ELDERSCHECOURANT
SCHOOLVOEDIN6 EN -KLEEDING.
No. 4651
DINSDAG 25 JULI 1916
44e JAARGANG
Naam
F. Smeding,
F. v. Waasdijk,
J. A. Boon,
F. C. Kooger,
J. F. Lunteron,
C. J. Cornet,
H. C. Flinke,
Wed. J. F. Domerghi, zonder,
M. M. das-Hamers,
K. Glas,
C. Kooru,
J. H. Plantjé,
D. W. Kwak,
LIJST van Ingekomen en vertrokken personen.
INGEKOMEN.
Beroep WoonplaatsVan
klerke H 1J.S., Koningdw.straat 73a, Leiden,
luitenant t/z. 8e kL, Keizerstraat 3, Voorburg,
korp.-maclilaedrijver, Kuiperstraat 1, Amsterdam,
werkman, Vijzelstraat 8q, id.
explicateur bioscoop, Spoorstraat 2, Botterdam,
marinier, Achterstraat 67, Leiden,
assïst. zeeonderxoek, Hoogstraat 99,
Calirorniestraat,
Julianadorp,
Naam
L. X'. J. Mazairac,
K. Venema,
K. Smit,
G. D. Meeder,
J. C Sturk,
L. IJsselstein,
- li. Dijkman.
J. A. v. d. Laag,
A. Bakker,
H. L. J. N. Dufoir,
S. Toren,
J. J. Ypeii.
C. G. Langenberg,
J. J. Buis,
officier-machinist,
rijksveldwachter,
V E 1
Beroep
majoor-torpedist,
korp.-torp
ld.
barbier,
stoker,
marinier,
leerling-machinist,
id.
Stationsstraat 19,
C. Ditostraat 10,
Keizerstraat 2c,
Weezenstraat 61,
ITBOKKEK.
Woonplaats
Vischmarkt 2.
BreeawarsBtraat 1.
Gravenstraat 91,
Weststraat 98,
Bertba II,
T 1W'
Amsterdam,
Vlissingen,
Anna Paulowna,
Naar:
Nieuwenhoorn,
W. Souburg,
Hellevoetsluls,
Amsterdam,
Leeuwarden,
Amsterdam,
Dordrecht,
TubbergeD,
Eibergen,
Hellevoeteluis,
Velsen,
|Ügp- De abonnementsprijs
van de „Heldersche Courant" is
thans por kwartaal in do stad
75 cent, franco por post ft—.
Op pagina 4 van ons blad zijn
opgenomen
1. Sport.
2. Uit de omtrek.
3. Feuilleton, enz.
Dat, was hot eerste symptoon in
mijn jeugd, waaruit mij bleek, dat
er op school ook nog iets anders
geschiedde dan moeilijke sommen
maken, vervelende taallessen leeren
of strafregels schrijven.
Er was toen nog geen sprake van
weLtelijke regeling van dat instituut
do Leerplichtwet bestond nog niet,
maar over de groene weiden van het
platteland kwamen er uit de groote
steden dergelijke geluiden tot het
dorpje, waar ik mijn jeugd sleet,
over, om ons duidelijk te maken,
dat er ergens scholen bestonden,
waarop men óók te eten kreeg. In
't algemeen vond men dit toen al
heel mal.
Het velband tusschen een gevulde
maag en goed onderwijs is thans
nog lang niet heldermaar een 25
jaar geleden was het dit heelemaal
niet.
En waar men al eindelijk het groote
nut van een behoorlijk gevoed en
gekleed schoolkind, ook voor de Maat
schappij erkent, daar is men het nog
lang niet eens over de wijze, waarop
die voeding, om van kleeding nog
maar niet te spreken, wordt ver
strekt.
Wij komen hier met name reeds
direct aan het punt, waaromheen
het debat over dit onderwerp in de
jongste raadszitting draaide.
De kerkelijke partijen zijn b. v.
tegen het verstrekken van school-
voeding en -kleeding van Gemeente
wege. Niet, omdat zij minder dan
anderen zouden voelen voor de pogin
gen, om de minderbedeelden te hel
pen, maar vooral, omdat, zooals de
heer Adriaanse het uitdrukte, het
gezin, de ouders, daarbij worden uit
geschakeld.
Het gezin is de eenheid, de cel,
waaraan het aantal de Maatschappij
vormt. Zorgt dat dit gezin geholpen
wordt, en gezond is, dan zal de
Maatschappij zelve ook gezond zijn.
Het is in dit principe zelfs denk
baar, dat verstrekking van hulp door
de Overheid zelf, zou worden aan
vaard, mits die werd veratrekt via
het gezin. Met andere woorden, als
kinderen honger lijden, is het niet
het ergste, dat die met behulp der
Overheid gevoed worden, indien die
kinderen dit maar in 't gezin nutti
gen, zoodat het hun door de ouders
wordt gegeven.
Waar nu artikel 35 der Leerplicht
wet de voedsel en kleeding-verstrek
king uitsluitend bepaalt tot de school
kinderen en de ouders daarbij uit
schakelt, ligt 't voor de hand, dat
rechts daar tegen is.
