HELDERSCHE COURANT
Eerste Blad.
Ei zijn vul
msnschan
Hotel Bellevue.
Diners. Soupers.
No. 4766
ZATERDAS 21 APRIL 1917
46e JAARGANG
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
(Zomertijd).
K*» Sr
April opoudoroponderv.m.oj
Zondag 32 fit. 6.98 a. 1.56 5.49 8.9 9.36 9.4
Maandag 38 6.8 .11.19 6.47 8.11 10.5 10.2
Dinsdag 83 6.48 m. 0.14 6.46 8.18 19.50 11.6
Waenad. 84 7.87 1.- 6.48 8.15 11.20 11.4
Dondard. 26 8 37 1.6 5.41 8.17 1166 9.3
VrQdag 37 9.43 1.41 6.89 8.19 0.80 1.-
Zatardag 28 10-53 8.13 6.S7 8.21 1.6 1.X0
DE WEEK.
17 April.
Wy leven nu in periode van zomer
tijd. De Eerste Kamer der Staten-
Generaal hesft er gedurende de twee
dagen van haar jongste samenzijn
(toen de Algemeene Beschouwingen
over het Staatsbudgefc-1917, Justitie
en Binnenlandsche Zaken met onge-
kenden, verbijsterendan spoed voor
het Staatsblad werden rijp gemaakt)
voor gezorgd, dat in den nacht van
Zondag 15 op Maandag 16 April 1917
te twee ure de klokken ia Patria
plotseling op drie ure kenden wor
den gezet krachtens beyel d9r hooge
O verheid.
'c Is Zomertijd en ongeveer een
maand reed3 offlcieele lente, maar
wy lezen neg steeda van de arms
mensebjes, die kleumend en huive
rend staan te wachten bij de Dlsfcri-
butie-buroaux, smeekend om brand
stoffen. Ba wy verdiepen ons in de
vraagwaar schuilt de oorzaak dezer
Ingezonden mededeellng.
Do eigenlijk gezsgde zieken zijn in
werkelykheid weinig in aantaldaar
entegen vormen zy die, zonder te zyn
aangetast door een bepaalde kwaal,
altyd onwel en afgemat zyn en zich
voortdurend over allerlei on ge mak ken
beklagen, in één woerd de oigestel-
den, zeker de groote meerderheid van
het menschdona. Dit komt doordat
de meeste menschen deze eenvoudige
voorzorgsmaatregel verwasrloozen,
die daarin bestaat dat, om hst lichaam
in goeden staat te doen biyven, de
kracht en ds weerstand vai het. bloed
en van het zenuwstelsel, die twee
bestanddeelen van het volmaakt
lichamelijk evenwicht, moeten onder
houden worden. Deze nalatigheid is
te minder f.e verontschuldigen, daar
met de Piuk Pillen, het onderhoud
van bet bloed en der zenuwen een
eenvoudig' en weinig kostbare zaak
is. En waarom, zult gij vragen, hebben
het bloed en ds zenuwen behoefte zoo
zorgvuldig te worden onderhouden?
Heel eenvoudig omdat onder den
invloed der vermoeienissen, der
.buitensporigheden, der zorgen, zoowel
als van de ongestadigheden en veran
deringen der seizoenen, het bloed zyn
rijkdom en het zenuwstelsel zjjn
weerstandsvermogen verliest. En het
zijn de verarming van het bloed
de verzwakking der zenuwen die de
herhaalde storingen voortbrengen als
maagpynen, slechte spijsvertering,
schele hoofdpijnen, zenuwpijnen enz.
De Pink Pillen, nu, die het bloed
nieuw leven schenken en de zenuwen
veraterken, tegelijk dat zij de eetlust
en de verterlngsfuncties opwekken,
herstellen zeer spoedig de verslapte
organismen. Hunne werkdadlgheid
tegen alle aandoeningen die de bloed
armoede en de zenuwzwakte tot
oorsprong hebben, is bovendien sedert
langen tyd bekend. Neemt dus de
gewoonte aan regelmatig - voorna
.melijk by de wisseling der seizoenen
- een kuur met de Pink Pillen to
doen (deze pillen kosten nooit meer
dan f 1.75 het doosje in alle apotheken)
en gy zult deel uitmaken van die
soort van gelukkige Bter velingen die
niet over hunne gezondheid bezorgd
behoeven te zyD, en dus overal beter
in slagen dan anderen dit doen.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar
h f 1.75 per doos, en f9.— per zó?,
doozen bij het Hoofddepót der Pink
Pillen, Dacostakade 16, Amsterdam;
voor Helder en Omstreken byAlb.
TEN KLOOSTER, Keizerstraat 98,
en H. W. ZEGEL, Kanaal weg 68;
te Schagen bij J. ROTGANS; te den
Burg (Texel) by T. BUIS, en verder
by verschillende Apothekers en goede
Drogisten.
FEUILLETON.
DE GEVANGENE
VAN ZENDA.
4).
