HERMAN NYPELS,
THEE
E. Brandsma.
Notaris STAMMES
A. TEN (LOOSTER,
P P. VAM OEN BUL,
Engeland en bet oorlogsrecht ter zoo.
Uniformen
ZurMühleiuCo.
A. KLOPPER ZONEN,
DE HELDERSCHE BANK.
Magazijn van Piano's, Vleugels,
Orgels en Muziekinstrumenten.
HET KANTOOR
gedurende de maand
AUGUSTUS
's morgens van 9-12 uur,
'snamidd. v. 1.30-5 uur
s
Arts E. ALDERSHOFF,
„NEDERLAND"
HOLLANDAMERIKALIJN
F. MULDER, Weststraat 32.
Openbare Verkooping
INSULINDE
Schoenwit,
KEIZERSTRAAT 93, DEN HELDER.
REIS-,
SPORT- EN
JACHT-COSTUMES.
W. BIERENBROODSPOT,
DE KAART DER
GEMEENTE HELDER
Bakken en Braden: met DELFTSCHE SLAOLIE.
I Stoven en Smoren: met PLANTENVET DELFIA.
p BfcRF.ID MET DELFTSCHE SLAOUK
ÉtfïfK* ..PLANTENVET DELFIA
HELDER.
CIVIELE- EN MILITAIRE-KLEEDERMAKERIJ.
COMPLETE
MEUBfl LEERING
LOODSGRACHT 69.
iiïïiïïïïïP
Firma GROEN,
RUNDVET,
bij BEEK,
I
GEBRS. SPANJAARD
HET DULDEN MYSTERIE
van
ia
GEOPEND
Gevestigd te SCHAGEN:
voorloopig Hotel „Vader'ILangenegger].
Na 20 Augustus
LANDBOU WSTRAAT.
SPREEKUUR
werkdagen: 8-10 en 1-3 uur.
Zondags: 8-10 uur.
Passage-Agenten
der Stoomvaart-Maatschappij
en der
VERTEGENWOORDIGER
Correspondenten over passage-
aangelegenheden worden doorboven
staande Maatschappijen alleen ge
voerd met de Passage-Agenten.
Verkeoplokaal ai LoodsBraelit.
Weensdag 2 Augustus 1910,
morgens 10 uur.
a. wagens faillissement, van een
paard, een wagen, een broodkar, een
sportkarretje, 18 kippen met een baan,
diverse bakkerij-inventaris, bussen,
doozen, planken, manden, gewichteD,
bakplaten, brood- en beschuitbussen
enz., benevens meubilaire goederen.
b. wegens overlijden, van diverse
Meubilaire Goederen, w.o. penant-
kast, tafels, stoelen, speeltafel, spie
gels, schilderijen, ledikanten, matras
sen, bedden, wieg, vloerkleeden,
keukenbenoodigdheden, groot fornuis,
porcelein-, glas- en aardewerk enz. enz.
Te bezichtigen daags ta voran v. 2-6 uur.
.Het paard, de wegens, klppsn
w enz., worden allereerst buiten
verkocht.
Deurw. W. BIERSTEKER.
SPECIALITEIT VAN HET
MAGAZIJN,,DE 5TER"
Bad- s
Strand- Schoenen
Gymnastiek-
worden hagelwit door het
gebruik van
per pakje 77, ct.
Verkrijgbaar bij
Ass. Apoth.,
Speciaal adres
voor OVERHEMDEN naar maat.
OVERHEMDEN met piqué borst
f 2.85, prima kwaliteit.
3 perceelen
BOUWTERREIN te koop,
ook zeer geschikt voor Hdtel,
vlak tegenover het Station.
Adres: Aannemer WIJK ER.
AMSTERDAM.
IEDERE DONDERDAG
Is aan onzer COUPEURS aanwezig
van 12 tot 4 uur bij dan Heer
SPOORSTRAAT 87-89.
is als p rem ia op ons blad
niet meer verkrijgbaar.
Een beperkt aantal exem
plaren is tegen den gewonen
prijs van f 1.60 alsnog te
bekomen.
- Engeland en onze Visschersvloot. -
Vraagt Uwen boekhandelaar:
Korte inhoudsopgave: Engeland's willekeur tegènover de neutra
len, Engeland's strijd tegen de vr(je zee, het buitrecht, blokkaderecht,
contrabande, zeemijnenkwestie, Engeland's misbruik van vreemde vlaggen
180 bladzijden 60 cent.