Dat echter de schoolvoeding en
-kleeding in een wet op de Leerplicht
is opgenomen is juist voor de anderen
een reden tot verheugenis, omdat
daarmee het verband tusschen voeding
en onderwijs is erkend, en de plicht,
om waar het eerste ontbreekt, dit
te verhelpen, tevens.
Het is een onderwas-belang, dus
een algemeen maatschappelijk belang,
dat de schoolgaande kinderen het
onderwijs behoorlijk tot zich kunnen
nemen.
Is dit door honger en gebrek aan
kleeding niet het geval en helpt de
overheid deze kinderen, dan is daar
mee tevens erkend, dat er tal van
gezinnen zijn, die meer en meer de
individueek plicht, om hun kinderen
te onderhouden, niet na kunnenkomen.
De theorie dat het gezin de cel is
der Maatschappij ware fraai in eene
Maatschappij waar in 't algemeen
welvaart heerschte en de hulp, die
deze cellen noodig hebben, zich be
paalde tot enkelen.
Maar waar het tekort aan voldoende
middelen van bestaan, de behoeftig];
heid zulk een massa-verschijnsel is
geworden als in den tegenwoordigen
tijd, is bier een maatschappelijke
kwaal die niet meer is te genezen,
door hier en daar wat individueels
hulp te verleenen.
Zooals men bij de gevreesde ziekte
der tuberculose vrijwel algemeen de
methode toepast, om het geheels
lichaam te behandelen en te ver
sterken, zoo zullen ook de kwalen
onzer maatschappij door de gem
schap zelve moeten worden bestreden,
niet door hier en daar wat te peuteren
doch door flink en royaal ingrijpen.
Wat is toch m. i. de fout, die onze
rechtsche vrienden bij de verdediging
van dit bun beginsel maken?
Dat zij het gezin als een onver
anderlijke economische eenheid be
schouwen.
Maar ieder, die al eens iets aan
geschiedenis heeft gedaan, zal weten,
dat dit lang niet juist is. Ia vroeger
eeuwen was er van het gezin zooals
wij dat kennen, geen sprake.
Nieuwere behoeften, door ontwikke
ling der maatschappij ontstaan, schie
pen andere gezinsvormen, zooals
het burgerlijke gezin van thans ook
al lange jaren wordt ondermijnd en
misschien eens plaats zal moeten
maken voor weer een anderen vorm.
Maar hoe dit zij, de tegenstanders
van schoolvoeding en kleeding hebben
op 't oog de gezinsvorm, waarmede
onze maatschappij het, zoo goed en
zoo kwaad als 't dan gaat, in de
meerderheid der gevallen, nog doet.
Het gezin, waarin de man is de brood
winner en diens loon in staat moet
zijn, die behoefte te vervullen.
De moeder was bestemd voor de
gezinsarbeid ia engeren ziD, waar
onder de opvoeding en verzorging
der kinderen.
De hulp van buiten bepaalt zich
in dien gedachtenkring tot de enkele
buitengewone gevallen van nood en
de gezinnen der „armen", die den
menschen van God zijn gegeven om
de christelijke deugd der weldadig
heid uit te oefenen, zooals eenige
jaren een christelijk blad beweerde.
In dien gedachtengang past de stel
ling van den heer Cuno, burgemeester
der Duitsche stad Hagen, die hij in 't
laatst der vorige eeuw verkondigde dat
Het verstrekken van voedsel
aan schoolkinderen beperkt moest
blijven tot die gevallen, dat het-
zelve niet door ondersteuning van
het gezin verkregen kan worden.
Een stelling die intusschen vol-
korpen onhoudbaar is gebleken.
De maatschappelijke evolutie ging
zijn gang; de ontzettende toename
van vrouwen- en kinderarbeid, die
het gezin uit elkaar rukte, de hoe
langer hoe grootere onmogelijkheid
in tal van gezinnen, om in het gezin
behoorlijk kinderen te verzorgen en
op te voeden tot maatschappelijk
bruikbare burgers, was oorzaak, dat
allerlei instellingen, die vroeger ge
woon particulier waren, meer en meer
in handen der overheid kwamen. Zoo
ook dus het onderwijs.
Het onderwijs is niet allereerst een
individueel belang, maar is in de voor
naamste plaats een belang der ge
meenschap.
De lichamelijke verzorging is niet
alleen een elemeDt van individueel
ng, maar is ook van groot maat
schappelijk belang.
Om hetzelfde effect te bereiken
voor de geheele maatschappij schiet
de gezinszorg tekort, dat is nu .een
maal een niet te miskennen waarheid.
Men moet echter niet meenen, dat
leen de propaganda van menschen,
die dit al inzagen toen die maatschap
pelijke factoren nog voor de groote
massa verborgen bleven, deze denk
beelden zoo hebben verbreid.
De uitbreiding der statistiek op elk
gebied heeft ook hier haar nuttige
werking niet gemist.
En zoo bleef 't ook niet verborgen,
dat de physieke toestand der arbeiders
achteruitgaande was.
De volgende gegevens, ontleend aan
de Jaarcijfers voor Nederland", zeg
gen ons daarvan het volgende
Getal der afgekeurde militieplichti-
gen wegens ziekten en gebreken.
