COURANT
Herman Nypels' Modemagazijn,
Eerste Blad.
No. 6020
DIK8»AG 3 DECEMBER 1918
Oplaag 7OQ0 ax» - afeetincrntwiteprftgIn de atod f llq, per post f 1.3S, Bt^teoltwd I 2.35. - Lom>s ex. 3 o»ot - Advrwnttèn per regel IS oent.
uttamr: C. B£
Db Marine.
B* fitst op do vloot.
In het .Vaderland" schrijft de luit.
ter zee 2e kl. J. L. Chaillet a.
in Terband met de ontheffing van
schout-bij-nacht J. Albarda van het
bevel over de marine te Willemsoord
over den geest op onze vloot en
de z. i. noodige hervormingen.-
Schrljver zegt: De marine heeft
in de afgeloope» weken aan haar
historie een zeer ernstig hoofdstuk
toegevoegd. Ook al zweeg de pers
nagenoeg en de marine zelf natuurlijk
evenzeer, er komt een oogenblik, dat
aan den militairen doofpot een zaak
moet onthouden worden en wel om'
dezo reden, dat het gansche Neder
landsche volk er recht op heeft dt.
ware toestanden, verhoudingen
gebeurtenissen ras de vloot te leeren
kennen in hunnen vollen omvang.
In de eerste plaats geeft de schrij
ver een terugblik #p de afgeloopen
jaren van mobilisatie van de vloot
en van het personeel. De plichtsbe
trachting is over het algemeen zeer
goed geweest, overal is de crimina
liteit op de vloot toegenomen, het
geen sehr. met cijfers aantoont.
Het wachtsehip te Willemsoord
herbergt dsn ook een uitschot van
de marine, waarvan betere afzonde
ring van het overige niet-besmette
personeel met de meeste kracht moet
geschieden in het belang der ge
meenschap.
Schaver meent, dat de dank door
H. M. de Koningin bij het einde der
mobilisatie aan de mannen der vloot
gebracht, over het algemeen ten volle,
verdiend is. Het mag zelfs een wonder
heeten, dat met de zeer beperkte en
vaak gebrekkige middelen, waarover
onze marine in deze jaren heeft be
schikt, dit resultaat is behaald. Er
is gewoekerd met oud materieel, met
schijn en goeden wil, ondanks den
toestand en de volstrekt ontoereiken
de samenstelling van het materieel
der vloot. De schepen, welke het einde
der mobilisatie beleefden, hebben
zonder uitzondering afgedaan, en het
personeel besefte dit reeds lang van
heeg tot laag. Hierin schuilt de diepe
grond van de onbevredigdheid, van
het levendige gevoel van onmacht,
Yan groote lusteloosheid. Zondersn
we den vliegdienst en den onderzee-
dienst uit, de rest snakt naar ver
nieuwing en verjonging in personeel
en materieel van de vloot. Is het dan
te verwonderen, dat het z.g. actieve
personeel, niet blind voor de opko
mende leuzen van volkerenbond en
ontwapening, thans gedeeltelijk bij .de
pakken neerzit, of gedeeltelijk her
ademt, nu sedert 14 November de
gelegenheid is geopend om ontslag
uit den dienst te erlangen, nadat hei
naar een betrekking in de burger
maatschappij heeft omgezien?
Zoo is het op de vloot in Neder
land, maar de berichten, welke ons
gewerden over de vloot in Indié,
spreken nog luider van een ontvol
king van de vloot binnen afzienbaron
tijd. Wo zullen, ons genoodzaakt zien
deze ontvolking toe te laten, ja zelfs
in do hand te werken voor een deel
"Van het personeel, anderdeels moet
het mes nog dieper gezet worden in
de zieke plekken onder het marine
personeel, we moeten grondig schoon
schip maken.
De schrijver behandelt dan de
rooit week, en herinnert daarbij aan
het door den vlootvoogd gezochte
contact met de hoofdbesturen dei-
bonden van marine-personeel.
De autoriteiten waren verplicht om
met den geest der uitlatingen ter
stond afdoende rekening te houden
en namen daarom het standpunt in,
dat voorshands het lagere marine
personeel, in het algemeen onder
officieren en manschappen, in de ge
geven omstandigheden niet betrouw
baar was. Met bijsendere voortva
rendheid is er gehaudeldnatuurlijk
zal er in details z(jn misgetast, doch
de. maatregelen, welke op Vrijdag-
vóórmiddag, op sommige gehepen op
Donderdaguaraiddag van de roode
week werden genomen, zjjn.afdoenie
gebleken.
In een brief, gedateerd 15 Nov.
1818 (Vrijdag) achtten de hoofdbe
sturen van eenige bonden zich ver
plicht den vlootvoogd hun standpunt
nog eens schriftelijk uiteen te zetten.
Deze brief is in ettelijke exemplaren
verspreid, doch nergens gepubliceerd.
