HEL0E1SCIL CIUUII DE OORLOG. VAN ZATERDAG S MEI 1917. Van het Westelijk front. Berlljrj, 4 Mei. Aan bot front van Atrecht ïb tusschen Achevillo en Quéant over 30 KM. breedte een nieuwe poging tot doorbraak van 16 tot 17 "Engelsche divisies na oen uiterst krachtige artillerie voorberei ding mislukt. Van hot aanbreken van deü dag tot diep in den nacht liepen de tel kens herhaalde aanvallen der Engel- echen voor onze linies in onze tegen aanvallen dood. Alleen in Fresnoy is de vjjand binnengedrongen. Bij Bullecourt blevon kleine ge deelten van onze voorste loopgraven in zyn handen. Vanochtend vroeg word het ge vecht hervat. Behalve zware bloed'ge verliezen, verloor de vijand ruim 1000 gevangenen. Ten N. van de linie Soissons— Rei nis is de artillerieslag in vollen gang. Tot bijzondere hevigheid werd hij opgevoerd tusschen de Aisne en Brimont. Door onze batterijen werden hier volle vijandelijke loopgraven onder vernietigingsvuur genomen. iaën werd opnieuw door deFran- schen beschoten. Bij en ten W. van Braye, alsmede aan den Winterberg (ten W. van Craonne) liepen verscheidene aanval len der Fransch9n dood, waarbij de vijand zware verliezen leed. Parijs, 4 Mei. In Champagne heb ben wij opnieuw vorderingen ge maakt in de bosschen ten westen van den Mont Cornillet en een vyan delijken aanval afgeslagen. Londen, 4 Mei. Het dorp Fresnoy en de stellingen, benoorden en be zuiden daarvan, waren gisteren het doelwit van ettelijke tegenaanvallen des vfjands. Alle stellingen bleven in onze handen. In de buurt van Bullecourt was de strijd verwoed. Beoosten het dorp heeft de vijand gisteravond te vergeefs een geduchten tegenaanval gedaan op het vak der Hind'-nburglinie, dat wij gisterochtend hadden genomen. Bij Ché isy eu aan weerskanten van den weg van Atrecht naar Ka- merijk isgentred^n. Hier we» den onze troepen gedwongen, de vooiuitgescho ven stelling prijs te geven. Wij vorderden verder ten N.W. van St Quentin en ten N.O. van Har- gicourt. Meer dan 800 Duitsehers, onder wie 28 officieren, zijn gisteren gevan gen genomen. Vandaag hebben wy onze stelling in den B?ctor der Hindcnburglinie, dien we gisteren bemachtigden, ver sterkt. Wij vorderden oostwaarts langs de vijandelijke schansen. Berlijn, 4 Mei. Aan het front Atrecht zijn aan weerszijden van Bullecourt aanvallen der Bngelschen, aan het Alsnefront tusschen Berry au Bac en Brimont sterke aanvallen der Franschen afgeslagen. Londen, 4 Mei. De Times verneemt uit het Engelsche hoofdkwartier in Frankrijk: Het grootste aantal ge vangenen, dat nog gemeld is, werd genomen in het dorp Fresnoy, dat zeer aterk verdedigd werd door ma chine geweren en'draadversperringen. Terwijl de troepen die het dorp in het front aanvielen, daar tijdelijk werden opgehouden, vochten de ande ren rechts en links voort en na een scherp gevecht te midden van de puinhoopen, gaven 200 man en 8 officieren zich over. Bat sucees heeft op dat. punt de vermaarde linie Oppy Méricourt gebroken, welke hier dub bel is. Be „Daily Mail" verneemt, dat in het bosch van Oppy elks boom in een fort veranderd was en het zeker is, dat nog nooit op zulk een schaal machinegeweren in boomen zijn ge bruikt. Toen onzs granaat-kartetsen tusschen de takken door suisden, ver borgen de mannon, die de machine geweren bedienden zich achter de boomen op ladders, die loodrecht aan de stammen gespijkerd waren. Wij namen de Hindenburg linie aan weers kanten van Bullecourt, maar de ver- woedste strijd duurt in Bullscourt zelf voort. Onze troepen rukten op tot den versten rand van het dorp on vatten daar zoo stevig voet, dst de Duitsehers een tegenaanval voor bereidden. Tezelfdertijd nestelde zich een afdeeling Duitsehers in het dorp, en beide partijen trachten toea elkaar to verdrijven, zoodat toen de wonder lijke toestand ontstond van vier elkaar bevechtende linies. Eerst had men onze troepen, die zichzelf in staat van verdediging brachten in de Hindenburg-Unie, daarna de Duitsehers in het dichtatby gelegen gedeelte van het dorp en vervolgens onze troepen aan den versten kant van het dorp. Tsn vierde heeft men ep dit oogenblik oen sterken tegenaanval op deze vooruitgeschoven groep. Dit kluwen wordt in een verwoed handgemeen ontward. Een Engelsche torpedojager gezonken. Londen, 4 Mei. De admiraliteit maakt bekend, dat een torpedojager van oud model Woensdag in het Kanaal op een mijn is geloopen en gezonken. Een officier en 61 man schappen worden vermist. De duikboot- en mljnoorlog. Londen, 4 Mei. Er zijn drie-en-der- tig geredden van het Amerikaansche stoomschip „Rockingbam" in Ierland