Hoorende, dat ik naar Strelaau
wenschte te gaan, kwam hy bij my,
toen ik aan het entbyt zat en vertelde
my, dat een zuster van hem, die in
Strelaau een welgestelden winkelier
getrouwd had, hem had uitgenoodigd
bij haar te komen. Hy had dit aan
genomen, maar was later tot de
ontdekking gekomen, dat hy niet uit
Zenda weg kon. Hy stelde mij daarom
voor, dat, wanneer eenvoudige, dech
wel zindeiyke kamers my zouden
aanstaan, ik in zijne plaats by zy'ne
zuster zou gaan legeeren. Zy zou
hiermede wel genoegen nemen;
buitendien zou het voor my veel
gemakkelijker zyn. Ik nam zyn aan
bod zonder een oogenblik aarzelen
aan, en hy ging daarop aan zyne
zuater telegrafeer en, terwijl ik aan het
pakken ging om d6n volgenden trein
te nemen. Maar ik dacht nog aan
het woud en het jachthuis, en toen
myn kleine Bchoone my gezegd had,
dat ik door een mijl of tien door het
woud te wandelen aan een volgend
station den trein kon nomen, besloot
ik myne bagage naar het door Johan
genoemde adres vooruit te zenden en
aan het verdere station eerst den
trein af te wachten. Johan was reeds
weggegaan en wist van de verande
stremming in de natuur. die de
lente belet tot ons door te dringon
Is de kanonnade, dag en nacht voort
durend en die dood en verderf blijft
verspreiden in het rampzalig Europa,
er werkelijk medeschuldig aan?
Wy tasten in duister en nevelen.
Sommigen klampen zich nu weer
vast aan do voorspelling, opgedolven
uit de papieren van den 15de eeuw
schen ïerschen bisschop, volgens
welke de generale moordpartij op
28 Augustus a.s. een eind zou moeten
nemen. Qui vivra vorra
Da twee dagen budget-debat, in
ons Hoegerhui3 gevoerd, waren niet
geh«el onbelaugryk. Wij hebben ge
hoerd de „zaebto vermaning" van
don heer Henri Polak, tot het hooge
College gericht, om als straks do
ontwerpen Grondwetsherziening aan
de orde komen, goen spaak in het
wiel te steken. Zacht en gemoedeiyk
klonk dit woerd, wanneer men denkt
aan de hartstochtelijke taal, waarin
mr. Troelstra den Senaat dreigde
voor het geval de haeren 't zouden
ondernemen, de pacificatie Cort v. d.
Linden af-te w|Jzon. Intusachen,
„Kuyper locutus est". De Kanaal
straat heeft gesproken. Er is wer-
keiyk geen ernstige roden tot be
zorgdheid.
Dat minister Treub ten opzichte
van de Staatsmonopolie plannen op
zijn stuk zou biyven staan; wie
durfde 't ia twyfel trekke* -Een
„kleine commissie van ambtenaren"
- vernam men - is bezig den
minister van advies te dienen met
betrekking tot technische herziening
(„verbetering" noemde mr. Treub 't)
van het Invoerrechten-tarief. Dat uit
het kamp der prefectioniaten klanken
zouden kompa, - Jubelend, dat hün
haan nu toch maar koning gaat
kraaien: 't was te voorzien. Maar
de jongste Senaals-zittingen hebben
o. a. de suprise gebracht, dat een zóó
aan de freetrade beginselen gehecht
vrybandelaar als de heer Stork bleek
te gevoelen voor tydeiyke, tamelijk
krachtige versterking van de invoer
rechten, zy 't dan ook- alwéér nood
gedwongen.
En een andere „verrassing" was
deze, dat de soc.-democratische sena
tor Henri Polak erkende, hoe „hot
niet mogelijk is, den last der bslas
tingen in nog noemenswaardige wy'ze
te verzwaren"." En de heer Polak
voegde erbij: „Tot in hot oneindige
directe belastingen opleggen, gaat
niet. Volgens de officieels vaderland
sche geschiedenis was één van de
factoren, die den 80jarigen oorlóg
deden ontstaan: de heffing van den
tienden penning. Ik geloof, dat wij
thans zeer na toe zijn aan de heffing
van' den tienden penning, en dat er
niet weinigen in don lande gevonden
worden, van wie reeds de negende
of de achtste penning wordt ge
heven"
Deze woorden, van deze lippen
komend, zullen ongetwijfeld voor
velen eene „surprise" geweest zijn.
Maar we weten nu eenmaal allen,
dat de dagen, waarin men hot recht
had zich over wat-ook té'verbazen,
immers zeker sinds Augustus 1914
achter ons liggen.
„Ik geloof" zei minister Tieubo.a.
in de Eerste Kamer op Doüderdag
12 April j J. „dat nu in den tegen-
woordigen tyd, waarin men de toe
komst zoo weinig kan doorzien en
die ook nog voor allerlei verrassingen
kan stellen, die men nog niet kan
peilen, niet tort et travers moet
vasthouden aan een dogmatisch
vryhandelsbeginsel, maar toeh wel,
dat men uiterst voorzichtig moet zyn
met de gavallen, waarin men dat
beginsel zal loslaten."
Nog dit enkele uit hetgeen mr.
Treub laatsteiyk in den Senaat heeft
gezegd.
Onze kranige groet financier mr.
Van Nierop heeft voorgerekend, weet
men en do minister van Financiën
sloot zich daarby aan dat men
(vooral tegenvallors" daargelaten)
de Crisis uitgaven, waarmee Neder
land ten slotte zal moeten rekening
houden, op een milliard kan stellen.