Mocht bij de mondelinge uiteen
zetting nog eonige twijfel hebben
bestaan omtrent de door de meerder
heid Yan onderofficieren, korporaals
en manschappen aangenomen hou
ding, deze brief hief eiken ~twijfel_op,:
daar hij o. m. de zinsnede bevatte,
dat .voorzeker de overgroote meer
derheid van het personeel, althans
van het lagere personeel, gereed
stond em de zijde te kiezen van de
partij, die tot dusverre steeds voor
hun belangen had gestreden".
Wel is waar werd het publiek
op andere w(jzeingelicht,o.a.door
een advertentie in de „Helderecl»
Courant" van 16 November, onder
teekend door het hoofdbestuur Yan
den Alg. Bond van Onderofficieren
der K. M. en van het Korps Marinier»,
dat omtrent het onderhoud met den
vlootvoogd onjuiste geruchtenwaren
verspreid en het ter weerspreking
daarvan getuigde van steun en trouw-
aan de regeering, onder beding, dat
voortaan eindelijk gehoor zou worden
gegeven aan de door hen allen .aan
de regeering gestelde eischen. Zoo
vlug meenden de hoofdbesturen de
doame menigte om .den tuin te
kunnen leiden.
Dat de Bond van Mieter Marine
personeel en de Marine-onderofficieren
zich op het standpunt der S.D.A.P.
stelden, dit alles komt op den achter
grond bij het' feit, dat do vloot onbe-
IrtMtbnor gebleken en -nog steeds
onbetrouwbaar tal zyn als ooit de
roode vaan der revolutie weer omhoog
gestoken mocht worden.
De gestelde eischen voer positie
verbetering zijn voor een groot deel
redelyk te noemen, want er is veel
verzuimd om den geest bevredigend
te .-maken, doch na deze eischen ko
men nieuwe eischen, zoolang het
S. D. A. P.-vendel op den achtergrond
wappert.
De marine zwijgt,
zegt de schrijver verder. Van de
landmacht kwamen talrijke adressen
van steun en trouw aan de regeering.
Niet ten onrechte is de groote pers
ook zoo voorzichtig geweest met te
getuigen, dat Troelstra zieh in den
geest en de houding van het leger
en de politie heeft vergist, doch ge
zwegen werd over de vloot. Is de
vloot dan zoo reod We dachten, dat
ruim een kwart van het personeel
Katholiek was, we meenden dat
vlootpredikanten en vlootaalmoeze-
niers de handen vol hadden met de
geestelijke verzorging van het per
soneel. Te laat! Al deze verzorging
zal niet meer baten bij de overgroote
meerderheid van het personeel. Het
is i in den grond bedorven, de toestand
is^het gevolg van jaren her, de bakens
zijn niet of te laat verzet, de leidiDg
heeft blijk gegeven zelden de teekenen
d#s tljds te verstaan.
Nu helpen geen kleine middelen
meer, evenmin een Yoor ens onver
klaarbaar ontslag van een vlagofficier,
die in deze dagen kon ateunenopal
zijn officieren en in zijn geheels loop
baan getoond heeft met personeel te
kunnen omgaan en er veor te Yoelen,
evenmin helpt nu verwijdering van
enkele hoofdleiders van ongewenschte
elementen. Neea, de marine.heeft in
hare tegenwoordige samenstelling
haarzelve overleefd. Het vertrouwen
in de leiding, is bij herhaling te diep
geschokt. Er dient gehandeld te wor
den en dit wel zoo spoedig mogelijk.
Laat niet de wensch om schuldigen
te zoeken overheerschen, doch
beschouw als doel de zaak in haar
geheel.
Twee oorzaken zegt. de heer
Chaillet die deels tot gevolgen van
elkaar kunnen teruggebracht worden,
willen wij aanwijzen.
1. De leiding der marine heeft de
laatste tientallen van jaren gefaald
om de vloot een betrouwbaar en
bruikbaar regeeringsipstrument te
doen blijven thans is ze een re-
geeringsgevaar en een dure slokop.
2. De samenstelling van het per
soneel der vloot is, in plaats van te
zyn een beeld van het politiek hete
rogeen Nederlandsche volk, vrijwel
homogoen rood.
Wij geven in allen ernst in over
weging spoedig de spuisluteen te openen
onder het geheele personeel van hoog
tot laag, het koste wat het wil, meu
late gaan, wie wil en men ontsla
degenen, van wie onbetrouwbaarheid
is gebleken, onder toekenning aan
allen van gedeeltelijk pensioen of
ander compensatiexniddel. De vloot
zal hierdoor, naar wij hopen, de mo
gelijkheid krijgen gereorganiseerd te
worden. Hoe sneller met het vrij wil-
ligers-systeem worde gebroken, des
te. eerder zal de vloet in Nederland
weer een Nederlandsche Yloot kun-
aon zijn.
- Ongetwijfeld zullen vele goede
krachten.de marine verlaten, hetzij
zoo, want men moet slechts hen
overhouden, die voor de reorganisatie
nog roeping gevoelen en niet degenen,
die. hun illusies in de marine stuk
voor stuk zagen verdwijnen, evenmin
degenen,, die uitsluitend door finan-
cieele overwegingen en gebrek aan
voortvarendheid om in de burger
maatschappij hun weg te vinden, in
de marine zouden achterblijven. Weg
dus de onbekwamen, de onbetrouw-
baren en do. teleurgestelden, zonder
martelaars te kweeken.
