HELDERSCHE COURANT No. 4691 DONDERDAG 26 OCTOBER 1916 44e JAARGANG De abonnementsprijs van de „Holdorsobo Courant" Is thans per kwartaal In da stad 75 cent, franco por post ft.- Op pagina 4 van di opgenomen 1. Twesds Kamer. 2. Feuilleton, enz. blad Is DE OORLOG. De legerberichten van 23 en 24 October. Van het Westelijk front. Naar bet Duitache communiqué van den 24sten meldt., ontwikkelde de vijand op den 23sten, evenals op den 24sten groote kracht, en werden de met sterke troepenafdeel ingen ondernomen aanvallen voortgezet. Niettegenstaande de geweldige artil lerievoorbereiding liepen deze aanval len steeds op een mislukking uit. Vooral bij le Transloy leed de vijand ontzettende verliezen. Ten Z. van de Somme werd een poging der Frauschen om in het vak Ablaincourt Chaulnes tot den aanval over te gaau, verijdeld. Verder maakt het bericht melding van een sterke beschieting der Duit sche stellingen bij Verdun, hetgeen door de Duitsche batterijen krachtig beantwoord werd. Volgens het Engelsche communiqué van den 23sten werd de linie ten O. van Gueudecourt en Lesboeufs voor uitgebracht en meer dan 1000 yards vijandelijke loopgraaf vermeesterd. Twee zwakke aanvallen der Duit schers bij Gommecourt werden afge weerd. In een bericht van den 24sten wordt, nog aangegeven dat het terrein versterkt werd. De troepen die dezen vooruitgang voor huu rekening namen, verloren 1200 man en namen 1000 Duitschers gevangen. Van Fransche zijde wordt dd. 23 Oct. gemeld, dat ten N.O. van Mortal eenige vorderingen gemaakt werden. Bij het bosch van Chaulnes hadden levendige artilleriegevechten plaats. Deze vorderingen bij Mor val hebben de Eogelschen gelegenheid gegeven zic'a te nestelen voorbij den straatweg Le Sars—Mor val. Le Transloy wordt thans door de Frauschen beheerscht, die aldus de opmarsch der Eogelschen naar deze plaats sterk kunnen steunen In het avond-communiqué van den 24sten wordt melding gemaakt van een nieuw succes der Fran ke hen; ditmaal bij Verdun. Het bericht hieromtrent luidt: Aan het front bij Verdun hebben de Franschen de Duitsche linie over een front van zeven Kilometer en een diepte van ten hoogste drie Kilometer iD gedrukt. Zij namen het. dorp en het fort Douaumont, de sLeengroeven bü Haudromont en bezetten eene stelling langs den weg van Bras naar Douaumont. Er werden reeds 3500 gevangenen, waarbij honderd officieren geteld. De buit is nog niet opgenomen. De Franschen verliezen zijn gering. Een vrij gevoelig échec voor de Duitschers, gezien het feit, dat zy volgens het Duitsche legerbericht van den 24sten een dergelijken aanval verdachten. Op het O o s t e lij k front geen gebeurtenissen van belang. De berichten van het Oosten- rijkschlt a li aa nsche front bepalen zich tot het vermelden van vrij hevige artillerie-gevechten. Het Italiaan^che blad Messagero zegt uit goede bron te wéten, dat em nieuw groot offensief tegen Italië door de Oostenrijkers wordt voorbereid. Van het Oostenrijkse h-R o e- meensche front. Het gaat den Russen on Roemeniörs, die de grens tusschen Zevenburgen en Roemenië hebben te verdedigen, niet voor den wind. Niettegenstaande de Duitschers al hun krachten op de verschillende fronten moeten inspan nen, om de herhaalde aanvallen af te slaan, schijnen zij tegen Roemenie een sterke troepenmacht geconcentreerd te hebben. Blijkbaar hebben zij het erop gezet om, indien het eenigszins mogelijk is, en de militaire toestand gedoogt, dat nog meer manschappen aan de andere fronten kunnen worden onttrokken, Walachlje van het overig deel van Roemenie af te snijden. Hoewel do Roemeensche berichten hetdoen voorkómen, alsof de gevechten aan de grens plaats vinden, blijkt het bij nadere beschouwing, dat de Duitschers op meer dan een punt reeds op Roemeensch gebied strijden. Daarbij komt, dat de Duitschers zich nu ook van Predeal meester hebben gemaakt, waarbij zij 600 ge vangenen maakten en den verder tegenstand dei* Roemeniörs aan den Z. uitgang van den Rooden Torenpas hebben gebroken. De Roemeensche berichten van 24 Oct. melden het terugslaan van den vijand in het Uzal-dal en het Olt-dal. Bij een aanval op het vijandelijk front by Pitaz werden 10 officieren en 302 man gevangen genomen en 10 machinegeweren veroverd. Bij Predeal duren de gevechten voort. (Volgens het Duitsche bericht zijn deze met de vermeestering van Predeal