UitgaveC. L.VAN LANGENHUYSEN, Amsterdam.
";mv
'^1 té- nwhbpy. "TA
Is verschenen het geschriftje: „Eet Schapenvleesch!"'
voor Land- en Zeemacht.
LAKENHANDEL.
Vraagt onze prijscourant.
Dit geschriftje bevat 24 Recepten van den kok der Oliefabrieken Calvé-Delft voor het gereed maken van schapenvleesch
in verschillende vormen. Naast de meest eenvoudige bereidingswijzen is ook een plaats gegeven aan recepten voor het
gebruik van schapenvleesch in het huishouden van meergegoeden. Verder is een rubriek Wenken en Mededeelingen
opgenomen, welke voor hutsmoeders, die met het bereiden van schapenvleesch een proef willen nemen, van belang kunnen zijn.
Wie het recepteoboekje „Eet Schapenvleesch f" wenscht te ontvangen, schrijve aan de Afdeeling Reclame der
OL1EFABREKEN GALVÉ-DELFT te DELFT. Adn iedere belangstellende wordt 'het gratis- en franco toegezonden.
ipijii
miiiiiyjjj
STEEDS DE NIEUWSTE STIJLEN.
BEZICHTIGT ONZE MODELLEN.
GROOTSTE SORTEERING.
MEELFABRIEK F R I S Q LEEUV^DEN
IfHADMAMQ' SOORT ZUIVER
RSUUr'MArNo BOEKWEITEMEEL
Zuidstraat 79,
blijft steeds de hoogste waarde
geven voor oud goud, zilver, galon,
naaimachines en alle voorkomende
artikelen.
Heeft weder mooie naaimachines te
koop.
Verkrijgbaar
puik best, eigen geslacht
MIDDENSTRAAT.
Wij belasten ons met
het incasseeren van
wissels en kwitanties
door geheel Nederland.
LANGESTRAAT 88 - Tel. Interc. 533 - ALKMAAR.
Voor het stemmen* per keer en bij abonnement,
komen wij geregeld aan den Helder,
Geeft vergenoegde gezichten om den theetafel.
FEUILLETON.
Doob C. N. en A. M. WILLIAMSON.
Vertaald door
W. J. en H. A. CORNELISSEN.
14.)
Neg voor het schip goed en wel
in de haven lag, waren een menigte
bruine kerels aan boord geklommen
uit kleine bootjes, vragend om de
bagage te mogen dragen van
reizigers; en terwijl een dezer in
slecht Fransch Stephen trachtte over
te halen van zijn diensten gebruik te
maken, trad een slanke, donkere jonge
man, keurig gekleed in rood en wit,
een fez zwierig schuin op het hoofd,
glimlachend op hem toe. „Pardon,
Monsieur," zei hy, met een sterk
keel-accent. „Je suis le domestique
de Monsieur Caird." Hem was opge
dragen, legde hij Stephen uit, te
zorgen voor Monsieur's bagag6 en
het was, geen acht te slaan op tous
ces Arabes la.Monsieur Caird wachtte
zijn vriend met ongeduld op de kade.
„Maar ben jij dan geen Arabier?"
vroeg Stephen, die, geen verschil kende
tuaschen hen die een turban of een
fez droegen.
„Je suis Kabyle, MonsieurKabyle
des hautes plateaus," antwoordde de
jongeling mettrots, een verachtelljken
blik werpend op de zich aanprijzende
pakjesdragers, welke blik hem echter
met interest werd teruggeven. Spot
tend keken zij naar zijn goud om
zoomd vest en jas van rood laken,
zijn lichtblauwen "gordel en wonderlijk
wjjden, witten broek, waaronder zich
een baud vertoonde van mat goud
boven de korte witte kousenzij ver
smaadden de vlekkelooze schoonheid
van zijn liverlj voor hun vrijheid ip
vuile lompen - of deden het ten
minste zoo voorkomen,
Stephen wendde zich tot Victoria,
die hij een oogenbliik uit het oog
verloren had. Hij wilde haar de
diensten van den Kabyle aanbieden,
maar ze had reeds een ouden Arabier
aangenomen. Gelukkig had ze hem
den naam gezegd van het hotel, waar
ze per telegram een kamer besteld
had.
