HELDERSCHE COURANT Eerste Blad. GEMEENTERAAD VAN HELDER, Hotel „BËLLEVUE". No. 4926 ZATERDAG 27 APRIL 1918 46a JAARGANG UltownC.PB BOERJr., Bolder. Oplaag 6500 ex. - AbonnonrnUprlj»In de «tad fl.—per post 11.25, Buitenland 12.26. Losse ex. 3 cent. - Adiyrtcntlên p*r 10 o»w||10 •orlofl»toe«lafl. Op- ai oidargani »an Zoi Maai ai tijd vai boegwater (Texel). (Zomertijd). April, opondtropondary.m.a.m. Eornlst 88 4.11.6 m.6.14 6.87 1.81 10.10 10.21 Maaadftg 29 m. 0.2 6.16 6.86 881 10.41 U.i Dinsdag 89 0.60 7.41 6.8S 8.23 11J.6 11.40 M»l. Wo«c«d. 1 1.-. 8.62 8 3 0 8.24 11.80 0.80 DondMTd. I 1,87 10 4 6.28 8.Ï8 0.80 1.0 Vrijdag 8 1.681181 6.28 8.28 1.5 1.16 Zatsrdag 4 1.24 a. 6.41 6.24 8.80 8.0 2.6 van Donderdag 23 April 1918. Afwezig de heer Orer de Linden; 1 vacature. De notulen der vorige vergadering worden gelezen. Aan de orde zijn: Ingekomen stukken en madedeellngen. Berichten van aanneming der be noeming van: J. de Broekert.als onderwijzeres aan school 2; A. van Twlsk, als onder wijzeres aan school 4E. Yerheus, ala ais onderwijzeres aan school 3; R. J. Schwantje, ala onderwijzeres aan school 3 van J. de la Houssaije en C. Qotia, als leden der Commissie voor de Werkloosheidsverzekering van W. Spangenberg, als lid van het Burg. Armbestuur. Dankbetuiging van de Kamer van Koopbandal on Fabrieken voor de verleende verhoogde subsidie. Beslistdug van Ged. Staten op do bezwaatachriften in beroep van J. Kleiq ea N. van Zauton tigen hunne aanslagen in de Plaatselijke Directe Belasting naar het Inkomen, dienst 1917. Goedkeuring van Gcd. Staten op: a. het 8o. kohier der pi. dir. bol. n. h. ink., dienst 1917, en het kohier dor hondenbelasting, dienst 1918; b. het Raadsbesluit van 27 Febr. j.1. tot het verleenen van een subsidie over dw maanden Januari t/m. April 1918 van f425.— per maand aan de Vereeniging Kindervoeding; c. het Raadsbesluit van 26 Maart j.1. tot het onderhands verhuren aan C. de Jong van een perceel tuingrond a. net Raadsbesluit van 26 Maart j.1. tot aankoop van ongeveer 1.21.82 fi.A. grond nabij den Rutjghwog. Alle voor kennisgeving aangenomen. Comm. v. Toazisht ap het Mlddslb. Ouderwijs. III. Verzoek om ontslng als lid der Commissie van Toezicht op het M. O. van H. M. Boeckman. Verleend onder dankzegging voor de langdurige diensten. Ontslag Ondsrw.-Parsonaal. IV. Adres van Mej. M. v. d. Feen, houdende verzoek cm eervol ontslag als onderwijzeres aan school 8, met ingang van 1 Sept. 1918. Eervol verleend. Schoolgeldhefflng Zeavsartsohool. V. B. en W. stellen voor om aan het door den Minister van Staat, Minister van Binnenl. Zaken, gemaakt bezwaar tegen der Verordening op de heffing van Schoolgeld op de Zee vaartschool tegemoet te komen door in art. 1, 2s zinsnede voor het woord .gedeeltelijk" te lezen ,de helft." Aangenomen. In afwijking van de agende wordt thans in behandeling genomen: Salarisherziening. XII. Rapport der Raadscommissie inzake de herziening van de salarissen der ambtenaren en werklieden in dienst der gemeente met ter zake ingekomen adressen. (Op bijlage B staat, de marktmeester bij don viacbafslag ten onrechte ver meld in de loongroepen 15 en 16; dit most z(jn alleen in groep 16). Be Voorzitter deelt mede, dat het College gemeend heeft zich van het geven van eon advies te moeten onthouden teneinde deze voorstellen niet langer te vortragen. Het is een punt van overweging geweest reeds nu voorstellen in te dienen tot dekking van de uitgaven, voor deze salaris regeling gowenscht, maar bet College is daar niet tijdig mes gereedgekomen. Zoo spoadig mogelijk zullen thans voorstellen worden ingediend. De heer Van Breda zou het salaris voor den hoofdcommies plaats, belastingen in een hoogere klasse willen zien gebracht. Wat de heer Jacquos voor de gemeentelijke flnan- tien hes ft gedaan, is niet zoo gering. Nu de accijns is vervallen, moet de titel van hoofdcommies, die geen zin meer heeft, ook, volgens spr., worden gewijzigd. Ten opzichte van den veearts-keurmeester bepleit ipr. het verleenen van toestemming voor uit oefening van particuliere praktijk. Bij zijne aacstolling is hsm verboden particuliere praktijk uitteoefenen. Nadat dit eonige jaren aldus was geregeld, werd de Raad later over tuigd van het voorrecht, dat het voor eene gemeente wat een veearts te hebben. Se titularis van thans wil liever zijn particuliere praktijk houden, en ten behoeve daarvan wel afstand doen van zijne verhooging. Spr. stelt voor zijn salaris te brengen op f 2600.— min., f 8000.