ELDERSCHECOURANT SCHOOLVOEDIN6 EN -KLEEDING. No. 4651 DINSDAG 25 JULI 1916 44e JAARGANG Naam F. Smeding, F. v. Waasdijk, J. A. Boon, F. C. Kooger, J. F. Lunteron, C. J. Cornet, H. C. Flinke, Wed. J. F. Domerghi, zonder, M. M. das-Hamers, K. Glas, C. Kooru, J. H. Plantjé, D. W. Kwak, LIJST van Ingekomen en vertrokken personen. INGEKOMEN. Beroep WoonplaatsVan klerke H 1J.S., Koningdw.straat 73a, Leiden, luitenant t/z. 8e kL, Keizerstraat 3, Voorburg, korp.-maclilaedrijver, Kuiperstraat 1, Amsterdam, werkman, Vijzelstraat 8q, id. explicateur bioscoop, Spoorstraat 2, Botterdam, marinier, Achterstraat 67, Leiden, assïst. zeeonderxoek, Hoogstraat 99, Calirorniestraat, Julianadorp, Naam L. X'. J. Mazairac, K. Venema, K. Smit, G. D. Meeder, J. C Sturk, L. IJsselstein, - li. Dijkman. J. A. v. d. Laag, A. Bakker, H. L. J. N. Dufoir, S. Toren, J. J. Ypeii. C. G. Langenberg, J. J. Buis, officier-machinist, rijksveldwachter, V E 1 Beroep majoor-torpedist, korp.-torp ld. barbier, stoker, marinier, leerling-machinist, id. Stationsstraat 19, C. Ditostraat 10, Keizerstraat 2c, Weezenstraat 61, ITBOKKEK. Woonplaats Vischmarkt 2. BreeawarsBtraat 1. Gravenstraat 91, Weststraat 98, Bertba II, T 1W' Amsterdam, Vlissingen, Anna Paulowna, Naar: Nieuwenhoorn, W. Souburg, Hellevoetsluls, Amsterdam, Leeuwarden, Amsterdam, Dordrecht, TubbergeD, Eibergen, Hellevoeteluis, Velsen, |Ügp- De abonnementsprijs van de „Heldersche Courant" is thans por kwartaal in do stad 75 cent, franco por post ft—. Op pagina 4 van ons blad zijn opgenomen 1. Sport. 2. Uit de omtrek. 3. Feuilleton, enz. Dat, was hot eerste symptoon in mijn jeugd, waaruit mij bleek, dat er op school ook nog iets anders geschiedde dan moeilijke sommen maken, vervelende taallessen leeren of strafregels schrijven. Er was toen nog geen sprake van weLtelijke regeling van dat instituut do Leerplichtwet bestond nog niet, maar over de groene weiden van het platteland kwamen er uit de groote steden dergelijke geluiden tot het dorpje, waar ik mijn jeugd sleet, over, om ons duidelijk te maken, dat er ergens scholen bestonden, waarop men óók te eten kreeg. In 't algemeen vond men dit toen al heel mal. Het velband tusschen een gevulde maag en goed onderwijs is thans nog lang niet heldermaar een 25 jaar geleden was het dit heelemaal niet. En waar men al eindelijk het groote nut van een behoorlijk gevoed en gekleed schoolkind, ook voor de Maat schappij erkent, daar is men het nog lang niet eens over de wijze, waarop die voeding, om van kleeding nog maar niet te spreken, wordt ver strekt. Wij komen hier met name reeds direct aan het punt, waaromheen het debat over dit onderwerp in de jongste raadszitting draaide. De kerkelijke partijen zijn b. v. tegen het verstrekken van school- voeding en -kleeding van Gemeente wege. Niet, omdat zij minder dan anderen zouden voelen voor de pogin gen, om de minderbedeelden te hel pen, maar vooral, omdat, zooals de heer Adriaanse het uitdrukte, het gezin, de ouders, daarbij worden uit geschakeld. Het gezin is de eenheid, de cel, waaraan het aantal de Maatschappij vormt. Zorgt dat dit gezin geholpen wordt, en gezond is, dan zal de Maatschappij zelve ook gezond zijn. Het is in dit principe zelfs denk baar, dat verstrekking van hulp door de Overheid zelf, zou worden aan vaard, mits die werd veratrekt via het gezin. Met andere woorden, als kinderen honger lijden, is het niet het ergste, dat die met behulp der Overheid gevoed worden, indien die kinderen dit maar in 't gezin nutti gen, zoodat het hun door de ouders wordt gegeven. Waar nu artikel 35 der Leerplicht wet de voedsel en kleeding-verstrek king uitsluitend bepaalt tot de school kinderen en de ouders daarbij uit schakelt, ligt 't voor de hand, dat rechts daar tegen is. Dat echter de schoolvoeding en -kleeding in een wet op de Leerplicht is opgenomen is juist voor de anderen een reden tot verheugenis, omdat daarmee het verband tusschen voeding en onderwijs is erkend, en de plicht, om waar het eerste ontbreekt, dit te verhelpen, tevens. Het is een onderwas-belang, dus een algemeen maatschappelijk belang, dat de schoolgaande kinderen het onderwijs behoorlijk tot zich kunnen nemen. Is dit door honger en gebrek aan kleeding niet het geval en helpt de