HELDER8CHECOURANT Eerste Blad. PRINSES MELNIKOFF No. 6051 ZATERDAG 15 FEBRUARI 1810 «7o JAARRAWtt Ultpowr l C. PB BOER Jr., HoMor. Oplaag 7000 ex. - AbonnementaprljaIn do »lad I 1.10, por poot I 1.38, Buitenland f 2.3S. Loue ex. 3 oant Op- «n ondergang van Zen aa Maaa aa tijd vaa hoogwater (Texel). (Wintertijd.) Eau ZOO wtUi Ftbr. op: oodar: oe:om4«r:vj6.:ojB. Zondig 18 a. 7 arm. 7.16 716 1.18 910 911 Kundig 17 8 83 7.85 7.U 6 16 8 45 8 46 Dlnidig 18 9 41 7.68 7.12 617 10.30 18.30 Woinid. 19 10.48 8.11 7.8 6.19 10.60 10.60 Dondird. 90 .1163. 883 7.7 6.81 11.16 1190 Yrtydag 81 „-.-„B.68 7 6 628 1146 1165 Zatitdig 22 m. 0 66 9 29 7 8 6 26 0.16 NEDERLAND EN BELGIE. De berichten betreffende de eischen, door België ter Vredescon ferentie gesteld, blijken eenigszins overdreven te zijn geweest. Naar de Parijsehe correspondent van het Hbl. meldt, komt de zaak neer op het volgende: Hymans heeft geen enkelen dui- delijken territorialen eisch gesteld. Hij heeft een zeer volledig histo risch overzicht gegeven omtrent de wording van den .Belgischen staat, waarbij eveneens Limburg ter sprake werd gebracht alsook het denkbeeld om aan Nederland een schadeloosstelling te geven op Pruisisch gebied, maar hij heeft niets geëischt. Hij heeft er zich toe bepaald de aandacht te vestigen op de voor waarden, die vervuld moeten wor den opdat België een sterke, krach tige en levensvatbare staat wordt; hij kwam er daarbij tegen op, dat hij gebieden zou willen annexeeren tegen den wil der bevolking. De territoriale rectificaties, die men voor Limburg op het oog heeft* zijn van weinig omvang en' betreffen noch den afstand van Maastricht, noch die der kolenmijnen. De raad van tienen zal vermoe delijk een commissie benoemen, zooals hij dit voor andere landen gedaan heeft; deze commissie zal zich uitsluitend bepalen tot een onderzoek der territoriale quaes- ties. De andere quaesties, betref fende de verbindingswegen zooals de Schelde, het kanaal GentTer- neuzen en de spoorwegverbindin gen en de verbindingen te water van Antwerpen met het Duitache achterland over Hollandsch gebied zullen afzonderlijk behandeld wor den door de commissie voor de internationale verkeerswegen. Ten aanzien van de Belgische eischen is de houding der Fransche regeering, naar ik van bevoegde zijde verneem, deze: Frankrijk is een beslist voorstander van een vrije Schelde en zal op dit punt België steunen. Wat de grensrec- tificaties van Limburg betreft, be schouwt Frankrijk deze als ge- rechtvaardigd en zal het een overeenkomst tusschen de Belgische en Hollandsche regeerin- gen bevorderen. De Fransche regeering is van meening, dat er geen sprake kan zijn van een gewelddadige inbezit neming maar wel van een vriend schappelijke overeenkomst. De Fransche regeering is geneigd de Belgische eischen te steunen, zon der ze aan te moedigen. Het zal trachten ze te matigen en ze te doen uitloopen op hetgeen er ge rechtvaardigd in is door een vriendschappelijke overeenkomst. Volgens den correspondent is men te Parijs van meening, dat de Nederlandsche regeering de wijzi ging van de Schelde-regeling zal aanvaarden; dat zij minder geneigd zal zijn de kleine grensrectificatiea van Limburg te aanvaarden, zon der dat zij er zich geheel tegen zal verzetten en dat zij voor het ove- rige van geen toegeven zal willen weten. In verband met het bovenstaande zegt het Hbl.: De vorm, waarin België zijn wenscli heeft te kennen gegeven, is duidelijker geworden. Een duidelijke territoriale eisch is niet gesteld; wel zou bij het over zicht van de wording van België ook Limburg ter sprake zijn ge bracht en het denkbeeld om aan Nederland een schadeloosstelling te geven op Pruisisch gebied FEUILLETON. door LOUIS TRAOY. 