heideïsche courant
Tweede Blad.'
Aan
onze lezers builen de
gemeente Helder!
van DINSDA6 2 JANUARI 1917.
Door de verhoogde Incasso
tarieven van de pest, zijn wij
genoodzaakt thans mot 10 et.
verhooging - in plaats van
6 ct. - ever hot abonnoments
geld te beschikken.
Wij radon onzen aboanf's
in hun eigen belang aan, ons
het bedrag zoo spoedig mo
gelijk en In elk geval v66r
S Januari a.s. toe to zonden.
Postwissels voor dat dool
behoeven slechts met oen
zegel van ZXU cent beplakt
te worden.
Adm. „Hildtrssbs Courant".
Bij de jaarwisseling.
Ia het afgeloopen jaar zegt de
„N. Rott. Ct." hebben opnieuw de
internationale aangelegenheden ook
bier te lande de meeste aandacht
getrokken. Hoe kon het ook anders?
Ons land vervult tusschen de strij
dende partijen de rol van stootkus'
sen-staat, gelijk Duitschland er nu
ook aan zijn Oostzijde gaarn9 een
ingericht zoude zien, en de positie
van zulk een staat is verrre van
behagelijk. Allerminst in dezen oor-,
log, die met alle denkbare militaire
en oeconomische middelen wordt ge
voerd, en waarin de kampende mo
gendheden zich aan recht, noch wet,
noch zedelijke overwegingen, gelegen
laten liggen, zoodat wij dan van de
eene zijde, dan van de andere in de
verdrukking worden gebracht.
Van welken kant wij in het af
geloopen jaar het meest bemoeilijkt,
het onrechtvaardigst behandeld zijn,
zal aan den toekomstigen geschied
schrijver ter beslissing moeten wor
den overgelaten. Wat weten wij tot
op heden er eigenlyk van? Ons
departement van buitenlandsche za
ken is weinig mededeelzaam, het be
haalt zich tot één Oranjeboek in het
jaar, en men mag wel aannemen,
dat hetgeen van onze internationale
moeilijkheden daarin aan het licht
worden gebracht, slechts een klein
gedeelte is van de vele netelige vraag
stukken, waarvoor onze Regeering,
onder den drang van Oost en West,
bij herhaling is geplaatst geworden.
Een enkelen keer sléchts hebben wij
van de onberekenbare wisselvallig
heden, die ops land bedreigden, een
ietsje medeontwaardbij de paniek
van 31 Maart. Doch dan ging aan
stonds de sluier er weer voor, en
het wat? en waarom? bleef in diepe
geheimnis verhuld. Slechts de waar
schuwing tot het publiek was al wat
er een oogenblik van bskleefHoudt
u voorbereid, dat het oogenblik,
waarop ook Nederland in den eorloj
zal worden betrokken, onverwacht
voor u kan staan 1 Doch hoe spoedig
zijn wü dit weer vergeien
Het mag, nu het jaar ten einde
spoedt en er over vrede wordt
gesproken, nog wel eens in herinne
ring gebracht worden, dat wij blijven
leven op een vulkaan. Onze toestand is
zoo, dat over de vraag, of ook wij
nog in den krankzinnigen maalstroom
zullen worden medegesleurd, wij zei
ven slechts uiterst weinig stem heb
ben in het kapittel. Op het oogenblik
schijnt geen der beide strijdende
groepen onze deelneming aan den
oorlog te begeeren. Doch wat niet is
kan komen. Aan beide kanten heeft
men den mond vol hoogdravende
woorden over het recht dar kleine
natiën; wat van deze'rechten over
schiet, indien op een kwaad oogen
blik, in naam van het hooge ideaal,
waarvoor de strijd heet te worden
gevoerd, natuurlijk!, de belangen der
grooten met de rechten der kleinen
in strijd worden geacht, is aan België
en aan Griekenland bewezen. Komt
er op een der fronten, waarop de
wereldstryd wordt uitgevochten, eene
verandering, waardoor het risico van
een zet tegen ons land minder groot
geacht wordt dan het voordeel dat
daarmede zou kunnen behaald och,
laten wjj ons dan geen illusies maken,
dat die zet omderwille van ons recht
zou worden nagelaten. Zoodra de
stootkussenstaat zijn taak heeft vol
bracht zal hy kunnen gaan.
Dat zich dit oogenblik tot nu toe
nog niet heeft voorgedaan, is voor
een deel ook door ons eigen toe
doen geweest. Wy mogen dit met
dankbaarheid erkennen. En zij, die
de verantwoordelijkheid voor onze
legermacht hebben te dragen, zullen
niet willen vergeten, dat het onze
voortdurende paraatheid, om aan den
strijd deel te nemen, geweest is, die
mede tot nu toe ons land den vrede
heeft gewaarborgd. Men dringt, ook
in den jongsten tyd weer, op demo
bilisatie aan. Er kan beter een paar
jaar te laat, dan een dag te vroeg
tot demobilisatie worden overgegaan.
De laat iB groot, doch de prijs, indien
ons land daarmede buiten den oor
log kan worden gehouden, is aen
last waard. Te vroegtijdige demobili
satie stelt de grenzen van om land
open voor wie er gebruik van maken
wil. Men moge bedenken, dat de
grootste moeilijkheden voor Grieken
land zijn aangebroken van het oogen
blik af, waarop het zijn leger tot
vredesvoet terug had gebracht, en
dat ook nu nog het overschot van
het door twist in kracht gebroken
Grieksche leger de spil is, waarom
de Entente-politiek' in het Oosten
draait.