overheid deze kinderen, dan is daar mee tevens erkend, dat er tal van gezinnen zijn, die meer en meer de individueek plicht, om hun kinderen te onderhouden, niet na kunnenkomen. De theorie dat het gezin de cel is der Maatschappij ware fraai in eene Maatschappij waar in 't algemeen welvaart heerschte en de hulp, die deze cellen noodig hebben, zich be paalde tot enkelen. Maar waar het tekort aan voldoende middelen van bestaan, de behoeftig]; heid zulk een massa-verschijnsel is geworden als in den tegenwoordigen tijd, is bier een maatschappelijke kwaal die niet meer is te genezen, door hier en daar wat individueels hulp te verleenen. Zooals men bij de gevreesde ziekte der tuberculose vrijwel algemeen de methode toepast, om het geheels lichaam te behandelen en te ver sterken, zoo zullen ook de kwalen onzer maatschappij door de gem schap zelve moeten worden bestreden, niet door hier en daar wat te peuteren doch door flink en royaal ingrijpen. Wat is toch m. i. de fout, die onze rechtsche vrienden bij de verdediging van dit bun beginsel maken? Dat zij het gezin als een onver anderlijke economische eenheid be schouwen. Maar ieder, die al eens iets aan geschiedenis heeft gedaan, zal weten, dat dit lang niet juist is. Ia vroeger eeuwen was er van het gezin zooals wij dat kennen, geen sprake. Nieuwere behoeften, door ontwikke ling der maatschappij ontstaan, schie pen andere gezinsvormen, zooals het burgerlijke gezin van thans ook al lange jaren wordt ondermijnd en misschien eens plaats zal moeten maken voor weer een anderen vorm. Maar hoe dit zij, de tegenstanders van schoolvoeding en kleeding hebben op 't oog de gezinsvorm, waarmede onze maatschappij het, zoo goed en zoo kwaad als 't dan gaat, in de meerderheid der gevallen, nog doet. Het gezin, waarin de man is de brood winner en diens loon in staat moet zijn, die behoefte te vervullen. De moeder was bestemd voor de gezinsarbeid ia engeren ziD, waar onder de opvoeding en verzorging der kinderen. De hulp van buiten bepaalt zich in dien gedachtenkring tot de enkele buitengewone gevallen van nood en de gezinnen der „armen", die den menschen van God zijn gegeven om de christelijke deugd der weldadig heid uit te oefenen, zooals eenige jaren een christelijk blad beweerde. In dien gedachtengang past de stel ling van den heer Cuno, burgemeester der Duitsche stad Hagen, die hij in 't laatst der vorige eeuw verkondigde dat Het verstrekken van voedsel aan schoolkinderen beperkt moest blijven tot die gevallen, dat het- zelve niet door ondersteuning van het gezin verkregen kan worden. Een stelling die intusschen vol- korpen onhoudbaar is gebleken. De maatschappelijke evolutie ging zijn gang; de ontzettende toename van vrouwen- en kinderarbeid, die het gezin uit elkaar rukte, de hoe langer hoe grootere onmogelijkheid in tal van gezinnen, om in het gezin behoorlijk kinderen te verzorgen en op te voeden tot maatschappelijk bruikbare burgers, was oorzaak, dat allerlei instellingen, die vroeger ge woon particulier waren, meer en meer in handen der overheid kwamen. Zoo ook dus het onderwijs. Het onderwijs is niet allereerst een individueel belang, maar is in de voor naamste plaats een belang der ge meenschap. De lichamelijke verzorging is niet alleen een elemeDt van individueel ng, maar is ook van groot maat schappelijk belang. Om hetzelfde effect te bereiken voor de geheele maatschappij schiet de gezinszorg tekort, dat is nu .een maal een niet te miskennen waarheid. Men moet echter niet meenen, dat leen de propaganda van menschen, die dit al inzagen toen die maatschap pelijke factoren nog voor de groote massa verborgen bleven, deze denk beelden zoo hebben verbreid. De uitbreiding der statistiek op elk gebied heeft ook hier haar nuttige werking niet gemist. En zoo bleef 't ook niet verborgen, dat de physieke toestand der arbeiders achteruitgaande was. De volgende gegevens, ontleend aan de Jaarcijfers voor Nederland", zeg gen ons daarvan het volgende Getal der afgekeurde militieplichti- gen wegens ziekten en gebreken. Jaren Beding A£«cSnt 1903 5480942 6526 0.12 1904 5509660 7564 0.187 1905 5591410 8067 0.144 1906 5672232 8162 0.144 1907 5747263 9066 0.158 1908 5825198 9444 0.162 1909 5898429 10923 0.185 1910 5945525 11032 0.185 