HELDERSCHE COURANT i DE OORLOG. No. 4801 DONDERDAG 12 JULI 1917 4ge JAARGANG Op pagina 4 van djt blad la opgenomen Sport, Ingazondtn, Uit don omtrok, Feuilleton, onz. DE WEEK. 10 Juli. „Aio straks, naar wy hopen binnen niet te langen tijd, de vrede zal zyn hersteld" aldus president Fock na z|jn jongste installatie en huldiging door nestor De Savornin Lohman „zal alles moeten worden in het werk gesteld om zoo spoedig mogelijk terug te keeren tot normale toestanden, en dan zullen ook de Staten-Generaal niet slechts op economisch, maar op allerlei gebied een krachtige mede werking moeten verleenen". En voorts: „Deze Kamer zal zich niet kunnen bepalen tot het behandelen der grond- wets-voorstellen, maar zij zal boven dien den tijd, die haar gelaten zal worden, hebben te besteden om te behandelen financieels onderwerpen en onderwerpen van allerlei anderen aard, die in de zoogenaamde neutrale zöne liggen en waarvan het nu meer dan ooit gewenscht ia dat z(j tot een beslissing worden gebracht." De Kamer met haar korten levensduur en nog schatrijken arbeids-voorraad "begon weet men met hetont- werp-Hooger Landbou wonder wijs „uit te schakelen", uit te stellen tot den herfst.,Tegenover het warm-agrarisch pleidooi van den heer Teenstra kwam de heer Lohman herinneren, dat 't hier niet slechts gaat om de kwestie „Utrecht of Wageningen", maar dat de geheele vraag, of eene inrich ting voor Hooger Landbou w-onderwija noodig is, daarbij aan de orde komt. 't Is waar, voor het oogenblik heeft het stralende zomerweör plaats gemaakt voor storm- en regenvlagen. De landbouw dorstte naar hemels- water en de profetie van eenleepen Yankee-speculant, dat 't met den regen op aarde nu wel uit zou wezen, is met verrassende snelheid gelogen straft. Thans rest de vraag, in verband met de eischen van den hooi bouw, - of men met „het goede" niet al te kwistig bedeeld wordt. 't Ia voor het oogenblik géén va cantie-wedr, maar toch zou 't onbe gonnen werk wezen om te pogen in Augustus het „quorum" het minimum van 51 leden des Parlementa- bijeen te houden. Vermoedelijk van 17 Juli a.s. tot eind dezer maand zal ons Lagerhuis dus het kunststuk, de wondertoer moeten vertoonen om be halve het ontwerp Export Centrale nog 't een en ander (o.a. de princi pieels beslissing betreffende de te be stelden drie onderzeöera en de Indische 50 mlllioen-leening J) in een paar weken tijda af te werken. Een voorbeeld van snel arbeiden, in vlug tempo de zaken behandelen en welk gewichtig aandeel daarbij de energieke hand van praesesFock heeft is nog pas door neBtor Lohman in zoo enthuaiaste taal verduidelijkt gaf de Tweede Kamer bij de behan deling der interpellatie n-Rutgera en -Van den Tempel over de thans ge lukkig ook al weer tot het verleden behoorende „aardappel onlusten" en wat daarmee in verband staat. Da lintwurm motie-Van den Tempel c.3. is „zwemmende" gebleven. Maar het op 7 Juli j.1. gevoerd debat heeft dit groote nut gehad, dat voor ons volk in ruimen kring nu toch duide lijk is geworden, met welke moeie lijkheden de Regeering in dezen tijd dagelijks beeft te worstelen. Het bekende „pas d'argent, pas de Suisses", uit vroeger kan hier, mu- tatis mutandis, worden het: „Geen aardappeltjes, geen kolen I" ons door den oostelijken buurman toege roepen. Terwijl mr. John Buil ons voor de keuze stelt om ook hém 25 pet. van onzen voorraad te zenden of voor pro-DuItsch, dus niet neutraal te worden aangezien.] Heerlijk alter natief!.... zeker, onze Regeering verkeert in een uitermate lastig parket. Dat heeft minister Posthuma op hel dere, eerlijke, bevattelijke wijze den 7n j.1. verduidelijkt. Maar tevens is voor de zooveelste maal gebleken, hoezeer op onze bureaucraten de schuld rust, drukt, dat zij Jan Publiek niet genoeg voorlichten. Burgemeester Bergsma, van Enschedé, heeft dezer dagen een prachtig voorbeeld ge schonken van dien zin om toe te lichtenzoodat niemand meer omtrent het „waarom" in 't duister tast, de reden, den grond, voor allerlei maat regelen, van hoogerhand getroffen. Dat is de weg!... Jan Publiek, in Nederland, leest over 't alg slecht, oppervlakkig of in 't geheel niet. De goeden natuurlijk niet te na ge sproken, maar de Overheid moet heer Jan leeren begrijpen, en zich niet stellen op een Olympische