En spoedig een onpartijdig open
baar onderzoek Yan staatswege in
stellen door een commissie, die be
halve door een spoedig openbaar
verslag aan de regeering omtrent
oorzaken en gebeurtenissen, de wogen
tot wederopbouw van de marine in
al hare geleidingen aangeeft. Niet
wachten, niet langer reactionnairzijn,
maar aanpakken voor Regeering en
Tolk..
Nogmaals: geen personen, geen
eigenbelang, neen, de zaak!
Sehout-blj-nacht Albarda.
Aan het .Handelsblad" wordt uit
den Helder geschreven:
Op Woensdag 13 November heeft
de sckout-bij-»acht Albarda alhier de
bestuurderen van de verschillende
endexofficiers- en korporaalebonden en
van den Bond van minder Marine
personeel, tot een bijeenkomst uitgtf-
noodigd ep het Directie-gebouw. De
bedoeling was te vernemen, of de
regeering b|j het uitbreken van een
revolutie in ons land op alle groepen
der bemanning kon rekenen. Nadat
ever nevenzaken 't een en 't ander
was gesproken, namen eindelijk de
bestuurderen Yan de onderofficiers-
bonden bet woerd, die in plaats
van dadelijk renöuit de verzekering
te geven, dat de Regeering op ben
kon rekenen, aandrongen op inwilli
ging van de door hen reeds vroeger1
gestelde eischen.
Yan hun kant wordt nu gezegd,
dat zjj aan hetslet van die
besprekingen de verzekering hebben
gegeven, dat zij de Regeering zouden
steunen.
Hoe het zij, van harte en reohtuit,
is dat niet gegaan. Ale gevolg daarvan
namen daarna de bestuurderen van
de Korporaalsbonden en van den
Matrozenbond een zelfde.houding aan.
Al zouden zij het hebben gewild, wat
echter is te betwijfelen, zoo konden
zy nu geeu conciüanter houding
aannemenhun leden zouden hen
dat hoogst kwalijk hebben genomen.
Iemand, behoorend tot den Matrozen-
hond, die deze bijeenkomst had bljge-
ingozonden mededaeling.
Ultgabrslds ksuze in: Helder.
Hoeren HandeoHoenen (staf en glaeé) - Caebsnes -
wellen Shawls - Slobkousen - Fantaslesokkan - Over
hemden - Boordsn - Manohotton - Parapluis® Wandel
stokken - Fantasie zakdoek j»» - Lux# artikelen - wollen
en katoenen Truien - Toilet-artikelen - Ban de Cologne -
Parfums oto.
Zie onze étalages.
Wi| zijn niet duur.
woond, meet verklaard hebben
onderofficieren zijn veol feller dan
wij."
Tot het gewenschte resultaat leidde
deze bijeenkomst dus niet. De
marine-autoriteiten trokken hieruit
de conclusie, dat op de bemanning
der ♦loot beneden den rang van
officier niet meer kon warden ver
trouwd, indien de revolutie in den
eenen of anderen ver* zou uitbreken.
Door den schout-bij-nacht Albarda
werd toen bevolen de schepen te
ontwapenen. Dit geschiedde
Vrijdag. Alle sluitstukken der kanon
nen en alle grondels der geweren
werden ingenemen en overgebracht
■aar 't Instituut, zoodat de schepen
volkomen weerloos waren.
Kort na bovenbedoeld onderhoud is
bf den Schout-bij-naeht een schrijven
ingekomen (gedateerd 14 Nov.), ge-
teekend door de besturen van alle
Marinebonden, waarin de eischen nog
eens nader werden uiteengezet. In
dat schreven komen o.a. do volgende
zinsneden voor:
„De vraag of onder alle omstandig
heden in deze spannende dagen op
het personeel der Yloot zou zyn te
rekenen, is ook na gepleegd overleg
in onze besturen en met onze leden,
voor zoover bereikbaar, in zijn alge
meenheid niet te beantweorden.
„Er heerscht overspannen geestes
toestand, die, hoewel de bonden tot
kalmte aanmanen, geringe aanleiding
behoeft om in excessen te verkeeren.
„Spoedige uitvoering der godane
verzoeken en tegemoetkoming aan
grieven kan aan den geest ten goede
komen."
.Geldt al het bovenstaande tot op
zekere hoogte als een aanwijzing,
dat in het algemeen niet gevreesd
behoeft te worden voor excessen
onder het personeel, en «tol: dat het
personeel in staat en bereid zal zijn
onordelijkheden zelf te keeren, op
een omstandigheid moet worden ge
wezen Slaagt de beweging en wordt
hot Marine personeel gesteld voor 't
feit in dien strtjd partij to kiezen,
dan is o.i. de mogelijkheid niet uit
gesloten, dat een meerderheid, althans
onder de minderen, zich scharen zal
aan do zijde, die tot doorvoering van
door hen weuschelijk geachte her
vormingen altijd streed."