geëindigd). Erkend wordt dat in het Jiul-dal de Roemenifirs voor do cen traiep moesten wijken. Hebben de Roemeniers dus bij de i verdediging van de grenzen weinig succes, in de Dobroedsja hebben zij een nederlaag geleden. Naar het Russische legerbericht aangeeft, moesten de Russen en de Roemeniers terugtrekken naar de hoogten ten N. van Konstanza Medjidia. Hierbij moet men echter in het oog houden, dat deze verplaatsing zeer snel in haar werk is gegaan, hetgeen wijst op een z waren tegenslag. En het is de .vraag of zij het op deze linie kunnen houden. Immers zetten de Duitschers en Bulgaren, vooral de laatsten, hunne aanvallen nogsteèds voort. Het Duitsche legerbericht van 24sten geeft aan dat Medjidia en Rasova werden vermeesterd. Van 21 tot 24 Oct. namen de Duitschers 75 officieren en 6693 man gevangen en veroverden zij 1 vaandel, 52 machine geweren, 12 kanoonen en 1 mijn- werper. In Macedoniö. Van Fransche zijde wordt mede- gedoeld, dat de Eogelschen in het vak van Moekakovo een loopgraaf ver meesterden on 20 man gevangen namen. In de bocht van de Tserna sloegen de Serviërs eenige aanvallen der Duitschers en Bulgai en af en gingen daarop zelf tot den aanval over. Hierbij vermeesterden zij 800 Meter loopgraaf en namen zij 50 man gevangen. De duikboot- en mljnoorlog. Do Engelsche stoomschepen „Bar- bara" (3740 Iod), „Midland" (4247 ton), Cluden" (3168 ton) en „W. Harkess", benevens de trawler „Effort" werden in den grond geboord. Verder werden do t Duitsche duik- booten tot ziuken gebrachtde Noor- sche stoomschepen „Rounaog" (795 ton), „Soestad" (2350 ton) en „Reus- fjeld" (781 ton), een Noorsche bark en een Zweedsohe schoener. Volgens den kapitein van het in den grond geboorde Roemeensche stoomschip „Bistritza" opereerden in de IJszee 10 Duitsche onderzeebooten. Aan de Roemeensche kust werden verschillende zeilschepen en een trans portschip van 3000 ton door een Turksche duikboot tot zinkeu ge bracht. De val van Kanstanza. De val van Konstaoza weid, naar de „Kölnische Volkszeitung" meldt, door zeer moorddadige gevechten voorafgegaan. Het van Woensdag tot Vrijdag aanhoudende geschutvuur heeft de sterk verdedigde stellingen van den vijand letterlijk vermorzeld. Nadat de artillerie-aanval een heillooze verwarring had aangericht, bood de vijand b|j den stormloop der infanterfb nog maar op enkele plaatsen krach- tigen tegenstand. Na enkele uren was zijn kracht gebroken en de terugtocht ontaardde in een wilde vlucht. Van militaire zijde te Berlijn wordt, blijkens informatie der „Korrespon- denz Norden", de verovering van Constanza beschouwd als de eerste periode van strijd op het Roemeensch oorlogstooneel, welke o. m. een om singeling van den tegenstander en bet opgeven van zijn offen.rief beoogde. Hij moet nu tot het defensief overgaan, dat door de afsnijding van de belang rijkste verbinding over Constanza bemoeilijkt wordt. Als een mogelijk gevolg van de overwinning in de Dobroedsja wordt hier het prijsgeven van Walachye met Boekarest door Roemenie voor zien. Het is niet onwaarschijnlijk, dat Roemeensche catastropho reeds in de eerstvolgende dagen door de komende gebeurtenissen aan het Zevenbergsche front zal worden be spoedigd. De (Engelsche) „Daily Chron." zegt De onmiddellijke gevolgen van de inneming van Constanza moeten zeer groot zijn. Het is de voornaamste Roemeensche zeehaven met een groo- ten uitvoer van petroleum en graan. Vermoedelijk waren er groote voor raden van beide aanwezig, die de vijand buit gemaakt zal hebben, maar de verdere mogelijkheden zijn nog neteliger. De Russisch Roemeensche troepen kunnen niet in noordelijke richting terugtrekken, want het is een levensbelang voor hen, om in aanraking met de brug van Tserna- woda te blijven, die feitelijk hun verbindingslijn over den Donau is. Zij moeten, als zij nog iets in de Dobroedzja behouden, dat brugge- hoofd behouden, en de vijand zal daarom vermoedelijk in staat zijn, voorbij hun linkervleugel noordwaarts naar den mond van den Donau te rukken en hen in den kleinen kring van de streek rondom Tsernawoda vast te houden. Zulk een brugge- hoofd is evenals alle vooruitsprin gende stellingen zeer moeielijk en costbaar te verdedigen tegen het vuur van moderne artillerie. Het is moge lijk, dat onze bondgenooten niet zullen beproeven het te behouden, en dat, indien zij het doen, hun dat