HELDEH COURANT
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 19 MEI.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Debat Oud enThomassen
Tusscben de besturen der Centrale
Vrijzinnige Kiesvereeniging en de
Federatie Helder der S. D. A. P. was
een debat avond georganiseerd, welke,
voor een overvolle zaal, gisterenavond
gehouden werd. De beschikbare plaat
seu in „Casino" waren gelijkelijk
tusscben beide partijen verdeeld, ter
wijl de regeling zoodanig was, dat
beide candidaten gelijken tijd van
spreken hadden. Bij loting was uit
gemaakt wie bet eerst hot woord zou
voeren; dan zou de voorzitter van
de partij des tegenstanders de ver
gadering leiden en zoo vervolgens.
Allereerst sprak de heer Oud, de
candidaat der vrijzinnigen. De heer
VerstegeD, die thans de vergadering
leidde, deelde de regeling medeelke
spreker eerst drie kwartier, vervol
gens een pauze, dan elk een kwar
tier repliek en dan nog eene repliek
van 10 minuten, en gaf vervolgens
het woord aan den heer Oud.
Rede Oud.
Spr. wenscbt beginsel te stellen
tegenover beginsel. Op den voorgrond
zij gesteld, dat spr. overtuiging hierin
overeenstemt met die van den soci
aaldemocraat, dat nl. de tegenwoor
dige maatschappij niet hecfc voldaan
aan de verwachtingen, die men ervan
heeft gekoesterd, Er zijn in die
maatschappij vele dingen, die ver
anderd moeten wordenoenerzyda
is er armoede, terwijl and
weelde en overvloed is. Ook is spr.
het. oons met de soc.dem. waar deze
beweren, dat cr een maatschappij
konijn moet, waarin geene oorlogen
rneer mogelijk zijn. Maar daarom
komt bij ertegen op, dat hij wordt
voorgesteld door de soc.dem.
iemand, die de belangen verdedigt
van de brandkast. Spr. heeft nergens
claze meoning verkondigd. De soc.dem.
heeft de taktiek gevolgd om de
menschen van do vergaderingen weg
te houden, waar spr. optrad, anders
hadden zij het kunnen controleeren.
Daarom is het goed, dat ze eens hier
z|jn en het standpunt van spr. eens
hooren.
Echter, het gaat niet om de
vraag of de toestanden goed of ver
keerd zijn, maar: welke weg moet
worden ingeslagen om tot verbetering
te komen? Spr. hoopt in zijne rede
aan te toonen, dat de weg, dien de heer
Thomassen bewandelt, niet de goede
is, dat de sociaal democratie niet ver
sterkt de democratiseeriDg van de ont
wikkeling in de maatschappij.
De groote grief tegen desoc.-dem.
ia hun tweeslachtigheid. Eenerzyds
zitten zij vast aan verouderde klasse
begrippen, aan de tegenstelling tus-
schon kapitaal en arbeid, welke te
zamen den klasseatrljd voeren. Zij
zeggen: de heerschende klasse mis
bruikt haar positie, die zij ten koste
van de arbeiders sterker wil maken.
Zoo nu en dan geeft zy eens een brok
aan het volk iu den vorm van een
wettelijke verbetering, enz. Zooals
het van soc. zijde al eens is voorge
steld het kapitalisme zit, warm ge
kleed en goed doorvoed, in een slee,
en wordt door de hongerige wolven
achtervolgd, die het zich van hetlyf
houdt door ze af en toe een brok
toe to werpen.
Zoo redeneerende, heeft men een
voudig vast te houden aan de theorie
van Marx, dat deze klasse-tegenstel
ling hoe langer hoe scherper
worden, dat hoe langer hoe meer een
opeen hooping van kapitaal zal komen
aan den eeneD, een opeenhooping van
ellende aan den anderen kant. Totdat
ten slotte de groote revolutie komt,
die dat alles omver zal gooien en
waaruit de nieuwe maatscbappy zal
worden geboren.
Als men zoo redeneert, zit men
eenvoudig aan handen en voeten
bonden, kan men in het Parlement
niets beginnen en moet zich eenvoudig
bepalen tot het uitoefenen van kritiek.
Erzyn dan ook reeds tal van soc. dem.,
dio dit dogma loslaten langzamer
hand. Maar dan moet mon ook de
klasse-tegenstelling loslaten, dan moet
rnen ook tot de erkenning komen,
dat er veel meer dan twee klassen
zyn, zelfs onder de arbeiders. Dan
moet men begrypen, dat men, de oude,
revolutionaire theorie loslatend, moet
worden een party van hervormers.
Bernstein heeft dit zelf gezegdtosn
we nog vastzaten in de theorie van
Marx, zeide hij, konden we aan al die
veranderingen niet meedoen, maar
als wo gaan begrijpen, dat we die
theorie moeten loslaten, dan kunnen
we dat wel. Ea dien kant moet het
uit. Zoolang de soc.dem. nog vast
zitten aan de halfslachtigheid van
hun beginsel hervormingspartij en
revolutionaire anderzijds, kunnen we
hen niet meehelpen, moeten we hen
bestryden.
Voorbeelden, die het bovenstaande
staven zyn o. a. hun houding by het
uitbreken van het wereldconflict. In
Aug. 1914 stemden de soc. dem.
aaoBtonds vóór de mobilisatie credie
ten„als er éóne regeering onschuldig
is aan het huidige conflict, is het
wel de Nederlandsche" zeide niemand
minder dan Troelatra en by gaf
zijnen partijgenooten den raad den
hun door den oorlog opgelegden last
met opgewektheid te dragen. Maar
vóór 1 Aug. 1914 had de soc. dem.
steeds geweigerd haar stem te geven
aan iedere oorlogsbegrooting. En stel
nu eens, dat deze taktiek gevolgd
ware geworden. Dan ware er by het
uitbreken van den oorlog geen leger
geweest, hadden wy onze onafhan
kelijkheid niet kunnen verdedigen en
in minder dan geen tijd in den oorlog
gezeten. Ook nu nog stemt men
weertegen de oorlogsbegrooting.