„In de vergadering van den Bond
van Onderofficieren, gebonden Don
derdag 1.1., werd besloten de Regeering
te steunen,"
Yan andere zijde werd nog aan
hot „Handelsblad" het volgende ge
meld:
Het bericht in „Het Volk", als
zou de schout bij nacht Albarda
ontslag hebben gevraagd, is onjuist.
Evenmin staat het vast, dat het
ontslagte danken is aan de „reac
tionaire elementen vooral aan het
departement van Marine".
Juist is, dat schout bij nacht
Albarda, die het vertrouwen geniet
van de geheele Marine van hoog
en laag zes weken na zijn be
noeming tot stelling-commandant tot
heengaan wordt gedwongen.
Er is dus in het optreden of in
het beleid van dezen vlagofficier iets
geweest, dat ontoelaatbaar wa« in
de oogen van den alleen-verantwoor
delijken persoon, d. i. den minister
vau Marine, die hem voor de zoo
belangrijke post van stelling-com
mandant nog zoo kort geleden voor
droeg. En dat is, naar wij vèrnemen,
niet anders, dan dat de heer Albarda
het gezag in de „revolutioweek" met
niet voldoende kracht zou hebbeu
gehandhaafd.
Naar wij nader vernemen, is op
de bekende bijeenkomst met de
bestuursleden van da verschillende
bonden door den heer Albarda wel
uiteengezet waar het om ging, en
is door hem gevraagd of de Marino
kon rekenen op den steun van alle
onderofficieren an manschappen. ToeD
een ontwijkend antwoord werd ont
vangen, en de bekende brief dat nog
eens kwam bevestigen, wisten do
Marine-autoriteiten maar al te goed,
dat, wanneer het ging om de hand
having van het gezag, de Marine
niet le vertrouwen was. De zeer
krasse maatregelen deontwapening
van de vloot - welke toen genomen
werden, waren het gevolg van de
uiting dier bonden.
Wel trachtte het bestuur van den
Onderofficierenbond in een adver
tentie in de Heldersche Courant
zijn houding eenigszins te rechtvaar-
gen, en sprak het daarin van stoun
en trouw aan de regeering, doch ook
die advertentie was te doorzichtig;
zij droeg ook, naar wij vernemen,
niet de goedkeuring weg van de
bondsleden. Achteraf hoort men in
hunne kringen betuigingen vau re-
geeringsgetrouwheid, doch tot nog tóh
is er niemand onder hen die openlijk
zijn bestuur ter verantwoording roept.
Wat- er gedaan moet worden en
spoedig - om van de onbetrouwbare
Marine een bruikbaar geheel te vor
men, waar plicht boven politiek gaat,
is onmiddellijk door schout bij nacht
Albarda onder de oogen gezien en
met de verschillende commandanten
besproken. Deze weder hoorden hunne
officieren en bijna unaniem tyas het
oordeel gelijkluidend met de voor
stellen, welke de schout bij nacht
bepleittevoorstellen, die geen enkele
z wee ia van reactie ademden, doch
integendeel ten doel hadden een
frisscben geest in de Marine te
brengen.
Dat de schout bij nacht Albarda
zou worden afgelost in verband met
zijn optreden tegen de organi
saties van het Marine-personeel
- zooals uw X-correspondent zegt
werd bier mot bevreemding verno^
men, en is dan ook niet juist. I
De aan den Helder getroffen maat
regelen zijn genomen, tengevolge van
aan het Departement van Marine
zeer goed bekende toestanden, en zij
waren, helaas, noodzakelijk; zij zullen
telkens weer noodzakelijk zijn, zoolang
de geest dor Marine niet grondig
verandert.
Er wordt te veel gesproken over
het ontslag van den schout bij nacht
Albardahet ware beter, ora nu
eens meer te letten op de zaak waar
het om gaat, dan op den persoon,
die thans op den voorgrond gebracht
wordt.
De Algemeene Bend van Onder
officieren der Kon. Marine en het
Korps Mariniers, de Bond van Ond.
Off.-Mach.dr. en -Stokers bij de Marine
„Voorwaarts", delend van Korporaals
der Koh. Marine en de Bond voor
Minder Marine Personeel hebben de
hieronder volgende verzoekschriften
aangeboden
Aan Zijne Excellentie den
Minister Yan Marine te 's-Gra-
venbage.
Geven met verschuldigden eerbied
te kennen de Hoofdbesturen der na
volgende Bonden: Algemeene Bond
van Onderofficieren Zeemacht
en het korps MariniersBond van
Korporaals bij de Koninklijke Marine;
Bond van actief dienende Onderoffi
cieren en Korporaals Machinedrijver
en Stokers „Voorwaarts" en Bond
van Minder Marine Personeelten
deze domicilie kiezende Prins Hen
driklaan 14, Helder;
dat zij met verbaziDg kennis namen,
dat heden de Schout bij Nacht, Com
mandant der Marine te Willemsoord,
Albarda, ontelag uit den Zeedienst
hoeft verzocht;
dat naar uit de pers bleek, dit ont
slag niet vrijwillig wordt gevraagd,
doch een gevolg moet zyn Yan het op
treden van dezen Vlag-Officier tegen
over de Bonden bij de Marine, meer
speciaal, zooals dit het geval was
in de week. van 9 tot 16 Nov. j.1.