48). „Wij, Engelschen, sympathisee- ren met u," antwoordde Frank. Het is een poovere belooning, twee van ons, die op u vertrouw den, voor stootkussen bij uw twist te gebruiken." De Rus keek een oogenblik Arm- strong scherp aan, zonder iets te zeggen. „Ziet gij die rotspunten?" vroeg hij op eens, wijzende naar het zinnebeeldige drietal, dat te halver wege stond. „Ja." „Het is het wapen van mijn stam. „De drie" noemden mijn onderhoo- rigen het, toen wij als landverhui zers over de Wolga kwamen. Daar boven, tusschen in zat eens Stenka Razin op zijn ivoren stoel, en leidde de plundering der voorbij komende schepen. Zyn afstammeling ver knoeit zijn tijd in het Paleis of met zwerven van de eene jolige stad in Europa naar de andere. Hij loopt om zijn troon heen, dat is alles. Stenka plunderde enkelen, Melni- koff plundert talloozen. Stenka liet enkele individuen dooden, Melni- koff en zijn mannen worgen een blijkbaar tegen een eventueelen af stand van grondgebied onzerzijds maar daaromtrent is dan niets geëischt; wel zijn blijkbaar eischen gesteld omtrent de ontbinding van het neutraliteitstractaat en de vaart op de Schelde met verbeteringen van de grenslijn van Limburg. Wij nemen aan, dat deze laatsten klei nigheden zouden betreffen. Wij weten niet in hoever dit alles officieel is. Wij weten ook nog niet of het waar is, dat men verder heeft willen gaan dan men ten slotte deed, maar dit ten slotte is afgestuit op het verzet van de Bel gische socialisten. Maar één ding is zeer duidelijk: de lust om te annexeeren, het stre ven om te profiteeren van de voor- deelige positie, die België op dit oogenblik inneemt op de „Vredes conferentie", waar het zeer te recht natuurlijk als een bedor ven kindje wil worden behandeld, en om daarvan voordeel te behalen ten koste van Nederland is in Bel gische regeeringskringen zeer sterk, is het in elk geval geweest. Anders zou minister Hymans niet over een afstand van grondgebied, waarbij wij ten koste van Duitscli- land schadeloos gesteld zouden kunnen worden, gesproken hebben. De „Annektierungsgelfiste" zitten dus ook in Brussel. Het is een droevige en bittere ervaring. O, wij hebben nooit gere kend op dank voor wat Nederland sedert October 1914 voor de Belgen deed. Maar het is toch een teleur stelling voor een mensch, die een ander gastvrij heeft opgenomen en verpleegd, als hij ziet dat de gast bij het heengaan beproeft zich het een of ander uit het bezit van zijn gastheer.toe te eigenen, al is het onder een schoonschijnend voorwendsel. En ook zou men als mensch niet verwachten, dat een man als koning Albert, een „rid derlijk" vorst, niet waar? een mis sie, die hem namens koningin Wil- helmina kwam gelukwenschen met het herstel van zijn koninkrijk, zou ontvangen en zeggen prijs te stellen op dit vriendelijk gebaar van de vorstin van een bevriend land, terwijl zijn regeering rond loopt met plannen, die wij maar niet nog eens qualificeeren zullen. Misschien moet men als burger van een land in dit opzicht minder ge voelig zijn dan als mensch; onder staten geldt niet hetzelfde fatsoen als onder mensch en, maar er is hier toch iets, waarvan men zieli liefst haastig zou afwetnden. Het Hbl. meent verder dat, ge lijk reeds de Parijsehe correspon dent van de „Times" opmerkt, deze, zaak bij den Volkenbond thuis be hoorde. Deze correspondent oppert ook de mogelijkheid, dat men Bel gië alleen zal laten optreden tegen Nederland, iets waar Nederland op zich zelf zeker niets tegen zou heb ben als het dan maar bij alleen optreden blijft. Maar zeker zou een behandeling van de zaak in den Volkerenbond, maai* in een iverkelijken Volkerenbond, waarvan alle volkeren, overwin naars, overwonnenen en neutralen deel uitmaken, de verstandigste en beste weg zijn. Daar valt over de vaart op de Schelde tenminste te praten. Van annexaties van grond gebied tegen den wil van de bevol king wil de Belgische regeering naar zij nu verklaart, niets weten; dan behoeft dus noch over Lim burg noch over Zeeuwsch-Vlaande ren een enkel woord gewisseld te worden; dat zal na de demonstra ties van den laatsten tijd wel dui delijk zijn. Het Hbl. verwacht, dal ook de Nederlandsche regeering het boven uiteengezette standpunt tegenover de Vredesconferentie zal innemen. Mocht de