HEL0E1SCIL CIUUII
DE OORLOG.
VAN ZATERDAG S MEI 1917.
Van het Westelijk front.
Berlljrj, 4 Mei. Aan bot front van
Atrecht ïb tusschen Achevillo en
Quéant over 30 KM. breedte een
nieuwe poging tot doorbraak van 16
tot 17 "Engelsche divisies na oen
uiterst krachtige artillerie voorberei
ding mislukt.
Van hot aanbreken van deü dag
tot diep in den nacht liepen de tel
kens herhaalde aanvallen der Engel-
echen voor onze linies in onze tegen
aanvallen dood.
Alleen in Fresnoy is de vjjand
binnengedrongen.
Bij Bullecourt blevon kleine ge
deelten van onze voorste loopgraven
in zyn handen.
Vanochtend vroeg word het ge
vecht hervat. Behalve zware bloed'ge
verliezen, verloor de vijand ruim 1000
gevangenen.
Ten N. van de linie Soissons—
Rei nis is de artillerieslag in vollen
gang.
Tot bijzondere hevigheid werd hij
opgevoerd tusschen de Aisne en
Brimont.
Door onze batterijen werden hier
volle vijandelijke loopgraven onder
vernietigingsvuur genomen.
iaën werd opnieuw door deFran-
schen beschoten.
Bij en ten W. van Braye, alsmede
aan den Winterberg (ten W. van
Craonne) liepen verscheidene aanval
len der Fransch9n dood, waarbij de
vijand zware verliezen leed.
Parijs, 4 Mei. In Champagne heb
ben wij opnieuw vorderingen ge
maakt in de bosschen ten westen
van den Mont Cornillet en een vyan
delijken aanval afgeslagen.
Londen, 4 Mei. Het dorp Fresnoy
en de stellingen, benoorden en be
zuiden daarvan, waren gisteren het
doelwit van ettelijke tegenaanvallen
des vfjands. Alle stellingen bleven
in onze handen.
In de buurt van Bullecourt was
de strijd verwoed. Beoosten het dorp
heeft de vijand gisteravond te vergeefs
een geduchten tegenaanval gedaan
op het vak der Hind'-nburglinie, dat
wij gisterochtend hadden genomen.
Bij Ché isy eu aan weerskanten
van den weg van Atrecht naar Ka-
merijk isgentred^n. Hier we» den onze
troepen gedwongen, de vooiuitgescho
ven stelling prijs te geven.
Wij vorderden verder ten N.W.
van St Quentin en ten N.O. van Har-
gicourt.
Meer dan 800 Duitsehers, onder
wie 28 officieren, zijn gisteren gevan
gen genomen.
Vandaag hebben wy onze stelling
in den B?ctor der Hindcnburglinie,
dien we gisteren bemachtigden, ver
sterkt. Wij vorderden oostwaarts langs
de vijandelijke schansen.
Berlijn, 4 Mei. Aan het front
Atrecht zijn aan weerszijden van
Bullecourt aanvallen der Bngelschen,
aan het Alsnefront tusschen Berry au
Bac en Brimont sterke aanvallen der
Franschen afgeslagen.
Londen, 4 Mei. De Times verneemt
uit het Engelsche hoofdkwartier in
Frankrijk: Het grootste aantal ge
vangenen, dat nog gemeld is, werd
genomen in het dorp Fresnoy, dat
zeer aterk verdedigd werd door ma
chine geweren en'draadversperringen.
Terwijl de troepen die het dorp in
het front aanvielen, daar tijdelijk
werden opgehouden, vochten de ande
ren rechts en links voort en na een
scherp gevecht te midden van de
puinhoopen, gaven 200 man en 8
officieren zich over. Bat sucees heeft
op dat. punt de vermaarde linie Oppy
Méricourt gebroken, welke hier dub
bel is.
Be „Daily Mail" verneemt, dat in
het bosch van Oppy elks boom in
een fort veranderd was en het zeker
is, dat nog nooit op zulk een schaal
machinegeweren in boomen zijn ge
bruikt. Toen onzs granaat-kartetsen
tusschen de takken door suisden, ver
borgen de mannon, die de machine
geweren bedienden zich achter de
boomen op ladders, die loodrecht aan
de stammen gespijkerd waren. Wij
namen de Hindenburg linie aan weers
kanten van Bullecourt, maar de ver-
woedste strijd duurt in Bullscourt
zelf voort. Onze troepen rukten op
tot den versten rand van het dorp
on vatten daar zoo stevig voet, dst
de Duitsehers een tegenaanval voor
bereidden. Tezelfdertijd nestelde zich
een afdeeling Duitsehers in het dorp,
en beide partijen trachten toea elkaar
to verdrijven, zoodat toen de wonder
lijke toestand ontstond van vier elkaar
bevechtende linies.
Eerst had men onze troepen, die
zichzelf in staat van verdediging
brachten in de Hindenburg-Unie,
daarna de Duitsehers in het dichtatby
gelegen gedeelte van het dorp en
vervolgens onze troepen aan den
versten kant van het dorp. Tsn
vierde heeft men ep dit oogenblik
oen sterken tegenaanval op deze
vooruitgeschoven groep. Dit kluwen
wordt in een verwoed handgemeen
ontward.
Een Engelsche torpedojager
gezonken.
Londen, 4 Mei. De admiraliteit
maakt bekend, dat een torpedojager
van oud model Woensdag in het
Kanaal op een mijn is geloopen en
gezonken. Een officier en 61 man
schappen worden vermist.