Wat is dat voor houding? vraagt spr.
Tusschen mobilisatiecredieten en oor
logsbegrooting is in wezen geen ver
schil: de eersten zyn bestemd voor
oorlogatyd, de laatsten in tlld van
vrede.
Waarom doen de soc. dem.aldus?
Omdat zij andere, meer revolutionaire
elementen in hun party te vriend
moeten houden. Is er in eene party,
die zóó handelt, leiding en ban men
haar steuneD, die in btlangryke oogen-
blikken geen vast beginsel hebben?
Immers, hot coDgre3der party beslist
hare houding en du eens valt die
zus uit, dan weder zoo.
Een ander punt is de mini3terie8le
verantwoordelijkheid. Toen in 1918
de vrijzinnigen optrokken met alge
meen kiesrecht en staatspensioen in
hun program, erkenden ook de soc.
dem. dat dit eon mooi program wa*.
M-n vond het program goed, maar
niet ds vryzinnigen. Men zeide: zy
meenen er niets van, wij soc.dem.
hebben ze voortgedreven met de
zweep. Nu nog, in „De Vonk", wordt
de indruk gewekt alsof wij op het
punt van Staatspensioen onbetrouw
baar zouden zynmen verzuimt erby
te vermelden, dat verleden jaar, toen
hot wetsontwerp-Lely aan de orde
kwam, alle vryzinnigen voorgestemd
hebbeD. Het is niet oprecht, dat.
De Vonk" er dit niet bij vermeldt.
Oorspronkelijk kwam de arbeiders
party op stoed3 voor den loonarbei
der. Er kwam eene beweging, die
neen, er zyn ook anderen
waarvoor we zorgen moeten. De
Bond voor Staatspensioneericg werd
opgericht. Nu beweerden onlangs do
soc. dem., dat zy het zyn, door wier
toedoen deze Bond ontstond, maar
wie de geschiedenis ervan kent, weet
dat hij door de vryzinnigen werd
opgericht. Kwamen de soc. dem. in
debat mot ons, dan zeiden ze: word
toch geen lid van dien Bond, kom
in onze party, dat is beter, en ze
werkten op die manier den Bond
teg9n. Maar toen do Bond groeide,
toen bij beter werd, kwamen de soc.
dem. er ook in. Thans adverteert de
heer Thomassen in de „Schager Ct.''
dat hij zelf lid van dien Bond is...
Met veel gloed en vuur hebben
de soc. dem. steeds gezegd, dat men,
om alg. kiesrecht en staatspensioen
geen lid moest worden van de vryz.
dem. party, maar van de soc. dom.
arb. party. Velen kwamen onder de
bekoring van hun woorden.
Toen kregen we een Kamer, die
bestond uit 37 vryzinnigen en 18
soc. dem. Getracht moest worden
ministerie te vinden, dat Staats-
pensioneering en alg. kiesrecht op
baar program had. Da vryzinnigen
alleen konden niet regeeren, de soc.
dem. alleen evenmin. Ergo kwam de
vraag: laat ons samengaan. Ware
die vraag in het algemeen gesteld,
dan hadden de soc. dem. gelijkgehad
met te weigeren. Maar zij werd ge
steld op een program, dat slechts
deze drie punten bevatte. Duizenden
menschen, verdrukten en armen,
dachten: nu is de gulden tyd
komen, de soc. dem., de warme
strijders voor al wat onrecht ia en
verdrukt, gaan mee met de vry
zinnigen. Wat moest er omgaan in
hun harten, toen eenige weken later
bleek, dat... de soc. dem. niet thuis
waren, dat ze wel wilden kritiseeren,
maar geen opbouwend werk ver
richten?... Dit, van 1913, was veel
gewichtiger dan al die wetsontwerpjes
van vroeger. Mannen als Vliegen en
Schaper Z6iden zelfwe moeten nu
do scheepjes binnenhalen, die getuigd
en geladeu klaarliggen. Later moest
men zelf erkennen, dat hier party
belang gesteld was boven algemeen
belang.
Wat heeft men aan zoo'n party,
die telkens moet vragenzou v. d.
Goes of Wibaut dit wel goedvinden
Het is gemakkeiyk genoeg geen re
geeringsverantwoordelijkheid tewil
len aanvaarden. Als men echter
vraagt, dan zyn de soc.-dem. nooit
mode-schuldig aan allerlei dingen
Maar zou het, als zy de mede-ver-
antwooröelykheid voor de regeering
hadden aanvaard, niet anders geloo
pen zyn?
Spr. komt nu op het wetsontwerp
ter verbetering der onderwijzerspo
sitie. Toen dr. Bos met de vraag tot
Troelstra kwam om mede in het
ministerie zitting te nemen, wilde
hy deze positieverbetering door laten
gaan. Toen er van samenwerking
niets kwam, verviel ook dit; we
kwam de motie-Ter Laan, maar de
heer Cort van der Lihden zeideik
voer die niet uit, ik kan niet te veel
hooi op mijn vork nemen. Dat is
toen blyven hangen. Thans is er
oen wetsontwerp van links om de
minima te verhoogen. Het is reeds
aangenomen, maar de regeering moet
het nog goedvindeD, en de heer Cort
van der Linden zou thans aan de
Koningin kunnen adviseeren: be
krachtig het niet. Voelt men niet
het gevaar, dat hierin schuilt voor
de democratie Ware het een minis
terie geweest van vryzinnigen en
soc.dem., dan was het wetsontwerp
thans aangenomen geweest.
Tenslotte de grondwetsherziening.
Reeds vóór 1880 hebben vrijzinnigen
als Veegens e.a. gevochten voor al
gemeen kiesrecht. Nu zal eindelijk
worden ingevoerd vertegenwoordi
ging op den mee3t breeden grondslag.
