COURANT Herman Nypels' Modemagazijn, Eerste Blad. No. 6020 DIK8»AG 3 DECEMBER 1918 Oplaag 7OQ0 ax» - afeetincrntwiteprftgIn de atod f llq, per post f 1.3S, Bt^teoltwd I 2.35. - Lom>s ex. 3 o»ot - Advrwnttèn per regel IS oent. uttamr: C. B£ Db Marine. B* fitst op do vloot. In het .Vaderland" schrijft de luit. ter zee 2e kl. J. L. Chaillet a. in Terband met de ontheffing van schout-bij-nacht J. Albarda van het bevel over de marine te Willemsoord over den geest op onze vloot en de z. i. noodige hervormingen.- Schrljver zegt: De marine heeft in de afgeloope» weken aan haar historie een zeer ernstig hoofdstuk toegevoegd. Ook al zweeg de pers nagenoeg en de marine zelf natuurlijk evenzeer, er komt een oogenblik, dat aan den militairen doofpot een zaak moet onthouden worden en wel om' dezo reden, dat het gansche Neder landsche volk er recht op heeft dt. ware toestanden, verhoudingen gebeurtenissen ras de vloot te leeren kennen in hunnen vollen omvang. In de eerste plaats geeft de schrij ver een terugblik #p de afgeloopen jaren van mobilisatie van de vloot en van het personeel. De plichtsbe trachting is over het algemeen zeer goed geweest, overal is de crimina liteit op de vloot toegenomen, het geen sehr. met cijfers aantoont. Het wachtsehip te Willemsoord herbergt dsn ook een uitschot van de marine, waarvan betere afzonde ring van het overige niet-besmette personeel met de meeste kracht moet geschieden in het belang der ge meenschap. Schaver meent, dat de dank door H. M. de Koningin bij het einde der mobilisatie aan de mannen der vloot gebracht, over het algemeen ten volle, verdiend is. Het mag zelfs een wonder heeten, dat met de zeer beperkte en vaak gebrekkige middelen, waarover onze marine in deze jaren heeft be schikt, dit resultaat is behaald. Er is gewoekerd met oud materieel, met schijn en goeden wil, ondanks den toestand en de volstrekt ontoereiken de samenstelling van het materieel der vloot. De schepen, welke het einde der mobilisatie beleefden, hebben zonder uitzondering afgedaan, en het personeel besefte dit reeds lang van heeg tot laag. Hierin schuilt de diepe grond van de onbevredigdheid, van het levendige gevoel van onmacht, Yan groote lusteloosheid. Zondersn we den vliegdienst en den onderzee- dienst uit, de rest snakt naar ver nieuwing en verjonging in personeel en materieel van de vloot. Is het dan te verwonderen, dat het z.g. actieve personeel, niet blind voor de opko mende leuzen van volkerenbond en ontwapening, thans gedeeltelijk bij .de pakken neerzit, of gedeeltelijk her ademt, nu sedert 14 November de gelegenheid is geopend om ontslag uit den dienst te erlangen, nadat hei naar een betrekking in de burger maatschappij heeft omgezien? Zoo is het op de vloot in Neder land, maar de berichten, welke ons gewerden over de vloot in Indié, spreken nog luider van een ontvol king van de vloot binnen afzienbaron tijd. Wo zullen, ons genoodzaakt zien deze ontvolking toe te laten, ja zelfs in do hand te werken voor een deel "Van het personeel, anderdeels moet het mes nog dieper gezet worden in de zieke plekken onder het marine personeel, we moeten grondig schoon schip maken. De schrijver behandelt dan de rooit week, en herinnert daarbij aan het door den vlootvoogd gezochte contact met de hoofdbesturen dei- bonden van marine-personeel. De autoriteiten waren verplicht om met den geest der uitlatingen ter stond afdoende rekening te houden en namen daarom het standpunt in, dat voorshands het lagere marine personeel, in het algemeen onder officieren en manschappen, in de ge geven omstandigheden niet betrouw baar was. Met bijsendere voortva rendheid is er gehaudeldnatuurlijk zal er in details z(jn misgetast, doch de. maatregelen, welke op Vrijdag- vóórmiddag, op sommige gehepen op Donderdaguaraiddag van de roode week werden genomen, zjjn.afdoenie gebleken. In een brief, gedateerd 15 Nov. 1818 (Vrijdag) achtten de hoofdbe sturen van eenige bonden zich ver plicht den vlootvoogd hun standpunt nog eens schriftelijk uiteen te zetten. Deze brief is in ettelijke exemplaren verspreid, doch nergens gepubliceerd. Mocht bij de mondelinge uiteen zetting nog eonige twijfel hebben bestaan omtrent de door de meerder heid Yan onderofficieren, korporaals en manschappen aangenomen hou ding, deze brief hief eiken ~twijfel_op,: daar hij o. m. de zinsnede bevatte, dat .voorzeker de overgroote meer derheid van het personeel, althans van het lagere personeel, gereed stond em de zijde te kiezen van de partij, die tot dusverre steeds voor hun belangen had gestreden". Wel is waar werd het publiek op andere w(jzeingelicht,o.a.door een advertentie in de „Helderecl» Courant" van 16 November, onder teekend door het hoofdbestuur Yan den Alg. Bond van Onderofficieren der K. M. en van het Korps Marinier», dat omtrent het onderhoud met den vlootvoogd onjuiste geruchtenwaren verspreid en het ter weerspreking daarvan getuigde van steun en trouw- aan de regeering, onder beding, dat voortaan eindelijk gehoor zou worden gegeven aan de door hen allen .aan de regeering gestelde eischen. Zoo vlug meenden de hoofdbesturen de doame menigte om .den tuin te kunnen leiden. Dat de Bond van Mieter Marine personeel en de Marine-onderofficieren zich op het standpunt der S.D.A.P. stelden, dit alles komt op den achter grond bij het' feit, dat do vloot onbe- IrtMtbnor gebleken en -nog steeds onbetrouwbaar tal zyn als ooit de roode vaan der revolutie weer omhoog gestoken mocht worden. De gestelde eischen voer positie verbetering zijn voor een groot deel redelyk te noemen, want er is veel verzuimd om den geest bevredigend te .-maken, doch na deze eischen ko men nieuwe eischen, zoolang het S. D. A. P.-vendel op den achtergrond wappert. De marine zwijgt, zegt de schrijver verder. Van de landmacht kwamen talrijke adressen van steun en trouw aan de regeering. Niet ten onrechte is de groote pers ook zoo voorzichtig geweest met te getuigen, dat Troelstra zieh in den geest en de houding van het leger en de politie heeft vergist, doch ge zwegen werd over de vloot. Is de vloot dan zoo reod We dachten, dat ruim een kwart van het personeel Katholiek was, we meenden dat vlootpredikanten en vlootaalmoeze- niers de handen vol hadden met de geestelijke verzorging van het per soneel. Te laat! Al deze verzorging zal niet meer baten bij de overgroote meerderheid van het personeel. Het is i in den grond bedorven, de toestand is^het gevolg van jaren her, de bakens zijn niet of te laat verzet, de leidiDg heeft blijk gegeven zelden de teekenen d#s tljds te verstaan. Nu helpen geen kleine middelen meer, evenmin een Yoor ens onver klaarbaar ontslag van een vlagofficier, die in deze dagen kon ateunenopal zijn officieren en in zijn geheels loop baan getoond heeft met personeel te kunnen omgaan en er veor te Yoelen, evenmin helpt nu verwijdering van enkele hoofdleiders van ongewenschte elementen. Neea, de marine.heeft in hare tegenwoordige samenstelling haarzelve overleefd. Het vertrouwen in de leiding, is bij herhaling te diep geschokt. Er dient gehandeld te wor den en dit wel zoo spoedig mogelijk. Laat niet de wensch om schuldigen te zoeken overheerschen, doch beschouw als doel de zaak in haar geheel. Twee oorzaken zegt. de heer Chaillet die deels tot gevolgen van elkaar kunnen teruggebracht worden, willen wij aanwijzen. 1. De leiding der marine heeft de laatste tientallen van jaren gefaald om de vloot een betrouwbaar en bruikbaar regeeringsipstrument te doen blijven thans is ze een re- geeringsgevaar en een dure slokop. 2. De samenstelling van het per soneel der vloot is, in plaats van te zyn een beeld van het politiek hete rogeen Nederlandsche volk, vrijwel homogoen rood. Wij geven in allen ernst in over weging spoedig de spuisluteen te openen onder het geheele personeel van hoog tot laag, het koste wat het wil, meu late gaan, wie wil en men ontsla degenen, van wie onbetrouwbaarheid is gebleken, onder toekenning aan allen van gedeeltelijk pensioen of ander compensatiexniddel. De vloot zal hierdoor, naar wij hopen, de mo gelijkheid krijgen gereorganiseerd te worden. Hoe sneller met het vrij wil- ligers-systeem worde gebroken, des te. eerder zal de vloet in Nederland weer een Nederlandsche Yloot kun- aon zijn. - Ongetwijfeld zullen vele goede krachten.de marine verlaten, hetzij zoo, want men moet slechts hen overhouden, die voor de reorganisatie nog roeping gevoelen en niet degenen, die. hun illusies in de marine stuk voor stuk zagen verdwijnen, evenmin degenen,, die uitsluitend door finan- cieele overwegingen en gebrek aan voortvarendheid om in de burger maatschappij