HELDEH COURANT Tweede Blad. VAN ZATERDAG 19 MEI. PLAATSELIJK NIEUWS. Debat Oud enThomassen Tusscben de besturen der Centrale Vrijzinnige Kiesvereeniging en de Federatie Helder der S. D. A. P. was een debat avond georganiseerd, welke, voor een overvolle zaal, gisterenavond gehouden werd. De beschikbare plaat seu in „Casino" waren gelijkelijk tusscben beide partijen verdeeld, ter wijl de regeling zoodanig was, dat beide candidaten gelijken tijd van spreken hadden. Bij loting was uit gemaakt wie bet eerst hot woord zou voeren; dan zou de voorzitter van de partij des tegenstanders de ver gadering leiden en zoo vervolgens. Allereerst sprak de heer Oud, de candidaat der vrijzinnigen. De heer VerstegeD, die thans de vergadering leidde, deelde de regeling medeelke spreker eerst drie kwartier, vervol gens een pauze, dan elk een kwar tier repliek en dan nog eene repliek van 10 minuten, en gaf vervolgens het woord aan den heer Oud. Rede Oud. Spr. wenscbt beginsel te stellen tegenover beginsel. Op den voorgrond zij gesteld, dat spr. overtuiging hierin overeenstemt met die van den soci aaldemocraat, dat nl. de tegenwoor dige maatschappij niet hecfc voldaan aan de verwachtingen, die men ervan heeft gekoesterd, Er zijn in die maatschappij vele dingen, die ver anderd moeten wordenoenerzyda is er armoede, terwijl and weelde en overvloed is. Ook is spr. het. oons met de soc.dem. waar deze beweren, dat cr een maatschappij konijn moet, waarin geene oorlogen rneer mogelijk zijn. Maar daarom komt bij ertegen op, dat hij wordt voorgesteld door de soc.dem. iemand, die de belangen verdedigt van de brandkast. Spr. heeft nergens claze meoning verkondigd. De soc.dem. heeft de taktiek gevolgd om de menschen van do vergaderingen weg te houden, waar spr. optrad, anders hadden zij het kunnen controleeren. Daarom is het goed, dat ze eens hier z|jn en het standpunt van spr. eens hooren. Echter, het gaat niet om de vraag of de toestanden goed of ver keerd zijn, maar: welke weg moet worden ingeslagen om tot verbetering te komen? Spr. hoopt in zijne rede aan te toonen, dat de weg, dien de heer Thomassen bewandelt, niet de goede is, dat de sociaal democratie niet ver sterkt de democratiseeriDg van de ont wikkeling in de maatschappij. De groote grief tegen desoc.-dem. ia hun tweeslachtigheid. Eenerzyds zitten zij vast aan verouderde klasse begrippen, aan de tegenstelling tus- schon kapitaal en arbeid, welke te zamen den klasseatrljd voeren. Zij zeggen: de heerschende klasse mis bruikt haar positie, die zij ten koste van de arbeiders sterker wil maken. Zoo nu en dan geeft zy eens een brok aan het volk iu den vorm van een wettelijke verbetering, enz. Zooals het van soc. zijde al eens is voorge steld het kapitalisme zit, warm ge kleed en goed doorvoed, in een slee, en wordt door de hongerige wolven achtervolgd, die het zich van hetlyf houdt door ze af en toe een brok toe to werpen. Zoo redeneerende, heeft men een voudig vast te houden aan de theorie van Marx, dat deze klasse-tegenstel ling hoe langer hoe scherper worden, dat hoe langer hoe meer een opeen hooping van kapitaal zal komen aan den eeneD, een opeenhooping van ellende aan den anderen kant. Totdat ten slotte de groote revolutie komt, die dat alles omver zal gooien en waaruit de nieuwe maatscbappy zal worden geboren. Als men zoo redeneert, zit men eenvoudig aan handen en voeten bonden, kan men in het Parlement niets beginnen en moet zich eenvoudig bepalen tot het uitoefenen van kritiek. Erzyn dan ook reeds tal van soc. dem., dio dit dogma loslaten langzamer hand. Maar dan moet mon ook de klasse-tegenstelling loslaten, dan moet rnen ook tot de erkenning komen, dat er veel meer dan twee klassen zyn, zelfs onder de arbeiders. Dan moet men begrypen, dat men, de oude, revolutionaire theorie loslatend, moet worden een party van hervormers. Bernstein heeft dit zelf gezegdtosn we nog vastzaten in de theorie van Marx, zeide hij, konden we aan al die veranderingen niet meedoen, maar als wo gaan begrijpen, dat we die theorie moeten loslaten, dan kunnen we dat wel. Ea dien kant moet het uit. Zoolang de soc.dem. nog vast zitten aan de halfslachtigheid van hun beginsel hervormingspartij en revolutionaire anderzijds, kunnen we hen niet meehelpen, moeten we hen bestryden. Voorbeelden, die het bovenstaande staven zyn o. a. hun houding by het uitbreken van het wereldconflict. In Aug. 1914 stemden de soc. dem. aaoBtonds vóór de mobilisatie credie ten„als er éóne regeering onschuldig is aan het huidige conflict, is het wel de Nederlandsche" zeide niemand minder dan Troelatra en by gaf zijnen partijgenooten den raad den hun door den oorlog opgelegden last met opgewektheid te dragen. Maar vóór 1 Aug. 1914 had de soc. dem. steeds geweigerd haar stem te geven aan iedere oorlogsbegrooting. En stel nu eens, dat deze taktiek gevolgd ware geworden. Dan ware er by het uitbreken van den oorlog geen leger geweest, hadden wy onze onafhan