niet zal gelukken. In beide gevallen zou hun terugtocht over» de brug een zeer moeielijke operatie zijn. Het blad wijst er dan op dat ook aan de andere fronten de Roemenen er slecht voorstaan en wijt dit aan het uitblijven der noodige Russische versterkingen. Ook het offensief van Sarrail in Macedonië kon den druk der Duitschera en Bulgaren niet verlichten. Het blad neemt echter aan dat dit geweten moet worden aan het gebrek aan hulpmiddelen. Een rede van minister Grey. Aan een lunch, aangericht door den buitenlandschen persbond te Londen, heeft minister Grey gesproken over de algemeene doeleinden, die de ge allieerden in dezen oorlog moeten bereiken. Hij herinnerde aan de redevoeringen van Briand, Lloyd George en Asquith, waarmede hij het volkomen eens was. Verder zeide Grey: Wanneer wij in den rechten geest tot vrede willen komen, kan dat .alleen geschieden door ons in te prenten en ons te her inneren en geen oogenblik uit het geheugen te verliezen wat de ware oorzaak van den oorlog is geweest. Duitschland spreekt van vrede. Zijn staatslieden spreken thans van vrede. Van welk- soort vrede spreken zij Zij zeggen „Duitschland moet waar borgen hebben, dat het niet opnieuw wordt aangevallen". Wanneer deze oorlcg aan Duitschland ware opge drongen, zou dit een gewettigde be wering zijn. Doch juist omdat de oorlog niet aan Duitschland is opge- droügen zijn het de bondgenooten, die de waarborgen moeten hebben voor den toekomstigen vrede (toej.). Hierna gaf Grey een uiteenzetting van den loop der gebeurtenissen, waaruit volgde dat Duitschland het uitbreken van den oorlog had ver oorzaakt en verklaarde daarop: Wij zullen vechten totdat wij het beginsel van het recht op vrije ontwikkeling onder gelijke voorwaarden hebben gevestigd, opdat alle staten, kleinen groot, naast elkaar kunnen bestaan als het gezin der beschaafde mensch- heid. Verder sprak Grey over hetgeen de neutralen konden doen. Naar zijn meeniDg konden de neutralen voor het oogenblik niets beters doen, dan een herhaling van een oorlog als deze te voorkomen. Indien de naties in Juli 1914 het eens waren geweest er vastbesloten op hadden gestaan dat het geschil aan de beslissing van een conferentie of van het Haagsche hof had moeten worden onderworpen en dat het verdrag over België moest worden nagekomen, dan zou er geen oorlog zijn gekomen. President Wilson zoowel als de candiaaat voor het presidentschap der Vereenigde Staten Hughes, steunen den bond die opgericht ia met het doel niet qm in den tegen- woordigen oorlog tusschenbeide te komen maar na den oorlog een internationaal verbond te stichten, dat er naar zal streven in de toekomst den vrede te verzekeren. Dit is voor onzydige staten een taak, die we allen met welgevallen en hoop moeten beschouwen. Maar we moeten wel voor oogen houden, dat, al kunnen de volken na den oorlog iets doel treffends doen door zichzelf te bicden met het gemeenschappelijk doel den vrede te handhaven, zij er zich voor moeten wachten meer te ondernemen dan zij met geweld kunnen hand haven, opdat zy, als er een krisis komt, kiinnen zorgen dat hun doel ook iuderdaad met geweld gehand haafd wordt. Voor het geval dat er toch oorlog zou komen moet een overeenkomst tot stand komen over de wijze waarop de oorlog moet worden ge voerd. Scherp veroordeelde Grey de Duitsche wyze van oorlogvoeren. Aan het slot zijner redevoering zeide h(j: Jarenlang voor den oorlog hebben wij geleefd onder de steeds dieper wordende schaduw van het Pruisisch militarisme. Er moet geen vrede zijn behalve een vrede, die aan de volken van Europa zal waarborgen, dat zij in de toekomst vrij vaD die schaduw kunnen levec, in de open lucht en in het licht der vrijheid. Daarvoor strijden w(j. PLAATSELIJK NIEUWS. Vergadering van den Raad der gemeente Helder, op Dinsdag, don 81 Oct. 1916 zoo noodig op Woensdag, den 1 Nov. 1916, telkens des avonds ton 7J uur. Onderwerpen ier behandeling: 1. Notulen. 2. Ingekomen- stukken en mede- deelingen. 3. Verordening onderwijzersjaar- wedden. 4. Aankoop oude beltterrein. 5. Verordening op de heffing en invordeniug eener belasting op de. openbare vermakelijkheden. 6. Subsidie Handelsavondschool. 7. Verordening beheer Gasfabriek en Instructie Directeur en Admini strateur der Gasfabriek en Water leiding. 8. Verhooging voorschot woning bouw Tuindorp. 