HELDERSCHECOURANT
No. 4810
DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1817
45e JAARGANG
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen
1. Ingezonden.
2. Uit don omtrek.
3. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
3 1 J U 1 i.
Heden vóór drie jaren is de groote
wereldramp uitgebarsten, en on
danks alle profetieön en verzekeringen
en vernuftige, - strategische en andere
- is 't op dit oogenblib nog absoluut
onzeker, wanneer we werkelijk kun
nen zeggen „naar den wereldvrede
to gaan".
Dit staat vast, dat ook de meest-
optimistisch aangelegde niet zal dur
ven betwisten, hoe 'terindejoDgste
dagen voor het arme, kleine, neutrale
Nederland niet zonniger op is ge
worden.
Zeker, ""wy hebben pas weër
hulde-betuiging gekregen voor de
prachtige manier, waarop wij onze
neutraliteit weten te handhaven. En
de groote „vechtersbazen" zullen ons
welhaast 16000 krijgsgevangenen ter
interneering toevertrouwen.
't Klinkt allerhartelijkst, maar
overigens
De allerjongste jobstijding) ge
lukkig nog niet bevestigd luidde,
dat Duitschland zich zal genoodzaakt
zien, ons in de thans aangebroken
Auguatus-maand 1917 eventjes 100.000
ton kolen per maand minder te zenden
dan de totdusvor overeengekomen
350.000. Terwijl het vooruitzicht zou
bestaan, dat in September dat cijfer
Z6lfs beueden de 200.000 ton zou
kunnen dalen. Dit zou elke toe
lichting is hier natuurlijk gansch-
overbodig niets minder dan een
ramp zija. Men zal zich herinneren,
op hoe emstigen toon minister Posthu-
ma onlangs in de Tweede Kamer
heeft gesproken over de mogelijkheid,
dat do reeds zoo dringende, nopende
kolennood aldus zou worden verergerd.
In do jongste dagen kwamen allerlei
berichten, verband houdend met deze
oeconomisehe ellende. Be H. IJ. Spoor-
wog-Mpij maakt zich gereed het getal
van haar goederentreinen nog in te
krimpen, wat zeor zeker zal worden
gevolgd door inkrimping ook,i van
het getal der personen-treinen. Ver
schillende fabrieken zien geen kans
door te werken, nu laatstelijk weer
de „Kwatta", bi] Breda, waar een
paar honderd personen tijdelijk gedaan
zullen krijgen. Wie denkt aan hetgeen
de komende winter wotdt de
situatie niet beter ons^zal kunnen
brengen, hem moet de angst om
't hart slaan.
In ernst kan niemand betwisten,
dat de Begeering niet diligent is. De
rede, waarmee minister Posthuma
op Vrijdag 27 Juli j.1. den heer v.
d. Tempel in de Tweede Kamer over
de groote kwestie der Distributie te
woord stond, geeft daar ('t werd bijv.
in het orgaan der S.D?A.P. grif er
kend) duidelijk blijk van. Men moge
dan oordeelen over de noodzakelijk
heid der handhaving van de zeer-
speclaliseerende motie v. d. Tempel,
waarover dien 27sten Juli .tenslotte
niet gestemd kon worden in beslis
sing, daar er van de 100 leden 73 op
't appèl ontbraken, hoe m9n wil, de
Regeering toonde te beseffen, dat de
economische noodatand ingrijpen vor
dert. Het beschikbaar stellen van een
bedrag aan het Kon. Nat. Steun Co
mité, ter distribueering van kleeding,
schoeisel, enz. zal voor velen onge
twijfeld een zegen zijn, daarge
laten dan of de vorm der hulp naar
ieders zin is. Zoo iemand dan ervaart
minister Posthuma sinds jaren, hoe
veel waarheid er schuilt in het oude
„Ne Jupiter quidem omnibus"1).
De zorgen en beslommeringen voor
de mannen, thans met de verant
woordelijkheid voor het arme, ranke,
door wilde orkanen koers zettende
schip van Staat belast, zijn nu met.
het uur toenemend.
En in 't bijzonder voor minister
Loudon wordt de situatie al moeie-
Ujker.
Omtrent de booze geruchten, dat
onze met graan enz. bevrachte sche
pen, in Amerika op uitvaren liggend,
hebben moeten ontladen, daar de
Amerikaausche autoriteiten geen ver
gunning tot uitvaren wilden verlee-
nen (beducht voor voedsel-voorziening
aan den Duitsehen vijand) is nog
geen zekerheid verkregen.
Maar wél staat, helaas, vast, dat
een aantal (tien van onze Scheve-
ningache loggers door een Duitsche
onderzeeër zijn beschoten, vernield,
terwijl 't een wonder mag heeten,
dat niemand van de bemanning daarbij
het leven liet. Wel vraagt men zich
vruchteloos af, welke beweegreden
tot een dergelijke, met alle afspraken
en overéénkomsten spottende daad,
kan hebben gedreven En ligt er
ongetwijfeld kern van waarheid in
hetgeen de „N.B. Ct." zagt, ul. dat
wij nu, op onze beurt, den visch-
uilvoer naar Duitschland moeten
stopzetten. "Wy zitten in 't hoekje,
waar de slagen vallen en blijven bij
voortduring ervaren, hoe gevaarlijk
't is met groote heeren kersen te
eten
Ons stoomschip „Gelderlaud" met
pek voor Regeerings-rekening gela
den, werd door Duitsche watervlieg-
tuigen aangevallen binnen onze ter
ritoriale wateren. De jongste aanval
op Duitsche vrachtschepen voor
malig Nederlandscèe 1 door een
Engelsche duikboot bij Texel was
evenzeer schending van de volken
rechtelijke bepalingen, die in deze
dagen van overheersching der ruwe,
brute geweldmacht voor alle oorlog
voerenden in gelijke mate immers
„vodjes papier" zyn geworden.
