heideïsche courant Tweede Blad.' Aan onze lezers builen de gemeente Helder! van DINSDA6 2 JANUARI 1917. Door de verhoogde Incasso tarieven van de pest, zijn wij genoodzaakt thans mot 10 et. verhooging - in plaats van 6 ct. - ever hot abonnoments geld te beschikken. Wij radon onzen aboanf's in hun eigen belang aan, ons het bedrag zoo spoedig mo gelijk en In elk geval v66r S Januari a.s. toe to zonden. Postwissels voor dat dool behoeven slechts met oen zegel van ZXU cent beplakt te worden. Adm. „Hildtrssbs Courant". Bij de jaarwisseling. Ia het afgeloopen jaar zegt de „N. Rott. Ct." hebben opnieuw de internationale aangelegenheden ook bier te lande de meeste aandacht getrokken. Hoe kon het ook anders? Ons land vervult tusschen de strij dende partijen de rol van stootkus' sen-staat, gelijk Duitschland er nu ook aan zijn Oostzijde gaarn9 een ingericht zoude zien, en de positie van zulk een staat is verrre van behagelijk. Allerminst in dezen oor-, log, die met alle denkbare militaire en oeconomische middelen wordt ge voerd, en waarin de kampende mo gendheden zich aan recht, noch wet, noch zedelijke overwegingen, gelegen laten liggen, zoodat wij dan van de eene zijde, dan van de andere in de verdrukking worden gebracht. Van welken kant wij in het af geloopen jaar het meest bemoeilijkt, het onrechtvaardigst behandeld zijn, zal aan den toekomstigen geschied schrijver ter beslissing moeten wor den overgelaten. Wat weten wij tot op heden er eigenlyk van? Ons departement van buitenlandsche za ken is weinig mededeelzaam, het be haalt zich tot één Oranjeboek in het jaar, en men mag wel aannemen, dat hetgeen van onze internationale moeilijkheden daarin aan het licht worden gebracht, slechts een klein gedeelte is van de vele netelige vraag stukken, waarvoor onze Regeering, onder den drang van Oost en West, bij herhaling is geplaatst geworden. Een enkelen keer sléchts hebben wij van de onberekenbare wisselvallig heden, die ops land bedreigden, een ietsje medeontwaardbij de paniek van 31 Maart. Doch dan ging aan stonds de sluier er weer voor, en het wat? en waarom? bleef in diepe geheimnis verhuld. Slechts de waar schuwing tot het publiek was al wat er een oogenblik van bskleefHoudt u voorbereid, dat het oogenblik, waarop ook Nederland in den eorloj zal worden betrokken, onverwacht voor u kan staan 1 Doch hoe spoedig zijn wü dit weer vergeien Het mag, nu het jaar ten einde spoedt en er over vrede wordt gesproken, nog wel eens in herinne ring gebracht worden, dat wij blijven leven op een vulkaan. Onze toestand is zoo, dat over de vraag, of ook wij nog in den krankzinnigen maalstroom zullen worden medegesleurd, wij zei ven slechts uiterst weinig stem heb ben in het kapittel. Op het oogenblik schijnt geen der beide strijdende groepen onze deelneming aan den oorlog te begeeren. Doch wat niet is kan komen. Aan beide kanten heeft men den mond vol hoogdravende woorden over het recht dar kleine natiën; wat van deze'rechten over schiet, indien op een kwaad oogen blik, in naam van het hooge ideaal, waarvoor de strijd heet te worden gevoerd, natuurlijk!, de belangen der grooten met de rechten der kleinen in strijd worden geacht, is aan België en aan Griekenland bewezen. Komt er op een der fronten, waarop de wereldstryd wordt uitgevochten, eene verandering, waardoor het risico van een zet tegen ons land minder groot geacht wordt dan het voordeel dat daarmede zou kunnen behaald och, laten wjj ons dan geen illusies maken, dat die zet omderwille van ons recht zou worden nagelaten. Zoodra de stootkussenstaat zijn taak heeft vol bracht zal hy kunnen gaan. Dat zich dit oogenblik tot nu toe nog niet heeft voorgedaan, is voor een deel ook door ons eigen toe doen geweest. Wy mogen dit met dankbaarheid erkennen. En zij, die de verantwoordelijkheid voor onze legermacht hebben te dragen, zullen niet willen vergeten, dat het onze voortdurende paraatheid, om aan den strijd deel te nemen, geweest is, die mede tot nu toe ons land den vrede heeft gewaarborgd. Men dringt, ook in den jongsten tyd weer, op demo bilisatie aan. Er kan beter een paar jaar te laat, dan een dag te vroeg tot demobilisatie worden overgegaan. De laat iB groot, doch de prijs, indien ons land daarmede buiten den oor log kan worden gehouden, is aen last waard. Te vroegtijdige demobili satie stelt de grenzen van om land open voor wie er gebruik van maken wil. Men moge bedenken, dat de grootste moeilijkheden voor Grieken land zijn aangebroken van het oogen blik af, waarop het zijn leger tot vredesvoet terug had gebracht, en dat ook nu nog het overschot van het door twist in