ELDERSCHE COURANT Hotel Bellevue. Eerste Blad. Diners. Soupers. Ho. 4769 ZATERDAG 28 APRIL 1917 45e JAARGANG Op- an ondergang van Zon en Maan an tijd van hoogwater (Texel). (Zomertijd). Zou SJE ▲pril op onder: op: onder: v.m.:n.m. Zon<ü£ 29 a. 0.2 m. 2 SS 6 36 8.28 1.46 3 66 «.uudag 80 1.11 3.51 6.8S 8.38 2.60 Hei 6.16 Dinsdag 1 2.20 2 6.U 8.14 4. iVosasd. 2 8.29 8.23 6.28 8.96 B.15 6.26 Denderd. 8 4.69 8.S6 6.26 8.28 6.16 6.20 VrQdag 4 6.61 8.61 6.24 8.80 7,10 7.10 Zaterdag 6 7.6 4.8 6.22 8.82 7.60 7.66 Ingezonden Mededeellng. Brief aan Ban jong meisje. „Gy zijt zestien, misschien zeven- Men jaar oud, gy hebt reeds het be- langrijke besluit, genomen de zyde achtige lokken die over uwe bevallige schouders neergolven, tot een indruk wekkend haartooisel op te werken uwe japonnen zyn, met medehulp der mode, eveu lang geworden ale die vau uwe mama; alles In uw toilet, in uw gang, in uw-houding toont aan dat gy geen kind meer zyt, dat gy bijna sen vrouw zyt, dat de man nen u moer dan een toevalligen blik verschuldigd zyn. .Evenwel z(jfc gfj toch altyd nog maar oen jong meisje want g(j weet u nog niet van uw spiegel te be dienen. Als gij er in kykt, verheugt gy u het lieve gelaat te bewonderen dat h(j weerkaatst en daardoor ge voelt gij niet in u opkomen de be geerte hem ta ondervragen zooala dit een vrouw van ondervinding nooit zal nalaten te doen. .Bekijk u echter eens goed, met de oogan waarmee gij een uwer vrien dinnen zoudfc bekijken. - Zeker, uw gelaat is bevallig; maar wat is het bleek, wat doet zijn kleur trezrig denken aan dio der bladeren, door den najaarswind afg6ruki 1 Zeker, uwe lippen hebben een omtrek van keurige fijnheidmaar wat schijnen zij onveranderlijk koud, on danks het kunstmatige rood waarmee gij de proef naamt I Zeker, uwe tanden zyn verrukkelijk blinkend; maar wanneer gij lacht, laat dan die paarlen niet te veel zien, want uw tandvlcesch is nauwlijks rose en uw kun9trood kas daar niets aandoen! Zeker, de zwarte kring om uwe oogon sou allerbekoorlijkst zyn, ver levendigd door de schittering der oogappels; maar al hebben sfl ook een „droomkleur",tochontbr«skthaar, helaas, de helderheid en het leven. .Tech wil ik u niet meer verdrie ten ik weet to goed dat men aan j inge meisjoa zelfs het geringste leed moet bssparen, daarom wil ik u het middel aan d? hand doen dien over vloed van bevalligheid te verkregen, die voor een vrouw een gebiedende noodzakelijkheid is. .Een frisacbo en rose kleur, een liefolljko karmijnroode mond, oogen tintelend van levensvreugd zijn niet lo verkrijgen door het gebruik van kunstmiddelen, hoe geraffineerd die ook zijn mogen. Het ware geheim dor schoonheid is er geen. Hot is, op uwen ondankbaren leeftijd, vol doende dat een rijk en zuiver bloed door uwe aderen stroomt, opdat gij spoedig ontluikt als een bewonderde, begeerde, beminde vrouw, ©ij kunt het uwe zeer gemakkelijk versterken en doen opleven door die rozeroode pillen te nemen, rozerood zooals gy droomt het zelf te z]jn. En In alle apotb. kunt gy die onvergelijkelijke Pink Pillen vinden, die, door geheel de wereld bekend en gewaardeerd, aan een gelaat de jeugd, de frischheid en do' schoonheid zullen geven, die u te midden uwer gezellinnen de uitverkorene doen zfln. Dank sy de Pink Pillen, zult naar uw be- geeren, eeu jonge vreuw zijn, en gij zult langen, zeer langen tijd, steeds een jonge vrouw blijven." De Pink Pillen zijn verkrijgbaar f 1.76 per doos, en f9.— per zes doozen bij het Hoofddepót der Pink Pillen, Dacoatakade 16, Amsterdam; voor Helder en Omstreken bijAlb. TEN KLOOSTER, Keizerstraat 98, en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 68; te Schagen bij J. ROTGANS; te den Burg (Texel) by T. BUIS, en verder bij verschillende Apothekers en goede Dro2i8t.cn. FEUILLETON. DE GEVANGENE VAN ZENDA. D. ,Ik denk", zside hij, .dat zij, als Joseph hun het vertrek van den koning mededeelt zullen denken, dat wij argwaan kregen. Want dat is zeker Zwarte Michael verwasht niet hem vandaag in Strelsau te zien." Ik zette den helm van den koning op. De oude Sapt gaf mij ook diens zwaard, en zag mij lang en onder zoekend aan, .Gelukkig, dat hij zijn baard afge schoren had", zeide hij. .Waarom deed hij dat?" „Omdat Prinses Flavia zeide, dat hy haar wang krabde, als hij zoo genadig was haar een neefeltjken kus