hoogte of zich hullen in een waas van ge heimzinnigheid. Het „wat de heeren wijzen, moeten de burgers prijzen", ging er te onzent toch nooit recht in. En voor „burgers" werd weet men ook wel eens een ander woord gekozen. Maar in deze dagen is deze stelregel zeer zeker een antikwltelt geworden, tot de groep der „curiosa" behoorend. Slechts door openhartiger mededeel zaamheid kan op den duur het drijven, stoken van allerlei lugubre elementen worden ontzenuwd. Vóór het Augustus-recès wacht ons dus nog een periode van „stevig aan pakken". En wie daaraan hun krach ten zullen wijden in 'slands Ver gaderzaal, niet de nestor uitZutfen, de 82-jarige Lieftinck, te Haarlem overleden. Zeker, - men zal hem missen in de Kamer, den tot voor zéér korten tijd nog zoo stevigen, robusten, levenslustigen grijsaard, wiens stoffelijk overschot den Hen Juli aan het eerste Nederlandsche crematorium zou worden overgele verd. Het woord, dat wijlen Lieftinck „aan leegte zal achterlaten" 't is geen banaliteit, geen holle en niets zeggende term. Hij was strijdvaardig, de nestor, maar een „coeur d'or", een nobele kerel, ook in 't heetst van den politieken kamp. Er ging stuwkracht van hem uit, en de Kamer liet zich veel van den oolyken senex welge vallen, omdat zij, in haar geheel, echte en warme sympathie gevoelde voor den Kapperniaan, die steedBde mooie leer gehoorzaamde, dat men ook tegenover den felsten tegen stander den eerbied zoowel voor dien politieken vijand als voor zichzelf nooit uit 't oog mag verliezen. Wij hebben nu den lOO.OOOen Zon dag sinds den aanvang der Christe lijke jaartelling achter den rug en nog steeds zijn we buiten den grooten brand gebleven, lijkt onze internatio nale positie zelfs tamelijk gerust stellend. Dat na de „Amstelland" de „Beste vair" door de berucht© zee monsters werd getorpedeerd, bij welk laatste geval enkele menschen het leven moesten laten't wekt zelfs [een ontroering meer buiten den tring der vrienden en verwanten van de slachtoffers. De pogingen om de „dichtgegooide sloot", om met minister Posthuma te spreken, de onveilig geworden, vroeger te bevaren Noordzee geul weer door Engeland te doen „opruimen": ze zijn nog niet door succes bekroond. En wij hebben slechts te dragen, te dulden, te be rusten. In afwachting van de stormen, die nadat de Revisie-ontwerpen, thans weer by de Kamer ingediend, kracht van wet zullen hebben gekregen in de politieke Patria-atmosfeer zullen worden ontketend, is 't nu nagenoeg bladstil. De Raadsverkiezingen in den lande gingen voorby in het teeken van „laten zitten". Slechts werd 't nogmaals duideiyk, hoezeer de Wijn koop-groep, die van de S. D. P., in getalsterkte toeneemt. Zoodat het vooruitzicht, dat zij in het Parlement, dat vroegzomer-1918 zal worden ge boren, haar intrée zal doen, vrywel zekerheid is geworden. Wat de E. V. verder aan verrassingen zal baren, - wy hebben 't te verwachten. In „de schaduw der Hofstad", het half- landeiyke Rijswijk, kwam met Hen- ri ter Hall de eerste vertegenwoordiger van Plankenland in een Raad der Yroeden. 't Kan een „omen", een voorteeken zyn. En waar kleinere groepen hun belangen straks in de ▼ertegenwoordigingzelfstandig zullen kunnen verdedigen, daar mag Planken- land stellig niet vergeten worden. Trouwens, de Kunst had al sinds lang een woordvoerder in 's landa Raadszaal behooren te bezitten. Wy staan aan den ingang van nieuwe tyden. B. en W. der residentie stellen voor, verlof te verleenen tot oprich ting, -op de Haagsche Plaats, van een standbeeld ter eere van Jan de Witt En 't is niet aan te nemen, dat tegen dkt denkbeeld oppositie van eenige beteekenis zal worden gevoerd. Of byaldien een halve eeuw geleden dergeiyk voorstel ware gedaan het met dezelfde gemoedeiyke instemming zou zijn ontvangen ik durf de vraag niet in bevestigenden zin beantwoor den. Ik betwijfel zelfs ten zeerste „Les idéés marchent"!Ondanks alles is er toch vooruitgang. En het besef daarvan moet ons troost schen ken voor zooveel ellendigs en schrik barends van deze troebele tijden 1 Mb. Antonio. De afgeloopen Raads verkiezingen. De uitslag der j.1. gehouden Raads verkiezing vertoont een zeer merk waardig beeld, vergeleken met die van 1915. Oogenschyniyk zeggen de cyfers by de slechte opkomst van dezen keer niet