Dat, zelfs terwijl wij op oorlog
voorbereid zijn, de oorlogvoerenden
ons land niet veel verder ontzien,
dan tot aan de grenzen van een ge
wapend conflict, ia in het afgeloopen
jaar herhaaldelijk geblekon. Zullen
wjj het alles weer oprakelen? Her
inneren aan de vernietiging van onze
schepen, de „Tubantia", de „Palem-
bang", de „Blommersdyk", en andere
moer? aan de inbeslagnemingen van
onze overzeesche mails, do opbren
ging van onze visschersvloot, de hon
derderlei bemoeilijking van ons ver
keer met onze eigen koloniën, van
onzen handel en ons bedrijf? Wat
nut?
Do Duitsche handelingen hebben
ons telkens onthutst, ons om hun
ruwheid en om de laatdunkendheid,
waarmede met menschenlevens ge
speeld werd, doen ontstellen. De
Engelsche zijn van meer overleggen-
den aard geweest, en voor onze
oeconomische belangen van ontegen
zeggelijk veel verder reikende be-
teekenis. Beide hebben zij ons gegriefd
en gekwetst in onze beste nationale
gevoelens: de eerste, gelijk een plompe
klap zou doen, onverwacht in het
aangezicht gegeven; de andere heb
ben wij meer gevoeld als eene meer
verfijnde, dagolijksche, schrijnende
vernedering, waar wij hulpeloos
tegenover staan. Samen hebben zij
ons terdege 'ingeprent, dat, zoolang
de oorlog duurt, het gevaar blijft
dreigen van beide kanten evenzeer.
Althans, wjj hopen, dat er die leering
uit is geput.
En zal nu 1917 den langgehoopten
vrede brengen? Het vredesvoorstel
der centralen heeft op de New
Yorksche beurs eene paniek veroor
zaakt, gelijk er in geen jaren eene
was voorgekomen- De „vree s", dat
plotseling de vrede voor de deur
stond, deed de koersen van tallooze
fondsen met tientallen percenten
tegelijk naar beneden tuimelen. Aldus
ongeveer werd ons door Reuter, het
geenszins onpartijdige, doch van
Duitsche smetten vrije, nieuwsagent
schap, geseind. Dit zinnetje was ken
schetsend, en men mocht wenschen,
dat het ook bij de oorlogvoerenden
eenige aandacht had getrokken. Er
wordt druk geredeneerd, over het
oorlogsdoel; doch geeft men zich
ook wel eens rekenschap van het
oorlogsresultaat? Dit ligt in dat
eene zinnetje beslotenVrees...
in Amerika, dat de vredeuit
breken zou.
Het jaar 1916 sluit inderdaad niet
bemoedigend. Ook niet voor ons land,
dat voortdurend in grooter nood ge
raakt, en zijn noodzakelijke toevoeren
afgesneden, zijn hulpbronnen moer
en meer verstopt, en zijn verkeer
belemmerd ziet. Bange tijden wachten
ons, óók indien de vrede reeds binnen
enkele maanden gesloten mocht wor
den, en wij kunnen slechts scheiden
van het oude jaar met de bede, dat
1917 ons beters brengen zal, dan 1916
gedaan heeft, doch zonder al te veel
hoop
standsvermogen vermindert geleide
lijk aan: de werkloosheid breidt zich
uit, gebrek en ellende nemen toe.
Wij mogen hopen, dat het ons volk
zal bespaard blijven, mee te moeten
oprukken in den vernietigenden strijd,
waarin toch wel eindelijk dit jaar over
Europa zal worden besliBt zeker
heid daaromtrent hebben wij geen
dag, nauwelijks een uur. Maar ook
indien wij aan deelneming aan den
ontzettenden doodenmarsch ontko
men, zal 1917, en de wijze, waarop
wjj dat jaar volbrengen, van beslis
sende beteekenis kunnen zijn voor
de toekomst van ons land. Zullen
wij het zelfvertrouwen, de eensge
zindheid en den le venslust behouden,
die noodig zullen wezen, om de stor
men te doorstaan, waarmede de hef-
leving van Europa gepaard zal gaan
Dit mag bij den aanvang van het
jaar nog wel eens worden ingeprent,
dat in den wedijver der volkeren niet
hij op den duur de zege wegdraagt,
die over de meeste reserven beschikt
in lood en staal, en het 't verst ge
bracht heeft in het vermogen, te ver
nietigen, doch wel degeen die uit
munt in zedelijke eigenschappen, in
kennis en beschaving, door ijver en
volharding, door ondernemerslust, en
door de welgemoedheid en de on
overtrefbare kracht, welke in noeste
arbeidzaamheid aan de werken des
vredes tot wasdom komen. En het
volk dat dit niet inziet, zal, óók zoo het
zonder kleerscheuren te voorschijn
komt uit dezen verschrikkelpe tijd,
waarin alles te onderste boven lijkt
gekeerd niettemin aan- het begin
zijn- van zijn eind.
oorlog worden gepreciseerd, de Duit
sche misdaden worden veroordeeld
en beslist wordt geweigerd zonder
waarborgen in besprekingen te treden
met den vijand, die onderhandelin
gen wil beginnen op twee onjuiste
grondslagen, n.1. dat hij aangevallen
is en dat hij overwinnend is. De
bladen juichen het toe, dat in de
nota een eereplaats is gegeven aan
het geschonden en gemartelde Belgie.
Zij zijn van oordeel, dat de nota, die
de rechtvaardigheid van de zaak der
geallieerden aantoont en hun vast
beradenheid betuigt, door het gewe
ten der menscbheid zal worden goed
gekeurd.