hun weg te vinden, in de marine zouden achterblijven. Weg dus de onbekwamen, de onbetrouw- baren en do. teleurgestelden, zonder martelaars te kweeken. En spoedig een onpartijdig open baar onderzoek Yan staatswege in stellen door een commissie, die be halve door een spoedig openbaar verslag aan de regeering omtrent oorzaken en gebeurtenissen, de wogen tot wederopbouw van de marine in al hare geleidingen aangeeft. Niet wachten, niet langer reactionnairzijn, maar aanpakken voor Regeering en Tolk.. Nogmaals: geen personen, geen eigenbelang, neen, de zaak! Sehout-blj-nacht Albarda. Aan het .Handelsblad" wordt uit den Helder geschreven: Op Woensdag 13 November heeft de sckout-bij-»acht Albarda alhier de bestuurderen van de verschillende endexofficiers- en korporaalebonden en van den Bond van minder Marine personeel, tot een bijeenkomst uitgtf- noodigd ep het Directie-gebouw. De bedoeling was te vernemen, of de regeering b|j het uitbreken van een revolutie in ons land op alle groepen der bemanning kon rekenen. Nadat ever nevenzaken 't een en 't ander was gesproken, namen eindelijk de bestuurderen Yan de onderofficiers- bonden bet woerd, die in plaats van dadelijk renöuit de verzekering te geven, dat de Regeering op ben kon rekenen, aandrongen op inwilli ging van de door hen reeds vroeger1 gestelde eischen. Yan hun kant wordt nu gezegd, dat zjj aan hetslet van die besprekingen de verzekering hebben gegeven, dat zij de Regeering zouden steunen. Hoe het zij, van harte en reohtuit, is dat niet gegaan. Ale gevolg daarvan namen daarna de bestuurderen van de Korporaalsbonden en van den Matrozenbond een zelfde.houding aan. Al zouden zij het hebben gewild, wat echter is te betwijfelen, zoo konden zy nu geeu conciüanter houding aannemenhun leden zouden hen dat hoogst kwalijk hebben genomen. Iemand, behoorend tot den Matrozen- hond, die deze bijeenkomst had bljge- ingozonden mededaeling. Ultgabrslds ksuze in: Helder. Hoeren HandeoHoenen (staf en glaeé) - Caebsnes - wellen Shawls - Slobkousen - Fantaslesokkan - Over hemden - Boordsn - Manohotton - Parapluis® Wandel stokken - Fantasie zakdoek j»» - Lux# artikelen - wollen en katoenen Truien - Toilet-artikelen - Ban de Cologne - Parfums oto. Zie onze étalages. Wi| zijn niet duur. woond, meet verklaard hebben onderofficieren zijn veol feller dan wij." Tot het gewenschte resultaat leidde deze bijeenkomst dus niet. De marine-autoriteiten trokken hieruit de conclusie, dat op de bemanning der ♦loot beneden den rang van officier niet meer kon warden ver trouwd, indien de revolutie in den eenen of anderen ver* zou uitbreken. Door den schout-bij-nacht Albarda werd toen bevolen de schepen te ontwapenen. Dit geschiedde Vrijdag. Alle sluitstukken der kanon nen en alle grondels der geweren werden ingenemen en overgebracht ■aar 't Instituut, zoodat de schepen volkomen weerloos waren. Kort na bovenbedoeld onderhoud is bf den Schout-bij-naeht een schrijven ingekomen (gedateerd 14 Nov.), ge- teekend door de besturen van alle Marinebonden, waarin de eischen nog eens nader werden uiteengezet. In dat schreven komen o.a. do volgende zinsneden voor: „De vraag of onder alle omstandig heden in deze spannende dagen op het personeel der Yloot zou zyn te rekenen, is ook na gepleegd overleg in onze besturen en met onze leden, voor zoover bereikbaar, in zijn alge meenheid niet te beantweorden. „Er heerscht overspannen geestes toestand, die, hoewel de bonden tot kalmte aanmanen, geringe aanleiding behoeft om in excessen te verkeeren. „Spoedige uitvoering der godane verzoeken en tegemoetkoming aan grieven kan aan den geest ten goede komen." .Geldt al het bovenstaande tot op zekere hoogte als een aanwijzing, dat in het algemeen niet gevreesd behoeft te worden voor excessen onder het personeel, en «tol: dat het personeel in staat en bereid zal zijn onordelijkheden zelf te keeren, op een omstandigheid moet worden ge wezen Slaagt de beweging en wordt hot Marine personeel gesteld voor 't feit in dien strtjd partij to kiezen, dan is o.i. de mogelijkheid niet uit gesloten, dat een meerderheid, althans onder de minderen, zich scharen zal aan do zijde, die tot doorvoering van door hen weuschelijk geachte her vormingen altijd streed." „In de vergadering van den Bond van Onderofficieren, gebonden Don