ELDERSCHE COURANT
Hotel Bellevue.
Eerste Blad.
Diners. Soupers.
Ho. 4769
ZATERDAG 28 APRIL 1917
45e JAARGANG
Op- an ondergang van Zon en Maan
an tijd van hoogwater (Texel).
(Zomertijd).
Zou SJE
▲pril op onder: op: onder: v.m.:n.m.
Zon<ü£ 29 a. 0.2 m. 2 SS 6 36 8.28 1.46 3 66
«.uudag 80 1.11 3.51 6.8S 8.38 2.60
Hei
6.16
Dinsdag 1 2.20 2 6.U 8.14 4.
iVosasd. 2 8.29 8.23 6.28 8.96 B.15 6.26
Denderd. 8 4.69 8.S6 6.26 8.28 6.16 6.20
VrQdag 4 6.61 8.61 6.24 8.80 7,10 7.10
Zaterdag 6 7.6 4.8 6.22 8.82 7.60 7.66
Ingezonden Mededeellng.
Brief aan Ban jong meisje.
„Gy zijt zestien, misschien zeven-
Men jaar oud, gy hebt reeds het be-
langrijke besluit, genomen de zyde
achtige lokken die over uwe bevallige
schouders neergolven, tot een indruk
wekkend haartooisel op te werken
uwe japonnen zyn, met medehulp der
mode, eveu lang geworden ale die
vau uwe mama; alles In uw toilet,
in uw gang, in uw-houding toont
aan dat gy geen kind meer zyt, dat
gy bijna sen vrouw zyt, dat de man
nen u moer dan een toevalligen blik
verschuldigd zyn.
.Evenwel z(jfc gfj toch altyd nog
maar oen jong meisje want g(j weet
u nog niet van uw spiegel te be
dienen. Als gij er in kykt, verheugt
gy u het lieve gelaat te bewonderen
dat h(j weerkaatst en daardoor ge
voelt gij niet in u opkomen de be
geerte hem ta ondervragen zooala dit
een vrouw van ondervinding nooit
zal nalaten te doen.
.Bekijk u echter eens goed, met de
oogan waarmee gij een uwer vrien
dinnen zoudfc bekijken. - Zeker, uw
gelaat is bevallig; maar wat is het
bleek, wat doet zijn kleur trezrig
denken aan dio der bladeren, door
den najaarswind afg6ruki 1 Zeker,
uwe lippen hebben een omtrek
van keurige fijnheidmaar wat
schijnen zij onveranderlijk koud, on
danks het kunstmatige rood waarmee
gij de proef naamt I Zeker, uwe
tanden zyn verrukkelijk blinkend;
maar wanneer gij lacht, laat dan die
paarlen niet te veel zien, want uw
tandvlcesch is nauwlijks rose en uw
kun9trood kas daar niets aandoen!
Zeker, de zwarte kring om uwe
oogon sou allerbekoorlijkst zyn, ver
levendigd door de schittering der
oogappels; maar al hebben sfl ook
een „droomkleur",tochontbr«skthaar,
helaas, de helderheid en het leven.
.Tech wil ik u niet meer verdrie
ten ik weet to goed dat men aan
j inge meisjoa zelfs het geringste leed
moet bssparen, daarom wil ik u het
middel aan d? hand doen dien over
vloed van bevalligheid te verkregen,
die voor een vrouw een gebiedende
noodzakelijkheid is.
.Een frisacbo en rose kleur, een
liefolljko karmijnroode mond, oogen
tintelend van levensvreugd zijn niet
lo verkrijgen door het gebruik van
kunstmiddelen, hoe geraffineerd die
ook zijn mogen. Het ware geheim
dor schoonheid is er geen. Hot is,
op uwen ondankbaren leeftijd, vol
doende dat een rijk en zuiver bloed
door uwe aderen stroomt, opdat gij
spoedig ontluikt als een bewonderde,
begeerde, beminde vrouw, ©ij kunt
het uwe zeer gemakkelijk versterken
en doen opleven door die rozeroode
pillen te nemen, rozerood zooals gy
droomt het zelf te z]jn. En In alle
apotb. kunt gy die onvergelijkelijke
Pink Pillen vinden, die, door geheel
de wereld bekend en gewaardeerd,
aan een gelaat de jeugd, de frischheid
en do' schoonheid zullen geven, die
u te midden uwer gezellinnen de
uitverkorene doen zfln. Dank sy de
Pink Pillen, zult naar uw be-
geeren, eeu jonge vreuw zijn, en gij
zult langen, zeer langen tijd, steeds
een jonge vrouw blijven."
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar
f 1.76 per doos, en f9.— per zes
doozen bij het Hoofddepót der Pink
Pillen, Dacoatakade 16, Amsterdam;
voor Helder en Omstreken bijAlb.
TEN KLOOSTER, Keizerstraat 98,
en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 68;
te Schagen bij J. ROTGANS; te den
Burg (Texel) by T. BUIS, en verder
bij verschillende Apothekers en goede
Dro2i8t.cn.
FEUILLETON.
DE GEVANGENE
VAN ZENDA.
D.
,Ik denk", zside hij, .dat zij, als
Joseph hun het vertrek van den
koning mededeelt zullen denken, dat
wij argwaan kregen. Want dat is
zeker Zwarte Michael verwasht niet
hem vandaag in Strelsau te zien."