te geven. Maar kom nu, wy moeten gaan." ,Ia hier alles veilig?" .Niets is veilig, waar dan ook", zeide Sapt, .maar wij kunnen het toch niet veiliger maken." Fritz voegde zich nu bij ons in zijn uniform als kapitein van hetzelfde regiment, waartoe zijn kleeding be hoorde. In een paar minuten had Sapt zich ook in zyn eigen uniform gekleed. Josepb berichtte, dat de paarden gereed waren. Wy sprongen op hunne ruggen en vertrokken snel. Het spel was begonnenwat zou h9t einde ervan zijn? DE WEEK. 24 April. Wij hebben den duizendste» dag van den wereldoorlog nu achter den rug en tal van gesprokken beginnen met het onvermydelpe„Hoe lang nog?", - op welke vraag niemand eenig antwoord) vermag te geven vooralsnog. Toen het zekerheid was geworden, dat ook de Vereenigde Staten zullen meedoen, ia er in Patria eene korte periode geweest, waarin de onheils boden en ongeluks-profeten zich weer danig en duehtig deden gelden. Wie nü toch duzfde volhouden, nog, dat wij den dans zouden ontspringen aldus deze zwartbijkers eu alar misten moest wel ziende blind wezen. Ea in elk geval; hoe '6 ook mocht loopen dat wy aan den voor avond van een vreeaeiijken hongers nood stondenzelfs een kind kon 't niet langer ontkennen Vroolyk was het veoruitzie'nt niet. En dat Is 't nog steeds niet. Maar president Woodrow Wilson heeft den Nederlandschen gezant te Washing ton dan toch geruststellende verkla ringen gege'von, weten wij nu allen. De president der V. S. ontboe zemde zyn gevoelens van sympathie en vriendschap voor het oude Patria, en zonder dat men nu aan zulk eene hoffelijkheid overdreven waarde of beteekenls behoeft te hechten, aardig klinkt zulk woord toch wel.Voorts: de heer Wilaon verzekerde, slechts in geval „van de uiterste noodzakelijk heid" te zullen gebruik maken van zijne bovoegdheid em den uitvoer van voedingsmiddelen en metalen naar Nederland te verbieden. Ook dit kliakt bemoedigend. Schoon *t verre van onbegrijpelijk is, dat in dezen tyd telkens de vraag rijst: waar is de grens dier „uiterste noodzakeiyk- heid" Wanneer zal dio grens bereikt worden Zeker, het zwaard van Damocles hangt ons boven 't hoofd, voortdu rend, en het snoer, waaraan dit zwaard is bevestigd, waardoor het tegen neer storten wordt behoed, is ragfijn. Intusscheu, 't kón erger wezen I Te Amsterdam en te Rotterdam kwamen in het begin dezer week een zevental stoomschepen aan, be vracht met tarwe, veevoeder en kunstmeststoffen. Geloof waardig-EO- lido bron, dat er grond bestaat om te verwachten, dat weldra het scheep vaartverkeer met onze koloniën en de maildienst op Engeland weer op vrfi geregelde wijze zullen kunnen her?at worden. Tusschen Londen en Den Haag is de „levendige gedachten wisseling" voortdurend gaande. En dat het HangBche Ploin „diligent" ia, in den volsten zin des woord», niemand heeft reoht of reden om het te betwijfelen. Hoe lang nog zal 't duren De haeren Troelsira, Van Kol, Albarda en Huysmaos zijn naar de Zweedcche hoofdstad vertrokken voor de Gonferentie van het Internationaal Socialistisch Bureau, en de leider der 8.D.A.P. In Nederland hoeft aan „Het Volk", het orgaan van zijn party, in den breeds uiteengezet, verduidelijkt, wat nu het streven, de bedoeling is van hem en zijne geestverwanten in het belang der herleving, te langen leste, van vrede op aarde. De krachtige en goede wil om een eind aan het bloedvergieten te maken beheeischt nu mag men zeggen zoowel oorlogvoerenden èa onzij- digen. Maar omtrent het tijdstip, waarop dat willen, dat streven zal kunnen worden omgezet in de vruchtbare daad is allerwegen angstige onzeker heid. En inmiddels dit kan niemand betwisten worden do lasten, ook voor hen, die zich nog buiten den grooten brand wisten te houden, al- drukkender, al-zwaarder. Het Paasch recè9, dat voor do Tweede Kamer op Dinsdag 24 April eiodigde, was slechts kort geweest. En b(j het weder-bijeenkomen behoorde de vraag, hoe lang men in de gegeven omstandigheden de zitting 1916'-17 zou kunnen doen voortduren, tot de vele, vele kwestiön, waarvan in deze dag6n ook de meest ervaren en lucide koppen geen aannemelijke op lossing weten te geven. Dat de naderende Mei- en Junimaanden ganacheiijk zonder strijd zullen voor bijgaan met eerbiediging „sur toute De koele morgen had mijn hoofd verfrischt, en ik was In staat alles in my op te