Een heel lijstje van scheepsrampen,
door opzet in den jongsten tijd be
rokkend, ligt naast mij.
Ia 'c nog de moeite waard te
protesteeren, - hetzij te Londen, te
Berlijn, of waar ook?
■k ten slotte het dulden,
dragen, niet nog meer strookend met
de waardigheid van den kleinen, on-
zljdigen Staat Wanneer men althans
wil blijven ontwijken de ramp, die
het hartebloed van oos volk zou doen
neergut sen in de zee van bloed, sinds
1 Augustus 19Lé vergoten!?
Afgescheiden van de gevaren, ons
thans elk uur van den dag en van
den nacht blijvend bedreigen, is daar
de hanle strijd om, in 08conomisch-
financieel opzicht, 't hoofd bovon
water te houden. Het bericht, dat
minister Treub gemachtigd is om voor
honderd millioen schatkist,papier uit
te geven is weet mon- een
gewis toeken, dat nieuwe maatregelen
ter „versterking van 's lands midde-
n" weer op til zijn.
Het accrè3 dier middelen, zelfs al-
stijgecd, is zeker een gunstig teeken.
E venals het overtreffen met 2 millioen
ruim 2 ton in Juni j.1. van den inleg
de R. P. S., - vergeleken met
JÜni-1916. De vraag is nu, wat de
Export Centrale, bet centraliseeren
van in- en uitvoerj door een semi-
offlcieel lichaam (de N. U. M.),
zooals minister Treub 't noemde
don Staat aan 'winst zal opbrengen.
Bijna oDgerept na intrekking
van het amendement-Van Bereat6yn,
dat de zaak in handen van den Staat
wilde laten, de NV. uitschakelend
is het ontwerp Export Centrale er go-
komen op Donderdag 26 Juli j.1. na
heftig debat, waarbij vooral in het
dispuut Treub-Teensfra„despaanders
"j vlogen". Maar ook hier had men
ten slotte een Troub Triumphaos.
Terwijl nu de groote vraag is en blijft
wat de Senaat (die, weet men, het
ontwerp-E. C. uitlokte) zal doen?
Ook op het Haagache Binnenhof
zjjn 't nu, in letterlijken en in figuur
lijken zin, „zwoele" dagen. Van het
Augu3tus-:ecè3 bleef al minder over.
Op Dinsdag 31 Juli moest het Lager
huis weer bijeen, .komen ter behan
deling van de zeker zeer urgente
nood Boschwet, verhoedend dat uit
winstbejag „geen boom in 't land
meer overeind zou blijven staan",—
zooals de heer Schaper 't uitdrukte, met
wat ovordrij ring, maar toch ook hier
met „kern van waarheid". Wy leven
de opmerking is niet nieuw, waar
telkens blijkt, hoe „toepasseiyk" ze
is - in periode van zeer scherpe
contrasten. Naast worsteling tegen
oeconomisehe misè.-e van allerlei aard
en óók het nobel-alfcruistisch streven
om daaraan tegemoet te komen,
de ruwste, meest weerzinwekkende
uitingen van de „nachtzy'de" der
mensch6iyke natuur.
Om in dien chaos, in die gisting,
waaruit dan eenmaal een nieuwe,
betere wereld zal moeten voortkomen
het „roer recht, te houden", koel
bloedigheid en zelf bed wang te bewaren:
slechts de zeer sterken onder ons ver
mogen 'tl...
Mn. Antonio.
1) Zelfs Jupiter de opperste der
goden maakt het niet allen naar
den zin.
Dd'legerberichten van
20 en 21 Juli.
Van het Westelyk front.
Geweldig was de artilleriestryd,
diehet offensief der Engelsche
in Vlaander en voorafging. Sedert
eenigen tyd woedde hier een artillerie-
slag die alles overtrof wat tot dusver
aan artillerie-voorbereiding voor groote
aanvallen werd ondernomen. Op
reusachtige schaal werdon zulke hoe
veelheden projectielen op de vyande-
ïyke stellingen geworpen, dat het te
verwpnderen was als er nog iemand
het er kon uithouden. Da „Potit.
Parisien" zegt, dat dé artilleriestryd
in 'Vlaanderen zelfs het geweldige
vuur in de gevechten by Verdun en
aan de Somme verre overtrof. De
Engelschen waren bezig met pijn-
lyko zorgvuldigheid en met geheol
nieuwe strydmiddeien, de operaties
voor te bereiden, die thans zyn be
gonnen. Waarschyoiyk Stellen zy
zich voor, een hoofddoel te "bereiken,
en verschillende bijbedoelingen. De
operaties zullen dan ook niet in
enkele dagen zyn afgeloopen, en de
methode van het Somme offensief
zal, verbeterd, ook hier vermoedeiyk
worden toegepast.