Ik zette den helm van den koning
op. De oude Sapt gaf mij ook diens
zwaard, en zag mij lang en onder
zoekend aan,
.Gelukkig, dat hij zijn baard afge
schoren had", zeide hij.
.Waarom deed hij dat?"
„Omdat Prinses Flavia zeide, dat
hy haar wang krabde, als hij zoo
genadig was haar een neefeltjken
kus te geven. Maar kom nu, wy
moeten gaan."
,Ia hier alles veilig?"
.Niets is veilig, waar dan ook",
zeide Sapt, .maar wij kunnen het
toch niet veiliger maken."
Fritz voegde zich nu bij ons in zijn
uniform als kapitein van hetzelfde
regiment, waartoe zijn kleeding be
hoorde. In een paar minuten had
Sapt zich ook in zyn eigen uniform
gekleed. Josepb berichtte, dat de
paarden gereed waren. Wy sprongen
op hunne ruggen en vertrokken snel.
Het spel was begonnenwat zou h9t
einde ervan zijn?
DE WEEK.
24 April.
Wij hebben den duizendste» dag
van den wereldoorlog nu achter den
rug en tal van gesprokken beginnen
met het onvermydelpe„Hoe lang
nog?", - op welke vraag niemand
eenig antwoord) vermag te geven
vooralsnog.
Toen het zekerheid was geworden,
dat ook de Vereenigde Staten zullen
meedoen, ia er in Patria eene korte
periode geweest, waarin de onheils
boden en ongeluks-profeten zich weer
danig en duehtig deden gelden. Wie
nü toch duzfde volhouden, nog,
dat wij den dans zouden ontspringen
aldus deze zwartbijkers eu alar
misten moest wel ziende blind
wezen. Ea in elk geval; hoe '6 ook
mocht loopen dat wy aan den voor
avond van een vreeaeiijken hongers
nood stondenzelfs een kind kon 't
niet langer ontkennen
Vroolyk was het veoruitzie'nt niet.
En dat Is 't nog steeds niet. Maar
president Woodrow Wilson heeft den
Nederlandschen gezant te Washing
ton dan toch geruststellende verkla
ringen gege'von, weten wij nu
allen. De president der V. S. ontboe
zemde zyn gevoelens van sympathie
en vriendschap voor het oude Patria,
en zonder dat men nu aan zulk eene
hoffelijkheid overdreven waarde of
beteekenls behoeft te hechten, aardig
klinkt zulk woord toch wel.Voorts:
de heer Wilaon verzekerde, slechts in
geval „van de uiterste noodzakelijk
heid" te zullen gebruik maken van zijne
bovoegdheid em den uitvoer van
voedingsmiddelen en metalen naar
Nederland te verbieden. Ook dit kliakt
bemoedigend. Schoon *t verre van
onbegrijpelijk is, dat in dezen tyd
telkens de vraag rijst: waar is de
grens dier „uiterste noodzakeiyk-
heid" Wanneer zal dio grens
bereikt worden
Zeker, het zwaard van Damocles
hangt ons boven 't hoofd, voortdu
rend, en het snoer, waaraan dit zwaard
is bevestigd, waardoor het tegen neer
storten wordt behoed, is ragfijn.
Intusscheu, 't kón erger wezen I
Te Amsterdam en te Rotterdam
kwamen in het begin dezer week
een zevental stoomschepen aan, be
vracht met tarwe, veevoeder en
kunstmeststoffen. Geloof waardig-EO-
lido bron, dat er grond bestaat om te
verwachten, dat weldra het scheep
vaartverkeer met onze koloniën en
de maildienst op Engeland weer op
vrfi geregelde wijze zullen kunnen
her?at worden. Tusschen Londen en
Den Haag is de „levendige gedachten
wisseling" voortdurend gaande. En
dat het HangBche Ploin „diligent" ia,
in den volsten zin des woord»,
niemand heeft reoht of reden om het
te betwijfelen.
Hoe lang nog zal 't duren
De haeren Troelsira, Van Kol,
Albarda en Huysmaos zijn naar de
Zweedcche hoofdstad vertrokken voor
de Gonferentie van het Internationaal
Socialistisch Bureau, en de leider der
8.D.A.P. In Nederland hoeft aan „Het
Volk", het orgaan van zijn party, in
den breeds uiteengezet, verduidelijkt,
wat nu het streven, de bedoeling
is van hem en zijne geestverwanten
in het belang der herleving, te langen
leste, van vrede op aarde.
De krachtige en goede wil om een
eind aan het bloedvergieten te maken
beheeischt nu mag men zeggen
zoowel oorlogvoerenden èa onzij-
digen.
Maar omtrent het tijdstip, waarop
dat willen, dat streven zal kunnen
worden omgezet in de vruchtbare
daad is allerwegen angstige onzeker
heid.
En inmiddels dit kan niemand
betwisten worden do lasten, ook
voor hen, die zich nog buiten den
grooten brand wisten te houden, al-
drukkender, al-zwaarder.