kelijkheid niet kunnen verdedigen en in minder dan geen tijd in den oorlog gezeten. Ook nu nog stemt men weertegen de oorlogsbegrooting. Wat is dat voor houding? vraagt spr. Tusschen mobilisatiecredieten en oor logsbegrooting is in wezen geen ver schil: de eersten zyn bestemd voor oorlogatyd, de laatsten in tlld van vrede. Waarom doen de soc. dem.aldus? Omdat zij andere, meer revolutionaire elementen in hun party te vriend moeten houden. Is er in eene party, die zóó handelt, leiding en ban men haar steuneD, die in btlangryke oogen- blikken geen vast beginsel hebben? Immers, hot coDgre3der party beslist hare houding en du eens valt die zus uit, dan weder zoo. Een ander punt is de mini3terie8le verantwoordelijkheid. Toen in 1918 de vrijzinnigen optrokken met alge meen kiesrecht en staatspensioen in hun program, erkenden ook de soc. dem. dat dit eon mooi program wa*. M-n vond het program goed, maar niet ds vryzinnigen. Men zeide: zy meenen er niets van, wij soc.dem. hebben ze voortgedreven met de zweep. Nu nog, in „De Vonk", wordt de indruk gewekt alsof wij op het punt van Staatspensioen onbetrouw baar zouden zynmen verzuimt erby te vermelden, dat verleden jaar, toen hot wetsontwerp-Lely aan de orde kwam, alle vryzinnigen voorgestemd hebbeD. Het is niet oprecht, dat. De Vonk" er dit niet bij vermeldt. Oorspronkelijk kwam de arbeiders party op stoed3 voor den loonarbei der. Er kwam eene beweging, die neen, er zyn ook anderen waarvoor we zorgen moeten. De Bond voor Staatspensioneericg werd opgericht. Nu beweerden onlangs do soc. dem., dat zy het zyn, door wier toedoen deze Bond ontstond, maar wie de geschiedenis ervan kent, weet dat hij door de vryzinnigen werd opgericht. Kwamen de soc. dem. in debat mot ons, dan zeiden ze: word toch geen lid van dien Bond, kom in onze party, dat is beter, en ze werkten op die manier den Bond teg9n. Maar toen do Bond groeide, toen bij beter werd, kwamen de soc. dem. er ook in. Thans adverteert de heer Thomassen in de „Schager Ct.'' dat hij zelf lid van dien Bond is... Met veel gloed en vuur hebben de soc. dem. steeds gezegd, dat men, om alg. kiesrecht en staatspensioen geen lid moest worden van de vryz. dem. party, maar van de soc. dom. arb. party. Velen kwamen onder de bekoring van hun woorden. Toen kregen we een Kamer, die bestond uit 37 vryzinnigen en 18 soc. dem. Getracht moest worden ministerie te vinden, dat Staats- pensioneering en alg. kiesrecht op baar program had. Da vryzinnigen alleen konden niet regeeren, de soc. dem. alleen evenmin. Ergo kwam de vraag: laat ons samengaan. Ware die vraag in het algemeen gesteld, dan hadden de soc. dem. gelijkgehad met te weigeren. Maar zij werd ge steld op een program, dat slechts deze drie punten bevatte. Duizenden menschen, verdrukten en armen, dachten: nu is de gulden tyd komen, de soc. dem., de warme strijders voor al wat onrecht ia en verdrukt, gaan mee met de vry zinnigen. Wat moest er omgaan in hun harten, toen eenige weken later bleek, dat... de soc. dem. niet thuis waren, dat ze wel wilden kritiseeren, maar geen opbouwend werk ver richten?... Dit, van 1913, was veel gewichtiger dan al die wetsontwerpjes van vroeger. Mannen als Vliegen en Schaper Z6iden zelfwe moeten nu do scheepjes binnenhalen, die getuigd en geladeu klaarliggen. Later moest men zelf erkennen, dat hier party belang gesteld was boven algemeen belang. Wat heeft men aan zoo'n party, die telkens moet vragenzou v. d. Goes of Wibaut dit wel goedvinden Het is gemakkeiyk genoeg geen re geeringsverantwoordelijkheid tewil len aanvaarden. Als men echter vraagt, dan zyn de soc.-dem. nooit mode-schuldig aan allerlei dingen Maar zou het, als zy de mede-ver- antwooröelykheid voor de regeering hadden aanvaard, niet anders geloo pen zyn? Spr. komt nu op het wetsontwerp ter verbetering der onderwijzerspo sitie. Toen dr. Bos met de vraag tot Troelstra kwam om mede in het ministerie zitting te nemen, wilde hy deze positieverbetering door laten gaan. Toen er van samenwerking niets kwam, verviel ook dit; we kwam de motie-Ter Laan, maar de heer Cort van der Lihden zeideik voer die niet uit, ik kan niet te veel hooi op mijn vork nemen. Dat is toen blyven hangen. Thans is er oen wetsontwerp van links om de minima te verhoogen. Het is reeds aangenomen, maar de regeering moet het nog goedvindeD, en de heer Cort van der Linden zou thans aan de Koningin kunnen adviseeren: be krachtig het niet. Voelt men niet het gevaar, dat hierin schuilt voor de democratie Ware het een minis terie geweest van vryzinnigen en soc.dem., dan was het wetsontwerp thans aangenomen geweest. Tenslotte de grondwetsherziening. Reeds vóór 1880 hebben vrijzinnigen als Veegens e.a. gevochten voor al gemeen kiesrecht. Nu zal eindelijk worden ingevoerd vertegenwoordi ging op den mee3t breeden grondslag. Natuurlijk moet hier eerst nog vrou wenkiesrecht bijkomen, maar dan zyn we er nog niet. Ziet eens naar Duitschland, waar hoe