veel. Heel velen zullen de cyfers, op sommige vryzinnigen in 't byzonder, maar op alle aftre dende vryzinnigen in 't algemeen evenzeer hebben gefrappeerd als de aanzieniyke daling van die der rechtsche partyen. Het kan niet ontkend, dat de cijfers van alle verkiezingen de laatste jaren een groei van de sociaal democraten te zien gaven. Deze groei werd verkregen ten koste van alle partyen en allen waren wy het er wel over eens, het meest van de meerderheidspartijen, de vry zinnigen. In dit blad behoeft deze zaak niet tot politieke beschouwingen te leiden, ook is het onnoodig hier de oorzaken van een en ander na te speuren, de kwestie is voor den objectieven beoor- deelaar evenzeer belangwekkend ge noeg. Want wie dezen gedachtengang had en de vergeiykingen,'hierboven be doeld, waarneemt, zal verbaasd staan over de groote verschuivingen in de laatste 2 jaren tot stand gekomen. Men oordeele over het hieronder volgend staatje 2" Wanneer wij de daling der Coalitie cyfers en de styging der Vryzinnigen cyfers zien, dan kan men byna als zeker aannemen, dat de laatsten, die by de vorige verkiezingen steeds daalden, thans een deel der coalitie stemmen op zich hebben vereenigd en zoodoende „bovenjan" is gekomen. Wy Jaten daar, of deze groei ge zond is, de objectieve beschouwer houdt zich daarmede niet op. Wie daaronder de styging der socia listische stemmen ziet, welke eene voortzetting is van het verschynsel der laatste jaren en daartegenover de daling der Christen Democratische stemmen, kan zich al evenmin ont veinzen, dat 't dezen laatsten demo- cratischen linkervleugel van rechts ook niet naar den vleeze gaat. Een deel van hen ging over naar rood en daarmede voltrekt zich eenvoudig een zeer natuuriyk politiek groeiproces. Evenredige vertegenwoordiging vol gens deze cyfers zou den Raad elgeniyk aldus verdeelen dat verkregen: Vrij zinnigen 7, Coalitie 3, Chr. Dem. 4 en S.D.A.P. 7 zetels. Dit is voor de Vryzinnigen nog iets te kort en de S.D.A.P. iets te veel, maar toch lang geen heele zetel. Waarom is nu deze uitslag zoo buitengemeen belangwekkend? We moeten nu toch even een weinig aan politieke beschouwingen gaan doen. Ieder is 't er over eens, dat de ont wikkeling der maatschappy ook onze gemeente niet voorby gaat en die is nu eenmaal zoo, dat meer en meer door en voor de arbeidersklasse een beter deel van de maatschappelijke opbrengst wordt geöischt. In het gewone leven geschiedt dit door de Vakvereenigingen direct tegen over de werkgevers, maar in de ver tegenwoordigende lichamen door de politieke party, die uit en door de opkomende arbeidersbeweging voort kwam en van huis uit een eigen op die beweging gebaseerd program had. Daarom is het opkomen voor een bepaalde klassse van de S.D.A.P. geen kunstmatig iets; doch bet natuuriyk gevolg van het feit dat alle andere groepen hun verdedigers in die lichamen hadden en hebben, meer zelfs dan waarop zy krachtens hun aantal wel recht hebben. Elkeen voelt, dat door de uitbrei ding van het kiesrecht een party als de s.d.a.p. met zulk een program vat op de massa had en noodwendig moeBt groeien, zooalB wy dat de laatste tien jaar hebben zien doen. En dat meer en meer de andere partyen er niet mee af waren, zich al te uitsluitend met andere, alge- meener, belangen te bemoeien, volgt haast vanzelf. Dit nu heeft tot wonderiybe ver- scbyn8elen aanleiding gegeven. Men heeft mannen democratisch zien doen, waarin men nooit eenige democratie bad bevroed. Men schold (en scheldt) brave burgers voor „rood", omdat 2y wel eens met de „rooden" meestem men. Soms is dit inderdaad een merkwaar dig gezichtMag ik maar meteen zeggen, dat de rechtsche partyen hier in den Helder zich aan een dergeiyke utiliteitspolitiek hebben bezondigd? Ik denk er niet aan, hen dit ten kwade te duiden. Integendeel, zy hebben daardoor wel eens verbete ringen voor de arbeidersklasse, niet zonder belang, mede helpen tot stand brengen. Niet aan ons is het dus, hunne houding af te keuren. Maar eilacie, de cyfers in boven staand staatje wyzen het uit. Hun eigen vendel wordt hen om geen andere reden dan deze, ontrouw en loopt naar de minder „roode", meer „behoudender", minder „democrati sche", meer „in den geest der coalitie handelende" vryzinnigen Dat is een fatale