Het antwoord aan president Wilson
is aanstaande.Dat antwoord zal in
bijzonderheden de, oorzaken van den
oorlog en de oorlogsbedoelingen be
spreken.
De „Matin" zegt, dat dit antwoord
vergezeld zal gaan van een verkla
ring der Belgische regeering, waarin
aan de Amerikaansche natie erken
telijkheid zal worden betuigd voor
bewezen diensten en vertrouwen
wordt uitgesproken op vriendschap
pelijke samenwerking in de toe
komst.
Ook met betrekking tot de binnen-
landsche aangelegenheden is het jaar
1916 er een geweest, dat niet zonder
beroering en beweging voorbijging.
Het Nieuwe jaar was nog nauwelijks
ingetreden, toen de krachten der
natuur zich op ongekend hevige wijze
deden gelden. De stormvloed van 18
Jannari heeft 1916 voor ons land tot
een rampjaar doen worden, dat in
do geschiedboeken nog na eeuwen
zal blijven vermeld. Eén lichtpunt
staat daartegenoverde buitengewone
offervaardigheid, waarmee alle deelen
van hpt land gepoogd hebben, de ge
teisterde bevolking dqr door het wilde
water overstroomde streken in haar
nood te hulp te komen. Dat is een
prachtig verschijnsel geweest, omdat
daaruit niet slechts deorniB sprak met
de getroffenen, doch zoo sterk ook
dat gevoel van saamhoorigheid aan
den dag kwaie, dat het hechtste
bindsel vormt voor eene werkelijk
nationale eenheid. Dankbaar mag ook
worden herinnerd aan den steun, uit
Iadifl, zelf zoo kort daarna in een
van zijne geweBten door watersnood
getroffen, rijkelijk verschaft, en aan
de bewijzen van deelneming, op het
voetspoor van de Fransche Regeering,
ons ook van buitenlands geworden.
De N.R.Ct. herinnert er dan aan, dat
ook de politieke wateren hoog werden
opgezweept. Treub viel, terwijl de
zetel van zijn opvolger Van Gp nog
wankel staat.
Het flnancieele probleem zal nog
vele jaren lang als eene donkere
wolk over onze binnenlandsche aan
gelegenbeden blijven hangen. Onze
schuldenlast is met vele honderden
miljoenen verzwaard; na de eerste
crisisleoning is, in het afgeloopen
jaar, eene tweede gevolgd, en straks
als het nieuwe jaar zijn intree heeft
gedaan, staat de derde voor de deur.
Rente en aflossing van de geleende
gelden eischen enorme sommen, en
de normale behoeften zijn daaren
boven overhand toegenomen.
Wanneer eindelijk, een uitgeteerd
Europa naar een nieuw leven van
geluk zal pogen te gaan zoeken, zal
blijken, dat ook Nederland veel ern
stiger in zijn welvaart is geschokt,
dan nu nog wordt beseft, en kan
worden waargenomen. Dan zal do
minister van financiën niettemin
hebben te zorgen, dat hij de schatkist
gevuld houdt. En dat kost strijd,
waar de minister van flnanciön ge
makkelijk in word! gewond.
Opgemerkt wordt nog dat de bin
nenlandsche hervormingen, als de
kiesrecht- en onderwijskwestie plaats
vonden, hervormingen die later,
wanneer zij evenwel hun beslag
hebben gekregen, zullen blijken min
der groot en zeker van minder be
teekenis voor het innerlijke leven
van ons land te zijn dan thans nog
wordt geloofd, en voor welker tot
standkoming men dan de regeering
1916 zal danken.
Wij staan aan den vooravond van
eene nieuwe periode der wereldge
schiedenis, en het is goed, dat ook
in de binnenlandsche politiek de afre
kening over het tijdvak, dat nu beslo
ten worden moet, plaats vindt, opdat
ieder die in de toekomst leiding zal
hebben te geven, dat zal kunnen doen
met onbevangenheid, en niet meer
door knellende banden, dié in het
verleden hun aanhechtingspunt vin
den, in de vrijheid van zijne beweging
belemmerd.
En nu gaan wij 1»17 in; wat zal
het ons brengen? Wy gaan het in
met een beklemd gemoed. Van buiten
dreigt nog steeds gevaar en ons weer
De Vredesvoorstellen.
D& Engelsche pers en het antwoord
der geallieerden.
Londen, 1 Jan. De „Morning Post"
schrijftHet verbond der beschaving
heeft zich opnieuw verbonden tot het
einde door te strijden. Het is niets te
verwonderen dat er geen nieuws is
in het antwoord der geallieerden, het
tegendeel zou merkwaardig geweest
zijn. Het antwoord der geallieerden
is een belangrijke zedelijke overwin
ning der beschaving. De geallieerden
strijden voor de recntvaardigheid en
de vrijheid en om waarborgen op te
leggen, daaróm is de interventie van
neutralen, die pogen aan deze voor
waarden te ontkomen vruchteloos en
moet zij dat zijn. Om diezelfde
redenen verklaren wij dat een vrede
op Duitsche voorwaarden onmogelijk
te aanvaarden is.
De „Times" sehrijftHet antwoord
zegt alles wat gezegd moest worden
en zegt dit met duidelijkheid en
kracht. De Duitsche nota was een
onbeschaamde triomfzang, een som
matie om te onderhandelen op den
grondslag van de] overwinhing van
dat militarisme, dat de geallieerden
vastbesloten zijn te vernietigen als
onverzoenbaar met een duurzamen
vrede. Duitschland gaf zelfs niet vaag
de vredesvoorstellen aan, gelijk Wil
son verlangde.