conferentie Nederland uitnoodigen zijn houding tegen over dit vraagstuk uiteen te zet ten, tegenover haar Commissie van Tien, dan zou Nederland die uit- noodiging beleefd maar beslist moeten afslaan. Polen en Tsjechen, die aan den oorlog hebben meege daan, die van den vrede de vor ming van hun staten verwachten, staan in dezen in een totaal ver schillende positie; zij zullen waar schijnlijk met graagte hun rechten tegenover de „Tienen" doen gelden met ons staat het anders. Wij geheel volk. Wat beteekent uw lijden of het mijne en dat van die engelachtige meisjes, vergeleken met de ellende van millioenen e<i de mishandeling van zoo vele jong:* meisjes en jongens?" „Uwe grieven zijn verschrikke lijk en gegrond. Ik kende ze niet. Toen ik- van uwe oproerigheid hoorde, dacht ik dat gij den Prins alleen wildet dwingen om met Na- tushka te trouwen. Dat gij ook na tionale belangen op bet oog hadt, vermoedde ik in 't geheel niet." „Dit laatste hangt ten nauwste samen met het eerste. Als wij den Prins met een bom vernietigen, komt er in zijn plaats een andere geweldenaar. Alleen dan gaan wij de toekomst gerust te gemoet, als de Prins een der onzen wordt. Door een huwelijk met Natushka behoort hij weer tot onzen stam en moet hjj alles doen wat hij kan, om ons volk werkelijk gelukkig te maker. Een slecht mensch is hij niet. Hij doet liever goed dan kwaad." „Dat geloof ik gaarne, maar om hem tot u over te halen, slaat gij den verkeerden weg in. Wij hebben een spreekwoord dat zegt: Eén man kan een paard bij het water brengen, maar geen twintig kun nen het dwingen om te drinken. Als de Prins over zijn ziekelijke zucht naar de dochter van Lord Valletort heen is, zult gij hem veel gemakkelijker aan uwe zijde brengen." Ivan lichte de zware portière der zijn neutralen; als de vredesconfe rentie goed begrijpt wat dit zeggen wil, dan zal zij ook inzien dat zij ons geen uitnoodiging heeft te zen den om inlichtingen te geven aan een.rechter? arbiter? bemidde laar?, wiens forum niet het onze is. Zijn wij eenmaal lid van den Vol kerenbond, dan kunnen wij met onze medeleden vriendschappelijk en zakelijk onze belangen behan delen. De Engelsche bladen zijn het over dit vraagstuk niet eens. De Daily Chronicle is van meening dat eischen van België als dit betref fende de vrije vaart op de Schelde, waartegen geen bezwaren zijn in te brengen, gemakkelijk door be spreking zijn te regelen. Met de kwesties betreffende Zeeuwsch- Vlaanderen en Limburg is dit ech ter niet het geval, daar het hier zou gaan om overdracht van gebie den tegen den wil der bevolking. Aangezien de plaatselijke bevolking zeer klein is, en de gebieden om geografische redenen van meer be lang zijn voor België, incent het blad, dat ook dit vraagstuk vriend schappelijk zou kunnen worden ge regeld. Hierbij neemt de Daily Chron. ook iri aanmerking dat „de onneutrale handelwijze van Nedei- land in November j.1. door aan Duitsche troepen toe te staan door Limburg terug te trekken, niet ge heel buiten rekening kan worden gelaten." Anders denkt echter de Daily News erover. Ook dit blad acht de eischen van België inzake de vrije vaart op de Schelde redelijk en voor inwilliging door overleg vat baar, doch het voegt hieraan toe, dat hiervoor de overgang van Zeeuwsch Vlaanderen en Limburg in Belgische handen niet noodzake lijk is. Er is geen reden waarom het kanaal van de Schelde naar den Rijn, dat men wil aanleggen, alleen over Belgisch gebied zou loopen. De alles beheerschende overweging is echter de wenscli dei- betrokken bevolkingen. De confe rentie heeft plechtig verklaard, dat zij vastbesloten is bij al haar uitspraken die overweging als richtsnoer te beschouwen. Ën de wenschen der bevolking zijn buiten kijf in overweldigende mate ten gunste van het blijven onder Ne derlandsche vlag. Dat feit dient be slissend te zijn. Ingezonden mededeellng. Extra aanbieding in Heerenhandaohoanen. S Kleuren i bruin en grlje. Tricot ongevoerd f 1.25 por paar. Babrald f 1.60 Tricot