— max. Ook vindt spr. het salarisverschil tusachen secretaris en ontvanger te groot. Se Raad heeft weliswaar weinig zeggingskracht daarover, maar welk bezwaar Is er om te adviseeren hot salaria van den ontvanger In overeenstemming te brengei met de andere ,®f Voorzitter verzoekt schrif telijke indieniDg van de voorstellen. Art. 1 der verordening wordt aan genomen. Art. 3 regelt de bezoldigingen der ambtsnaren en werklieden, zooals die door de Salariscommissie zijn ontworpen. Hierop is thans inge komen het amendement'Breda. Be heer Spangenberg spreekt het door hem ingediend af wijkend rapport. De toelichting, zooals dis in spr. missive staat vermeld, is voldoende gemotiveerd. De heer Grunwald doet do mededeeling, dat de Burgemeester, Hoofd der Politie, spr. opmerkzaam heeft gemaakt op het feit, dat, hoewel de salarisregeling voor de politie aan den Raad bihoort, het juister geweast ware indien deze regeling ware uit gegaan van hsm als hoofd der politie inplaata van de salariscommisaie. Beze opmerking ls juist, en dat de Burge meester niettemin alles heeft gedaan om de totstandkoming dezer regeling te verzekeren, is alleszins prijzens waardig. Bij de regeling voor den Hoofdcommies pi. bel. heeft de Com mies de voorstellen van den ont vanger gevolgd, die toch wel op de hoogte kan zijn van de werkzaam heden en prestaties van dien ambte naar. De verandering van titulatuur kau gevoeglijk geschieden bij de behandeling der rechtspositie. Wat de particuliere praktijk van den keurmeester betreft, epr. heeft da overtuiging, dat de gemeente in dezen den ganschen ambtenaar kan opeischon. Spr. voelt intusschen voor de redeneering van den heer Van Breda, omdat er geen ander veearts is. Doch als dan diens salaris verminderd wordt, zou daardoor aan ean ander, die zich als particulier mocht willen vestigen, de mogelijkheid daartoe worden afgesneden. Spr. zou daarom het bedoelde artikel zoo willen wijzi gen, dat hem, zoolang htj particuliere praktijk uitoefent, eeu lager salaris wordt uitgekeerd. Wat het salaris van den ontvanger betreft, diens werkzaamheden zijn van geheel andoren aard dan van den secretaris, zoodat dit verschil alleszins gerechtvaardigd ia. In verschillende andere plaatsen, Hilversum, Nijmegen, is het verschil nog heel wat grooter. Se werkzaamheden van den secretaris daarentegen zijn ten Dauwste ver bonden mot hetgeen in het College behandeld wordt. Spr. handhaaft daarom het voorstel der Commissie. Het gaat verder niet aan een ambtenaar als bfl voorbeeld de heer Post beneden deu ontvanger te stelleD, zooals bij het voorstel- Spangenberg zou gebeuren. Hetzelfde geldt voor dim gemeente-bouwmees ter, een hoogst verdienstelijk ambte naar, alleszins bekwaam voor zijn taak. Be heer Spangenberg vindt de bespreking van hot afwijkend rapport een pijnlijke zaak. Toen dat rapport in de Commissie besproken is, heeft spr. uit hetgoen do Voor zitter der Commissie zeida, uiet do overtuiging gekregen, dat zijne spr. - houding minder goed was. Be feiten zijn in geen enkel opzicht weerlegd, en men heeft geen enkel motief aangevoerd, dat spr. zou kunnen bewegen tot intrekking van zijn rap port. Spr. handhaaft bet daarom dan ook. Er wordt in spr. rapport gesproken over den adjunct-directeur der ba- drijven. Toen deze functionaris be noemd werd op het maximumsalaris van f2800.—, zagen we destijds al aan de gezichten van de Raadsleden wat er in hen omging. Immers, voor dat geld hadden we een geschoolde kracht kunnen hebben. Spr. bedoelt iemand mot een ingenieursdiploma, zooals de minderheid van don Raad dat wenschte. In ieder'geval, als do Raai geweten had, dat de tegen woordige functionaris het maximum salaris zou eischen, dan zou er voor zijne benoemiug wol geen meerder heid te vindon zijn geweest. Wat den directeur-veearts keurings dienst betreft, deze houdt van zijne betrekking. Toen dit punt in de Commissie ter sprake kwam, heeft spr. gevraagd: hoe staat.het metdio particuliere praktijk? O, kreeg spr. ten antwoord, bij maakt eens een hondje dood I (Gelach). Spr. heeft toen bezoek gehad van den heer Haan, waaruit hem bleek, dat deze toch ook nog wel wat anders deed dan hondjes doodmaken, nl. koeien levend. En de heer Haan deelde mede wel een ge deelte van zijn salaris te willen missen indien hij zijn particuliere praktijk mocht houden. Voor den directeur van den keurings dienst geldt een andere regeling. Vermoedelijk) zou al een provinciale keuringsdienst zijn ingesteld, als do oorlog niet ware