De „Daily News" meent dat het
antwoord der geallieerden ia gelijk
werd verwacht. Belangrijk acht het
blad de verklaring dat de Duitsche
vredesvoorstellen slechts een oorlogs
manoeuvre zijn. Bethmann Hollweg
zou werkelijk minder gevoelig zijn
geweeat, indien hij had voorzien dat
we ander antwoord zouden geven op
zijn ontijdige aanbiedingen. Maar het
Duitsche vredesvoorstel ia geen schijn
stoot. Duitschland begeert hartstoch
telijk den vrede. Het is nu maar de
vraag of de prijs, dien het er voor
wil betalen door de geallieerden vol
doende wordt geacht.
Een mogendheid, die over men-
sehelijkheid spreekt terwijl ze zich
schuldig maakt aan slavenjacht en
dreigt de eerste beginselen der mensch-
heid in de toekomst te zullen ter
zijde stellen, plaatst zich zelf buiten
geding. Duitschland heeft zelf te be
slissen of het bereid is aan de voor
naamste verlangens der tegenstanders
tegemoet te komen door een ver
klaring, die het zou bevrijden van de
beschuldiging dat de uitnoodiging tot
den vrede een middel is om den
oorlog voort te zetten.» Is het hiertoe
bereid, dan ia er geen reden waarom
wy het de taak onnoodig moeilijk
zullen maken.
De „Daily Chronicle" zegt in eene
bespreking van het antwoord der
geallieerden, dat dit niet alleen tot
den vijand, maar tot de geheele we
reld gericht is. De geallieerden be
schouwen den oorlog niet slechts als
een botsing van krachten, die door
een op territoriale basis berustend
verdrag kan uit den weg geruimd
worden. Zy stellen de moreele ge
schilpunten op den voorgrond en
wijzen met nadruk op de reusachtige
reeks wandaden, die de vyanden
zonder provocatie of rechtvaardiging
bedreven hebben. Het aandringen
op bestraffing stelt het denkbeeld op
den voorgrond, dat de bescherming
van het geschonden recht niet op den
achtergrond is geraakt, maar voor
de geallieerden het allerbelangrykste
is en dat een stelsel, hetwelk op in
ternationale overeenkomsten berust,
zooals by v. een liga tot het afdwingen
van den vrede, alleen dan waarde
kan krijgen, wanneer de heiligheid
van internationale overeenkomsten op
ondubbelzinnihe wyze in eere is her
steld.
De formule, luidende dat thans voor
altyd een einde moet gemaakt worden
aan de machten, die een voortdurende
bedreiging voor de naties hebben uit
gemaakt, is geschikter dan die welke
van de vernieling van het Pruisisch
militarisme spreekt, omdat zy meer
omvat, zy omsluit n.1. het aanvul
lend staatsmanschap van Weenen en
BudapeBt zoowel als de voornaamste
bron Berlijn.
Bij den aanvang van het nieuwe
jaar zien wy met hoop, over de naaste
toekomst van Ujden en verliezen heen,
naar het gebouw van toekomstige
internationale vrede en vryheid uit,
welks hoofdiynen door de nevelen van
den aanbrekenden dageraad heen-
schemeren.
De Fransche pers over het ant
woord.
Paiys, 81 Dec. De bladen-betuigen
warme instemming met het histo
risch document, dat Frankryk na
mens alle geallieerden heeft over
handigd en waarin het Duitsche spel
wordt onthuld, de oorzaken van <*an
Van hst Westelijk front.
Parijs, 81 Dec. In 1916 namen
Franschen by Verdun 78 600 Duit-
schers gevangen.
Parys. 1 Jan. In Champagne werd
gisteren een aanval der Duitschers
ten W. van Auberine, die door hevig
geschutvuur was voorbereid, afge
slagen.
Aan de Maas levendige artillerie-
ge vechten»
Van het Oostelijke front.
Beriyn, 1 Jan. Aan den N. oever
van de Pripet werden 2 steunpunten
der Russen stormenderhand genomen.
1- officier en 86 man werden gevan
gen genomen.
Vin het Roemeensche front.
Beriyn, 31 Dec. In het grensgebergte
van Moldavië namen de gevechten
een voor ons gunstig verloop. De
Duitsche troepen ontrukten ten noor
den van het Oez-dal den Russen de
hoogte Solymtor en hielden hier tegen
sterke tegenbewegingen stand. Een
officier en tachtig man werden ge
vangen genomen. Ter weerszyden van
het Oitoezdal werden door Duitsche
en Oostenryksch-Hongaarsche regi
menten de Roemeensch-Russische
stellingen en in het Peetnadal Toel-
nici na heftige straatgevechten ge
nomen. By Nerejoe in het Zabaladal
drongen onze troepen voorwaarts.
Ten N. en ten -O. van Rimnicu-
Sarat boden de Russen en Roemeniéra
hardnekkigen tegenstand. Deze stel
lingen werden evenwel ook genomen.
Ook tusschen Rimnicu Sarat en de
Boezanevlakte werd in hevige gevech
ten terrein gewonnen.
Het Donau-leger wierp de RusBen
tot het bruggehoofd van Braila terug.
In de Dobroedsja maakten de Bul
garen vorderingen in de richting van
Macin.