aan land gebracht. Een boot met 14 man wordt vermist, De .Rocking- ham" is Dinsdag getorpedeerd. De Conferentie te Stockholm. „Het Volk" verneemt uit Stockholm, van de Nederlandsche delegatie by het Internationale Socialistische Bureau: De voorbereidende conferentie met de afzonderiyke partijen der Inter nationale begint op 16 Mei. De al gemeens conferentie zal niet vóór lp Juni plaats vinden ErzynSkan- dinavische partfigenooien aan het comité toegevoegd. Oe revolutie In Ruilend. Soldaten eleohen het entalai rtn Hlljeekef. Petrograd, 8 Mei. Te vier nur heden middag schoolden voor het paleis, waai in de voorloopige- regeering zetelt, af.leelingen soldaten aameD, die roode vlaggen meevoerden en het ontslag van Miljookof elschten. PLAATSELIJK NIEUWS. P. J. Oud In „Casino". Voor de Vryzinnlge Kiesvereeni- ging trad gisterenavond in .Casino" de candidaaii der vrijziuuigen, de heer P. J. Oud op, voor een veile zaal. De voorzitter der Kie3vereeniging, de heer D. H. Qiüowald, heette de aanwezigen welkom en herdacht m6t waardeerende woorden de werkzaam heden van den thans afgetreden af gevaardigde, den heer Mr. de Meester, die steeds met ijver de belangen van het district heeft behartigd. Ofschoon het wenschelijk ware geweest, dat de heer de Meester wat meer dit district had bezocht, was zijn hooge leeftyd een excuus daarvoor. Oor- sprenbeiyk hadden de vrijzinnigen gehoopt geen strijd te behoeven te voeren, maar nu het er eenmaal voor staat, gaan zij met moed den strijd aan. De heer Oud begon zijn rede met de opmerking, dat het in deze dagen moeiiyk is een verkieziDgsrede te houden wegens de veelheid der stof, die overweldigt. Men zou wel ver scheidene avonden achter elkander kunnen spreken vóór men uitge sproken was. Spr. wenschte uiteen te zetten het eigen beginsel en de houding tegenover de groote prak tische vragen van binnen-, en buiten- landscho politiek. Hü kon te ge makkelijker eene keuze doen, daar hij nog een tweeden avond zal op treden en wel aan den vooravond der verkiezing op 14 Mei. Voor hedenavsnd heeft spr. zijne rede in twee gedeelten gesplitst: le. de houding der vxyzinnigen ten opzichte der grondwetsherziening, terwijl hij het tweede gedoslto wyden aau de bestryding van zyne candidatuur tsn opzichte van de houding der vryzinnigen tegenover den oorlog. De 4rondmteher»iening zal wel door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomenzy moet echter het volgend jaar nogmaals behandeld worden en den Helder heeft er recht op te weten hoe spr. over dit vraag stuk denkt. Be belangryke wyzigingen zyn het artikel van het kiesrecht en dat van het onderwys. Het kiesrecht- art. geeft algemeen kiesrecht voor mannen en neemt de belemmeringen weg van dat voor vrouwen. Natuurlijk moet dan nog getracht worden het vrouwenkiesrecht in te voeres, maar de omslachtige bewerking van de grondwetsherziening is dan al achter den mg. Behalve dit is er nog een voordeel verbonden aan de grondwetsherzie ning, en wel omdat hierdoor alle geestelijke stroomingen, die in het volk zijn, zich kunnen uiten en de volksvertegenwoordiging dan een af spiegeling kan zyn van den volks geest. Zonder het vrouwenkiesrecht evenwel zou de grondwetsherziening niet dat groote belang hebben, vooral, daar de wetgever de eventueele uit voering ervan niet heeft willen binden aan den maatschappeiyken welstand. Wy kunnen dus onze volle instemming aan de voorgestelde wyziging geven. Op het concentratieprogr&m stonden deze belangryke punten aangegeven. Niemand zal wel iets tegen deze regeling hebben, daarom is het niet noodig er zooveel aandacht aan te wyden. Anders staat het met het onderwijs vraagstuk. Br is twyfel gerezen of hier door links wel zuiver spsl werd gespeeld. Men heeft ons verweten: gy verkoopt de openbare school aan de reebtorzyde voor het algemeen kiesrecht. Als dat waar was, zou het politiek zijn van het allerslechtst allooi en zou men gelijk hebben daar niets mee temaken te willen hebben. Het is echter geen ruilpolitiek, maar de wyziging van het onderwys- artikel is een belang voor het ganaehe volk. Het is een belang voor de democratie als op de wijze van de bevredigingscommissie een eind werd gemaakt aan den schoolstryd. Waarom bemoeit de staat zich met het volksonderwijs? Omdat zy'n wel vaart afhankelijk is van goed onder wys. Vooral in deze dagen klemt dat voor het lager onderwys, waarvan het volkskind genieten moet. Geluk kig, dat in de eeuw, die achter ons ligt, de staat tot de conclusie is ge komen, dat het onderwijs zoo goed mogelijk moat zijn. Be schoolstryd heeft ons