Hij zag Caird op de kade staan,
naai- hem uitziend; het was nog
altijd het gelaat, zooals hij het in zijn
herinnering bewaardejongensachtig,
met mooie schitterende oogen een
hoog voorhoofd en blond, krullend
baar. De uitdrukking van zijn gelaat
was alleen mannelijker geworden,
maar er lag nog dezelfde wondere
engelenhlik in de oogen, die hem
den bijnaam bezorgd had van „Koor
knaap" en „Vleugel".
„Hallo, Langbeenl" riep Caird;
zwaaiend met zijn panama.
„Hallo, Vleugel!" riep Stephen,en
hij gevoelde zich plotseling wonderlijk
verheugd den vriend weer te zien,
aan wien hij maai' zelden gedurende
de laatste acht of negen jaar ge
dacht had. Het volgende oogenblik
stekt© hU Nevill vooraan Wiss Ray.
Om hem heen woelde een fantastisch
gekleede menigte. Bruine, haastig
voortloopende mannen, gekleed in
gescheurde lompen, van wie de spie
ren der bloote, onbehaarde beerien
schenen gebeeldhouwd in donker
eikenhoutglanzend zwarte mannen,
wier gelaat wel ebbenhout geleek
onder het ivoorwit van hun turbans;
bleeke geduldige Kabylen uit de laag
vlakte, gebogen onder groote zakken
meel, dat door de alecht-genaaide
zakken heenstoof en als witte rook
in de liicht vervloog. Groote grijze
muilezels en miniatuur-ezeltjes balk
ten, halfnaakte kinderen lachten en
schreeuwden, kropen door onder de
hoofden en pooten der paarden, of
vielen tegen de glimmende machine
kasten der wachtende auto's.
Caird wist de nieuw-aangekomënen
handig door de dichte menigte heen
te voeren, en bracht hen op een
veilig plekje tusschen zijn groote
gele auto en een hotel-omnibus, die
stond te wachten op reizigers en
bagage.
„Nu bent u beiden veilig," zei hy,
met erti jeugdige stem, die zoo vol
komen paste bij zijn heele persoon
lijkheid. Hy was eenige jaren ouder
dan Stephen, maar zag er veel jon
ger uitwant Stephen was bijna, zoo
al niet zes voet lang, en Nevill Caird
was zeker vier duim kleiner, en zeer
smal gebouwd. Zijn haar,was blond
als dat van een kind, en zijn gelaats
tint hoewel hij altijd in de open
lucht leefde onder den Zuidelijken
zonneschijn blank als die van een
meisje. Toch, dacht Victoria, maakte
hij den indruk van een echte manne
lijke persoonlijkheidmet haar krach
tige fantasie meende zij zelfs dat hij
een prachtig beeld voor een martelaar
zou zijn.
Nevill raadde Victoria met klem
af naar het door haar gekozen hotel
te gaan. „U moet in het geheel niet
naar een hotel gaan," zei hij. „Weest
u de gast van mijn tante. Het is
meer haar huis dan het mijne. Op
het oogenblik logeert er niemand bij
ons. Nu eens vraagt mijn tante gas
ten, dan ik weersoms doen we het
tegelijk. Nu noodig ik u uit, uit haar
naam. Ze is een allerliefste oude
dame. U zult haar zeker aardig
vinden".
Ik vind uw aanbod heel vriende-,
lijk," zei Victoria. „Maar ik kan on
mogelijk. Ik ben naar Algiers geko
men voor voor zaken, die voor
mij van heel groot belang zijn. Mr.
Knigbt zal u er alles wel van ver
tellen. Ik heb hem gevraagd, het u
te vertellen, en hij heeft mij beloofd
uw hulp te vragen. Als u alles weet,
zult u begrijpen, dat het voor mü
beter is bij niemand te gaan lo-
geeren".
Dit maakte aan alle verdere dis
cussies een eind. Nevill Caird bezat
te veel tact, om nog verder aan te
dringen. HU zei alleen nog dat zyn
tante, Lady MacGregor, aan Miss Ray
een briefje zou schrijven om haar
den volgenden dag voor de lunch te
inviteeren hij hoopte," dat Miss Ray
zou toestaan, haar met zijn
auto naar het Hotel de la Kasbah
brengen, dat geen omnibus had.
Dit aanbod nam Victoria dankbaaf-
aan; en terwijl Caird haar hielp in
stijgen in de mooie gele auto, zag
Stephen hoe de knappe Arabier, die
ook aan boord van de Charles Quex
was geweest, met onverholen nieuws
gierigheid naar Victoria stond te
kijken. Blijkbaar had hij haar sinds
zij de boot verliet, geen oogenblik
uit het oog verloren.