nemen, wat Sapt mij vertelde. Hy was te bewonderen. Pritz zeide byna niets, en reed als iemand die nog Blaapt, maar Sapt begon, zonder nog een woord over den koning te zeggeD, mij direetuit te leggen, hoe ik vroeger had geleefd, wat myne familie was, en welke mijn smaak, myne zwakheden, vrienden, kameraden en dienaren waren. Hy legde my de etiquette van het Euritaansche hof uit, my daaiby belovende, altyd naast my te zullen zyn om aan te geven, wien ik hoorde te kennen en hoe ik 1 behoorde te groeten. „A propos", zeide hy, „gy zyt katholiek, hoop ik?" „Neen", antwoordde ik. „Lieve deugd, hy is protestant", jammerde Sapt, direct beginnende met my de elementaire begrippen en gebruiken van het Roomsche geloof te verklaren. jGelukkig", zeide hy, „weet ieder een, dat ge er niet veel van kent, want de koning is tameiyk laksch en onverschillig in dat opzicht. Maar ge moet toch zeer beleefd zyn jegens den kardinaal. Die ik zeer bemind bij het volk." Wy kwamen nu aan het station. Pritz was zich zelf weer genoeg meester geworden, om den verwon derden stationschef duideiyk temaken, dat de koning van voornemen ver anderd was. De trein stoomde binnen. Wy stapten in een eerste klas-coupé, la ligDe" van het parool „alles laten zitten"; 't is wel uitgesloten. Ea in hst district Helder, waar de ont vanger Oud, de vryz. demoeraat uit OmmeD, word gecanaideerd zal men allicht weldra iets te bespeuren krijgen (by de vervulling der vaoature- De Meester) van het dreigend Bchisma in de Vryzinnige gelederen. Overigens en afgescheiden van de vrasfc, wslko copia arbeid het Parlement nu nog zal kunnen afdoen schynt het gevaar, dat de actie, zich tegen do Grondwetsrevisie Cort v. d. Linden openbarend, biedt, inder daad niet groot of ernstig. Geiyk men mag biyven aannemen, dat de Senaat straks zyn zegel aan die revisie zal hechten. De Memorie van Antwoord, door den premier by het Hoogerhuis Ingediend, is een s taai tja van de rustig bedachtzame wyze, waarop de wijsgeer staatsmaD, thans met het beheer der zaken belast, dergeiyke aangelegenheden met de Vertegen woordiging weet te, behandelen. Intusschen gaat minister Treub zyn weg. Hy heeft voor de Binnenhof- heeren een stapeltje belasting-ont werpen gereed, en de beide mlniste- rieele advies-commissies voor de monopollseering van levensverzeke ring- en brandverzekering-bedrijf zyn reeds in het leven geroepen. De heer Treub behoort niet tot de flgureD, ervan houdend om over eenmaal- ontworpen plannen „gra3 te laten groeien". En 't moge waar zijn, dat deze eminente staatsman de argu menten, tegen de zijne ingebracht, met volmaakt-eeriyke objectiviteit wikt en weegt, - dat hy tevens een dier menschen, krachtfiguren is, die door do oppositie worden geprikkeld en tevens versterkt in het geloof aan het good-recht van hunne redeneering 't staat wal vast. Wat van de ©p te richten Export- vereoniging zal blijken te groeien; waarvan immers beweerd ia dat men de ministers Treub en Poatbuma op het stuk van de wijze, waarop allicht tegenstribbelende recalcitrante landbouwers moeten behandeld wor den, erbij tegenover elkander zal vinden: ook dit moet de toekomst leeren. e opmerking is niet nieuw, maar telkens springt de waarheid ervan in het oog, deze ernstige tijd vordert voor het beheer van het schip van Staat buitengewone kracht en werkzaamheid. Telkens hoort men van nieuwe nooden. Dat de uitvoer van tabak moest worden verboden, waar de aanvoer van het geurige, voor den Nederlander onmisbare kruid schier geiyk nihil werd, - 't behoort niet tot de ergste „plagen" up to date. Ernstiger ia, dat in de gelederen d6r diamantnijverheid de werkloos heid al-nijpender wordt; nu reeds de vijfduizend met enkele honderden overschredend. Gelyk in de textiel ny verheid hier en daar moest worden stopgezet. Interesseert men zich in het oude vaderland nog voor andere dingen dan welke middellijk of onmiddellijk met do wereld crisis verband houden? Daar is de uitspraak vau den „Nederl. Journalistenkring" in de zaak-Schróder, volgens de motie- De Roode uitsprekend, dat het arrest van het Haagsche Gerechtshof „eene bedreiging is voor vryhëid van spre ken en scbiyven" te onzent. Votum, dat den kring zynen onder-voorzitter, dr. Easton, heeft gekost. Daar is het aftasten van openbaar feestvertoon op „nationale feestdagen" zoodat