dat dit optreden echter geheel in
de lijn lag van wat door de Regeering
ter gelegenheid van het militaire
debat iu de ^Tweede Kamer is toe
gezegd
dat toch bij die gelegenheid is mede
gedeeld, dat ook in de weermacht de
democratie meer zou worden gehul
digd en mee name aan de vereeni-
ginjenv.iomilitalrenmeerdere in vloed
zou worden verzekerd
dat het eptreden vau den Schout
bij-Nacht Albarda bij de minderen op
do vloot en vooral de georganiseerden
groote instemming had, omdat men
daarin zeer terecht zag een wijtiging
ton goede in de tot hu tee gevolgde
methode Yan verkeer met de bonden
dat uit dit ont3lag dus zou moeten
volgen dat Uwe Excellentie deze
methode niet onderschrijft, hetgeen
voor de normale ontwikkeling van
het véreenigingswezen hoogelljk te
betreuren zoude z(jn;
dat de onrust door dit ontslag op
de vloot gewekt wel het beste bewijs
is, hoe men een andere richting zou
wrakenhetgeen, de geest onder het
personeel zekerlijk nietzal verbeteren;
redenen, waarom adressanten eer
biedig doch zeer dringend tot Uwo
Excellentie het- verzoek richten, dit
ontslag, zoe mogelijk in to trekkea.
Hetwelk doende enz.
Aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te 'a-Graven-
hage.
Geven mot verschuldigden eer
bied te kennen, endergeteekenden
namens de voornaamste bonden van
onderofficieren en manschappen bij de
Marine, omvattende minstens 70
percent van het personeel;
Dat heden bekend werd, dat aan
den Schout-bij-Nacht Albarda, Com
mandant der Marine te Willemsoord,
ontslag zal worden verloend;
volgens geruehten en persuitlatin
gen zou dit ontslag, hoewel govraagd,
niet vrijwillig geschieden
volgsns diezelfde uitlatingen, zou
de reden, waarmede deze vlag-officier
zich de ongenade van het Departe
ment van Marine op den hals heeft
gehaald, gezocht moeten werden in
het te democratisch optreden tegen
over en verkeer met de bonden van
militairen
dat indien zulks inderdaad waar ia,
dit in flagranten strijd zoude zijn met
de door de Regeering bij het nulitaii e
debat in Uwe Kamer toegezegde
hervormingen in democratische rich
ting ook In de weermacht;
dat dit ontslag door het personeel
bij do Marine dus zal worden gevoeld
al» een aanslag op de democratie, te
meer verwonderlijk, waar zelfs de
opperbevelhebber daaraan wel werd
opgeofferd
dat de geest bij de Marine alleen
kan verbeteren, indien wordt opge
treden als door dezen vlag-officier in
den korten tijd dat h(j te Willems
oord in functie was, werd gedaan
redenen, waarom adressanten Uwe
Kamer verzoeken te willen waken
voor 'de tot nu toe met zooveel
moeito. en strfjd verkregen democra
tische rechten van de militairen,
rechten, die noodzakelijk moeten
worden uitgebreid, maar zeker niet
mogen worden ingekrompen, waar
van dit ontslag reeds weder een
gevaarlijk symptoom is.
Hetwelk doende enz.
&SMHLAJ19.
Oe gewazen Duitache keizer
Het Ned. Corr.-bureau meldt:
De regeering heeft een eem missie
ingesteld bestaande uit de heeren
»r. B. C. J. Leder, pref. mr. A. A.
H. Struycken en mr. A. E. Bles, die
rapport zal uitbrengen over de positie,
die de vroegere Duitache keizer hier
te lande inneemt.
De commissie zal de verhouding
hebben na te gaan, waarin de Neder
landsche regeering staat tot de rechts
vragen, die ten opziekte van de toe
lating en het verblijf van den vroe-
geren Duitsehen keizer hier te lande
kunnen rijzen.
Een heefdartikel in de Time», dat
de kwestie van de uitlevering vaa
den veormaligen keiier bespreekt,
zegt: Het eenige argument tegen
al onze pogingen om dezen aarts-
misdadiger voor het gerockt to bren
gen, is, dat h(j op het oogenblik een
slaafsche en verachtelijke figuur is,
die sijn hoofd verbergt achter de ruïne,
welke hij over zijn land heeft gebracht,
en 'dat wij hem, wanneer wij hem ver
volgen, te veel waardigheid verleenen.
Lloyd Öeorge heeft ons verteld, dat de
grootste rechtsgeleerden in dit land
tet de eenstemmige conclusie ziju
gekomen, dat de keizer schuldig is
aan een zwaar misdrijf. Tot hiertoe
is alles goed. Doch elkeen, die de
wet heeft bestudeerd, weet, dat het
geen gemakkelijke zaak zal zijn em
in zulk een geval recht te erlangen.