tegenvaller. Zullen de rechtsche leiders dit aldus ver staan, dat zy voortaan, minder met „rood" meö moeten doen? Of zullen zy handhaven Het eerste is misschien nuttiger, het tweede flinker en tusschen deze beide zaken, is een keuze zeer moeie- iyk. Wy verdiepen ons hier niet in, omdat dit ons artikel noodeloos uit voerig zou maken. Maar de uitslag dezer verkiezing was te merkwaardig, om er niet iets van te zeggen. Buideiyk biykt daaruit en om dit aan te toonen, was'tons, eerlyk gezegd, te doen - dat hier evenals elders, de scheidingsiyn in het kiezerskorps meer en meer loopen t tusschen conservatieven en demo craten. Helder, 7 Juli 1917. M. Wy plaatsen dit artikel van onzen medewerker M., doch stellen gaarne ook aan anderen de gelegenheid open deze zaak in ons blad te bespreken en hun conclusién uit de stemmen- cyfers te trekken. Wy zyn b.v. van meening, dat de styging der vryzinnige cyfers niet alléén ia te danken aan de coalitie- stemmen, doch voor een groot deel ook aan die der christen democraten, de party, die nu eens meer, dan weer wat minder stemmen verkrygt, voor- namelyk van hen, die meestal op vryzinnige candidaten stemmen. Evenredige vertegenwoordiging vol gens de uitgebrachte stemmen by deze verkiezing zou wel is waar leiden tot een verdeeling der zetels, waartoe de heer M. komt. Maar er werden 2638 stemmen uitge bracht, terwyi er 2302 kiezers thuis bleven. Elke party kan op het oogen blik deze niet uitgebrachte stemmen grootendeels naar zich toe rekenen, en pas nadat de „evenredige verte genwoordiging" haar uitspraak heeft gedaan, kan men bewyzen op hoeveel zetels elke party recht heeft. Op het oogenblik geldt nog de „helft plus één", en deze regeling wordt helaas nog altyd, en door elke party toegepast. Red. „H. C." De legerberichten van 8 en 10 Juli. Van het W e s t e 1 y k front. Van Duitsche zyde wordt dd. 10 Juli gemeld, dat aanvallender Engel- schen ten Z.W. van Hollebeke, ten N.O. van Mesalnes en by Lens afge slagen werden. Hetzelfde lot onder gingen aanvallen der Franschen in de streek van den Chemin des Dames, ten Z. van Gourtecon en ten Z.O. van Cerny. De Fransche berichten geven aan dat op verschillende punten van het front de Duitschers tot den aanval overgingen, o.a. in het gebied van de Aisne en in den Elzas. Alle aanvallen werden evenwel afgeslagen. Ten O. van Oost Taveerne zyn de Engelschen erin geslaagd hun linie een weinig vooruit te brengen. Ver der wordt melding gemaakt van eenige overvallen, waarby een aantal Duitschers gevangen genomen werd. Overigens geen gebeurtenissen van belang. Van het O o s t o 1 y k front zetten de Russen hunne aanvallen krachtig voort, en komen zy langzaam voor uit. Naar een bericht uit St. Peters burg, dd. 9 Juli meldt, dat de Russen artillerievoorbereiding op het front van Jamnica tot Zagwods in de rich ting van Dolinsk tot den aanval over gingen. Nadat zy de voornaamste vooruit geschoven stellingen van den vyand hadden ingedrukt, zijn de troepen al worstelend voorwaarts gedrongen. Daarby hebben zy zich meester ge maakt van de stad Jezupol, van de dorpen Ciezouw, Paupeltsjo en Rybne alsmede van het station Lyssetz. De cavalerie die zich ter vervol ging op den wykenden vyand wierp, heeft de rivier Lukwa bereikt. De buit van den dag is: 131 officieren, 7000 soldaten en 48 kanonnen. By de kanonnen zyn 13 zware. Een later bericht meldt dat de cavalerie de Lukovica welke even- aan de Lukwa stroomt forceerde. De westelyke oever van de Lukwa beheerscht den bebosch- ten oosteiyken oever, maar 't is niet waarschyniyk, dat de gedemorali seerde vijand in staat zal zyn genoeg troepen samen te trekken om den Russen den overtocht over de rivier te verhinderen en hun opmarsch in de richting van Dolina te stuiten. Volgens een opgevangen draadloos bericht zouden opnieuw meer dan 1000 gevangenen zyn gemaakt, en een groote hoeveelheid oorlogamaterieel zyn vermeesterd. In het Ooatenrijk.Bc.he communiqué van d6n 9en Juli wordt de tegenslag erkend. Hierin wordt medegedeeld, dat de troepen, na twee dagen lang de sterkste aanvallen der Russen te hebben weerstaan, ten slotte voor geweldige overmacht moesten wyken, en hun voorste stellingen ontruimden. Do kleine strook ter rein die de Russen hierdoor in hun bezit kregen werd evenwel met