Natuurlijk moet hier eerst nog vrou
wenkiesrecht bijkomen, maar dan
zyn we er nog niet. Ziet eens naar
Duitschland, waar hoe langer hoe
minder het Parlement is geworden
het lichaam, dat regeert. Dien weg
gaat het hier ook op, als wij geen
regeering hebben, die steunt op de
meerderheid in de Kamer. Ea zoolang
de soc. dem. als zij 15 zetels beeft,
haar oude taktiek niet loslaat, zyn
wy daartegen niet gewaarborgd. De
regeering zal dan niet meegaan met
den volkswil.
Daarom bestryden wy de soc. dem.
Wy doen dat ongaarne, omdat ze
zooveel goeds heeft. Maar zyblyfete
veel vastzitten aan oude theorieflo,
kijkt te veel naar de revolutionaire
elementen. Hoede betere maatschappij
er uit zal zien, niemand weet het.
Maar zy zal steeds beter worden.
Laat ons toch het vertrouwen in de
menschheid niet verliezen, on beden
ken, dat iedere klasse in de maat-
scbappy haar eigen taak heeft te
vervullen. Wy moetea yveren, dat
ieders aandeel, ook van den midden
stander tot zyn recht komt, dat de
goede krachten, die in het volk slui
meren, niet verstikken alleen omdat
hy arm geboren is. Arbeiders en
werkgevers tot elkaar brengen langs
vreedzamen weg, dat is beter dan
met stryd. Wie zoo Bpreekt, wil niet
worden gekozen als vertegenwoordi
ger van de brandkast. Ik eisch, dat
men de eerlykheid erkent van my'n
beginselen. Men mag niet zeggen
als hy eenmaal in de Kamer is, doet
hy toch niets. De kracht van het
vrijzinnig beginsel is, dat het zich
ontwikkelen kan met do maatschappij.
Een halvo eeuw van ontwikkeling
brengt tal van nieuwe gezichtspun
ten, andere vragen doen zich aan
ons op. Wij moeten alleen kyken
naar het beginsel, niet naar de per
sonen, alleen naar den kijk, dien we
hebben op de maatschappeiyko ont
wikkeling. Ea als de soc. dem. wil
len loslaten de rev. tbeorieön, zullen
hun candidaten ons even lief zijn als
onze eigen.
Rede Thomassen,
't Zyn dezen keer eigenaardige
verkiezingen, aldus de heer Tho
massen. Want het gaat niet om de
dingen Yan de binnenlandsche poli
tiek. Immers, wat de grondwets
herziening betreft, die is al geheel
klaar en wij, even goed als de vrij
zinnigen, hebben niet anders te doen
dan ja te zeggen als het op stemming
aankomt. Ware ik in eene vergade
ring van de onzen alleen, dan zou
ik voorstellen een telegram van hulde
te zenden aan hem, die hiermede
een deel van zijn levensideaal ziet
verwezenlijkt, en het zou hem goed
doen daar in Stockholm, waar hy
thans bezig is aan een ander levens
werk te arbeiden. Maar spr. zal thans
niet voorstellen eon telegram aan
Troelatra te zenden.
Hü bespreekt allereerst de kwestie
van het kiesrecht. ODgetwyfeld is
er vroeger wel eens een losloopend
vrijzinnige geweest, die voorgestemd
heeft, maar zeer zeker is het de
s.d.a.p. geweest, die er langzamer
hand de vryzinnigen toe gebracht
heeft. Troelafra is het geweest, die
splitsing bracht in de unie, die
tensloito de laatste groep vryzinnigen
tot het algemeen kiesrecht bracht.
Dat is de eene overwinning, dio wij
kunnen opeischen.
De andere is do flaantieele gelijk
stelling van openbaar en bizonder
onderwijs. Jaren en jaren door de
vrijzinnigen tegengehouden, was het
de hardnekkige stryd van de christen-
arbeiders, die hier de zege bevocht
op de tegenstrevende vrijzinnigen,
De soc. dem. is de partij geweest,
dio als gangmaker diende voor de
anderen en ze meekreeg.
Welke andere dingen kunt go nog
opnoemen zal men vragen. Aller
eerst do duurtetoeslag. Ge weet er
alles van. De S.D.A.P. heeft in een
billet een gansch lijstje gegeven van
wat de party in dit opzicht
heeft. Er komen vergissingen in voor,
zeggen de vrijzinnigen. Er wordt b.v.
iets in genoemd eene interpellatie,
wat maar een schrifceiyke vraag bleek
te zyn geweest. Wel mogeiyk. Maar
het eenige wat had kunnen geschieden,
was: er een aodere lijst van de vrij
zinnigen tegenover stellen. Die lijst
ontbreekt. Als de taktiek van de vrij
zinnigen gevolgd wa3 bij de levens
middelen-voorziening, dan ware er
nog veel grooter schaarscbte
weest dan thans bet ge val i9. Immers,
zy wilden geen prysstelliDg, maar
den vryen handel, en wilden dau door
duurte toeslagen het mogelijk maken
voor don'arbeider de duurdere levens
middelen te koopen. Wie het onder
vindt, weet wol hoe .hard het met
die duurtetoeslagon loopt.
Echter, de hoofdzaak, waarover het
hier vanavond gaat, is, dat de
Oud de maatschappij berustende op
de grondslagen zooals die zyn, aan
vaardt, terwijl spr. zegt, dat die
grondslagen niet deugen. Daarom is
het onverkort waar, dat de heer Oud
d6 vertegenwoordiger is van de brand
kast. Natuurlyk, dat de heer Oud
zyn partygenooten y veren om zooveel
mogelijk de gevolgen van bet bestaande
stelsel weg te nemen, maar feit is
het, dat de toestand van twee scherpe
tegenstellingen blyft: eenerzyds de
fabrikant, anderzyds de arbeider, die
niets heeft dan zijn werkkracht. Wie
dat stelsel van winst aanvaardt, aan
vaardt ook de gevolgen ervan. De
beste vergelijking vindt men nog als
men kijkt naar de huizen in de steden.