De Duitsche berichten van den
31sten meldden, dat Dinsdagmorgen,
nadat des nachts het roffelvuur was
voortgezet—de vyandelljke infanterie
in actie kwam over oen front dat
zich uitstrekte van de Yzér tot de
Leie. Deze eerste stormloop werd
afgeslagen, en de vyand moest zien
het bezetten van trechterstellingen
in de „afweerzone" tevreden stellen.
De Engelsche berichten geven echter
een geheel andere lezing van hot
resultaat van den eersten aanval.
Deze mededeelingen geven aan,
dat de Engelschen, in verbinding met
de op den linkervleugel opereerende
Fransehen, Dinsdagmorgen te half
vier tot den aanval overgingen.
De eerste punten van het geheeie
aanvalsfront werden direct genomen.
Om 10 uur waren de Engelschen
reeds ter diepte van 1000 yards in.
de vyandelyke stellingen doorge
drongen.
Latere berichten geven aan dat
dadelyk flinke vooruitgang te boeken
viel. De dorpen La Bastaville, Steen-
straete, Bixschoote, Korte Kierken
berg, Verlorenhoek, Freesenberg, St
Jean, Pilkem, Westhoek, Hopge en
Hollebeke werden genomen.
Op verschillende plaatsen werden
de Duitsche stellingen over grooten
afstand bezet. Zoo drongen de En
gelschen tusschen.. La Bastaville en
Bteenstraete over een breedte van
15 mijl vooruit. Voorby Steenstraete
drongen zy 2 mfjl in de Duitsche
stellingen door. By Bixschoote werd
IJ myl der Duitsche linie bezet. By
Steenbeke vorderden de aanvallers
2 myi, bij Westhoek 1 myi.
Een bericht uit Parijs meldt nog
dat de Franschen on Engelschen op
verscheidene punten over het Yser-
kanaal trokken.
Ook op den Cbomin des Dames
werden de gevechten krachtig voort
gezet. Volgens het Duitsche legerba-
richt van den 31sten vielen hier de
Franschen over oen front van 3 K.M.
aan, doch werden zij grootendeels
teruggeworpen. Twee beperkte door-
draakplaatsen bleven evenwel in
handen der aanvallers.
Het avondbericbt van denzelfden
datum geeft aan dat de Duitschers
op hun beurt by Cerny aanvielen en
een belangryke hoogtestelling ver
meesterden. Meer dan 1500 man wer
den hier gevangen genomen.
Het Parljache communiqué meldt
dat Dinsdagavond ten Z. vanRoyère
over een front van 1500 M. een aan
val werd ondernomen die in alle op
zichte slaagde. Het dosl van den aan
val werd bereikt en vyandelyke tegen
aanvallen afgeslagen. 161 man, w. o.
2 officieren werden gevangen genomen
Een aanval der Duitschers ten N.
W. van Prosnes werd afgeslagen.
Aan het Oosteiyk front duurt
de terugtocht der Russen nog voort.
Echter neemt de tegenstand toe.
De toestand der Russische legers is
evenwel op sommige punten nog
kritiek.
De correspondent van de „Morning
Post" te St. Peterburg schat het
aantal terugtrekkende Rusaïsche troe
pen op twee millioen. Waartoe de
Duitschers zich met alle maebt in
spannen, zegt hij, is het 8e leger te
vangen, terwijl zy de terugtrekkende
millioenen van het 11e en 7e leger
op de hielen blijven. Het 8o leger
was onder genoraal Kornilof schitte
rend tot ver in het Westen doorge
drongen, maar verkeert daarom nu
ook in een hacholykon toestand.
Een geluk is, dat het 8e leger voor
een goed deel uit ruiterij bestaat.
Nochtbaiia schijnt zyn toestand uiterst
h&cheiyk. De Duitschers zy'n in het
bezit van Dembrovk, een dorp 25
K.M. ten Zuidoosten van Dezortkof,
en van het dorp Jaaeniof Polny, een
20 K.M. ten N. van Smiatya. De
afstand tusschen die twee punten is
slechts 42 K.M. Toen het terug
trekkende 8e leger voor hetlaatufc in
officieele legerberichten werd ge
noemd, bad het ruim 80 K.M. sf te
leggen om zoo ver Oosteiyk te komen
als een ffjn, tusschen die twee punten
getrokken. Aan den anderen kant
kunnen de vervolgende Duitschers
nog niet in een groote getalsterkte
zyn-\
Naar d.d. 31 Juli uit Berlijn wordt
gemeld, behaalden do Centralen in
Oost Gaiicië en de Boekowina nieuwe
successen. De gronsrivier Zbrucz
werd van boven Huaiatya tot ten Z.
van Skala over een breedte van 50
K.M. ondanks den verbitterden tegen
stand op vele plaatsen door Duitsche
en Oostenryksch Hou gaarsche divisies
overschreden.
De Turken nameu Maandag de
hardnekkig verdedigde Russische
stellingen bij Nirwa.
.Tusschen Düjestr en Proeth werden
WerenczankaenSniatyn vermeesterd.
De Czeramosz linie moest door de
Russen worden ontruimd tengevolge
van de doorbreking hunner stellingen
by Witnitz. Ook in de Bosch Karpa
then, aan den bovenloop van do Sereth
en aan de Suezawa wonnen de Cen
tralen terrein,waardoor de Russen
werden gedwongen hunne voorste
stellingen, in de streek van Mestca-
nesci te ontruimen.