langer hoe minder het Parlement is geworden het lichaam, dat regeert. Dien weg gaat het hier ook op, als wij geen regeering hebben, die steunt op de meerderheid in de Kamer. Ea zoolang de soc. dem. als zij 15 zetels beeft, haar oude taktiek niet loslaat, zyn wy daartegen niet gewaarborgd. De regeering zal dan niet meegaan met den volkswil. Daarom bestryden wy de soc. dem. Wy doen dat ongaarne, omdat ze zooveel goeds heeft. Maar zyblyfete veel vastzitten aan oude theorieflo, kijkt te veel naar de revolutionaire elementen. Hoede betere maatschappij er uit zal zien, niemand weet het. Maar zy zal steeds beter worden. Laat ons toch het vertrouwen in de menschheid niet verliezen, on beden ken, dat iedere klasse in de maat- scbappy haar eigen taak heeft te vervullen. Wy moetea yveren, dat ieders aandeel, ook van den midden stander tot zyn recht komt, dat de goede krachten, die in het volk slui meren, niet verstikken alleen omdat hy arm geboren is. Arbeiders en werkgevers tot elkaar brengen langs vreedzamen weg, dat is beter dan met stryd. Wie zoo Bpreekt, wil niet worden gekozen als vertegenwoordi ger van de brandkast. Ik eisch, dat men de eerlykheid erkent van my'n beginselen. Men mag niet zeggen als hy eenmaal in de Kamer is, doet hy toch niets. De kracht van het vrijzinnig beginsel is, dat het zich ontwikkelen kan met do maatschappij. Een halvo eeuw van ontwikkeling brengt tal van nieuwe gezichtspun ten, andere vragen doen zich aan ons op. Wij moeten alleen kyken naar het beginsel, niet naar de per sonen, alleen naar den kijk, dien we hebben op de maatschappeiyko ont wikkeling. Ea als de soc. dem. wil len loslaten de rev. tbeorieön, zullen hun candidaten ons even lief zijn als onze eigen. Rede Thomassen, 't Zyn dezen keer eigenaardige verkiezingen, aldus de heer Tho massen. Want het gaat niet om de dingen Yan de binnenlandsche poli tiek. Immers, wat de grondwets herziening betreft, die is al geheel klaar en wij, even goed als de vrij zinnigen, hebben niet anders te doen dan ja te zeggen als het op stemming aankomt. Ware ik in eene vergade ring van de onzen alleen, dan zou ik voorstellen een telegram van hulde te zenden aan hem, die hiermede een deel van zijn levensideaal ziet verwezenlijkt, en het zou hem goed doen daar in Stockholm, waar hy thans bezig is aan een ander levens werk te arbeiden. Maar spr. zal thans niet voorstellen eon telegram aan Troelatra te zenden. Hü bespreekt allereerst de kwestie van het kiesrecht. ODgetwyfeld is er vroeger wel eens een losloopend vrijzinnige geweest, die voorgestemd heeft, maar zeer zeker is het de s.d.a.p. geweest, die er langzamer hand de vryzinnigen toe gebracht heeft. Troelafra is het geweest, die splitsing bracht in de unie, die tensloito de laatste groep vryzinnigen tot het algemeen kiesrecht bracht. Dat is de eene overwinning, dio wij kunnen opeischen. De andere is do flaantieele gelijk stelling van openbaar en bizonder onderwijs. Jaren en jaren door de vrijzinnigen tegengehouden, was het de hardnekkige stryd van de christen- arbeiders, die hier de zege bevocht op de tegenstrevende vrijzinnigen, De soc. dem. is de partij geweest, dio als gangmaker diende voor de anderen en ze meekreeg. Welke andere dingen kunt go nog opnoemen zal men vragen. Aller eerst do duurtetoeslag. Ge weet er alles van. De S.D.A.P. heeft in een billet een gansch lijstje gegeven van wat de party in dit opzicht heeft. Er komen vergissingen in voor, zeggen de vrijzinnigen. Er wordt b.v. iets in genoemd eene interpellatie, wat maar een schrifceiyke vraag bleek te zyn geweest. Wel mogeiyk. Maar het eenige wat had kunnen geschieden, was: er een aodere lijst van de vrij zinnigen tegenover stellen. Die lijst ontbreekt. Als de taktiek van de vrij zinnigen gevolgd wa3 bij de levens middelen-voorziening, dan ware er nog veel grooter schaarscbte weest dan thans bet ge val i9. Immers, zy wilden geen prysstelliDg, maar den vryen handel, en wilden dau door duurte toeslagen het mogelijk maken voor don'arbeider de duurdere levens middelen te koopen. Wie het onder vindt, weet wol hoe .hard het met die duurtetoeslagon loopt. Echter, de hoofdzaak, waarover het hier vanavond gaat, is, dat de Oud de maatschappij berustende op de grondslagen zooals die zyn, aan vaardt, terwijl spr. zegt, dat die grondslagen niet deugen. Daarom is het onverkort waar, dat de heer Oud d6 vertegenwoordiger is van de brand kast. Natuurlyk, dat de heer Oud zyn partygenooten y veren om zooveel mogelijk de gevolgen van bet bestaande stelsel weg te nemen, maar feit is het, dat de toestand van twee scherpe tegenstellingen blyft: eenerzyds de fabrikant, anderzyds de arbeider, die niets heeft dan zijn werkkracht. Wie dat stelsel van winst aanvaardt, aan vaardt ook de gevolgen ervan. De beste vergelijking vindt men nog als men kijkt naar de huizen in de steden. Er zijn vele kleine en maar heel weinig groote woningen. Natuurlyk zyn er tusschonvormen, maar