De duikboot- en mljnoorlog.
Londen, 4 Mei. Er zijn drie-en-der-
tig geredden van het Amerikaansche
stoomschip „Rockingbam" in Ierland
aan land gebracht. Een boot met 14
man wordt vermist, De .Rocking-
ham" is Dinsdag getorpedeerd.
De Conferentie te Stockholm.
„Het Volk" verneemt uit Stockholm,
van de Nederlandsche delegatie by het
Internationale Socialistische Bureau:
De voorbereidende conferentie met
de afzonderiyke partijen der Inter
nationale begint op 16 Mei. De al
gemeens conferentie zal niet vóór
lp Juni plaats vinden ErzynSkan-
dinavische partfigenooien aan het
comité toegevoegd.
Oe revolutie In Ruilend.
Soldaten eleohen het entalai
rtn Hlljeekef.
Petrograd, 8 Mei. Te vier nur heden
middag schoolden voor het paleis,
waai in de voorloopige- regeering
zetelt, af.leelingen soldaten aameD,
die roode vlaggen meevoerden en het
ontslag van Miljookof elschten.
PLAATSELIJK NIEUWS.
P. J. Oud In „Casino".
Voor de Vryzinnlge Kiesvereeni-
ging trad gisterenavond in .Casino"
de candidaaii der vrijziuuigen, de heer
P. J. Oud op, voor een veile zaal.
De voorzitter der Kie3vereeniging,
de heer D. H. Qiüowald, heette de
aanwezigen welkom en herdacht m6t
waardeerende woorden de werkzaam
heden van den thans afgetreden af
gevaardigde, den heer Mr. de Meester,
die steeds met ijver de belangen van
het district heeft behartigd. Ofschoon
het wenschelijk ware geweest, dat
de heer de Meester wat meer dit
district had bezocht, was zijn hooge
leeftyd een excuus daarvoor. Oor-
sprenbeiyk hadden de vrijzinnigen
gehoopt geen strijd te behoeven te
voeren, maar nu het er eenmaal
voor staat, gaan zij met moed den
strijd aan.
De heer Oud begon zijn rede met
de opmerking, dat het in deze dagen
moeiiyk is een verkieziDgsrede te
houden wegens de veelheid der stof,
die overweldigt. Men zou wel ver
scheidene avonden achter elkander
kunnen spreken vóór men uitge
sproken was. Spr. wenschte uiteen
te zetten het eigen beginsel en de
houding tegenover de groote prak
tische vragen van binnen-, en buiten-
landscho politiek. Hü kon te ge
makkelijker eene keuze doen, daar
hij nog een tweeden avond zal op
treden en wel aan den vooravond
der verkiezing op 14 Mei.
Voor hedenavsnd heeft spr. zijne
rede in twee gedeelten gesplitst:
le. de houding der vxyzinnigen ten
opzichte der grondwetsherziening,
terwijl hij het tweede gedoslto
wyden aau de bestryding van zyne
candidatuur tsn opzichte van de
houding der vryzinnigen tegenover
den oorlog.
De 4rondmteher»iening zal wel
door de Tweede en Eerste Kamer
worden aangenomenzy moet echter
het volgend jaar nogmaals behandeld
worden en den Helder heeft er recht
op te weten hoe spr. over dit vraag
stuk denkt. Be belangryke wyzigingen
zyn het artikel van het kiesrecht en
dat van het onderwys. Het kiesrecht-
art. geeft algemeen kiesrecht voor
mannen en neemt de belemmeringen
weg van dat voor vrouwen. Natuurlijk
moet dan nog getracht worden het
vrouwenkiesrecht in te voeres, maar
de omslachtige bewerking van de
grondwetsherziening is dan al achter
den mg.
Behalve dit is er nog een voordeel
verbonden aan de grondwetsherzie
ning, en wel omdat hierdoor alle
geestelijke stroomingen, die in het
volk zijn, zich kunnen uiten en de
volksvertegenwoordiging dan een af
spiegeling kan zyn van den volks
geest. Zonder het vrouwenkiesrecht
evenwel zou de grondwetsherziening
niet dat groote belang hebben, vooral,
daar de wetgever de eventueele uit
voering ervan niet heeft willen binden
aan den maatschappeiyken welstand.
Wy kunnen dus onze volle instemming
aan de voorgestelde wyziging geven.
Op het concentratieprogr&m stonden
deze belangryke punten aangegeven.
Niemand zal wel iets tegen deze
regeling hebben, daarom is het niet
noodig er zooveel aandacht aan te
wyden.
Anders staat het met het onderwijs
vraagstuk. Br is twyfel gerezen of
hier door links wel zuiver spsl werd
gespeeld. Men heeft ons verweten:
gy verkoopt de openbare school aan
de reebtorzyde voor het algemeen
kiesrecht. Als dat waar was, zou het
politiek zijn van het allerslechtst
allooi en zou men gelijk hebben daar
niets mee temaken te willen hebben.
Het is echter geen ruilpolitiek,
maar de wyziging van het onderwys-
artikel is een belang voor het ganaehe
volk. Het is een belang voor de
democratie als op de wijze van de
bevredigingscommissie een eind werd
gemaakt aan den schoolstryd.