Er zijn vele kleine en maar heel weinig
groote woningen. Natuurlyk zyn er
tusschonvormen, maar de groote
massa behoort tot de kleine woningen.
En in de groote woningen woont de
bezittende klasse, die de macht heefr.
De helft van alle woningen stati
stieken wijzen het uit is kleiner
of ook grooter dan een varkenshok,
de andere helft woont in wat grootere
woningen, een minderheid hiervan in
de grootste* Ea wij vragenziet ge
dat dan niet Tot de kleinen zeggen
wyduldt gy dat, dat gy met vrouw
en kinderen wordt weggestopt
zoo'n varkenskot? Hoe komt dat,
dat ge geen kans hebt om in een
beter woning te komen? Waarom
blijft ge.de partyen steunen, die
daarin wil laten wonen?
En tot de grooten zeggen wij
Brandt u het dab niet boven uw
hoofd? Kunt gy het dulden, dat
zooiets mogelijk is? Eéa middel
slechts is er om het te veranderen:
door samen op te trekken tegen de
kleine woningen.
Spr. komt op het onderwijs. Hoe
is het beeld daarvan? De volks
kinderen gaan zes jaar op school,
dan zijn zy uitgeleerd. Voor enk6le
bevoorrechten gaat het onderwys
voort. Waarom vindt gij het goed,
gy kleinen, dat uw kinderen worden
afgescheept met 6 kale onderwys-
jaren? Is dat een wet van Meden en
Perzen? Is dat een Godsgebod?
Tracht dan gelykheid te krijgen, opdat
de maatscbappy kan proflteeren van
het intellect, dat ook onder het volk
ia. Ik geef toe, er is er hi6r en daar
een, die onverschillig is op dat gebied,
maar in den regel zijn het maat-
scbappeiyke toestanden, die maken,
dat de groote massa verstoken blijft
van het beter onderwys. Waarom
uzelf lager geschat dan de anderen
De tyden zyn voorby dat men sprak
van blauw bloed e. d.
Tot de bewoners van groote huizen
zegt spr.: Gy doet uw plicht als
van de omstandigheden profiteert om
uw kinderen op te voeden zoo goed
u de gelegenheid geschonken wordt.
Maar welk recht hebt gij er alleen
op, en de anderen niet?
De toestand is zoo wat het onder
wijs betreft als in do maatschappij.
De groote massa behoeft maar te
worden opgeleid tot soldaten, en
soldaten hebben weinig onderwijs
noodig. Ze behoeven niet veel te
weten, moeten alleen gehoorzamen.
Meent ge, dat dat recht is, stemt dan
op do vertegenwoordigers van hen,
dio zoo denken.
Ouderdomspensioen. De benauwen
de vraag voor de ouden van dagen is
hoe zal ik het maken op myn ouden
dag? Wat is er erger dan een toe
komst, die iu baar schoot kan bergen
een ouden dag als die van de arbei
ders. Zijn leven lang werkt hij, stelt
by zyn krachten in dienst van de
maatschappy, en die onderhoudt hem
nog niet eens als hij opgeleefd is. Nog
maar eon paar j3ar is het, dat uit de
wet van Talma op voorstel van de
soc. dem. de f2.- ouderdomsrente
zyn gelicht, en het zyn de vryzinnigen
geweest, die er mede schuldig aan
zyn, dat die f2.- nog maar f2.-
en die 70 jaar nog steeds 70 jaar
zijn gebleven. De Bond voor Staats-
pensionneering heeft zeer geijverd
voor het staatspensioen, en do vraag
wie het meest gedaan he6ft: deze
Bond of de s. d. a. p. kan buiten be
spreking blyven. Staatspensioen was
een politieke noodzakeiykheid ge
worden, en het zijn de vryzinnigen,
die er het allerlaatst toe bekeerd zyn.
Geen enkele party heeft zoo fel, met
zulke vreeseiyke woorden, het staats
pensioen trachten tegen te houden,
al is het waar, dat de f2.— van de
wet Talma aangenomen zyn met be
hulp van alle vryzinnigS stemmen.
Maar ze zeggen 6r niet by, dat we
een pensioenbelasting zouden hebben
gehad als de vrijzinnigen op het
critieke oogenblik niet waren gerem
placeerd door de katholieken. De af
spraak in 1913 was deze: geen pre
miebetaling, en de motie-Schaper
ware afgestemd geworden, als niet
eenige katholiekou haar hadden ge
te willen stemmen als daarmede het
kiesrecht kon worden binnengehaald,
en mits dio begrooting niet stygt
boven die van 1912. Hebben de vry
zinnigen dat aangenomen? Er waren
er, die het wel wilden, maar met
name de oud-liberalen wilden dat niet.
Het gaat duB tenslotte om de vraag
welken kyk hebt gy op de maat
schappij? Aanvaardt gy haar met
alle consequenties? Ea gy allen, die
in de kleine huisjes woont, ik ben
overtuigd, dat gy zeggen zult: wij
aanvaarden de soc. dem., die het
kwaad aantast in het hart.
red. Daardoor moest min. Treub val
len. Onder de katholieken hoeft het
slaatspensioen niet veel aanhang,
d.w.z. onder de heeren. Maar de katii.
arbeider gaat even gaarne zijn f2.—
ouderdomsrente halen als ieder ander.
Het komt dus wel, en als wy de
vraag stellen wie hebben het staats
pensioen het langst tegengehouden?
ia het antwoord: de vrijzinniger.
Militarisme. De heer Oud heeft een
belangryk deel van zyn rede gewijd
aan de uiteenzetting van wat do
soc. dem. vroeger wilden en wat ze
thans willen. Maar hy schuift ons
dingen in de schoenen, die allang
een overwonnen standpunt zyn. De
Verelendungstheorie b.v. bestaat niet
meer. Onze partij vecht waar zo
kan om reeds nu zoo goed mogelyk
voordeelen te bevechten. Steeds weer
heeft de soc. dem. gepoogd het staats
pensioen te verhoogen. Een wets
voorstel inzake den 10 uren werkdag
met. overgang naar het 8 urenstelsel
is ingediend. Doet dat een party, die
wanhoopt aan de toekomst? vraagt
spreker.