1911 6022452 11470 0.19 Naast andere oorzaken is de arbeid der gehuwde vrouw, die jaar op jaar toeneemt, natuurlijk de schuld, dat het komende geslacht, indien geen andere hulpbronnen aanwezig zijn, onder steeds slechtere voorwaarden moet opgroeien. Die vrouwenarbeid der gehuwde schijnt in ons land volgens de offi- cieele statistiek nog niet zoo onrust barend. In 1909 zou deze buiten de veenderijen hebben bedragen nog geen 10% van alle vrouwenarbeid boven 16 jaren. Ook de stijging schijnt niet zóó, dat men er nu bepaald de aandacht aan wijdt. In 1909 was het aantal gehuwde arbeidsters in de industrie, die onder de Veiligheidswet valt, 5470, in 1910 was dit tot 6471 gestegen. Wie echter mocht meenen, dat de arbeid buiten den eigenlijken gezins arbeid dus niet erg is, miskent den grooten invloed van het groote terrein, waarop Veiligheidswet en Arbeidswet geen vat hebben, zooals land- en tuin bouw, veenderijen en de huis industrie. Ook wij erkennen, dat er van het gezin zeer weinig terecht komt, als de moeder er niet dagelijks in is. Maar wie denkt dat die vrouwenar beid, zoo maar door een wettelijk verbod b.v., is uit te roeien, vergist zich ten eenen male. Afgescheiden van de dialectische meening, dat de moderne industrie nu eeDinaal een gebruik van vrouwen en kinderarbeid noodzakelijk maakt, moet men de redenen, waarom die vele vrouwen buitenshuis werken, kennen, om te beseffen, dat een verbod hier nog rampzaliger zou werken. Niet minder toch dan 84,1 van alle gehuwde vrouwen doen het, dwongen door de onvoldoende ver dienste van den man, en 18,9% om redenen, die op hetzelfde neerkomen. Slechts 16,7 deed het om te sparen of vooruit te komen of uit verveliDg, b.v. door kinderloosheid. Deze vrouwenarbeid, zoo gauw het als een maatschappelijke noodzakelijk heid, althans on-ontkoombaarheid wordt aanvaard, schept natuurlijk allerlei nieuwe behoeften. Denk aan inrichtingen tot kinderverzorging, zuigelingenkeukens, coöperatieve in richtingen, om verschillende huise lljke werkzaamheden buitenshuis zoo goedkoop mogelijk te kunnen laten doen, etc., etc. Wat blijft er zoo van dat empiri sche gezin over in veel gevallen, hetwelk ons altijd wordt voorgetoo- verd als do cel onzer maatschappij? De tijd, dat in het gezin letterlijk alles voor de eigen behoeften werd verkregen en vervaardigd is als een droom uit grijze oudheid wellicht nog iets, om bij te verwijlen, maar die tijd komt nooit weèrom Wie oog heeft voor het heden en ziet de groote veranderingen, die onze menschen-maaiscbapplj door maakt, zal ook niet blind blijven voor de grootere en steeds verande rende behoeften, waaraan alleen de imeenschap oplossing kan geven. En zoo iets ia ook de verstrekking van schoolvoeding en -kleeding aan kinderen, die onderwijs moeten ont vangen en dit niet voldoende kunnen door gebrek aan het eerste. De Leerplichtwet, waarover in een slotartikel, gaf feitelijk steenen voor brood. Zij dwong de ouders han kindereu ter schole te zenden, achtte 't daarom niet uitgesloten, dat dit soms alleen mogelijk zou zijn, als de overheid óók voor eten en kleeding zorgde. Schiep daartoe een gelegen heid, die, omdat zU niet dwingend ia voorgeschreven, tot nu toe slechts schaarsch woidt waargenomen. M. DE OORLOG. De legerberlchten van 21, 22 en 23 Juli. Van het W e s t e 1 ij k front. De Fransche communiqué's van den 21sten en 22steu melden niet veel belangrijks. De feiten die gemeld worden, bepalen zich hoofdzakelijk tot patrouille-gevechten en afslaan van kleine aanvallen op verschillende punten van het front, terwijl bij Ver dun een aanval der Duitschers ten Z. van Damloup die met groote kracht werd ondernomen eveneens mislukte. In de streek van Fleury giugen de Duitschers eenigszins voor uit en maakten zij gevangenen. De mededeeling van den 23sten daarentegen maakt meidiug van bet afslaan van Duitsche aanvallen bij Soyecourt (ten Z. van de Somme) en bij EpargeB. Verder wordt een overzicht gegeven van de behaalde terreinwinst ten Z. van de Somme. Het krachtig versterkte Etoilebosch i de geheele Duitsche stelling tus schen Vermandovillers en Estrées is nu in Fransche handen. In deze gevechten, die slechts enkele uren duurden, namen de Franschen 3000 Duitschers gevangen. Waar de EDgelsche