Waarom bemoeit de staat zich met
het volksonderwijs? Omdat zy'n wel
vaart afhankelijk is van goed onder
wys. Vooral in deze dagen klemt dat
voor het lager onderwys, waarvan
het volkskind genieten moet. Geluk
kig, dat in de eeuw, die achter ons
ligt, de staat tot de conclusie is ge
komen, dat het onderwijs zoo goed
mogelijk moat zijn. Be schoolstryd
heeft ons geleerd, dat maar al te
veel afbreuk werd gedaan aan goed
onderwys. Vroeger stonden we aan
de spits der volken, in den laatsten
tyd is er op dit gebied byna niets
van beteekenis gedaan.
Laat ons niet vragen aan wie d«
schuld Is. Zeker wel aan beide kanteD.
Laat ons vragen: hoe kunnen wij
dien strijd wegkrijgen?
Hoe moeten we als vryzinnlge staan
tegenover de openbare school en hoe
tegenover de bizondere?
In 1918 schreven wy in ons pro
gram ma dat de positie der openbare
school onverzwakt dient te worden
gehandhaafd. Heemskerk maakte eene
regeling waarby de byxondere school
regel, de openbare aanvulling was.
Wy namen daartegen stelling met
de leusonverzwakte handhaving
der openbare school.
Hebben de vryzinnigen, door mee
te gaan met de huidige grondwets
herziening, hun plicht verzaakt?
vraagt spr. en zyn antwoord is neen,
dat deden zij niet. De openbare school
moet de school zyn die goed is voor
alle lagen des volks; het onderwijs
is er neutraal, d.w.z. niet dogmatisch
of aan politieke leuzen gebonden. Ba
80c. dem. (Gerhard) beweren, dat de
openbare school tenslotte het stempel
krygt der overheid, zoodat dus, als
de overheid eenige bepaalde richting
is toegedaan, de 0. s. tenslotte ook
die richting krygt, maar wy zijn van
eene andere meening. En onze taak
is hen te doordringen van de
wenscheiykheid eener saamhoorig-
heid ten opzichte van het open
baar onderwijs. Verder echter mogen
we niet gaan; zoolang er nog duizen
den zyn die de openbare schcol voelen
als een aanslag op hun vrijheid, mogen
we niet zeggen gij moet haar toch
aanvaarden. De zoogenaamde ver
plichte neutrale staatsschcol zou
onvryzinnig zijn.
Do vroogere liberalen hebben 't felst
gestreden voor vryheid van onderwijs,
teneinde bizondere scholen te kunnen
oprichten. Vóór 1848 kon dat alleen
geschieden met verlof van de over-
leid; Töorbecko was het die dat iD
zijn grondwet veranderde.
Het was een stap vooruit, die
ijheid tan onderwijs, maar het
was niet voldoende. Men was oor-
spronkeiyk verheugd, dat de band
gelost was, maar de vraag of de staat
voldoende deed voor de openbare
school had zich nog niot voorgedaan.
Vroeger was te haren opzichte ge
zondigd, o.a. door Kappeyne, die zeide
da minderheden moeten maar mee
gaan, maar dat standpunt was on
vryzinnig. Spr. wyst op het standpunt
V3n dr. Bos en Ketelaar, die voor
jaren reeds het standpunt verdedigden,
dat de staat het byzonder onderwys
moest steunen. Het is'zijn plicht, dat
het onderwijs zoo goed mogelijk zij
en wij mogen ons niet blind staren
op het openbaar onderwijs. En wil
het bijzonder onderwijs goed zijn, dan
kost het veel geld en dat zou alleen
kunnen gegeven worden als de men-
schen van de byzondere school rijk
waren.
Het is dus een eisch van demo
cratie ook goed bizonder onderwys
te geven, maar dan moeten we
waarborgen hebben, dat dat onderwijs
zoo goed mogelijk is. Dit is voor de
voorstanders van bizonder onderwijs
ook een eisch van recht. Vroeger
dwong men hen om by te dragen
aan het openbaar onderwys; zy moes
ten dus dubbel betalen, eerst voor
de openbare Rchool en dan nog voor
hun eigen. Dit kon den toets der
billijkheid niet doorstaan en zoo kwam
men tot het zoeken naar een bevre
diging die een eind aan den school
strijd zou maken.
Aan het groote beleid van MiD,
Cort van der Linden ia het te dan
ken, dat hy het grondwet artikel zóó
heeft weten te redigeeren, dat het
dien eiBch inhield.
Spr. gaat de geschiedenis hiervan
na. Toen het ministerie Cort van
der Linden in 1918 optrad, trachtte
het de hoofdzaken van het concen
tratie program uit te voeren. Maar
daarvoor moesten de linksche en
rechtacbe partyen bijeenkomen. Er
vormde zich een staatscommissie
waarin twee leden van elke politieke
party zitting hadden. Dr. Bos was
de leider van die 14 heeren, aan wio
hot tenslotte gelukt ia, eene formule
te vinden die allen voldeed. Natuur
lijk vindt men ln de grondwet slechts
de algemeene lijnen, en moeten die
in de onderwyswettsn uitgewerkt
worden. Cort van der Linden droeg
aan de heeren op eene regeling te
vinden, en, kon dat niet zönder eene
wyziging van art. 192, dan kregen
ze vryheid een nieuw artikel te ont
werpen.
Zoo is hot gegaanmaar de moeie
ïykheid zat juist in dat grondwet
artikel. De onderwijs wetten waren
goed geregeld, doch meu vreesde
juist door de verandering in het
grondwet-artikel de mogeiykheid te
schapen, dat een andere vorm dan
de goede aan die wetten zou kunnen
worden gegeven, dat er n.l. geen
waarborg zou gegeven worden, dat
het bizonder onderwys goed was. Op
het oogenblik schrijft de grondwet
voor, dat in elke plaats openbaar
onder wijs worde gegeven; toch zyn
er thans reeds een 25 tal gemeenten
die geen openbare school meer hebben.