Het militarisme is steeds een vette
kluif voor do vryzinnigen. Niemand
beweert, dat de soc. dem. de schuld
hebben aan dezea oorlog. Wij be
weren, dat de vryzinnigen en de
kerkdijken, die het huidige maat
schappelijke systeem hebben gevoed,
schuldig staan aan dezen oorlog. Wy
stemden steeds tegen oorlogsbegroo
liegen, omdat we het systeem, dat
daarmede in stand gehouden wordt,
niet wensehen te aanvaarden, daar
voor geene verantwoordelijkheid wil-
i len dragen. Als ole andere partyen
gedaan hadden wat wy deden, niet
de andere partyen in Nederland
alleen, maar in alle landen, dan was
er in 1914 geen oorlog uitgebroken,
want dan waren de middelen
niet geweest om dien te voeren. Wy
hebben steeds gepoogd om
leger te krijgen, een leger, alleen
geschikt om eigen land te verdedigen,
maar absoluut ongeschikt om te
vechten.
Maar in het feit, dat wy niettemin
vóór de mobilisatiecredieten stemden,
zit geon tegenstrydigheid. Had men
onzen zin gedaan, dan was er
volksleger geweest, goed gewapend,
te allen tyde gereed. Maar nu de
zaak er zoo voor stond, grepen wy
de middelen aan, die wy niettemin
anders en beter hadden willen hebben
en stamden voor de mobilisatie
credieten, volkomen in overeenstem
ming met ons standpunt tegen een
aanvallend leger. Het is verkeerd,
om, zooals de heer Oud doet, te
zeggen: gelukkig, dat we nog
leger en een vloot hobben, die onze
neutraliteit kunnen bandhaven,
moet zeggen: wat jammer, dat de
theorieén der soc. dem. niet zyn
verwezeniykt.
De minister portefeuilles. Dit is de
tweede vette kluif voor de vrijzin
nigen. Spr. vraagt den heer Oud:
wat zoudt gij gedaan hebben als u in
een ministerie van 9 drie zetels waren
aangeboden, en gy hadt die moeten
overnemen met de wetenschap erby,
dat ge u daardoor met huid en haar
aan de meerderheid verkocht? In
dat miniBterie zou eerst met 6 tegen
3 stommen moeten zyn uitgemaakt
hoe een wetsontwerp zou luiden, en
dan zou het in de Kamer ook door den
socialistischen minister moeten zijn
verdedigd en de soc. dem. zouden
niet kunnen tegenstemmen. De ver
antwoordelijkheid durven we wel aan.
Daarvoor getuigen Zaandam, Am
sterdam met zyn twee soc. dem.
wethouders, en nog andere plaatsen.
Maar wij wilden ons in 1913 niet
met huid en haar verkoopen.
De heer Oud hing een roerend tafe
reel op van de teleurstelling, die velen
ondervonden by het weigeren der
portefeuilles. Daar gaat ons staats
pensioen 1 riepen, volgens dezen heer,
velen. Zeker, aanvankelijk heeft dat
hier en daar ingeslagen, maar het
hield geen stand, omdat men begreep,
dat de aanvaarding der portefeuilles
zou zijn geweest een miskenning van
ons staatswezen. Na de uitspraak van
de stembus was er een meerderheid
voor alg. kiesrecht. Er moest dus een
ministerie komen, dat deze twee pun
ten kiesrecht en staatspensioen, aan
vaardde. Dit zeide niet een soc. dem.,
maar de thans afgetreden vertegen-
wpordiger voor den Helder, de heer
De Meester. Er is, zeide de heer de
Meester, geen regeering bestaanbaar,
die de oplossing hiervan zou willen
verschuiven. En trad het ministerie
Cort van der Linden niet op als het
ministerie van den volkswil?
En tenslottezeide niet onze fractie,
dat zij in ieder geval deze twee zaken
zou steunen? Wat deed het er dan
eigenlijk toe of wy in de regeering
zaten of niet als wy de regeering
toch steunen wilden? Zelfs hebben
we gezegd vóór de oorlogsbegrooting
Na eene korte pauze, verkreeg de
Oud het woord voor repliek.
Repliek Oud.
Spr. betoogt allereerst, dat ook de
vryzinnigen niet de huidige maat
schappy aanvaarden. Maar zy wach
ten af, boe zich deze ontwikkelen
zal, en willen hervormen wat her
vormd moet worden. Wat de heer
Thomassen zeide over de menschen
in groote en kleine huizen onder-
schryft spr. ten volle. De Verelen
dungstheorie is een overwonnen
standpunt, zei de heer Thomassen.
Spr. heeft ook juist doen uitkomen,
dat deze theorie al door vele s.d.
losgelaten wordt, maar zyn betoog
was er op gericht, dat men dan ook
het ganache stelsel moet loslaten.
D9 heer Thomassen wenscht een
andere maatschappij; spr. ook.
De vraag is slechts: hoe komen
wy daar? Kunnen de soc.dem., als
zy do meerderheid hebben, ten slotte
iets andera doen dan wy, n.1. her
vormen Spr. citeert den soc. dem.
Kolf, die in de „Soz. Monatshefte"
schreef, dat het ondenkbaar is, dat
men ineens een soc. dem. Duitschland
zou krygen, dat als een eiland ligt
te midden van de andere landen. Vol
gens eigon getuigenis kunnen dus
de soc. dem. niet anders dan hervor
men. Ea waar dat zoo is, zegt spr.
sla dan mot ons de hand aan den
ploeg 1
De heer Thomassen spreekt van
soldaten en officieren in het arbeids
leger. Gelooft men dan, dat in een
soc.-dem. maatschappy geen soldaten
noodig zouden zijn, dat er geen lei
ding, geen gezag zou noodig zijn?