Het Paasch recè9, dat voor do
Tweede Kamer op Dinsdag 24 April
eiodigde, was slechts kort geweest. En
b(j het weder-bijeenkomen behoorde
de vraag, hoe lang men in de gegeven
omstandigheden de zitting 1916'-17
zou kunnen doen voortduren, tot de
vele, vele kwestiön, waarvan in deze
dag6n ook de meest ervaren en
lucide koppen geen aannemelijke op
lossing weten te geven. Dat de
naderende Mei- en Junimaanden
ganacheiijk zonder strijd zullen voor
bijgaan met eerbiediging „sur toute
De koele morgen had mijn hoofd
verfrischt, en ik was In staat alles
in my op te nemen, wat Sapt mij
vertelde. Hy was te bewonderen.
Pritz zeide byna niets, en reed als
iemand die nog Blaapt, maar Sapt
begon, zonder nog een woord over
den koning te zeggeD, mij direetuit
te leggen, hoe ik vroeger had geleefd,
wat myne familie was, en welke mijn
smaak, myne zwakheden, vrienden,
kameraden en dienaren waren. Hy
legde my de etiquette van het
Euritaansche hof uit, my daaiby
belovende, altyd naast my te zullen
zyn om aan te geven, wien ik
hoorde te kennen en hoe ik 1
behoorde te groeten.
„A propos", zeide hy, „gy zyt
katholiek, hoop ik?"
„Neen", antwoordde ik.
„Lieve deugd, hy is protestant",
jammerde Sapt, direct beginnende
met my de elementaire begrippen en
gebruiken van het Roomsche geloof
te verklaren.
jGelukkig", zeide hy, „weet ieder
een, dat ge er niet veel van kent,
want de koning is tameiyk laksch
en onverschillig in dat opzicht. Maar
ge moet toch zeer beleefd zyn jegens
den kardinaal. Die ik zeer bemind bij
het volk."
Wy kwamen nu aan het station.
Pritz was zich zelf weer genoeg
meester geworden, om den verwon
derden stationschef duideiyk temaken,
dat de koning van voornemen ver
anderd was. De trein stoomde binnen.
Wy stapten in een eerste klas-coupé,
la ligDe" van het parool „alles laten
zitten"; 't is wel uitgesloten. Ea in
hst district Helder, waar de ont
vanger Oud, de vryz. demoeraat uit
OmmeD, word gecanaideerd zal
men allicht weldra iets te bespeuren
krijgen (by de vervulling der vaoature-
De Meester) van het dreigend Bchisma
in de Vryzinnige gelederen.
Overigens en afgescheiden van
de vrasfc, wslko copia arbeid het
Parlement nu nog zal kunnen afdoen
schynt het gevaar, dat de actie,
zich tegen do Grondwetsrevisie Cort
v. d. Linden openbarend, biedt, inder
daad niet groot of ernstig. Geiyk men
mag biyven aannemen, dat de Senaat
straks zyn zegel aan die revisie zal
hechten. De Memorie van Antwoord,
door den premier by het Hoogerhuis
Ingediend, is een s taai tja van de
rustig bedachtzame wyze, waarop de
wijsgeer staatsmaD, thans met het
beheer der zaken belast, dergeiyke
aangelegenheden met de Vertegen
woordiging weet te, behandelen.
Intusschen gaat minister Treub
zyn weg. Hy heeft voor de Binnenhof-
heeren een stapeltje belasting-ont
werpen gereed, en de beide mlniste-
rieele advies-commissies voor de
monopollseering van levensverzeke
ring- en brandverzekering-bedrijf zyn
reeds in het leven geroepen. De heer
Treub behoort niet tot de flgureD,
ervan houdend om over eenmaal-
ontworpen plannen „gra3 te laten
groeien". En 't moge waar zijn, dat
deze eminente staatsman de argu
menten, tegen de zijne ingebracht,
met volmaakt-eeriyke objectiviteit
wikt en weegt, - dat hy tevens een
dier menschen, krachtfiguren is, die
door do oppositie worden geprikkeld
en tevens versterkt in het geloof aan
het good-recht van hunne redeneering
't staat wal vast.
Wat van de ©p te richten Export-
vereoniging zal blijken te groeien;
waarvan immers beweerd ia dat men
de ministers Treub en Poatbuma
op het stuk van de wijze, waarop
allicht tegenstribbelende recalcitrante
landbouwers moeten behandeld wor
den, erbij tegenover elkander zal
vinden: ook dit moet de toekomst
leeren.
e opmerking is niet nieuw,
maar telkens springt de waarheid
ervan in het oog, deze ernstige
tijd vordert voor het beheer van het
schip van Staat buitengewone kracht
en werkzaamheid. Telkens hoort men
van nieuwe nooden. Dat de uitvoer van
tabak moest worden verboden, waar
de aanvoer van het geurige, voor den
Nederlander onmisbare kruid schier
geiyk nihil werd, - 't behoort niet
tot de ergste „plagen" up to date.
Ernstiger ia, dat in de gelederen
d6r diamantnijverheid de werkloos
heid al-nijpender wordt; nu reeds de
vijfduizend met enkele honderden
overschredend. Gelyk in de textiel
ny verheid hier en daar moest worden
stopgezet.
Interesseert men zich in het oude
vaderland nog voor andere dingen
dan welke middellijk of onmiddellijk
met do wereld crisis verband houden?