Men wilde de regeling toen zóó,
dat in gemeenten, waar geen open
bare school noodig was, de gemeente
kas zou bekostigen de reis- en verbiyf-
kosten voor hen, die daardoor ge
dwongen waren ln een andere plaats
openbaar onderwys te gaan halen
voor hun kindoren. Daarom werd in
het grondwetsartikel het woord
„onderwijs geven" veranderd in
„onderwys ontvangen".
Terecht vreesden velen, dat dit «en«
premie zou worden op het opdoeken
der openbare school; dat vele ge
meenten liever de openbare school op
zouden heffen en dan de reiskosten
dragen voor de leerlingen ervan.
Ook hiervoor gelukte het min.
Cort v. d. Linden eene bevredigende
regeling te maken. Yoorop bltjft staan,
dat in elke gemeente eene openbare
aehool moet zyn, alleen indien er
onvoldoende leerlingen voor mochten
zijn mag die worden opgeheven op
bevel van de gemeente, en moet de
gemeente gelegenheid geven openbaar
onderwys te geven. Het hoe wordt
in de onderwijswetten nader uitge
werkt. Bs heer Be Muralt gaf deze
oplossing, dat er dan voor die leer
lingen een openbaar onderwyzer zy,
die desnoods huis-onderwys geeft.
Zóó opgevat, heeft men de zeker
heid, dat het openbaar onderwys
hechter zal zyn.
Een moeiiyk punt was de waarborg
voor het bizonder onderwys. Men
moest doorzeilen tusschon twee din
gen de vryheid van richting mocht
niet in gedrang komen, en toch moest
het onderwys goed zyn. Men kon
zich tenslotte vereenigen met de
waarborgen der Bsvredigings-Com
missie. Maar hoe dat in de Grondwet
vast te leggen? Ook hiervoor wees
min. Cort v. d. Linden de weg: hy
stelde eischen van deugdelijkheid,
aan openbaar en bizonder onderwys,
dio verschillend kunnen zyn, maar
beide goed moeten wezen.
De toekomst zal leeren wat men
bereiken zal in de uitwerking der
onderwijswetten. Van zelf komt
daarby de kwestie van de positie van
het onderwyzend personeel. Vóór
alles moet men zich met hart en
daaraan wyden, opdat de beBten
van ona volk zich daaraan kunnen
Men heeft wel e6ns gezegd: wat
begint men nu in Den Haag? Nu
Europa in vlam staat over zulke
zaken te spreken Een der Kamerleden
heeft, in grove termen de anderen ver
weten dat ze zoo weinig doen. Spr.
voelt wel de moeiiyke positie van ons
volk, hoe het thans onder den druk
leeft van den oorlog. Maar we moeten
klaar staan als straks de vredeszon
weer schynt. Dan gaat de groote
economische stryd weer beginnen,
de oorlogvoerenden zullen trachten
het verlorene in te halen, en wij
moeten Bterk staan, de volkskracht
opvoeren. Dan moet de hand aan
den ploeg worden geslagen en wy
moeten dan niet meer behoeven te
naar onderwys-bevredlging,
die moet er al zijn.
In het tweede deel zijner rede
behandelde spr. onze houding tegen
over den wereldoorlog. Spr. doet dit
om tweeerlei redenen: lo. omdat
men recht heeft te weten hóe de
candidaat tegenover dit vraagstuk
staat, en 2o. omdat men van socia
listische zyde zijn candidatuur be-
strydt op een wyze als wilde men
daaruit oorlogswinst voor het socia
lisme halen.
In 1913 werd door de sociaal
democraten gespeeld met de belangen
van ons volk. Op den vóóravond der
verkiezingen komt spr. weer hier en
zal dit punt nader uitwerken. De
sociaal democraten voelen, dat hun
theorie wankelt, dat van alles wat
gezegd hebben niets is overge
bleven. Ze voelen den grond onder
de voeten wegzinkeö, en nu ze niets
meer hebben komen ze met
oorlog en zeggen: een stem voor
Thomassen is een stem voor den
vrede, een stem voor Oud is er een
voor den oorlog, zy stempelen daar
mee spr. tot een imperialistisch drij
ver en doen het voorkomen alsof
het van u afhangt of er de volgende
week oorlog of vrede zal zyn.
De heer Duya hield een donderende
rede, dio een aanklacht bevatte tegen
de maatschappij. Als de soc.dem. er
waren geweest was er nu geen oorlog.
Eon jaar of 8, 4 geleden debatteerde
spr. hier met Kleerekoper. Toen
dreigde een Balkan conflict en de
soc.-dem. vertelden van moties, die
allerwege waren gesteld en die den
oorlog zouden hebben belet. Nu zeggen
ze: wy wisten allang, dat deze oorlog
komen zou. Dat ia te zeggen, Duys
zegt het, maar Kautsky, een der
voormannen van de Duitsche aoc-
dern. is het niet met hem eens, dat
er imperialistische motieven by dezen
oorlog betrokken zouden zyn. Zou het
waar zyn, dat de oorlog afhangt van
de doorvoering van het socialistische
beginsel, dan moeten wy ook voor
dat beginsel yveren.
De sociaaldemocraten zeggen dat
de oorlog ontstaat tengevolge van de
botsing van kapitalistische belangen.