Jaren Beding A£«cSnt
1903 5480942 6526 0.12
1904 5509660 7564 0.187
1905 5591410 8067 0.144
1906 5672232 8162 0.144
1907 5747263 9066 0.158
1908 5825198 9444 0.162
1909 5898429 10923 0.185
1910 5945525 11032 0.185
1911 6022452 11470 0.19
Naast andere oorzaken is de arbeid
der gehuwde vrouw, die jaar op jaar
toeneemt, natuurlijk de schuld, dat
het komende geslacht, indien geen
andere hulpbronnen aanwezig zijn,
onder steeds slechtere voorwaarden
moet opgroeien.
Die vrouwenarbeid der gehuwde
schijnt in ons land volgens de offi-
cieele statistiek nog niet zoo onrust
barend. In 1909 zou deze buiten de
veenderijen hebben bedragen nog
geen 10% van alle vrouwenarbeid
boven 16 jaren. Ook de stijging schijnt
niet zóó, dat men er nu bepaald de
aandacht aan wijdt.
In 1909 was het aantal gehuwde
arbeidsters in de industrie, die onder
de Veiligheidswet valt, 5470, in 1910
was dit tot 6471 gestegen.
Wie echter mocht meenen, dat de
arbeid buiten den eigenlijken gezins
arbeid dus niet erg is, miskent den
grooten invloed van het groote terrein,
waarop Veiligheidswet en Arbeidswet
geen vat hebben, zooals land- en tuin
bouw, veenderijen en de huis
industrie.
Ook wij erkennen, dat er van het
gezin zeer weinig terecht komt, als
de moeder er niet dagelijks in is.
Maar wie denkt dat die vrouwenar
beid, zoo maar door een wettelijk
verbod b.v., is uit te roeien, vergist
zich ten eenen male.
Afgescheiden van de dialectische
meening, dat de moderne industrie
nu eeDinaal een gebruik van vrouwen
en kinderarbeid noodzakelijk maakt,
moet men de redenen, waarom die
vele vrouwen buitenshuis werken,
kennen, om te beseffen, dat een
verbod hier nog rampzaliger zou
werken.
Niet minder toch dan 84,1 van
alle gehuwde vrouwen doen het,
dwongen door de onvoldoende ver
dienste van den man, en 18,9% om
redenen, die op hetzelfde neerkomen.
Slechts 16,7 deed het om te
sparen of vooruit te komen of uit
verveliDg, b.v. door kinderloosheid.
Deze vrouwenarbeid, zoo gauw het
als een maatschappelijke noodzakelijk
heid, althans on-ontkoombaarheid
wordt aanvaard, schept natuurlijk
allerlei nieuwe behoeften. Denk aan
inrichtingen tot kinderverzorging,
zuigelingenkeukens, coöperatieve in
richtingen, om verschillende huise
lljke werkzaamheden buitenshuis zoo
goedkoop mogelijk te kunnen laten
doen, etc., etc.
Wat blijft er zoo van dat empiri
sche gezin over in veel gevallen,
hetwelk ons altijd wordt voorgetoo-
verd als do cel onzer maatschappij?
De tijd, dat in het gezin letterlijk
alles voor de eigen behoeften werd
verkregen en vervaardigd is als een
droom uit grijze oudheid wellicht
nog iets, om bij te verwijlen, maar
die tijd komt nooit weèrom
Wie oog heeft voor het heden en
ziet de groote veranderingen, die
onze menschen-maaiscbapplj door
maakt, zal ook niet blind blijven
voor de grootere en steeds verande
rende behoeften, waaraan alleen de
imeenschap oplossing kan geven.
En zoo iets ia ook de verstrekking
van schoolvoeding en -kleeding aan
kinderen, die onderwijs moeten ont
vangen en dit niet voldoende kunnen
door gebrek aan het eerste.
De Leerplichtwet, waarover in een
slotartikel, gaf feitelijk steenen voor
brood. Zij dwong de ouders han
kindereu ter schole te zenden, achtte
't daarom niet uitgesloten, dat dit
soms alleen mogelijk zou zijn, als de
overheid óók voor eten en kleeding
zorgde. Schiep daartoe een gelegen
heid, die, omdat zU niet dwingend
ia voorgeschreven, tot nu toe slechts
schaarsch woidt waargenomen. M.
DE OORLOG.
De legerberlchten van
21, 22 en 23 Juli.
Van het W e s t e 1 ij k front.
De Fransche communiqué's van den
21sten en 22steu melden niet veel
belangrijks. De feiten die gemeld
worden, bepalen zich hoofdzakelijk
tot patrouille-gevechten en afslaan
van kleine aanvallen op verschillende
punten van het front, terwijl bij Ver
dun een aanval der Duitschers ten
Z. van Damloup die met groote
kracht werd ondernomen eveneens
mislukte. In de streek van Fleury
giugen de Duitschers eenigszins voor
uit en maakten zij gevangenen.
De mededeeling van den 23sten
daarentegen maakt meidiug van bet
afslaan van Duitsche aanvallen bij
Soyecourt (ten Z. van de Somme) en
bij EpargeB.