9. Vaststelling belastingkohieren. 10. Aanbieding gemeentobegrooting .voor 1917. 11. Benoemingen. Gasfabriek en waterleiding. Door Burgemeester en Wethouders is het onderstaande schrijven aan den Raad dezer gemeente gericht Als gevolg van de vereeniging van het directoraat van gasfabriek en waterleiding en de benoemiog van een administrateur voor beide be drijven, moet uit den aard der zaak de bestaande instructie voor den directeur herzien en een instructie voor i den administrateur vastgesteld worden. Bij de voorbereiding dezer aange legenheid deed ach tevens een onge zochte gelegenheid voor, om de vraag aan de orde te stellen, of de beginse len, waaruaar tot dusverre het beheer van beide bedrijven is gevoerd, en die ten deele in de geldende bedrijfs- verordening voorde gasfabriek zijn neergelegd, geen wijziging behoeven. In die beginselen toch werd, sedert de gemeente beide bedrijven overnam, wat de hoofdzaken aangaat, geen ver andering gebrachtdus was a priori de mogelijkheid geenszins luitenge- sloten, dat het noodig zou zijn haar met de thans heerschende opvattin gen omtrent de flnancieele verhouding, welke tusschen een gemeente en haar bedrijven moet bestaan, in overeenstemming te brengen. Met de Oommissie voor de gas| fabriek en waterleiding heeft ons College gemeend, dat op deze vraag niet zonder meer een ontkennend antwoord mocht worden gegeven-. als gevolg daarvan en van verdere raadpleging en overleg, bieden wij uwe vergadering naast de bovenge noemde instructiën, het ontwerp eener nieuwe bedrijfsverordeniDg ter vaststelling aan. De beschouwiugeu, welke wij mee nen daarbij aan het oordeel uwer vergadering te moeten onderwerpen, betreffen in hoofdzaak de geldelijke verhouding tusschen de gemeente en haar bedrijven. Wij wenschen op den voorgrond te stellen, dat het voor ons geen punt van twijfel heeft uitgemaakt, of ook de bezittingen van de water leiding in het vervolg afgescheiden van de overige inkomsten en uitgaven van de gemeente zullen worden be heerd. Van het betoog, dat dit nood zakelijk is, meenen wij ons ontslagen te mogen achten. Behoudens enkele afwijkingen waarover hieronder meer heeft tot dusverre voor beide bedrijven als regel gegolden, dat jaarlijks op de bezittingen niet meer werd afge schreven, dan aan de gemeente wegens aflossingen der voor het be drijf gesloten leeningen moest worden uitbetaald. Wij meenen niet te moeten treden in retrospectieve beschouwingen om trent het al dan niet geoorloofde van deze bedryfspolitiek onder vroegere omstandigheden. Wel echter moeten wij er op wijzen, dat, zoo daarmede niet wordt gebroken, op den duur zeker een verkeerde toestand ontstaat. Aan dit voorstel zijn toegevoegd een tweetal berekeningen van het bedrag, dat, uitgaande van de meest gebruikelijkeafschrljvingspercentages op de bezittingen der gasfabriek te weinig afgeschreven is. Wanneer men aanneemt, dat van de overname af op alle bezittingen jaarlijks deze percentages hadden moeten worden afgeschreven, bedraagt dit „tekort" '5,40; volgens een tweede be rekening zou het f 110509,42 zyn. Met het oog op de omstandigheid nl., dat ten tijde van de overname de meeste bezittingen der gasfabriek voor de voortzetting van het bedrijf van weinig of goen waarde waren, is aangenomen, dat bet daarvoor betaald bedrag iü' hoofdzaak niet de objectieve waarde dier bezittingen vertegenwoordigde, doch de waarde van het monopol terecht, dat de ge meente uit handen had gegeven en van de concessionarissen, „terug- koopen" moest. Uit dien hoofde zou het te verdedigen zijn geweest, wan neer aan dit deel van het kapitaal der gasfabriek in zijn geheel het karakter van oprichtingskosten was toegekend en om die reden op de daarvoor verkregen activa niet meer dan gemiddeld 2 pCt. was afgeschre ven. De afschrijvingen op de nieuw verworven bezittingen hadden dan echter normaal nltSoten zijn. Voor een overschatting der waarde van de aldus verkregen cijfers moeten wy intusschen met nadruk waar schuwen. Het zou te ver gaan, wanneer men op grond daarvan eenvoudig aannam, dat nu ook de boekwaarde van de bezittingen der gasfabriek haar werkelijke waarde met minstens rond f 100000 over treft, of m.a.w., dat inderdaad dit- bedrag, strikt genomen, te weinig afgeschreven is. Men zou dan vergeten, dat de aangocomen afschrijvingspercentages slechts weliswaar op de ervaring gegronde