gevoerd f 1,00 Bijzonder voordesllg. HERMAN NYPELS. BINNENLAND. De correspondent van de N. Rott. Crt. meldt nader nog het volgende: De Raad van Tien heeft Donder dag het vervolg der Belgische aan spraken aangehoord. Wat de terri toriale aanspraken op Limburg, Luxemburg en de Waalsclie pro vincie Malmedy betreft, is een bizondere commissie benoemd. De kwestie betreffende de vrije vaart op de Schelde zal, gelijk wij te kennen hebben gegeven, aan de internationale commissie voor ha vens en waterwegen worden voor gelegd. (Latere berichten maken toch weer melding van aanspraken op een stuk van Limburg, n.1. het stuk ten W. van de Maas, waarop de stad Maastricht ligt). De meening in den Haag. Volgens het Hbl. schijnt men in den Haag geen overdreven betee- kenis te hechten aan de geruchten nopens de Belgische eischen ter vredesconferentie, die betrekking zouden hebben op annexatie van Nederlandsch gebied. Uit den aard der zaak vat men den toestand in regeeringskringen niet luchthartig op, maar men is overtuigd dat de alarmeerende berichten uit Parijs niet volkomen geloofwaardig zijn. Er schijnt reden te zijn te gelooven, dat de lezing, die de Parijsehe cor respondent van het Handels blad van de quaestie gegeven heeft, de waarheid meer nabij komt dan eenige andere. Voorts doet de overtuiging, dat rekening gehouden mag worden met anti-annexionistische tenden- zen in de Amerikaansch-Engelsche politiek haar invloed gelden. galery <>P- Een bijna onhoorbaar lachje kwam hem over de lippen en hij zeide: „De gemakkelijkste weg om den Prins te genezen van zijn ziekelijke zucht, hebt gij in uw macht door zelf met de Lady te trouwen, Hoog edele." De plompe Rus had dien avond scherper gekeken dan Frank ver moedde, en maakte er nu een han dig gebruik van. Frank begreep dat een verder gesprek nutteloos was, en voelde zijn behoefte aan rust. Hij hóórde nog, dat Ivan in gesprek was met eenige monniken die uit het kloos ter ontkomen waren en verslag deden van het gebeurde, maar het luisteren moede, ging hij liggen. Te vergeefs trachtte hij te sla pen. Allerlei gedachten en plannen woelden door zijn hoofd en hielden hem wakker. Eindelijk gaf hij het op. De dekens bijeen halende, ging hij naar de gang tusschen de galerij en het woonvertrek, de koude bescherming van de rots- wallen verkiezende boven de uit waseming van de massa gevluchte monniken die nu in het vertrek waren gekomen. Ivan was ook gaan slapen. Nie mand gaf acht op hem. Schildwach ten waren er niet. Vriend noch vijand kon hier naderen of weg gaan zonder geleiders die ieder ook hier maar een stuk van den weg kenden. Die alleen in den doolhof Onze Marine. Bij de behandeling der Marine- begrooting zei Minister Naudain ten Cate, gewagend van den toe stand van het materieel, dat ook wel zwak was, maar niet waarde loos en in elk geval vol doende om tegen een klei ne natie op te treden in dien d e z e o n s d e w e t m o c h t, willen voorschrijven. „Want men vergeet wel eens", zoo voegde de minister er aan toe, „dat wij ook kleine buren hebben". Loonbijslag Marine-personeel. Blijkens een mededeeling van den Minister van Marine in de Tweede Kamer, zal, indien de levensomstandigheden niet verbe teren, aan het marine-personeel ook over 1919 loonbijslag worden uitgekeerd. De oorlogsbegrootlng. Bij de behandeling van de be grooting van oorlog in de Tweede Kamer, op Donderdag j.1., heeft de heer Bomans (r. 1c.) een motie in gediend, strekkende tot belangrijke beperkingen in de uitgaven voor dit hoofdstuk der Staatsbegrooting. De Ruilovereenkomst met België. Uit Brussel wordt gemeld: In 2ake de overeenkomst van België met Nederland omtrent den ruil van steenkool tegen vee, zegt de Vingtième Siècle, dat de onder handelingen zijn afgebroken. Vol gens uitlatingen van den minister van voedselvoorziening, eischten de Nederlanders, dat men hun kolen van.de beste qualiteit zou leveren en dat deze aan Nederland zouden worden geleverd vóór er een stuk vee over de grens zou