derdag 1.1., werd besloten de Regeering te steunen," Yan andere zijde werd nog aan hot „Handelsblad" het volgende ge meld: Het bericht in „Het Volk", als zou de schout bij nacht Albarda ontslag hebben gevraagd, is onjuist. Evenmin staat het vast, dat het ontslagte danken is aan de „reac tionaire elementen vooral aan het departement van Marine". Juist is, dat schout bij nacht Albarda, die het vertrouwen geniet van de geheele Marine van hoog en laag zes weken na zijn be noeming tot stelling-commandant tot heengaan wordt gedwongen. Er is dus in het optreden of in het beleid van dezen vlagofficier iets geweest, dat ontoelaatbaar wa« in de oogen van den alleen-verantwoor delijken persoon, d. i. den minister vau Marine, die hem voor de zoo belangrijke post van stelling-com mandant nog zoo kort geleden voor droeg. En dat is, naar wij vèrnemen, niet anders, dan dat de heer Albarda het gezag in de „revolutioweek" met niet voldoende kracht zou hebbeu gehandhaafd. Naar wij nader vernemen, is op de bekende bijeenkomst met de bestuursleden van da verschillende bonden door den heer Albarda wel uiteengezet waar het om ging, en is door hem gevraagd of de Marino kon rekenen op den steun van alle onderofficieren an manschappen. ToeD een ontwijkend antwoord werd ont vangen, en de bekende brief dat nog eens kwam bevestigen, wisten do Marine-autoriteiten maar al te goed, dat, wanneer het ging om de hand having van het gezag, de Marine niet le vertrouwen was. De zeer krasse maatregelen deontwapening van de vloot - welke toen genomen werden, waren het gevolg van de uiting dier bonden. Wel trachtte het bestuur van den Onderofficierenbond in een adver tentie in de Heldersche Courant zijn houding eenigszins te rechtvaar- gen, en sprak het daarin van stoun en trouw aan de regeering, doch ook die advertentie was te doorzichtig; zij droeg ook, naar wij vernemen, niet de goedkeuring weg van de bondsleden. Achteraf hoort men in hunne kringen betuigingen vau re- geeringsgetrouwheid, doch tot nog tóh is er niemand onder hen die openlijk zijn bestuur ter verantwoording roept. Wat- er gedaan moet worden en spoedig - om van de onbetrouwbare Marine een bruikbaar geheel te vor men, waar plicht boven politiek gaat, is onmiddellijk door schout bij nacht Albarda onder de oogen gezien en met de verschillende commandanten besproken. Deze weder hoorden hunne officieren en bijna unaniem tyas het oordeel gelijkluidend met de voor stellen, welke de schout bij nacht bepleittevoorstellen, die geen enkele z wee ia van reactie ademden, doch integendeel ten doel hadden een frisscben geest in de Marine te brengen. Dat de schout bij nacht Albarda zou worden afgelost in verband met zijn optreden tegen de organi saties van het Marine-personeel - zooals uw X-correspondent zegt werd bier mot bevreemding verno^ men, en is dan ook niet juist. I De aan den Helder getroffen maat regelen zijn genomen, tengevolge van aan het Departement van Marine zeer goed bekende toestanden, en zij waren, helaas, noodzakelijk; zij zullen telkens weer noodzakelijk zijn, zoolang de geest dor Marine niet grondig verandert. Er wordt te veel gesproken over het ontslag van den schout bij nacht Albardahet ware beter, ora nu eens meer te letten op de zaak waar het om gaat, dan op den persoon, die thans op den voorgrond gebracht wordt. De Algemeene Bend van Onder officieren der Kon. Marine en het Korps Mariniers, de Bond van Ond. Off.-Mach.dr. en -Stokers bij de Marine „Voorwaarts", delend van Korporaals der Koh. Marine en de Bond voor Minder Marine Personeel hebben de hieronder volgende verzoekschriften aangeboden Aan Zijne Excellentie den Minister Yan Marine te 's-Gra- venbage. Geven met verschuldigden eerbied te kennen de Hoofdbesturen der na volgende Bonden: Algemeene Bond van Onderofficieren Zeemacht en het korps MariniersBond van Korporaals bij de Koninklijke Marine; Bond van actief dienende Onderoffi cieren en Korporaals Machinedrijver en Stokers „Voorwaarts" en Bond van Minder Marine Personeelten deze domicilie kiezende Prins Hen driklaan 14, Helder; dat zij met verbaziDg kennis namen, dat heden de Schout bij Nacht, Com mandant der Marine te Willemsoord, Albarda, ontelag uit den Zeedienst hoeft verzocht; dat naar uit de pers bleek, dit ont slag niet vrijwillig wordt gevraagd, doch