de 19de April geboortedag van den Prins Gemaal voorbijging zonder „iets bijzonders" in bet uiter-« lijk aspect onzer straten, evenals dat op 80 April a.s., den achtsten verjaardag der Kroonprinses, het geval zal wezen. Waaraan zich de vraag vastknoopt, of de nationale feestdagen van „ouder- weisch model" ooit zullen herleven. Daar ia de huldiging der nage dachtenis van Johannes Bosboom, den vermaarden Haagsehen kerk- schilder, honderd jaren nadat de be gaafde echtgenoot van de beroemde Alkmaarsche Geertruida Toussaint, de schrijfster van den „Delftschen Wonderdokter" en ook van „Majoor Frans", in de Hofstad het levenslicht aanschouwde. Interesseeren wij ons werkeiyk ook nu nog in deze tyden voor deze en dergeiyke dingen? Mag men „de bladen" gelooven, dan zeer zeker wol. Maar niet altijd geeft het dagblad- verslag of de Journalistieke gelegen heids-ontboezeming weer watwerke ïyk in „de volksziel" omgaat. En dat kan ook niet steeds 't geval wezen Ma. Aittokïo. en Sapt ging, achterover leunend, door met zyn lessen. Ik zag op mijn horlogedat van don koning natuur lijk. Het was juist acht uur. „Ik zou wel eens willen weten, of men ons al is gaan halen", zeide ik. „Ik hoop dat ze dan den koning niet vinden", zeide Fritz zenuwachtig dit keer was het Sapt die zyne schouders ophaalde. De treil reed snel, en om half- negen zag ik van uit ons coupé raampje de torens en huizen van groote stad. „Ge houdt U prachtig, genadige heer", grinnikte de oude Sapt, zyn banden wringende. Voorover leunen de, voelde hy myn pols. „Een beetje te vlug", zeide hy op iet of wat berispenden toon. „Ik ben toch ook niet van steen" riep ik uit. „Het zal u wel lukken", zeide hy knikkend. Daarentegen is het alsof Fritz de koorts heeft. In Godsnaam, jongen, drink je flesch maar eens leeg. Fritz deed wat hem verzocht werd. „Wy zyn een uur te vroeg", zeide Sapt. Wij zullen bericht zenden dat Uwe Majesteit is aangekomen, want er zal nog niemand zyn om ons te ontvangen. En ondertusschen „En ondertusschen", viel ik hem in de rede, „wil de koning gehangen worden, als hy niet wat te ontbïten krygt." De oude Sapt lachte eens en stak my de hand toe. „Gy zijt op en top eenElphbergl Toen zweeg hy even en zeide daarna, Raadaoverzlcht. Een veelzydige, diukke agenda bad de Raad Dinsdagavond af te werken, en het was te denken, dat niet alles zou kunnen worden behandeld. Zoo werd al dadelijk het voorstel tot pensioueering der wethouders aange houden tot een volgende vergadering. Door de beeren Biersteker, Adriaanse en Michels was dit voorstel ingediend, ala logisehe consequentie van de salarieering dezer ambtenaren. Vroe ger werd het wethouderschap be-- schouwd als een min of meer eere baantje, dat men waarnam, uitsluitend om de betrekking zelve. Maar in den loop der jaren is de functie uitge breider geworden zooals de maat- scbappy-zelve groeit, zoo groeiden ook de werkzaamheden, noodig om die maatschappy in gang te houden, en meer en meer werd het wet houderschap een betrekking, die den vollen persoon vraagt. Was het wonder, dat ook de betrekking om betere salarieering vroeg? Dat de tegemoetkoming van f 200.- eerst, werd uitgebreid tot een salarieering van f600.— straks, en dat de Raad by de jongste begrooting het salaris bracht op f 1000.—? Maar daaraan zat de onvermijdelijke consequentie vast van de pensioneering. En zoo had de Raad die consequentie, zonder meer, te aanvaarden. Het spreekt vanzelf, dat het hier ging om do betrekking en dat alle perscouiyke sym- of antipathieën werden uitge schakeld. En de Raad zag dit ook wel in al kon h(j nog niet dadeiyk tot een besluit komen. Niet aldus de heer 0?er de Linden. Wij hebben dezen heer, uit hoofde vau de reverentie, die 0D3 geloerd is voor oude menschen te hebben, - de heer Over de Linden is dezer dagen 80 jaar geworden altyd ontzien, al deed hy meermalen dwaze en koppige dingen. Maar hij maakte het nu toch wel wat te gortig, en de manier, waarop hy meende dit voorstel te moeten bestryden, is niet zeer nobel. De heer Over de Linden voelt zich zeer ge wichtig in den Raad en zeer op zyn ilaats. Zelfs na alles wat er tuarchen iem en de raadsleden gebeurd is, nadat hy tijdens zyn wethouderschap geboycot werd als waarnemend voor zitter, nadat hy als wethouder niet werd herkozen, bleef hy waar hy was, en