Duizend millioen gulden 1Reu-'
zebedrag, waarvan vóór de wereld
crisis Diemand zal gedroomd hebben,
als eenmaal zullende drukken op het
arme vaderland.
Men hoore nu minister Treub over
den „noodstand".
„Ik acht het by een goede bandels-
politiek" (aldus Z. Bxc.) „en hierby
denk ik niet alleen aan een goede
handelspolitiek van de zijde van de
Rsgêermg, maar ook van do zijde
van de Bank en van de ztjde der
ny veren en groepen van nij veren
verre van uitgesloten, dat wy in de
toekomst en naar ik wil hopen in de
naaste toekomst, zoodanige verhoo
ging van welvaart zullen krygen,
dat do inkomsten uit cyize Inkomsten
belasting en Vermogensbelasting
wel zoo zullen stygon, dat met do
nieuwe belastingen, welke reeds zyn
ingevoerd of werden voorgesteld,,
zonder verdere groote of kleine
middelen in staat zullen zijn niet
alleen enzo gewone uitgaven, doch
ook onze crisis uitgaven te dekken."
Dit pittig-energioko „woord van
Treub als aanmoediging en verster
king van allicht-inzinkond optimisme
voor de velen in den lande, die 't
behoeven. Men ziet: uit de dorro
„Handelingen" is vooral wanneer
„de toovenaar van den Haagschen
Kneuterdijk" aan 't woord is nog
wel eens iets interessants te halen
Aan mannen als dezen, die nu
wederom bewaker onzer Schatkist
werd, kunnen wy ons, ook wat
frissehe levensmoed in benarde tyden
betreft, met auccès spiegelen.
Wat er in verband met de
plannen tot stichting der Export-
vereeniging onder Staatshoede,
aan is van de geruchten, dat 't
tusschen de ministers Treub en
Poathuma zou „spannen"; laatst-
osmde beducht is voor onwil der
laudbouwers en eerstgenoemde be
windsman in dat geval de „stok
achter de deur", krasse middelen,
willen gebruiken; 't zal moeten
blyken.
De lijst der getorpedeerde Neder-
landsche bodems is weêr grooter ge
worden^. En daartegenover staat het
ou misken baar succes, dat het vaste
beleid van den minister Louden had,
waar Duitschland dan toch in hst
torugkeeron naar hun land bewilligde
van duizeuden Belgen, als „werk-
loozen" naar Duitschland wegge
voerd.
Licht en schaduw "biyven elkaar
gestaèg afwisselen en helaas
de schaduw is nog verreweg OYer-
heerschend. Wie naar „lichtpunten
in da duisternis" blijft zoeken, zal
er ook een kunnen via den in het
schitterend, door niemand betwiste
succes, dat Herman Heyerroasa'
jongste stuk („Eva Bonheur") heeft
gevonden. Men heeft den echten,
ohden, geeatigen Heyermans terug
gekregen! En hoevele malen is ook
van dezen auteur niet voorspeld, dat
hy „z'n beste dagen achter den rug
heeft"?
Maar geluV.vjg worden de pessi-
eu alarmisten nu en dan op geweldige
wijze gelogenstraft. Ook dit ia een
uiGOi en schitterend lichtpunt.
Mb. Antonio.
Ingezonden Mederieellng.
Helder.
Café-Restaurant.
Telefoon Intorc. 49.
Partijen speciale
condities.
Vergaderzalen disponibel.
Wl LH E LM I NA-BI LLARD.
Gewone consumptieprijzen.
Diners worden aan huis bezorgd.
BINNENLAND.
W. H. Martin, f
Donderdag is te Rotterdam over
leden, 66 jaar oud, de beer W. H.
Martin, sedert jaren hoofdingenieur
van de maatschappij „De Schelde"
te Vlissinge», ridder in de orde van
den Neder 1. Leeuw.
Mr. Troelstra naar Stockholm.
Mr. P. J. Troelatra ia Donderdag
over Duitschland naar Zweden ver
trekken.
Nederlandsehe trailer verongelukt.
Omtrent de ramp van den stoom-
treiler „Vischjan IJM 82", deelde
schipper E. Sloot van dan stoomtreiler
„Flamingo", die in de onmiddeliyke
nabijheid van de „Yiscbjan" vertoefde,
het volgende mede:
De „ViBchjan" was Dinsdag 10 dezer
van IJmuidea naar de visschery
vertrokken en bevond zich Woensdag
des morgens te ongeveer 8 uur met
nog drie andere treiiers op 24 mijl
Noordoost ten Noorden van het
Terschellinger vuurschip in de z.g.
vry'e vaargeul. De „Flamingo" bsvond
zich op nog geen 200 meter van de
„Yiscbjan", toen men aan boord van
dezen treiler om halfnegen een ont
ploffing boorde en op de plek van
den stoomtroiler „Vlscbjan" een
geweldige waterzuil zag opstijgen.
Nauwelijks was deze waterzuil neer
gevallen, of men zag niets meer van
de „Viscbjan". De „Flamingo" kapte
•nmiddeliyk de netten en stoomde
naar de plaats van het onheil om zoo
ring myner plannen nleta af. Daar
ik echter alleen een paar uur later
zou aankomen, dan afgesproken was,
vond ik geen reden om hem hier
mede nog lastig te vallen. Zijne zuster
zou zich buitendien over my wel niet
ongerust maken.