kracht gebroken Grieksche leger de spil is, waarom de Entente-politiek' in het Oosten draait. Dat, zelfs terwijl wij op oorlog voorbereid zijn, de oorlogvoerenden ons land niet veel verder ontzien, dan tot aan de grenzen van een ge wapend conflict, ia in het afgeloopen jaar herhaaldelijk geblekon. Zullen wjj het alles weer oprakelen? Her inneren aan de vernietiging van onze schepen, de „Tubantia", de „Palem- bang", de „Blommersdyk", en andere moer? aan de inbeslagnemingen van onze overzeesche mails, do opbren ging van onze visschersvloot, de hon derderlei bemoeilijking van ons ver keer met onze eigen koloniën, van onzen handel en ons bedrijf? Wat nut? Do Duitsche handelingen hebben ons telkens onthutst, ons om hun ruwheid en om de laatdunkendheid, waarmede met menschenlevens ge speeld werd, doen ontstellen. De Engelsche zijn van meer overleggen- den aard geweest, en voor onze oeconomische belangen van ontegen zeggelijk veel verder reikende be- teekenis. Beide hebben zij ons gegriefd en gekwetst in onze beste nationale gevoelens: de eerste, gelijk een plompe klap zou doen, onverwacht in het aangezicht gegeven; de andere heb ben wij meer gevoeld als eene meer verfijnde, dagolijksche, schrijnende vernedering, waar wij hulpeloos tegenover staan. Samen hebben zij ons terdege 'ingeprent, dat, zoolang de oorlog duurt, het gevaar blijft dreigen van beide kanten evenzeer. Althans, wjj hopen, dat er die leering uit is geput. En zal nu 1917 den langgehoopten vrede brengen? Het vredesvoorstel der centralen heeft op de New Yorksche beurs eene paniek veroor zaakt, gelijk er in geen jaren eene was voorgekomen- De „vree s", dat plotseling de vrede voor de deur stond, deed de koersen van tallooze fondsen met tientallen percenten tegelijk naar beneden tuimelen. Aldus ongeveer werd ons door Reuter, het geenszins onpartijdige, doch van Duitsche smetten vrije, nieuwsagent schap, geseind. Dit zinnetje was ken schetsend, en men mocht wenschen, dat het ook bij de oorlogvoerenden eenige aandacht had getrokken. Er wordt druk geredeneerd, over het oorlogsdoel; doch geeft men zich ook wel eens rekenschap van het oorlogsresultaat? Dit ligt in dat eene zinnetje beslotenVrees... in Amerika, dat de vredeuit breken zou. Het jaar 1916 sluit inderdaad niet bemoedigend. Ook niet voor ons land, dat voortdurend in grooter nood ge raakt, en zijn noodzakelijke toevoeren afgesneden, zijn hulpbronnen moer en meer verstopt, en zijn verkeer belemmerd ziet. Bange tijden wachten ons, óók indien de vrede reeds binnen enkele maanden gesloten mocht wor den, en wij kunnen slechts scheiden van het oude jaar met de bede, dat 1917 ons beters brengen zal, dan 1916 gedaan heeft, doch zonder al te veel hoop standsvermogen vermindert geleide lijk aan: de werkloosheid breidt zich uit, gebrek en ellende nemen toe. Wij mogen hopen, dat het ons volk zal bespaard blijven, mee te moeten oprukken in den vernietigenden strijd, waarin toch wel eindelijk dit jaar over Europa zal worden besliBt zeker heid daaromtrent hebben wij geen dag, nauwelijks een uur. Maar ook indien wij aan deelneming aan den ontzettenden doodenmarsch ontko men, zal 1917, en de wijze, waarop wjj dat jaar volbrengen, van beslis sende beteekenis kunnen zijn voor de toekomst van ons land. Zullen wij het zelfvertrouwen, de eensge zindheid en den le venslust behouden, die noodig zullen wezen, om de stor men te doorstaan, waarmede de hef- leving van Europa gepaard zal gaan Dit mag bij den aanvang van het jaar nog wel eens worden ingeprent, dat in den wedijver der volkeren niet hij op den duur de zege wegdraagt, die over de meeste reserven beschikt in lood en staal, en het 't verst ge bracht heeft in het vermogen, te ver nietigen, doch wel degeen die uit munt in zedelijke eigenschappen, in kennis en beschaving, door ijver en volharding, door ondernemerslust, en door de welgemoedheid en de on overtrefbare kracht, welke in noeste arbeidzaamheid aan de werken des vredes tot wasdom komen. En het volk dat dit niet inziet, zal, óók zoo het zonder kleerscheuren te voorschijn komt uit dezen verschrikkelpe tijd, waarin alles te onderste boven lijkt gekeerd niettemin aan- het begin zijn- van zijn eind. oorlog worden gepreciseerd, de Duit sche misdaden worden veroordeeld en beslist wordt geweigerd zonder waarborgen in besprekingen te treden met den vijand, die onderhandelin gen wil beginnen op twee onjuiste grondslagen, n.1. dat hij aangevallen is en dat hij overwinnend is. De bladen juichen het toe, dat in de nota een eereplaats is gegeven aan het geschonden en gemartelde Belgie. Zij zijn van oordeel, dat de