Men zal zeggende kleine luiden, de
menschen uit de kleine huisjes zyn
het niet alleen, die soldaat moeten
worden. Maar dat wil spr. ook niet,
de vryzinnigen willen ook juist uit
de lagere klassen de goede elementen
halen. Die maatschappij is zoo mooi
niet en ik kan me niet voorstellen,
dat iemand die mooi zou vinden.
Staatspensioen en pensioenbelasting
achten wij verderfelijk, omdat het
systeem niet deugt, het geen reke
ning houdt met de draagkracht. Er
wordt gevraagd 1 pet. van ieders in
komen, dat is niet goed. Dit systeem
is van minister Treub, maar als de
soc.dem. mede geregeerd hadden,
zouden we een ander minister van
Financien hebben gehad. Spr. heeft
mede een rapport hieromtrent opge
steld, door den Bond v. Staatspens.
ontworpen, en dat rapport bevat een
doorloopende kritiek op de regeering.
Het militarisme is een vette kluif,
zegt de heer Thomassen. Oeh neen,
dat is zoo'n vette kluif niet. Het is
onjuist om te zeggen: als ge op den
vrijzinnige stemt, stemt ge voorden
oorlog. Op 1 Aug. 1914 heeft men bl
de soc.-dem. hetzelfde gezien als bl.
ons: de soc. dem. is uiteengespat en
ook zy hebben gezegd wy steunen
de regeering. Spr. citeert uit „het
Volk" van 1910, dus vóór den oorlog,
waar de socialist Hindham, die impe
rialistische neigingen had, behooriyk
wordt afgestraft in dat orgaan.
De heer Thomassen is vóór een volks
leger. De v. d. party heeft er altyd
voor gestemd. Het volksleger is een
uitvloeisel van onze democratie. Ons
leger is een verdedigingsinstrument.
Maar voelt men niet, dat wy,alswe
geen leger hadden gehad, in den oorlog
waren geraakt? De heer Thomassen
zegt: als ze allemaal hadden gedaan
als wy wilden, ware er geen oorlog
geweest, want dan hadden de middelen
ontbroken. Ja, als de broodjes op het
veld groeiden, hailden weg6en bakkers
noodig! Er waa echter, in het begin
van den oorlog, een volksleider, die
wel degeiyk vóór deelname aan den
oorlog was. En het was de heer
Vliegen, die aldus schreef in „het
Volk". Spr. voert dit volstrekt niet
als grief tegen dien heer aan, alleen
maar als feit, dat het eigenlijk geen
verschil maakt of men vrijzinnig is
of socialistisch op dit punt.
De portefeuille-kwestie. Het ging er
niet om voor de soc-dem. om zich
met huid en haar aan de anderen
over te geven. Het ging er om overleg
te plegen, Duys kwam op het congres
te Zwolle met een amendement in
dezen geest, maar toen was het besluit
om niet deel te nemen al genomen.
De héér Thomassen zegt: het al
gemeen kiesrecht moest er komen,
iedere regeering, die optrad moest
dat geven. Dat wist men niet,
den soc.dem. sloeg de schrik om het
hart, toen ze hoorden dat een extra
congres belegd zou worden waarin
de portefeuille-kwestie besproken zou
worden. Dat zyn de eenvoudige feiten.
Da tweeslachtigheid bleef, er waa
geen eenheid in de party.
Daarom zegt spr.: gaat liever in
zee met hen, die hun verantwoorde
lijkheid beseffen. Die misschien niet
zulke mooie redevoeringen houden
als de soc.dem. Maar als deze laat
sten de macht krygen kunnen ze
niet anders dan wy.
Repliek Thomassen.
De heer Oud kan zich niet voor
stellen, dat er iemand is, die de
maatscbappy in haar tegenwoordigen
vorm verdedigt. Maar is de heer Oud
dan, vraagt spr., een vreemdeling in
Jeruzalem? 't Krioelt van dezulken.
Doch de heer Oud is zoo voorzichtig
te spreken vanik voor ml). Juist,
maar tegenover één vrijzinnigde
mocraat als de heer Oud staan 9
starconservatiove liberalen. En ook
de conservatieve liberalen willen den
heer Oud als candidaat. De heer de
Meester moest het veld ruimen, om
dat hy niet meer op kon tegen de
liberalen. En de vryzinnlg democraat
wordt naar het parlement gedragen
door een stel politici, die haast even
ver uit elkander staan als de heer
Oud en ik.
De heer Thomassen wil ook her
vormen, zegt de heer Oud. Maar er
was geen enkele wet aan de orde of
de soc. dem. deden pogingen, die te
verbeteren, en dan waien het de
vrijzinnigen om dat onmogeiyk te
maken. Toen ze in de minderheid
waren, stemden ze vóór het amen
dement op de wet Talma inzake
ouderdomsrente. Het volgend jaar,
toen ze de meerderheid hadden, en
er een amendement van Duys kwam
tot verhooging van de f 2.— ouder
domsrente, stemden ze tegen. Nu
waren het de kerkeiyken, die in de
minderheid waren en die neiging
vertoonden om het aantenemen. Maar
de vryzinnige minister zeide: gij
moet het intrekken uw amendement,
anders leg ik mijn portefeuille neer.
En ik had wel eens willen zien, als
alle honderd kamerleden gezamenlyk
waren opgetreden, of de minister dan
zyu bedreiging had uitgevoerd. Maar
nu werd Duys genoodzaakt zyn
amendement intetrekken.
We weten drommels goed, dat we
niet zoo maar kunnen overstappen
in een nieuwe maatschappy. Maar
wat voor middelen worden thans, nu
de kapitalistische maatschappy spaak-
loopt, toegepast? Middelen, die in
absoluut socialistische richting gaan.
Natuurlyk zyn in een soc. maat
schappy officieren zoowel als soldaten
noodig. De grootste ellende ontstaat
juist thans, doordat de massa van
de menschen verstoken is van alles
wat noodig is om te leven, en alleen
is aangewezen op eigen lichaam.