Het Oostenryksche communiqué
van Dinsdag meldt nog, dat de vijand
aan beide zyden van het Casinudal
herhaaldelijk aanviel. Ten N. van het
dal werd hij teruggedreven, meer
naar het Z. daarentegen vermeesterde
hij de voorste stellingen" der Oosten
rijkers. 4
De duikboot- en mljnoorlog.
Volgens het officieele Duitsche be
richt van 31 Juli werden in het Kanaal
in den Atlantische» Oceaan weder
22,500 bruto regiaterton aan scheeps-
ruimte vernietigd.
Het vierde oorlogsjaar.
By hot einde van het derde oor
logvaar heefc de Duitsche Keizer de
volgende proclamatie tot zyn volk
gericht
Aan het Duitsche volkDrie jaren
van zwaren afcryd liggen achter ons.
Met smart gedenken wij onze dooden,
met trota onze stryders, met vreugde
alle arbeidenden, met bezwaard ge
moed hen, die in de gevangenschap
zuchten. Maar boven al do gedachten
staat de vaste wil, dat deze stryd
van rechtvaardige verdediging tot een
goed einde zal worden gebracht.
Onze vijanden steken de handen
uit naar Duitsch gebied, zy zullen
het echter nooit krijgen, zy dry ven
steeds weder andere volken in den
oorlóg, maar dat boezemt ons geen
vrees in. Wij kennen onze kracht en
zijn vast. besloten ze te gébruiken.
Zij willen ons zwak en machteloos
aan hunne voeten zien, maarzekry-
gen ons niet to onder. Onze vredes-
woorden vonden by hen slechts hoon,
daarop bemerkten zy weder hoe
Duitschland weet te slaan en te over
winnen. Overal in de wereld belas
teren zy den Duitsehen naam, den
roem der Duitsche daden kunnen zy
echter niet uitwisschen.
Zoo staan wy, ongeschokt, zege
vierend en onbevreesd aan het einde
van dit jaar. Zware beproevingen
kunnen ons nog te wachten staan,
met ernst en vertrouwen gaan wy
ze (tegemoet. In drie jaren van ge
weldigen stryd werd het Duitsche
volk gestaald tegen al wat de macht
van dey vyand kan uitdenken. Willen
de vyanden het lijden van den oorlog
verlengen, dan zal dit op hen zwaarder
drukken dan op ons.
Wat ginds aan het front wordt
Ingezonden mededeeling.
..Wsllmndhiid it ds potiii m lui Itnn in de
„Iniluim tin» goeds opvoeding." OU1DA.
DANSINSTITUUT Dijkstraat 37.
volbracht -loont het vaderland door
onvermoeiden arbeid.
Nog moet doorgestreden worden
en moeten wapens worden gesmeed,
ons volk zij er echter zeker van, dat
niet voor een .schaduw van ijdele
eerzucht het Duitsche bloed en de
Duitsche viyt op het spel worden
gezet, niet voor plannen tot verovering
en kneveling, maar voor een sterk,
vry ryk, waar onze kinderen veilig
zullen wonen.
Al ons handelen en denken zyn
aan dezen strijd gewyd, dat zy de
gelofte van d6zen dag.
Ook tot het leger en do marine
werd een proclamatie gericht. Deze
luidde
„Aan het Duitsche leger, de ma
rine en de koloniale troepen
Het derde oorlogsjaar is ten einde.
Het aantal onzer vyanden is toege
nomen, hun kans op een eind succes
echter niet.
Roemenie hebt gy het vorige jaar
ten onder gebracht, het Russische
ryk trilt thans opnieuw onder uwe
slagen. Beide staten hebben zich voor
de belangen van andere gewaagden
zyn nu aan het doodbloeden.
In Macedonië hebt gij krachtig do
vijandeiyke bestormingen getrotseerd,
in het westen zijt gij meester van
don toestand gebleven. Vast staan
uwe linies, die het vaderland tegen
de verschrikkingen en verwoestingen
van den oorlog beschermen.
Ook mijn marine behaalde groote
successen. Zij betwistte den vyanden
de heerschappy ter zee cn bedreigt
hun levenszenuw.
Ver van het vaderland verdedigt
een kleine Duitsche troep het Duit
sche koloniale land tegen een over
macht. Ons zal de eindelijko zege
blijven.
Met bewogen harte breng ik uuifc
myn naam en dien des vaderlands
dank voor hetgeen gij ook het laatste
oorlogsjaar tot stand hobt gebracht.
Met eerbied gedenken wy daarbij de
dappere gesneuvelden en gestorvenen,
dio voor de grootheid en veiligheid
van het vaderland hun leven hebben
gelaten.
De oorlog duurt voort enbiyftons
opgedrongen. Wij strijden voor ons
bestaan. Met het zwaarder worden
van onz8 taak neemt onze kracht
toe. Wij zijn niet te overwinnen, wy
willen overwinnen. God, de Heer,
zal met ons zyn."
Verklaring van Balfour.