Beriyn, 1 Jan. Tusschen de Uzen
Putna namen Duitsche en O.-H. batail-
lons stormenderhand een aantal hoog
testellingen en sloegen zy hevige
tegenaanvallen van Roemenen en
Russen af. Herestian en Oengoereni
in het Zalaba-dal zijn genomen.
In het noordeiyk gedeelte van Groot-
Walachye zyn de Russen opnieuw
teruggeslagen.
In de Dobroedsja is de Russische
bruggehoofditelling ten oosten van
Macin weder veel nauwer ingesloten.
Gisteren werden daar 1000 man gej
vangen genomen en vier kanonnen
en acht mitrailleurs buitgemaakt.
Fransch slagschip getorpedeerd.
Parys, 81 Dec. Het slagschip „Gau-
lois" is in de Middellandsche Zee
getorpedeerd op 27 December. Er zyn
vier man omgekomen. Het schip
zonk in een half uur.
De „Gaulois" was een slagschip
van 11.280 ton, bewapend met 4
kanonnen van 30.6 cM., 10 van 14
cM., 8 van 10 cM., 20 van 4.7 cM.
en 2 8.7 cM. en 4 onderwater lan-
ceerbuizen. De snelheid bedroeg 18
myi. De bemanning beatond uit 702
koppen.
De duikboot- en mljnoorlog.
De Engelsche stoomschepen „Cron-
say", „Apsleyhall" (8882 ton), het
Engelsche zeilschip „Harry Adams",
het Zweedsche s.s. „Meriddic", het
Deensche s.s. „Danmarck" en het
Noorsche s.s. „Thyra" zyn gezonken.
De deportaties In Belgll.
Het Eindhovensch Dagblad meldt
uit Arendonck:
By de laatste kennisgeving moesten
alle persohen uit ons dorp, voorzien
van twee stel kleeren, een lepel en
een vork, te Turnhout op het stations
plein verschynen.
Hoewel de betrokkenen reeds voor
goed hunne dierbaren hadden vaar
wel gezegd, werd aan deportaties nog
geen gevolg gegeven en keerden de
arme sukkelaars welgezind naar huis
terug.
Thaus is het echter veranderd. De
Duitschers hebben - in ons dorp 19
personen opgeschreven, die eerstdaags
zullen weggevoerd worden. Mannen
en vaders van een talrijk kroost I
Uit vrees voor de wegvoeringen
hebben te Polstel niet minder dan
80 bewoners die achter de electrische
draadversperring wonen, de vlucht
genomen.
Briekenland en de Entente.
Hit Athene wordt gemeld, dat de
Italiaansche gezant den minister
president een nota heeft overhandigd.
Hierin wordt door de Entente ge-
eischt: Verontschuldiging voor de
vy&ndelijke handelingen op 1 Decem
ber, degradatie van <h t verantwoor
delijken officier en het brengen van
een openbaar saluut aan de vlaggen
der geallieerden, amnestie voor alle
gearresteerdeVenizelisten, vergoeding
voor den eigendom, den lenen2den
December vernield, met inbegrip van
de persen van Venizelistiache bladen,
en overbrenging naar den Peloponesus
van alle troepen, wapenen en munitie
behalve van hetgeen strikt noodig is
voor politie-doeleinden. Over de weder
instelling van de controle over de
spoorwegiynen zal tusschen de ver
tegenwoordigers der Entente en de
regeering worden onderhandeld, ten
einde deze quaestie voor de autori
teiten minder lastig te maken.
In de nota wordt verder verklaard
Het is mogelnk, dat militaire nood
zakelijkheid de Entente er toe zo*
kunnen brengen troepen op Itea te
doen landen, ten einde deze naar
Saloniki ,te kunnen doorvoeren.
BUITENLAND.
Trtlnbotilng.
Hamburg, 81 Dec. Gisteravond reed
op de ïynBergedorf-Geesthachteen
trein met volle kracht in een op met
ongeveer 400 personen, meerendeels
fabrieksarbeiders, bezetten trein, zoo
dat de locomotief en de voorste
wagens rechtop in de hoogte sprongen.
Er werden zes of zeven personen
gedood, 18 tot 20 zwaar gewond, 70
tot 80 licht gewond.
Z«i en veertig vrouwen verbrand.
Montreal, 1 Jan. By een brand in
het idiotenasyl te St. Ferdinand, in
het graafschap Megantie, zyn 46
vrouwen omgekomen.
Ovorstroomingin In Australil.
Brisbane, 1 Jan. Noordelijk Queens;
land wordt geteisterd door zware
overstroomingen.
Te Clermont zyn 100 personen
verdronken.
PLAATSELIJK NIEUWS.
By K. B. is mot 16 Jan. be
noemd tot directeur van het post
en telegraafkantoor: te Leek, J. S.
van Juchem, thans comm. post. en
tel. 2e kl.
Bloemendag typografan.
De verkoop van het klaverbloempje
heeft hier ter plaatse opgebracht de
som van f 170.—.
My. tot Bevordering dor Toonkunst
De plaatseiyke afdeeling der Maat-
schappy tot Bevordering der Toon
kunst hield Vrydag 29 December hare
jaarlyksche vergadering in het gebouw
van de muziekschool. Nadat de no
tulen der vorige vergadering waren
voorgelezen, bracht de commissie tot
nazien der rekening over het afge
loopen boekjaar verslag uit. De com
missie had de rekening geheel accoord
bevonden en den indruk verkregen,
dat, hoewel de afdeeling niettegen
staande hare kleine middelen steeds
den leden het beste aanbiedt wat
kan worden verlangd, de fiaantiön
zoo voorzichtig en zoo nauwkeurig
beheerd worden, dat de stand der
kas niet achteruitgaande was. De
commissie stelde dan ook voor, den
penningmeester, met dank voor zyn
correct beheer, te dechargeeren.