geleerd, dat maar al te veel afbreuk werd gedaan aan goed onderwys. Vroeger stonden we aan de spits der volken, in den laatsten tyd is er op dit gebied byna niets van beteekenis gedaan. Laat ons niet vragen aan wie d« schuld Is. Zeker wel aan beide kanteD. Laat ons vragen: hoe kunnen wij dien strijd wegkrijgen? Hoe moeten we als vryzinnlge staan tegenover de openbare school en hoe tegenover de bizondere? In 1918 schreven wy in ons pro gram ma dat de positie der openbare school onverzwakt dient te worden gehandhaafd. Heemskerk maakte eene regeling waarby de byxondere school regel, de openbare aanvulling was. Wy namen daartegen stelling met de leusonverzwakte handhaving der openbare school. Hebben de vryzinnigen, door mee te gaan met de huidige grondwets herziening, hun plicht verzaakt? vraagt spr. en zyn antwoord is neen, dat deden zij niet. De openbare school moet de school zyn die goed is voor alle lagen des volks; het onderwijs is er neutraal, d.w.z. niet dogmatisch of aan politieke leuzen gebonden. Ba 80c. dem. (Gerhard) beweren, dat de openbare school tenslotte het stempel krygt der overheid, zoodat dus, als de overheid eenige bepaalde richting is toegedaan, de 0. s. tenslotte ook die richting krygt, maar wy zijn van eene andere meening. En onze taak is hen te doordringen van de wenscheiykheid eener saamhoorig- heid ten opzichte van het open baar onderwijs. Verder echter mogen we niet gaan; zoolang er nog duizen den zyn die de openbare schcol voelen als een aanslag op hun vrijheid, mogen we niet zeggen gij moet haar toch aanvaarden. De zoogenaamde ver plichte neutrale staatsschcol zou onvryzinnig zijn. Do vroogere liberalen hebben 't felst gestreden voor vryheid van onderwijs, teneinde bizondere scholen te kunnen oprichten. Vóór 1848 kon dat alleen geschieden met verlof van de over- leid; Töorbecko was het die dat iD zijn grondwet veranderde. Het was een stap vooruit, die ijheid tan onderwijs, maar het was niet voldoende. Men was oor- spronkeiyk verheugd, dat de band gelost was, maar de vraag of de staat voldoende deed voor de openbare school had zich nog niot voorgedaan. Vroeger was te haren opzichte ge zondigd, o.a. door Kappeyne, die zeide da minderheden moeten maar mee gaan, maar dat standpunt was on vryzinnig. Spr. wyst op het standpunt V3n dr. Bos en Ketelaar, die voor jaren reeds het standpunt verdedigden, dat de staat het byzonder onderwys moest steunen. Het is'zijn plicht, dat het onderwijs zoo goed mogelijk zij en wij mogen ons niet blind staren op het openbaar onderwijs. En wil het bijzonder onderwijs goed zijn, dan kost het veel geld en dat zou alleen kunnen gegeven worden als de men- schen van de byzondere school rijk waren. Het is dus een eisch van demo cratie ook goed bizonder onderwys te geven, maar dan moeten we waarborgen hebben, dat dat onderwijs zoo goed mogelijk is. Dit is voor de voorstanders van bizonder onderwijs ook een eisch van recht. Vroeger dwong men hen om by te dragen aan het openbaar onderwys; zy moes ten dus dubbel betalen, eerst voor de openbare Rchool en dan nog voor hun eigen. Dit kon den toets der billijkheid niet doorstaan en zoo kwam men tot het zoeken naar een bevre diging die een eind aan den school strijd zou maken. Aan het groote beleid van MiD, Cort van der Linden ia het te dan ken, dat hy het grondwet artikel zóó heeft weten te redigeeren, dat het dien eiBch inhield. Spr. gaat de geschiedenis hiervan na. Toen het ministerie Cort van der Linden in 1918 optrad, trachtte het de hoofdzaken van het concen tratie program uit te voeren. Maar daarvoor moesten de linksche en rechtacbe partyen bijeenkomen. Er vormde zich een staatscommissie waarin twee leden van elke politieke party zitting hadden. Dr. Bos was de leider van die 14 heeren, aan wio hot tenslotte gelukt ia, eene formule te vinden die allen voldeed. Natuur lijk vindt men ln de grondwet slechts de algemeene lijnen, en moeten die in de onderwyswettsn uitgewerkt worden. Cort van der Linden droeg aan de heeren op eene regeling te vinden, en, kon dat niet zönder eene wyziging van art. 192, dan kregen ze vryheid een nieuw artikel te ont werpen. Zoo is hot gegaanmaar de moeie ïykheid zat juist in dat grondwet artikel. De onderwijs wetten waren goed geregeld, doch meu vreesde juist door de verandering in het grondwet-artikel de mogeiykheid te schapen, dat een andere vorm dan de goede aan die wetten zou kunnen worden gegeven, dat er n.l. geen waarborg zou gegeven worden, dat het bizonder onderwys goed was. Op het oogenblik schrijft de grondwet voor, dat in elke