Verder wordt een overzicht gegeven
van de behaalde terreinwinst ten Z.
van de Somme.
Het krachtig versterkte Etoilebosch
i de geheele Duitsche stelling tus
schen Vermandovillers en Estrées is
nu in Fransche handen. In deze
gevechten, die slechts enkele uren
duurden, namen de Franschen 3000
Duitschers gevangen.
Waar de EDgelsche officieele be
richten van 21 en 22 dezer ook wei
nig belangrijks melden, wordt een
des te grooter plaats ingeruimd voor
berichten van het front, betreffende
de thans vermeesterde Duitsche stel
lingen. Zoo wordt in een particulier
bericht van de „Times", de nadruk
gelegd op bet opnieuw binnendringen
van het Fourreaux bosch door de
Engelschen. Het bosch ligt op het
hoogste gedeelte van een weg die
thans over het front staat. Verder
wordt gezegd dat de Engelschen niet
meer doordringen in de oorspron
kelijke richting, maar thans aanval
len doen op de beenen van de wig
die zij in het Duitsche front hebben
gedreven.
Volgens het bericht van 28 Juli
maakten de Engelschen wederom
vorderingen bij Pozières en nameD
zij een aantal Duitschers gevangen.
Op het front tusschen Pozières en
Guillemont duren de gevechten, die
buitengewoon hevig zijn, nog voort.
Naar van Duitsche zijde wordt
meegedeeld, werden in het Fourreaux-
boscbeen aantal Engelschen gevangen
genomen en 9 machinegeweren buit
gemaakt.
Aanvallen der Franschen op ver
schillende punten van het front, o.a.
bij Massiges (Champagne) en bij Fleury
(bij Verdun) mislukten.
Volgens het bericht van den 23en
werden tusschen Ancre en Somme
de aanvallen der Engelschen, die
door sterk artillerievuur werden
voorafgegaan, alle afgeslagen.
Ten Z. van Somme mislukten
enkele Fransche aanvallen. Meer dan
100 man werden gevangen genomen.
In het Maasgebied werden vijande
lijke afdeelingen, die bU Fleury aan
vielen, teruggeslagen. Ten Z. van
Damloup gingen de Duitschers vooruit.
Verder wordt in de berichten van
beide zijden melding gemaakt van
luchtaanvallen op plaatsen achter het
front. De Franschen wierpen o.a.
bommen op Mülheim en omgeving,
terwijl de Duitschors, bij wijze van
tegenmaatregel, Belfort bombardeer-
Van het O o s t e lij k front.
Al gaat het ook langzaam, toch
houdeD de vorderingen der Ru;
aan. Naar van Russische zijde d. d.
21 Juli wordt medegedeeld, hebben
do troepen onder generaal Sacharof,
na alle moeilijkheden van de over
tocht over de moerassige Lipa te
hebben overwonnen, den vijand tei
geworpen. Door afdeelingen die de
Lipa waren overgetrokken, werden
1000 man gevangen genomen en
10 machine-geweren vermeesterd, 4
stukken berggeschut, waarvan 3 met
bespanning, werden eveneens buit
gemaakt. In de gevechten van
dezer maakten de Rassen 2817 man
en 75 officieren gevangen en namen
zij drie kanonnen en een groot aan
tal machine-geweren.
Een nadere opgave is ook nog ge
komen omtrent den buit behaald bij
gevechten ten N. van de Lipa op
16 dezer. Behalve hetgeen reeds hier
over werd gemeld, veroverden de
Russen nog 49 machinegeweren,
bommen- en mijnwerpers, 80 kisten
met bommen en mijnen, wagens met
munitie, 58 kisten met projectielen
voor machinegeweren, drie opslag
plaatsen van artillerie-munitie, waar
van er dén niet miader dan 35.570
projectielen van verschillend kaliber
bevatte, 5230 handgranaten, een ont
zaglijke hoeveelheid geweerpatronen,
drie zoeklichten en een groote hoe
veelheid ander krijgstuig.
Volgens een communiqué van den
Isten duren de gevechten bij Riga
voort. Ten N.O. van Smorgon namen
de Russen een stuk vijandelijke loop
graaf.
Ten Z. van de Lipa schieten de
Russen flink op.Hetgehucht Borestsjko
z(jn zij reeds voorbij.
Het aantal door de Russen ge
maakte krijgsgevangenen op 21 eD
Juli bedroeg meer dan 300 offi
cieren en 12.000 man. Hierdoor stijgt
het aantal gedurende 16 Juli gemaakte
gevangenen tot 27.000 met inbegrip
van de officieren. 40 kanonnen wer
den buitgemaakt.
Op den rechteroever van de Styr,
ten Z. van de samenvloeiing met de
Lipa werd het 13e regiment Oosten-
rijksche landweer omsingeld, dat zich
in zijn geheel overgaf.
Aan de lijn Delatyn—Marawows—
Sziget werden in de buurt van Wo-
rokhta eenige hoogten vermeesterd.
3 machinegeweren werden veroverd
en krijgsgevangenen gemaakt.
Ten W. .van Yaremtsji werd een
Oostenrljksche compagnie met alle
machinegeweren gevangen genomen.