gaan. De minister hoopt de zaak in orde to brengen door bizondere vergunningen te verleenen aan do steenkolenleveranciers, die naar Nederland zouden uitvoeren. Vee-uitvoer. De met Duitschland in Januari getroffen schikking omvat ook den uitvoer van een onbeteekenende hoeveelheid vee. Voor elke geïm porteerde 100 ton kolen wordt één stuk vee geëxporteerd. In totaal zal dat voor Januari 300 k 400 stuks zijn. De uitvoer, die alleen verband houdt met de in de vorige maand geleverde kolen, kan worden be schouwd als een premie voor den aanvoer van brandstof, die met groote opoffering door Duitschland is voortgezet. Inmiddels wordt nu naar geasso cieerde zijde de dubbele hoeveel heid geëxporteerd; er gaan 3 k 400 koeien naar Frankrijk en een ge lijk aantal naar België. De export zal deze maand plaats hebben. De vroegere Duitsche schepen voor de getorpedeerde schepen. Naar wij vernemen, is het voor de zes in Neder]andsch-Indische havens liggende vroegere Duitsche schepen, die in de plaats gesteld zijn van de indertijd onder de En gelsche kust getorpedeerde Neder landsche bodems, nog steeds onmo gelijk uit te varen, daar de entente- mogendheden nog altijd bezwaar maken tegen de overdracht van de vlag. Onderhandelingen ter oplossing van de moeilijkheden worden nog gevoerd. gingen, konden er op rekenen dat zij dood zouden vriezen. Een hoekje zoekende, waar hij niet in het oog liep, legde Frank er zijn dekens op den grond en sloeg zijn bonten mantel om zich heen, om zoo goed mogelijk te rusten. Maar te nauwernood lag hii op zijn gemak, of hij meende dat. hij iemand in de buiten-galerij voorzichtig hoorde loopen. Hij gluurde door eene kleine opening in het bonten gorGijn dat de passage van de galerij scheidde, en meende Natushka te zien, die in allerijl naar een zijpad van de galerij ging, waar hij nog niet was geweest. Dat mooie jonge meisje was voor hem een grooter raadsel dan hij tot nog toe in dit myste- rieuse land gezien had. Noch zijn kracht, noch zijn moed zou hem haten om Ermyntrude en zich zelf te doen ontkomen uit dezo zeer knellende omgeving, maar misschien zou het weten van ande- rer geheimen hem kunnen helpen Hij wachtte een oogenblik, en toen hij haar door een ander deurge welf zag gaan, sloop hij haar zoo zacht mogelijk achterna. Voor het geval dat zij hem zien zou, en hij toch iets moest zeggen dat zijn rondloopen verklaarde, stak hij een sigaar op, waarvan hij tot zijn troost er nog eenige had. Al spoedig onderscheidde hij twee stemmen. de eene vol en klankrijk, smeekend aandringen de. en de andere schril en klagelijk, President Wilson niet naar Holland? De Leidsche corr. van de „N. R. Ct." meldt, dat de heer George OreeJ, lid van de Amerikaansche missie ter vredesconferentie te Parijs, gistermiddag met zijn echt- genoote een bezoek gebracht heeft aan de Leidsche universiteit. Op een vraag aan den heer Creel of de mogelijkheid nog bestond, dat president Wilson naar Nederland kwam, luidde het antwoord, dat dit zoo goed als zeker was uitgesloten. De broodkaart. De broodkaart van het 86ste tijd vak ls geldig van 15 tot en met 23 Febr. DE WEEK. 11 Februari. Terwijl ik dit ga schrijven, komt mij voor den geest de figuur van den dokter uit Brooshooft's „Zijn meisje komt uit"; de brave arts, in Insulinde praktiseerend, en op wiens lippen bestorven lag het woord: ,,'t Kan vriezen, 't kan dooien!.Moeder Natuur is aarts- grillig in deze dagen. Felle, nijpen de vorst en dooiweer, zelfs gepaard met een lente-gevoel, wisselen el kaar af met wonderbare snelheid, zoodat 't voor de vrienden en vrien dinnen van de ijssport, die zich reeds op een ouderwetsch-stev'g wintertje voorbereidden, is om wanhopig te worden. Het weer is eigenlijk in volko men overeenstemming met den ge- heelen toestand. Wij leven In een tijd van onzekerheid, van afwach ten op elk gebied. Minister König, dr. Lely's opvol ger, heeft bij de verdediging van zijn Waterstaats-begrooting zeker den indruk gemaakt van een stellig niet