Ik lunchte vroeg, na myne gast-
dames vriendeiyk vaarwel te hebben
gezegd en haar beloofd te hebben,
op myn terugkeer by haar aan te
komeD, ging ik heen om don heuvel
•te bestygen, die naar het kasteel
leidde 4sn vandaar het woud van
Zenda to bereiken. In ongeveer een
haif uur was-ik aan het ka'steel.Dit
moest In vroeger dagen een vestiDg
geweest zyn; het oudste gedeelte
daarvan was nog goed bewaard en
r indrukwekkend. Achter dit
stuk, en daarvan gescheiden door een
diepe en breede gracht, die om het
heele oude gebouw liep, stond een
meer modern huis, door den laatsten
koning gebouwd, dat nu de landeiyke
residentie vormde van den hertog.
Het oude en het nieuwe gedeelte
waren verbonden door een draaibrug,
welke de eenige verbinding tusschen
het oude gedeelte en de buitenwereld
vormde. Naar het moderne huis leidde
een breede en aangename laan. Het'
was een ideaal residentie; als „Zwarte
Michael" gezelschap verlangde, kon
by woneu in bet nieuwe huiszoo
een aanval van misantropie hem
overviel, hoefde hy slechts over de
draaibrug te gaan, die te sluiten en
slechts door een regiment artillerie
zou hy er uit gehaald kunnen worden.
mogeiyk nog hulp te bieden, doch ter
plaatse gekomen Was noch van het
schip, noch van de bemanning een
spoor te ontdekken. Na eenigen tyd
in de nabyheid rondgeatoomd te
hebben, keerde men naar IJmuiden
terug.
By deze ramp zyn II mensehen
omgekomen, to weten vier uit
IJmuiden, onder wie de schipper, 8
uit Velzeroord, ééa uit Helder, één
uit Vlanrdingen, één uit Amsterdam
en één uit Amersfoort. Aan boord
voeren twee zoons, resp. 18 en 16
jaar oud, van den wal3chipper der
maatschappij, terwijl één der matro
zen gedurende eenigen tijd als schip
per op een logger van dezelfde
maatschappij voer. Omdat zyn schip
voorloopig was opgelegd, had hy nu
tijdelijk een plaats als matroos op
den trawler aangenomen.
De ramp heeft te IJmuiden groote
ontroering gewekt en men vree3t,
dat het van grooten invloed zal zyn
op het uitvaren van de stoomtreilera.
Ds August Kesslsr.
Volgens een hier to lande ontvan
gen brief van een der opvarenden
van het getorpedeerde tankschip
August Kessler, van de petroleum-
maatschappij de Oorona is het sehip
geheel uitgebrand te F&lmouth bin
nen gesleept.
Kort na het vertrek uit New-York
was aan boord een epreer uitgebroken
onder de Chineeseha bemanning, ten
gevolge waarvan het schip in és
haven moest terugkeeren. Om de
Chineezcn te bedwingen heeft men
gebruik moeten maken van revolvers;
terwijl' de officieren geaeodzaakt
waren een gedeelte van de reis naar
Engelaad zelf de ketels te stoken en
de machines te drijven.
Op de „Amstel8troom"achtergelaten.
In de Donderdag gehouden zitting
van d6n Raad voor de Scheepvaart
las de voorzitter eön verklaring voor,
afgelegd voor den Nederlandschen
eonsul-ganeraal to Lenden cloor H.
Bakker, licht matroos aan boord van
hst, a.s. „Amstelstroom", Welk «chip,
zooals men weet, den 28aten Maart
j.i. tot zinken werd gebracht.
Vit de verklaring bleek, dat Bakker
zich in den avond van 22 Maart t6
half tien naar kooi had begeven. Hij
werd des ochtends te 5.45 uur wak
ker, kleedde zich en ging aa* dek.
Nergens was een meuscheiyk wezen
te zien en drie floepen bleken ge
streken.
Esn rondgang l&erde hem, dat het
bruggendek, het stuurhuis, de kapi-
teicshut, de kaartenkamer en andere
vertrekken vernield waren, en ook
ontdekte hij verschillende gaten in
den scheepsromp.
In de machinekamer bleek water
op de vuurplaat to staan. Nergens
was een vaartuig in zieht. De „Amstel
stroom" maakte gean water.
Bakker heesch de noodvlaggen en
schoot In den loop van den dag vfif
vuurpijlen af. Het weder was kalm,
doch werd den velgenden echtend
slecht. Bakker achtte hst toen raad
zaam de nog overgebleven reddings
sloep uit te laten. Terwijjl hy daar
mede bezig was, naderde een duikboot
die do Britscho vlag voerde. Dit
vaartuig bracht hem naar Harwlch,
waar hij aan wal werd gezet.
Na het voorlezen van dezsverkla
ring werd het onderzoek in zake den
„Amstelstrocm" gesloten.
Uitspraak volgt later.
Ik wandelde verder, mij verheugende,
dat de armo Zwarte Michael, al kon
hy dan al geen troon of geen prinses
hebben tenminste toch eau even
schoone residentie had als welke prins
van Europa dan ook.