gemiddelden zyndat bij een uitnemend onderhoud en onder gunstige omstandigheden de mogelijkheid bestaat, dat de keuze van een lager percentage gerecht vaardigd is; dat, door hot brengen van kleine bedrijfsuitbreidingen ten laste van de exploitatierekening, een geheime reserve kau zijn gevormd, die voor een zeker deel tegen dit tekort opweegt. Slechts een opzettelijke schatting van de waarde der bezittingen van het bedrijf door deskundigen zou kunnen uitmaken, of inderdaad de boekwaarde te hoog is opgevoerd; aan-zulk een schatting kleven echter ook weer zoo groote bezwaren, dat wij het niet wenschelyk achten daar toe over to gaan. De beteekenis der bovengenoemde cijfers schuilt dan ook voornamelijk hierin, dat zy een duidelijk licht werpen op de richting, waarin voort zetting van de tot dusverre gevolgde bedrljfspolitiek voert. Op den duur moet dat leiden tot een belangrijk verschil tusschon de boekwaarde en de werkelijke waarde der bezittingen van het bedrijf. Dat verschil wordt geleidelijk grooter, met het resultaat, dat voor het bedrijf de rentelast stijgt, en dientengevolge het winstcijfer dalen moet. Afgescheiden van elk oordeel over i tot dusverre gevolgde bedrljfs politiek, in verband met tijden en omstandigheden, staat dus wel vast, dat deze slechts gedurende een niet te groot aantal jaren mag volgehouden worden. Vooral voor het verkrijgen van een juist inzicht in de uitkomsten.van het bedrijf is verandering van stelsel noodzakelijk. Ook de Commissie voor de bedrijven meent met on3 college, dat de tijd daarvoor thans gekomen is. In de eerste plaats toch moet, in verband met de afscheiding van het financieel beheer der waterleiding van het beheer der overige geldmiddelen gemeente, de boekhouding van dat bedrijf °P andere leest geschoeid worden. Het is gewenscht, dat daarbij van den aanvang af met het juistere stelsel van afschrijving reke ning kan worden gehouden. In de tweede plaats groeit geregeld i'e behoefte aan nauwkeurige, gede tailleerde kennis van den financieelen toestand der gemeente. Die kennis kan men niet of uiterst moeilijk verkrijgen, zoolang niet de verhoudiDg tusschen de gemeente en hare be drijven op eenvoudige, stelselmatige wijze geregeld is. Eindelyk was, zooals reeda boven werd opgemerkt, de door andere omstandigheden noodzakelijk gewor den herzieningder bedrlifsverordeDing voor de Gasfabriek een ongezochte aanleiding om deze zaak aan de orde te stellen. In do nieuw ontworpen verordening is dus de maatstaf vastgelegd, volgens welke in het vervolg de afschrijvingen op de bezittingen der bed ry ven moeten geschieden. De gekozen percentages zijn zoodanige als voor voorzichtig geleide bedrijven algemeen noodzake lijk worden geacht. Intusschen is ons College niet zoo ver gegaan om in de ontwerp ver ordening op te nemen, dat de af schrijvingen onder geen voorwaarde beneden die percentages blijven mogen. Eene beperking is hier zeker ge boden. De tegenwoordige tijdsomstandig heden maken voor de gemeentebestu ren een voorzichtig financieel beheer meer dan ooit noodzakelijk. Ia het bijzonder het bedrijf der Gasfabriek wordt door de hboge kolenprijzen zeer ernstig gedrukt. Hoe juist nu ook de voorgestelde hervorming zijn moge, ons College zou er voor zyn teruggeschrikt, daartoe thans het voorstel te doen, wanneer de afschrijvingen op de be zittingen der Gasfabriek op eenmaal tot de aangegeven percentages zouden moeten worden verhoogd. Met het oog daarop iB in artikel 18 een regeling opgenomen, waardoor de verhooging der lasten, welke van invoering der nieuwe regeling, in het bijzonder voor de Gasfabriek, het gevolg zal zijn, geleidelijk geschiedt. Het ligt in de bedoeling om, wan neer de bedrljfsuitkomsten zulks toe laten, het totaal der afschrijvingen SDeller op te voeren dan (artikel 18 toelaat. De eisch, dat de verhouding tus schen de gemeente en haar bedrijven een zoodanige moet zijn, dat het verkrijgen van een juist inzicht in den financieelen toestand der gemeente daardoor bevorderd wordt, brengt mede, dat het voordeel dat de ge meente van haar bedrijven geniet, zooveel mogelijk in het winstcijfer tot uitdrukking moet komen. Vandaar hot voorschrift (art. 5) dat leveringen door de bedrijven aan de gemeente, en omgekeerd, berekond moeten worden, alsof zy door of ton behoeve van derden hadden plaats gehad. Slechts