een gevolg moet zyn Yan het op treden van dezen Vlag-Officier tegen over de Bonden bij de Marine, meer speciaal, zooals dit het geval was in de week. van 9 tot 16 Nov. j.1. dat dit optreden echter geheel in de lijn lag van wat door de Regeering ter gelegenheid van het militaire debat iu de ^Tweede Kamer is toe gezegd dat toch bij die gelegenheid is mede gedeeld, dat ook in de weermacht de democratie meer zou worden gehul digd en mee name aan de vereeni- ginjenv.iomilitalrenmeerdere in vloed zou worden verzekerd dat het eptreden vau den Schout bij-Nacht Albarda bij de minderen op do vloot en vooral de georganiseerden groote instemming had, omdat men daarin zeer terecht zag een wijtiging ton goede in de tot hu tee gevolgde methode Yan verkeer met de bonden dat uit dit ont3lag dus zou moeten volgen dat Uwe Excellentie deze methode niet onderschrijft, hetgeen voor de normale ontwikkeling van het véreenigingswezen hoogelljk te betreuren zoude z(jn; dat de onrust door dit ontslag op de vloot gewekt wel het beste bewijs is, hoe men een andere richting zou wrakenhetgeen, de geest onder het personeel zekerlijk nietzal verbeteren; redenen, waarom adressanten eer biedig doch zeer dringend tot Uwo Excellentie het- verzoek richten, dit ontslag, zoe mogelijk in to trekkea. Hetwelk doende enz. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te 'a-Graven- hage. Geven mot verschuldigden eer bied te kennen, endergeteekenden namens de voornaamste bonden van onderofficieren en manschappen bij de Marine, omvattende minstens 70 percent van het personeel; Dat heden bekend werd, dat aan den Schout-bij-Nacht Albarda, Com mandant der Marine te Willemsoord, ontslag zal worden verloend; volgens geruehten en persuitlatin gen zou dit ontslag, hoewel govraagd, niet vrijwillig geschieden volgsns diezelfde uitlatingen, zou de reden, waarmede deze vlag-officier zich de ongenade van het Departe ment van Marine op den hals heeft gehaald, gezocht moeten werden in het te democratisch optreden tegen over en verkeer met de bonden van militairen dat indien zulks inderdaad waar ia, dit in flagranten strijd zoude zijn met de door de Regeering bij het nulitaii e debat in Uwe Kamer toegezegde hervormingen in democratische rich ting ook In de weermacht; dat dit ontslag door het personeel bij do Marine dus zal worden gevoeld al» een aanslag op de democratie, te meer verwonderlijk, waar zelfs de opperbevelhebber daaraan wel werd opgeofferd dat de geest bij de Marine alleen kan verbeteren, indien wordt opge treden als door dezen vlag-officier in den korten tijd dat h(j te Willems oord in functie was, werd gedaan redenen, waarom adressanten Uwe Kamer verzoeken te willen waken voor 'de tot nu toe met zooveel moeito. en strfjd verkregen democra tische rechten van de militairen, rechten, die noodzakelijk moeten worden uitgebreid, maar zeker niet mogen worden ingekrompen, waar van dit ontslag reeds weder een gevaarlijk symptoom is. Hetwelk doende enz. &SMHLAJ19. Oe gewazen Duitache keizer Het Ned. Corr.-bureau meldt: De regeering heeft een eem missie ingesteld bestaande uit de heeren »r. B. C. J. Leder, pref. mr. A. A. H. Struycken en mr. A. E. Bles, die rapport zal uitbrengen over de positie, die de vroegere Duitache keizer hier te lande inneemt. De commissie zal de verhouding hebben na te gaan, waarin de Neder landsche regeering staat tot de rechts vragen, die ten opziekte van de toe lating en het verblijf van den vroe- geren Duitsehen keizer hier te lande kunnen rijzen. Een heefdartikel in de Time», dat de kwestie van de uitlevering vaa den veormaligen keiier bespreekt, zegt: Het eenige argument tegen al onze pogingen om dezen aarts- misdadiger voor het gerockt to bren gen, is, dat h(j op het oogenblik een slaafsche en verachtelijke figuur is, die sijn hoofd verbergt achter de ruïne, welke hij over zijn land heeft gebracht, en 'dat wij hem, wanneer wij hem ver volgen, te veel waardigheid verleenen. Lloyd Öeorge heeft ons verteld, dat de grootste rechtsgeleerden in dit land tet de eenstemmige conclusie ziju gekomen, dat de keizer schuldig is aan een zwaar misdrijf. Tot hiertoe is alles goed. Doch elkeen, die de wet heeft bestudeerd, weet, dat het geen gemakkelijke zaak zal zijn em in zulk een geval recht te erlangen. Er zyn grootemoeilijkheden