uitgebroken. Be grootst mogelijke minderheid der commissie vond het salaris met emo lumenten te hoog. Spr. acht het daarom plicht zijn amendement te handhaven. De heer Biersteker maakt een enkele opmerking. Spr. verbaast er zich over, dat de Commissie zolve baar eigen voorstellen niet meer op prijs stelt, en ze handhaaft. Is het niet beter, vraagt spr., het idee-Van Breda te ondersteunen Als we doen wat de heer Sp. wil, gooien we daar mee de klassificatie van de Commissie overboord. Ten opzichte van het salaris van sec. en burg. vindt spr. gelijkstelling niet gewenscht. Er dient een gradueel verschil in beider functies te zijn. De heer Be Ven merkt op, dat de vorige directeur van den keurings dienst een paar j aar geleden vertrokken is wegens het geringe salaris. Bij vergelijking met andere plaatsen is hst hier een vrij laag salaris. Laten we nu, waar we een bekwaam ambts naar hebben, dien we op prijs stellen, niet op een 500 gld. kijken. Wat betreft het uitoefenen van particuliere praktijk door den dir. veearts, daar is veel vóór te zeggen. Be functio naris komt in aanraking met de prak tijk, en bewijst bovendien diensten aan een deel der burgerij. Ben heer Van Breda doet het genoegen, dat zijn voorstel inzake den veearts ondersteund wordt. Spr. gaat met den heer Biersteker accoord. Spr. heeft niet beweerd, dat het salaria van den secretaris te hoog is, maar de ontvanger presteert ook heel wat. Het is een verantwoordelijke post, en hij moet zijn borgstelling ook be talen. Be heer De Geus zal vóór de wijzigiging van de regeling inzake den veearts-keurmeester vorklaren, omdat dit door den betrokkene op prijs wordt gesteld, en deze zelfver- zocht heeft zijn salaria terug te bren gen op het oude bedrag. Overigens vindt spr. het niet gewenscht op alle wijzigingen in te gaan. Ba Raad be sloot eene raadscommissie te benoe men om eene regeling te ontwerpen, welke commissie verschillende groe pen hoorde. Wij weten allen hoe alle mogelijke groepen van menschen hun wenschen hebben kenbaar gemaakt, en hoe het huidige voorstel geenszins is de vrucht van ondoordachte hande ling, maar alleen uit rijp overleg is geboren. Bat een lid der commissie nu eene afwijkende moening heeft, en hierover een rapport neerlegt, is een bewijs, dat b(j dat lid verwarring bestaat inzake hetgeen zijn plicht is als lid der Commissie. De heer Spangenberg zegt van den adj.-directeur der gasfabriek dat, als toenmaals een salaris' ware voorgesteld als thans, ongetwijfeld wel technische ambtenaren zouden hebben gesolliciteerd. Bat is ook toen geschied, zegt spr., er hebben in genieurs gesolliciteerd. Als wezoo'n systeem zouden willen toepassan op alle hoofdambtenaren en ambtenaren, denke men zich de consequenties daarvan In. Juist de Commissie heeft zich laten leiden door zoo min moge lijk de persoon maar steeds het ambt te beschouwen, al was dit niet steeds vol te houden. Welke reden voert de heer Spangenberg aan voor zijne meening, dat het salaria te hoog is? Het is gevaarlijk zulke meeDingen te verkondigenz{j dragen altijd een persoonlijk karakter. En juist omdat de Raad de regeling had opgedragen aan ean Commissie, had men kunnsn vermoeden van porsooniijke opvat tingen verschoond te blijven. Ala geen deugdelijke argumenten worden aangevoerd, is spr. tegen alle ver andering. Da heer Zander bespreekt ook de kwe3tie van den vesarts-keur- meester. Toen deze functionaris werd opgeroepen, meldde zich als sollicitant o. a. ook de heor Haan, die thans zegt zooveel voor de particuliere praktijk te voelen, aan. Voor hem is toen deze batrekking gecregerd, cn in het begin werd omtrent particu liere praktijk niets vermeld. Al heel spoedig kwam de heer Haan om verhooging, cn nog eenigen tijd later vroeg hij particuliere praktijk te mogen uitoefenen. Thans heeft hij, doordat er geen vleesch verkrijgbaar is, niet zooveel te doen, maar in gewone tijden zou spr. ten sterkste tegen de waarneming van particu liere praktijk z(jn. Laat de keurmeester dan liever wat beter de belangen der slagers behandelen en niet alles aan den hulpkeurmeester overlaten, die thans verplicht is vaak na bezetten tijd te werkeh. Ook dat toestaan van parti culiere praktijk is rekbaar, hij kan dan altijd met de verontschuldiging komenik kon er niet wezen, en de slager, in wiens belang h^ toch ia aangesteld, kan dan wachten. Mocht de Raad niettemin op het voorstel ingaan, zooals het thans ter sprake komt, dan zou spr. willen voorstellen het gedeelte, dat aan den