de groote massa behoort tot de kleine woningen. En in de groote woningen woont de bezittende klasse, die de macht heefr. De helft van alle woningen stati stieken wijzen het uit is kleiner of ook grooter dan een varkenshok, de andere helft woont in wat grootere woningen, een minderheid hiervan in de grootste* Ea wij vragenziet ge dat dan niet Tot de kleinen zeggen wyduldt gy dat, dat gy met vrouw en kinderen wordt weggestopt zoo'n varkenskot? Hoe komt dat, dat ge geen kans hebt om in een beter woning te komen? Waarom blijft ge.de partyen steunen, die daarin wil laten wonen? En tot de grooten zeggen wij Brandt u het dab niet boven uw hoofd? Kunt gy het dulden, dat zooiets mogelijk is? Eéa middel slechts is er om het te veranderen: door samen op te trekken tegen de kleine woningen. Spr. komt op het onderwijs. Hoe is het beeld daarvan? De volks kinderen gaan zes jaar op school, dan zijn zy uitgeleerd. Voor enk6le bevoorrechten gaat het onderwys voort. Waarom vindt gij het goed, gy kleinen, dat uw kinderen worden afgescheept met 6 kale onderwys- jaren? Is dat een wet van Meden en Perzen? Is dat een Godsgebod? Tracht dan gelykheid te krijgen, opdat de maatscbappy kan proflteeren van het intellect, dat ook onder het volk ia. Ik geef toe, er is er hi6r en daar een, die onverschillig is op dat gebied, maar in den regel zijn het maat- scbappeiyke toestanden, die maken, dat de groote massa verstoken blijft van het beter onderwys. Waarom uzelf lager geschat dan de anderen De tyden zyn voorby dat men sprak van blauw bloed e. d. Tot de bewoners van groote huizen zegt spr.: Gy doet uw plicht als van de omstandigheden profiteert om uw kinderen op te voeden zoo goed u de gelegenheid geschonken wordt. Maar welk recht hebt gij er alleen op, en de anderen niet? De toestand is zoo wat het onder wijs betreft als in do maatschappij. De groote massa behoeft maar te worden opgeleid tot soldaten, en soldaten hebben weinig onderwijs noodig. Ze behoeven niet veel te weten, moeten alleen gehoorzamen. Meent ge, dat dat recht is, stemt dan op do vertegenwoordigers van hen, dio zoo denken. Ouderdomspensioen. De benauwen de vraag voor de ouden van dagen is hoe zal ik het maken op myn ouden dag? Wat is er erger dan een toe komst, die iu baar schoot kan bergen een ouden dag als die van de arbei ders. Zijn leven lang werkt hij, stelt by zyn krachten in dienst van de maatschappy, en die onderhoudt hem nog niet eens als hij opgeleefd is. Nog maar eon paar j3ar is het, dat uit de wet van Talma op voorstel van de soc. dem. de f2.- ouderdomsrente zyn gelicht, en het zyn de vryzinnigen geweest, die er mede schuldig aan zyn, dat die f2.- nog maar f2.- en die 70 jaar nog steeds 70 jaar zijn gebleven. De Bond voor Staats- pensionneering heeft zeer geijverd voor het staatspensioen, en do vraag wie het meest gedaan he6ft: deze Bond of de s. d. a. p. kan buiten be spreking blyven. Staatspensioen was een politieke noodzakeiykheid ge worden, en het zijn de vryzinnigen, die er het allerlaatst toe bekeerd zyn. Geen enkele party heeft zoo fel, met zulke vreeseiyke woorden, het staats pensioen trachten tegen te houden, al is het waar, dat de f2.— van de wet Talma aangenomen zyn met be hulp van alle vryzinnigS stemmen. Maar ze zeggen 6r niet by, dat we een pensioenbelasting zouden hebben gehad als de vrijzinnigen op het critieke oogenblik niet waren gerem placeerd door de katholieken. De af spraak in 1913 was deze: geen pre miebetaling, en de motie-Schaper ware afgestemd geworden, als niet eenige katholiekou haar hadden ge te willen stemmen als daarmede het kiesrecht kon worden binnengehaald, en mits dio begrooting niet stygt boven die van 1912. Hebben de vry zinnigen dat aangenomen? Er waren er, die het wel wilden, maar met name de oud-liberalen wilden dat niet. Het gaat duB tenslotte om de vraag welken kyk hebt gy op de maat schappij? Aanvaardt gy haar met alle consequenties? Ea gy allen, die in de kleine huisjes woont, ik ben overtuigd, dat gy zeggen zult: wij aanvaarden de soc. dem., die het kwaad aantast in het hart. red. Daardoor moest min. Treub val len. Onder de katholieken hoeft het slaatspensioen niet veel aanhang, d.w.z. onder de heeren. Maar de katii. arbeider gaat even gaarne zijn f2.