Ze moeten in andermans fabrieken
werken, in andermans huizen wonen,
voor een ander het geld verdienen.
Wie de grond, de fabrieken enz. beeft,
is de baas in de maatschappy, de
groote massa heeft niets dan een
paar handen. Hy moet zijn werkkracht
verkoopenelke dag, dien hy niet
werkt, beteekent verlies voor hem.
Dat is de groote kanker van de maat
schappij. Wy willen al het bestaande,
myaen, schepeD, fabrieken, enz., in
het bezit van de gemeenschap opdat
allen er gelykeiyk van kunnen pro
flteeren. Zeg niet, dat het niet mogeiyk
is. Zie naar de organisaties, die thans
al bloeien en groeien, kyk naar een
maatschappij als de Automaat, wiens
looper een soldaat Is in dienst van
koning Rockefeller. Is dat geen schan
daal, dat zooiets mogeiyk is? Zie
naar een organisatie als de post, naar
de. groote melkfabrieken, zooals die
tegenwoordig in Amsterdam zyn ge
organiseerd. Hoe noemen de kleine
melkslytertjes die organisatie, met
een toespeling op de initialen, die
op de karren staan?
De vampier noemen zy het: zy
_Jn het, het is het kapitalisme, dat
den middenstand in den grond boort,
niet het socialisme.
Wat de kwestie Hindham betreft
zoo goed als de vrijzinnigen zeggen
Treub is geen vrijzinnig-democraat
meer, zoo goed zeggen wyHindham
behoort niet meer tot de onzen. Spr.
zet deze kwestie nader uiteen.
Wy weten zeer goed, dat we geen
soc. eilandje kunnen maken. Maar
onze grief is, dat een niet-soc. dem.
het militarisme voedt met zyn harte-
bloed. Zij zyn er aansprakeiyk voor,
dat zo het gevoed hebben tot het
monster, dat thans Europa verscheurt.
Dupliek Oud.
De heer Thomassen heeft zich zeer
boos gemaakt over bet citaat inzake
Hindham. Maar spr. citeerde het
alleeD, omdat de heer Thomassen
zeide, dat nooit één soc. dem. voor
de oorlogscredieten had gestemd. Ea
het is een feit, dat Hindham het
imperialistisch streven van Engeland
verdedigde. Nu kan men wel zeggen
hy is geen soc. dem., maar zelf geeft
Hindham dat niet toe. Spr. leest voor
wat deze Eagelachman schryft tegen
de soc. conferentie in Stockholm. Hy
spreekt van „gemodder" enz., en u
ziet nu zelf hoe broederlijk die soc.
dem. zyn. Spr. wil de reis naar
Stockholm niet verdacht maken,
alleen haalt hy dit geval aan als een
voorbeeld van de verdeeldheid onder
de soc.dem. Maar laten we hiermede
de zaak niet vertroebelen en deze
kwestie er liever buiten houden.
Zeker staat spr. hier als vryzinnig-
democraat en als zoodanig spreekt
hy. Ea als gy me kiest, zult ge een
goed vryz. aan me hebben. Zoo heel
erg conservatief zyn ze hier in het
district toch niet, anders hadden ze
my niet candidaat gesteld. Maar men
moet niet beginnen my een beginsel,
in de Bcboenen te schuiven, dat het
mijne niet is. Ik wil gelooven, dat
de soc. dem. liever een candidaat
hadden gezien, die minder den geest
van het district weergeeft.
Wy willen hervormen. Wy voelen
ook, dat de arbeiders in loondienst
niets anders hebben dan hun arbeids
kracht en daarom hebben wy begre
pen, dat eene gelegenheid moest wor
den aangegrepen als die van het ar
beidscontract. Vóór die wet er was
bestond hier de gedwongen winkel
nering, en het daaraan annexe staan
geld. Spr. zet nader uiteen wat dit
was. De vryz. dem. Drucker heeft
een ontwerp arbeidscontract gemaakt.
Het ging de soc. dem. niet ver ge
noeg en zij stemden tegen die wet.
Hadden zy hun zin gekregen, dan
hadden de arbeiders een leege dop
gekregen, inplaats van zooals nu, al
thans een half ei. De soc. dem. voeren
een politiek van overvragen, en men
ziet uit dit voorbaeld, waartoe dit
leidt. Toen de campagne voor het
staatspensioen gevoerd werd ,was het
vryz. kamerlid de Muralt, die in Oost
burg het district afreisde, steeds ach
tervolgd door een soc. dem., die tel
kens in debat kwam en telkens weer
vroeghoeveel geven jelui Totdat
het den heer de Muralt begon te ver
velen en hy op zekereu avond toe
voegde, zeg my eerst, wat gy geefr,
dan leg ik er een ryksdaalder boven
opl Sannes zeide in een debat met
prof. Kohnstamm, dat hy f6.- wil
de geven. Nou, zei Troelstra, dan
moet hy dat maar uit eigen zak
betalen, want ik neem de verant
woordelijkheid daarvoor niet op me.
Het is gemakkeiyk om, zooals de
soc. dem. zeggen als iets, door den
drang der omstandigheden geschiedt,
te zeggen: het is ons werk. Alles
wat er goeds gebeurt is hun werk
en als het verkeerd gaat is het niet
hun schuld.
Wy moeten hervormen in het
bestaande. We weten immers niet
wat de maatscbappy worden zal?
By de levensmiddelen politiek hebben
wij gezegd dat we moeten zorgen,
dat ieder voedsel krijgt al naar er is.
Geen enkel vryzinnige stemde tegen
de di8tributiewet. De beer Sannes
drong er by den min. op aan wat
meer aan den staat te breDgen; de
min. weigerde dit, daar andera de
middenstanders te gronde zouden
jaan. Toen zeide de heer Sannes: wy
runnen met belangen van enkele dui
zenden toch geene rekening houden?
Met een beroep op de kiszers om
vrijzinnig to stemmen, eindigt spr.