plaats openbaar onder wijs worde gegeven; toch zyn er thans reeds een 25 tal gemeenten die geen openbare school meer hebben. Men wilde de regeling toen zóó, dat in gemeenten, waar geen open bare school noodig was, de gemeente kas zou bekostigen de reis- en verbiyf- kosten voor hen, die daardoor ge dwongen waren ln een andere plaats openbaar onderwys te gaan halen voor hun kindoren. Daarom werd in het grondwetsartikel het woord „onderwijs geven" veranderd in „onderwys ontvangen". Terecht vreesden velen, dat dit «en« premie zou worden op het opdoeken der openbare school; dat vele ge meenten liever de openbare school op zouden heffen en dan de reiskosten dragen voor de leerlingen ervan. Ook hiervoor gelukte het min. Cort v. d. Linden eene bevredigende regeling te maken. Yoorop bltjft staan, dat in elke gemeente eene openbare aehool moet zyn, alleen indien er onvoldoende leerlingen voor mochten zijn mag die worden opgeheven op bevel van de gemeente, en moet de gemeente gelegenheid geven openbaar onderwys te geven. Het hoe wordt in de onderwijswetten nader uitge werkt. Bs heer Be Muralt gaf deze oplossing, dat er dan voor die leer lingen een openbaar onderwyzer zy, die desnoods huis-onderwys geeft. Zóó opgevat, heeft men de zeker heid, dat het openbaar onderwys hechter zal zyn. Een moeiiyk punt was de waarborg voor het bizonder onderwys. Men moest doorzeilen tusschon twee din gen de vryheid van richting mocht niet in gedrang komen, en toch moest het onderwys goed zyn. Men kon zich tenslotte vereenigen met de waarborgen der Bsvredigings-Com missie. Maar hoe dat in de Grondwet vast te leggen? Ook hiervoor wees min. Cort v. d. Linden de weg: hy stelde eischen van deugdelijkheid, aan openbaar en bizonder onderwys, dio verschillend kunnen zyn, maar beide goed moeten wezen. De toekomst zal leeren wat men bereiken zal in de uitwerking der onderwijswetten. Van zelf komt daarby de kwestie van de positie van het onderwyzend personeel. Vóór alles moet men zich met hart en daaraan wyden, opdat de beBten van ona volk zich daaraan kunnen Men heeft wel e6ns gezegd: wat begint men nu in Den Haag? Nu Europa in vlam staat over zulke zaken te spreken Een der Kamerleden heeft, in grove termen de anderen ver weten dat ze zoo weinig doen. Spr. voelt wel de moeiiyke positie van ons volk, hoe het thans onder den druk leeft van den oorlog. Maar we moeten klaar staan als straks de vredeszon weer schynt. Dan gaat de groote economische stryd weer beginnen, de oorlogvoerenden zullen trachten het verlorene in te halen, en wij moeten Bterk staan, de volkskracht opvoeren. Dan moet de hand aan den ploeg worden geslagen en wy moeten dan niet meer behoeven te naar onderwys-bevredlging, die moet er al zijn. In het tweede deel zijner rede behandelde spr. onze houding tegen over den wereldoorlog. Spr. doet dit om tweeerlei redenen: lo. omdat men recht heeft te weten hóe de candidaat tegenover dit vraagstuk staat, en 2o. omdat men van socia listische zyde zijn candidatuur be- strydt op een wyze als wilde men daaruit oorlogswinst voor het socia lisme halen. In 1913 werd door de sociaal democraten gespeeld met de belangen van ons volk. Op den vóóravond der verkiezingen komt spr. weer hier en zal dit punt nader uitwerken. De sociaal democraten voelen, dat hun theorie wankelt, dat van alles wat gezegd hebben niets is overge bleven. Ze voelen den grond onder de voeten wegzinkeö, en nu ze niets meer hebben komen ze met oorlog en zeggen: een stem voor Thomassen is een stem voor den vrede, een stem voor Oud is er een voor den oorlog, zy stempelen daar mee spr. tot een imperialistisch drij ver en doen het voorkomen alsof het van u afhangt of er de volgende week oorlog of vrede zal zyn. De heer Duya hield een donderende rede, dio een aanklacht bevatte tegen de maatschappij. Als de soc.dem. er waren geweest was er nu geen oorlog. Eon jaar of 8, 4 geleden debatteerde spr. hier met Kleerekoper. Toen dreigde een Balkan conflict en de soc.-dem. vertelden van moties, die allerwege waren gesteld en die den oorlog zouden hebben belet. Nu zeggen ze: wy wisten allang, dat deze oorlog komen zou. Dat ia te zeggen, Duys zegt het, maar Kautsky, een der voormannen van de Duitsche aoc- dern. is het niet met hem eens, dat er imperialistische motieven by dezen oorlog betrokken zouden zyn. Zou het waar zyn, dat de oorlog afhangt van de doorvoering van het socialistische beginsel, dan moeten wy ook voor dat beginsel yveren. De sociaaldemocraten zeggen dat de oorlog ontstaat tengevolge van de botsing van kapitalistische belangen. Laten we eens veronderstellen dat de kapitalistische maatscbappy er was, dat dus aUe productiemiddelen in handea waren van d6n staat, dan zouden er als er nieuwe afzetgebieden gezocht moesten worden, geen con flicten ontstaan tusschen concur- reerende personen, maar tusschen staten, hetgeen natuurlijk veel meer gevaar opleverde voor oorlog. Over de houding van de soc.