— ouderdomsrente halen als ieder ander. Het komt dus wel, en als wy de vraag stellen wie hebben het staats pensioen het langst tegengehouden? ia het antwoord: de vrijzinniger. Militarisme. De heer Oud heeft een belangryk deel van zyn rede gewijd aan de uiteenzetting van wat do soc. dem. vroeger wilden en wat ze thans willen. Maar hy schuift ons dingen in de schoenen, die allang een overwonnen standpunt zyn. De Verelendungstheorie b.v. bestaat niet meer. Onze partij vecht waar zo kan om reeds nu zoo goed mogelyk voordeelen te bevechten. Steeds weer heeft de soc. dem. gepoogd het staats pensioen te verhoogen. Een wets voorstel inzake den 10 uren werkdag met. overgang naar het 8 urenstelsel is ingediend. Doet dat een party, die wanhoopt aan de toekomst? vraagt spreker. Het militarisme is steeds een vette kluif voor do vryzinnigen. Niemand beweert, dat de soc. dem. de schuld hebben aan dezea oorlog. Wij be weren, dat de vryzinnigen en de kerkdijken, die het huidige maat schappelijke systeem hebben gevoed, schuldig staan aan dezen oorlog. Wy stemden steeds tegen oorlogsbegroo liegen, omdat we het systeem, dat daarmede in stand gehouden wordt, niet wensehen te aanvaarden, daar voor geene verantwoordelijkheid wil- i len dragen. Als ole andere partyen gedaan hadden wat wy deden, niet de andere partyen in Nederland alleen, maar in alle landen, dan was er in 1914 geen oorlog uitgebroken, want dan waren de middelen niet geweest om dien te voeren. Wy hebben steeds gepoogd om leger te krijgen, een leger, alleen geschikt om eigen land te verdedigen, maar absoluut ongeschikt om te vechten. Maar in het feit, dat wy niettemin vóór de mobilisatiecredieten stemden, zit geon tegenstrydigheid. Had men onzen zin gedaan, dan was er volksleger geweest, goed gewapend, te allen tyde gereed. Maar nu de zaak er zoo voor stond, grepen wy de middelen aan, die wy niettemin anders en beter hadden willen hebben en stamden voor de mobilisatie credieten, volkomen in overeenstem ming met ons standpunt tegen een aanvallend leger. Het is verkeerd, om, zooals de heer Oud doet, te zeggen: gelukkig, dat we nog leger en een vloot hobben, die onze neutraliteit kunnen bandhaven, moet zeggen: wat jammer, dat de theorieén der soc. dem. niet zyn verwezeniykt. De minister portefeuilles. Dit is de tweede vette kluif voor de vrijzin nigen. Spr. vraagt den heer Oud: wat zoudt gij gedaan hebben als u in een ministerie van 9 drie zetels waren aangeboden, en gy hadt die moeten overnemen met de wetenschap erby, dat ge u daardoor met huid en haar aan de meerderheid verkocht? In dat miniBterie zou eerst met 6 tegen 3 stommen moeten zyn uitgemaakt hoe een wetsontwerp zou luiden, en dan zou het in de Kamer ook door den socialistischen minister moeten zijn verdedigd en de soc. dem. zouden niet kunnen tegenstemmen. De ver antwoordelijkheid durven we wel aan. Daarvoor getuigen Zaandam, Am sterdam met zyn twee soc. dem. wethouders, en nog andere plaatsen. Maar wij wilden ons in 1913 niet met huid en haar verkoopen. De heer Oud hing een roerend tafe reel op van de teleurstelling, die velen ondervonden by het weigeren der portefeuilles. Daar gaat ons staats pensioen 1 riepen, volgens dezen heer, velen. Zeker, aanvankelijk heeft dat hier en daar ingeslagen, maar het hield geen stand, omdat men begreep, dat de aanvaarding der portefeuilles zou zijn geweest een miskenning van ons staatswezen. Na de uitspraak van de stembus was er een meerderheid voor alg. kiesrecht. Er moest dus een ministerie komen, dat deze twee pun ten kiesrecht en staatspensioen, aan vaardde. Dit zeide niet een soc. dem., maar de thans afgetreden vertegen- wpordiger voor den Helder, de heer De Meester. Er is, zeide de heer de Meester, geen regeering bestaanbaar, die de oplossing hiervan zou willen verschuiven. En trad het ministerie Cort van der Linden niet op als het ministerie van den volkswil? En tenslottezeide niet onze fractie, dat zij in ieder geval deze twee zaken zou steunen? Wat deed het er dan eigenlijk toe of wy in de regeering zaten of niet als wy de regeering toch steunen wilden? Zelfs hebben we gezegd vóór de oorlogsbegrooting Na eene korte pauze, verkreeg de Oud het woord voor repliek. Repliek Oud. Spr. betoogt allereerst, dat ook de vryzinnigen niet de huidige maat schappy aanvaarden. Maar zy wach ten af, boe zich deze ontwikkelen zal, en willen hervormen wat her vormd moet worden. Wat de heer Thomassen zeide over de menschen in groote en kleine huizen onder- schryft spr. ten volle. De Verelen dungstheorie is een overwonnen standpunt, zei de heer Thomassen. Spr. heeft ook juist doen uitkomen, dat deze theorie al door vele s.d. losgelaten wordt, maar zyn betoog was er op gericht, dat men dan ook het ganache stelsel moet loslaten. D9 heer Thomassen wenscht een andere maatschappij; spr. ook. De vraag is slechts: hoe komen wy daar? Kunnen de soc.dem., als zy do meerderheid hebben, ten slotte iets andera doen dan wy, n.1. her vormen Spr. citeert den soc. dem. Kolf, die in de „Soz. Monatshefte" schreef, dat het ondenkbaar is, dat men ineens een soc. dem. Duitschland zou krygen, dat als een eiland ligt te midden van de andere landen. Vol gens eigon getuigenis kunnen dus de soc. dem. niet anders dan hervor men. Ea waar dat zoo is, zegt spr. sla dan mot ons de hand aan den ploeg 1 De heer Thomassen spreekt van soldaten en officieren in het arbeids leger. Gelooft men dan, dat in een soc.