Laten we eens veronderstellen dat
de kapitalistische maatscbappy er
was, dat dus aUe productiemiddelen
in handea waren van d6n staat, dan
zouden er als er nieuwe afzetgebieden
gezocht moesten worden, geen con
flicten ontstaan tusschen concur-
reerende personen, maar tusschen
staten, hetgeen natuurlijk veel meer
gevaar opleverde voor oorlog.
Over de houding van de soc.-dem.
In 1914 zal spr. hen geen verwyt
maken; maar zy hebben volstrekt
niet het monopolie van vredelievend
heid. Wy willen evenmin oorlog.
Vóór 1914 hebben do scc. dem. altyd
geroepenOnze Socialistische inter
nationale zal biyven bestaan. En wat
is er gebleven? Niets, de internatio
nale is in scherven gevallen zooals
een glas, dat men van de derde
verdieping gooit. Iu Stockholm
worden thans pogingen gedaan haar
weer te lijmen, de Fransche socialisten
weigeren er te komen, beschuldigen
Troelstra zelfs van Duitschgezind.
Dat zyn de nuchtere feiten. En wat
zou er gebeurd zyn als wy geluisterd
hadden naar de soc.-dem. Ons stand
punt is te zorgen, dat we zelfstandig
biyven en onze regeering heefc tot
taak te zorgen, dat wy buiten het
conflict blijven. Men denke zich eens
in als de taktiek der soc.-dem. ingang
gevonden had: geen man en geen
cent. Wat dan Dan hadden wo geen
mobilisatie gehad, we hadden ons niet
gevechtsklaar kunnen maken,
waren misschien het slagveld ge
worden van Europa. Nu hebben we,
zooal niet de liefde, dan toch de
achting van de andere mogendheden,
zooals de heer Cort v. d. Linden zeide.
De soc. dem. stemmen tegen elke
oorlogsbegrooting, maar vóór demo-
bilisatie-credieten. Toen eenmaal de
oorlog er was, stemden ze vóór
de mobilisatie-credieten.
Troelstra heeft in den aanvang van
het conflict gezegd als één regeering
onschuldig is aan den oorlog is het
wel de onzehy wees op den plicht
dor soc.dem. om de regeering te
steunen en betoogde, dat de nationale
gedachte boven de internationale ge
schillen uitging. Zij riepen de arbeiders
steeds toe: gy zyt bezitloos, maar
voelden toch dat men aan het vader
land gehecht was. Ook wy hier
voelden,; dat we zouden moeten
vechten als het er toe kwam, niet
voor de brandkast, maar voor het
vrye Nederland. Is het feit, dat we
gespaard bleven, thans te duur ge
kocht met de millioenen die we vóór
den oorlog hadden uitgegeven
vraagt spr.
Spr. vergeleek den toestand by een
brand. Een gemeente, die zorgt, dat
haar bluschmateriaal in orde is, kan
op tyd een brand blusschen. De soc.
dem. wilden echter een brandspuit
aanschaffen als half Helder in vuur
en vlam staat I
Er rust een dure plicht op ons.
Het feit, dat we gelukkig gespaard
zyn gebleven hebben wy te danken
aan de paraatheid van leger en
vloot. Bat mag niet worden vergeten
den oorlog zullen we dit
waardeeren. Zij, die in hun zaken
door de mobilisatie zooveel schade
hebben geleden, en ook de beroeps
militairen, moeten worden gesteund
en hun poBitie gewaarborgd. Laten
we ons niet in slaap laten sussen.
Wy moeten gereed zyn voor wat
ons na den oorlog boven het hoofd
hangt. Ook moeten we denken aan
onze groote Indischo bevelking, die
we niet willen uitbuiten. We moeten
denken aan de door den heer Van
Deventer iügeluide pelitiek, die de
vryheid en onafhankeiykheid van den
inlander zoodanig maakt, dat hy niet
meer los van ons wil. Dan mogen
we hem ook opreepen voor do hand
having van ons volksbestaan.
Op bet congres der s.d.a.p. Is ge
zegd, als wy in Indiö de neutraliteit
niet kunnen handhaven, kunnen wij
dat in Nederland ook niet. DÉtór moet
dus ook de democratische ontwikke
ling doorwerken. Do ondervinding
heeft geleerd, dat wie dit aanhangt,
beter voor de belangen van ons land
zorgt dan zy die zeggen geen man
en geen cent.
Wy moeten straks open politiek
►eren. Wy moeten stryden voor
wat er in den boezem van het volk
leeft. Dat volk bestaat niet uit twee.
enkele klassen zooals de soc. dem.
zeggen, maar heeft ryker schakeering.
Er is groote verscheidenheid van
rykdom en armoede. Ook van andere
groepen moeten de belangen worden
behandeld, opdat zij tot welvaart
komen. Is de maatschappelijke toe
stand wel zoo, dat thans allo klassen
tot ontwikkeling kunnen komen?
Een jongon met een goed hoofd moet
zich kunnen opwerken tot hoogere
betrekkingen dan de gewone. Men
moet beseffen, dat het een daad van
onverstand is voor het gansche volk
als men dat onmogelyk maakt.