ont- zaggelyke offers betaald. Volgens de mededeeling van Dins dag, konden de verbondenen het in hunne nieuwe stellingen evenmin uithouden tegen de krachtige, met sterke troepen massa's ondernomen aanvallen der Russen, en werden zy genoodzaakt achter de beneden Lu- rovica terug te trekken. Op het front tusschen de grens van Gallciê en de Oostzee nam de artillerie-actie op verschillende punten toe. Van het Oostenry kach— Italiaansche front. Naar uit Rome d.d. 10 Juli wordt imeld, hebben de Oostenrykers na m voorafgaande felle beschieting getracht de Italiaansche stellingen op Vodice te vermeesteren, doch werden zy teruggeslagen. Aan de boven-Cordevole en op den kleinen Lagaruoi mislukten de Oostenryksche aanvallen eveneens, Ten N. van Tolmein werd een aanval reeds in het begin gestuit. Van het R u s s i s c h-T u r k s c h e front. Een bericht uit St. Petersburg, d.d. 9 Juli erkent, dat de Russen in Perziö voor de aanvallen der Turken moesten wyken. Pendzjivin, Chanikin, Kasri Sjirin moesten worden ontruimd, en werden door de Turken zich in de stad verborgen hadden de bewakers van hel arsenaal en die van de strafgevangenis, waarby zy 600 boeren vry lieten. Na dezen min of meer georganiseerd te hebben, sloeg men gezameniyk aan het plunderen. Banken, winkels, particuliere wonin gen moesten het ontgelden. Slechts met behulp van mitrailleurs gelukte het den troepen de orde te herstellen, waarby van beide zfy' talrijke dooden vielen. De stad ziet er uit alsof zy een geweldig bombardement heeft door staan ook de petroleumindustrie leed aanmerkelyke schade. Amerika en de neutralen. Volgens een bericht uit Washington aan de „Daily News" zal de uitwer king van het verbod van uitvoer uit de Ver. Staten naar neutrale landen zoo belangryk zyn, dat er reeds een beweging in het Congres gaande is, om met bepaalde Europeesche naties in onderhandeling te treden om te verkrygen, dat zy aan den oorlog meedoen aan den kant van de geal lieerden. Die neutrale naties hebben vreeseiyk geleden en deze nieuwe slag zoo zeggen die leiders in het Congres zal mogelyk het middel zyn om hen toe te brengen, zich zelf tegen Duitschland te verklaren. Ds politieke toestand In Duitschland. De toestand in Duitschland ver scherpt zich. De annexionistische en conservatieve partyen en gedeelten van partyen, aanvankeiyk uit het veld geslagen, hebben verzamelen geblazen en beginnen zich schrap te zetten. De mannen van den vrede „zon der-zonder" voelen zich daardoor in de overtuiging versterkt, dat uiterst krachtig optreden noodzakeiyk is en de weifelaars beginnen naar rechts en naar links positie te kiezen. Van alle fronten wordt geregeld melding gemaakt van luchtgevechten. Hoe groot de slytage van dit wapen is blijkt wel uit een Duitscb bericht waarin wordt medegedeeld, dat in de maand Juni niet minder dan vliegtuigen en 38 kabelballons van den vyand verloren gingen. De Duitschers verloren in dien tyd 58 vliegtuigen en 8 kabelballons. Du duikboot- en mljnoorlog. Van Duitsche zyde wordt gemeld dat indenAtlantischenoceaan31.500 ton aan scheepsruimte werd ver nietigd. Een bericht uit Parys geeft aan, dat het stoomschip „Calódonien" van de Messageries Maritimes den 30en Juni in het Oosten van de Middel- landsche Zee is gezonken, ten gevolge van een myn of een torpedo. Van de 431 menschen aan boord zyn er 380 gered. In het Kattegat zyn 4 Zweedsche visschersschepen onverwacht door een Duitsche duikboot aangevallen en in den grond geboord. De revolutie In Ruslend. Te Bakoe schynt het echt RusBiBch te zyn toegegaan. Naar de correspon dent van het Handelsblad te Lausanne meldt, overrompelden 80 deserteurs die De BerUjnsche correspondent van het Hbl. geeft een overzicht van den toestand, waaraan wy het volgende ontleenen De offlcleele berichten, dieuitBer- ïyn komen over de crisis in de Wil- helmatrasse en Unter den Linden, waar de belangrykste ryks- en staats minister ies huizen, zyn vaneen meer dan oud Pruisische soberheid. Wat positieve berichten betreft, is feiteiyk niets anders tot nu meege deeld dan dat er een Kroonraad gehouden is van abnormaal langen duur en dat de Keizer een dag later met den rykBkanselier een onderhoud had dat verscheidene uren duurde. Der- geiyke aankondigingen, in ondoor dringbare