veearts niet wordt uitbetaald, aan den hulp- keurmeester te geven. Be heer Spangenberg vraagt wat de beer Do Geus dan eigenlijk wel onder degelijke argumenten ver staat? Als hij het rapport leest en bestudeerd, vindt hij daarin wel degelijk argumenten, die eene over weging waard zijn. Be hoer Bo Geus: We hebben hier een rapport van eene Commissie en nu gaat het toch niet aan op eene afwijkende meening van een der leden in te gaan Be heer Spangenberg is trouwens niet de man om te beoor- deelen of de tegenwoordige adj. dir. minder werk presteert dan een techn. ing. Men kan zoo'n redeneering ook ten opzichte van den ontvanger volgen. Be heer Grunwald meent, dat de heer Spangenberg, met name in z\jn repliek, zijn mond voorbij heeft gepraat. Spr. ontkent ten stelligste de uitdrukking ,hiJ maakt maar een hondje dood" te hebben gebezigd. En al ware een dergelijke uitdrukking gebezigd, dan nog had Iets dergol{jks niet in den Raad moeten worden ge bracht, Ais we een ingenieur hadden gekrogen, is het de vraag of dat een geschoolde kracht was geweast. Be Raad stond volkomen vrij dezen amb tenaar aantestellen op het maximum salaris(GeroepNietwaarLaat de heer Be Zwart dan het onware er maar eens van aantoonen. Be emolumenten van den directeur van den keuringsdienst, waaromtrent de heer Spangenberg iets zeide, betee- kenen niet zooveel; bij moet als apotheker nu eenmaal daar wonen. Spr. gaat nog op eenige andere pun ten uit de verschillende betoogenin. Op hei geen de heer Biersteker zeide, op hetgeen de heer Van Breda op merkte over de verantwoordelijke positie van den ontvanger en diens borgstelling. Hoewel de huidige titu laris alleszins de goede man op de goedo plaats is, is toch het werk van den secretaris ganach anders, en van meer waarde. Vandaar het verschil. Wat betreft hetgeen de heer Zander zeide, - als blijken mocht, dat de veearts te veel werk maakt van zijn particuliere praktijk, en dat er klach ten hieromtrent zouden mochten ko men, dan zullen die zeer zeker onder Ingezonden mededeeling. Telef. Intero. 49. Café-Restaurant. Wilhelmlna biljart. liigiuan giligu ii hit mimi dir itii. Speciale gelegenheid voor partijen. Vergaderzalen disponibel. de oogen worden gezien, en deze amb tenaar genoodzaakt worden zijn plicht te doen. Laat men de voorstellen der Commissie, die ernstig zijn overwo gen, nu aannemen. De heer De Zwart moet terug komen op hetgeen de heer Grunwald zeide inzake de benoeming van den adj .-directeur gasfabriek. Niet aan de orde, roept de heer Biersteker, maar er is zooeven gezegd, dat de Raad vrij was in de aanstelling van dien ambtenaar. Spr. merkt op, dat do dir. gasfabriek geen verdere verant woordelijkheid omtrent den toestand kon aanvaarden, indien flet ten spoedigste een adjunct directeur werd benoemd. Hoewel wij van plan wa ren geweest een nieuwen oproep te doen, waren wij toen verplicht den hoer Teune te kiezen. Er is gezegd, dat er te veel op merkingen over het rapport gemaakt zijn, en ü&t we het nu maar moeten aannemen zooals het daar ligt. Wat tot nog toe naar voren is gekomen, is echter van weinig boteekenis. Baar zullen natuurlijk nog wel wen schen overblijven, maar op het eigen lijke rapport zijn toch weinig op merkingen gemaakt. Wat niet dui delijk is gemaakt in het rapport, is de toongroep van f600.- tot f1200.-. Het wil spr. voorkomen, dat een loon van f 600.— minimum toch wei wat al te klein is. Spr. had ge dacht dat dit welf 800.— kon worden. Do heer Grunwald moet tegen spreken hetgeen do heer Be Zwart zegt over het salaris van den adj.- directeur Be Voorzitter zegt den heer De Zwart al te hebben willen stui ten, toen die heer uitgesproken had. Hij kan echler don heer Grunwald niet toestaan op deze zaak, die niet aan de orde is, verder intogaan. 9e heer Grunwald zal daarover niet verder spreken. Be bedeeling van die f 600.