-dem. maatschappy geen soldaten noodig zouden zijn, dat er geen lei ding, geen gezag zou noodig zijn? Men zal zeggende kleine luiden, de menschen uit de kleine huisjes zyn het niet alleen, die soldaat moeten worden. Maar dat wil spr. ook niet, de vryzinnigen willen ook juist uit de lagere klassen de goede elementen halen. Die maatschappij is zoo mooi niet en ik kan me niet voorstellen, dat iemand die mooi zou vinden. Staatspensioen en pensioenbelasting achten wij verderfelijk, omdat het systeem niet deugt, het geen reke ning houdt met de draagkracht. Er wordt gevraagd 1 pet. van ieders in komen, dat is niet goed. Dit systeem is van minister Treub, maar als de soc.dem. mede geregeerd hadden, zouden we een ander minister van Financien hebben gehad. Spr. heeft mede een rapport hieromtrent opge steld, door den Bond v. Staatspens. ontworpen, en dat rapport bevat een doorloopende kritiek op de regeering. Het militarisme is een vette kluif, zegt de heer Thomassen. Oeh neen, dat is zoo'n vette kluif niet. Het is onjuist om te zeggen: als ge op den vrijzinnige stemt, stemt ge voorden oorlog. Op 1 Aug. 1914 heeft men bl de soc.-dem. hetzelfde gezien als bl. ons: de soc. dem. is uiteengespat en ook zy hebben gezegd wy steunen de regeering. Spr. citeert uit „het Volk" van 1910, dus vóór den oorlog, waar de socialist Hindham, die impe rialistische neigingen had, behooriyk wordt afgestraft in dat orgaan. De heer Thomassen is vóór een volks leger. De v. d. party heeft er altyd voor gestemd. Het volksleger is een uitvloeisel van onze democratie. Ons leger is een verdedigingsinstrument. Maar voelt men niet, dat wy,alswe geen leger hadden gehad, in den oorlog waren geraakt? De heer Thomassen zegt: als ze allemaal hadden gedaan als wy wilden, ware er geen oorlog geweest, want dan hadden de middelen ontbroken. Ja, als de broodjes op het veld groeiden, hailden weg6en bakkers noodig! Er waa echter, in het begin van den oorlog, een volksleider, die wel degeiyk vóór deelname aan den oorlog was. En het was de heer Vliegen, die aldus schreef in „het Volk". Spr. voert dit volstrekt niet als grief tegen dien heer aan, alleen maar als feit, dat het eigenlijk geen verschil maakt of men vrijzinnig is of socialistisch op dit punt. De portefeuille-kwestie. Het ging er niet om voor de soc-dem. om zich met huid en haar aan de anderen over te geven. Het ging er om overleg te plegen, Duys kwam op het congres te Zwolle met een amendement in dezen geest, maar toen was het besluit om niet deel te nemen al genomen. De héér Thomassen zegt: het al gemeen kiesrecht moest er komen, iedere regeering, die optrad moest dat geven. Dat wist men niet, den soc.dem. sloeg de schrik om het hart, toen ze hoorden dat een extra congres belegd zou worden waarin de portefeuille-kwestie besproken zou worden. Dat zyn de eenvoudige feiten. Da tweeslachtigheid bleef, er waa geen eenheid in de party. Daarom zegt spr.: gaat liever in zee met hen, die hun verantwoorde lijkheid beseffen. Die misschien niet zulke mooie redevoeringen houden als de soc.dem. Maar als deze laat sten de macht krygen kunnen ze niet anders dan wy. Repliek Thomassen. De heer Oud kan zich niet voor stellen, dat er iemand is, die de maatscbappy in haar tegenwoordigen vorm verdedigt. Maar is de heer Oud dan, vraagt spr., een vreemdeling in Jeruzalem? 't Krioelt van dezulken. Doch de heer Oud is zoo voorzichtig te spreken vanik voor ml). Juist, maar tegenover één vrijzinnigde mocraat als de heer Oud staan 9 starconservatiove liberalen. En ook de conservatieve liberalen willen den heer Oud als candidaat. De heer de Meester moest het veld ruimen, om dat hy niet meer op kon tegen de liberalen. En de vryzinnlg democraat wordt naar het parlement gedragen door een stel politici, die haast even ver uit elkander staan als de heer Oud en ik. De heer Thomassen wil ook her vormen, zegt de heer Oud. Maar er was geen enkele wet aan de orde of de soc. dem. deden pogingen, die te verbeteren, en dan waien het de vrijzinnigen om dat onmogeiyk te maken. Toen ze in de minderheid waren, stemden ze vóór het amen dement op de wet Talma inzake ouderdomsrente. Het volgend jaar, toen ze de meerderheid hadden, en er een amendement van Duys kwam tot verhooging van de f 2.— ouder domsrente, stemden ze tegen. Nu waren het de kerkeiyken, die in de minderheid waren en die neiging vertoonden om het aantenemen. Maar de vryzinnige minister zeide: gij moet het intrekken uw amendement, anders leg ik mijn portefeuille neer. En ik had wel eens willen zien, als alle honderd kamerleden gezamenlyk waren opgetreden, of de minister dan zyu bedreiging had uitgevoerd. Maar nu werd Duys genoodzaakt zyn amendement intetrekken. We weten drommels goed, dat we niet zoo maar kunnen overstappen in een nieuwe maatschappy. Maar wat voor middelen worden thans, nu de kapitalistische maatschappy spaak- loopt, toegepast? Middelen, die in absoluut socialistische richting gaan. Natuurlyk zyn in een soc. maat schappy officieren zoowel als soldaten noodig. De grootste ellende ontstaat juist thans, doordat de massa van de menschen verstoken is van alles wat noodig is om te