Er zyn grootemoeilijkheden verbonden
aan het zich beroepen op het uit
leveringsverdrag met Nederland, ten
aanzien van de zaak des. keizers. De
misdaden, Twaarvoor de uitlevering is
gedacht, moeten, indien het verdrag
kan worden toegepast, zijn gepleegd
op het grondgebied van het land, dat
de uitlevering verlangt. Duitschland
zou b.v. aan Nederland kunnea ver
zoeken den keizer wegens zijn ver
grijpen uitte leveren, doeh wij kunnen
zulks niet, tenzij de misdaden op ons
grondge'oied*"£ljn begaan. Misschien
kan het tot zinken brengen van de
„Lusitapia" den keizer binnen het
bereik van het strafrecht brengen,
doch dit is een kwestie van opvatting,
waaromtrentalleenderechtsgeleerden
een besliste meening kunnen uit
sproken. Het is evenwel niet onbillijk
orn te verwachten, dat de vinding
rijkheid by het ontkomen aan de
justitie door een gelijke vindingrijk
heid bij het brengen van den schuldige
voor het gerecht zal werden geöve
naard. Het kan zelfs zijn, dat wanneer
het gewone strafrecht niet kan worden
aangewend, de hulpbronnen der
beschaving nog niet zijn uitgeput.
Volgens de Daily News is door de
rechtskundige ambtenaren van de
Engelsche Kroon een nota opgesteld
betreffende de wettelijke en constituti-
oneele mogelijkheid van de uitlevering
van den ex-keizer.
Men meent, dat in principe overeen
is gekomen, dat de uitlevering van
den ex-keizer van Nederland goeischt
zou kunnen wordenhet blijft echter
gewenscht, alle vereischte vormen
van het internationale recht by het
■tellen van het verzeek in acht te
De arsel-raden en de ex-k&izer.
Jïaar uit Berlya gemeld wordt heeft
een aantal arbeiders- em soldatenraden
aan de (Duitache) regeering verzocht
het vonnis van den keizer door eem
Duitsch gerechtshof te koen uitspre
ken. De regeering zal ook deze vraag
aan de Nationale Vergadering voer-
leggen.
Dt doorttobt der Duitiehara in
Limburg.
Reuter seint uit Londen:
W(j vernemen, dat de m$t eenigen
ophef en gezag gepmbliceerde verkla
ring, als zou de doortocht der Duit
ache troepen over Nederlandsch ge
bied eerst zijn geechied, nadat daar
omtrent overeenstemming was be
reikt met den Belgischen, den Fran-
schen en den Engelschen gezant in
Den Haag, totaal onjuist is. Do gealli
eerde gezanten hebbenden doortocht
volstrekt niet goedgekeurd en solfa
bij do Nederlandsche regeeriag geDro-
teeteord togen deze inbreuk op de
neutraliteit.
Reeds vroeger werd een „Havas"-
telegram gepubliceerd, meldende,
dat de Nederlandeehe regeering
erkende, dat ten opzichte van den
doortocht niet vooraf overleg ia ge
pleegd. En in een interview met een
vertegenwoordiger van do „Matin"
zette minister Van Karnebeek uiteen,
welke rodene* de Regeering er toé
hebben geleid zoo snel te handelei.
D« vaart op Oost-lndië
De vaart van Retterdam naar Neder-
landseh-Indiö wordt weldra hervat.
Het vertrek van het stoomschip
„Insulinde" is voorloopig bepaald op
14 December, dat van de „Tambora"
op 11 Januari a.a.
Beide achepen zullen zoowel pas
sagiers als lading vervoeren.
De voorbereidende maatregelen
voor een spoedig vertrek naar Neder-
landsch-Indió eveneens via het Suez-
kanaal van de ronds lang hier beladen
liggende vraebtbooten „Medan", „Me-
nado" en „Garoef" worden thans
getroffen.
Cbllltaipater.
(Officieel.) Het Ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken deelt mede:
De Britsche regeering heeft door
tusschenkorast van de legatie te Lon
den de Nederlandsche regeering te
koop aangeboden drie stoomende la
dingen Chili-salpeter, te zamen hou
dende 18.810 ton, en zich verder be
reid verklaard het overschot der ons
bij de onderhandelingen te LoDden
ter beschikking gestelde hoeveelheid
van 45.000 ton terstond te leveren
ia een haven in het Vereenigd Konink
rijk. De Nederlandsche regeering
heeft dit aanbod dankbaar aanvaard,
aangezien hiermede da zekerheid is
te verkrygen, dat de ons toegemeten
Chili-salpeter tijdig beschikbaar zal
zyn om voor de bemesting in 1919
te werden aangewend. Indien thans
echepen van Nederlandsche havens
hadden moeten vertrekken om het
artikel in Chili te halen, zou die zeker
heid niet verkregen zijn.
Als tegenprestatie heeft de Britsche
regeering verzocht, optie te verkrij
gen om over de toanage, die anders
zou worden aangewend om de Chili-
salpeter uit Chili te halen, te mogen
beschikken voor een rei» van Britsche
belangen naar Zuid-Amerika. Zij zal
een eveAtueei gebruik maken van
deze optie evenwel geruimen tijd te
voren mededeelen, zoodat voorloopig
van de bedoelde tonnage voor Neder
landsche belangen kan worden ge-'
bruik gemaakt.