verbonden aan het zich beroepen op het uit leveringsverdrag met Nederland, ten aanzien van de zaak des. keizers. De misdaden, Twaarvoor de uitlevering is gedacht, moeten, indien het verdrag kan worden toegepast, zijn gepleegd op het grondgebied van het land, dat de uitlevering verlangt. Duitschland zou b.v. aan Nederland kunnea ver zoeken den keizer wegens zijn ver grijpen uitte leveren, doeh wij kunnen zulks niet, tenzij de misdaden op ons grondge'oied*"£ljn begaan. Misschien kan het tot zinken brengen van de „Lusitapia" den keizer binnen het bereik van het strafrecht brengen, doch dit is een kwestie van opvatting, waaromtrentalleenderechtsgeleerden een besliste meening kunnen uit sproken. Het is evenwel niet onbillijk orn te verwachten, dat de vinding rijkheid by het ontkomen aan de justitie door een gelijke vindingrijk heid bij het brengen van den schuldige voor het gerecht zal werden geöve naard. Het kan zelfs zijn, dat wanneer het gewone strafrecht niet kan worden aangewend, de hulpbronnen der beschaving nog niet zijn uitgeput. Volgens de Daily News is door de rechtskundige ambtenaren van de Engelsche Kroon een nota opgesteld betreffende de wettelijke en constituti- oneele mogelijkheid van de uitlevering van den ex-keizer. Men meent, dat in principe overeen is gekomen, dat de uitlevering van den ex-keizer van Nederland goeischt zou kunnen wordenhet blijft echter gewenscht, alle vereischte vormen van het internationale recht by het ■tellen van het verzeek in acht te De arsel-raden en de ex-k&izer. Jïaar uit Berlya gemeld wordt heeft een aantal arbeiders- em soldatenraden aan de (Duitache) regeering verzocht het vonnis van den keizer door eem Duitsch gerechtshof te koen uitspre ken. De regeering zal ook deze vraag aan de Nationale Vergadering voer- leggen. Dt doorttobt der Duitiehara in Limburg. Reuter seint uit Londen: W(j vernemen, dat de m$t eenigen ophef en gezag gepmbliceerde verkla ring, als zou de doortocht der Duit ache troepen over Nederlandsch ge bied eerst zijn geechied, nadat daar omtrent overeenstemming was be reikt met den Belgischen, den Fran- schen en den Engelschen gezant in Den Haag, totaal onjuist is. Do gealli eerde gezanten hebbenden doortocht volstrekt niet goedgekeurd en solfa bij do Nederlandsche regeeriag geDro- teeteord togen deze inbreuk op de neutraliteit. Reeds vroeger werd een „Havas"- telegram gepubliceerd, meldende, dat de Nederlandeehe regeering erkende, dat ten opzichte van den doortocht niet vooraf overleg ia ge pleegd. En in een interview met een vertegenwoordiger van do „Matin" zette minister Van Karnebeek uiteen, welke rodene* de Regeering er toé hebben geleid zoo snel te handelei. D« vaart op Oost-lndië De vaart van Retterdam naar Neder- landseh-Indiö wordt weldra hervat. Het vertrek van het stoomschip „Insulinde" is voorloopig bepaald op 14 December, dat van de „Tambora" op 11 Januari a.a. Beide achepen zullen zoowel pas sagiers als lading vervoeren. De voorbereidende maatregelen voor een spoedig vertrek naar Neder- landsch-Indió eveneens via het Suez- kanaal van de ronds lang hier beladen liggende vraebtbooten „Medan", „Me- nado" en „Garoef" worden thans getroffen. Cbllltaipater. (Officieel.) Het Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken deelt mede: De Britsche regeering heeft door tusschenkorast van de legatie te Lon den de Nederlandsche regeering te koop aangeboden drie stoomende la dingen Chili-salpeter, te zamen hou dende 18.810 ton, en zich verder be reid verklaard het overschot der ons bij de onderhandelingen te LoDden ter beschikking gestelde hoeveelheid van 45.000 ton terstond te leveren ia een haven in het Vereenigd Konink rijk. De Nederlandsche regeering heeft dit aanbod dankbaar aanvaard, aangezien hiermede da zekerheid is te verkrygen, dat de ons toegemeten Chili-salpeter tijdig beschikbaar zal zyn om voor de bemesting in 1919 te werden aangewend. Indien thans echepen van Nederlandsche havens hadden moeten vertrekken om het artikel in Chili te halen, zou die zeker heid niet verkregen zijn. Als tegenprestatie heeft de Britsche regeering verzocht, optie te verkrij gen om over de toanage, die anders zou worden aangewend om de Chili- salpeter uit Chili te halen, te mogen beschikken voor een rei» van Britsche belangen naar