Ik kwam spoedig in het bosch en
wandelde meer dan een uur in zijne
koele schaduwrijke lanen. Da groote
boomen vormden een bladerdak boven
mijn hoofd en de zon kon hare stralen
alleen door kleine smalle openingen
naar beneden zenden. Deze stralen
waren echter als van diamant zoo
mooi. Ik was met de geheele om
geving dan ook zeer ingenomen, en,
by een gevelden boom gekomen, zette
ik my neder om op myn gemak en
onder het genot van een heeriyke
sigaar de goddelijke natuur te be
schouwen. Toen de sigaar geheel in
rook was opgegaan en ik, veronder
stel ik, zooveel sehoenheid ala maar
even mogeiyk was had ingeademd,
viel ik in een heerlijken slaap, mij
noch om myn trein, noch om het late
middaguur bekommerend. Aan een
trein te denken op die plaats zou
heiligschennis zijn gsweest. In plaats
daarvan droomde ik, dat ik getrouwd
was met prinses Flavia en dat ik in.
het kasteel van Zenda woonde. Ge
heele dagen bracht ik met myn
liefste in het woud door. Het was
een verrukkelijke droom. Ik was juist
bezig een stevigen kus te drukken
op de lippen mijner prinses, toen ik
een uitroep hoorde (eerst Hcheen het my
nog een gedeelte van myn droom
toe):
„Wat weerlicht! Beheer hem en hy
kon onae koning zija."
Het denkbeeld scheen zonderling
genoeg voor een droom. Boor het
afscheren van mijn baard en keizer
lijk gepunten snor werd ik in een
monarch veranderd. Ik wilde de
prinses opnieuw kusaea, toen ik tot
de ontdekking kwam, dat ik geheel
wakker was.
Ik opende myne oogen en zag twee
mannen, die mij zesr nieuwsgierig
aanstaarden. Beiden waren zij in
jachtcostume. Se een waa tameiyk
klein on dik, met een rond kogel
vormig hoofd, een grooten grijzen
snor, en kleine grijsblauwe c-ogen.
Se ander was een slanke jongeman
met eeu donker uiterlijk en van
middelmatige grootte. Zyne houding
waB die van een echten gentleman.
Ik zag don eersten aan voor een
oud soldaat en den ander voor een,
die gewend is zich in goede kringen
te bewegen ea toch niet onbekend
is met het militaire leven. Naderhand
bleek my, dat ik goed had gezien.
De oudste hser naderde my, den
jongeren aanstootendo om hem te
volgen. Deze deed dit ook, beleefd
zyn hoed afnemende. Ik stond
fluks op.
„Hy is even groot ook", hoorde ik
den oudste fluisteren, toen hy myn
lengte opnam. Daarna wendde hy zieh
met een groet tot my
„Mag ik U uw naam vragen?"
„Daar gy het eerste tot kennis
making zyt overgegaan, myne
i heeren", zeide ik glimlachend, „ver
Daan vlaaachultvosr.
Naar het Haagache Correspondentie
bureau uit goede bron vernoemt, ligt
het niet in de bedoeling, tot uitvoer
van rundvleesch over te gaan.
Staankolen.
De correspondent van het Hbl. te
Rotterdam meldt:
Bouderdag is hier van Leith aan
gekomen hot Nederlandsehe staom
schip „Woensdxecat", geladen met
steenkolen. Het stoomschip heeft
sinds Februari te L?ith geladen go-
logen en brengt dan ook de eerste
steenkolenlading uit Engeland aan
sindB den verscherpten duikbootoor
log. Men raag echter niet vermoeden
dat dit de horstelling van hot geregeld
steeDkolenrerkesr beduidt. Be aan
komst van genoemd stoemsemp zal
wel hieraan moeten toegeschreven
worden, dat een ander stoomschip
van deza reedorij te Londen is ge
arriveerd. Dit toont aan dat slechts
in Eageland schepen worden vrygs-
geven, indien anderzyda het verkeer
op dat land hervat wordt.
Een poging verijdeld?
Op de Noordzee troffen do torpedo
jager „E 8" en do poiitioboot „Zee
meeuw" twee atoomtrawlora aan, die
op reis naar Dalfzyi heetten. Vermeed
werd eehter dat ze naar Duitschland
verkocht waren, zoodat de schepen
genoodzaakt werden onder geleide
naar Harlingen te stoomen. Het zyn
twee vaartuigen van de IJmuider
Reederij „Witte Ster", de IJ.M. 48
„Majssfcie" en de IJ.M. 201 „Olympic".
In het dok te Harlingen worden ze
thans door militairen bewaakt. Z%
zyn zwaar beladen, hoewel geen netten
aan boord zijn. Vermoed wordt dat
contrabande aan boord ia, zoodat de
lading zeer waarscbyniyk zal gsloat
worden. De bemanning is voor h6t
greotate deel vertrokken.
Over de grens gekomen.
Dinsdagnacht werd de bakker A. S.
te Bchere gewekt deor een 17-tal
jonge mannen, Belgische vluchte
lingen, die op de een ef andere w£ze -
hoe wilden - ze niet zeggen het
bezetto gebied van België waren
ontvlucht.Uitgehongord verkleumd
van keude kwamen zo aan een goed
adres een bakker terecht. Nadat
ze zich wat gewarmd en gespyzigd
hadden, vertrokken ze naar den
landbouwer B., waar ze het verdere
gedeelte van den nacht in de schuur
doorbrachten.