— ia om het jongelui mogelijk ts maken in dienst to komen. Aio eon oudere aangesteld wordt, kan het salaris dienovereenkomstig ver hoogd worden. Be heer Mickele brengt een ,veigeten hoofdstulr naar voren, In de eerste plaats brsngt spr. dank aan de Commissie voor een voorstal, dat zóó weinig kritiek uitlokte als dit. Over de wijze waarop gewerkt is, en die is zooals wij gaarne zagen, kunnen wij alleszins tevreden zijn. Natuurlijk blijven er nog ontevreden elementen over, dat kan niet anders. Het valt spr. echter op, dat door dn salarissen van die hoofdambtenaren, die ook in bet rapport Spangenberg zijn genoemd, een achrapje is gegeven en een ander bedrag is geplaatst. Spr. krijgt daaruit de indruk, dat deze bedragen te elfder ure zijn veranderd. Be verhoogiDgen zijn vrijwel overal tusschen 25 en 80 */o- Ze zijn zelfs boven de eischen der vakverenigingen in sommige gevallen, iets, waarvoor wij natuurlijk zeer dankbaar zijn. Maar nu komen al die hoofdambtenaren juist op eene verhooging van 50 '/o inplaats van 30. Het is jammer, dat hier niet het advies is gevolgd van de Commissie. Die nota Spangenberg is dus zoo mal niet als zij lijkt. Die gaat af op de adviezen van de directeuren der bedrijven, en hot is niet noodzakelijk daarboven te gaan. Bat is het wat ons heeft doen besluiten die nota te steunen. Be directeur der reiniging is in die nota vergeten. Spr. voelt niet veel voor diens verhooging, nadat pas de regeling hiervoor is vastgesteld, stelt voor diens salaris te brengen op f 1900-f 2300.— inplaats van f2400—f2800.— Be heer Grunwald dankt voor de waardoerende woorden aan dtn arbeid der Commissie gewijd. Wat die schrapjes betreft, die z(jn eerst na ampele bespreking geplaatst. Op staat A komen tal van zulke over- plakkingen voor. Ds regeling was al vastgesteld en door allerlei nadere besprekingen werden weer verschil lende salarissen gewijzigd. Maar de drukker, die zooveel lettermateriaal niet langer missen kon, drong aan op afdrukken, en zoo is het gekomen, dat na bet afdrukken deze verande ringen zijn ontstaan. Ware dat niet gebeurd, dan zouden verschillende salarissen er niet zoo goed voorstaan. Nog over eenige opmerkingen repliceert spr., waarna allereerst het amendement-Spangenberg, om voor de hoofdambtenaren de salarissen inplaats van f 3000 tot f 8500, zooals is voorgesteld, terug te brengen op f 2600 tot f 8000. Met 16 tegen 8 stemmen verworpen. Vóórdeheeren Spangenberg, Michels en Be Zwart. Thans komt aan de orde bet amendement-Michols inzake het sa laris van den directeur der reiniging (f 1900 tot f 2800 inplaats van f2400 tot f 2800). Be heer Be Geus zal blanco stemmen, omdat spr. niet duidelijk is uit welke overwegingen het eerste voorstel verhoogd is. Vóór het amendement de heeren Van Breda, Spangenberg, Be Zwart, Baak, Micheli, buiten stemming de heeren Bo Goub en Zander. Verworpen met 12 tegen 6 stemmen. Het amsndement-Van Breda inzake het verleenen van part. praktijk aan don veearts wordt door de Commissie overgenomen. Het tweede amende ment om den hoofdcommies Jacques in een hoogere loonklaete te brengen, wordt verworpen met 14 tegen 6 stemmen. Vóór de heeren Van Breda, Adriaanse, Van der Veer, Poll en Spruit. Art 2 wordt verder bij acclamatie aangenomen. Ten opzichte van artikel 4, regelende het overwerk, merkt de Voorzit ter op, dat de brigadiere en agenten van politie anders worden behandeld dan de everlge werklieden. Epr. heeft daar bezwaren tegen, en stelt voor de regeling gelijk te maken aan de andere. De heer Baak merkt op dat dit indertijd ook ie aangenomen. Ia de laatste vergadering der Commissie heeft spr. voorgesteld voor nachtwerk 100 inplaats van 50 geven. Be heer Grunwald meent, dat de heer Baak zich vergist. Bit artikel ia overgenomen uit de verordening op de rechtspositie, en het is beter het dan te behandelen. BeVoorztter zegt, dat de politie buiten de rechtspositie valt. Maar als nu een jonge agent hetzelfde krijgt voor overwerk dan een brigadier, staat de eerste bloot aan het gevaar, dat hij nooit overwerk krijgt en men steeds den ouderen neemt. Be heer Biersteker meent, dat de zaak niet bij de rechtspositie thuishoort. Het is een onderdeel van de salarisregeling. Be politie kan nog wel even wachten. Be heer Grunwald meent, dat de vraag van den Voorzitter gerecht vaardigd is waar hij opmerkt dat de politie bulten de rechtspositie valt on deze erin betrekken wil. Spr. wil het voorstel overnemen. Bo heer Be Zwart zegt, dat men niet lang geleden tot deze regeling is gekomen, zooals thans door de Commissie is overgenomen. Spr. acht bet verkeerd aan die regeling te tornen. Laat men dan liover de gansche regeling opnieuw bekijken. Be heer Be Geus zegt, dat hij destijds tegen de regeling stemde. Het is toen a. b. w. bij overrompe ling gegaan, en het is nooit to vroeg een gemaakte fout te heretellen. Als we de rechtspositie herzien, vallen dezo regelingen cr buiten. Be Burge meester, als hoofd der politie, is om trent deze regeling niet geboord, als dit destijds geschied ware, zou reeds toen voorgesteld zijn tot verandering. Be heer Grunwald neemt de wijziging over. Be