Zuid-Amerika. Zij zal een eveAtueei gebruik maken van deze optie evenwel geruimen tijd te voren mededeelen, zoodat voorloopig van de bedoelde tonnage voor Neder landsche belangen kan worden ge-' bruik gemaakt. Engelsche oorloQSSphepon ti IJmuiden Er liggen thans te IJmuiden 14 Britoche oorlogsschepen, waaronder een kruiser, 1 torpedobooten 12groote, zwaarbewapende mijnvegers. Stoomtrawler vermist. Daar de stoomtrawler ÏJ.M. 339 („Celebes") der Oceaan-Visscherij Mij. te IJmuiden, welke 15 Nov. vandaar ter visch vangst uitvoer, nog niet terug keerde, kan dit schip als verloren worden beschoywd. Met bevel werd gevoerd door schip per Hk. Visser uit Egmond-aan-Zee, de overigen waren resp, uit? Bever wijk, Egmond, Katwijk en Velser- oord afkomstig. Quurtobljaiag Rijksambtenaren. 29 November hadden de heeren F. 8. Noordhoff en J. ter Laan, resp. voorzitter en 2e voorzitter van den Ceatralen Nederl. Ambtenarenbond, een onderhoud met don Minister van Financiën. De Minister deelde mede/dat een vijfde termijn van den duurtobljslag aan hot rijkspersoneel zou worden uitgekeerd en verklaarde zich bereid, de toekenning er van niet te beper ken tot do ambtenaren en werklieden, die onder de geldends duurtebijalag- regoling vallen. Do Minister erkende, dat sinds 1 Januari 1918 de omstandigheden voor zoo goed als allo ambtenaren zeer bezwarend waren geworden, dus ook voor de groepen, die op dat tijdstip werden uitgesloten. Verder kwamen de plannen der Regeering voor het jaar 191® ter sprake. Hierbij bleek, dat de Regee ring voornemens is, zich in hoofd zaak te bepalen tot toekenning van een aanzienlijk verhoogden kinder bijslag en slechts eon hoofdbijslag te verleenen aan diegenen, die ondanks de invoering der veile 100 °/0 salaris- verhooging bf weinig bf in het ge heel niet in inkomen zullen voor uitgaan. De Minister achtte het alleszins billijk, dat de door Minister Treub in uitzicht gestelde minimum-inkom- stenvermeerdering (40 van duurte en kinderbijslag) als «en verkregen recht zou worden beschouwd. Hoewel de Minister met zijn aan vankelijke plannen gereed was, had hb er geen bezwaar tegen, eventeele ep deze materie betrekking hebbende tooi stellen der salariscommissie voor de burgerlijke rijksambtenaren af te wachten. Da rooda vlag op hei gemaantfthul» fo Zaa-dim. In de Vrydag gehouden raadsver gadering van Zaandam werd door den heer Duys melding gemaakt van geruchten betreffende het ontvangen van een telegram door den Burge meester in verband met mogelijke plannen betreffende het uitsteken van de roode vlag van het gemeente huis. Burgemeester Ter Laan deelde naar aanleiding daarvan mede, dat Zater dagavond tijdens zyn afwezigheid uit de gemeente door den waarnemenden burgemeester het volgende telegram was ODtvangen. „Verneem, dat mogelijkheid bestaat, dat roode vlag op stadhuis geplant wordt. Reken op loyale uitvoeriDg van Yoor uwe benoeming gedane be lofte. Mocht desondanks zoodanige vlag geplant wordeD, dan zal voor strengsten maatregel tegen uregeering niet terugdeinzen. (w.g.) Minister Ruysde leereDbrouck. Met het oep op het late uur werd mogelijk debat naar aanleiding van deze mededeeling tot de volgende vergadering verschoven. Haring voor «olks«o»dlag. Set stoomschip „Titan", van de Kon. Ned. Stoomboot Mjj., is van Aalesund te Amsterdam aangekomen met 60G0 ton haring, bestemd voor de stad Groningen, Deze gemeente heeft de Titan ge charterd om genoemde lading in het belaug van de volksvoeding te halen. PLAATSELIJK MEU*S. Voor het practljk Diploma Boek houden, Yan de vereenigiDg van leeraren slaagde te Amsterdam de heer J. Schellens. Onze vroegere plaatsgenoot de heer G. J. Goes, thans leeraar in Werkt: Smids-en rechtlynigteekenen aan de Ambachtsschool te Appinge- dam is in gelijke betrekking benoemd te Schiedam. - „Hst Vrije Tooisel". Het was een gelukkige avond voor het gezelschap Nap de la Mar, dat Donderdagavond in „Casino" optrad met een cabaret-programma. Trots de groote advertenties van de Ge zondheidscommissie, waarin gewaar schuwd werd tegen het verbluf in schouwburgzalen, was de zaal geheel vol. Misschien heeft de halve Zondag ook wel tot dit succes bijgedragen. In ieder geval, de directie voer er wel by en ook het publiek zal daarvan wel den terugslag hebben onder ronden door het meerder ólan