-dem. In 1914 zal spr. hen geen verwyt maken; maar zy hebben volstrekt niet het monopolie van vredelievend heid. Wy willen evenmin oorlog. Vóór 1914 hebben do scc. dem. altyd geroepenOnze Socialistische inter nationale zal biyven bestaan. En wat is er gebleven? Niets, de internatio nale is in scherven gevallen zooals een glas, dat men van de derde verdieping gooit. Iu Stockholm worden thans pogingen gedaan haar weer te lijmen, de Fransche socialisten weigeren er te komen, beschuldigen Troelstra zelfs van Duitschgezind. Dat zyn de nuchtere feiten. En wat zou er gebeurd zyn als wy geluisterd hadden naar de soc.-dem. Ons stand punt is te zorgen, dat we zelfstandig biyven en onze regeering heefc tot taak te zorgen, dat wy buiten het conflict blijven. Men denke zich eens in als de taktiek der soc.-dem. ingang gevonden had: geen man en geen cent. Wat dan Dan hadden wo geen mobilisatie gehad, we hadden ons niet gevechtsklaar kunnen maken, waren misschien het slagveld ge worden van Europa. Nu hebben we, zooal niet de liefde, dan toch de achting van de andere mogendheden, zooals de heer Cort v. d. Linden zeide. De soc. dem. stemmen tegen elke oorlogsbegrooting, maar vóór demo- bilisatie-credieten. Toen eenmaal de oorlog er was, stemden ze vóór de mobilisatie-credieten. Troelstra heeft in den aanvang van het conflict gezegd als één regeering onschuldig is aan den oorlog is het wel de onzehy wees op den plicht dor soc.dem. om de regeering te steunen en betoogde, dat de nationale gedachte boven de internationale ge schillen uitging. Zij riepen de arbeiders steeds toe: gy zyt bezitloos, maar voelden toch dat men aan het vader land gehecht was. Ook wy hier voelden,; dat we zouden moeten vechten als het er toe kwam, niet voor de brandkast, maar voor het vrye Nederland. Is het feit, dat we gespaard bleven, thans te duur ge kocht met de millioenen die we vóór den oorlog hadden uitgegeven vraagt spr. Spr. vergeleek den toestand by een brand. Een gemeente, die zorgt, dat haar bluschmateriaal in orde is, kan op tyd een brand blusschen. De soc. dem. wilden echter een brandspuit aanschaffen als half Helder in vuur en vlam staat I Er rust een dure plicht op ons. Het feit, dat we gelukkig gespaard zyn gebleven hebben wy te danken aan de paraatheid van leger en vloot. Bat mag niet worden vergeten den oorlog zullen we dit waardeeren. Zij, die in hun zaken door de mobilisatie zooveel schade hebben geleden, en ook de beroeps militairen, moeten worden gesteund en hun poBitie gewaarborgd. Laten we ons niet in slaap laten sussen. Wy moeten gereed zyn voor wat ons na den oorlog boven het hoofd hangt. Ook moeten we denken aan onze groote Indischo bevelking, die we niet willen uitbuiten. We moeten denken aan de door den heer Van Deventer iügeluide pelitiek, die de vryheid en onafhankeiykheid van den inlander zoodanig maakt, dat hy niet meer los van ons wil. Dan mogen we hem ook opreepen voor do hand having van ons volksbestaan. Op bet congres der s.d.a.p. Is ge zegd, als wy in Indiö de neutraliteit niet kunnen handhaven, kunnen wij dat in Nederland ook niet. DÉtór moet dus ook de democratische ontwikke ling doorwerken. Do ondervinding heeft geleerd, dat wie dit aanhangt, beter voor de belangen van ons land zorgt dan zy die zeggen geen man en geen cent. Wy moeten straks open politiek ►eren. Wy moeten stryden voor wat er in den boezem van het volk leeft. Dat volk bestaat niet uit twee. enkele klassen zooals de soc. dem. zeggen, maar heeft ryker schakeering. Er is groote verscheidenheid van rykdom en armoede. Ook van andere groepen moeten de belangen worden behandeld, opdat zij tot welvaart komen. Is de maatschappelijke toe stand wel zoo, dat thans allo klassen tot ontwikkeling kunnen komen? Een jongon met een goed hoofd moet zich kunnen opwerken tot hoogere betrekkingen dan de gewone. Men moet beseffen, dat het een daad van onverstand is voor het gansche volk als men dat onmogelyk maakt. Er moet niet worden aangestuurd op dooding van het partioulier initia tief. Dat wordt de doodende unifor miteit van het socialisme. Nu eens moet het particulier initiatief gesteund, dan weder de gemeenschap. Ver schillende bedryven kunnen beter in handen