Voorzitter ie ie Commissie al ter wille geweest door zich te vereenigen met de zelfstandige regeling. Ba heer De Zwart: We hebben dus thans een voorstel, dat voor de politie hetzelfde voor overwerk wordt betaald ale voor andere arbeiders. We kunnen dus weer een debat be ginnen over de niet te vergelijken verhouding van de werkzaamheden dezer categorieën. Oogenschijnlljk iB het voorstel van don Voorzitter rationeel, maar in de praktijk lshet niet billijk. Als een agent die bij voorbeeld Zondags dienst hesft gehad, 's Maandags daarop geroepen wordt voor overwerk, zou hij daarvoor, omdat die Maandag voor hom een Zondag is, ook als voor Zondagswerk moeten worden betaald. Bit nu ge schiedt niet. Met dagwerk ie het ook zooals hij nachtdienst heeft, krijgt hij zijn dagwerk niet betaald als nachtwerk. Daarom beeft spr. bepleit voor continubedrijven eene andere regeling, en ontraadt hij de aanne ming van dit amendement. Be heer Grunwald merkt op, dat men eeue verkeerde voorstelling heeft van wat het amendement wil. Het bedoelt alleen ta voorkomeD, dat een jong agent gelijk wordt gesteld met een brigadier. Tegen de regeling als de heer Be Zwart zegt, zou spr. niets hebben, dat was ook 's Voor zitters bedoeling. Be heer Baak zou, indien hij deze debatten had kunnen vermoeden, in de Commissie hebben voorgesteld ook met een andere rechtspositie te ko men. W]j hebben deze regelingen overgenomen in het idee, dat een nieuwe regeling op de rechtapositie zou worden getroffen. Be Commissie was daarmede absoluut te goeder trouw. Op voorstel van den heer B e Z w a r t wordt besloten het artikel ongewij zigd te laten, alleen voor brigadiers het overwerk vast te stellen op 60 pet. De heer Biersteker wil het liever voorloopig zoo laten, omdat we straks toch opnieuw hierover moeten beslissen. Be Voorzitter kan zich hier mede vereenigen, en de heer Grun wald trekt hierop het door hem en den Voorz. overgenomen voorstel in. Het artikel wordt verder aangeno men. Be overige artikelen insgelijks, zoodat de verordening als zoodanig is vastgesteld. Be Voorzitter wenscht do Com missie geluk met den uitslag van baar werk. Be punten II, III, IV en V van bet rapport worden zonder discussies goedgekeurd. Bij VI, jaarwedden van Burgemeester, Secretaris en Ontvan ger, stelt de heer Blerstoker voor hiervoor te lezenBurgemeester f4500.- tot f5500.- met twee 6- jaarl. verhoogingen van f500.-, zulks om eenig verschil te krijgen tusschen diens wedde en die van den secretaris. De Voorzitter deelt mede, in verschillende raadsverslageu waar deze kwestie behandeld werd, te hebben gelezen, dat de voorzitter zorgde bij de behandeling van z(jn salaris niet tegenwoordig te zijn. Spr. heeft gemeend niet aldus te moeten handelen, en wil 2ijne meening gaarne eens zeggen over deze zaak. Ben vorigen keer heeft spr. zich al tegen eene verhooging van zijn jaarwedde verklaard, en, oö choon dit voor den Raad geen motief behoeft te wezen tot afstemmen,dier verhooging, meent spr., dat het voor het prestige van hem ala hoofd der gemeente, beter is, als de Raad niet tot verhooging van zijn wedde overgaat. Vooral in deze tijden moet soms met gestreng heid worden opgetreden ten opzichte van allerlei wetien en verordeningen, en dan is het voor het prestige beter als de burgerij niet kan zeggen, hij is steeds de man, die aan 't laadje zit. Ook bij de onderwjjzers-salarisseu was spr. de man, die gezogd beeft geef ze liever in drie termijnen, dat is voor het prestige van iemand, die gezag moet uitoefenen altijd beter. Verzet zal trouwens geen doel hebben, omdat de beslissing over dit salaris niet bij den Raad ligt. Spr. vraagt den Raad te willen besluiten niet tot verhooging van zijn jaarwedde over te gaan zoolang het R(jk niet beter in deze salarissen voorziet. Ban blijft de Raad bovendien in de lijn van z\jn actie tegen deze materie, die zoo energiek is gevoerd. Bo heer Biersteker zegt, dat geen persoonlijke antecedenten van invloed waren bij zijn voorstel. Spr. is alleen uitgegaan van het idee, dat. sen dergelijke salarisregeling ge wenscht was voor een goed ambtenaar. Deze regeling zou ook voor een anderen burgemeester gelden. Hoewel woorden en het standpunt van den Voorz. apprecieerond, meent spr., dat het nog niet de taak des Raads is om een dergelijke voorwaarde aan zijn voorstel inzake een regeling te verbinden. Bat moet eventueel los van elkander geschieden. Be Voorzitter merkt op, dat het volgens Oppenheim wel op den weg des Raads ligt. Be