leven, en alleen is aangewezen op eigen lichaam. Ze moeten in andermans fabrieken werken, in andermans huizen wonen, voor een ander het geld verdienen. Wie de grond, de fabrieken enz. beeft, is de baas in de maatschappy, de groote massa heeft niets dan een paar handen. Hy moet zijn werkkracht verkoopenelke dag, dien hy niet werkt, beteekent verlies voor hem. Dat is de groote kanker van de maat schappij. Wy willen al het bestaande, myaen, schepeD, fabrieken, enz., in het bezit van de gemeenschap opdat allen er gelykeiyk van kunnen pro flteeren. Zeg niet, dat het niet mogeiyk is. Zie naar de organisaties, die thans al bloeien en groeien, kyk naar een maatschappij als de Automaat, wiens looper een soldaat Is in dienst van koning Rockefeller. Is dat geen schan daal, dat zooiets mogeiyk is? Zie naar een organisatie als de post, naar de. groote melkfabrieken, zooals die tegenwoordig in Amsterdam zyn ge organiseerd. Hoe noemen de kleine melkslytertjes die organisatie, met een toespeling op de initialen, die op de karren staan? De vampier noemen zy het: zy _Jn het, het is het kapitalisme, dat den middenstand in den grond boort, niet het socialisme. Wat de kwestie Hindham betreft zoo goed als de vrijzinnigen zeggen Treub is geen vrijzinnig-democraat meer, zoo goed zeggen wyHindham behoort niet meer tot de onzen. Spr. zet deze kwestie nader uiteen. Wy weten zeer goed, dat we geen soc. eilandje kunnen maken. Maar onze grief is, dat een niet-soc. dem. het militarisme voedt met zyn harte- bloed. Zij zyn er aansprakeiyk voor, dat zo het gevoed hebben tot het monster, dat thans Europa verscheurt. Dupliek Oud. De heer Thomassen heeft zich zeer boos gemaakt over bet citaat inzake Hindham. Maar spr. citeerde het alleeD, omdat de heer Thomassen zeide, dat nooit één soc. dem. voor de oorlogscredieten had gestemd. Ea het is een feit, dat Hindham het imperialistisch streven van Engeland verdedigde. Nu kan men wel zeggen hy is geen soc. dem., maar zelf geeft Hindham dat niet toe. Spr. leest voor wat deze Eagelachman schryft tegen de soc. conferentie in Stockholm. Hy spreekt van „gemodder" enz., en u ziet nu zelf hoe broederlijk die soc. dem. zyn. Spr. wil de reis naar Stockholm niet verdacht maken, alleen haalt hy dit geval aan als een voorbeeld van de verdeeldheid onder de soc.dem. Maar laten we hiermede de zaak niet vertroebelen en deze kwestie er liever buiten houden. Zeker staat spr. hier als vryzinnig- democraat en als zoodanig spreekt hy. Ea als gy me kiest, zult ge een goed vryz. aan me hebben. Zoo heel erg conservatief zyn ze hier in het district toch niet, anders hadden ze my niet candidaat gesteld. Maar men moet niet beginnen my een beginsel, in de Bcboenen te schuiven, dat het mijne niet is. Ik wil gelooven, dat de soc. dem. liever een candidaat hadden gezien, die minder den geest van het district weergeeft. Wy willen hervormen. Wy voelen ook, dat de arbeiders in loondienst niets anders hebben dan hun arbeids kracht en daarom hebben wy begre pen, dat eene gelegenheid moest wor den aangegrepen als die van het ar beidscontract. Vóór die wet er was bestond hier de gedwongen winkel nering, en het daaraan annexe staan geld. Spr. zet nader uiteen wat dit was. De vryz. dem. Drucker heeft een ontwerp arbeidscontract gemaakt. Het ging de soc. dem. niet ver ge noeg en zij stemden tegen die wet. Hadden zy hun zin gekregen, dan hadden de arbeiders een leege dop gekregen, inplaats van zooals nu, al thans een half ei. De soc. dem. voeren een politiek van overvragen, en men ziet uit dit voorbaeld, waartoe dit leidt. Toen de campagne voor het staatspensioen gevoerd werd ,was het vryz. kamerlid de Muralt, die in Oost burg het district afreisde, steeds ach tervolgd door een soc. dem., die tel kens in debat kwam en telkens weer vroeghoeveel geven jelui Totdat het den heer de Muralt begon te ver velen en hy op zekereu avond toe voegde, zeg my eerst, wat gy geefr, dan leg ik er een ryksdaalder boven opl Sannes zeide in een debat met prof. Kohnstamm, dat hy f6.- wil de geven. Nou, zei Troelstra, dan moet hy dat maar uit eigen zak betalen, want ik neem de verant woordelijkheid daarvoor niet op me. Het is gemakkeiyk om, zooals de soc. dem. zeggen als iets, door den drang der omstandigheden geschiedt, te zeggen: het is ons werk. Alles wat er goeds gebeurt is hun werk en als het verkeerd gaat is het niet hun schuld. Wy moeten hervormen in het bestaande. We weten immers niet wat de maatscbappy worden zal? By de levensmiddelen politiek hebben wij gezegd dat we moeten zorgen, dat ieder voedsel krijgt al naar er is. Geen enkel vryzinnige stemde tegen de di8tributiewet. De beer Sannes drong er by den min. op aan wat meer aan den staat te breDgen; de min. weigerde dit, daar andera de middenstanders te gronde zouden jaan. Toen zeide de heer Sannes: wy runnen met belangen van enkele dui zenden toch geene rekening houden? Met een beroep op de kiszers om vrijzinnig to