spraakzaam, wat-stroef be windsman, maar ook van een, op wiens woord men kan vertrouwen. Wat hij ontvouwde als zijn plan nen ten-opzichte van de salarisver betering van het personeel bij P. en T., verhooging van de aan vangssalarissen, het sneller berei ken van het maximum, 't meer dan tot nu toe rekening houden met het criterium van geschiktheid, praestatie zal toch wel met in genomenheid zijn aangehoord in den avond, toen de Tweede Kamei de Begrooting der Posterijen en Telegrafie behandelde, óók door het publiek, dat de tribunes vulde, onderwijl 't in de zaal van het Lagerhuis zelve zoo eenzaam was, zoo verlaten, zoo leeg, met slechts Iiier en daar een werkelijk of kwasi-luisterend lid. Den 8en Februari nam de Minis ter van Waterstaat zijn beslissing inzake de lotsverbetering voor het spoorweg-personeel. Uit de christe lijke organisaties kwam ook wel het „dankbaar, maar niet voldaan' edoch, het onbevredigde is over- heerschend. Een spoorweg-staking is nog niet bepaald dreigend, maar vooral op de vergadering, den 9en Februari te Utrecht gehouden, is wel zeer duidelijk gebleken, dat het „onvoldane" verreweg de boven hand heeft. De eisch tot loonsverhooging zit nu „in de lucht" en bij veel over drijving, opblazen van eischen er „desiderata", blijft er toch ook heel wat, dat met den eisch van rede lijkheid is overeen te brengen en waarvoor meer rekening dient ge houden dan tot dusver het geval bleek. Minister Van IJsselstein, - - wiens Begrooting van Landbouw eindelijk door de Tweede Kamer «s goedgekeurd ïla een voor de lief hebbers en belanghebbenden al licht zeer-interessant Visscherij- debat, schrijdt met haastigen tred voort op den weg naar de vrij making van handel en nijverheid uit de „distributie- en rantsoenee- rings-banden". De berichten zijn zeer bemoedi gend. Wat de Geassocieerden ons aan vocdsel-voorziening enz. laten, is meer dan velen hebben ver wacht. De in Patria aangeboden thee is (althans nominaal) vrij. Het de staccato-toon van eene oude vrouw. „Ik ben zoo ongelukkig, moe der!"hoorde hij Natushka zeg gen. „Ik weet niet wat ik doen moet. Maar gij weet veel, en zijt ver-ziend. Gij hebt mij vroeger wel raad gegeven, waarom zoudt gij het 'nu niet doen." „Ik heb het te druk. Hier zijn veel mannen, die gewond zijn door die uilén van monnikken. Ik moet kruiden en dranken klaarmaken. Wat gaan mü uwe minzieke droo- men aan!" „Ivan wil zelfs niet naar mij kijken. Al wat ik verzin, loopt op niets uit, behalve dat hij des te sterker op zijn stuk blijft staan, in Petersburg, in Londen, zelfs hier, heb ik het onmogelijke gedaan, om er hem toe te krijgen dat hii het gekke plan opgaf om mij aan den Prins uit te huwelijken. Ik dacht mijn zin te krijgen toen dat Engelsche meisje te Bannofka kwam, maar de dwaze Ivan snapte haar van hem weg, toen ze al voor het altaar stonden." Er werd enkele oogenblikken niet gesproken, hoogst waarschijn lijk omdat de oude vrouw besluite loos was. „Waar is dat meisje nu?" vroeg ze eindelijk. „Zij slaapt in mijn kamer." „Zal ze wakker worden, wanneer ik haar in het gezicht zie? Zou ze schreeuwen of flauw vallen als ze u zag, Natushka? Ivan heelt het wittebrood is weer eetbaar. Wordt met den dag smakelijker. Met de kolen-voorziening staat 't, oor deelt men naar de officieele en offi- cieuse tijdingen prachtig. De onderhandelingen met België over ruil van kolen voor Hollandsche paarden en koeien schijnen nog niet voor-goed afgebroken. Van Belgische zijde wordt beweerd (in een vraaggesprek met den Belgi schen Minister van Nijverheid) dat de Hollandsche eischen (bijv. koeien te-koop voor 1200) „exor bitant" waren, Van Nederlandsche zijde worden die mededeelingen ge logenstraft. En de „man in the street" vermag niet te zeggen, waar in deze „de waarheid" schuilt. Teekenen zulke dingen zekere „koelheid" in de verhouding tus schen Den Haag en Brussel, i-n- danks allerlei zeer beminnelijke, zelfs charmante „gestes" en betoo gingen, aanbieding van eere-bur- gerschap van Belgische steden aan Nederlanders en zoo meer? 