der spelers. Het openiDgsatnkje, een „onschul dig spel" vau Joh. W. Broedelet, getiteld „Schoenen" was ai da lelijk een goede keus. Broedelet is lang niet altijd geestig of voornaam; hij kan soms erg laag den den gronds zyn en zijn humor is niet steeds van de beste soort. Maar dit stukjo be koorde door de geestigheid van de dialoog en het levensechte. Tilly Lus was de gracieuse winkeljuffrouw Cor Ruys de onovertrefbare baron, die in zyn stijlvol spel en zijn smartness zoo volkomen den verliefden klant speelde. Het was, van deze beide altisten, etm heerlijk stukje werke lijkheid, dat daar vertoond werd. Margie Morris, het bekoorlijke Engelsche zangeresje, was voor den Helder nog nieuw. Haar bekoring ligt meer in haar teere, fièle figuurtje, met haar sympathiek gezichtje, dau in haar stem, want die was vrij zwakjes. Zij zong met onnavoigbaar élau eenige Engelsche liedjes, en vooral haar grappig Hoilaudsche, met het sterk-Engelsche accent, in het „Wiegeliedje", was allerbekoor- iijks. H. Davida was haar begeleider. Fientje de la Mar, Naps eigen dochter, had daarentegen een ge weldig orgaan, dat zij behoorlijk uitbuitte tot stichting en vermaak van de aanwezigen. Zij zong inter nationale liedjes en imiteerde niet onverdienstelyk haar confrateres Margie Mortis in haar Wiegeliedje. Tenslotte kwam vóór de pauze Cor Ruys in zijn parodistische imitatie» van bekende tooneelspelers. „De pa rodie is als de aap, die alles nadoet, wat hem voorgedaan wordt", schreef Reyding, de bekende revue-dichter, en zooals de heer Ruys ook zeide, zoo'n parodie bedoelt volstrekt niet een artist belachelijk te maken. In tegendeel, 'b heeren Ruys' grootste eerzucht was nog eens zoo beroemd te worden dat men óok hem gaat imiteeren en parodieeren. Toch ia o.i. de vraag gewettigd or hij de eigenaardigheden van een Willem Royaards b.v. niet wat kl te veel aandikte. Zeker, de heer Ruys heeft niet zoo'n geweldig orgaan als dezu tooneelspelers, maar om het nu t» zoeken in een dergelijk overdreven uitzetten van de stem, leek ons wol watal te parodistisch. Beter kou den ona zijne andere parodieën be koren. De spelere werden uitbundig toe gejuicht tot drie- viermaal toe moest worden „gehaald" voor het enthou siaste publiek. Het tweede deel van het program ma opende met een „spel in één bedrijf' van Beda: De Groote Come- die. Het was een beetje wrang en liet daarom een onaaugeDamen smaak na. Adolf Bouwmeester had er, met Tilly Lus en Cor Ruys een belangrijke rol in te Bpelende overigen, met uitzondering misschien van Marcel Myin, waren nagenoeg figuranten rollen. Nap de la Mar trad daarna op als conférencier en voordrager. Met zijn gezellig buikje stond hy op zijn Naps te oreeren en hield een heele speech over alles en nog wat. Maar wij hooren Pisiusse liever. Nap had een paar oer-oude moppen opgerakeld een voordracht van Willem van Zuy- len of Holtrop of een van de ouderen, „Een wedstryd in het reciteeren" met wat fantasie omhangen en dit oude beestje sloeg nog in. Tenslotte Het gesprek in de Jucht"een ver zameling van een of meer geslaagde bonmots in een vliegmachine. Nap de aviateur. Cor Ruys de passagier. Deze laatste had dezen avond gele genheid zijn bewonderenswaardig ta lent als een facet van verschillends kanten te laten schitterenhier was hij de Hoheit, met zijn grappig ge broken Hollaudsch, die in een speech aan het publiek afscheid nam en zich recommandeerde by een volgends gelegenheid. Wel, wij gelooven, dat het publiek zich niet onbetuigd zal laten, want het heeft met Yolle teugsn genoten. SporlvcrsBBfgiig H B.3. De Sportvereeniging H. B. S. w$» van plan geweest Zaterdagavond eene uitvoering te geven door hare leden. De griep-epidemie echter is oorzaak, dat van die plannen niets kon komen. Vele leden waren aangetast geweest door die ziekte en het van gymnastiek- en sportdemonstratiesop het tochtige tooneel ware onverant woordelijk geweest. Dies organiseerde het bestuur een soirée, waarbij allen rustig in de zaal konden blijven. Het Casino-orkest zorgde voor muziek en de jongelui voor animo, zoodat het amusement er niet minder om word. Lang bleef men gezellig tezamen. IJ «club „Hsldar". Vrijdagavond 1.1. vergaderde het bestuur der IJsclub „Helder" in Bel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1918 | | pagina 1