officieele be richten van 21 en 22 dezer ook wei nig belangrijks melden, wordt een des te grooter plaats ingeruimd voor berichten van het front, betreffende de thans vermeesterde Duitsche stel lingen. Zoo wordt in een particulier bericht van de „Times", de nadruk gelegd op bet opnieuw binnendringen van het Fourreaux bosch door de Engelschen. Het bosch ligt op het hoogste gedeelte van een weg die thans over het front staat. Verder wordt gezegd dat de Engelschen niet meer doordringen in de oorspron kelijke richting, maar thans aanval len doen op de beenen van de wig die zij in het Duitsche front hebben gedreven. Volgens het bericht van 28 Juli maakten de Engelschen wederom vorderingen bij Pozières en nameD zij een aantal Duitschers gevangen. Op het front tusschen Pozières en Guillemont duren de gevechten, die buitengewoon hevig zijn, nog voort. Naar van Duitsche zijde wordt meegedeeld, werden in het Fourreaux- boscbeen aantal Engelschen gevangen genomen en 9 machinegeweren buit gemaakt. Aanvallen der Franschen op ver schillende punten van het front, o.a. bij Massiges (Champagne) en bij Fleury (bij Verdun) mislukten. Volgens het bericht van den 23en werden tusschen Ancre en Somme de aanvallen der Engelschen, die door sterk artillerievuur werden voorafgegaan, alle afgeslagen. Ten Z. van Somme mislukten enkele Fransche aanvallen. Meer dan 100 man werden gevangen genomen. In het Maasgebied werden vijande lijke afdeelingen, die bU Fleury aan vielen, teruggeslagen. Ten Z. van Damloup gingen de Duitschers vooruit. Verder wordt in de berichten van beide zijden melding gemaakt van luchtaanvallen op plaatsen achter het front. De Franschen wierpen o.a. bommen op Mülheim en omgeving, terwijl de Duitschors, bij wijze van tegenmaatregel, Belfort bombardeer- Van het O o s t e lij k front. Al gaat het ook langzaam, toch houdeD de vorderingen der Ru; aan. Naar van Russische zijde d. d. 21 Juli wordt medegedeeld, hebben do troepen onder generaal Sacharof, na alle moeilijkheden van de over tocht over de moerassige Lipa te hebben overwonnen, den vijand tei geworpen. Door afdeelingen die de Lipa waren overgetrokken, werden 1000 man gevangen genomen en 10 machine-geweren vermeesterd, 4 stukken berggeschut, waarvan 3 met bespanning, werden eveneens buit gemaakt. In de gevechten van dezer maakten de Rassen 2817 man en 75 officieren gevangen en namen zij drie kanonnen en een groot aan tal machine-geweren. Een nadere opgave is ook nog ge komen omtrent den buit behaald bij gevechten ten N. van de Lipa op 16 dezer. Behalve hetgeen reeds hier over werd gemeld, veroverden de Russen nog 49 machinegeweren, bommen- en mijnwerpers, 80 kisten met bommen en mijnen, wagens met munitie, 58 kisten met projectielen voor machinegeweren, drie opslag plaatsen van artillerie-munitie, waar van er dén niet miader dan 35.570 projectielen van verschillend kaliber bevatte, 5230 handgranaten, een ont zaglijke hoeveelheid geweerpatronen, drie zoeklichten en een groote hoe veelheid ander krijgstuig. Volgens een communiqué van den Isten duren de gevechten bij Riga voort. Ten N.O. van Smorgon namen de Russen een stuk vijandelijke loop graaf. Ten Z. van de Lipa schieten de Russen flink op.Hetgehucht Borestsjko z(jn zij reeds voorbij. Het aantal door de Russen ge maakte krijgsgevangenen op 21 eD Juli bedroeg meer dan 300 offi cieren en 12.000 man. Hierdoor stijgt het aantal gedurende 16 Juli gemaakte gevangenen tot 27.000 met inbegrip van de officieren. 40 kanonnen wer den buitgemaakt. Op den rechteroever van de Styr, ten Z. van de samenvloeiing met de Lipa werd het 13e regiment Oosten- rijksche landweer omsingeld, dat zich in zijn geheel overgaf. Aan de lijn Delatyn—Marawows— Sziget werden in de buurt van Wo- rokhta eenige hoogten vermeesterd. 