't Is voor den buitenstaander al wéér moeielijk uit te maken. Op Donderdag 7 Februari j.1. heeft plaats gehad in het Haag- sche „Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen", de werkelijk- grootsche en zeer-indrukwekkende betooging ter eere van Neder- land's eenheid. In tegenwoordig heid van de Koningin, de Kroon? primes en de verdere leden van het Koninklijk Huis. Toen Mr. Fock, de voorzitter van ons Lager huis, zijn even sobere als raooi- indrukwekkende feestrede hield. Deze betooging zal ongetwijfeld in druk hebben gemaakt ook op zekere annexionistlsche kringen in den vreemde. Zal het van invloed zijn op de beslissingen, die straks te Versailles zullen worden geno men? Welke beteekenls moet worden gehecht aan de geruchten, die volhouden dat baron Fallon, de Belgische Gezant, voornemens is zijn post te 's-Gravenhage te ver laten? Zooals ik zei, wij tasten in nevelen der onzekerheid. Wij weten slechts met zeker heid, dat de Belgische vluchtelin gen ons sinds Augustus 1914 het in dezen tijd nu wel niet zoo erg hooge, maar toch altijd nog-reëpec- tabele bedrag van dertig millioen hebben gekost. Of wij daarvan in den vorm van „erkentelijkhèids- betoon", niet met fraaie speohen, maar met daden, iets zullen terugzien: de toekomst moet 't'we derom leeren. Dertig millioen uit de Nederlandsche Schatkist is en blijft een som van beteekenis, want de vraag, waar wij de schatten zul len vinden, noodig om de diverse „gaten te stoppen", kan vooralsnog niemand beantwoorden. Minister De Vries is er druk bezig mee; nu en dan drupt iets af, lekt iets uit, afkomstig van de „cuisine" van den Haagschen Kneuterdijk. De „Nederlander" wist te vertellen dat twintig pCt. zal worden gevorderd door den Staat van den aanwas der vermogens. En zoo zijn er meer „on dits". Maar de oppositie tegen de plannen van minister De Vries is toenemend, ook in het Rechtsche kamp. De verklaring van den chr.-historischen landbouwer, het Kamerlid Weitkamp, dat hij zijn stem tegen die plannen zal uitbren gen, is wel in hooge mate teeke nend. Bij het N. U. M.-ontwerp heeft Exc. De Vries op 7 Febr. j.1. in de Tweede Kamer nog eens ge zegevierd. Wij weten nu, dat ook deze Export-Centrale (waarvan de praestatiën niet beantwoord heb ben aan de verwachtingen, ervan gekoesterd) zeer beduidend zal worden ingekrompen en nagenoeg van gansch haar invloed ontdaan, gemaakt zal worden tot een Bureau voor consenten-administratie en niet meer. Het amend.-Dresselhuys is op aandrang van minister De VrieB verworpen. Hoevele zegepralen wachten nog, in de Vertegenwoordiging, den op volger, aan de groene tafel, van mr. Treub, die door de booze griep (thans te derden male den kop op stekend) belet werd het „N. U. M. - debat in de Kamer bij te wonen en die gelukkig weêr herstellend is van zijn jongste ziekte. niet op mij begrepen en zou mij de hersens inslaan met zijn vuist, als hij vermoedde dat ik hem tegen werkte." „Ze is zeer mooi, maar wat wilt ge doen, Maria Petrovna?" „Ik wil alleen maar zien of zij ook een kenmerk heeft, dat van belang is. Gij hebt het, Natushka! Neen, schudt niet zoo met je mooie hoofdje! Als ik het bij haar vind, zal ik het u zeggen." „Ga dan gauw met me meel" Armstrong vroeg zich af, wat beste was dat hij doen kon, maar begreep dat die twee Ermyntrude geen kwaad zouden doen. Hjj deed een paar schreden ach terwaarts, zoodat hij in de schaduw stond, en de twee gingen op de galerij, De oude, die door haar gang zeer oud bleek te zijn, rook terstond tabakslucht. „Zijt gij alleen?" vroeg zij fluisterend. „Ja. Kom! In de eerste uren komt niemand hier." In den donker meende Arm strong dat de vrouw, die met Na tushka meeging, eene Znakharka, of tooverende medicijnmeesteres was, zoo als er eeuwen geleden overal waren, en nu nog in Rus land zijn. Veronderstellende dat hjj misschien iets te weten kon komen dat voor hem belangrijk was, ver ried hij zijn tegenwoordigheid niet. Toch vreezende