In antwoord op etae vraag van
Noel en Boxton om een duideiyker ver
klaring in het Lagerhuis inzake de
annexatie zeide minister Balfour, dat
hij het niet raadzaam vond zulk een
advies te volgen. Ep bestond, Daar
zijne meeniug, weinig twyfel omtrent
de hooge beginselen, welke hen, die
sedert 4 Aug. 1914 het bewind voer
den, hadden geleid. Alles hing »f van
de omstandigheden en men kon toch
niet vooruitloopen' op den arbeid der
vredesconferentie, die den oorlog tot
een goed einde zou brengen. Elke
verklaring van een verantwoordeiyk
minister'werd behandeid alaeen soort
van verbintenis omtrent de houding,
door de regeering bij de eindregeling
aan te nemen.
Het debat was begonnen naar aan
leiding vau de juiste methoden waarop
Oostenrijk zou moeten worden be
handeld. Het beginsel was, dat de
natiën, die dezen heterogenon staat
vormen, recht hebben zich te ont
wikkelen langs eigen lyneo, hun eigen
beschaving liebben en zelf te bepalen
welken loop hare ontwikkeling zal
hebben. Maar het is thans nog niet
de tyd, zeide Balfour, voor een minister
van buitenlandsche zaken, over vredes
beraad sl agio gen te spreken. Ieder
weet dat we indertyd in den oorlog
gingen met weinig anders voor oogen
dan de noodzakelijkheid om België
te verdedigen en te voorkomen dat
Frankryk verpletterd werd. Dat waren
de beide motieven, die ons in oorlog'
brachten en er was toentertyd niet
de minste gedachte aan de groole
preblemen, die de loop van den oorlog
voor ons heeft geopend. Alleen dat
is duideiyk, dat we niet ten oorlog
gingen met eenig zelfzuchtig doel.
Wij gingen zeker niet ten oorlog
voor wat men imperialistische be
doelingen noemt of om schattingen
te verkrijgen. Noodzakelijkerwijs
staan wy in heel andere positie dan
velen van onze geallieerden, omdat
het nooit in de gedachte kwam of
kon komen, van eenig Britach staats
man van welke party ook, dat hy in
dezen oorlog ging om het Brifsehe
bezit op het Europeesche uontinent
te vermeerderen.
Dat geeft aan Amerika en ons eene
positie als nauweiyks een ander strijd
voerende zich kan aanmatigen. Wy
kunnen niets voorspellen; wy wen-
schen allemaal, dat Europa uit de
worsteling ter voor'schyn zal komen
met minder van die oorzaken, welke
de menschheid verdeelen.
Wij willen in de toekomst het
vooruitzicht op oorlog verminderen,
door het aantal der redenen te ver
minderen die de natiën tot oorlog
dry ven.
Spreker verklaarde niet te kunnen
begrypen hoe iemand die Frankryk
gesteund heeft, die gedurende al den
tijd dat de oorlog woedt in Frankryk
heeft geloofd, er aan kan twijfelen
of Engeland door moet gaan met
Frankrijk te helpen, om het land
weder te maken tot wat het was
vóór den aanval, in 1869 door Bis
marek geleid.
Sinds "1871 is geen oogenblik het
hartstocjiteiyk verlangen naar her-
eeniging geweken, niet by hen die
aan Frankryk ontrukt werden en
niot by de Franschen die zich Elzas-
Lotbaringen ontnomen zagen.
Kan iemad-: er aan twijfelen, dat
een der gebiedswyzigiDgen, die moest
plaats hebben, hst teruggeven aan
Fraakryk was van datgene, wat het
40 jaren geleden ontroofd is.
Deze kwestie is voor ons onmid
dellijker en rechtatreeksfcher dafi die
van de Oostelijke deelen van het
Europeesche continent-Frankryk
strydt niet om Elzas-Lotharingen al
leen, het strijdt om zyn bestaan.
Balfour gat' te kennen in zijn ver
dere r6de, dat het niet aanging der
regeering te vragen om in bizonder-
heden aftedalen omtrent de toe
komstige regeling, aangezien dit niet
was eene zaak vau eene regeering
alleen.
Het is onmogelijk to Voorspellen
hoe het evenwicht der krachten zal
komen en in welksn vorm zy zullen
werken op de lotgevallen der mensch
heid.
Wy moeten het der wereld duidelijk
maken, dat wij niet stryden ter wille
vau den stryd. Wy verlangen even
vurig naar den vrede als iedere
andore gemeenschap onder hen die
thans de verliezen ïyden, de lasten
dragen en de tragedies doorleven door
sn oorlog veroorzaakt. De vrede dien
lj wenschen moet echter niet van
dien aard zyn, dat hij slechts aan
houdt tot de volkeren de verschrik
kingen en de uitputting van dezen
oorlog half vergeten hebben, maar
een vrede die naar wij vertrouweD,
gedeelteiyk gebaseerd zal zijn op den
groei vau de nationale moraal en
gedeeltelijk naar wy mogen hopen op
het groote gewicht van de interna
tionale relaties die het ongegrond
verstoren van den wereldvrede tot
een misdaad^ zullen maken, waarvoor
de schuldige gestraft wordt. En boven
al een vrede die een dergelijke her
vorming, een zoodanige wijziging in
de Europeesche politiek teweeg zal
brengen, dat er machtsevenwicht zal
zïjn in de juiste, oude beteekenia van
het woord, maar tevens ook een zoo
danige schikking van de gemeen
schappen in Europa, dat hét voor hen
die den vrede willenvorstoren veel
moeilijker zal worden om een bodem"
te vinden waarin zy hun bittere,
noodlottige zaden kunnen zaaien en
waarin die zaden zelf veel minder
voorspoedig dan tot dusver het geval
was hun noodlottigen oogst zullen
opbrengen
Over de democratiaoering van
Duitschland sprekend, zeide de mi
nister, dat hy hoopte, dat de auto
cratie zal wyken voor een vrije re
geering, zooals wij die kennen. Als
Duitschland ten opzichte van.zijn
gtoote organisatiekracht, zyn over
geërfde cultuur op één Ijjn stygt
met de Vereenigde Staten en Groot-
Brittannië, dan mogen we hopen,
dat in elk geval een van de groote
vurontrusters van den vrede voorgoed
uit de Etiropeoache geschiedenis zal
ziju verdwenen. Ik geloof niet dat
de vrede van Europa kan worden
verzekerd eer Duitschland öf mach
teloos is gemaakt öf vry is gemaakt.