Daar is de uitspraak vau den
„Nederl. Journalistenkring" in de
zaak-Schróder, volgens de motie-
De Roode uitsprekend, dat het arrest
van het Haagsche Gerechtshof „eene
bedreiging is voor vryhëid van spre
ken en scbiyven" te onzent. Votum,
dat den kring zynen onder-voorzitter,
dr. Easton, heeft gekost.
Daar is het aftasten van openbaar
feestvertoon op „nationale feestdagen"
zoodat de 19de April geboortedag
van den Prins Gemaal voorbijging
zonder „iets bijzonders" in bet uiter-«
lijk aspect onzer straten, evenals
dat op 80 April a.s., den achtsten
verjaardag der Kroonprinses, het
geval zal wezen.
Waaraan zich de vraag vastknoopt,
of de nationale feestdagen van „ouder-
weisch model" ooit zullen herleven.
Daar ia de huldiging der nage
dachtenis van Johannes Bosboom,
den vermaarden Haagsehen kerk-
schilder, honderd jaren nadat de be
gaafde echtgenoot van de beroemde
Alkmaarsche Geertruida Toussaint,
de schrijfster van den „Delftschen
Wonderdokter" en ook van „Majoor
Frans", in de Hofstad het levenslicht
aanschouwde.
Interesseeren wij ons werkeiyk ook
nu nog in deze tyden voor deze
en dergeiyke dingen?
Mag men „de bladen" gelooven,
dan zeer zeker wol.
Maar niet altijd geeft het dagblad-
verslag of de Journalistieke gelegen
heids-ontboezeming weer watwerke
ïyk in „de volksziel" omgaat.
En dat kan ook niet steeds 't geval
wezen
Ma. Aittokïo.
en Sapt ging, achterover leunend,
door met zyn lessen. Ik zag op mijn
horlogedat van don koning natuur
lijk. Het was juist acht uur.
„Ik zou wel eens willen weten, of
men ons al is gaan halen", zeide ik.
„Ik hoop dat ze dan den koning
niet vinden", zeide Fritz zenuwachtig
dit keer was het Sapt die zyne
schouders ophaalde.
De treil reed snel, en om half-
negen zag ik van uit ons coupé
raampje de torens en huizen van
groote stad.
„Ge houdt U prachtig, genadige
heer", grinnikte de oude Sapt, zyn
banden wringende. Voorover leunen
de, voelde hy myn pols. „Een beetje
te vlug", zeide hy op iet of wat
berispenden toon.
„Ik ben toch ook niet van steen"
riep ik uit.
„Het zal u wel lukken", zeide hy
knikkend. Daarentegen is het alsof
Fritz de koorts heeft. In Godsnaam,
jongen, drink je flesch maar eens leeg.
Fritz deed wat hem verzocht werd.
„Wy zyn een uur te vroeg", zeide
Sapt. Wij zullen bericht zenden dat
Uwe Majesteit is aangekomen, want
er zal nog niemand zyn om ons te
ontvangen. En ondertusschen
„En ondertusschen", viel ik hem
in de rede, „wil de koning gehangen
worden, als hy niet wat te ontbïten
krygt."
De oude Sapt lachte eens en stak
my de hand toe.
„Gy zijt op en top eenElphbergl
Toen zweeg hy even en zeide daarna,
Raadaoverzlcht.
Een veelzydige, diukke agenda bad
de Raad Dinsdagavond af te werken,
en het was te denken, dat niet alles
zou kunnen worden behandeld. Zoo
werd al dadelijk het voorstel tot
pensioueering der wethouders aange
houden tot een volgende vergadering.
Door de beeren Biersteker, Adriaanse
en Michels was dit voorstel ingediend,
ala logisehe consequentie van de
salarieering dezer ambtenaren. Vroe
ger werd het wethouderschap be--
schouwd als een min of meer eere
baantje, dat men waarnam, uitsluitend
om de betrekking zelve. Maar in den
loop der jaren is de functie uitge
breider geworden zooals de maat-
scbappy-zelve groeit, zoo groeiden
ook de werkzaamheden, noodig om
die maatschappy in gang te houden,
en meer en meer werd het wet
houderschap een betrekking, die den
vollen persoon vraagt. Was het
wonder, dat ook de betrekking om
betere salarieering vroeg? Dat de
tegemoetkoming van f 200.- eerst,
werd uitgebreid tot een salarieering
van f600.— straks, en dat de Raad
by de jongste begrooting het salaris
bracht op f 1000.—? Maar daaraan
zat de onvermijdelijke consequentie
vast van de pensioneering. En zoo
had de Raad die consequentie, zonder
meer, te aanvaarden. Het spreekt
vanzelf, dat het hier ging om do
betrekking en dat alle perscouiyke
sym- of antipathieën werden uitge
schakeld. En de Raad zag dit ook
wel in al kon h(j nog niet dadeiyk
tot een besluit komen.
Niet aldus de heer 0?er de Linden.
Wij hebben dezen heer, uit hoofde vau
de reverentie, die 0D3 geloerd is voor
oude menschen te hebben, - de heer
Over de Linden is dezer dagen 80 jaar
geworden altyd ontzien, al deed hy
meermalen dwaze en koppige dingen.