wat de kosten der straat verlichting aangaat wil ons College voor het oogenblik op dit beginsel inbreuk maken. Waar de tegenwoor dige tijdsomstandigheden allereerst stabiliteit in het financieel beheer der gemeente vorderen, meenen wy ons ook in dit opzicht te moeten onthou den van het doen van een voorstel, waardoor de uitgaven voor de straat verlichting, die op de gemeentebe groting verantwoord worden, op eenmaal belangrijk zouden stygen. Het i9 echter de bedoeling van ons College ook te dien aanzien eenver- andeiiDg van stelsel voor te bereiden en de invoering daarvan niet langer uit te stellen dan met het oog op het fluancleel beleid in het algemoen noodig mag worden geacht. Sedert 1913 is voor de Gasfabriek en sedert 1916 is voor de Waterleiding aangevangen met de vorming van een reservefonds. Zy werden gevormd doordat jaarlijks op de begrooting der gemeente een uitgaafpost werd ge- iracht; niet door, vóór van winatuit- keering aan de gemeente sprake was, een deel van het winstsaldo te reser veeren. Daardoor blijkt ook uit de boeken der bedrijven van het bestaan dezer reserves niet. Van de volledige scheiding tusschen i geldmiddelen der bedrijven en de overige geldmiddelen van de gemeente acht ons College het een noodzakelijk gevolg, dat deze reserves als bezittin gen der bedrijven worden beschouwd. Worden zij in de boekon der bedrij-' ven opgenomen, dan kan daartegen over een extra afschrijving plaats vinden tot het bedrag der overge dragen fondsen. Waar die foDdsen zijn belegd in effecten, wenscht ons College tot verandering van hun be stemming Ihans geen voorstellen te doenmocht zulks te eenigertljd wenscheljjk blijken, dan zal daarover uit den aard der zaak de beslissing van Uwe vergadering worden gevraagd. Tenslotte geven B. en W. nog toelichtingen op ondergeschikte pun ten, en stellen voor de bedoelde ver ordeningen conform hun ontwerp vasttestellen. Vereeniging voor Volkshuisvesting „Helder". Door bovenstaande Vereeniging is aan den Raad het verzoek gericht om een verhoogd voorschot op het bouw plan Tuindorp te mogen ontvangen, aangezien het verleende ontoereikend is gebleven en voor richtige afwikke ling der zaten het noodig is nog de beschikking te verkrijgen over een bedrag van f 7000.-. Dit hoogere bedrag ia veroorzaakt door het duur der worden der materialen en ver anderingen in het bouwplan (betege ling trottoirs en verandering trap opgangen). Pllin aan da Blnnanh'aran. B. en W. stellen aan den Raad voor een gedeelte grond aan de Binnenhaven nader door teekening omschreven - niet te doon bebou wen, doch in de naaste toekomst te bestemmen voor een plein. Wijziging Bouwverorderning. B. en W. stellen aan den Raad voor afwijzend te beschikken over een verzoek van de Vereeniging van Rijnsteenfabrikanten, om art. 43 der hier vigeerende bouwverordening te wijzigen, op grond, dat dit artikel het gebruik der door hare leden ver vaardigde steensoort, den Rijnsteen- drieling, ten zeerste belemmert. In het prae-advies is de afwijzing ge motiveerd. Leeraren Burgeravondschool. Door B. en W. iB een concept-be.' sluit aan den Raad aangeboden tot benoemiDg van verschillende leeraren en tot nadere regeling van lesuren aan bovengenoemde inrichting. BINNENLAND De Zeppelin boven ons land, In verband met de vraag of er nergens op den Zeppelin, die zich boven de Hollandsche Waterlinie vertoonde, was geschoten, meldt men aan de N. Rott. Ct. het volgende: De wacht aan de inundatiewerken te Wijk by Duurstede deed niets, dan genieten van het ongewone schouwspel. Toen een politieagent vroeg, of er niet geschoten moest worden, verklaarde de militair, dien aangaande geen instructies te hebben. De politieagent nam eenige oogen- blikken den post waar, waarop de wachthebbende soldaat op zoek ging naar den commandant, teneinde diens meeniDg te hooren. Toen de man terugkwam, was de Zeppelin natuur lijk verdweneD." Ernstige zaken hebben toch ook altijd een humoristiscben kant niet waar Aangaande het uit den Zeppelin geworpen voorwerp wordt thaos ge- meldt, dat het wel degelijk ee» bom was, hoewel waarschijnlijk een brand bom. B n benzinetank of bus was het in geen geval. De „Fortune". De Londensche correspondent van het Hbl. meldt dd. 24 Oct.Het stoomschip „Fortuna" is bij Beacby Head vergaan. Van de bemanning (26 koppen) waren er 16, waaronder de kapitein, op