nota, die de rechtvaardigheid van de zaak der geallieerden aantoont en hun vast beradenheid betuigt, door het gewe ten der menscbheid zal worden goed gekeurd. Het antwoord aan president Wilson is aanstaande.Dat antwoord zal in bijzonderheden de, oorzaken van den oorlog en de oorlogsbedoelingen be spreken. De „Matin" zegt, dat dit antwoord vergezeld zal gaan van een verkla ring der Belgische regeering, waarin aan de Amerikaansche natie erken telijkheid zal worden betuigd voor bewezen diensten en vertrouwen wordt uitgesproken op vriendschap pelijke samenwerking in de toe komst. Ook met betrekking tot de binnen- landsche aangelegenheden is het jaar 1916 er een geweest, dat niet zonder beroering en beweging voorbijging. Het Nieuwe jaar was nog nauwelijks ingetreden, toen de krachten der natuur zich op ongekend hevige wijze deden gelden. De stormvloed van 18 Jannari heeft 1916 voor ons land tot een rampjaar doen worden, dat in do geschiedboeken nog na eeuwen zal blijven vermeld. Eén lichtpunt staat daartegenoverde buitengewone offervaardigheid, waarmee alle deelen van hpt land gepoogd hebben, de ge teisterde bevolking dqr door het wilde water overstroomde streken in haar nood te hulp te komen. Dat is een prachtig verschijnsel geweest, omdat daaruit niet slechts deorniB sprak met de getroffenen, doch zoo sterk ook dat gevoel van saamhoorigheid aan den dag kwaie, dat het hechtste bindsel vormt voor eene werkelijk nationale eenheid. Dankbaar mag ook worden herinnerd aan den steun, uit Iadifl, zelf zoo kort daarna in een van zijne geweBten door watersnood getroffen, rijkelijk verschaft, en aan de bewijzen van deelneming, op het voetspoor van de Fransche Regeering, ons ook van buitenlands geworden. De N.R.Ct. herinnert er dan aan, dat ook de politieke wateren hoog werden opgezweept. Treub viel, terwijl de zetel van zijn opvolger Van Gp nog wankel staat. Het flnancieele probleem zal nog vele jaren lang als eene donkere wolk over onze binnenlandsche aan gelegenbeden blijven hangen. Onze schuldenlast is met vele honderden miljoenen verzwaard; na de eerste crisisleoning is, in het afgeloopen jaar, eene tweede gevolgd, en straks als het nieuwe jaar zijn intree heeft gedaan, staat de derde voor de deur. Rente en aflossing van de geleende gelden eischen enorme sommen, en de normale behoeften zijn daaren boven overhand toegenomen. Wanneer eindelijk, een uitgeteerd Europa naar een nieuw leven van geluk zal pogen te gaan zoeken, zal blijken, dat ook Nederland veel ern stiger in zijn welvaart is geschokt, dan nu nog wordt beseft, en kan worden waargenomen. Dan zal do minister van financiën niettemin hebben te zorgen, dat hij de schatkist gevuld houdt. En dat kost strijd, waar de minister van flnanciön ge makkelijk in word! gewond. Opgemerkt wordt nog dat de bin nenlandsche hervormingen, als de kiesrecht- en onderwijskwestie plaats vonden, hervormingen die later, wanneer zij evenwel hun beslag hebben gekregen, zullen blijken min der groot en zeker van minder be teekenis voor het innerlijke leven van ons land te zijn dan thans nog wordt geloofd, en voor welker tot standkoming men dan de regeering 1916 zal danken. Wij staan aan den vooravond van eene nieuwe periode der wereldge schiedenis, en het is goed, dat ook in de binnenlandsche politiek de afre kening over het tijdvak, dat nu beslo ten worden moet, plaats vindt, opdat ieder die in de toekomst leiding zal hebben te geven, dat zal kunnen doen met onbevangenheid, en niet meer door knellende banden, dié in het verleden hun aanhechtingspunt vin den, in de vrijheid van zijne beweging belemmerd. En nu gaan wij 1»17 in; wat zal het ons brengen? Wy gaan het in met een beklemd gemoed. Van buiten dreigt nog steeds gevaar en ons weer De Vredesvoorstellen. D& Engelsche pers en het antwoord der geallieerden. Londen, 1 Jan. De „Morning Post" schrijftHet verbond der beschaving heeft zich opnieuw verbonden tot het einde door te strijden. Het is niets te verwonderen dat er geen nieuws is in het antwoord der geallieerden, het tegendeel zou merkwaardig geweest zijn. Het antwoord der geallieerden is een belangrijke zedelijke overwin ning der beschaving. De geallieerden strijden voor de recntvaardigheid en de vrijheid en om waarborgen op te leggen, daaróm is de interventie van neutralen, die pogen aan deze voor waarden te ontkomen vruchteloos en moet zij dat zijn. Om diezelfde redenen verklaren wij dat een vrede op Duitsche voorwaarden onmogelijk te aanvaarden is. De „Times" sehrijftHet antwoord zegt alles wat gezegd moest worden en zegt dit met duidelijkheid en kracht. De Duitsche nota was