Er moet niet worden aangestuurd
op dooding van het partioulier initia
tief. Dat wordt de doodende unifor
miteit van het socialisme. Nu eens
moet het particulier initiatief gesteund,
dan weder de gemeenschap. Ver
schillende bedryven kunnen beter in
handen van den staat geöxploitëerd
worden, zoo ook spoorwegon. Voor
positie-verbetering van het personeel
is dit de eenige wegen het is een
vryziunig ideaal te zeggen, dat wij
wenschen, dat deze menschen zich
zonder zorg aan hun werk kunnen
geven. Wij moeten zorgen voor krach
tige aoeiale wetgeving, opdat zorg,
ellende, broodgebrek verdwynen. Wy
willen niet alleen de positie van den
arbeider verbeteren, ook die van den
kleinen winkelier eto., wy willen
werken voor alle klassen van ons land.
Wanneer dit district my wil af
vaardigen, zal het my een groote eer
zijn de voetsporen te mogen drukken
van zoo'n eminent voorganger als de
heer De Meester. Men heeft gezegd
dat ik zoo jong was. Dat is waar,
maar ik hoop, dat bet my gelukken
moge één van geest te worden met
uw district.
Voor debat meldde zich niemand
aan, waarna de heer Giüowald met
een woord van dank aan den spr.
opwekte om op den heer Oud te
stemmen.
Specialiteiten In „Casino".
Zondag brrengt de impreasario Jao.
Smits van Haarlem weer een uit
stekend programma in „Casino'
Pruis, de nieuwe ster op gebied der
humoristen, welke reeds eenmaal in
dit seizoen hier optrad, is tegenwoor
dig „de" humorist en was met groot
succes werkzaam in „Scala" don Haag,
„Flora" en „Carré" Amsterdam.
Als attractie zyn de 2 Halley's ge
ëngageerd, die een buitengewoon ge
waagd en tevens lachwekkend num
mer maken op de drie voudiga rek.
Verder treden op de kracht acro
baat en equilibrist Hariy Livermore,
de elegante soubrette Nora Bwaab
(My Pretty Miss), en de komische
draadkunstenaar„Zotte Henkie".
Het is ditmaal een zeer varieerend
specialiteiten programma.
Mllltalre-Gehoelhouders Club.
Vrydag 2T April '17 werd hier ter
plaatse opgericht een Militairs-Geheel
onthouders Club, die zich ten doel
stelt het drankgebruik onder de mili
tairen met alle wettige geoorloofde
middelen te bostrijden. De club als
zoodanig heeft een godsdienstige of
staatkundige richting, en ieder mili
tair kan zich dus by deze vereeniging
aansluiten.
Voorzitter is de heer P. v. Malssen,
res.-lHit. 8—21 L.W.I., Secretaris de
heer J. Valkenier, sergeant 4-21
L.W.I.
Heldsrschi Bank.
Op de jaariyksche algemeene ver
gadering van de Heldersche Bank,
gehouden 2 Moi 11. werd de balans
en winst- en verliesrekening op 81
December 1916, overeenkomstig prae-
advies van commissarissen door aan
deelhouders goedgekeurd.
HetJ dividend werd vastgesteld op
6 V«% (™rig Jaar 5 V» %)- Aan de
reserve werd, behalve het statuaire
bedrag, nog een extra bedrag toege
voegd, waardoor zy thans f 8600.—
bedraagt.
Be commissarissen W. J. van Neck
en G. de Ven, die aan de beurt van
aftreden waren, werden als zoodanig
herkozen.
- Wy lezen in „Hollands Noorden"
„Naar aanleiding van een redactio
neel stukje in de Heldersche Courant
(Vliegend Blaadje I) van 28 April 1.1.,
getiteld aKermispretdeelen wy
mede, dat de ruimte in onze kolom
men ons momenteel te kostbaar ia,
om daarop thans in te gaan. Na
afloop der verkiezings-actie komen
wy hierop nader terug en zullen den
schryver van antwoord dienen."
Red. „Hollands Noorden".
Et nous faisons sentinellel
Red. H. Crt.
EngelandVllsilngen.
Da „Zeeland" van de Maatschappy
_,ZeelaDd" is gisterochtend met 101
passagiers uit Engeland te Vlissingen
aangekomen.
Opgebracht en gestrand.
Mén meldt van Vlieland
Een Ned. stoomtrawler, merken
onbekend, is door een Duïtschen
onderzeeör aangehouden en met de
prysbemacning aan boord op den
Noordsvaarder gestrand.
Nader meldt men dat de atoomtraw
ler is vlotgekomen en met de
torpedoboot het Noordoostgat is bin
nengebracht.
Het is de „Einma", een der beide
Nederlandscho stoomtrawlers, die
door de Duitsehers naar Emdeo
werden opgebracht.
In den grond gevaren.
Gistermorgen werd schipper De
Vries, met nog twee opvarenden,
zynde de bemanning van het visschers-
vaartuig „Urk 47", door een Urker
vischbotter te IJmuiden geland. Het
nog nieuwe visschersscheepje was
Donderdag van IJmuiden uitge
varen om de visschery onder de kust
uit te oefenen. Donderdag tegen don
avond was men tusschon de Haaks
en Texel, toen het vaartuig door het
Nederlandsche stoomschip „Zyldyk"
van de Holland-Amerika-iyn, dat op
weg was van Rotterdam naar N.ew-
York, overstoomd en Ietteriyk door
midden gevaren werd, waardoor het
spoedig in de diepte verdween. De
visscherlieden werden door een in
middels van het stoomschip „Zyldyk'
uitgezette scheepsboot gered en aan
boord overgebracht. Eenige oogen-
blikken later praaide de gezagvoerder
een voorbyvarenden botter en ver
zocht den schipper de menschen
mede te nemen, waaraan werd
voldaan.