3 machinegeweren werden veroverd en krijgsgevangenen gemaakt. Ten W. .van Yaremtsji werd een Oostenrljksche compagnie met alle machinegeweren gevangen genomen. Hot avondbericht van den 22sten en het communiqué van den 28sten geven aan dat de Russen bü Riga in de voorste Duitseh" stellingen door drongen. Tegenaanvallen der Duit schers werden afgeslagen. Aan den Stochod werden eveneens deaanvallen der Duitschersafgeslagen. In de buurt van Worokhty Tatarof werden 6 officieren en 483 man ge vangen genomen, 3 kanonnnen en 4 mitrailleurs werden veroverd. Volgens het Duitsche leger bericht van 22 dezer werden de Russische aanvallen ter weerszijden van den weg Eckau Kekkau met zware ver liezen door den vijand afgeslagen. Naar in het bericht van den 23sten wordt gemeld, werd laat in den avond ondernomen aanval op hetzelfde front eveneens afgeslagen. Een poging der Russen om ten Z.W. van Berestsozko over den Styr te trekken werd verijdeld. Naar een bericht van Duitsche zijde dd. 22 dezer wordt gemeld, behooren de gevechten bij Riga tot de hevigste, die op het Oostelijk front werden ge leverd. Na een buitengewoon krachtige beschieting gingen de Russen herhaal delijk tot den aanval over. Telkeris stormden nieuwe troepeD op de Duit sche stellingen aan, zij werden even wel door het geweldige vuur der Duitschers teruggeslagen. Het Oostenrijksche communiqué van 22 Juli geeft aan, dat de hoogte Maguna, bij Tatarow, hernomen werd. Bij Berestecsko betrokken de troepen „nieuwe stellingen". Lang zijn de Oostenrijkers niet in het bezit van de heroverde hoogte gebleven. Vol gens het bericht van den 23en ten minste, werden de op de Maqura strijdende afdeelingen teruggenomen in de richting van den voornaamsten kam van de Karpatben. Overigens is de toestand onveran derd. Van het Oost e n rij k sch-Itali- aansche front. Van Italiaansche zijde wordt d.d. 22 Juli gemeld, dat op verschillende punten voordeelen werden behaald. De Rollopas werd bezet en versterkt, in het Sextendal werd de Eisertop bereikt en versterkt, de vermeestering van de Ciwa-Vallone werd voltooid door de in bezit* neming van den laatsten top. In het Cia-dal werden 9 officieren en 244 man gevangen genomen en machinegeweren vermeesterd. Naar het communiqué van den 23sten mededeelt, kregen de Italianen vasten voet op de hellingen van den Monte Zebio. Zij veroverden hier de vijandelijke stelliDg over een lengte van meer dan 1 K.M. 120 man wer den gevangen genomen. Indestreek der Dolomieten werden een tweetal sterke Oostenrijksche stellingen ge nomen. 8 officieren en 189 man, als mede 2 kanonnen, en eenige bom- werpera vielen in handen der Italianen. Het Oostenrijksche legerbericht van 22 Juli meldt het afslaan van aan vallen der Italianen op de hoogten ten N. van de Posina, en bij Panne- veggio. Erkend wordt dat bjj de Rollo pas de Italianen eenige vorderingen' maakten. Volgens de mededeeling van den 23sten werden de vijandelijke aan vallen alle afgeslageno.m. ten Z. van den Val Lugano en in de buurt van Panneveggio aan de Isonzo hevig geschutvuur. Van het RussischTurksche front. Ook tegenover de Turken zetten de Russen hun offensief met kracht voort. Ten W. van Platana, in het kust-gebied werden de Turken uit een reeks versterkte stellingen ge worpen. Bij de vermeestering van Goemisjan werden 2 veldkanonnen veroverd. Ten N.O. van Kialkit-Tsjetvlik werden 7 officieren en 120 man ge vangen genomen. Een bericht van 23 Juli meldt dat de stad Fal, aan de Zwarte Zee-kust, door de Russen genomen werd. Ten Z. van de stad drongen de Russen verder vooruit. Ten N. van Ersingjan bezetten de Russen Kialkit-Tsjetvlik. In de rich ting van Ersingjan trokken de Russen over den Euphraat. In de richting van Massoel 3treden s Russen tegen sterke Turksche af deelingen. Een later bericht meldt nog dat Ardas (ten Z. van Fal) door de Russen werd bezet. De Turksche berichten melden dat de opstelling der troepen op het front in den Kaukasus niet werd gewijzigd. Alle Russische aanvallen werden af geslagen. De Russische troepen die bij Rewan- duz door de Turken werden aange vallen, sloegen op de vlucht en trok ken af in O. richting. De Turken achtervolgden hen. 30 K.M. ten O. van de stad trachtten de Russen weder stand te houden doch werden opnieuw teruggeslagen. De Arabische opstand. Cairo, 22 Juli. Hier zjjn betrouw bare berichten ontvangen omtrent de jongste gevechten bij Medina, welks garnizoen een uitval heeft gedaau tegen de Arabieren, die de stad van de Zuidzijde belegerden. De Turken verloren 2500 man, ter wijl de verliezen van den Sjerif 500 '_en. De Arabieren hebben een groote hoeveelheid wapens buitge maakt. Sjerif Abdoellah beschiet thans de kazernes en huizen te Taif, waar de Turken