van den staat geöxploitëerd worden, zoo ook spoorwegon. Voor positie-verbetering van het personeel is dit de eenige wegen het is een vryziunig ideaal te zeggen, dat wij wenschen, dat deze menschen zich zonder zorg aan hun werk kunnen geven. Wij moeten zorgen voor krach tige aoeiale wetgeving, opdat zorg, ellende, broodgebrek verdwynen. Wy willen niet alleen de positie van den arbeider verbeteren, ook die van den kleinen winkelier eto., wy willen werken voor alle klassen van ons land. Wanneer dit district my wil af vaardigen, zal het my een groote eer zijn de voetsporen te mogen drukken van zoo'n eminent voorganger als de heer De Meester. Men heeft gezegd dat ik zoo jong was. Dat is waar, maar ik hoop, dat bet my gelukken moge één van geest te worden met uw district. Voor debat meldde zich niemand aan, waarna de heer Giüowald met een woord van dank aan den spr. opwekte om op den heer Oud te stemmen. Specialiteiten In „Casino". Zondag brrengt de impreasario Jao. Smits van Haarlem weer een uit stekend programma in „Casino' Pruis, de nieuwe ster op gebied der humoristen, welke reeds eenmaal in dit seizoen hier optrad, is tegenwoor dig „de" humorist en was met groot succes werkzaam in „Scala" don Haag, „Flora" en „Carré" Amsterdam. Als attractie zyn de 2 Halley's ge ëngageerd, die een buitengewoon ge waagd en tevens lachwekkend num mer maken op de drie voudiga rek. Verder treden op de kracht acro baat en equilibrist Hariy Livermore, de elegante soubrette Nora Bwaab (My Pretty Miss), en de komische draadkunstenaar„Zotte Henkie". Het is ditmaal een zeer varieerend specialiteiten programma. Mllltalre-Gehoelhouders Club. Vrydag 2T April '17 werd hier ter plaatse opgericht een Militairs-Geheel onthouders Club, die zich ten doel stelt het drankgebruik onder de mili tairen met alle wettige geoorloofde middelen te bostrijden. De club als zoodanig heeft een godsdienstige of staatkundige richting, en ieder mili tair kan zich dus by deze vereeniging aansluiten. Voorzitter is de heer P. v. Malssen, res.-lHit. 8—21 L.W.I., Secretaris de heer J. Valkenier, sergeant 4-21 L.W.I. Heldsrschi Bank. Op de jaariyksche algemeene ver gadering van de Heldersche Bank, gehouden 2 Moi 11. werd de balans en winst- en verliesrekening op 81 December 1916, overeenkomstig prae- advies van commissarissen door aan deelhouders goedgekeurd. HetJ dividend werd vastgesteld op 6 V«% (™rig Jaar 5 V» %)- Aan de reserve werd, behalve het statuaire bedrag, nog een extra bedrag toege voegd, waardoor zy thans f 8600.— bedraagt. Be commissarissen W. J. van Neck en G. de Ven, die aan de beurt van aftreden waren, werden als zoodanig herkozen. - Wy lezen in „Hollands Noorden" „Naar aanleiding van een redactio neel stukje in de Heldersche Courant (Vliegend Blaadje I) van 28 April 1.1., getiteld aKermispretdeelen wy mede, dat de ruimte in onze kolom men ons momenteel te kostbaar ia, om daarop thans in te gaan. Na afloop der verkiezings-actie komen wy hierop nader terug en zullen den schryver van antwoord dienen." Red. „Hollands Noorden". Et nous faisons sentinellel Red. H. Crt. EngelandVllsilngen. Da „Zeeland" van de Maatschappy _,ZeelaDd" is gisterochtend met 101 passagiers uit Engeland te Vlissingen aangekomen. Opgebracht en gestrand. Mén meldt van Vlieland Een Ned. stoomtrawler, merken onbekend, is door een Duïtschen onderzeeör aangehouden en met de prysbemacning aan boord op den Noordsvaarder gestrand. Nader meldt men dat de atoomtraw ler is vlotgekomen en met de torpedoboot het Noordoostgat is bin nengebracht. Het is de „Einma", een der beide Nederlandscho stoomtrawlers, die door de Duitsehers naar Emdeo werden opgebracht. In den grond gevaren. Gistermorgen werd schipper De Vries, met nog twee opvarenden, zynde de bemanning van het visschers- vaartuig „Urk 47", door een Urker vischbotter te IJmuiden geland. Het nog nieuwe visschersscheepje was Donderdag van IJmuiden uitge varen om de visschery onder de kust uit te oefenen. Donderdag tegen don avond was men tusschon de Haaks en Texel, toen het vaartuig door het Nederlandsche stoomschip „Zyldyk" van de Holland-Amerika-iyn, dat op weg was van Rotterdam naar N.ew- York, overstoomd en Ietteriyk door midden gevaren werd, waardoor het spoedig in de diepte verdween. De visscherlieden werden door een in middels van het stoomschip „Zyldyk' uitgezette scheepsboot gered en aan boord overgebracht. Eenige oogen- blikken later praaide de gezagvoerder een voorbyvarenden botter en ver zocht den schipper de menschen mede te nemen, waaraan werd voldaan. Schipper De Vries