heer Biersteker handhaaft zijne moeniDg. Be Raad heeft alleen te adviseeren omtrent eene behoor lijke salarieering, en de actie inzake de vergoeding van het. R|jk behoort daarvan gescheiden te blijven. Het ls dringend noodig dat van de zijde van het Rijk royaler wordt tegemoet gekomen in de salarieering ook van andere ambtonarsn. Er zijn nu, met die distributie wetten, een massa ambtenaren van de distributie enz. aangesteld, die allen ton laste komen van de gemeenten. Maar de Raad kan noch mag doen hetgeen de Voorzitter zegt, dan zou hij onbillijk handelen tegenover die andere amb tenaren. Na nog eenige gedachtenwisseling tusschen Voorzitter en den heer Biersteker, waarbij beiden op hun standpunt blijven staan, komt het ameudement Biersteker in stemming. Vóór stemmen de heeren Poll, Zander, Krijnen. Biersteker, Bok, Verfaille, Be Geus en Be Ven. Met 11 tegen 8 stemmen verworpen. Bij VII bepleit de heer Adriaanse een betere salarieering voor de nieuwe functie, die gccreösrd wordt. Be ver dere punten worden vervolgens zonder nadere discussie aangenomen. Aan het slot dient de heer Bier steker eene motie in, strekkende om bij het R(jk aan te dringen op meerdere vergoeding inzake de uit betaling der salarissen van ambte naren, welke motie bij acclamatie wordt aangenomen. Be heer Grunwald bespreekt het werk, dat verricht is door den aan de Commissie toegevoegden ambtenaar Bandsma. Be Commissie is in haar taak door het werken van dezen heer zoozeer verlicht, dat spr. voorstelt dien heer eene vergoeding van f 100,— uit te keeren. B. en W. nemen dit voorstel over, en de Raad neemt het b{j acclamatie aan. Aan de orde is thans: Ambachtsschool. Voorstel om hst subsidie aan de Verseniging ,de Ambachtsschool voor Helder en Omstreken" te rekenen van 1 Jan. 1918 te verhoogen tot f 14000.- en het gebouw en erf der bestaande Ambachtsschool aan te koopen voor f42556.— en de kosten van overdracht. De heer van Breda zou dit voorstel gaarne zien gesplitst. Spr. heeft er bezwaar tegen te besluiten, dat de gemeente llgenares wordt van de Ambachtsschool. Maar tegen het verhoogd subsidie hoeft spr. reen bezwaar. In een vorige vergadering is deze zaak al ampel besproken. Be heer Be Zwart kan deze woorden onderschrijven. Als w(j nu besluiten tot overname van de Am bachtsschool, zouden we misschien later berouw hebben. We weten van de toekomst niets, er wordt in het voorstel verwezen naar het feit, dat het eenmaal vrede zal zijn en dat het leger gedemobiliseerd zal worden, maar niemand weet toch iets af van dit tijdstip. We weten niet of in de jaren, dat nog niet tot demobilisatie moet worden overgegaan, niet uit breiding moet plaats hebben van de Ambachtsschool, ongeacht de kosten daarvan. En door thans te beslissen over de overname zouden we ons binden aan iets, waarover we mis schien later spijt zouden hsbben. Heeft dat gobouw eene bestemming voor de gemeente Neen, zeggen B. en W. Maar als bet tijdstip is aan gebroken, dat wi) een nieuwe am bachtsschool noodig hebben, is er dan eene bestemming voor Ben vorigen keer heeft spr. ook al betoogd, dat het thans geen tijd is te beslissen. Het voorstel betreffende de subsidie- verbooging daarentegen ls ad rem, omdat daarmede ook het rijkssubsidie verhoogd wordt, maar het andere is verkeerd, omdat bet de gemeente plaatste in een onhoudbare pbsitie. Be Inspecteur heeft verklaard, dat geen zekerheid bestaat, dat de ge meente bij overname de subeidien zal blijven ontvangen van rijkswege. Spr. zou wel eens gaarnt de argumenten van dien ambtenaar daarvoor ver nemen, die zijn onvoldoende naar voren gebracht. De praktijk leert het, zegt de Voorzitter. Maar dan zou toch moeten worden aangetoond dat, gemeentelijk onderwijs minderwaar dig waa tegenover dat van een particuliere vereeniging. Hetfeit.dat men een gemeentelijke instelling minder goed tegemoet komt, zal dan ook wel tot oorzaak hebben, dat dat onderwijs minder goed was. Spr. acht bet verkeerd als de Raad tot overname zou besluiten. Het onderwijs voldoet aan eene groote behoefte, en als w(j de bsgrooting goedkeuren en het verhoogd subsidie toestaan, wordt voldaan aan den eisch dien wij mogen stellen. Be heer Be Ven merkt op, dat bet gebouw als zoodanig den ge- vraagden prijs ten volle waard ia. En het Bestuur der Ambachtsschool dient toch te weten waar het aan vast is, of de gemeente bereid ia tot overname. Het bestuur z&l ge dwongen zijn spoedig met een nieuw plan voor sen school te komen, de toeloop van