het oogenblik dat het ongeluk ge beurde, in de machinekamer of in bed. De 10 man, die op het dek waren, gingen in de booten. Van de 16 andere is niets meer vernomen. De twee booten dreven rond tot ze door een Engelsche patrouille boot werden ge zien. In een later telegram werd gemeld dat Maandagmorgen bij Eastbourne twee lijken, klaarblijkelijk van buiten landers, op het strand geworpen, één van een zeer zwaar man, ongeveer 1 meter 90 lengte, vermoedelijk tus schen 40 en 45 jaar, met eigenaardig gevormde ooren en twee wonden, één aan h6t hoofd en één aan den onder buik, waarvan de laatste doodelljk was. Het lijk kon niet geïdentificeerd worden. Het andere is van een man van ongeveer 1 meter 75 lang, tus schen 20 en 25 jaar oud en met donkerbruin haar. Hü droeg een blauwgestreept hemd, waarop de naam en het adres van den leverancier (R. Determeier, Korte Niezel, Am sterdam) voorkwam. Naar de „Tel." mededeelt is het s.s. „Fortuna" op de Amsterdamsche beurs tegen molestgevaar verzekerd voor f 800.000 betreffende het casco, i f225.000 voor vrachtpenningen. Da „Caledonla". Het Ned. stoomschip „Caledonia" Zaterdagmorgen met steenkool en stukgoed van Huil naar Rotterdam vertrokken, werd in den nacht, van Zaterdag op Zondag op ongeveer 20 mijl afstand van het Maasvuurscbip door Duitsche marine-vaartuigen aan gehouden en naar Zeebrugge opge bracht. Nadat aldaar de scheepspapieren waren nagezien, mocht het stoom schip, zonder dat er iets van de lading behoefde te worden gelost, de reis naar Rotterdam voortzetten. Stoomloggere opgebracht. Bij de betrokken reederljen is offi cieel bericht ontvangen, dit de atoom- loggers Adriaan VL 112 en Jhr. Carel Herman van den Brandeler IJM 38 naar Grimsby zyn opgebracht. Laatstgenoemde trawler werd even wel na korten tijd weder vrijgelaten. In Franschon dienst gevallen. De luitenant Neumann, van het 2e regiment huzaren, vroeger in garni zoen te Roermond, wien indertijd op verzoek eervol ontslag uit den militairen dieDst was verleend, nam bij het begin van den oorlog als vrij williger bij de infanterie dienst in het Fransche leger. Hy wa9 sedert Juni van dit jaar tot luitenant bevorderd. BlljkeDS Maandag ingekomen berich ten, is hij in de afgeloopen week aan het Somme-front gevallen. Uit Ooat-IndlB. De met 't stoomschip „Lomkok" te Soerabaja gearriveerde zeemiliciens zijn op de „Koetei" geplaatst. De vrljwilligersmatrozen zijn over de vloot verdeeld en wel zulte teneinde mogelijke ongewenschte invloeden te weren. Prov. Staten van Noord-Holland. Dinsdagmorgen werd de buitenge wone zitting van de Prov. Staten van Noord-Holland geopend. In verband met eenige ingekomen adressen werd de verordening, hou dende bepalingen ter bescherming van de zee- en binnendijken, waarbij o. a. het berijden met zware vrachten van eenige langs de zeedijken looponde wegen wordt verbodeD, aangehouden en besloten deze in de vergadering van 7 November te behandelen. Hierna was aan de orde het voorstel van Gedeputeerde Staten inzake hot aangaan van een geldleening van f 19,700 rentende ten hoogste 4J %i in verband met den watersnood. Mr. De Jong Schouwenburg droDg er op aan, dat Ged. Staten zich zoo spoedig mogelijk en met alle klem tot de Regeering zullen wenden om steunwant bet geldt bier ook een Rijksbelang. De heer Thomassen deelde mede, dat er in den Anna Paulownapolder onrust geheerscht beeft over de vraag of de herstellingswerken wel op tüd gereed zullen zijn. Spreker heeft in gezelschap van den hoofd ingenieur der provincie een bezoek gebracht aan dien polder, en daarbij bevonden, dat de onguuHtlge berichten geen grond van waarheid hadden. Zaterdag heeft evenwel in den Prins Hendrikpolder by het Oude Veer een ernstige inzakking plaats gehad. Er is reden om te veronderstellen, dat een wel daarvan de oorzaak is. Spreker zou hét op prijs stellen als Gedepu teerde Staten over dat geval een geruststellende verklaring wilden doen. De heer Donia betoogde, dat er nog ongerustheid bestaat over den toestand der dijken. Dit komt door sombere artikelen in enkele bladen. Het zou gewenscht zijn als Gedeputeerde Staten zulke berichten tegenspraken. Spr. vraagt ook voor de gemeente ZaaDdam tegemoetkoming in de kos ten die een gevolg waren van den watersnood. De heer jhr. mr. Boreel van Hoge- landen, lid van Gedeputeerde Staten, betoogde, dat