B. d. Toonkunst, en J. B. MOLENAAR, die, mede namens wederzydBChe fa milie hartelijk danken voor de zeer vele biyken van belangstelling by hun buweiyk ondervonden. Helder, 19 Juli 1916. Den 17den Juli overleed te Duin en Bosch (Castricum), onze innig geliefde Zoon W0UTERU8, in den ouderdom van 16 Jaar en 7 dagen, na een geduldig, doen smarteiyk lijden van 3 jaren. Zyn diep bedroefde Ouders, Broertjes en Zusjes, W. BLOKHUIS A. BLOKHUIS-Beamd en Kinderen. Onrust Ia. Algemeene kennisgeving. ZONDAB v.m. 10 uur an 'aav. half 6 uur, Dr. O. NOR EL, van den Burg op Texel. Balaganhaid tot opleiding voor dozo oxamona, bij 6. KROEB Jr., Candldaat-Notarls, Hoogatraat 78. Toxal, 21 Juni. Van verschillende scholen zijn reeds weer reisjes met de oudste leerlingen ondernomen. Sommige van die tochten werden nog al eens minder prettig gemaakt door 't onaangenaam zomer weer. Het reisje echter, Donderdag met da Op hat Ataliar van Qebr. Meijer, 2e Vroonstraat 117, kunnan aanlga flinke Naaisters gaplaatat wordan. Werktijd van 7 tot 12 en van 1} tot 6 uur. Zotardaga tot 1 uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 2