Schipper De Vries van de „Urk 47",
welk scheepje onverzekerd voer, zal
de schade vergoed krygen, daar hem
door den gezagvoerder van de „Zyi
dyk" een schry ven werd overhandigd,
waarin deze aan zyn reedery kennis
gaf van het gebeurde.
Inschrijving voor don landstorm.
De Minister van Oorlog heeft gister
middag in de Tweede Kamer mee
gedeeld, dat de inschrijving van de
landstormmannen tusschen de-80 en
40 jaar alleen de bedoeling heeft, dat,
als Nederland in een oorlog mocht
worden betrokken, deze mannen on-
middeliyk te velde zullen kunnen
komen.
Verder deelde de Minister nog mede,
dat de onbereden lichting 1911 en
bereden wapens van de lichting 1909,
behalve de onder-officieren, spoedig
naar huis gaan.
De Jaarklane 1808 en de
rallltielichtlng 1918.
In de Tweede Kamer heeft de heer
Marchant gisterenmorgen een motie
voorgesteld, waarin de minister van
Oorlog werd uitgenoodigd om eerst
de militielichting 1918 onder de wape
nen te roepen en pas daarna de land-
stormlichting 1908.
Minister Bosboom verklaarde, dat
hy deze motie onmogelyk zou kunnen
uitvoeren, omdat hy. eerst den land
storm 1908 en daarna de militie 1918
wil oproepen.
Werd de motie aangenomen, dau
zou bij dit beschouwen als een votum
van wantrouwen in zyn beleid.
Deze verklaring werd na eonig
debat en speciaal op aandringen van
dr. Nolens, door den minister terug
genomen, maar hij zeide nu, dat hy
by aanneming der motie, zich vol
komen vryheid van handelen voor
behield.
De motie-Marchant werd daarop
door de Kamer met 89 tegen 21
stemmen aangenomen.
Men zal nu dienen af te wachten
wat de minister zal doen. Hy heeft
beslist verklaard, de motie niet te
kunnen uitvoeren.
Weteoatwerp Limburg.
De Tweede Kamer heeft gister
middag met 49 tegen 17 stemmen
aangenomen het wetsontwerp Lim
burg c.s. tot wyziging der Hooger
Onderwyswet.
Petroleum en benzine.
Vrydag ia het tankschip American,
van de American Company, uit
Amerika te Rotterdam aangekomen
met een lading, welke voor het groot
ste gedeelte be3taat uit petroleum
en voor een klein gedeelte uit ben
zine.
De toe wyzinga-commissies voor pe
troleum en benzine verzoeken er de
aandacht op to vestigen,Jdat deze be-
trekkeiyk geringe vermeerdering van
voorraad nauweiyks aanleiding kan
geven tot het toekennen van grootere
rantsoenen aan hen, die tot nog toe
voor toewyzing in aanmerking kwa
men, zoodat het dus overbodig is te
achten, hernieuwde aanvragen by de
betrokken toewyzings-commissies
in te dienen.
Bosch- en hsldebrand.
Onder Tilburg heeft Woensdag
avond wederom een felle bosebbrand
gewoed. Veel hectaren, waarbij een
kostbaar dennenbosch van de ge
meente Tilburg, gingen snel in het
voortwoekerende vuur op. Oorzaak
onbekend.
BINNENLAND.
Onzs sohaepvaart.
Het stoomschip „Beukelsdyk" is
gistermiddag met 8700 ton tarwe en
276 ton meel voor de regeering van
New-York te Rotterdam aangekomen.
Het stoomschip „Magdalena", met
een lading tarwe van 2967 ton, van
Baltimore naar Rotterdam, is te Hali-
fax aangekomen.
Volgens te IJmuiden entvangen
berichten is de stoomtreiler „Hiber-
nia" van de maatschappy Shamrock
naar een Duitsche haven opgebraeht.
ontsnappen, doch myn opzichter werd
gevangen geDomen en zonder meer.
opgehangen.
Na de plantage geplunderd te
hebben, gingen de gebouwen, huizon
der arbeiders, enz., in vlamraon op.
Om het vernielingswerk nog meer
te voltooien, werd do machinerie met
dynamiet opgeblazen. Na 8 jaren
zwaren arbeid sta ik thans, evenals
zoovele duizenden, als het ware op
straat. De arbeiders werken niet
meerzij z|jn soldaten, revolutionairen
of struikroovers geworden, die (zoo
wel soldaten als andore bandieten)
de meest ongehoorde .schurkenstree-
ken uitvoeren en niets en niemand
ontzien.
lenigen stelen, moorden en plun
deren en zijn bandieten en anderen
doen hotzelfde in naam der wet en
noemen zicbzelven „patriotten", maar
dat „patriottisme* ia het Juist dat
ons ten gronde richt. Het land is
geruïneerd, zonder handel, zonder
ny verheid en het volk zonder eenige
bescherming. De regeering is on
machtig iets meer te „beschermen"?
dan de steden.
Al zyn wy er echter slecht aan
toe, nog slechter staat het met'het
arme volk, dat niet deelneemt aan
de algemeene plundering. Vooral
vrouwen en kinderen treft men vaak,
stervende van honger, aan, op do
hoeken der straten en in de „portales",
zonder dat wij by machte zijn, hun
nood te lenigen. Immers, er is geen
produktie en uit het buitenland wordt
alleen ingevoerd voor de soldaten.
Als de Duitsehers het uithoudings
vermogen hebben (op het gebied van
honger) van onze Mexikanen, zal het
uithongeringssysteem nooit werken.