Nevill's chauffeur, een Algerijn,
stuurde de auto behendig doör de
bevolkte straten, waar open trams
voorbij snorden, overvol van witge-
sluierde vrouwen en Fransche meis
jes met groote hoeden. In het midden
der straten wandelen-Arabieren, die
zich niet verwaardigden een stap
vlugger te doen voor auto's of rijtui
gen. Kleine kinderen mét bekoor
lijke bruine gezichtjes en oogen als
bronnen van licht stormden van het
plaveisel tot bijna voor de auto,
lachend en bedelend, zonder eenige
vrees en buitengewoon onbeschaamd.
Het Hotel de la Kasbah, dat. Vic
toria, zooals ze eerlijk bekende, ge
kozen had om de lage prijzen, was,
zopals zijn naam aanduidde, dicht bij
den berg van de stad gelegen, dicht
bü den hoek van een bochtige Ara
bische straat, nauw en donker on
danks de laag witte kalk op de muren.
Stephen beviel de aanblik van het
hotel allerminst; hij vond het ge
schikt voor handelsreizigers of clubjes
toeristen, die goedkoop reizen wilden,
of die er van bielden het leven van
de inwoners van nabij te leereü ken
nen maar het scheen hem toe, dat,
ofschoon het- er zindelijk genoeg
uitzag, geen hotel minder geschikt
zijn kon voor een aardig jong
meisje, dat alleen reisde. Doch Victo
ria was vast besloten en had haar
kamér besteld; en zoo bleef er voor
Stephen niets anders over dan Caird's
voorbeeld te volgen en te zwijgen.
Toen. ze haar. goeden dag-zeiden, in
de zeer ordinaire steenen vestibule
vroeg Nevill haar het hem te laten
weten, wanneer ze het niet naar
haar zin had. „U komt dus morgen
om half twee by ons lunchen," ging
hy voort, „maar wanneer er voor
dien tyd iets is, belt u ons op per
telefoon, niet waar? We kunnen ge-
makkeiyk een ander hotel of pension
voor.u vinden,.als u .ten minste bij
uw besluit blijft, niet bij mijn tante
te komen logeeren."
„Als ik u noodig heb, zal ik u
roepen, dat beloof ik u zei Victoria.
En ofschoon ze Caird antwoordde,
keek ze Stephen Knight aan.
Toen verlieten ze haar. Stephen
was stil en in zich zelf gekeerd.
Maar hy trachtte zyn vooroordeel
tegen het hotel tegenover Nevill te
verbergen.
HOOFDSTUK VIIL
Toen ze da. winkelstraten van het
handelsgedeelte van Algiers verlaten
hadden, en de lange heuvelhelling
optreden naar Mustapha Superieur,
waar de meeste goedgebouwde en
fraaie huizen staan, spraken Nevill
i Caird en. Stephen over hetgeen ze
zagen,- en over Victoria Ray, doch
in het geheel niet over Stephen zelf.
Nevill had gevraagd of hij een goede
reis gehad had, maar verder vroeg
hy naar niets. Stephen was hier biy
om, en begreep zeer goed, dat het
geen onverschilligheid van zyn vriend
was. Wanneer dit het geval geweest
zou zyn, zou hy Stephen niet gevraagd
hebben, bij hem te komen.
Terwyi ze verschillende poorten
voorby gingen, die naar mooie huizen
voerden, vertelde Nevill allerlei van
Algiers. „We hebben hier eigeniyk eeu
nog al vermakelyk gezelschapsleven,"
zei hy. Wy zouden Algiers en elkan
der tegen eiken buitenstaander ver
dedigen, ofschoon ons grootste ge
noegen is, onderling te kibbelen of
de twist van anderen te beslechten,
om dan zelf weer opnieuw te be
ginnen. Het is voor onB een heel
vermaak en behoedt ons voor ver
suffing. Wé houden ook massa's lun
chen en „tea's" en we z|jn harteiyk
beu van de partyen, die we elkander
geven, maar toch zyn we woedend,
en worden we geel van nyd, als we
ergens niet geïnviteerd worden. Ik
doe er zelf gedeelteiyk ook aan mee;
ik breng uren zoek met leugentjes
te bedenken om voor verschillende
uitnoodigen een behooriyk bedankje
te vinden, maar, ik ben ook woedend,
als ik niet gevraagd ben.
(Wordt vervolgd.)