Hot avondbericht van den 22sten
en het communiqué van den 28sten
geven aan dat de Russen bü Riga in
de voorste Duitseh" stellingen door
drongen. Tegenaanvallen der Duit
schers werden afgeslagen.
Aan den Stochod werden eveneens
deaanvallen der Duitschersafgeslagen.
In de buurt van Worokhty Tatarof
werden 6 officieren en 483 man ge
vangen genomen, 3 kanonnnen en 4
mitrailleurs werden veroverd.
Volgens het Duitsche leger bericht
van 22 dezer werden de Russische
aanvallen ter weerszijden van den
weg Eckau Kekkau met zware ver
liezen door den vijand afgeslagen.
Naar in het bericht van den 23sten
wordt gemeld, werd laat in den avond
ondernomen aanval op hetzelfde front
eveneens afgeslagen.
Een poging der Russen om ten
Z.W. van Berestsozko over den Styr
te trekken werd verijdeld.
Naar een bericht van Duitsche zijde
dd. 22 dezer wordt gemeld, behooren
de gevechten bij Riga tot de hevigste,
die op het Oostelijk front werden ge
leverd. Na een buitengewoon krachtige
beschieting gingen de Russen herhaal
delijk tot den aanval over. Telkeris
stormden nieuwe troepeD op de Duit
sche stellingen aan, zij werden even
wel door het geweldige vuur der
Duitschers teruggeslagen.
Het Oostenrijksche communiqué
van 22 Juli geeft aan, dat de hoogte
Maguna, bij Tatarow, hernomen werd.
Bij Berestecsko betrokken de troepen
„nieuwe stellingen". Lang zijn de
Oostenrijkers niet in het bezit van
de heroverde hoogte gebleven. Vol
gens het bericht van den 23en ten
minste, werden de op de Maqura
strijdende afdeelingen teruggenomen
in de richting van den voornaamsten
kam van de Karpatben.
Overigens is de toestand onveran
derd.
Van het Oost e n rij k sch-Itali-
aansche front.
Van Italiaansche zijde wordt d.d.
22 Juli gemeld, dat op verschillende
punten voordeelen werden behaald.
De Rollopas werd bezet en versterkt,
in het Sextendal werd de Eisertop
bereikt en versterkt, de vermeestering
van de Ciwa-Vallone werd voltooid
door de in bezit* neming van den
laatsten top.
In het Cia-dal werden 9 officieren
en 244 man gevangen genomen en
machinegeweren vermeesterd.
Naar het communiqué van den
23sten mededeelt, kregen de Italianen
vasten voet op de hellingen van den
Monte Zebio. Zij veroverden hier de
vijandelijke stelliDg over een lengte
van meer dan 1 K.M. 120 man wer
den gevangen genomen. Indestreek
der Dolomieten werden een tweetal
sterke Oostenrijksche stellingen ge
nomen. 8 officieren en 189 man, als
mede 2 kanonnen, en eenige bom-
werpera vielen in handen der Italianen.
Het Oostenrijksche legerbericht van
22 Juli meldt het afslaan van aan
vallen der Italianen op de hoogten
ten N. van de Posina, en bij Panne-
veggio. Erkend wordt dat bjj de Rollo
pas de Italianen eenige vorderingen'
maakten.
Volgens de mededeeling van den
23sten werden de vijandelijke aan
vallen alle afgeslageno.m. ten Z.
van den Val Lugano en in de buurt
van Panneveggio aan de Isonzo hevig
geschutvuur.
Van het RussischTurksche
front.
Ook tegenover de Turken zetten
de Russen hun offensief met kracht
voort. Ten W. van Platana, in het
kust-gebied werden de Turken uit
een reeks versterkte stellingen ge
worpen. Bij de vermeestering van
Goemisjan werden 2 veldkanonnen
veroverd.
Ten N.O. van Kialkit-Tsjetvlik
werden 7 officieren en 120 man ge
vangen genomen.
Een bericht van 23 Juli meldt dat
de stad Fal, aan de Zwarte Zee-kust,
door de Russen genomen werd. Ten
Z. van de stad drongen de Russen
verder vooruit.
Ten N. van Ersingjan bezetten de
Russen Kialkit-Tsjetvlik. In de rich
ting van Ersingjan trokken de Russen
over den Euphraat.
In de richting van Massoel 3treden
s Russen tegen sterke Turksche af
deelingen.
Een later bericht meldt nog dat
Ardas (ten Z. van Fal) door de Russen
werd bezet.
De Turksche berichten melden dat
de opstelling der troepen op het front
in den Kaukasus niet werd gewijzigd.
Alle Russische aanvallen werden af
geslagen.
De Russische troepen die bij Rewan-
duz door de Turken werden aange
vallen, sloegen op de vlucht en trok
ken af in O. richting. De Turken
achtervolgden hen. 30 K.M. ten O.
van de stad trachtten de Russen
weder stand te houden doch werden
opnieuw teruggeslagen.
De Arabische opstand.
Cairo, 22 Juli. Hier zjjn betrouw
bare berichten ontvangen omtrent
de jongste gevechten bij Medina,
welks garnizoen een uitval heeft
gedaau tegen de Arabieren, die de
stad van de Zuidzijde belegerden.