Gedeputeerde Staten juist een offlcieele nota gepubliceerd hebben om aan de onjuiste berichten over den toestand aan da dijkenden kop in te drukken. De inzakking bij 't Oude Veèr, behoeft geen reden tot onrust te geven. Naar aanleiding van de opmerking, dat getracht moet worden de leening tegen minder dan 4J af te sluiten, werd door Ged. Staten opgemerkt, dat dit wraarschljnlljk wel mogelijk is. Het voorstel tot het sluiten der leening werd hierop zonder stemming aangenomen. Eveneens werd aangenomen de verordening inzake het Dijksleger. Ged. Staten merkten hierbij op, dat opvordering van materiaal - gelijk door den heer Thomassen werd bepleit door de wet niet werd toegelaten. Verder werd besloten een leening aan te gaan van f 31,300, tegen ten hoogste 5%, met een afloBsing van f 1200 per jaar, te beginnen mot het volgende jaar, en tot het sluiten van een leening ter voldoening van een bydrage in de kosten van buitenge wone werken in de gestichten „Duin en Bosch" en „Meer en Berg", en in de kosten voor herstel van de storm schade aan de haven beoosten hot Oude Schild op Texel. Hierna werd de zitting verdaagd tot 7 November. Des middags vergaderden de afdee- lingen over de voorstellen inzake do electriclteitsvoorziening. INGEZONDEN. Zondagsrust. Aan het publiek 1 Het streven naar Zondagsrust la niets nieuws onder de zon. Den laatsten tyd vooral treedt dit streven meer en meer op den voorgrond. En terecht, wanneer men zes dagen ge arbeid heeft, wil men ook wel eens één dag rusten. De Zondag is nu eenmaal de dag, by uitstek daarvoor aangewezen. Op dien d&g kwijten zich velen van hun Godsdienstplichten. Het is de dag op welkeD men zich meef kan geven aan het familieleven en tevens de dag, op welken men uitspanning zoekt om 's MaandagB weder met nieuwen moed het werk te hervatten. Velen onder het perso neel by Posteryen, Telegrafie en Telefonie werkzaam moeten echter dien vrijen Zondag nog derven, daar zy ook des Zondags tot hun ambt geroepen worden. Jarenlang heeft ons personeel gestreden, om hierin ver betering te krljgeD, dóch steeds zonder resultaat, totdat onze tegenwoordige autoriteiten zich hebben laten bewe gen en verklaard hebben ons ter wille te zullen zijn. Algeheele stopzetting van ons be drijf op Zondag is natuurlijk onmoge lijk. Dit wenschen wij ook geenszins, wy wenschen alléén zooveel mogelijk beperking. En nu kunnen onze autoriteiten ons wel ter wille zljD,— als het publiek niet medewerkt, dan baat het niet. Wij richten derhalve tot U het be leefd doch dringend verzoek. Post des Zaterdags niets, wat op en dag zijne bestemming niet kan bereiken Post des Zondags in het geheel niet. Maak geen gebruik van de gelegen heid tot het afhalen van brieven des Zondags, aangezien nog geen vierde van het aantal afhalers Iets ontvangt en vele personen daardoor genood zaakt zijn dienst te verrichten. Ver zendt op Zondagen geen telegrammen dan hoogst noodzakelijk. Vraagt op die dagen zoo min mogelyk gesprok ken aan. Indien U aan dit verzoek voldoet dan zullen onze autoriteiten in de gelegenheid zijn den dienst op Zondag te beperken en U zult. allen mede gewerkt hebben aan de bevordering onzer Zondagsrust, waarvoor wij U by voorbaat innig dank zeggen. U geachte Redactie, dankend voor plaatsing in uw veel gelezen blad. Namens de Besturen der Afdeeling Helder v/d. Bond „de Post" en van den Algemoenen Bond van Post-, Telegraaf- en. Telefoon-personeel. Onrechtmatige heffing. Vele verbruikers van muntgas der gem. gasfabriek zal het bekend zijn, dat ze verplicht zijn voor een bedrag van f 25.— per jaar te moeten ver bruiken, daar anders een zeker bedrag volgens berekening der gasfabriek bijgepast dient te worden. Is het nu niet onbillijk, Mijn heer de Redacteur, dat er nu een beambte der gasfabriek kwitanties ter inning aanbiedt, vermeldende het bedrag, hetwelk te weiDig is ver bruikt over het jaar 1916? Te meer, daar er verleden jaar van de zijde der gom. autoriteiten in de plaatselijke bladen op aan is gedrongen om vooral zuinig te zijn met het verbruik van gas in verband met do kolennood hier ter plaatse. Hetzelfde zal zich vermoedelijk het volgende jaar wol weder herhalen, nu we als proef dit jaar den zomertijd gehad hebben. U dankend mijnbeer de redacteur, voor de verleende plaatsruimte. Een inyoner.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1