De conclusie is, dat als deze oorlog
eindigt met een Duitsehen vrede,
doze Duitsche vrede slechts het voor
spel zal zyn van een nieuwen oorlog,
'indien de oorlog niet eindigt met
een Duitsehen vrede, zal het een
vrede zijo, die ten slotto waarschyn-
lljk evengoed door Duitschland ais
door het overige gedeelte van de
wereld zal worden gezegend.
Rlbat en de» onthulling van den
Rijkskanselier.
In "de Fransche Kamer he6ft mi
nister-president Ribot geantwoord op
de vraag van den Duitsehen Rijks
kanselier, of hij in de geheime Ka
merzitting van 1 Juui g6en mode-
deeling heeft gedaan van een geheim
verdrag, kort voor de Russische om
wenteling gesloten en waarby de
tsaar zich verbond Frankryk'8 aau-
spraken op Duitsche gebieden aan
den linkeroever van den Ryn te
steunen.
Da oordeeling die de Rijkskanselier
hierbij van de houding van president
Poincaré gaf, noemde hy een „werke-
lyko leugen". „Doumerque heeft, na
een onderhoud met den tsaar, van
Briand machtiging ontvangen om
akte nemen van de beloften vau den
tsaar om onze aanspraken op Elzas
Lotharingen, dat ons met geweld is
ontnomen, Je steunen en ons vrij te
laten waarborgen te verlangen tegen
een nieuwen aanval, niet door inlij
ving bij Frankryk van gebieden aan
den linkeroever van den Ryn maar
door van deze gebieden een autono
men staat te maken, die ons, even
als België, zou beschermen tegen een
inval van over den Ryn."
„Wij willen geen gewelddadige in-
iy ving, wy willen alleen terug hebben
wat ons toebehoort."
Uit Rusland.
Naar de „Lokal Anz." uit Stock
holm verneemt, is de afsluiting van
Rusland al tot in alle onderdeelen
uitgevoerd. Behalve het personenver
voer wordt ook het geheeie postver
keer geschorst. Dagbladen mogen het
land niet uit. Ook het grootste deel
der particuliere telegrammen wordt
aangehoudep. Als aanleiding voor
deze maatregelen neemt men in
Russische kringen algemeen aan, dat
Kerenski gedurende deze afsluiting
de anarchie met geweld wil onder
drukken. Hy isbiykbaar van oordeel,
binnen 14 dagen den Btryd te heb
ben beslist.
BINNENLAND.
Trawler, vermist
Te IJmuiden heerscht ernstige be
zorgdheid over schip en bemanning
van den grooten stoomtreiler Erne-
stine Pauline IJ. M. 95 van de stoom-
visscherij maatschappy van denzelf
den naam, scüipper J. de Groot, welk
Bchip Vrydag 20 Juli j.1. naar de
visschery is vertrokken en waarvan
men sedert dien niets meer heeft
gehoord of gezien.
Waar het atoomschip voldoende
van kolen en ys was voorzien, be
staat nog .slechts de geringe hoop,
dat het achip door slechte vangst
vertraagd is.
De reis door de vrije vaargeul.
Van marinewege is men thans
jzig, door het leggen van lichtbiul-
ieien tusschen de lichtschepen, de
vaart door de zeer smalle vaargeul
welke ons gelaten is, mogelyk te
mak9n. Zooals mén' heeft kunnen
zien uit onze opgaven ia de in
gang van de geul op de vierde
breedtegraad, recht beoosten Den
Helder. Aan dien ingang, 19 zeemyien
buiten de banken van de Haaks, ligt
als eerste wegwyzer, het Haaks-vuur
schip. Meer Noordeiyk, juist op het
punt waar de vaargeul het nauwst is,
ligt het, iets Westelyk verplaatste
lichtschip Terschellingerbank, dan,
weer meer naar het Noorden, op de
Z.0. punt van den Oostelijken uitloo-
per van de Doggersbank het lichtschip
Doggersbank Zuid, en eindeiyk, op de
N.O.-punt van dien uitlooper, het
lichtschip Doggersbank Noord.