Engelsche oorloQSSphepon
ti IJmuiden
Er liggen thans te IJmuiden 14
Britoche oorlogsschepen, waaronder
een kruiser, 1 torpedobooten 12groote,
zwaarbewapende mijnvegers.
Stoomtrawler vermist.
Daar de stoomtrawler ÏJ.M. 339
(„Celebes") der Oceaan-Visscherij Mij.
te IJmuiden, welke 15 Nov. vandaar
ter visch vangst uitvoer, nog niet terug
keerde, kan dit schip als verloren
worden beschoywd.
Met bevel werd gevoerd door schip
per Hk. Visser uit Egmond-aan-Zee,
de overigen waren resp, uit? Bever
wijk, Egmond, Katwijk en Velser-
oord afkomstig.
Quurtobljaiag Rijksambtenaren.
29 November hadden de heeren
F. 8. Noordhoff en J. ter Laan, resp.
voorzitter en 2e voorzitter van den
Ceatralen Nederl. Ambtenarenbond,
een onderhoud met don Minister van
Financiën.
De Minister deelde mede/dat een
vijfde termijn van den duurtobljslag
aan hot rijkspersoneel zou worden
uitgekeerd en verklaarde zich bereid,
de toekenning er van niet te beper
ken tot do ambtenaren en werklieden,
die onder de geldends duurtebijalag-
regoling vallen.
Do Minister erkende, dat sinds 1
Januari 1918 de omstandigheden voor
zoo goed als allo ambtenaren zeer
bezwarend waren geworden, dus ook
voor de groepen, die op dat tijdstip
werden uitgesloten.
Verder kwamen de plannen der
Regeering voor het jaar 191® ter
sprake. Hierbij bleek, dat de Regee
ring voornemens is, zich in hoofd
zaak te bepalen tot toekenning van
een aanzienlijk verhoogden kinder
bijslag en slechts eon hoofdbijslag te
verleenen aan diegenen, die ondanks
de invoering der veile 100 °/0 salaris-
verhooging bf weinig bf in het ge
heel niet in inkomen zullen voor
uitgaan.
De Minister achtte het alleszins
billijk, dat de door Minister Treub
in uitzicht gestelde minimum-inkom-
stenvermeerdering (40 van duurte
en kinderbijslag) als «en verkregen
recht zou worden beschouwd.
Hoewel de Minister met zijn aan
vankelijke plannen gereed was, had
hb er geen bezwaar tegen, eventeele
ep deze materie betrekking hebbende
tooi stellen der salariscommissie voor
de burgerlijke rijksambtenaren af te
wachten.
Da rooda vlag op hei gemaantfthul»
fo Zaa-dim.
In de Vrydag gehouden raadsver
gadering van Zaandam werd door
den heer Duys melding gemaakt van
geruchten betreffende het ontvangen
van een telegram door den Burge
meester in verband met mogelijke
plannen betreffende het uitsteken
van de roode vlag van het gemeente
huis.
Burgemeester Ter Laan deelde naar
aanleiding daarvan mede, dat Zater
dagavond tijdens zyn afwezigheid uit
de gemeente door den waarnemenden
burgemeester het volgende telegram
was ODtvangen.
„Verneem, dat mogelijkheid bestaat,
dat roode vlag op stadhuis geplant
wordt. Reken op loyale uitvoeriDg
van Yoor uwe benoeming gedane be
lofte. Mocht desondanks zoodanige
vlag geplant wordeD, dan zal voor
strengsten maatregel tegen uregeering
niet terugdeinzen.
(w.g.) Minister Ruysde leereDbrouck.
Met het oep op het late uur werd
mogelijk debat naar aanleiding van
deze mededeeling tot de volgende
vergadering verschoven.
Haring voor «olks«o»dlag.
Set stoomschip „Titan", van de
Kon. Ned. Stoomboot Mjj., is van
Aalesund te Amsterdam aangekomen
met 60G0 ton haring, bestemd voor
de stad Groningen,
Deze gemeente heeft de Titan ge
charterd om genoemde lading in het
belaug van de volksvoeding te halen.
PLAATSELIJK MEU*S.
Voor het practljk Diploma Boek
houden, Yan de vereenigiDg van
leeraren slaagde te Amsterdam de
heer J. Schellens.
Onze vroegere plaatsgenoot de
heer G. J. Goes, thans leeraar in
Werkt: Smids-en rechtlynigteekenen
aan de Ambachtsschool te Appinge-
dam is in gelijke betrekking benoemd
te Schiedam. -
„Hst Vrije Tooisel".
Het was een gelukkige avond voor
het gezelschap Nap de la Mar, dat
Donderdagavond in „Casino" optrad
met een cabaret-programma. Trots
de groote advertenties van de Ge
zondheidscommissie, waarin gewaar
schuwd werd tegen het verbluf in
schouwburgzalen, was de zaal geheel
vol. Misschien heeft de halve Zondag
ook wel tot dit succes bijgedragen.
In ieder geval, de directie voer er
wel by en ook het publiek zal daarvan
wel den terugslag hebben onder
ronden door het meerder ólan der
spelers.