Woensdagmorgen zyn ze met den
eersten trein vertrokken om dienst
te nemen in h6t Belgische leger.
Verschrikkelijke verhalen werden ge
daan over den toestand in Bslgiö.
Onder de vluchtelingen bovenden
zich twee burgemeesters, een notaris
en een advocaat.
Een afschuwelijke moord.
Uit Groningen wordt aan het Hbl.
gemeld
Gelyk men zich herinnert werd te
Groningen sinds den 21en September
van hot vorige jaar vermist mejuf
frouw Jansen, die zich dien dag
's namiddags te 8 uur per rywiel
naar Paters wolde had begevenWoens
dag heeft een houthakker in een
boschje schuin tegenover het familie
hotel te Paterswolde het lijk gevon
den. Hy zag een gedeelte van een
vrouwenlichaam, ontdaan, van alle
kleeding en in verregaanden staat
van ontbinding en deed aangifte by
de politie. De commissaris van politie
en de inspecteur der recherche te
Groningen, alsmede het parket be
gaven'zich derwaarts ea lieten het
ïyk opgraven. Blijkbaar had oen hond
het lyk te voorschijn gebracht, dat
dientengevolge afschuwelyk verminkt
was. Het gedeelte van het lyk, dat
nog onder den grond lag, was slechts
door eenige lichte ondorkleeding
gedekt.
Aan de schoenen en kousen heeft
i familie kunnen vaststellen, dat dit
het lyk was van ue vermiste. In de
nabijheid van het lyk lag een opge
rolde blauwe werkmanskiel. De ont
brekende kleeding van het meisje
heeft men nergens iu de buurt kun
nen vinden. Indertijd'hebben twee
kinderen uit dit boschje hulpge
schreeuw meenen te hooren. Een.
onderzoek met politiehonden leidde
toen tot geen resultaat. Vermoed
wordt, dat men hier te doen hseft
met een lustmoord. Ds justitie uit
au onderzoekt dit raadselachtige
geval verder.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Vereen. „Tot Steun", afd. Helder.
Jaarverslag 1916.
Het ledental bedraagt 56, dat der
begunstigers 80, tegen 68 en 96 in
het daaraan voorafgaande jaar, een
teruggang, dus, die des te meer te
betreuren is, daar de uitgaven steeds
aanzienlijk atijgen.
Door vertrek moest mej. A. Snellen
als le secretaresse bedanken. In haar
plaats werd gekozen de hesr IJ. Luns
hof, zoodat het bsstuur thans ia samen
gesteld als volgt: ds. J. W. Poort,
voorzitter, IJ. Lunshof, le sacretaris,
mevr. Do Bruijn-v. Ringelenstein,
2e secretaresse, ds. J. Koster, penning-
meestor, mevr. Da Ven—Boon, mevr.
Da Beer—Jongkees, mevr.Reitsma
v. d. Berg, L. M. J. Gregory.
Te Heiier en Alkmaar houden de
leden van 't bestuur geregeld toezicht
op de kinderen der vereaaiglng, ter
wijl voor do elders verblyf houdenden
daar ter plaatse gemachtigden zyn
gezocht, die het bestuur voortdurend
mot alles, de voogdQkinderen betref
fende, op de hoogte houden.
In het afgeloopenjaar werden twee
leden- en veertien bestuursvergade
ringen gvhouden. De eersten werden,
als gewoonlijk, slecht, de laatsten
zeer getrouw bezocht.
Het aantal verpleegden was, even
als het vorige jaar, 18. Deze waren
alle vcogdykinderen. Do meeste ver
toefden nog op dezelfde plaats.
Tweo broertjes zyn uit de gezinnen,
waarin ze verpleegd werden, geplaatst,
te Beekzicht, omdat hun zigeuneraard
dit wenseheiyk maakte. Beiden maken
het daar goed.
Een ander mannelijk veogdykind,
dat na een ruim tweejarig verblyf
op Beekzicht te Twello in een gezin
was geplaatst, bleek al spoedig niet
geschikt voor gezinsverpleging en is,
om grooter teleurstelling to voor
komen, te Mettray geplaatst.
Van twee zuejes ging het eene van
Beschzicat naar Groot Emaus te Er-
melo, terwyi het andere by dö pleeg
ouders vandaan moest worden ge
nomen en tydeiyk in de inrichting
van mej. Scheltsma is opgenomen,
totdat voer haar een geschikt gezin
is gevonden.
De berichten omtrent de andere
voogdijkinderen zyn over 't geheel
gunstig, van enkele zelfs zeer gunstig.
De gemiddelds kosten van C6n
verpleegde bedroegen f 174,88*.
Bijzondere propaganda werd dit
jaar niet gemaakt, schoon de stijgende
uitgaven (de kas van den penning
meester toont een beduidenden achter
uitgang), versterking van het ledental
zeer wenseheiyk maken.
„Sharlook Holmes" in Casino.
Het alhier zoo gunstig bekende
tooneelgezelschap van den heer Mer-
tens uit Amsterdam, zal Zondag in
„Casino" een voorstelling geven van
het sensatie-detective drama „Sherlock
Holmes". Dit spannende tooneelstuk
word indertyd honderde malen met
reusachtig succes opgevoerd in het
„Grand Theater" te Amsterdam en is
ook hier voor enkele jaren terug, by
gelegenheid der kermis, meer dan ééu
avond gespeeld.