Maar hij maakte het nu toch wel
wat te gortig, en de manier, waarop
hy meende dit voorstel te moeten
bestryden, is niet zeer nobel. De heer
Over de Linden voelt zich zeer ge
wichtig in den Raad en zeer op zyn
ilaats. Zelfs na alles wat er tuarchen
iem en de raadsleden gebeurd is,
nadat hy tijdens zyn wethouderschap
geboycot werd als waarnemend voor
zitter, nadat hy als wethouder niet
werd herkozen, bleef hy waar hy was,
en maakte het zich voortaan tot
levenstaak de personen van de wet
houders te bestryden en tegen te
werken waar hij maar kon. Steeds
was de heer Over de Linden in de
oppositie, hij was reactionair als de
anderen vooruitstrevend waren, hy
was democratischer dan de meest
radicale van links als de anderen anders
deden. Men wist sinds dien nooit
wat men aan dien heer had. Werd
een voorstel van hem verworpen,
en meestal werd niet eens naar hem
geluisterd, dan kon men er zeker
van zijn, dat de heer Over de Linden
naar Gedeputeerde Staten, zelfs naar
de Koningin ging om „recht": men
zie de huidige agenda maar eens aan,
waar onder de ingekomen stukken
alweer een achryven is van dezen
heer Over de Linden, dat hy inzake
de demping van een stukje vau het
Heldersche Kanaal tot den Minister
van Oorlog richtte. De Raad besloot
indertyd het laatste gedeelte van het
Held. Kanaal te dempen in verband
met de kanaalplannen, maar de heer
Over de Linden wilde dat niet en
zoekt het nu hooger op. Zoo is bet
met alles: als de heer Over de Linden
iets in zijn hoofd heeft, dan biyft hy,
koppig, voor alle rédeneering, onvat-
.ar.
Ook nu weer; by de wethoudera-
insioneering richtte hy een nota
aan den Raad, waarin hij de raads
leden beschuldigt excusez du peu
van het smeden van complotten en
van nog een heeleboel ander fraais.
Het strekte den gryzen haren van
dezen nestor niet tot eere. Het
was beneden peil. Meer willen wy
er niet van zeggen.
De heer en van de kermispret kiygen
hun zin; de kormis is wedsr inge
haald. Evenals den vorigen keer was
er nu een raadahelft, die vóór de
ons kalm aanziende: „God geve,
dat wy vanavond nog in het leven
zyn."
„Amen", zei Fritz von Tarlenheim.
De trein stopte. Fritz en Sapt
stapten uit en hielden met ontbloot
hoofd de deur voor my open. Ik slikte
een prop in, die my in de kesl kwam,
zette myn helm vast op mijn hoofd,
en (ik schaam my niet het te erken
nen) stuurde een kort gebed tot God.
Toen stapte ik op het perron van het
Btation in Strelsau.
Oogenblikkeljjk daarna was alles in
rep en roer, met den hoed in de hand
kwamen en gingen mannen op en
neer. Men geleidde my naar het buffet.
Ondertusschen renden mannen met
de grootste haast naar de kazerne,
de kathedraal en naar de residentie
van den Hertog Michael. Juist toen
ik den laatsten droppel koffie naar
binnen slikte, beierden alle toren
klokken haar vreugdevolle tonen over
de stad. Het geluid van ee* marcheo-
rende troep soldaten en van Juichende
menschen bereikte myn oor.
Koning Rudolf de Yyfde was in
zijn goede stad Strelsau I En zij, die
buiten stonden, riepen:
„De koning, hoera 1"
De oude Sapt trok zyn mond tot
een lach. „God behoede hen beiden",
fluisterde hy. „Moed, kerel!" en ik
voelde ziin hand op mijn knië.
instandhouding van dit „feest"
stemde en evenals den vorigen keer-
staakten de stemmen. Ingevolge het
reglement van orde was daarmee
het voorstel-Adriaanse: om da kermis
af te schaffen, verworpen. Welk een
misselijk bedryf van ernatigo of
tenminste als ernstig poseerende
menschen. Wat praat men van soci
ale hervormingen, van bestryding van
prostitutie en drankmisbruik, de
heeren voorstemmers hebben er lak
aan. Wat praat men V3n nooden,
waaronder het volk zucht, van het
lage peil van ontwikkeling, waarop
het staat, do heeren lappen het
aan hun laars. Het volk was, drie
jaar lang, afgewend kermis te vieren
er waren geen ongelukken by gebeurd
en de aarde blééf draaien, al draait
zij dan op het oogenbiik wat raar.
Maar tien heeren uit den Helderschen
Raad roepen het publiek toeJelui
houden geen kermis meerDat zal
niet langer zoo blijven. Dat moet nu
maar eens uit zyn. Jelui moeten
maar naar de kermis. Graag ofDiet,
dat went wel. Net als met levertraan,
je went aan den smaak. Opvoeding,
veredeling,- onzin meneer I Laat ze
hossen, laat ze met een stuk ln den
kraag langs *s Heeren wegen zeilen,
dat is opvoedend, dat is gezond, dat
is veredelend. Of daar spaarduitjes
van een half of een heel jaar in één
week tyds langs allerlei wegen de
gemeente verlaten, wat gaat ona dat
aan? Zyn wjj er om over de spaar
duitjes van do bevolking te waken?