De Turken verloren 2500 man, ter
wijl de verliezen van den Sjerif 500
'_en. De Arabieren hebben een
groote hoeveelheid wapens buitge
maakt. Sjerif Abdoellah beschiet thans
de kazernes en huizen te Taif, waar
de Turken nog standhouden. Hun
spoedige overgave wordt verwacht.
De duikboot- en mljnoorlog.
Het EDgelsche stoomschip „Wolf"
(2428 ton) i3 in den grond geboord.
De bemanning werd gered. Het motor
schip „Samroe", dat door een onder
zeeër werd beschoten, werd naar de
Tyne gesleept, doch liep vol water
en zonk. De bemanning kon gered
worden.
Het Noorsche stoomschip „Bamse"
en de Zweedsche zeilschepen „Juno"
en „Ida" werden in brand geschoten.
Uit Stockholm wordt nog bericht,
dat 4 Duitsche vrachtschepen bij den
ingang van de haven van Lulea door
Russische onderzeeërs achtervolgd
werden. Toen een Zweedsche torpe
doboot toesnelde, vluchtten de ondor-
BINNENLAND.
De 0 „VII".
In tegenwoordigheid van minister
Rambonnet en eenige genood igden
is Zaterdagochtend van de werf der
Maatschappij voor scheeps- en werk
tuigbouw „Fijenoord" te Rotterdam de
onderzeeboot VII, gebouwd volgens
het Hay-Denny type, te water gelaten.
Deze is de eerste onderzeeboot, welke
te Rotterdam werd gebouwd. De
tewaterlating is niet, zooals gewoon
lijk, geschied met met het achterschip
naar voren, maar zijwaarts.
Het ligt in het voornemen in het
laatst van Augustus met de verschil
lende proefnemingen een aanvang te
maken.
Het opbrengenvan Vlsschersschspsn.
In een deel van de oplaag van ons
vorig nummer hebben wjj reeds mede
gedeeld, dat op een te den Haag ge
houden reedersvergadering een pro
test motie werd aangenomen tegen de
houding der Engelsche regeering.
In deze motie wordt er opgewezen,
hoe de Engelsche regeering zich niet
ontziet om een belangrijke tak van
oflze nationale nijverheid met onder
gang te bedreigenhoe verder belet
wordt, dat de haring aan andere neu
trale af aemers, als Zweden en Amerika
wordt verkocht en ook Nederland van
het voor het binnenland geëischte
quantum verstoken blijft.
Ook wordt er op gewezen dat de
reeders met groote kosten hunne
schepen moesten uitrusten, zonder dat
er door de Engelsche regeering is
gewaarschuwd dat zij tegen het bedrijf
zou ageeren.
De motie eindigt met een strenge
afkeuring der Engelsche maatregelen,
waarbij blijkbaar alleen gelet wordt
op het recht van den sterkste. De
verwachting en ook de eisch wordt
uitgesproken,datde Britsche regeeriDg
onze visschersschepen met de beman
ningen en ladingen onverwijld zal
vrijlaten en de betrokken reederijen
zal schadeloosstellen, en dat bedoelde
regeering, getrouw aan hare traditie
loyaal en fair zij, door zich alsnog
bereid te verklaren om desgewenscht
een gedeelte van de haring af te nemen
en onze visscherij verder ongemoeid
te laten.
De motie werd ter kennis gebracht
van den minister van buitenlandsche
zaken, in het vertrouwen, dat zij on
middellijk aan de Engelsche regeering
zou worden overgebracht.
De zeelieden die op de trawlers
varen, zien natuurlijk ook hun
bestaan bedreigd. Door het bestuur
van de Nederlandsche Zeemansver-
eeniging „Volbarding" te Rotterdam,
is daarom het volgende telegram
den Engelschen gezant te den Haag
verzonden
De Nederlandsche Zeemansvereeni
ging te Rotterdam nam kennis van
den eisch der Engelsche regeeriDg
om de Nederlandsche visschersvloot
stop te leggen, welken eisch kracht
wordt bijgezet door het opbrengen
dei vreedzame visschersvaartuigen.
Zij brengt onder uw aandacht, dat
deze willekeurige maatregel voert tot
werkloosheid van ruim 10.000 Neder
landsche arbeiders, die bij het vis-
scherljbedrljf betrokken en daarvan
afhankelijk zijn en die bij doorvoering
van den Engelschen eisch aan bit
teren nood en diepe armoede worden
overgeleverd.
Zij protesteert energiek tegen deze
poging tot grove rechtsschennia, ge
pleegd door een regeering, die zich
voordraagt als de beschermster der
belangen van de kleinen.
De maxlmum-groenteprljzen.
Op de groentemarkt te Amsterdam,
was Zaterdagmorgen slechts heel
weinig aanvoer. De grossiers hadden
ongeveer niets kunnen koopen, terwijl
de kleinhandelaren, die zelf naar de
veiling getrokken waren om te
trachten groente in te slaan, hierin
niet slaagden, onbekend als zy waren
met de veilingen. Bovendien werden
zij door de grossiers in de wielen
gereden. Sommige kooplieden tracht
ten met de te Amsterdam gekochte
groenten naar Zaandam te komen,
"en de maximumprijzen daar
niet gehandhaafd worden. Evenals de
tuinders die met bun groente terug
wilden keeren, werden zU aange
houden.