„Sherlock Holmes" is een der
boeiendste detective-stukken van den
daardoor zoo bekend geworden schrij
ver Conan Doyle en Merten's Tóoneel-
gezelschap h6eft zich hier reeds een
goöden naam verworven.
Extra zijn nog voor dezen avond
geëngageerd het uitmuntende dans-
duoMiss Jenny and Partner, welke
in het 4e bedryf, „de Apachcnkelder",
0Gn bandietendans zullen uitvoeren.
Voor verdere byzonderheden zio men
do advertentie in dit blad.
INGEZONDEN.
Beks- en Worstelwedstr(|den.
Deze wedstrijden, uitgeschreven
door de marine sportvoreeniging „Zee
macht" zuilen plaats hebben op Don
derdag 26 April in hst Marine Gym
nastiek- en Sportlokaal op 's Rijks
werf, en Vrijdagavond 27 April de
finale wedstrijden in hat Casino-ge
bouw, met. medewerking van de Ko-
ninkiyke Marine Stafmuziek. Hetaan-
taldeelaemers van den wed3tryd welke
alleen kunnen zyn de by de marine
dienende militairen bedraagt in de 50.
Leden der vereeniging „Z«emaeht"
worden met hunne dames beleefd
uitgenoodigd tot bijwoning van de
eindwedatryden. Deelnemers hebben
vry toegang.
onderstel ik, dat gij wel eerst Uzelf
voor zult stellen."
De jonge man kwam met een
vricndeiyken lach naar voren.
„Hier ls", zeide hy, „Kolonel Sapt,
en ik beu Frikz von Tarlen heim, wij
zyn beiden in dienst van den koniug
van Ruritania."
Ik boog en myn hoed afuemend,
antwoordde ik:
„Ik ben Rudolf Rasaendyll. Ik hen
een engolsch reiziger; eaa enkelen
keer reis ik wel in opdracht van hare
majesteit de koningin."
„Dan zyn wy wel wapenbroeders",
antwoordde Tarlenheira, zyn hand
uitstekend, welke ik drukte.
Rassenöyll I Rasaendyll I" mom
pelde Kolonel Sapt. Toen droDg het
verder tot hem door:
„Maar lieve hemel, dan zyt ge
van de Buriedonsl"
„Mijn broeder is nu Lord Burledon",
zeid® ik.
„Uw hoofd verraadt U", merkte bij
op, naar myn ongedekten bol wijzen
de. „Kent ge de geschiedenis, Fritz?"
De jonge man keek mij bodmin-
meld aan. Hij toonde een fijngevoelig
heid, welke mijn schoonzuster be
wonderd zou hebben. Om hem op
zijn gemak te zetten, zeide ik
vriendelijk
„De historie schijnt hier evengoed
bekend te zijn als by ons."
„Bekend", riep Sapt uit. „Als ge
hier blijft, zal niemand in Ruritania
aan U twijfelen geen vrouw zelfs."
Op dit oegenblik kloDk achter ons
een flinke stem
De zeer mooie en de gelijke prijzen
geschonken door verschillende autori
teiten en bestemd voor de winnaars
dezer wedstryden staan ter bezichti
ging by den heer Verfaille, sigaren-
magazyn Spoorstraat.
Zaalopening op 27 April 's avonds
in het Casino 7 uur. Tevens kaarten
vorkrygbaar aan het loket. Toegangs
prijs 26 cent. Aanvang 8 uur precies.
Leden toonen hun bewijs van lidmaat
schap.
Kwartm.
M. G. v. o. Laks.
Mijnheer de Redacteur!
Hoewel beschroomd, kom ik, die
nog zoe kort in de geboorte registers
sta ingeschreven, dus zoodoende niet
kan schrijven van een halve eeuw
geleden, van ons kleine „Vaderlandje",
en dien grooten Wereldbol, nog be
leefd een klein plaatsje in uw blad
vragen, om, nu de heer Z. zijn
„Omega" heeft geschreven, ook mijn
einde" to doen hooren.
Ik zou dan, naar aanleiding dezer
kwestie de volgende conclusies willen
trekken
ten eerste: do heer Z., verzeke
rende dat deer hem niet aan per-
aooniyke besteding wordt gedaan,
heeft in z>jn laatste schijven haast
niets andera gedaan (getuige de
zeer eigenaardige manier van zyn
antwoorden)
ten tweededoor my is geheel siet
bestreden het recht van „critiek"
uitoefenen op hoogere autoriteiten,
(wel de maaier boe, en de zaken
waarom dat gebeurt);
ten derde al kreeg de hoer Z.
_n zin, en was er een „directeur
distributie-koolrapen deskuudige en
keurmeester", dan nog kon het ge-
beureu en wanneer het zeo hard
had gevroren als dezen winter, dan
nog zou het gebeuren, dat er in het
voorjaar wel eens „rottige rapen"
kwamen en
ten vierde: de hear Z., volgens
zyn schryven meer wetende van
die „aardappelen-kwestie", heeft, en
dit zal ieder uwer lezers, na aan
dachtig z(jn stuk te hebben gelezen,
toeh aeker hebben begrepen, de aaak
niet goed voorgesteld. Waarom
Immers, van tweeön, éénof dia
aardappelen moesten weggestuürd,
„Frits, Frits, man, waar zyt ge
tcch."