Dupliek Thomassen.
Het is gevaarlyk, om, zooals de
heer Oud doet, uit het hoofd te
citeeren wat een kamerlid gezegd
heeft, constateert deze. Als men de
Handelingen naleest klinkt het altyd
eenigszins anders. Zou Sannes wat
hy zeide ook aldus bedoeld kunnen
hebben, vraagt spr., dat hij zeggen
wildeals er iets geschied is in deze
distributie wet, dan is het zóó te rege
len, dat de maatschappy niet uit haar
verband gerukt wordt. Spr. zal het
wegens den korten tyd van dupliek
niet citeeren, maar de motie Sannes
in de Vonk afdrukken, dan kan men
haar in haar geheel lezen.
Die grap van den heer De Muralt
is niet onaardig, om er een ryks
daalder op te leggen, 't Is alleen maar
jammer, dat hy er niet opgelegd is.
Zelfs geen gulden: de vryzinnigen
weigerden om bet staatspensioen van
f2.- op f3.- te brengen.
De soc. dem. is uit elkaar gevallen,
't Ia waar helaas. Dit is een van de
grootste rampen, die uit den oorlog
zyn voortgekomen. Maar spr. komt
er tegen op, dat men de conferentie
te Stockholm doet voorkomen op de
manier als de Tel. en de N. Amat.
als te werken voor een Duitschen
vrede. Uitingen, vau hen, die met
leedwezen zien, dat een poging, ge
daan wordt om den oorlog te beëin
digen. Zelfs Vandeveldo heeft gezegd,
dat het gelukkig is, dat er eene po
ging gedaan wordt. Dit is zeker, als
de vrede door bemiddeling van de
Stockholmscbe conferentie tot stand
komt, zal het woord van den a.r.
wethouder van Amsterdam bewaar
heid wordendat de soc. dem. groot
zal worden.
Ja, Vliegen heeft het ongeluk ge
had een oorlogzuchtig artikel in het
Volk te schrijven. Zóó erg als de
heer Oud het deed voorkom, was het
niet, maar 't was erg. Het was een
persoonlyke uiting vau Vliegen, en
de schr. is door niemand bygevallen.
Laten we afwachten wat uit do
maatschappy wordt, zegt de heer
Oud. Daar heb je 't weer. Afwach
ten, dat is bet symbool van heD, die
het goed hebben in de wereld. Neen,
laten we werken, arbeiden, de maat
schappij omhoogsturen in de goedo
richting. Laten we door samenwer
king den scheidsmuur omverbalen,
die er nog staat tusschen do twee
klassen, laten we samenwerken in
vakbonden. Dat is beter dan af to
wachten wat ervan wordt!
Met dank aan de sprekers en de
aanwezigen voor hunne ordeiyko
houding, sloot de heer Grucwald de
bijeenkomst, zy had een kalm ver
loop; af en toe onderbroken door
luid applaus, een enkelen keer door
gefluit, was de voorbeeldig georga
niseerde vergadering nog vóór elf
uur gesloten. Een deel van het publiek
ging onder het zingen der Interna
tionale huiswaarts.
Esn onderscheiding.
Door de Vereeniging „Het Neder
landsche Zeewezen" ia op voordracht
van den voorzitter der Commissie
voor de Stuurlieden examens, aan den
heer H. Nieboer, leerling der Zee
vaartschool te Helder, een binoclo
toegekend wegens een zeer goed af
gelegd examen voor stuurman en
schipper by de kleine stoom-en zeil
vaart.
Onze plaatsgenoot, de heer C.
de Hart, leeraar in de theoretische
zeevaartkunde aan de Zeevaartschool
alhier, is in geiyke betrekking be
noemd aan de Zeevaartschool te Am
sterdam.
By het gisteren te 's Qravenhage
gehouden examen slaagde voor het
diploma machinist A, de heer J. de
wyn.
BINNENLAND.
Oma scheepvaart.
Het Nederlandsche stoomschip
„Jan van Nassau" van den Kon.
West-Ind. Maildienst te Amsterdam,
dat 17 Maart met nog een zevental
Nederlandsche stoomschepen van
IJmuiden naar Noord-Amerika ver
trok om een lading graan voor de
Nederlandsche regeering te halen, is
gistermorgen met ruim 5000 ton tar
we te IJmuiden gearriveerd. Jui3t
twee maanden uit- en thuisreis had dit
stoomschip, hetgeen een zeer vlugge
reis genoemd mag worden in deze om
standigheden. Het is dan ook het eer
ste der acht schepen, dat in Nederland
terugkeert. De „Jan van Nassau" heeft
op de thuisreis de haven van Halifax
aangedaan voor onderzoek der papie
ren en is daarna, zonder meer havens
binnen te loopen, benoorden Schot
land om zonder ontmoetingen over
de Noordzee gekomen.
Te Rotterdam zyn aangekomen
de volgende atoomschepen met ge
mengde ladingende „Quentin", de
„Glasgow" en de „Amulet", alle van
Leithde „Princess Irma", van Har
wich, de „Woodcock", van London
en de „Jervaulx Abbey" van Huil.
Naar wy vernemen zyn de schepen
„Veenbergen" en „Kolbergen" die
met de schepen, die 15 Mei uit Enge
land zyn vertrokken, zouden mee
komen, niet meegegaan, omdat zy
door de Engelsche regeering gere-
quireerd zyn.
De bemanningen zyn in Engeland
aan land gebracht.
Hetzelfde is het geval met de
„Veghtatroom" van de Maatschappij
Ocean te Amsterdam.
Vermoed werd, dat de overige dezer
dagen uit Eageland terugverwacht
wordende schepende „Ameland",
le „Themisto", de „Maasdyk", do
.Grotius" en de „Menado" gister
middag of gisteravond zouden binnen
komen.
Vermoedeiyk is de reis hierheen
door mistig weder eenigszins be-
moeiiykt.
De „Veenbergen" en de „Kelber-
>q", zyn resp. groot 4281 en 4751