Aanvoer van vrije groente en fruit
(waarvoor geen maximumprijzen zijn
vastgesteld) was er genoeg. De prijzen
hiervan liepen dan ook geweldig op.
Het „Hbl." had een onderhoud met
in heer Schaper, voorzitter van de
commissie van toezicht op de groenten-
centrale.
De heer Schaper merkte op hoe
groot de moeilpheden waren, waar
mede men te kampen had. Vooral
weer werkt tegen. De aanvoer is
klein omdat het niet warm genoeg
is. Echter kan het percentage van
uitvoer niet lager gesteld worden. Een
paar warme dagen, en de groenten
zou overblijven en bederven.
Het voorstel van het „Hbl.", om
het percentage driemaal per week
vast te stellen, vond ook instemming
b\j den heer Schaper. Echter is de
Minister het niet alt(jd eens met de
besluiten der commissie, en dan dient
men in bet oog te houden* dat de
Minister alleen verantwoordelijk is
tegenover de Kamer.
De heer Schaper verdedigde voorts
de Groentencentrale tegen de z. i.
onverdiende verwijten.
Men neemt van daaruit krasse maat
regelen tegen fraude. De heer Schaper
ontkende verder dat het uitvoer-
jercentage te hoog genomen was. De
jerekeningen der binnenlandsche be
hoeften hebben min of meer gefaald,
doordat de conservénfabrieken groote
hoeveelheden groenten hebben inge
maakt, in de hoop later te kunnen
uitvoeren. Er wordt thans echter tegen
gewaakt. Als iemand van de binnen
landsche hoeveelheid voor conserven-
fabrieken koopt, wordt hij van de
veilingen geweerd.
De heer Schaper erkende ten slotte
dat de toestand zeer moeilijk was.
Echter was hjj van meening dat de
max.-pryzen gehandhaafd dienden te
blijven. Er was evenwel geadviseerd
bet percentage van uitvoer te ver
kleinen en de max.-prljs van bloem
kool le soort te verhoogen.
Inderdaad is door den minister van
landbouw een nieuw percentage voor
binnenlandsch verbruik van groente
en vroege aardappelen vastgesteld.
Dit is tot nadere afkondiging be
paald als volgt:
le en 2e kwaliteit bloemkool als
mede uitschot 80 pet., peen 75 pet.,
doperwten 60 pet., kropsla 70 pet.,
tuinboonen 60 pet., roode-, witte- en
savoyekool 40 pet. Het percen
tage van de dagelljbsche aanvoeren
van vroege aardappelen boven de
vastgestelde zeefmaat van 40 m.M.,
dat op de veilingen voor het binnen
land moet worden geveild, wordt
voor de week van 22 29 dezer
vastgesteld voor Koksianen en Duke
of York boven een zeefmaat van 40
m.M. niets, andere muizen en School
meesters boven een zeefmaat van
40 m.M. 40 pet.
De tuinders zijn slecht te spreken
over de regeeringsmaat-regelen. Op
een in de vorige week gehouden ver
gadering werden tal van klachten
naar voren gebracht. De Noord-Hol-
landsche tuinders lieten zich scherp
uit over de regeeringsmaatregelen,
die zoo willekeurig zyn en weinig
rekening houden met de producenten.
De regeering kan toch zien zoo werd
gezegd—dat er te veel in het land blijft
voor eigen verbruik. Hoewel Duitach-
land een vr(j hoogen prijs betaalt
voor de aardappelen, blijven we met
dien voor het binnenland nog 20 ets.
beneden den productieprijs. Limburg
klaagde over den hoogen zeefmaat
waardoor van sommige aardappel
soorten haast niets kon worden uit
gevoerd.
De eisch der Engelsche regeering
betreffende uitvoer van aardappelen
naar dat land, werd sterk gehekeld.
Na uitvoerige discussie werd even
wel besloten dat de besturen der
veilingen zelf zullen koopen en in
consignatie naar Engeland zenden.
Ook de maximumprijzen werden
aan kritiek onderworpen.
Een der afgevaardigden uit Venlo
gaf aan welke schade aldaar geleden
is door het verbod van uitvoer voor
salade. Hoewel voor 10 ets. per 100
krop verkocht werd, moesten er nog
honderdduizend als onverkoopbaar
weggeworpen worden.
N.V. Stoombootdienst
van Gebr. Zur Mühlen.
GOEDKOOP REIZEN.
DAGELIJKS:
van NIEUWEDIEP
's morfl. 7 uur, 's avonds 11 uur,
van AMSTERDAM
'smorg. 9.15 uur, 'smldd. 3.30 uur.
Uitvoer van boter.
De Minister van Landbouw heeft
bepaald, dat gedurende de week van
28 tot 30 Juli a.8. voor 45 pCt. der
boterproductie certificaten an uitvoer
worden verleend en en 55 pCt. voor
het binnenlandsch verbruik zal moeten
worden beschikbaar gesteld.