maakte het zich voortaan tot levenstaak de personen van de wet houders te bestryden en tegen te werken waar hij maar kon. Steeds was de heer Over de Linden in de oppositie, hij was reactionair als de anderen vooruitstrevend waren, hy was democratischer dan de meest radicale van links als de anderen anders deden. Men wist sinds dien nooit wat men aan dien heer had. Werd een voorstel van hem verworpen, en meestal werd niet eens naar hem geluisterd, dan kon men er zeker van zijn, dat de heer Over de Linden naar Gedeputeerde Staten, zelfs naar de Koningin ging om „recht": men zie de huidige agenda maar eens aan, waar onder de ingekomen stukken alweer een achryven is van dezen heer Over de Linden, dat hy inzake de demping van een stukje vau het Heldersche Kanaal tot den Minister van Oorlog richtte. De Raad besloot indertyd het laatste gedeelte van het Held. Kanaal te dempen in verband met de kanaalplannen, maar de heer Over de Linden wilde dat niet en zoekt het nu hooger op. Zoo is bet met alles: als de heer Over de Linden iets in zijn hoofd heeft, dan biyft hy, koppig, voor alle rédeneering, onvat- .ar. Ook nu weer; by de wethoudera- insioneering richtte hy een nota aan den Raad, waarin hij de raads leden beschuldigt excusez du peu van het smeden van complotten en van nog een heeleboel ander fraais. Het strekte den gryzen haren van dezen nestor niet tot eere. Het was beneden peil. Meer willen wy er niet van zeggen. De heer en van de kermispret kiygen hun zin; de kormis is wedsr inge haald. Evenals den vorigen keer was er nu een raadahelft, die vóór de ons kalm aanziende: „God geve, dat wy vanavond nog in het leven zyn." „Amen", zei Fritz von Tarlenheim. De trein stopte. Fritz en Sapt stapten uit en hielden met ontbloot hoofd de deur voor my open. Ik slikte een prop in, die my in de kesl kwam, zette myn helm vast op mijn hoofd, en (ik schaam my niet het te erken nen) stuurde een kort gebed tot God. Toen stapte ik op het perron van het Btation in Strelsau. Oogenblikkeljjk daarna was alles in rep en roer, met den hoed in de hand kwamen en gingen mannen op en neer. Men geleidde my naar het buffet. Ondertusschen renden mannen met de grootste haast naar de kazerne, de kathedraal en naar de residentie van den Hertog Michael. Juist toen ik den laatsten droppel koffie naar binnen slikte, beierden alle toren klokken haar vreugdevolle tonen over de stad. Het geluid van ee* marcheo- rende troep soldaten en van Juichende menschen bereikte myn oor. Koning Rudolf de Yyfde was in zijn goede stad Strelsau I En zij, die buiten stonden, riepen: „De koning, hoera 1" De oude Sapt trok zyn mond tot een lach. „God behoede hen beiden", fluisterde hy. „Moed, kerel!" en ik voelde ziin hand op mijn knië. instandhouding van dit „feest" stemde en evenals den vorigen keer- staakten de stemmen. Ingevolge het reglement van orde was daarmee het voorstel-Adriaanse: om da kermis af te schaffen, verworpen. Welk een misselijk bedryf van ernatigo of tenminste als ernstig poseerende menschen. Wat praat men van soci ale hervormingen, van bestryding van prostitutie en drankmisbruik, de heeren voorstemmers hebben er lak aan. Wat praat men V3n nooden, waaronder het volk zucht, van het lage peil van ontwikkeling, waarop het staat, do heeren lappen het aan hun laars. Het volk was, drie jaar lang, afgewend kermis te vieren er waren geen ongelukken by gebeurd en de aarde blééf draaien, al draait zij dan op het oogenbiik wat raar. Maar tien heeren uit den Helderschen Raad roepen het publiek toeJelui houden geen kermis meerDat zal niet langer zoo blijven. Dat moet nu maar eens uit zyn. Jelui moeten maar naar de kermis. Graag ofDiet, dat went wel. Net als met levertraan, je went aan den smaak. Opvoeding, veredeling,- onzin meneer I Laat ze hossen, laat ze met een stuk ln den kraag langs *s Heeren wegen zeilen, dat is opvoedend, dat is gezond, dat is veredelend. Of daar spaarduitjes van een half of een heel jaar in één week tyds langs allerlei wegen de gemeente verlaten, wat gaat ona dat aan? Zyn wjj er om over de spaar duitjes van do bevolking te waken? Laat naar je kyken I - Wat is die „Heldersche Courant" weer aan 't sputteren I zeggen de heeren tegen elkaar. Xe hebben, na hun weldoordachte besluit te hebben genomen, soo'n echt voldaan gevoel gehad en