nog standhouden. Hun spoedige overgave wordt verwacht. De duikboot- en mljnoorlog. Het EDgelsche stoomschip „Wolf" (2428 ton) i3 in den grond geboord. De bemanning werd gered. Het motor schip „Samroe", dat door een onder zeeër werd beschoten, werd naar de Tyne gesleept, doch liep vol water en zonk. De bemanning kon gered worden. Het Noorsche stoomschip „Bamse" en de Zweedsche zeilschepen „Juno" en „Ida" werden in brand geschoten. Uit Stockholm wordt nog bericht, dat 4 Duitsche vrachtschepen bij den ingang van de haven van Lulea door Russische onderzeeërs achtervolgd werden. Toen een Zweedsche torpe doboot toesnelde, vluchtten de ondor- BINNENLAND. De 0 „VII". In tegenwoordigheid van minister Rambonnet en eenige genood igden is Zaterdagochtend van de werf der Maatschappij voor scheeps- en werk tuigbouw „Fijenoord" te Rotterdam de onderzeeboot VII, gebouwd volgens het Hay-Denny type, te water gelaten. Deze is de eerste onderzeeboot, welke te Rotterdam werd gebouwd. De tewaterlating is niet, zooals gewoon lijk, geschied met met het achterschip naar voren, maar zijwaarts. Het ligt in het voornemen in het laatst van Augustus met de verschil lende proefnemingen een aanvang te maken. Het opbrengenvan Vlsschersschspsn. In een deel van de oplaag van ons vorig nummer hebben wjj reeds mede gedeeld, dat op een te den Haag ge houden reedersvergadering een pro test motie werd aangenomen tegen de houding der Engelsche regeering. In deze motie wordt er opgewezen, hoe de Engelsche regeering zich niet ontziet om een belangrijke tak van oflze nationale nijverheid met onder gang te bedreigenhoe verder belet wordt, dat de haring aan andere neu trale af aemers, als Zweden en Amerika wordt verkocht en ook Nederland van het voor het binnenland geëischte quantum verstoken blijft. Ook wordt er op gewezen dat de reeders met groote kosten hunne schepen moesten uitrusten, zonder dat er door de Engelsche regeering is gewaarschuwd dat zij tegen het bedrijf zou ageeren. De motie eindigt met een strenge afkeuring der Engelsche maatregelen, waarbij blijkbaar alleen gelet wordt op het recht van den sterkste. De verwachting en ook de eisch wordt uitgesproken,datde Britsche regeeriDg onze visschersschepen met de beman ningen en ladingen onverwijld zal vrijlaten en de betrokken reederijen zal schadeloosstellen, en dat bedoelde regeering, getrouw aan hare traditie loyaal en fair zij, door zich alsnog bereid te verklaren om desgewenscht een gedeelte van de haring af te nemen en onze visscherij verder ongemoeid te laten. De motie werd ter kennis gebracht van den minister van buitenlandsche zaken, in het vertrouwen, dat zij on middellijk aan de Engelsche regeering zou worden overgebracht. De zeelieden die op de trawlers varen, zien natuurlijk ook hun bestaan bedreigd. Door het bestuur van de Nederlandsche Zeemansver- eeniging „Volbarding" te Rotterdam, is daarom het volgende telegram den Engelschen gezant te den Haag verzonden De Nederlandsche Zeemansvereeni ging te Rotterdam nam kennis van den eisch der Engelsche regeeriDg om de Nederlandsche visschersvloot stop te leggen, welken eisch kracht wordt bijgezet door het opbrengen dei vreedzame visschersvaartuigen. Zij brengt onder uw aandacht, dat deze willekeurige maatregel voert tot werkloosheid van ruim 10.000 Neder landsche arbeiders, die bij het vis- scherljbedrljf betrokken en daarvan afhankelijk zijn en die bij doorvoering van den Engelschen eisch aan bit teren nood en diepe armoede worden overgeleverd. Zij protesteert energiek tegen deze poging tot grove rechtsschennia, ge pleegd door een regeering, die zich voordraagt als de beschermster der belangen van de kleinen. De maxlmum-groenteprljzen. Op de groentemarkt te Amsterdam, was Zaterdagmorgen slechts heel weinig aanvoer. De grossiers hadden ongeveer niets kunnen koopen, terwijl de kleinhandelaren, die zelf naar de veiling getrokken waren om te trachten groente in te slaan, hierin niet slaagden, onbekend als zy waren met de veilingen. Bovendien werden zij door de grossiers in de wielen gereden. Sommige kooplieden tracht ten met de te Amsterdam gekochte groenten naar Zaandam te komen, "en de maximumprijzen daar niet gehandhaafd worden. Evenals de tuinders die met bun groente terug wilden