een onbeschaamde triomfzang, een som matie om te onderhandelen op den grondslag van de] overwinhing van dat militarisme, dat de geallieerden vastbesloten zijn te vernietigen als onverzoenbaar met een duurzamen vrede. Duitschland gaf zelfs niet vaag de vredesvoorstellen aan, gelijk Wil son verlangde. De „Daily News" meent dat het antwoord der geallieerden ia gelijk werd verwacht. Belangrijk acht het blad de verklaring dat de Duitsche vredesvoorstellen slechts een oorlogs manoeuvre zijn. Bethmann Hollweg zou werkelijk minder gevoelig zijn geweeat, indien hij had voorzien dat we ander antwoord zouden geven op zijn ontijdige aanbiedingen. Maar het Duitsche vredesvoorstel ia geen schijn stoot. Duitschland begeert hartstoch telijk den vrede. Het is nu maar de vraag of de prijs, dien het er voor wil betalen door de geallieerden vol doende wordt geacht. Een mogendheid, die over men- sehelijkheid spreekt terwijl ze zich schuldig maakt aan slavenjacht en dreigt de eerste beginselen der mensch- heid in de toekomst te zullen ter zijde stellen, plaatst zich zelf buiten geding. Duitschland heeft zelf te be slissen of het bereid is aan de voor naamste verlangens der tegenstanders tegemoet te komen door een ver klaring, die het zou bevrijden van de beschuldiging dat de uitnoodiging tot den vrede een middel is om den oorlog voort te zetten.» Is het hiertoe bereid, dan ia er geen reden waarom wy het de taak onnoodig moeilijk zullen maken. De „Daily Chronicle" zegt in eene bespreking van het antwoord der geallieerden, dat dit niet alleen tot den vijand, maar tot de geheele we reld gericht is. De geallieerden be schouwen den oorlog niet slechts als een botsing van krachten, die door een op territoriale basis berustend verdrag kan uit den weg geruimd worden. Zy stellen de moreele ge schilpunten op den voorgrond en wijzen met nadruk op de reusachtige reeks wandaden, die de vyanden zonder provocatie of rechtvaardiging bedreven hebben. Het aandringen op bestraffing stelt het denkbeeld op den voorgrond, dat de bescherming van het geschonden recht niet op den achtergrond is geraakt, maar voor de geallieerden het allerbelangrykste is en dat een stelsel, hetwelk op in ternationale overeenkomsten berust, zooals by v. een liga tot het afdwingen van den vrede, alleen dan waarde kan krijgen, wanneer de heiligheid van internationale overeenkomsten op ondubbelzinnihe wyze in eere is her steld. De formule, luidende dat thans voor altyd een einde moet gemaakt worden aan de machten, die een voortdurende bedreiging voor de naties hebben uit gemaakt, is geschikter dan die welke van de vernieling van het Pruisisch militarisme spreekt, omdat zy meer omvat, zy omsluit n.1. het aanvul lend staatsmanschap van Weenen en BudapeBt zoowel als de voornaamste bron Berlijn. Bij den aanvang van het nieuwe jaar zien wy met hoop, over de naaste toekomst van Ujden en verliezen heen, naar het gebouw van toekomstige internationale vrede en vryheid uit, welks hoofdiynen door de nevelen van den aanbrekenden dageraad heen- schemeren. De Fransche pers over het ant woord. Paiys, 81 Dec. De bladen-betuigen warme instemming met het histo risch document, dat Frankryk na mens alle geallieerden heeft over handigd en waarin het Duitsche spel wordt onthuld, de oorzaken van <*an Van hst Westelijk front. Parijs, 81 Dec. In 1916 namen Franschen by Verdun 78 600 Duit- schers gevangen. Parys. 1 Jan. In Champagne werd gisteren een aanval der Duitschers ten W. van Auberine, die door hevig geschutvuur was voorbereid, afge slagen. Aan de Maas levendige artillerie- ge vechten» Van het Oostelijke front. Beriyn, 1 Jan. Aan den N. oever van de Pripet werden 2 steunpunten der Russen stormenderhand genomen. 1- officier en 86 man werden gevan gen genomen. Vin het Roemeensche front. Beriyn, 31 Dec. In het grensgebergte van Moldavië namen de gevechten een voor ons gunstig verloop. De Duitsche troepen ontrukten ten noor den van het Oez-dal den Russen de hoogte Solymtor en hielden hier tegen sterke tegenbewegingen stand. Een officier en tachtig man werden ge vangen genomen. Ter weerszyden van het Oitoezdal werden door Duitsche en Oostenryksch-Hongaarsche regi menten de Roemeensch-Russische stellingen en in het Peetnadal Toel- nici na heftige straatgevechten ge nomen. By Nerejoe in het Zabaladal drongen onze troepen voorwaarts. Ten N. en ten -O. van Rimnicu- Sarat boden de Russen en Roemeniéra hardnekkigen tegenstand. Deze stel lingen werden evenwel ook genomen. Ook tusschen Rimnicu Sarat en de Boezanevlakte werd in hevige gevech ten terrein gewonnen. Het Donau-leger wierp de RusBen tot het bruggehoofd van Braila terug. In de Dobroedsja maakten de Bul garen vorderingen in de richting van Macin. Beriyn, 1 Jan. Tusschen de Uzen Putna namen Duitsche en O.