Uit het verslag van den afgevaar
digde ter algemeene vergadering, in
Juni te Amsterdam gehouden, bleek
dat vele groote bladen in hun verslag
niet juist waren geweest, daar men
den indruk had gekregen alsof den
Helder geen succes had gehad, terwyi
juist hettegendeel waar was. Wel
was het voorstel afschaffing der
entréegelden, hoewel gesteund door
het Hoofdbestuur en het meerendeel
der afdeelingen, verworpen, tenge
volge van het stemmenoverwicht der
groote afdeelingen, doch de clou,
verdubbeling der subsidie aan de
Volkszangschool, werd na eene lang
durige diicusBie met bijna alle stem
men vóór (Arnhem tegen) aangeno
men. Er werd echter op aangedrongen
dat dan ook de gemeente zich niet
onbetuigd zou laten.
De periodiek aftredende bestuurs
leden werden herkozen, waarna de
vergadering niet dank aan de aan
wezigen werd gesloten.
Jutten.
Zoo at en toe is er tegenwoordig
weer eenB een meevallertje voor onze
Heldersche „Jutters". De aanhoudende
Z. W. wint maakt, dat behalve ver
scheidene mynen, ook heel wat, dat
van des jutters gading is, ons zeegat
binnendrijft.
Wat de mynen betreft, heeft men
zeker Zondag en Maandag de dreunin-
gen bemerkt, die hun oorzaak vinden
in het opruimen van aangespoelde my
nen. Bovendien zyn er echter de laatste
dagen verscheidene door schieten tot
zinken gebracht.
Maar zooals wy reeds opmerkten,
er dryft ook nog wel wat anders naar
binnen, en daarvan bemerk je eerst
iets als je een paar uurtjes op den
dyk doorbrengt. Je kunt het dan
treffen, dat een stel van die in weer en
wind geharde types, onze echte „jut
ters" maar star hun oogen op een
punt van de watervlakte gericht
houden. Als „leek" in het vak zitje
te turen en te turen, zonder dat je
wat ziet, maar ten slotte weten ze
je dan uit te duiden dat daar en daar
iets dryft.
Andere keeren zie je er een of meer
langs den waterkant scharrelen, dan
weer eens stilstaande, dan weer een
steen of wat verder stappende. Die
hebben ook wat zien dry ven en houden
nu hun buit in de gaten. Dan loopen
ze maar net zoo lang tot het door de
golven op de kant gegooid wordt,
ofdat het door den stroom ge
grepen, wegdrijft. Dan is de heele
wandeling langs den dyk voor niets
geweest.
Hebben ze echter in de doppen dat
het de moeite waard is, dan wordt
al spoedig de vlet te water gelaten.
Plotseling zie je een man of wat naar
een vlet toeloopen en in een oogenblik
is deze beneden van den dyk. Op een
moment dat het water even kalm is,
wordt dan gebruik gemaakt om de
vlet te water te brengen, en vooruit
gaat het. Een ander staat op den dyk
te wyzen waar of ze ongeveer moeten
zyn. En jawel hoor, na eenige oogen-
blikken roeiens, zie je er een buiten
boord grypen en een kistje uit het
water ophalen. Dan gaat het naar
den wal terug totdat er weer het
een of ander in zicht komt dat de
moeite loont om'bpgevischt te worden.
En al is het water wat rüw, een nat
pak hebben ze er beat voor over.
Naar het schynt dryft er de laatste
dagen weer heel wat, dat een tocht
met de vlet loont. Verscheidene kistjes
margarine dry ven tot aan den bovenste
rand in het water, voorby. Ze hebben
ze echter al gauw in de peiling, en
verscheidene kistjes werden opgepikt.
Zondag hadden ze een goeie dag,
wel een 60 vaten olie dreven op het
Marsdiep. 20 daarvan wisten ze te
bemachtigen en aan te brengen. De
rest dreef voorby. Die zullen wel in
de buurt van Wieringen terecht ge
komen zyn, waar, kis er wat drijft,
ook heel wat te land kemt.
Potitle-rapport.
Zaterdagnamiddag geraakten de
heer 3. en zyn knecht met een
motorrywiel, waaraan een zjjapan-
wagen bevestigd was, by ongeluk in
het water van de Binnenhaven.
Zonderletsel bekomen te hebben
konden zy weder op het droge komen.
In den Oudejaarsnacht werd
door den slager de B., wonende aan
de Spoorgracbt, te ruim 12 uur, aan
gifte gedaan dat even tevoren een
spiegelruit van zyn winkel met eene
waarde van f 70 k f 80 epzetteiyk
was ingeslagen, vermoedeiyk door
visschorajongens. Onderzoek wordt
Door een bewoonster van de Kap
perstraat is aangifte gedaan dat een
marine-matroos haar 9 jarig dochtertje
Vrijdagavond medegelokt heeft in
een brandsteeg aan de Molenstraat
en aldaar met haar, onder bedreiging
met een mes, onzedelyke handelingen
heeft gepleegd.
Een streng onderzoek wordt in-
Twee matrozen van Hr. Ms. Wacht
schip hebben Zaterdagmiddag j.1. in
café „Mobilia", aan den Kanaalweg,
een gropt aantal glazen uit het buffet
gehaald en met opzet tegen den grond
stuk gegooid. Zy werden door de
politie gearresteerd en a\n het bureau
Molenplein in bewaring gesteld.