Laat naar je kyken I
- Wat is die „Heldersche Courant"
weer aan 't sputteren I zeggen de
heeren tegen elkaar. Xe hebben, na
hun weldoordachte besluit te hebben
genomen, soo'n echt voldaan gevoel
gehad en lappen de communis opinio
aan hun laars.
Woest is-Ie, zeggen ze tegen
mekaar en glunderende kermis komt
maar eens in 't jaar
Maar wy weten dat wij het gansche
weldenkende Heldersche publiek aan
onze zjjde hebben, dat ieder welden
kend men ach, die zich rekenschap
geeft van zyn roeping als mensch,
de houding verwerpt, die dit deel der
raadsleden aannam! Sn dat is óók
wat waard 1
Ook in het geval-Spruit hebben wy
de publieke opinie achter ons. Aan
hetgeen wy daarover publiceerden,
behoeven wy weinig toe te voegen.
Van alle zijden ontvingen wy sym
pathie bewijzen met deze publicatie,
die velen rechtstreeks uit het hart
gegrepen was. De heer Spruit wachtte
in den Raad de bui) niet af, maar
verdween toen zijn zaak aan de orde
kwam. In den regel kan men persoon
lijke kwesties beter zonder den be
trokkene bespreken dan in diens
tegenwoordigheidhier was het om
gekeerd. Juiit door bet weggaan van
den heer Spruit werd veel wat anders
gezegd zou zyn, verzwegen. Natuurlijk
werd unaniem zyn handelwijze afge
keurd, maar de wijze waarop dit
geschiedde, was nogal slap. Wy had
den minstens een motie van afkeuring
verwacht, maar er geschiedde niets
van dien aardde heer Biersteker
las een, nogal scherpgestelde veroor
deeling voor en was de eenige, die
eigenlijk afdoend) de handelwijze
laakte. Van de zjjde der s.d.a.p. w«s
het de heer de Zwart, die in een
uiterst slap betoogje wees op het
gevaar, dat een grondbezitter lid van
Raad was geworden. Hier ware,
ook voor de s.d.a.p., het plicht geweest
om eens scherp stelling tegen dezen
heer te nemen inplaats van er zich
met enkele slappe woorden af te
maken. Het feit, dat de heer Spruit
niet aanwezig was om zich ts ver
dedigen, legde hier geen gewicht in
de schaal daar deze opzettelijk) do
raadszaal verlaten had. Een brutaler
sterker sprekend afcukje is toch
wel zelden vertoond, en de raads
leden hebben de gelegenheid te veel
laten voorbijgaan om eens scherpe
afkeuring uit te spreken over de
houding van dezen man. Zij kocden
dat door de immuniteit van hun ambt,
vryer doen dan ieder ander.
Dat de beer Adriaanse tenslotte
trachtte van den heer Spruit te redden
wat er to redden viel (het was een
bedroefd beetje), is vergeeflijk; ten
slotte echter, na |alle discussies ge
hoord te hebben, moest ook deze heer
zich neerleggen by het voorstel van
B. en W.) om to gaan procedeeren.
Daarbij bleef het; slechts de heer
HOOFDSTUK V.
'Op Avontuur.
Met Fritz von Tarlenheim en kolo
nel Sapt vlak achter m(j stapte ik
Tan uit de restauratieaaal op het
perron. Het laatste wat ik deed was,
te voelen of myn revolver in myn
bereik was en of mijn sabel los in
de schee zat. Een groote groep
officieren en hoogwaardigheidsbekle
ders stonden my daar op te wachten
aan hun hoofd bevond zich een oude
man, in stramme militaire houding
en met een met ridderorden gedekte
borat. HU droeg het geel en roode
lint van de Roode Roos van Ruritania,
welke ook myn onwaardige borst
bedekte.
„Maarschalk Strakencz", fluisterde
Sapt, en toen wist ik, dat ik my
bevond in tegenwoordigheid van den
grootsten held der Ruritaansche
armee.
Achter den Maarschalk stond een
kleine, magere man, in wyden zwart
rooden mantel.
„De kanselier van het ryk", fluis
terde Sapt nog eens.
De Maarschalk begroette my met
eenige loyale woorden en ging daarna
door met eene verontschuldiging
nameDs den Hertog van Strelsau.
Het scheen, dat de hertog door een
plotselinge ongesteldheid verhinderd
was aan het station te komen, maar
hij verzocht verlof Zijne Majesteit in
de Kathedraal te mogen opwachten.
Ik drukte myne deelneming uit, nam
Biersteker was het, die hst scherpst
zyne afkeuring uitte; wil de heer
Spruit aldus do heer Biersteker
zyn eer redden, dan staat h6m daar
toe nog één weg open, n. 1. met den
Burgemeester to onderhandelen.
Overigens valt er voor ons over
dezo zaak niet veel meer to neggen.
Ook in ona pera-vrye Nederland zijn
aan de uiting van het woord zekere
grenzen gesteld, en zeer zeker zouden
de woorden, die ons op de lippen
wellen,, tot conflicten met den straf
rechter aanleiding kunnen geven.
Aan het slot der zitting had de
delinquent de brutaliteit om aanmer
kingen te maken omtrent eene ver-
moedeiyke afwyking in het bestek
van eene woningbouw-vereeniging.