-H. batail- lons stormenderhand een aantal hoog testellingen en sloegen zy hevige tegenaanvallen van Roemenen en Russen af. Herestian en Oengoereni in het Zalaba-dal zijn genomen. In het noordeiyk gedeelte van Groot- Walachye zyn de Russen opnieuw teruggeslagen. In de Dobroedsja is de Russische bruggehoofditelling ten oosten van Macin weder veel nauwer ingesloten. Gisteren werden daar 1000 man gej vangen genomen en vier kanonnen en acht mitrailleurs buitgemaakt. Fransch slagschip getorpedeerd. Parys, 81 Dec. Het slagschip „Gau- lois" is in de Middellandsche Zee getorpedeerd op 27 December. Er zyn vier man omgekomen. Het schip zonk in een half uur. De „Gaulois" was een slagschip van 11.280 ton, bewapend met 4 kanonnen van 30.6 cM., 10 van 14 cM., 8 van 10 cM., 20 van 4.7 cM. en 2 8.7 cM. en 4 onderwater lan- ceerbuizen. De snelheid bedroeg 18 myi. De bemanning beatond uit 702 koppen. De duikboot- en mljnoorlog. De Engelsche stoomschepen „Cron- say", „Apsleyhall" (8882 ton), het Engelsche zeilschip „Harry Adams", het Zweedsche s.s. „Meriddic", het Deensche s.s. „Danmarck" en het Noorsche s.s. „Thyra" zyn gezonken. De deportaties In Belgll. Het Eindhovensch Dagblad meldt uit Arendonck: By de laatste kennisgeving moesten alle persohen uit ons dorp, voorzien van twee stel kleeren, een lepel en een vork, te Turnhout op het stations plein verschynen. Hoewel de betrokkenen reeds voor goed hunne dierbaren hadden vaar wel gezegd, werd aan deportaties nog geen gevolg gegeven en keerden de arme sukkelaars welgezind naar huis terug. Thaus is het echter veranderd. De Duitschers hebben - in ons dorp 19 personen opgeschreven, die eerstdaags zullen weggevoerd worden. Mannen en vaders van een talrijk kroost I Uit vrees voor de wegvoeringen hebben te Polstel niet minder dan 80 bewoners die achter de electrische draadversperring wonen, de vlucht genomen. Briekenland en de Entente. Hit Athene wordt gemeld, dat de Italiaansche gezant den minister president een nota heeft overhandigd. Hierin wordt door de Entente ge- eischt: Verontschuldiging voor de vy&ndelijke handelingen op 1 Decem ber, degradatie van <h t verantwoor delijken officier en het brengen van een openbaar saluut aan de vlaggen der geallieerden, amnestie voor alle gearresteerdeVenizelisten, vergoeding voor den eigendom, den lenen2den December vernield, met inbegrip van de persen van Venizelistiache bladen, en overbrenging naar den Peloponesus van alle troepen, wapenen en munitie behalve van hetgeen strikt noodig is voor politie-doeleinden. Over de weder instelling van de controle over de spoorwegiynen zal tusschen de ver tegenwoordigers der Entente en de regeering worden onderhandeld, ten einde deze quaestie voor de autori teiten minder lastig te maken. In de nota wordt verder verklaard Het is mogelnk, dat militaire nood zakelijkheid de Entente er toe zo* kunnen brengen troepen op Itea te doen landen, ten einde deze naar Saloniki ,te kunnen doorvoeren. BUITENLAND. Trtlnbotilng. Hamburg, 81 Dec. Gisteravond reed op de ïynBergedorf-Geesthachteen trein met volle kracht in een op met ongeveer 400 personen, meerendeels fabrieksarbeiders, bezetten trein, zoo dat de locomotief en de voorste wagens rechtop in de hoogte sprongen. Er werden zes of zeven personen gedood, 18 tot 20 zwaar gewond, 70 tot 80 licht gewond. Z«i en veertig vrouwen verbrand. Montreal, 1 Jan. By een brand in het idiotenasyl te St. Ferdinand, in het graafschap Megantie, zyn 46 vrouwen omgekomen. Ovorstroomingin In Australil. Brisbane, 1 Jan. Noordelijk Queens; land wordt geteisterd door zware overstroomingen. Te Clermont zyn 100 personen verdronken. PLAATSELIJK NIEUWS. By K. B. is mot 16 Jan. be noemd tot directeur van het post en telegraafkantoor: te Leek, J. S. van Juchem, thans comm. post. en tel. 2e kl. Bloemendag typografan. De verkoop van het klaverbloempje heeft hier ter plaatse opgebracht de som van f 170.