lappen de communis opinio aan hun laars. Woest is-Ie, zeggen ze tegen mekaar en glunderende kermis komt maar eens in 't jaar Maar wy weten dat wij het gansche weldenkende Heldersche publiek aan onze zjjde hebben, dat ieder welden kend men ach, die zich rekenschap geeft van zyn roeping als mensch, de houding verwerpt, die dit deel der raadsleden aannam! Sn dat is óók wat waard 1 Ook in het geval-Spruit hebben wy de publieke opinie achter ons. Aan hetgeen wy daarover publiceerden, behoeven wy weinig toe te voegen. Van alle zijden ontvingen wy sym pathie bewijzen met deze publicatie, die velen rechtstreeks uit het hart gegrepen was. De heer Spruit wachtte in den Raad de bui) niet af, maar verdween toen zijn zaak aan de orde kwam. In den regel kan men persoon lijke kwesties beter zonder den be trokkene bespreken dan in diens tegenwoordigheidhier was het om gekeerd. Juiit door bet weggaan van den heer Spruit werd veel wat anders gezegd zou zyn, verzwegen. Natuurlijk werd unaniem zyn handelwijze afge keurd, maar de wijze waarop dit geschiedde, was nogal slap. Wy had den minstens een motie van afkeuring verwacht, maar er geschiedde niets van dien aardde heer Biersteker las een, nogal scherpgestelde veroor deeling voor en was de eenige, die eigenlijk afdoend) de handelwijze laakte. Van de zjjde der s.d.a.p. w«s het de heer de Zwart, die in een uiterst slap betoogje wees op het gevaar, dat een grondbezitter lid van Raad was geworden. Hier ware, ook voor de s.d.a.p., het plicht geweest om eens scherp stelling tegen dezen heer te nemen inplaats van er zich met enkele slappe woorden af te maken. Het feit, dat de heer Spruit niet aanwezig was om zich ts ver dedigen, legde hier geen gewicht in de schaal daar deze opzettelijk) do raadszaal verlaten had. Een brutaler sterker sprekend afcukje is toch wel zelden vertoond, en de raads leden hebben de gelegenheid te veel laten voorbijgaan om eens scherpe afkeuring uit te spreken over de houding van dezen man. Zij kocden dat door de immuniteit van hun ambt, vryer doen dan ieder ander. Dat de beer Adriaanse tenslotte trachtte van den heer Spruit te redden wat er to redden viel (het was een bedroefd beetje), is vergeeflijk; ten slotte echter, na |alle discussies ge hoord te hebben, moest ook deze heer zich neerleggen by het voorstel van B. en W.) om to gaan procedeeren. Daarbij bleef het; slechts de heer HOOFDSTUK V. 'Op Avontuur. Met Fritz von Tarlenheim en kolo nel Sapt vlak achter m(j stapte ik Tan uit de restauratieaaal op het perron. Het laatste wat ik deed was, te voelen of myn revolver in myn bereik was en of mijn sabel los in de schee zat. Een groote groep officieren en hoogwaardigheidsbekle ders stonden my daar op te wachten aan hun hoofd bevond zich een oude man, in stramme militaire houding en met een met ridderorden gedekte borat. HU droeg het geel en roode lint van de Roode Roos van Ruritania, welke ook myn onwaardige borst bedekte. „Maarschalk Strakencz", fluisterde Sapt, en toen wist ik, dat ik my bevond in tegenwoordigheid van den grootsten held der Ruritaansche armee. Achter den Maarschalk stond een kleine, magere man, in wyden zwart rooden mantel. „De kanselier van het ryk", fluis terde Sapt nog eens. De Maarschalk begroette my met eenige loyale woorden en ging daarna door met eene verontschuldiging nameDs den Hertog van Strelsau. Het scheen, dat de hertog door een plotselinge ongesteldheid verhinderd was aan het station te komen, maar hij verzocht verlof Zijne Majesteit in de Kathedraal te mogen opwachten. Ik drukte myne deelneming uit, nam Biersteker was het, die hst scherpst zyne afkeuring uitte; wil de heer Spruit aldus do heer Biersteker zyn eer redden, dan staat h6m daar toe nog één weg open, n. 1. met den Burgemeester to onderhandelen. Overigens valt er voor ons over dezo zaak niet veel meer to neggen. Ook in ona pera-vrye Nederland zijn aan de uiting van het woord zekere grenzen gesteld, en zeer zeker zouden de woorden, die ons op de lippen wellen,, tot conflicten met den straf rechter aanleiding kunnen geven. Aan het slot der zitting had de delinquent de brutaliteit om aanmer kingen te maken omtrent eene ver- moedeiyke afwyking in het bestek van eene woningbouw-vereeniging. Indien er iemand is, die het recht heeft verbeurd deze aanmerking (go grond of