Proces-verbaal werd opgemaakt.
BINNENLAND.
Een Nederlandsohe torpedojager
gestrand.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag is ten noorden van het bad-
strand te Vlissingtn een torpedoja
ger tegen de kust opgevaren. De boot
kwam op de steenen van een der
paalhoofden terecht en werd ernstig
beschadigd. Getracht zal worden het
schip af te brengen by hoog water.
De bemanning heeft angstige oogen-
blikken doorgemaakt. Een der matro
zen is zwemmende met een lyn naar
de kust gegaan en heeft het zoo zyn
mede-opvarenden mogelyk gemaakt
zich te redden, daar men bang was
voor erger ongelukken.
Een sergeant had de tegenwoor
digheid van geest om, toon hij de
stranding zag aankomen, de pistolen
van de torpedo's af te nemen, daar
hy voor ontploffingen vreesde.
Gisteren is men van militaire zy-
bezig geweest met het weghalen der
torpedo's en andere zaken van het
schip.
De Dismie.
Men meldt uit Amsterdam aan de
N.Rott.Ct.
De reedery heeft eenige dagen ge
leden aan Lloyds telegrafisch gevraagd,
of sedert het vertrek van het stoom
schip Themis op Donderdag 21 dezer
byzonderheden vernomen waren en
heeft daarop gisteren ten antwoord
ontvangen dat sedert het vertrek van
Newcastle niets meer van het schip
i'b vernomen.
Dé hoop op behoud van bet schip
is dus wel uitermate gering.
Omtrent een antwoord op de vraag,
wat met het schip gebeurd kan zyn,
bleef men' natuurlek volkomen in
het duister, daar het zware storm
weder eerst Zaterdagmorgen begon
nen is, toen het schip IJmuiden reeds
bereikt kon hebben.
De Thomis had een volle lading
kolen in voor de Rykskolendietrlbutie.
Gezagvoerder waa kapitein P. Burg
hout. De equipage bestond uit 19 man,
van wie 4 gehuwd. Het schip was
in 1903 gebouwd.
Het meest waarschynUjk is, dat
het schip op een myn iageloopon.
De Oldambt opgebraobt.
Wolff seint uit Beriyn
Het Nederlandsché stoomschip
Oldambt, groot 470 ton bruto, dat
met contrabande (levensmiddelen) op
weg was van Nederland naar Enge
land, is den 29sten dezer door de
Duitsche zeemacht in Vlaanderen
aangehouden en naar Zeebrugge opge
bracht.
De Oldambt is gecharterd door de
Batavieriyn. Het stoomschip vertrok
27 Dec. des nachts van Rotterdam.
Het was 28 Béc. v.m. 2.80 uur in
zee. De lading bestond uit ongeveer
260 tons margarine, 70tons versche
en ingemaakte groenten, bovendien
uit mandenwerk en ander stukgoed.
Daar het grootste gedeelte der lading
uit contrabande bestond, zal ver-
moedelyk èn schip èn lading ver
beurd worden verklaard. Zooalsmen
zich zal herinneren, werd de Old
ambt op 1 Nov. eveneens door
Duitsche oorlogsschepen aangehou
den. Terwyl men toen pogingen aan
wendde, om de Oldambt op te brén
gen, kwamen Engelsche oorlogs
schepen opdagen. Een poging om de
Oldambt tot zinken te brengen mis
lukte. De boot bleef drijven en werd
later in zinkenden toestand den Wa
terweg binnengebracht.
Na reparatie, die ongeveer ander
halve maand in beslag nam, werd
de „Oldambt" weder in de vaart op
Londen gebracht (in dienst van de
Batavieriyn). Op zyn tweede reis is
de hernieuwde poging gelukt. Nu
ligt het schip in de haven van Zee-
brugge. Omtrent de opvarenden is
niets bekend. Deze zullen waarschijn-
lijk binnen enkele dagen naar Neder
land worden teruggezonden.
De „Oldambt" ia een stalen schroef-
stoomschip, 470 bruto en 261 netto
tons groot, in 1914 by de Arnhem-
sche Stoomsleephelling My. te Arnhem
gebouwd en was onlangs aangekocht
door de firma N. Haas en Oo., te Rot
terdam.
Drli taobUfirs.
Drie Nederlandsche staatslieden van
den allereeraten rang zullen ii 1917
hun 80en jaardag vieren. Het zyn
Mr. S. van H o u t e n, den 17en
Februari,
Jhr. Mr. A. F. de Savorpin
Lobman, den 29en Mei,
en Dr. A. Kuyper, der .een
Ociober.
Een driemanschap, uiterst hetero
geen in aard en overtuiging, maar
homogeen in sterke leefkracht.
Want welk een vitaliteit spreekt
steeds nog uit al hun doen en denken.
En welk een stoere politieke bent
is het geweest die zulke jeugdige
tachtigers ona heeft geleverd
„Hblad."
Domela Niauwenhuis 70 jaar.
Zondag vierde zoo schryffc de
ft-corresp. van het „Hbl." een van
de merkwaardigste Nederlanders,
voor velen beroemd, door anderen
verfoeid, bij iedereen bekend, zijn
70en jaardag. Namelyk de socialisten
leider F. Domela Nieuwenhuis.