—. My. tot Bevordering dor Toonkunst De plaatseiyke afdeeling der Maat- schappy tot Bevordering der Toon kunst hield Vrydag 29 December hare jaarlyksche vergadering in het gebouw van de muziekschool. Nadat de no tulen der vorige vergadering waren voorgelezen, bracht de commissie tot nazien der rekening over het afge loopen boekjaar verslag uit. De com missie had de rekening geheel accoord bevonden en den indruk verkregen, dat, hoewel de afdeeling niettegen staande hare kleine middelen steeds den leden het beste aanbiedt wat kan worden verlangd, de fiaantiön zoo voorzichtig en zoo nauwkeurig beheerd worden, dat de stand der kas niet achteruitgaande was. De commissie stelde dan ook voor, den penningmeester, met dank voor zyn correct beheer, te dechargeeren. Uit het verslag van den afgevaar digde ter algemeene vergadering, in Juni te Amsterdam gehouden, bleek dat vele groote bladen in hun verslag niet juist waren geweest, daar men den indruk had gekregen alsof den Helder geen succes had gehad, terwyi juist hettegendeel waar was. Wel was het voorstel afschaffing der entréegelden, hoewel gesteund door het Hoofdbestuur en het meerendeel der afdeelingen, verworpen, tenge volge van het stemmenoverwicht der groote afdeelingen, doch de clou, verdubbeling der subsidie aan de Volkszangschool, werd na eene lang durige diicusBie met bijna alle stem men vóór (Arnhem tegen) aangeno men. Er werd echter op aangedrongen dat dan ook de gemeente zich niet onbetuigd zou laten. De periodiek aftredende bestuurs leden werden herkozen, waarna de vergadering niet dank aan de aan wezigen werd gesloten. Jutten. Zoo at en toe is er tegenwoordig weer eenB een meevallertje voor onze Heldersche „Jutters". De aanhoudende Z. W. wint maakt, dat behalve ver scheidene mynen, ook heel wat, dat van des jutters gading is, ons zeegat binnendrijft. Wat de mynen betreft, heeft men zeker Zondag en Maandag de dreunin- gen bemerkt, die hun oorzaak vinden in het opruimen van aangespoelde my nen. Bovendien zyn er echter de laatste dagen verscheidene door schieten tot zinken gebracht. Maar zooals wy reeds opmerkten, er dryft ook nog wel wat anders naar binnen, en daarvan bemerk je eerst iets als je een paar uurtjes op den dyk doorbrengt. Je kunt het dan treffen, dat een stel van die in weer en wind geharde types, onze echte „jut ters" maar star hun oogen op een punt van de watervlakte gericht houden. Als „leek" in het vak zitje te turen en te turen, zonder dat je wat ziet, maar ten slotte weten ze je dan uit te duiden dat daar en daar iets dryft. Andere keeren zie je er een of meer langs den waterkant scharrelen, dan weer eens stilstaande, dan weer een steen of wat verder stappende. Die hebben ook wat zien dry ven en houden nu hun buit in de gaten. Dan loopen ze maar net zoo lang tot het door de golven op de kant gegooid wordt, ofdat het door den stroom ge grepen, wegdrijft. Dan is de heele wandeling langs den dyk voor niets geweest. Hebben ze echter in de doppen dat het de moeite waard is, dan wordt al spoedig de vlet te water gelaten. Plotseling zie je een man of wat naar een vlet toeloopen en in een oogenblik is deze beneden van den dyk. Op een moment dat het water even kalm is, wordt dan gebruik gemaakt om de vlet te water te brengen, en vooruit gaat het. Een ander staat op den dyk te wyzen waar of ze ongeveer moeten zyn. En jawel hoor, na eenige oogen- blikken roeiens, zie je er een buiten boord grypen en een kistje uit het water ophalen. Dan gaat het naar den wal terug totdat er weer het een of ander in zicht komt dat de moeite loont om'bpgevischt te worden. En al is het water wat rüw, een nat pak hebben ze er beat voor over. Naar het schynt dryft er de laatste dagen weer heel wat, dat een tocht met de vlet loont. Verscheidene kistjes margarine dry ven tot aan den bovenste rand in het water, voorby. Ze hebben ze echter al gauw in de peiling, en verscheidene kistjes werden opgepikt. Zondag hadden ze een goeie dag, wel een 60 vaten olie dreven op het Marsdiep. 20 daarvan wisten ze te bemachtigen en aan te brengen. De rest dreef voorby. Die zullen wel in de buurt van Wieringen terecht ge komen zyn, waar, kis er wat drijft, ook heel wat te land kemt. Potitle-rapport. Zaterdagnamiddag geraakten de heer 3. en zyn knecht met een motorrywiel, waaraan een zjjapan- wagen bevestigd was, by ongeluk in het water van de Binnenhaven. Zonderletsel bekomen te hebben konden zy weder op het droge komen. In den Oudejaarsnacht werd door den slager de B., wonende aan de Spoorgracbt, te ruim 12 uur, aan gifte gedaan dat even tevoren een spiegelruit van zyn winkel met eene waarde van f 70 k f 80 epzetteiyk was ingeslagen, vermoedeiyk door visschorajongens. Onderzoek wordt Door een bewoonster van de Kap perstraat is aangifte gedaan dat een marine-matroos haar 9 jarig dochtertje Vrijdagavond medegelokt heeft in een brandsteeg aan de Molenstraat en aldaar met haar, onder bedreiging met een mes, onzedelyke handelingen heeft gepleegd. Een streng onderzoek wordt in- Twee matrozen van Hr. Ms. Wacht schip hebben Zaterdagmiddag j.1. in café „Mobilia", aan den Kanaalweg, een gropt aantal glazen uit