van de „Urk 47", welk scheepje onverzekerd voer, zal de schade vergoed krygen, daar hem door den gezagvoerder van de „Zyi dyk" een schry ven werd overhandigd, waarin deze aan zyn reedery kennis gaf van het gebeurde. Inschrijving voor don landstorm. De Minister van Oorlog heeft gister middag in de Tweede Kamer mee gedeeld, dat de inschrijving van de landstormmannen tusschen de-80 en 40 jaar alleen de bedoeling heeft, dat, als Nederland in een oorlog mocht worden betrokken, deze mannen on- middeliyk te velde zullen kunnen komen. Verder deelde de Minister nog mede, dat de onbereden lichting 1911 en bereden wapens van de lichting 1909, behalve de onder-officieren, spoedig naar huis gaan. De Jaarklane 1808 en de rallltielichtlng 1918. In de Tweede Kamer heeft de heer Marchant gisterenmorgen een motie voorgesteld, waarin de minister van Oorlog werd uitgenoodigd om eerst de militielichting 1918 onder de wape nen te roepen en pas daarna de land- stormlichting 1908. Minister Bosboom verklaarde, dat hy deze motie onmogelyk zou kunnen uitvoeren, omdat hy. eerst den land storm 1908 en daarna de militie 1918 wil oproepen. Werd de motie aangenomen, dau zou bij dit beschouwen als een votum van wantrouwen in zyn beleid. Deze verklaring werd na eonig debat en speciaal op aandringen van dr. Nolens, door den minister terug genomen, maar hij zeide nu, dat hy by aanneming der motie, zich vol komen vryheid van handelen voor behield. De motie-Marchant werd daarop door de Kamer met 89 tegen 21 stemmen aangenomen. Men zal nu dienen af te wachten wat de minister zal doen. Hy heeft beslist verklaard, de motie niet te kunnen uitvoeren. Weteoatwerp Limburg. De Tweede Kamer heeft gister middag met 49 tegen 17 stemmen aangenomen het wetsontwerp Lim burg c.s. tot wyziging der Hooger Onderwyswet. Petroleum en benzine. Vrydag ia het tankschip American, van de American Company, uit Amerika te Rotterdam aangekomen met een lading, welke voor het groot ste gedeelte be3taat uit petroleum en voor een klein gedeelte uit ben zine. De toe wyzinga-commissies voor pe troleum en benzine verzoeken er de aandacht op to vestigen,Jdat deze be- trekkeiyk geringe vermeerdering van voorraad nauweiyks aanleiding kan geven tot het toekennen van grootere rantsoenen aan hen, die tot nog toe voor toewyzing in aanmerking kwa men, zoodat het dus overbodig is te achten, hernieuwde aanvragen by de betrokken toewyzings-commissies in te dienen. Bosch- en hsldebrand. Onder Tilburg heeft Woensdag avond wederom een felle bosebbrand gewoed. Veel hectaren, waarbij een kostbaar dennenbosch van de ge meente Tilburg, gingen snel in het voortwoekerende vuur op. Oorzaak onbekend. BINNENLAND. Onzs sohaepvaart. Het stoomschip „Beukelsdyk" is gistermiddag met 8700 ton tarwe en 276 ton meel voor de regeering van New-York te Rotterdam aangekomen. Het stoomschip „Magdalena", met een lading tarwe van 2967 ton, van Baltimore naar Rotterdam, is te Hali- fax aangekomen. Volgens te IJmuiden entvangen berichten is de stoomtreiler „Hiber- nia" van de maatschappy Shamrock naar een Duitsche haven opgebraeht. ontsnappen, doch myn opzichter werd gevangen geDomen en zonder meer. opgehangen. Na de plantage geplunderd te hebben, gingen de gebouwen, huizon der arbeiders, enz., in vlamraon op. Om het vernielingswerk nog meer te voltooien, werd do machinerie met dynamiet opgeblazen. Na 8 jaren zwaren arbeid sta ik thans, evenals zoovele duizenden, als het ware op straat. De arbeiders werken niet meerzij z|jn soldaten, revolutionairen of struikroovers geworden, die (zoo wel soldaten als andore bandieten) de meest ongehoorde .schurkenstree- ken uitvoeren en niets en niemand ontzien. lenigen stelen, moorden en plun deren en zijn bandieten en anderen doen hotzelfde in naam der wet en noemen zicbzelven „patriotten", maar dat „patriottisme* ia het Juist dat ons ten gronde richt. Het land is geruïneerd, zonder handel, zonder ny verheid en het volk zonder eenige bescherming. De regeering is on machtig iets meer te „beschermen"? dan de steden. Al zyn wy er echter slecht aan toe, nog slechter staat het met'het arme volk, dat niet deelneemt aan de algemeene plundering. Vooral vrouwen en kinderen treft men vaak, stervende van honger, aan, op do hoeken der straten en in de „portales", zonder dat wij by machte zijn, hun nood te lenigen. Immers, er is geen produktie en uit het buitenland wordt alleen ingevoerd voor de soldaten. Als de Duitsehers het uithoudings vermogen hebben (op het gebied van honger) van onze Mexikanen, zal het uithongeringssysteem nooit werken. In