Het openiDgsatnkje, een „onschul
dig spel" vau Joh. W. Broedelet,
getiteld „Schoenen" was ai da lelijk
een goede keus. Broedelet is lang
niet altijd geestig of voornaam; hij
kan soms erg laag den den gronds
zyn en zijn humor is niet steeds van
de beste soort. Maar dit stukjo be
koorde door de geestigheid van de
dialoog en het levensechte. Tilly Lus
was de gracieuse winkeljuffrouw Cor
Ruys de onovertrefbare baron, die
in zyn stijlvol spel en zijn smartness
zoo volkomen den verliefden klant
speelde. Het was, van deze beide
altisten, etm heerlijk stukje werke
lijkheid, dat daar vertoond werd.
Margie Morris, het bekoorlijke
Engelsche zangeresje, was voor den
Helder nog nieuw. Haar bekoring
ligt meer in haar teere, fièle figuurtje,
met haar sympathiek gezichtje, dau
in haar stem, want die was vrij
zwakjes. Zij zong met onnavoigbaar
élau eenige Engelsche liedjes, en
vooral haar grappig Hoilaudsche,
met het sterk-Engelsche accent, in
het „Wiegeliedje", was allerbekoor-
iijks. H. Davida was haar begeleider.
Fientje de la Mar, Naps eigen
dochter, had daarentegen een ge
weldig orgaan, dat zij behoorlijk
uitbuitte tot stichting en vermaak
van de aanwezigen. Zij zong inter
nationale liedjes en imiteerde niet
onverdienstelyk haar confrateres
Margie Mortis in haar Wiegeliedje.
Tenslotte kwam vóór de pauze Cor
Ruys in zijn parodistische imitatie»
van bekende tooneelspelers. „De pa
rodie is als de aap, die alles nadoet,
wat hem voorgedaan wordt", schreef
Reyding, de bekende revue-dichter,
en zooals de heer Ruys ook zeide,
zoo'n parodie bedoelt volstrekt niet
een artist belachelijk te maken. In
tegendeel, 'b heeren Ruys' grootste
eerzucht was nog eens zoo beroemd
te worden dat men óok hem gaat
imiteeren en parodieeren. Toch ia
o.i. de vraag gewettigd or hij de
eigenaardigheden van een Willem
Royaards b.v. niet wat kl te veel
aandikte. Zeker, de heer Ruys heeft
niet zoo'n geweldig orgaan als dezu
tooneelspelers, maar om het nu t»
zoeken in een dergelijk overdreven
uitzetten van de stem, leek ons wol
watal te parodistisch. Beter kou
den ona zijne andere parodieën be
koren.
De spelere werden uitbundig toe
gejuicht tot drie- viermaal toe moest
worden „gehaald" voor het enthou
siaste publiek.
Het tweede deel van het program
ma opende met een „spel in één
bedrijf' van Beda: De Groote Come-
die. Het was een beetje wrang en
liet daarom een onaaugeDamen smaak
na. Adolf Bouwmeester had er, met
Tilly Lus en Cor Ruys een belangrijke
rol in te Bpelende overigen, met
uitzondering misschien van Marcel
Myin, waren nagenoeg figuranten
rollen.
Nap de la Mar trad daarna op als
conférencier en voordrager. Met zijn
gezellig buikje stond hy op zijn Naps
te oreeren en hield een heele speech
over alles en nog wat. Maar wij
hooren Pisiusse liever. Nap had een
paar oer-oude moppen opgerakeld
een voordracht van Willem van Zuy-
len of Holtrop of een van de ouderen,
„Een wedstryd in het reciteeren"
met wat fantasie omhangen en dit
oude beestje sloeg nog in. Tenslotte
Het gesprek in de Jucht"een ver
zameling van een of meer geslaagde
bonmots in een vliegmachine. Nap
de aviateur. Cor Ruys de passagier.
Deze laatste had dezen avond gele
genheid zijn bewonderenswaardig ta
lent als een facet van verschillends
kanten te laten schitterenhier was
hij de Hoheit, met zijn grappig ge
broken Hollaudsch, die in een speech
aan het publiek afscheid nam en
zich recommandeerde by een volgends
gelegenheid.
Wel, wij gelooven, dat het publiek
zich niet onbetuigd zal laten, want
het heeft met Yolle teugsn genoten.
SporlvcrsBBfgiig H B.3.
De Sportvereeniging H. B. S. w$»
van plan geweest Zaterdagavond eene
uitvoering te geven door hare leden.
De griep-epidemie echter is oorzaak,
dat van die plannen niets kon komen.
Vele leden waren aangetast geweest
door die ziekte en het van
gymnastiek- en sportdemonstratiesop
het tochtige tooneel ware onverant
woordelijk geweest. Dies organiseerde
het bestuur een soirée, waarbij allen
rustig in de zaal konden blijven. Het
Casino-orkest zorgde voor muziek en
de jongelui voor animo, zoodat het
amusement er niet minder om word.
Lang bleef men gezellig tezamen.
IJ «club „Hsldar".
Vrijdagavond 1.1. vergaderde het
bestuur der IJsclub „Helder" in Bel-