het buffet gehaald en met opzet tegen den grond stuk gegooid. Zy werden door de politie gearresteerd en a\n het bureau Molenplein in bewaring gesteld. Proces-verbaal werd opgemaakt. BINNENLAND. Een Nederlandsohe torpedojager gestrand. In den nacht van Zaterdag op Zondag is ten noorden van het bad- strand te Vlissingtn een torpedoja ger tegen de kust opgevaren. De boot kwam op de steenen van een der paalhoofden terecht en werd ernstig beschadigd. Getracht zal worden het schip af te brengen by hoog water. De bemanning heeft angstige oogen- blikken doorgemaakt. Een der matro zen is zwemmende met een lyn naar de kust gegaan en heeft het zoo zyn mede-opvarenden mogelyk gemaakt zich te redden, daar men bang was voor erger ongelukken. Een sergeant had de tegenwoor digheid van geest om, toon hij de stranding zag aankomen, de pistolen van de torpedo's af te nemen, daar hy voor ontploffingen vreesde. Gisteren is men van militaire zy- bezig geweest met het weghalen der torpedo's en andere zaken van het schip. De Dismie. Men meldt uit Amsterdam aan de N.Rott.Ct. De reedery heeft eenige dagen ge leden aan Lloyds telegrafisch gevraagd, of sedert het vertrek van het stoom schip Themis op Donderdag 21 dezer byzonderheden vernomen waren en heeft daarop gisteren ten antwoord ontvangen dat sedert het vertrek van Newcastle niets meer van het schip i'b vernomen. Dé hoop op behoud van bet schip is dus wel uitermate gering. Omtrent een antwoord op de vraag, wat met het schip gebeurd kan zyn, bleef men' natuurlek volkomen in het duister, daar het zware storm weder eerst Zaterdagmorgen begon nen is, toen het schip IJmuiden reeds bereikt kon hebben. De Thomis had een volle lading kolen in voor de Rykskolendietrlbutie. Gezagvoerder waa kapitein P. Burg hout. De equipage bestond uit 19 man, van wie 4 gehuwd. Het schip was in 1903 gebouwd. Het meest waarschynUjk is, dat het schip op een myn iageloopon. De Oldambt opgebraobt. Wolff seint uit Beriyn Het Nederlandsché stoomschip Oldambt, groot 470 ton bruto, dat met contrabande (levensmiddelen) op weg was van Nederland naar Enge land, is den 29sten dezer door de Duitsche zeemacht in Vlaanderen aangehouden en naar Zeebrugge opge bracht. De Oldambt is gecharterd door de Batavieriyn. Het stoomschip vertrok 27 Dec. des nachts van Rotterdam. Het was 28 Béc. v.m. 2.80 uur in zee. De lading bestond uit ongeveer 260 tons margarine, 70tons versche en ingemaakte groenten, bovendien uit mandenwerk en ander stukgoed. Daar het grootste gedeelte der lading uit contrabande bestond, zal ver- moedelyk èn schip èn lading ver beurd worden verklaard. Zooalsmen zich zal herinneren, werd de Old ambt op 1 Nov. eveneens door Duitsche oorlogsschepen aangehou den. Terwyl men toen pogingen aan wendde, om de Oldambt op te brén gen, kwamen Engelsche oorlogs schepen opdagen. Een poging om de Oldambt tot zinken te brengen mis lukte. De boot bleef drijven en werd later in zinkenden toestand den Wa terweg binnengebracht. Na reparatie, die ongeveer ander halve maand in beslag nam, werd de „Oldambt" weder in de vaart op Londen gebracht (in dienst van de Batavieriyn). Op zyn tweede reis is de hernieuwde poging gelukt. Nu ligt het schip in de haven van Zee- brugge. Omtrent de opvarenden is niets bekend. Deze zullen waarschijn- lijk binnen enkele dagen naar Neder land worden teruggezonden. De „Oldambt" ia een stalen schroef- stoomschip, 470 bruto en 261 netto tons groot, in 1914 by de Arnhem- sche Stoomsleephelling My. te Arnhem gebouwd en was onlangs aangekocht door de firma N. Haas en Oo., te Rot terdam. Drli taobUfirs. Drie Nederlandsche staatslieden van den allereeraten rang zullen ii 1917 hun 80en jaardag vieren. Het zyn Mr. S. van H o u t e n, den 17en Februari, Jhr. Mr. A. F. de Savorpin Lobman, den 29en Mei, en Dr. A. Kuyper, der .een Ociober. Een driemanschap, uiterst hetero geen in aard en overtuiging, maar homogeen in sterke leefkracht. Want welk een vitaliteit spreekt steeds nog uit al hun doen en denken. En welk een stoere politieke bent is het geweest die zulke jeugdige tachtigers ona heeft geleverd „Hblad." Domela Niauwenhuis 70 jaar. Zondag vierde zoo schryffc de ft-corresp. van het „Hbl." een van de merkwaardigste Nederlanders, voor velen beroemd, door anderen verfoeid, bij iedereen bekend, zijn 70en jaardag. Namelyk de socialisten leider F. Domela Nieuwenhuis. De naam van Domela Nieuwenhuis is langen tyd, in de dagen van het Haagache Walhalla en het Amster- damsche Constantia, de échrik ge weest van al wat ordelievend waB in Nederland. Dat lag ten deele aan Domela Nieuwenhuis, ten deele aan