niet) te maken, dan is het wel de heer Spruit. Het was dan ook alleszins begrijpelijk dat de Voorzit ter, ontstemd 07er zóóveel brutaliteit, eenigszins korzelig zeide, dat de heer Spruit dit dan maar schrifteiyk moest doen. Tenslotte is daar de Ambachts school-geschiedenis, die een groot deel van den avond in beslag nam. De tegenwoordige school ia te klein geworden en plannen voor een nieuwe zyn reeds ontworpen. Na had het bestuur van de Vereeuigjqg „Am bachtsschool" de kwestie aldus opge lost, dat bet aan de gemeente aan bood het oude (tegenwoordige) gebouw met de daarop rustende hypotheek schuld over te nemen, terwijl de ge meente dan gratis beschikbaar stelde een terrein aan den Polderweg, waar op de nieuwe Ambachtsschool zou komen te staan, en tevens garant bleef voor de geldleening. De gemeen te bad dan tevens een grootere ruimte voor Burger-Avondschool, en kan in het gebouw van de Ambachtsschool de Zeevaartschool onderbrengen. Deze oplossing was, oppervlakkig beschouwd, nog niet zoo verkeerd. Maar de raad moest toch van de plannen niet hebben, zonder eene nadere onkosten berekening. Van alle kanten werden bezwaren ontwikkeld en werd gevraagd om eene becyfering. De kosten zoo den voor de gemeente betragen de jaariyksche (verhoogde) subsidie -f- de kosten van den grond, die gratis werd afgestaan en van verbouw van de huidige Amb.-school, er de vraag rees, of voor dat geld de gemeente niet veel beter eene geheel nieuwe Zeevaartschool kon zetten. Wy kunnen de aarzeling van den Raad om niet zoó maar toe te byten, begrypen, maar wy zouden het jam mer vinden ala het ambachts-onder- wya in verdrukking kwam. Want de Ambachtschool, al ls zy nu een par ticuliere instelling, moet toch op ge lyken voet behandeld worden als de Zeevaartschoolzy moet de gemeente even na aan het hart liggen. En als de raad besloot alleen maar tot uit breiding van beide inrichtingen over te gaan, zoodat zoowel aan de school -aan de Laan als aan die in 't Anker park zou moeten worden bijgebouwd, dan zou dat lapwerk biy ven en men toch niet aan de eischen des tyds voldoende inrichtingen krijgen. Wy kunnen overigens de flnarcieele ge volgen van het een niet vergelijken met die van het ander, en moeten ons onthouden van een meening in deze. Wegens het vergevorderd uur werd de kwestie om de verstrekking van goedkoope cokes met 1 Mei te doen ophouden, alsook de interpellatie- Michels over de distributie, aange houden en zal daarvoor een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. BINNENLAND. Onzt schepen uit Engaland. Uit Beriyn wordt geseindNaar van bevoegde zyde wordt vernomen, heeft de Duitsche regeering ln ant woord op de verzoeken van de neutrale staten, die nog schepen in Eagelsche havens hebben liggen, welke tot dusver wegens de afsluiting van de zee door Duitachland niet kondeu uitvaren, aan deze staten aangeboden hun schepen den ln Mei te laten uitloopen en hun voor dit geval afgezien van het myn gevaar tuegezegd, dat zy veilig het afgesloten gebied kunnon passeeren, wanneer zy bepaalde kenteekons voeren en bepaalde wegen volgen. Deze schepen zyn bestemd om levens middelen voor de onzydigen aan te voeren. Men moet afwachten of de Engelacbe regeering, die bij de afkondiging van het afgesloten gebied door Duiischland, het uitvaren van onzydige schepen binnen de verleende termyn verhinderde, deze schepen thans laat uitvaren. Gelyk men weet, heeft de Engelache regeering dit reeds geruimen tyd geleden toegestaan. Het departement van Bultenland- sche Zaken deelt mede, dat een aantal Nederlandsche echepen, met veevoe der, kunstmeststoffen en graan ge laden, die thans nog in Engelsche havens liggen, op den eersten Mei de thuisreis zullen aanvaarden onder volledige waarborgen van de Duitsche regeering voor een veilige vaart, voor zoover betreft gevaar van de zyde van duikbooten. De schepen zullen de nationale vlag moeten voeren, terwijl op romp en brug constructies met vertikale roodo en witte strepen van 8 M. breed moeten worden aangebracht. Biykens uit Engeland ontvangen bericht zullen de schepen aldaar in staat worden gesteld zich van do genoemde kenteekenen te voorzien, terwyi ook verder alle medewerking wordt verleend om het vertrek der schepen op den bepaalden datum mogeiyk te maken. Da „Thamls". Tan het sedert 21 Deeember-1916 