alle steden heeracüen hier tyfus en andere besmettelijke ziekeen, die alleen nog bestreden worden door pastoors en dominee's daar de over heid zich nergens mee bemoeit." Ean belangrijke financieels maatregel. Naar de „Berliner Lokal Anzeiger" van bevoegde zyde verneemt, zullen de zilveren en nikkelen munten in Duitachlaud aan het verkeer onttrok ken worden. Er zal een korte termijn worden vastgesteld, waarbinnen de aanwezige metalen munten buiten koers gesteld worden. Daar deze munten dan nooit weer in omloop zullen gebracht worden, zullen de genen die ze na dien termyn nog bewaren, daarvoor nog slechts do zuivere metaalwaarde kuonen krygen, die ver beneden de helft, in sommige gevallen zelfs beneden een derde van de koerswaarde ligt. Degenen, die metaalgeld blijven vasthouden zullen zich dus aan groote verliezen bloot stellen, zonder dat iemand medelijden met hen zal hebben, daar zy uit eigen belang de financieele huishouding ty- dens den oorlog bemoeiiykt en dus de belangen des lands geschaad heb ben. Paniek in een bioscooptheater te Londen. Tydens eene voorstelling in een bioscooptheater in Deptford (Londen) ontstond plotseling op on verklaar bare wyze een paniek. Onder het publiek waren vele kinderen, wier moeders queue, maakten om aard appelen te koopen. In het gödrang werden vier kinderen doodgetrapt en 16 anderen min of meer ernstig gekwetst. BUITENLAND. Mexico. Aan een brief van een landgenoot in Mexico, dezer dagen door den ont vanger h. t. L vertaald aan de „N. R. Crt." toegezonden, ia het volgende ontleend „Gisteren ontving ik je brief van 12 Oct. '16 en alhoewel ik begryp dat het soldatenleven je niet mee zal vallen, mag je toch dankbaar zyn, in Holland, en niet hier in Mexico te vertoeven. Toen je ons verleden jaar verliet, was de toestand, naar wy dachten, al onhoudbaar, maar als ik ie zeg, dat het nu duizendmaal erger s hier, zal je me misschien niet kunnen gelooveD. Eenige maanden geleden werden wy plotseling overvallen door een bende van plm. 2000 Zapatistaa (aanhangers van Zapata, den beruch- ten bandietenkoning). De goheele Btreek werd door hen verwoest en ook ik werd niet gespaard. Door de snelheid van mijn paard wist ik te Heldenwoorden. Het is schier opvallend, zoo weinig als de Franschen omtrent huu eigen heldendaden in dezen grooten oorlog opgeven. Uit vorige Europeesche oorlogen waren er zoo tallooze gevleugelde go zegden, „bonmots", slagveld-geestig heden, chevalereske zegswyzen van hen ln omloop. Stammen niet legio standaard anecdoten van oorlog en ki-yg uit den Napoleontischen ty<j, of uit een der andere Gallische gevochte perioden En in een klein, verzorgd boakske, dat de Parysche firma Larousso liet verschynen, en door Paul Souchon werd samengesteld, werden een aantal dezer oorlogsanecdoten verzameld. Men gaf er den titel aan van „Le3 Mots héroïquea do la Guerre". Een krantenverkooper reikt de voorby marebeereude troep zyu kran ten toe, onder den ventersroep„Laat zie nieuws van den oorlog, hot laat ste nieuws!" Een soldaat schreeuwt er boven uit: —„Wat laatste nieuws! wat oorlogsnieuws?! - wy zyn 't, dio het maken!" Een regiment ligt in een dorpje in kwartier. In een der weinige overeind gebleven huisjas tracht de regimentskok het eten klaarte maken. Daar suist een granaat aan, doorboort het dak, barst midden in bet vertrek. De kok en zyn maats werden ten- ondersteboven gesmetonal het kook gerei vliegt uiteen. Maar nismand is, wonder boven wonder, geraakt. De kok scharrelt het eerst overeind, en zich afstoffend „Die mispunten daarginds I Wat moeten we vanavond nu eten En hy zet zich aan het gereedmaken van een ander menu voor z'n ka meraden. Te midden van een bloedig treffen gaat een officier van gezondheid over het slagveld, om mee gewonden op^ ie zoeken. Hij ziet een zwaar gewond Duitach officier liggen; hy nadert hem en geeft zelf het bevel aan eenige van zyn soldaten, om den stervende op te nemen. Maar ds ander grypt z'n revolver, mikt op den Fransche dokter, doch mist. „Allocs doncl" rospt de Fransch- man zonder onvriendelijke intonatie, ,doe niet zoo kinderachtig!" Ea hy helpt zelf mee, den zwaar gewonden vyand op de draagbaar to plaatsen. By een cavalarie-charge wordt een ruiter ter aarde geworpenz'n paard ligt dood geschoten naast hem. Hy blijft alleen aebtor. Eenige uren later vindt een der Fransche patrouilles hem op schild wacht staan by den ingang van een dorp; vlak daarachter liggen de Duit sehers. „Wat voer je daar in je eentje uit?" roepen hem zyn kameraden toe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 5