keeren, werden zU aange houden. Aanvoer van vrije groente en fruit (waarvoor geen maximumprijzen zijn vastgesteld) was er genoeg. De prijzen hiervan liepen dan ook geweldig op. Het „Hbl." had een onderhoud met in heer Schaper, voorzitter van de commissie van toezicht op de groenten- centrale. De heer Schaper merkte op hoe groot de moeilpheden waren, waar mede men te kampen had. Vooral weer werkt tegen. De aanvoer is klein omdat het niet warm genoeg is. Echter kan het percentage van uitvoer niet lager gesteld worden. Een paar warme dagen, en de groenten zou overblijven en bederven. Het voorstel van het „Hbl.", om het percentage driemaal per week vast te stellen, vond ook instemming b\j den heer Schaper. Echter is de Minister het niet alt(jd eens met de besluiten der commissie, en dan dient men in bet oog te houden* dat de Minister alleen verantwoordelijk is tegenover de Kamer. De heer Schaper verdedigde voorts de Groentencentrale tegen de z. i. onverdiende verwijten. Men neemt van daaruit krasse maat regelen tegen fraude. De heer Schaper ontkende verder dat het uitvoer- jercentage te hoog genomen was. De jerekeningen der binnenlandsche be hoeften hebben min of meer gefaald, doordat de conservénfabrieken groote hoeveelheden groenten hebben inge maakt, in de hoop later te kunnen uitvoeren. Er wordt thans echter tegen gewaakt. Als iemand van de binnen landsche hoeveelheid voor conserven- fabrieken koopt, wordt hij van de veilingen geweerd. De heer Schaper erkende ten slotte dat de toestand zeer moeilijk was. Echter was hjj van meening dat de max.-pryzen gehandhaafd dienden te blijven. Er was evenwel geadviseerd bet percentage van uitvoer te ver kleinen en de max.-prljs van bloem kool le soort te verhoogen. Inderdaad is door den minister van landbouw een nieuw percentage voor binnenlandsch verbruik van groente en vroege aardappelen vastgesteld. Dit is tot nadere afkondiging be paald als volgt: le en 2e kwaliteit bloemkool als mede uitschot 80 pet., peen 75 pet., doperwten 60 pet., kropsla 70 pet., tuinboonen 60 pet., roode-, witte- en savoyekool 40 pet. Het percen tage van de dagelljbsche aanvoeren van vroege aardappelen boven de vastgestelde zeefmaat van 40 m.M., dat op de veilingen voor het binnen land moet worden geveild, wordt voor de week van 22 29 dezer vastgesteld voor Koksianen en Duke of York boven een zeefmaat van 40 m.M. niets, andere muizen en School meesters boven een zeefmaat van 40 m.M. 40 pet. De tuinders zijn slecht te spreken over de regeeringsmaat-regelen. Op een in de vorige week gehouden ver gadering werden tal van klachten naar voren gebracht. De Noord-Hol- landsche tuinders lieten zich scherp uit over de regeeringsmaatregelen, die zoo willekeurig zyn en weinig rekening houden met de producenten. De regeering kan toch zien zoo werd gezegd—dat er te veel in het land blijft voor eigen verbruik. Hoewel Duitach- land een vr(j hoogen prijs betaalt voor de aardappelen, blijven we met dien voor het binnenland nog 20 ets. beneden den productieprijs. Limburg klaagde over den hoogen zeefmaat waardoor van sommige aardappel soorten haast niets kon worden uit gevoerd. De eisch der Engelsche regeering betreffende uitvoer van aardappelen naar dat land, werd sterk gehekeld. Na uitvoerige discussie werd even wel besloten dat de besturen der veilingen zelf zullen koopen en in consignatie naar Engeland zenden. Ook de maximumprijzen werden aan kritiek onderworpen. Een der afgevaardigden uit Venlo gaf aan welke schade aldaar geleden is door het verbod van uitvoer voor salade. Hoewel voor 10 ets. per 100 krop verkocht werd, moesten er nog honderdduizend als onverkoopbaar weggeworpen worden. N.V. Stoombootdienst van Gebr. Zur Mühlen. GOEDKOOP REIZEN. DAGELIJKS: van NIEUWEDIEP 's morfl. 7 uur, 's avonds 11 uur, van AMSTERDAM 'smorg. 9.15 uur, 'smldd. 