Tarlenheim schrok en zeide haastig
„Dat is de koning."
De oude Sapt lachte nog eens.
Toon aprong een jonge man van
aehter een boem vandaan en stond
naast ons. Hem ziende, kon ik een
uitroep van verbazing niet weer
houden ook hy scheen zeer ver
wonderd. Beheudens mijn baard en
Bcor en een aangeboren waardigheid,
welke zyuo positie hem verschaft
had, en een miniem verschil in lengte,
een verschil van misschien nog geen
halve duim, ken de koning van
Ruritania Rudolf RasBsndyll geweest
zyn en ik, Rudolf, de koning.
Wy stonden een oogenblik bewe
gingloos elkaar aan te kijken. Teen
nam ik myn hoed weer sf en boog
eorbieaig. De koning kon weor
spreken en vroeg nog onder den
indruk
„Kolonel, Fritz, wie is deze heer
Ik wilde juist antwoorden, toen
kolonel Sapt tusschen den koning en
my ging staan en ep zachten toen
tot hem begon te spreken. Over Sapt
heen, en naar hem luisterende,
zochten zyne oogen af en toe de
myne. Ik keek hem lang en oplettend
aan. Do geiykenis was zekeriyk
wonderlijk, ofschoon ik wel eenig
onderscheid bemerkte. E6t gelaat van
den koniug was iets dikker dan het
mijne. Ook was de ovale vorm iets
meer geprononceerd. Zijn mond
seheen my een iets minder vastbe-
raden trek te hebben dan de mijne.
Ingezonden Mededeellng.
Uitputting dsr nieren
tn middelen tot voorkoming.
Een wijze tet voorkoming van uit
putting der nieren is het vermijden
van kouvatten en dit is niet moeilijk.
Leef in goed geventileerde kamers,
blijf nooit in natte kleeren zitten en
ga nooit zonder voorzorg van heete
kamers in de kou.
Andere voorzorgen zyn lichaams
oefening, regelmatig slaap, geregelde
gewoonten, geen te zwaar voedsel,
genoegzaam zuiver water en als dub
bele beveiliging Foater's Rugpijn
Nieren Pillen om de nieren in goeden
staat te houden.
De nieren hebben veel te ïyden van
een hardnekkige keu of plotseling
kouvatten. Zy hebben dan extra veel
vergiften af te scheiden, waarmede
het bloed door de onregelmatige Btoel-
gasg en de geBloten huidporiön over
laden wordt.
Het is de taak der nieren om de
vergiften uit het bloed te flltreeron
en als zy er niet toe in staat zyn,
wordt gy van kwaad tot erger. Urine
zuur hoopt zich ep en voegt er hst
zyne too by. Ontsteking van de nieren,
rugpyn, niergruiB, blaas- ea urine-
kwalen, spit, niersteen, ischias, rheu-
matiek, waterzucht on ongenoesiyke
graden van Bierzwakte kunnen cr
het gevelg van zyn.
Let by het eerste teeken van nier
zwakte op zorgelooze gewoonten en
verander deze onmiddeliyk'. Geef de
nieren de noodigo hulp door haar te
versterken en heelen met Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Het eenige,
waarop Posters Pillen aanspraak
maken, is dat zy uitsluitend voor
nier- en blaaskwalen dienen, niet voor
iets anders.
Op elke doos Foster's Rugpijn Nieren
Pillen komt het handelsmerk de
man mot zyn handen in de lendenen
voor. Te den Helder verkrygb. by
Alb. ten Klooster, Keizerstr. 98. Toe
zending geschiedt franco ca ontv.v.
postwissel i f 1.75 p. deesof 10.-
p. zes dooaen. (58)
Maar niettegenstaande dat, kwam de
gelijkenis wonderiyk verbluffend uit.
Sapt hield op met spreken, en de
koning daebt nog ernstig na. Toen
begonnen de hoeken van zyn mond
te trekken, zyn neusvleugels bewogen
zieh i6ts naar beneden (wat ik ook
doe als ik lachen moet), zyne oogen
begonaen te knippen en toen barstte
hy in een lach uit, die door het woud
weerklonk en hem als een recht
jovialen man deed kennen.
„Dat is eene aangename ontmoe
ting, neef', riep kg'uit, my op don
rug kloppend en nog immer lachende.
„Neem my niet kwaiyk, dat ik eerst
wat stil was. Men is er niet eiken
dag op voorbereid zyn dubbelganger
te zien, hé Frits?"
„Ik moet U voor mijne vermetel
heid pardon vragen", zeide ik. „Ik
hoop, dat ze mij niet de gunst van
Uwe Majesteit zal doen verliezen."
„Lieve hemel, Mynheer", lachte bij.
„Gy zult 'akonings gelykenis altyd
by U hebben, of ik er op gesteld ben
of niet en het zal my aangenaam
zyn, als ik U daarby nog van dienst
kan zyn. Waar reist gy heen
„Naar Strelaau, Sire, naar de
kroning."
De koning keek zyne vrienden eens
aan. Hy laehte nog, ofschoon zyn
gelaat eenige bezorgdheid verried.
Maar de humoristische kant van het
geval liet hem niet met rust.
(Wordt vervolgd.)