Indien er iemand is, die het recht
heeft verbeurd deze aanmerking (go
grond of niet) te maken, dan is het
wel de heer Spruit. Het was dan ook
alleszins begrijpelijk dat de Voorzit
ter, ontstemd 07er zóóveel brutaliteit,
eenigszins korzelig zeide, dat de heer
Spruit dit dan maar schrifteiyk moest
doen.
Tenslotte is daar de Ambachts
school-geschiedenis, die een groot deel
van den avond in beslag nam.
De tegenwoordige school ia te klein
geworden en plannen voor een nieuwe
zyn reeds ontworpen. Na had het
bestuur van de Vereeuigjqg „Am
bachtsschool" de kwestie aldus opge
lost, dat bet aan de gemeente aan
bood het oude (tegenwoordige) gebouw
met de daarop rustende hypotheek
schuld over te nemen, terwijl de ge
meente dan gratis beschikbaar stelde
een terrein aan den Polderweg, waar
op de nieuwe Ambachtsschool zou
komen te staan, en tevens garant
bleef voor de geldleening. De gemeen
te bad dan tevens een grootere ruimte
voor Burger-Avondschool, en kan in
het gebouw van de Ambachtsschool
de Zeevaartschool onderbrengen.
Deze oplossing was, oppervlakkig
beschouwd, nog niet zoo verkeerd.
Maar de raad moest toch van de
plannen niet hebben, zonder eene
nadere onkosten berekening. Van alle
kanten werden bezwaren ontwikkeld
en werd gevraagd om eene becyfering.
De kosten zoo den voor de gemeente
betragen de jaariyksche (verhoogde)
subsidie -f- de kosten van den grond,
die gratis werd afgestaan en van
verbouw van de huidige Amb.-school,
er de vraag rees, of voor dat geld de
gemeente niet veel beter eene geheel
nieuwe Zeevaartschool kon zetten.
Wy kunnen de aarzeling van den
Raad om niet zoó maar toe te byten,
begrypen, maar wy zouden het jam
mer vinden ala het ambachts-onder-
wya in verdrukking kwam. Want de
Ambachtschool, al ls zy nu een par
ticuliere instelling, moet toch op ge
lyken voet behandeld worden als de
Zeevaartschoolzy moet de gemeente
even na aan het hart liggen. En als
de raad besloot alleen maar tot uit
breiding van beide inrichtingen over
te gaan, zoodat zoowel aan de school
-aan de Laan als aan die in 't Anker
park zou moeten worden bijgebouwd,
dan zou dat lapwerk biy ven en men
toch niet aan de eischen des tyds
voldoende inrichtingen krijgen. Wy
kunnen overigens de flnarcieele ge
volgen van het een niet vergelijken
met die van het ander, en moeten
ons onthouden van een meening in
deze.
Wegens het vergevorderd uur werd
de kwestie om de verstrekking van
goedkoope cokes met 1 Mei te doen
ophouden, alsook de interpellatie-
Michels over de distributie, aange
houden en zal daarvoor een nieuwe
vergadering worden uitgeschreven.
BINNENLAND.
Onzt schepen uit Engaland.
Uit Beriyn wordt geseindNaar
van bevoegde zyde wordt vernomen,
heeft de Duitsche regeering ln ant
woord op de verzoeken van de
neutrale staten, die nog schepen in
Eagelsche havens hebben liggen,
welke tot dusver wegens de afsluiting
van de zee door Duitachland niet
kondeu uitvaren, aan deze staten
aangeboden hun schepen den ln Mei
te laten uitloopen en hun voor dit
geval afgezien van het myn gevaar
tuegezegd, dat zy veilig het
afgesloten gebied kunnon passeeren,
wanneer zy bepaalde kenteekons
voeren en bepaalde wegen volgen.
Deze schepen zyn bestemd om levens
middelen voor de onzydigen aan te
voeren. Men moet afwachten of de
Engelacbe regeering, die bij de
afkondiging van het afgesloten gebied
door Duiischland, het uitvaren van
onzydige schepen binnen de verleende
termyn verhinderde, deze schepen
thans laat uitvaren.
Gelyk men weet, heeft de Engelache
regeering dit reeds geruimen tyd
geleden toegestaan.
Het departement van Bultenland-
sche Zaken deelt mede, dat een aantal
Nederlandsche echepen, met veevoe
der, kunstmeststoffen en graan ge
laden, die thans nog in Engelsche
havens liggen, op den eersten Mei
de thuisreis zullen aanvaarden onder
volledige waarborgen van de Duitsche
regeering voor een veilige vaart,
voor zoover betreft gevaar van de
zyde van duikbooten.
De schepen zullen de nationale vlag
moeten voeren, terwijl op romp en
brug constructies met vertikale roodo
en witte strepen van 8 M. breed
moeten worden aangebracht.
Biykens uit Engeland ontvangen
bericht zullen de schepen aldaar in
staat worden gesteld zich van do
genoemde kenteekenen te voorzien,
terwyi ook verder alle medewerking
wordt verleend om het vertrek der
schepen op den bepaalden datum
mogeiyk te maken.
Da „Thamls".