leerlingen wordt te groot. Voor de gemeente zul het niet zoo makkelijk gaan subsidie te krijgen, dat bleek duidelijk uit betgeen de inspecteur zeide. Nagenoeg allo am bachtsscholen in ons land staan onder zijn beheer, en zijn ondervinding wai, dat het rijk gemakkelijker par ticuliere inrichtingen subsidieert dan gemeentelijke, omdat de laatsten ge makkelijker aan geld kunnen komen. Ais de Raad tot overname besluit, kan hek bestuur spoedig komen mot plannen voor nieuwbouw. Ook de gemeente zal eene bijdrage moeten geven, zoodat de Raad een woordje krijgt mee te praten. Be heer Be Geus moet op bet principieels der kwestie terugkomen. Be heer Be Zwart staat op het stand punt, dat een inrichting als deze ge sticht dient te worden door de ge meente. Be ondervinding leert, dat als het particulier initiatief een veld heeft tot bewerking, meestal behoor lijk voorzien wordt in eene werkelijke behoefte. Als torste voorwaarde moet van die behoefte blijken, anders komt de onderneming er niet. Men kan daartoe alle krachten uit de maat schappij benutten. Bit ia een voordeel van gemeentelijke exploitatie. Een nadeel la de mindere subsidie en ook het stroevere van gem. exploitatio. Een particuliere exploitatie kan zich spoediger aan veranderde toestanden en inzichten aanpassen. Particulier initiatief heeft altijd voordeel. Ge meentelijke beheer ls behalve stugger, ook duurder. Be huidige inrichting werkt uitstekend, en spr. ziet niet in dat het door dit besluit geannexeerd wordt. Be prijs voor het gebouw is geen oorlogsprija, het is die ten voile waard. Be heer Adriaanse ziet de nood zakelijkheid niet in dit besluit te nemen. Wat hesft de Ambachtsschool ervoor belang bij dit op het oogenblik voor te stellen Ook spr. moout, dat men thans volstaan kan met alleen het verhoogd subsidie te bespreken. Het speet spr. destijds niet nog eon ander plan te hebben gehad op de vergadering. Be hser Grunwald is den heer Breda dankbaar, dat deze met het verhoogd subsidie meegaat. Spr. zou ten opzichte van de uitbreiding dien heer willen toeroepenstel toch eenig vertrouwen in het bestuur der Ambachtsschool, dat dit voorstel doet om het onderwijs op peil te brengen, opdat wij ons meten kunnen met de beste instellingen in den lande. Het Bestuur der school zou gaarne van de soesah betreffende een nieuw bouw af zijn. Masr het aantal leer lingen breidt zich steeds uit, b)j het begin van den cursus hadden zich 66 leerlingen aangemeld. Het Bestuur dacht aanvankelijk deze allen niet te kunnen bergen, omdat er maar de school verlaten, maar het is tot de conclusie gekomen geen enke le te mogen afwijzen, en al het mogelijke te doen om hen een plaats te geven. Aanvankelijk werd gedacht aan een bijbouw, maar dat kostte zooveel geld, dat daarvan niets kon komen. In de toekomst voldoet de school niet meer aan de eischen, die eraan worden gesteld. Baar om stelde het bestuur voor aan de gemeente het gebouw over te nemen de Ver eeniging kan dan nieuwe plannen maken voor een grooter gebouw. Het is niet de bedoeling een en ander uittestellen tot in eene verre toekomst, daar het onderwijs hier onder sterk zou lijdon. Het Bestuur heeft bijna de verzekering, dat als het met plannen komt voor een nieuwe school, de regeering dan vermoedelijk met een extra subsidie komt. Als iemand ais de heer Be Groot zooiets zegt, kan men daar vrijwel van verzskerd zijn. Het risico voor de gemeente is niet te hoog. Weliswaar moet de gemeente leenen, maar het Rijk is toch garant. Het eenige is, dat als de exploitatie hooger wordt, de gemeente gevraagd wordt om verhoogd subsidie. Spr. roept den Raad toe: verzet u niet, want gij houdt daardoor het ambachtsonderwijs tegen. Beze school is een schitterend werk van den heer de Groot, door zijne medewerking is de school steeds omhoog gegaan. Be heer Be lwart zegt, dat alle tot dusver gehoorde betoogen voor een groot deel langs het voorstel heengaan. Be beer Grunwald beeft gepoogd aantetoonen, dat het onder wijs schade krijgt, maar met geen enkel argument bewijst bij dit. Als de gemeente de school heeft gekocht, ls het bestuur vrij plannen te maken. tGeroepBat is het nu toch ook 0 In bet voorstel ligt opgesloten de erkenning, dat bet onmogelijk is in de huidige omstandigheden te bouwen. Het is noodig, dat zoo spoedig moge lijk de concrete voorstellen bij den Raad worden Ingediend. Zeer zeker willen ook wij mede werken om bet ambachtsonderwijs

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1918 | | pagina 1