geheimzinnigheid gehuld, plegen op gewichtige gebeurtenissen voor te bereiden, op crises van bui tengewone beteekenis. Sommige Duitsche bladen zeggen dat de aanval van den afgevaardigde Erzberger in de hoofdcommissie van den Rykadag gericht was tegen het politieke leven van den Rykskanse- lier, doch de correspondent meent dat de zaak van een geheel anderen kant beschouwd moet worden. Hy legt hierby den nadruk op de zeer harteiyke en vertrouweiyke ver houding die altyd tusschen den Ryks kanselier en den heer Erzberger heeft bestaan, -waaruit hy dan concludeert datmen „zonder zich schuldig te maken aan lichtvaardig combineeren,mag ver moeden, dat de rijkskanselier niet onkundig geweest is van de plannen van den heer Erzberger in de Rijks- dagcommissie" op zyn minst althans met de strekking ervan. En dat hy, evengoed als de heer Erzberger zich er eerst van overtuigd had, dat er een meerderheid, zy het ook geen groote, in den Ryksdag te vinden zou zyn voor dergeiyke liberale denkbeel den naar binnen en naar buiten. Dit vermoeden wordt versterkt door het feit, dat bet geheele Centrum (de groep die op politiek gebied staat tusschen de liberalen en de conser vatieven) nagenoeg zich geschaard heeft achter den heer Erzberger. Wanneer deze veronderstelling juiat is, dan kon men verwachten dat er een ernstig conflict zou ontstaan. Dan moest de Kroon beslissen, of zy nog langer als eersten en eenig ver antwoordelijk raadsman wenschte te handhaven iemand, die radicaal wilde breken met de conservatieven, met een deel van de nationaal liberalen, met tradities, die geneigd ia rechten van den troon prys te geven, over te dragen aan de volksvertegenwoor diging. Hoe nu de beslissing van de Kroon gevallen is, en of die reeds gevallen is, weet men niet. In de by eenkomst van de Centrale commissie van den Ryksdag op Dins dag werd den Kanselier verzocht mededeelingen over het behandelde in den Kroonraad te willen doen, hetgeen de Rykskanselier meende niet te kunnen doen. Hierop volgde een voorstel om de vergadering te verdagen,hetgeen werd goedgevonden. dat Duitschland voor een beslissing staat: de geheele linkerzyde en het centrum vereenigen zich om den vrede mogeiyk te maken op grond der uiting van Augustus 1914 en tevens de invoering van het geiyke kiesrecht voor Pruisen en de parle- mentarlseering van de regeering te eischen. Tegenover deze groepen staan de conservatieven, terwyl het steeds meer duidelijk wordt, dat de nationaal- liberalen, die felteiyk slechts conser vatief zyn, ook niet willen medegaan. Maar deze groepen vereenigen zich tegen den Rykskanselier en doen hun best om de beweging, die in den Ryksdag is ontstaan, voor te stellen als tegen den verantwoordeiyken leider der regeering gericht. De vraag is nu, of by den tegen stand tegen de practische uitvoering der door een groote meerderheid in den Ryksdag geéischte hervorming zal weten te overwinnen, en de keizerlyke Paaschboodschap in breede opvatting zal weten te doen uitvoeren. De besprekingen daarover, in den Kroonraad en met de partyleiders, duren voort. BINNENLAND. Da giTntirniarda Dultaoha ondarzaalra. De internationale commissie van onderzoek, inzake de geïnterneerde Duitsche onderzeeöra „UB 80" en „UB 6", is in haar geheel samenge steld als volgt Kapitein ter zee Bloch (Denemarken), voorzitter; kapitein ter zee H. G. Surie (Nederland), kapitein ter zee Vanaelow (Duitschland), kapitein luitenant ter zee A. Celery (Argen tinië) en kornet kapitein Lybeek (Zweden), leden. Als commissaris van de Nederlandsche regeeringen, zal optreden schout by nacht W. C. J. Smit, ais commissaris van de Duit sche regeering rechtsanwalt dr. Schreurer van het Reichsmarine Amt. Als secretarissen zyn aangewezen door de Nederlandsche regeering mr. J. P. A. Franqoia, commies aan het departement van buitenlandsche za ken door de Duitsche regeering graaf Bassenheim, vice consul van Duitsch land te Amsterdam. De le vergadering der commissie heeft hedenmorgen plaats in de Tréveszaal te den Haag. De kapitein ter zee H. G. Surie is thans werkzaam aan het departe ment van marine. Hy was technisch gedelegeerde voor Nederland ter Vredesconferentie, te 's Gravenhage in 1907 gehouden. Het Nederlandsche Btandpunt in de commissie zal verdedigd worden door den