3.30 uur. Uitvoer van boter. De Minister van Landbouw heeft bepaald, dat gedurende de week van 28 tot 30 Juli a.8. voor 45 pCt. der boterproductie certificaten an uitvoer worden verleend en en 55 pCt. voor het binnenlandsch verbruik zal moeten worden beschikbaar gesteld. Hat Oranjeboek. Zaterdag is in druk verschenen het aangekondigde Oranjeboek, waar in de minister van buitenlandsche zaken een overzicht geeft van door dit ministerie behandelde aangelegen heden in het tijdvak van October 1915 tot Juli 1916. In het boek zijn de verschillende diplomatieke stukken opgenomen, welke gewisseld zijn in zake de be lemmering van de neutrale handel en scheepvaart door de oorlogvoeren de mogendheden, de behandeling van postpakketten door de Britsche regeering, de vernieling en aanhou ding van Nederlandsche schepen („Elisa Helena", de „Berkolstroom"), de beschieting van het stoomschip „Bandoeng" door een Duitsche onder zeëer, het vergaan of beschadigen van Nederlandsche sehepen door torpedo's (hieronder vallen de „Tubantia", „Eemdljk" en „Rijndijk"); de toepas sing van art. 4 der Neutraliteits- proclamatie (o. a. betreffende de inter- neering van de Duitsche onderzeëer- mynenlegger „U C 8", is van de EDgelsche onderzeeboot „H6", inter- neering van luchtvaartuigen enz., het aanhouden der mail en eenige minder belangrijke voorvallen. Een zeegevecht. Men meldt uit IJmuiden aan het Handelsblad: De bemanning van een Zondagavond in IJmuiden aangekomen Katwijk- schen haringlogger deelde mede, op Dinsdag jongstleden nabij de Schot- sche kust getuige te zijn geweest van een ontmoeting van drie gewapende Engelsche stoomkorders, waarschijn lijk patrouille vaartuigen, met een paar Duitsche duikbooten, na welk samentreffen eeü regelmatig zeege vecht ontstond. Van beide zijden werd hevig gevochten. De duikbooten be haalden ten slotte de overwinning. duikbooten schoten met zware granaten, van welke één niet ver van den logger in zee terecht kwam. Men had één korder in brand zien schieten en later zien zinken, doordat een granaat het schip in den boeg trof. Al vechtende vluchtten de twee andere stoomkorders, achterna gezet door de duikbooten, zoodat men van den haringlogger af den verderen af loop niet had kunnen waarnemen. Da ongeregeldheden te Soerabaje. Zondagmorgen werden van het Wachtschip te Hellevoetsluis 43 sche pelingen uit den zeedienst ontslagen, welke onlangs uit Oost Indië zjjn ge repatrieerd, als zynde de hoofddaders van de ongeregeldheden te Soerabaja. Het ontslag is verleend als gevolg van „wangedrag" of wegens „verre gaande plichtverzaking als militair." Een viertal, die niet voor ontslag iu aanmerking komen, zijn Zondag met verlof vertrokken. Loggors alt houtvisschers. Vier Katwljker loggers, welke Zondag te IJmuiden binnenkwamen, hadden alle een partij gezaagd bout aan boord, welke zij nabij de Schotsche kust hadden opgevifleht. Het hout was afkomstig van een Zweedsch houtbootje dat door een Duitsche onderzeëer was aangehouden en blijk baar bevel kreeg de geheele hout lading over boord te zetten. Van 3 uur 'smiddagB tot elf uur 's avonds was men hiermede bezig, waaraa het schip de reis kon voortzetten. Waarschijnlijk hebben ook andere loggers veel hout opgevischt. Duur speelgoed. De heer W. uit Ellewoutsdljk ver loor op weg naar de haven een briefje van f 60. Er werd natuurlijk druk naar gezocht. Toevallig viel de aan dacht van een der zoekenden op het papieren scheepje van een kleinen jongen. Hij ontdekte daarin het ge zochte papiertje. Het jongentje keek vreemd op dat z|jn scheepje zoo de aandacht trok, maar was wat in zijn schik over de groote som waarvoor hij het kon verkoopen. Waarschuwing. Door een tweetal, tot heden onbe kend gebleven mannen werden in 'sGravenhage dezer dagen strooibil jetten met den volgenden inhoud ver spreid „Surrogaat. Wascbkristal. Zelfwer kend waschmiddel. Is geen chloor of soda. Deze waschkristal op te lossen met kokend water. Het goed een ge- beelea nacht er in laten staan en men staat verbaasd over 't resultaat. Dit pakje is voldoende voor een wasch van 4 personen. Niet schadelijk voor 't linnen. Prys 10 cent.'Let op het merk W. K. M." Eenigen tijd na deze verspreiding kwamen de mannen terug en boden de in tasschen geborgen pakjes te koop aan. Een vrouw die van dit middel ge kocht had, kwam er zich b(j de politie over beklagen, dat niet alleen in het waschgoed groote groote gaten ge beten waren, maar dat ook haar armen het moesten ontgelden, die op ver schillende plaatsen verwondingen op liepen. Een monster van het „Waschmiddel" is in beslag genomen en zal worden onderzocht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1