Nederland. Tegenover het socialisme stond men, in do jaren tusschen '80 .en '90, nog schuw en vijandig als tegen iets leeiyk-vreemda. En Domela Nieuwenhuis was waariyk niet de man, geschikt om door zyn persoon die schuwheid en dien afkeer te doen overwinnen. Een absolute, intransi gente, onverzoenlyke geest. Een felle apostel- en strydersnatuur, niets en niem&ndd oat.dend, altyd alleen het einddoel in 't oog houdend en nooit een streep wijkend van den rechton weg daarhenen, links i ch rechts. Het leven van Donu_3 Nieuwen huis is van een zelfgekozen hardheid en oavoorspoedigheid geweest. Er is een tragische grootschheid in" van steenharde kracht by steeds dalende uiteriyke glorie. Aanvankeiyk gehaat en geschuwd door al wat „bourgeois" was tydens zyn kortstondig Ka merlidmaatschap voor Schoterland gingen zijn medeleden nauwelijks met, hem om en verafgood door de revolutionair gezinde menigte, ia hy later en dat moet by wel bitter hebben geproefd door een steeds wassend deel van het socialisme als leider verlaten. Langzamerhand is er meer en meer een vijandschap gegroeid tusschen de „vrye" socialisten van Domela Nieu wenhuis, waarin diens anarchistisch individualisme weerklank vond, en de Marxistisch-parlementaire, georga niseerde sociaal-democraten van mr. Troelstra, een vijandschap, zóó fel, als ze tusschen socialisten en „bour geois" niet feller is te vinden. Éénmaal nog, by de staking in 190S kwam de figuur van Domela Nieuwen huis weer sterk naar voren, doch na enkele dagen geraakte zy weer op den achtergrond. In zyn boek „de geschiedenis van het Socialisme" zegt hy in de korte voorrede „Ik heb niemand gespaard, zelfs niet dezulken die het dichtst by my stonden, maar in alles en tegenover allen heb ik getracht eeriyk te zyn. Ik heb het gewaagd om te zeggen wat ik denk, want ik heb by zoovolon gezien dat, als zy dat niet durven, zy weldra zullen durven te zeggen wat zy niet denken." Dat woord past, geiyk op het boek van Domela Nieuwenhuis, ook op zyn leven. Zondag werd Domela Nieuwenhuis in de groote zaal van het Concert gebouw te Amsterdam, dia geheel met sparregroen, vaandels en doeken was versierd, door meer dan twee duizend personen gehuldigd ter eere van zyn 70en verjaardag. Da vliMhirtsUklng ts IJmuiden. Er is te IJmuiden al weinig te bemerken van een staking in het visschersbedryf, of het moet dan zyn in de haven, waar de ophoopiDg van trawlers zóó groot is, dat men Zon dag al moest beginnen om de schepen van de visschershaven naar de bin nenhaven te verhalen, om ruimte te krygen. Maar in de plaats zelve ziet men niet* van al die drukte, zooals die door een staking welke een 16 k 1700 man omvat, behalve de heel velen, die er indirect by betrokken zyn, iu een kleine plaats allicht wordt teweeg gebracht. Wel ziet men hier of daar, en meest in de buurt van het bureau van 'den Algemeenen Nederlandschon Zeemansbond, by het station, kluit jes vis8cheralieden te hoop staan, smoezelend en betoogend onder mekaar, maar dat is toch eigenlyk niets ongewoonB zoo op den Zater dagnamiddag, - dan mogen zy die binnen zyn, wel altyd graag in hun Zondagsche blauwe spullen zoo wat passagieren ©n samenkluiten op een hoek met hun struiBche lyven op hun wyde zeebeenen. 't Is geen wonder, dat je er in IJmuiden niet veel van merkt: de bemanning van deLJmuider visschers vloot is verspreid over 43 plaatsen in het land, zy zitten daar zoo langs de heele kust, in al die kleine dorpjes, waar de eigen visschery langzaam aan is verloopen, toen 't bedryf voor de kleine zeilscheepjes onhoudbaar werd tegenover 't grootsche stoom- gedoe van IJmuiden. En wie er zoo binnenkwam nu,- de een na den ander, en de order kregen van de afdeeling van den Bond, dat er niet uitgevaren mocht worden voorloopig, ze stonden wel even beteuterd te kijken, maar er zat wel niet anders op dan maar den ruiten spekzak op den rug te nemen en weg te trekken naar moeder de vrouw op 't eigen dorp, om daar dan maar af tt wachten. Zoo viil er van de menschen ep Btraat niet veel te vernemsn en w(j zyn dan maar naar het kantoor van den Zeemansbond gegaan om o&s daar „officieel" te laten vertellen va» wat er nu eigenlyk gaande is. Zij voelden er zich maar half thuis, de bestuursleden in dat bekrompen kan toortje, waar ze dan zaten op stoelen hier en daar, zooals 't viel, met hun onhandelbare zware beenen raar voor zich heen. Maar toen er een meneer van de krant kwam, deden ze erg ?ewichtig en alsof 't zoo hun dage- ykache doen was om ineen kantoortjo te zitten en er zaken af te doen. En zy werden „politiek" en „tac-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 5