De. onderlinge afstanden zyn echter
veel te groot dan dat door deze licht
schepen alleen de vaart door de zeer
nauwe geul zeker zou zyn. Men bé-
denke toch, dat op het nauwste punt
de vaargeul niet breeder is dan drie
zeemyien, dat is 5.556 K.M., dat
wil zeggenéén uur gaans te land I
En vooral bij een stevigen wind uit
't W. of Z.W., en met den sterken
stroom di9 om de Waddenbanken
loopt, is er alle kans dat schepen min
of meer uit den koers gedreven wor
den, en de afwyking uit den koers
behoeft maar zeer gering te zijn of
't schip zit reeds in het versperde
Wy komen tot een totaal aan af
standen, van het vuurschip Haaks
tot het vuurschip Doggersbank Noord,
van 185.5 mijl, dac wil dus zeggen
een vaartyd van ruim 18 uur. Een
schip, dat 's morgens 4 uur het vuur
schip Haaks passeert, zal dus 's avonds
om 10 uur Doggersbank Noord berei
ken, dat is in dezen tijd van het
jaar dus nog nauwelijks by daglicht.
Maar de dagen worden allengs korter,
en daar 't toch wel zeer wenschelyk
is by daglicht de geul te bevaren,
zal 't zeor wel mogelyk zijn dat,
wanneer 't jaargetyde vordert, de
schepen twee of drie dagen over de
vaargeul moeten doen, daar zy telkens
ten anker zullen moeten gaan, als zy
niet precies op tyd de eerstvolgende
boeien of vuurschepen verkennen.
Ook is de kans op aanvaring iu
zoo'n smalle geul heel wat grooter
dan in normale zee. Maar de vaart
is mogelyk, en zal dan ook zeker
ondernomen worden als men van
regeeringawege gereed ia met het leg
gen van de boeien, en in verband
daarmede het verbod tot uitvaren
wordt opgeheven. („Hbl")
Vroege aardappelen.
Thans is bepaald, dat de groote
aardappelen aan de veilingen 5 ct.
per K.G. moeten opbrengen, de poters
(drielingen) 3 cent. Daalt de prijs daar
beneden, dan mag de party overzee
overgeveild worden.
Een nasleep van den watersnood.
Uit den polder de Blykmeer by
Holysloot (N. H.), groot 50 H. A.,
mce3t tijdens den watersnood de
eigenaar T. Breedijk vluchten, met
achterlating van 45 koeien, die in
den stal verdronken.
Thans is de lage ringdyk yer-
broken door het zandspuiten aan
den Waterlandschen dyk. De vloei
bare massa verspreidt zich over het
land en bedreigt de beide daarin
staande boerderijen met verwoesting.
Deze waren nog slechts kort geleden
van do watersnoodschade hersteld.
(„N.v.d.D.")
Een verlofsquaestie.
Het Kamerlid, de heer Duymaer
van Twist, heeft de volgendo vraag
gericht tot den Minister van Oorlog.
Van de militielichtingen tot en
met de voorjaarBploeg van de lich
ting 1914 zyn de miliciens, behoorende
tot de onbereden wapenen, met ver
lof of zullen binnenkort met voort
durend verlof vertrekken, terwyi de
aflossing van hen die tot de bereden
korpsen behooren nog niet verder
gevorderd is dan tot de miliciens
der lichting 1909.
Op 1 October a.s. zullen de man-
scbappon van laatstgenoemde korp-
seD, behoorende tot de lffihtingen
1909-1912, 1918 en 1914 reapec-
tievelijk 5, 4 en 8 jaar onder de
wapenen zyn.
Zou de Miniater (Te gronden willen
mèdedeelen die tot achterstelling van
de gemobiliseerden by de bereden
korpsen bij hen van de onbereden
wapens hebben geleid; en ia het te
verwachten, dat binnenkort ook zy,
die tot de bereden korpsen behooren,
met verlof zullen gaan?
PLAATSELIJK NIEUWS.
Spoedeischendo vergadering
v. d. Raad der Gemeente Helder,
op Donderdag 2 Augustus 1917, des
avonds ten 71/, uur.
sOnderwerpen ter behandeling:
1. Verzoek van de Brandstoffencom-
misaie om haar een crediet ta
verleen en van f 10000.—, ten be
hoeve van den aankoop van brand
hout.
2. Voorstel van B. en Vf. om de oude
boomen langs de verschillende
wegen te laten rooien en die tot
brandhout te laten verwerken.
Rooien van boomen.
Be bezwaren, welke de brandstof-
fenvoorziening by voortduring onder
vindt, hebben B. en W. aanleiding
gegeven, de vraag onder de oogen
te zien, in hoeverre door een aantal
boomen, die op den duur toch moeten
vallen, thans te rooien, een zekere
hout.voorraad te vormen zou zyn.
Blykena de rapporten moeten naar
het oordeel vau den Directeur der
Gemeente-Reiniging, tevens belast
met het beheer der plantsoenen, in
ieder geval gerooid worden
een boom voor ieder der perceelen
Hoofdgracht 26, 40a, 42, 44', 48, 51a
en 63;
twee boomen voor ieder der per
ceelen Hoofdgracht 23, 46,71 en 80
een boom voor ieder der perceelen
Weststraat 71 en 82;
vyf boomen tegenover de perceelen
Zuidstraat 77 en 82;
vyf boomen aan de Achtergracht
Z.Z. tegenover de gasfabriek.
Hiervoor moeten 26 jonge boomen
worden ingeplant, wat een uitgave
zal vorderen van pl. m. f 91.—.