vermiste Nederlandsche s.s. „Thoraia" is een koffer met papieren opgevisebt door den stoomtrawler „Wilhelmina" IJM.85. De koffer, die scheepspapieren en passen van de bemanning bevatte, is by de autoriteiten afgeleverd. De „Themis" vertrok 21 December met een lading steenkolen; van New- Castle naar Amsterdam. de excuses van den Maarschalk ge nadig aan en ontving vervolgens de huldiging van een groot aantal hof- en andere dignitarissen. Niemand gaf biyk van eenigen argwaan, en ik voelde mijn hart minder gejaagd slaanmyne kalmte keerde allengs terug. Maar Fritz was nog zeer bleek, en zyne hand beefde als een riet, toen hy den Maarschalk begroette. Eindelyk vormden wy een stoet en namen onzen weg door de vestibule van het station. Hier besteeg ik myn paard, terwyi de Maarschalk myn stygbeugel vasthield. De burgerlyke autoriteiten stegen in hanna ry tuigen en ik reed door de straten met den Maarschalk aan myn reebter zyde en Sapt (wien alB eersten aide-de camp deze plaats toekwam) aan mijn linker kant. De stad Strelsau bestaat uit een oud en een nieuwer gedeelte. Ruime moderne boulevards en pleinen met prachtige woonhuizen omringen de nauwe, bochtige en schilderachtige Btraten van de oorspronkeiyke stad. In het nieuwe gedeelte woont de aristocratiein de oude stad bevinden zich de magazynen ea winkels, achter wier schitterende ruiten volk- ryke doch dikwyls ellendige straten en lanen waren, bewoond door 6en armoedige, en helaas ook dikwyls misdadige bevolking. Deze sociale en locale verd8eling correspondeerde ook, zooals ik van 8apt had gehoord, met een andere verdeeling, welke voor my van het grootste belang was. De Nieuwe Stad was voor d6n Koning, maar voor de Oude Blad was Michael Ingezonden Mededeellng. Helder. Café-Restaurant. Ttlafoon latere. 49. Partijen speciale condities. Vergaderzalen disponibel. Wl LHELMIN A-BI LLARD. Gewone consumptieprijzen. Dln°r« worden aan huis bezorgd. Ingebonden mededeellng. Houdt haar altijd in huis. Men kan geen nuttiger geneesmid del in huis hebben dan een verzach tende, antiaeptisehe en heelonde zalf. Foster's Zalf beantwoordt geheel aan dit d«el. zy ia een vertrouwbare zalf voor jeukende, bloedende en uit wendige aambeien, eczeem, psoriasis, dauwworm, puiaten, gordeluililag, inaectenbeten, netelrooa enhuiókwa len -by kinderen, en als regel is één doos voldoende tot genezing. Foster's Zalf heeft een verzachten de, verkoelende werking en droogt niet spoedig op. De ontsteking en jauk, die by de meöste huidziekten optreedt, moeten spoedig zwichten by de eerBte aanwendingen. Fwter's Zalf kan veilig gebruikt wordos, zelfs by de meeat gevoelige huid. Kloven in de handen, winter hauden en voeten en buid?lekk«u kunnen er geachikt mede behandold worden. Het is een wyze voorzorg om altyd sen doos van deze zalf by de hand te hebben geen huis diende zender Foster's Zalf te zyn. Foster's Zalf (let ep den juiste* naam) Is te den Helder 7erkrtjgb. by Alb. tan Klooster, Keizeratr. 98. Toe zending geschiedt franco na ontv. v. postwissel h f 1.76 p. doos. (84) van Strelsau de man, haar hoop, haar held en haar lieveling I Zeer schitterend was het toonoel, toen wy langs den Grooten Boulevard gingen en de groote laan bereikten, waar het Koninklijk Paleis stond. Hier wan ik te midden mijner toe- geneg h i-.gpis. Elk huis was hier ,^un mei ruoa en bedekt mer gcu en guirlandes. Laags de me'i en baicons der huizen en op de trottoirs stondeu onafzienbare merechenryen, welke my harteiyk toejuichten. Meisjes en vrouwen klapten vroolyk opgewonden in hare banden, een regon van rood© rozen daalde langs my neer, een bloem bleef hangen op de manen van mUn paardik nam ze en stak ze in mijn knoopsgat. De Maaraehalk glimlachte voor zich heen. Ik had hem af en toe eens t6r zyde aangezien, maar zijn geUat liet niet blijken of zyno sympathieën voor dan wel tegen my waren. „De roode roos voor deElphbergs, Maarschalk", zeide ik vroolyk en by knikte. Ik schryf hier „vroolyk" en dit moet een vreemd woord ïyken. Maar het is waar, dat ik droDken was van opgewondenheid. Op dat oogenbiik geloofde Ik,dat ik in alle werkelijkheid koning was; en met een lach van triomfeerende heeriykheid zag ik weer op naar de met schoone I vrouwen gevulde balcansen toen schrok ik. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 1