Hat Oranjeboek.
Zaterdag is in druk verschenen
het aangekondigde Oranjeboek, waar
in de minister van buitenlandsche
zaken een overzicht geeft van door
dit ministerie behandelde aangelegen
heden in het tijdvak van October
1915 tot Juli 1916.
In het boek zijn de verschillende
diplomatieke stukken opgenomen,
welke gewisseld zijn in zake de be
lemmering van de neutrale handel
en scheepvaart door de oorlogvoeren
de mogendheden, de behandeling van
postpakketten door de Britsche
regeering, de vernieling en aanhou
ding van Nederlandsche schepen
(„Elisa Helena", de „Berkolstroom"),
de beschieting van het stoomschip
„Bandoeng" door een Duitsche onder
zeëer, het vergaan of beschadigen van
Nederlandsche sehepen door torpedo's
(hieronder vallen de „Tubantia",
„Eemdljk" en „Rijndijk"); de toepas
sing van art. 4 der Neutraliteits-
proclamatie (o. a. betreffende de inter-
neering van de Duitsche onderzeëer-
mynenlegger „U C 8", is van de
EDgelsche onderzeeboot „H6", inter-
neering van luchtvaartuigen enz.,
het aanhouden der mail en eenige
minder belangrijke voorvallen.
Een zeegevecht.
Men meldt uit IJmuiden aan het
Handelsblad:
De bemanning van een Zondagavond
in IJmuiden aangekomen Katwijk-
schen haringlogger deelde mede, op
Dinsdag jongstleden nabij de Schot-
sche kust getuige te zijn geweest van
een ontmoeting van drie gewapende
Engelsche stoomkorders, waarschijn
lijk patrouille vaartuigen, met een
paar Duitsche duikbooten, na welk
samentreffen eeü regelmatig zeege
vecht ontstond. Van beide zijden werd
hevig gevochten. De duikbooten be
haalden ten slotte de overwinning.
duikbooten schoten met zware
granaten, van welke één niet ver van
den logger in zee terecht kwam. Men
had één korder in brand zien schieten
en later zien zinken, doordat een
granaat het schip in den boeg trof.
Al vechtende vluchtten de twee
andere stoomkorders, achterna gezet
door de duikbooten, zoodat men van
den haringlogger af den verderen af
loop niet had kunnen waarnemen.
Da ongeregeldheden te Soerabaje.
Zondagmorgen werden van het
Wachtschip te Hellevoetsluis 43 sche
pelingen uit den zeedienst ontslagen,
welke onlangs uit Oost Indië zjjn ge
repatrieerd, als zynde de hoofddaders
van de ongeregeldheden te Soerabaja.
Het ontslag is verleend als gevolg
van „wangedrag" of wegens „verre
gaande plichtverzaking als militair."
Een viertal, die niet voor ontslag iu
aanmerking komen, zijn Zondag met
verlof vertrokken.
Loggors alt houtvisschers.
Vier Katwljker loggers, welke
Zondag te IJmuiden binnenkwamen,
hadden alle een partij gezaagd bout
aan boord, welke zij nabij de Schotsche
kust hadden opgevifleht. Het hout
was afkomstig van een Zweedsch
houtbootje dat door een Duitsche
onderzeëer was aangehouden en blijk
baar bevel kreeg de geheele hout
lading over boord te zetten. Van 3 uur
'smiddagB tot elf uur 's avonds was
men hiermede bezig, waaraa het schip
de reis kon voortzetten.
Waarschijnlijk hebben ook andere
loggers veel hout opgevischt.
Duur speelgoed.
De heer W. uit Ellewoutsdljk ver
loor op weg naar de haven een briefje
van f 60. Er werd natuurlijk druk
naar gezocht. Toevallig viel de aan
dacht van een der zoekenden op het
papieren scheepje van een kleinen
jongen. Hij ontdekte daarin het ge
zochte papiertje.
Het jongentje keek vreemd op dat
z|jn scheepje zoo de aandacht trok,
maar was wat in zijn schik over de
groote som waarvoor hij het kon
verkoopen.
Waarschuwing.
Door een tweetal, tot heden onbe
kend gebleven mannen werden in
'sGravenhage dezer dagen strooibil
jetten met den volgenden inhoud ver
spreid
„Surrogaat. Wascbkristal. Zelfwer
kend waschmiddel. Is geen chloor of
soda. Deze waschkristal op te lossen
met kokend water. Het goed een ge-
beelea nacht er in laten staan en men
staat verbaasd over 't resultaat. Dit
pakje is voldoende voor een wasch
van 4 personen. Niet schadelijk voor
't linnen. Prys 10 cent.'Let op het
merk W. K. M."
Eenigen tijd na deze verspreiding
kwamen de mannen terug en boden
de in tasschen geborgen pakjes te
koop aan.
Een vrouw die van dit middel ge
kocht had, kwam er zich b(j de politie
over beklagen, dat niet alleen in het
waschgoed groote groote gaten ge
beten waren, maar dat ook haar armen
het moesten ontgelden, die op ver
schillende plaatsen verwondingen op
liepen.
Een monster van het „Waschmiddel"
is in beslag genomen en zal worden
onderzocht.