dezer dagen tot vice-admiraal bevorderden schout-by-nacht W. C. J. Smit, commandant van de stelling van de Monden der Maas en der Schelde, vroeger chef van den marine staf. Twaa Maasslulaeha loggers tot zinkan gabracht. De stoomtreiler Holland Hl heeft Dinsdagmiddag te IJmuiden de 24 opvarenden aangebracht van de twee Maassluische loggers „Handel en Visscbery" MA 103, en „Piet Hein" MA 16, welke beide loggers Vrydag- middag te 6 uur door een Duitsche duikboot op 56° 50' N.B. en 6° 20' O.L. (deze opgaven volgens de journaals der schippers) met brandbommen tot zinken zyn gebracht De opvarenden hebben 70 uren in de booten rond gedreven en werden eerst Dinsdag morgen nabij het lichtschip Doggers- bank Zuid door den IJmulder treiler aangetroffen en opgenomen. Allen zyn ongedeerd. Volgens verklaring van den duik bootcommandant zouden.de loggers zich hebben bevonden 16 myien binnen bet versperde gebied, welke beweriDg door beide schippers, die nog pas gelood hadden en 85 vaam water hadden bevonden, ten stelligste werd ontkend. De duikbootcomman dant wenBchte niet in te gaan op het verzoek van een officier van den onderzeeér om een nader onderzoek in te stellen naar de juiste plaats. De „Vorwttrts" maakt evenwel melding van het gerucht, dat 5 Prui sische ministers zullen aftreden, n.1. die van binnenlandsche zaken Von Loebell, van landbouw Von Schor- lemer-Lieser, van justitie Beseier, van handel Sydow, van onderwys en ©eredienst Von Trott zu Solz. De drie eerstgenoemde voegt de correspon dent hier van toe belichamen de reactie in Pruisen en dus in Duitsch land. Is dit gerucht juist - en andere „on-dits" gaan denzelfden kant uit dan zou de heer v. Bethmann Hollweg dit keer wederom het spel gewonnen hebben. Men dient hieromtrent echter zeker heid af te wachten, alvorens con clusies te kunnen trekken. Wy laten hieronder nog volgen, wat de „Frankfurter Zeitung" over de crisis zegt. Het blad wyst erop, Hat S.S. „Uranua" door aan duikboot aangahaudan. Het Dinsdagmiddag met een lading gezaagd hout van Pythea te IJmuiden aangekomen Nederlandsche atoom schip „Uranua", van de Kon. Ned, Stoombootmaatschappy, werd op zee door een duikboot beschoten. Naar h9t Hbl. verneemt was de „Uranus" Zondagmiddag ongeveer dwars van Hanstholm, toen plotseling aan bakboordzyde een schot by het schip in het water terecht kwam. De kapitein, vreezende een duik- bootaanval, bracht het schip onmid- deliyk tot stoppen. De duikboot ging inmiddels door met schieten, zoodat verschillende projectielen niet alleen vlak by het stoomschip terechtkwa men, doch ook tusschen de masten doorgingen. De bemanning kreeg order, onmid- dellyk in de booten te gaan, ten einde het schip te verlaten, want men twyfelde niet of het zou in den grond worden geboord. Eerst §ing één der officieren en later ook de gezagvoerder naar de duikboot, welke van Duitsche nationaliteit bleek te zyn. De scheepspapieren werden getoond en, nadat de herkomst en bestemming van het schip waren vastgesteld, teruggeven. De beman ning kon daarop teruggaan naar het verlaten ronddryvende schip en de reis vervolgen. Op den verderen tocht door het Engelsche versperde gebied had men geen moeilykheden. Naar onze berichtgever vernam, werden later nog stukken van pro jectielen op het dek der „Uranus" gevonden. Poging tot doodslag. Gisteren zyn te Assen gevankelyk binnengebracht de soldaten M. en B. van de grenswacht te Nieuw-Sehoone- beek, beschuldigd van poging tot doodslag op een meerdere. Manlfsat van da S.D.A.P. Door het party-bestuur der S.D.A.P. is een manifest aan de Nederlandsche Arbeidersklasse gericht, waaraan wy het volgende ontleenen: Da schokkende gebeurtenissen, die, in verband met het aardappelengebrek, verleden week te Amsterdam hebbeu plaats gehad en die aan een aantal mensshen het leven hebben gekost, geven het Partij bestuur der S.D.A P. aanleiding een ernstig woord tot u te richten. De Amsterdamsche onlusten hebben wydere beteekeniaaen dan voor de hoofdstad alleen. Zy zyn van groote beteekenis voor het geheele land, Want de stemmingwelke die on lusten mogelyk maakte, bestaat ook buiten Amsterdam, zoodat ook elders zich voordoen kan, wat Amsterdam nu heeft doorleefd. Bovendien wordt alom in den lan den begrepen, dat in de maanden, en vooral