In alle steden heeracüen hier tyfus
en andere besmettelijke ziekeen, die
alleen nog bestreden worden door
pastoors en dominee's daar de over
heid zich nergens mee bemoeit."
Ean belangrijke financieels
maatregel.
Naar de „Berliner Lokal Anzeiger"
van bevoegde zyde verneemt, zullen
de zilveren en nikkelen munten in
Duitachlaud aan het verkeer onttrok
ken worden. Er zal een korte termijn
worden vastgesteld, waarbinnen de
aanwezige metalen munten buiten
koers gesteld worden. Daar deze
munten dan nooit weer in omloop
zullen gebracht worden, zullen de
genen die ze na dien termyn nog
bewaren, daarvoor nog slechts do
zuivere metaalwaarde kuonen krygen,
die ver beneden de helft, in sommige
gevallen zelfs beneden een derde van
de koerswaarde ligt. Degenen, die
metaalgeld blijven vasthouden zullen
zich dus aan groote verliezen bloot
stellen, zonder dat iemand medelijden
met hen zal hebben, daar zy uit eigen
belang de financieele huishouding ty-
dens den oorlog bemoeiiykt en dus
de belangen des lands geschaad heb
ben.
Paniek in een bioscooptheater
te Londen.
Tydens eene voorstelling in een
bioscooptheater in Deptford (Londen)
ontstond plotseling op on verklaar
bare wyze een paniek. Onder het
publiek waren vele kinderen, wier
moeders queue, maakten om aard
appelen te koopen. In het gödrang
werden vier kinderen doodgetrapt en
16 anderen min of meer ernstig
gekwetst.
BUITENLAND.
Mexico.
Aan een brief van een landgenoot
in Mexico, dezer dagen door den ont
vanger h. t. L vertaald aan de „N.
R. Crt." toegezonden, ia het volgende
ontleend
„Gisteren ontving ik je brief van
12 Oct. '16 en alhoewel ik begryp
dat het soldatenleven je niet mee zal
vallen, mag je toch dankbaar zyn, in
Holland, en niet hier in Mexico te
vertoeven. Toen je ons verleden jaar
verliet, was de toestand, naar wy
dachten, al onhoudbaar, maar als ik
ie zeg, dat het nu duizendmaal erger
s hier, zal je me misschien niet
kunnen gelooveD.
Eenige maanden geleden werden
wy plotseling overvallen door een
bende van plm. 2000 Zapatistaa
(aanhangers van Zapata, den beruch-
ten bandietenkoning). De goheele
Btreek werd door hen verwoest en
ook ik werd niet gespaard. Door de
snelheid van mijn paard wist ik te
Heldenwoorden.
Het is schier opvallend, zoo weinig
als de Franschen omtrent huu eigen
heldendaden in dezen grooten oorlog
opgeven.
Uit vorige Europeesche oorlogen
waren er zoo tallooze gevleugelde go
zegden, „bonmots", slagveld-geestig
heden, chevalereske zegswyzen van
hen ln omloop. Stammen niet legio
standaard anecdoten van oorlog en
ki-yg uit den Napoleontischen ty<j, of
uit een der andere Gallische gevochte
perioden
En in een klein, verzorgd boakske,
dat de Parysche firma Larousso liet
verschynen, en door Paul Souchon
werd samengesteld, werden een aantal
dezer oorlogsanecdoten verzameld.
Men gaf er den titel aan van „Le3
Mots héroïquea do la Guerre".
Een krantenverkooper reikt de
voorby marebeereude troep zyu kran
ten toe, onder den ventersroep„Laat
zie nieuws van den oorlog, hot laat
ste nieuws!"
Een soldaat schreeuwt er boven
uit: —„Wat laatste nieuws! wat
oorlogsnieuws?! - wy zyn 't, dio
het maken!"
Een regiment ligt in een dorpje
in kwartier. In een der weinige
overeind gebleven huisjas tracht de
regimentskok het eten klaarte maken.
Daar suist een granaat aan, doorboort
het dak, barst midden in bet vertrek.
De kok en zyn maats werden ten-
ondersteboven gesmetonal het kook
gerei vliegt uiteen. Maar nismand is,
wonder boven wonder, geraakt. De
kok scharrelt het eerst overeind, en
zich afstoffend
„Die mispunten daarginds I
Wat moeten we vanavond nu eten
En hy zet zich aan het gereedmaken
van een ander menu voor z'n ka
meraden.
Te midden van een bloedig treffen
gaat een officier van gezondheid over
het slagveld, om mee gewonden op^
ie zoeken. Hij ziet een zwaar gewond
Duitach officier liggen; hy nadert
hem en geeft zelf het bevel aan
eenige van zyn soldaten, om den
stervende op te nemen. Maar ds ander
grypt z'n revolver, mikt op den
Fransche dokter, doch mist.
„Allocs doncl" rospt de Fransch-
man zonder onvriendelijke intonatie,
,doe niet zoo kinderachtig!"
Ea hy helpt zelf mee, den zwaar
gewonden vyand op de draagbaar to
plaatsen.
By een cavalarie-charge wordt
een ruiter ter aarde geworpenz'n
paard ligt dood geschoten naast hem.
Hy blijft alleen aebtor.
Eenige uren later vindt een der
Fransche patrouilles hem op schild
wacht staan by den ingang van een
dorp; vlak daarachter liggen de Duit
sehers.
„Wat voer je daar in je eentje
uit?" roepen hem zyn kameraden
toe.