stemmen, eindigt spr. Dupliek Thomassen. Het is gevaarlyk, om, zooals de heer Oud doet, uit het hoofd te citeeren wat een kamerlid gezegd heeft, constateert deze. Als men de Handelingen naleest klinkt het altyd eenigszins anders. Zou Sannes wat hy zeide ook aldus bedoeld kunnen hebben, vraagt spr., dat hij zeggen wildeals er iets geschied is in deze distributie wet, dan is het zóó te rege len, dat de maatschappy niet uit haar verband gerukt wordt. Spr. zal het wegens den korten tyd van dupliek niet citeeren, maar de motie Sannes in de Vonk afdrukken, dan kan men haar in haar geheel lezen. Die grap van den heer De Muralt is niet onaardig, om er een ryks daalder op te leggen, 't Is alleen maar jammer, dat hy er niet opgelegd is. Zelfs geen gulden: de vryzinnigen weigerden om bet staatspensioen van f2.- op f3.- te brengen. De soc. dem. is uit elkaar gevallen, 't Ia waar helaas. Dit is een van de grootste rampen, die uit den oorlog zyn voortgekomen. Maar spr. komt er tegen op, dat men de conferentie te Stockholm doet voorkomen op de manier als de Tel. en de N. Amat. als te werken voor een Duitschen vrede. Uitingen, vau hen, die met leedwezen zien, dat een poging, ge daan wordt om den oorlog te beëin digen. Zelfs Vandeveldo heeft gezegd, dat het gelukkig is, dat er eene po ging gedaan wordt. Dit is zeker, als de vrede door bemiddeling van de Stockholmscbe conferentie tot stand komt, zal het woord van den a.r. wethouder van Amsterdam bewaar heid wordendat de soc. dem. groot zal worden. Ja, Vliegen heeft het ongeluk ge had een oorlogzuchtig artikel in het Volk te schrijven. Zóó erg als de heer Oud het deed voorkom, was het niet, maar 't was erg. Het was een persoonlyke uiting vau Vliegen, en de schr. is door niemand bygevallen. Laten we afwachten wat uit do maatschappy wordt, zegt de heer Oud. Daar heb je 't weer. Afwach ten, dat is bet symbool van heD, die het goed hebben in de wereld. Neen, laten we werken, arbeiden, de maat schappij omhoogsturen in de goedo richting. Laten we door samenwer king den scheidsmuur omverbalen, die er nog staat tusschen do twee klassen, laten we samenwerken in vakbonden. Dat is beter dan af to wachten wat ervan wordt! Met dank aan de sprekers en de aanwezigen voor hunne ordeiyko houding, sloot de heer Grucwald de bijeenkomst, zy had een kalm ver loop; af en toe onderbroken door luid applaus, een enkelen keer door gefluit, was de voorbeeldig georga niseerde vergadering nog vóór elf uur gesloten. Een deel van het publiek ging onder het zingen der Interna tionale huiswaarts. Esn onderscheiding. Door de Vereeniging „Het Neder landsche Zeewezen" ia op voordracht van den voorzitter der Commissie voor de Stuurlieden examens, aan den heer H. Nieboer, leerling der Zee vaartschool te Helder, een binoclo toegekend wegens een zeer goed af gelegd examen voor stuurman en schipper by de kleine stoom-en zeil vaart. Onze plaatsgenoot, de heer C. de Hart, leeraar in de theoretische zeevaartkunde aan de Zeevaartschool alhier, is in geiyke betrekking be noemd aan de Zeevaartschool te Am sterdam. By het gisteren te 's Qravenhage gehouden examen slaagde voor het diploma machinist A, de heer J. de wyn. BINNENLAND. Oma scheepvaart. Het Nederlandsche stoomschip „Jan van Nassau" van den Kon. West-Ind. Maildienst te Amsterdam, dat 17 Maart met nog een zevental Nederlandsche stoomschepen van IJmuiden naar Noord-Amerika ver trok om een lading graan voor de Nederlandsche regeering te halen, is gistermorgen met ruim 5000 ton tar we te IJmuiden gearriveerd. Jui3t twee maanden uit- en thuisreis had dit stoomschip, hetgeen een zeer vlugge reis genoemd mag worden in deze om standigheden. Het is dan ook het eer ste der acht schepen, dat in Nederland terugkeert. De „Jan van Nassau" heeft op de thuisreis de haven van Halifax aangedaan voor onderzoek der papie ren en is daarna, zonder meer havens binnen te loopen, benoorden Schot land om zonder ontmoetingen over de Noordzee gekomen. Te Rotterdam zyn aangekomen de volgende atoomschepen met ge mengde ladingende „Quentin", de „Glasgow" en de „Amulet", alle van Leithde „Princess Irma", van Har wich, de „Woodcock", van London en de „Jervaulx Abbey" van Huil. Naar wy vernemen zyn de schepen „Veenbergen" en „Kolbergen" die met de schepen, die 15 Mei uit Enge land zyn vertrokken, zouden mee komen, niet meegegaan, omdat zy door de Engelsche regeering gere- quireerd zyn. De bemanningen zyn in Engeland aan land gebracht. Hetzelfde is het geval met de „Veghtatroom" van de Maatschappij Ocean te Amsterdam. Vermoed werd, dat de overige dezer dagen uit Eageland terugverwacht wordende schepende „Ameland", le „Themisto", de „Maasdyk", do .Grotius" en de „Menado" gister middag of gisteravond zouden binnen komen. Vermoedeiyk is de reis hierheen door mistig weder eenigszins be- moeiiykt. De „Veenbergen" en de „Kelber- >q", zyn resp. groot 4281 en 4751

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 7