Tan het sedert 21 Deeember-1916
vermiste Nederlandsche s.s. „Thoraia"
is een koffer met papieren opgevisebt
door den stoomtrawler „Wilhelmina"
IJM.85. De koffer, die scheepspapieren
en passen van de bemanning bevatte,
is by de autoriteiten afgeleverd.
De „Themis" vertrok 21 December
met een lading steenkolen; van New-
Castle naar Amsterdam.
de excuses van den Maarschalk ge
nadig aan en ontving vervolgens de
huldiging van een groot aantal hof-
en andere dignitarissen. Niemand gaf
biyk van eenigen argwaan, en ik
voelde mijn hart minder gejaagd
slaanmyne kalmte keerde allengs
terug. Maar Fritz was nog zeer bleek,
en zyne hand beefde als een riet,
toen hy den Maarschalk begroette.
Eindelyk vormden wy een stoet en
namen onzen weg door de vestibule
van het station. Hier besteeg ik myn
paard, terwyi de Maarschalk myn
stygbeugel vasthield. De burgerlyke
autoriteiten stegen in hanna ry tuigen
en ik reed door de straten met den
Maarschalk aan myn reebter zyde en
Sapt (wien alB eersten aide-de camp
deze plaats toekwam) aan mijn linker
kant. De stad Strelsau bestaat uit
een oud en een nieuwer gedeelte.
Ruime moderne boulevards en pleinen
met prachtige woonhuizen omringen
de nauwe, bochtige en schilderachtige
Btraten van de oorspronkeiyke stad.
In het nieuwe gedeelte woont de
aristocratiein de oude stad bevinden
zich de magazynen ea winkels,
achter wier schitterende ruiten volk-
ryke doch dikwyls ellendige straten
en lanen waren, bewoond door 6en
armoedige, en helaas ook dikwyls
misdadige bevolking. Deze sociale en
locale verd8eling correspondeerde ook,
zooals ik van 8apt had gehoord, met
een andere verdeeling, welke voor my
van het grootste belang was. De
Nieuwe Stad was voor d6n Koning,
maar voor de Oude Blad was Michael
Ingezonden Mededeellng.
Helder.
Café-Restaurant.
Ttlafoon latere. 49.
Partijen speciale
condities.
Vergaderzalen disponibel.
Wl LHELMIN A-BI LLARD.
Gewone consumptieprijzen.
Dln°r« worden aan huis bezorgd.
Ingebonden mededeellng.
Houdt haar altijd in huis.
Men kan geen nuttiger geneesmid
del in huis hebben dan een verzach
tende, antiaeptisehe en heelonde zalf.
Foster's Zalf beantwoordt geheel
aan dit d«el. zy ia een vertrouwbare
zalf voor jeukende, bloedende en uit
wendige aambeien, eczeem, psoriasis,
dauwworm, puiaten, gordeluililag,
inaectenbeten, netelrooa enhuiókwa
len -by kinderen, en als regel is één
doos voldoende tot genezing.
Foster's Zalf heeft een verzachten
de, verkoelende werking en droogt
niet spoedig op. De ontsteking en
jauk, die by de meöste huidziekten
optreedt, moeten spoedig zwichten by
de eerBte aanwendingen.
Fwter's Zalf kan veilig gebruikt
wordos, zelfs by de meeat gevoelige
huid. Kloven in de handen, winter
hauden en voeten en buid?lekk«u
kunnen er geachikt mede behandold
worden.
Het is een wyze voorzorg om altyd
sen doos van deze zalf by de hand
te hebben geen huis diende zender
Foster's Zalf te zyn.
Foster's Zalf (let ep den juiste*
naam) Is te den Helder 7erkrtjgb. by
Alb. tan Klooster, Keizeratr. 98. Toe
zending geschiedt franco na ontv. v.
postwissel h f 1.76 p. doos. (84)
van Strelsau de man, haar hoop, haar
held en haar lieveling I
Zeer schitterend was het toonoel,
toen wy langs den Grooten Boulevard
gingen en de groote laan bereikten,
waar het Koninklijk Paleis stond.
Hier wan ik te midden mijner toe-
geneg h i-.gpis. Elk huis was
hier ,^un mei ruoa en bedekt
mer gcu en guirlandes. Laags
de me'i en baicons der huizen en
op de trottoirs stondeu onafzienbare
merechenryen, welke my harteiyk
toejuichten. Meisjes en vrouwen
klapten vroolyk opgewonden in hare
banden, een regon van rood© rozen
daalde langs my neer, een bloem
bleef hangen op de manen van mUn
paardik nam ze en stak ze in mijn
knoopsgat. De Maaraehalk glimlachte
voor zich heen. Ik had hem af en
toe eens t6r zyde aangezien, maar
zijn geUat liet niet blijken of zyno
sympathieën voor dan wel tegen my
waren.
„De roode roos voor deElphbergs,
Maarschalk", zeide ik vroolyk en by
knikte.
Ik schryf hier „vroolyk" en dit
moet een vreemd woord ïyken. Maar
het is waar, dat ik droDken was van
opgewondenheid. Op dat oogenbiik
geloofde Ik,dat ik in alle werkelijkheid
koning was; en met een lach van
triomfeerende heeriykheid zag ik
weer op naar de met schoone
I vrouwen gevulde balcansen toen
schrok ik.
(Wordt vervolgd.)