De naam van Domela Nieuwenhuis
is langen tyd, in de dagen van het
Haagache Walhalla en het Amster-
damsche Constantia, de échrik ge
weest van al wat ordelievend waB in
Nederland. Dat lag ten deele aan
Domela Nieuwenhuis, ten deele aan
Nederland. Tegenover het socialisme
stond men, in do jaren tusschen '80
.en '90, nog schuw en vijandig als
tegen iets leeiyk-vreemda. En Domela
Nieuwenhuis was waariyk niet de
man, geschikt om door zyn persoon
die schuwheid en dien afkeer te doen
overwinnen. Een absolute, intransi
gente, onverzoenlyke geest. Een felle
apostel- en strydersnatuur, niets en
niem&ndd oat.dend, altyd alleen het
einddoel in 't oog houdend en nooit
een streep wijkend van den rechton
weg daarhenen, links i ch rechts.
Het leven van Donu_3 Nieuwen
huis is van een zelfgekozen hardheid
en oavoorspoedigheid geweest. Er is
een tragische grootschheid in" van
steenharde kracht by steeds dalende
uiteriyke glorie. Aanvankeiyk gehaat
en geschuwd door al wat „bourgeois"
was tydens zyn kortstondig Ka
merlidmaatschap voor Schoterland
gingen zijn medeleden nauwelijks met,
hem om en verafgood door de
revolutionair gezinde menigte, ia hy
later en dat moet by wel bitter
hebben geproefd door een steeds
wassend deel van het socialisme als
leider verlaten.
Langzamerhand is er meer en meer
een vijandschap gegroeid tusschen de
„vrye" socialisten van Domela Nieu
wenhuis, waarin diens anarchistisch
individualisme weerklank vond, en
de Marxistisch-parlementaire, georga
niseerde sociaal-democraten van mr.
Troelstra, een vijandschap, zóó fel,
als ze tusschen socialisten en „bour
geois" niet feller is te vinden.
Éénmaal nog, by de staking in 190S
kwam de figuur van Domela Nieuwen
huis weer sterk naar voren, doch na
enkele dagen geraakte zy weer op
den achtergrond.
In zyn boek „de geschiedenis van
het Socialisme" zegt hy in de korte
voorrede
„Ik heb niemand gespaard, zelfs
niet dezulken die het dichtst by my
stonden, maar in alles en tegenover
allen heb ik getracht eeriyk te zyn.
Ik heb het gewaagd om te zeggen
wat ik denk, want ik heb by zoovolon
gezien dat, als zy dat niet durven,
zy weldra zullen durven te zeggen
wat zy niet denken."
Dat woord past, geiyk op het boek
van Domela Nieuwenhuis, ook op zyn
leven.
Zondag werd Domela Nieuwenhuis
in de groote zaal van het Concert
gebouw te Amsterdam, dia geheel
met sparregroen, vaandels en doeken
was versierd, door meer dan twee
duizend personen gehuldigd ter eere
van zyn 70en verjaardag.
Da vliMhirtsUklng ts IJmuiden.
Er is te IJmuiden al weinig te
bemerken van een staking in het
visschersbedryf, of het moet dan zyn
in de haven, waar de ophoopiDg van
trawlers zóó groot is, dat men Zon
dag al moest beginnen om de schepen
van de visschershaven naar de bin
nenhaven te verhalen, om ruimte te
krygen.
Maar in de plaats zelve ziet men
niet* van al die drukte, zooals die
door een staking welke een 16 k 1700
man omvat, behalve de heel velen,
die er indirect by betrokken zyn, iu
een kleine plaats allicht wordt teweeg
gebracht. Wel ziet men hier of daar,
en meest in de buurt van het bureau
van 'den Algemeenen Nederlandschon
Zeemansbond, by het station, kluit
jes vis8cheralieden te hoop staan,
smoezelend en betoogend onder
mekaar, maar dat is toch eigenlyk
niets ongewoonB zoo op den Zater
dagnamiddag, - dan mogen zy die
binnen zyn, wel altyd graag in hun
Zondagsche blauwe spullen zoo wat
passagieren ©n samenkluiten op een
hoek met hun struiBche lyven op
hun wyde zeebeenen.
't Is geen wonder, dat je er in
IJmuiden niet veel van merkt: de
bemanning van deLJmuider visschers
vloot is verspreid over 43 plaatsen
in het land, zy zitten daar zoo langs
de heele kust, in al die kleine dorpjes,
waar de eigen visschery langzaam
aan is verloopen, toen 't bedryf voor
de kleine zeilscheepjes onhoudbaar
werd tegenover 't grootsche stoom-
gedoe van IJmuiden. En wie er zoo
binnenkwam nu,- de een na den ander,
en de order kregen van de afdeeling
van den Bond, dat er niet uitgevaren
mocht worden voorloopig, ze stonden
wel even beteuterd te kijken, maar
er zat wel niet anders op dan maar
den ruiten spekzak op den rug te
nemen en weg te trekken naar moeder
de vrouw op 't eigen dorp, om daar
dan maar af tt wachten.
Zoo viil er van de menschen ep
Btraat niet veel te vernemsn en w(j
zyn dan maar naar het kantoor van
den Zeemansbond gegaan om o&s
daar „officieel" te laten vertellen va»
wat er nu eigenlyk gaande is. Zij
voelden er zich maar half thuis, de
bestuursleden in dat bekrompen kan
toortje, waar ze dan zaten op stoelen
hier en daar, zooals 't viel, met hun
onhandelbare zware beenen raar voor
zich heen. Maar toen er een meneer
van de krant kwam, deden ze erg
?ewichtig en alsof 't zoo hun dage-
ykache doen was om ineen kantoortjo
te zitten en er zaken af te doen.
En zy werden „politiek" en „tac-