Ten aanzien van de boomen aan
den Parallelweg wordt door ons nog
een nader rapport van den Directeur
ingewacht.
Naar het oordeel van den Directeurv
waarmede B. en W. zich kunnen
vereenigen, staan de boomen aan de
Achtergracht Zuidzyde en aan de
Weststraat zoo dicht opeen, dat zy
gevoegiyk om den anderen gerooid
kunnen wórden, terwyt de afstand
dan nog normaal blijft.
Daar dit aan de beplanting op den
duur slechte ten goede komen kan,
achten B. en W. het wonschelijk tot
rooilog van bedoelde boomen over te
gaan.
By de gedeeltelijke vernieuwing
der beplanting langs den. Kan aal weg
heeft de bedoeling op den voorgrond
gestaan, om die* vernieuwing golei-
deiyk tot de geheeie beplanting langs
dien weg uit te strekken.
De Directeur rapporteert thans, dat
de boemen tusschen bet Westplein
en de nieuwe beplanting grootendeels
zyn Ingewaterd en tot vermolming
overgaan, zoodat zij gevaariyk worden
voor de omgeving.
Het is daarom gewenscht thans
ook deze boomen te rooien.
Voor de nieuwe beplanting kunnen
gebruikt worden 18 iepen uit het
plantsoen by het Btation, die verplaatst
moeten worden, omdat de kroonen
boomen daar te zeer naar
elkaar toe groeien, terwyi 23 zware
Iepen zouden moeten worden aange
kocht. Hierdoor wordt dadelyk een
betere toestand verkregen d^n by
aankoop van zeer jonge boomen ,ter-
wyi als slechts de noodige zorg ge
bruikt wordt, verplanting van boomen
van de grootte als die in het plantsoen
zeer wel mogelijk is.
Het komt B. en W. wenschelyk voor
alle hierboven aangeduide boomen te.
rooien.
Indien zij tot brandhout worden
gezaagd, verkrygt de gemeente de
beschikking over, naar voorloopigo
schatting, ongeveer 100.000 K.G. hout.
De kosten van rooien, vervoer, zagen
en kloven worden in totaal op f 1375
begroot.
Cradlet Brandstoffen.
De brand8toflfencommissie verzoekt
haar een* crediet te verleenen van
f 10000, ten einde haar in staat te
stellen een zekere hoeveelheid hout
aan te koopen, teneinde bij eventueel
groot gebrek aan brandstoffen in den
komenden winter in den uitersten
nood althans eenigermate te kunnen
voorzien.
B. en W. hebben gemeend in deze
zaak niet zonder voorkennis van den
Raad een beslissing te mogen nemen
en brengen daarom het verzoek der
Commissie over.
Losssn van Steenkolen.
In de vergaderiDg van den Raad
van 30 Mei 1916 werden om praeadvies
in handen van B. en W. gesteld,
adressen van 8 en 25 April 1916,
van de afd. Helder van den Centralen
Bond van Transport- en Havenarbei
ders, houdende verzoek, het eerste
om de steenkolen voor de gasfabriek
por rijnaak te doen aanvoeren en die
dan aan het einde van het Heldorsche
Kanaal over te laden in kleinere
schepen voor het verveer tot onder
den elevatorhet andere om den
elevator te sloopen en het lossen der
kolen voortaan weer geheel in handen
arbeid te doen geschieden.
Naar aanleiding hiervan merken
B. en W. op
By de eigenaardige verhoudingen,
welke op dit oogenblik met betrek
king tot den aanvoer eu de levering
van gaskolen bestaan, kan er geen
sprake van zyn, dat de gemeente de
leveranciers aan een bepaalde wyze
van aanvoer zou trachten to binden.
Het eerste adres kan daarom o. i.
zeker voor een gunstige beschikking
niet in aanraerkiDg komen.
Met betrekking tot het tweede adres
mogen wij verwyzen naar het hierbij
overgelegde rapport van den directeur
der gasfabriek, waarin deze becyfert,
dat gedurende de jaren 1911 tot 1916
door het gebruik van den elevator
een besparing is verkregen van ten
minste f 38225.24.
Op grond van dat rapport meenen
wy in ieder geval wel te mogen aan
nemen, dat de stelling, dat het gebruik
van handkracht goedkooper zoü zyn
dan het lossen door middel van den
elevator niet wel is vol te houden.
Afgescheiden hiervan ligt het ge
bruik van dergeiyke arbeidswerktui-
gen geheel in de ffjn volgens welke
de industrie zich ontwikkelt. Zelfs
indien tydeiyk door byzondere om
standigheden het gebruik van handen
arbeid aanbeveling zou verdienen,
zou inwilliging van het tweede ver
zoek daarom o. i. niet wenschelyk
zyn. Slechts zou, indien dergeiyke
omstandigheden zich tijdelijk mochten
voordoen, de elevator eventueel een
tydlang buiten gebruik kunnen wor
den gesteld. Hetzelfde zou wellicht
het geval kunnen zyn, wanneer bet
wenschelyk mocht zyn tijdelijk, als
middel van werkverschaffing, het
kolenlossen weer in handenarbeid te
doen geschieden.
Of daartoe aanleiding kan bestaan
moet echter in ieder byzonder geval
op zich zelf worden beslist.
B. en W. stellen daarom voor, op
beide adressen afwijtend te be
schikken.