in de wintermaanden, die wy tegemoet gaan, de moeilijkheden en de kwellingen nog veel grooter kun nen worden dan zy ooit zyn geweest. By de nadering van die bange tyden is een esn woord vin waarschuwing sn opwekking geboden. Een woord van waarschuwing aller eerst gericht tot regeering en heer- 8chende klasse, om alles te doen wat mogelyk ia ter vermindering van de nooden des volks. Verbeteren zy de fouten en de gebreken der tegenwoor dige levenBmiddelenvoorziening en andere tekortkomingen niet; dan rust op haar een sware verantwoorde lijk heid voor de onheilen, die komen kunnen. Maar ook een woord van waarschu wing tot de arbeidersklasse gericht. Wy waarschuwen allerminst tegen actie of tegen stryd De sociaal democraten hebben sedert den aanvang der oorlogscrisis aan houdend voor leniging van den nood der arbeidersklasse gestreden. En onze mannen in parlement en gemeente raden sn in andere lichamen hebben steeds sp de bres geBtaan. Wy mogen zeggen dat wat er goeds is in de levensmiddelenvoorziening van tegen woordig, voor een groot deel de winst is van onsen stryd I Wy roepen de politieke en de eco nomische organisaties op in dien stryd moedig en kloek te volharden, en wy zullen niet aarzelen de arbeiders op nieuw tot groote betoogingen op te roepen, zoodra die noodig en nuttig 'ln. Maar wy waarschuwen de arbeiders, dat zy niet in dagen van groote moeilykheden zich zullen laten op sleeptouw nemen door groepen die geheele andere doeleinden nastreven dan de leniging van den volksnood. Wy waarschuwen in de eerste plaats tegen het stoken en wroeten van het'dagblad wDe Telegraaf" en zyn volks-editie „De Courant". Goedgeloovige lezers moeten mee nen, dat die bladen met hun kfitiek de levensmiddelenvoorzieuing van het Nederlandsche volk willen dienen. Wie wat verder ziet, begrypt, dat zy allereerst bedoelen mede te werken aan de uithongering van het Duitsche volk, en dat zy niet minder bedoelen dan het Nederlandsche volk op te zetten tegen de Nederlandsche re- geering, omdat deze in den wereld oorlog neutraal biyft. In de tweede plaats waarschuwen wy tegen de S.D.Pen de „Tribune". Voor deze party en haar leiders is de levensmiddelennood een schoone gelegenheid om de arbeiders op te zwespen tegen de S.D.A.P. en het N.y.Y.l Tegen deze groote en groei ende lichamen der arbeidersbeweging is sedert den aanvang van den oorlog de felle actie van den heer Wynkoop en de zynen gericht. Daarom bestreden zy by de laatste Kamerverkiezingen zelfs het Algemeen Kiesrecht. Op aanhitsing en onder leiding van deze organen en lieden beeft zich verleden week een deel der Amster damsche bevolking In de avonturen gestort, die een aantal menschenlevens hebben gekost en ook in andere opzichten onnoodig leed en schade hebben veroorzaakt. Op het gevaarlijke van deze avon turen wenschen wy de arbeidersklasse te wyzen. Bewegiogen, geiyk verleden week te Amsterdam zyn ondernomen, leiden tot verwildering en verzwakking der arbeidersklasse. De arbeidersklasse heeft behoefte aan opbouw, versterking en organisatie. En hiertoe zyn de aanhitsers en de aanvoerders der Amsterdamsche on lusten niet in staat. Wat de Nederlandsche arbeiders klasse noodig heeft, ook in deze zware oorlogstyden, kan zy slechts bereiken met ds wsloverwogan aktls van haar beproefde strijdorganisatie. S.D.A .P. en N.V.V. en met de hulp harer Cooperatiën. Het manifest wyst verder op de door het stoken der Telegraaf- en Tribune-leiders vergrootte gevaren om in den oorlog te worden mede- gesleept. Willen de arbeiders, die Neder land tot het uiterste buiten den oorlog willen doen blijven, het oor logsgevaar bedwingen, dan hebben zy te zorgen, dat wy oorlogszuchtige groepen niet in de kaart spelen. Dan hebben die arbeiders in moeiiyke omstandigheden hun telf beheersching te bewaren. Dan hebben wy ervoor te waken, dat niet oorlogszuchtige groepen of lieden, die daarmee be wust of onbewust verbonden zyn, de Nederlandsche arbeidersklasse tot uit spattingen verlokken, die het oorlogs gevaar vergrootenl Het manifeBt eindigt met een op roep om de organisatie der s.d.a.p. te versterken. Geeft U rekenschap van den vreese- ïyken ernst dezer tyden en schaart U in de gelsderen onter organisaties.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 1