dat zij iets zouden doen, wat hinderlijk zou zijn voor het meisje dat hj|J liefhad, maar dat Ad'a'taoÉHa P»f rgflol 15 «cm. Hoevele overwinningen nog maals gezegd wachten minister De. Vries nog? Er Is optimisme noodig om zich verzekerd te achten, dat 't nog vel j zullen zljü. Over het bolsjewisme en zijn diverse pogingen om de maat schappij te belagen loopen tal van geruchten en Yele daarvan zullen wel den vermaarden of beruchten „duim" tot bron en oorsprong heb ben. De Regeering nam maatrege len om te verhoeden dat vanuit den vreemde groote sommen in anar chistische handen kwamen, 't Zeg gen is, dat vervolgens langs bolsje- wieksche „lijnen van geleidelijk heid" tooh anarchistisch kapitaal over de Nederlandsche grenzen kwam door aanzienlijke „provisie" te beloven aan menschen, die zich verkozen te leenen tot tijdelijke agenten en agentessen (vooral op deze laatste is het oog gericht) voor de internationale besmetting, die nog verderfelijker gevolgen na zich sleept dan de vlektyphus, thans te Rotterdam vooral onder de diverse zwervers slachtoffers makend. De Overheid heeft nu een onverpoosde, wel zeer zwaren strijd te voeren tegen haar vijandige in vloeden van allerlei aard. De toe neming van de criminaliteit is een verschijnsel, dat wij dagelijks met stijgende bezorgdheid gadeslaan, 't Stelen van koperen straalpijpen uit het hoofdbureau van politie te Amsterdam, dit „comble" ken schetst toch wel 't allerbest den overmoed-up to date van inbrekers en dieven. Zeker, er is heel wat, in deze dagen, dat ons tot bezorgdheid kan stemmen. Maar gelukkig blijven „de licht punten" niet ontbreken. De plan nen, ernstige en groote, tot het vormen van een luchtvaartdienst, welke zich tot ons Indië zal uit strekken, behooren ertoe. De derde Nederlandsche Jaarbeurs, die den 24en as. te Utrecht door Minister Ruys zal worden geopend, js ook een bewijs van Nederlandschen ondernemings-geeat. Onze Rtjks-artillerie-inrlchtingen zullen ook worden bestemd voor het vervaardigen van voorwerpen voor vredesdoeleinden. Wat wijst op vertrouwen, dat de Volkeren-bona, „malgré tout" zal tot stand komen. Wij hebben nu een aarts-idealist op Europeesch gebied. Hij heet mr. Woodrood Wilson en is president der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Hij bleef Idealist ondanks en ln de meest-ontmoedigende omstan digheden. Spiegelen wij ons aan dezen man!. Mr. ANTONIO. De Engelsche vloot. Er is een boek van admiraal J e 1- 1 i c o e versohenen over het werk van de groote Engelsche vloot van 1914 tot 1918. Jellicoe staat uitvoerig stil bij den slag van Jutland, waarin de Engelsche vloot vooral bedreigd werd door vastberaden torpedo- aanvallen van den vijand. De En gelsche schepen konden de hon derden torpedo's alleen ontwijken door handige manoeuvres. Verder zet hij uiteen, waarom hij 's nachta na den slag geen gevecht meer leverde en gewaagt daarbij van de krachtiger zoeklichten van de Dult- schers, hun overmacht aan torpedo jagers en het grooter aantal tor- pedo-laneeerbuizen, waarmee de vijandelijke schepen waren toege rust, waardoor de vijand in het be gin vaa den slag in het voordeel kwam. Na een zorgvuldige schatting van de twee vloten in het begin van den oorlog, verklaart Jellicoe ver baasd te zijn, dat de vijand zoo voorzichtig is geweest en vervolgt dan: „Indien ons land in de toe komst voor zijn veiligheid tegen raids of eon inval alleen op zijn vloot wil rekenen, ls het van voor naam belang, dat wij een veel groo- tere marge aan overmacht over een mogelijken vijand in alle klassen van schepen bezitten dan wij in Augustus 1914 hadden." te hoog stond dan dat hij zich kon troosten met de hoop dat de ouders in een huwelijk zouden berusten, kroop hjj het tweetal achter na. HOOFDSTUK XXI. Een vredesconferentie. Indien Ermyntrude, rustig sla pende, in volle bewustheid de oogen had kunnen opslaan, zou het leelijke gezicht van de medicijn meesteres, haar bijna neus aan neus aanstarende, haar ontzeltond hebben doen schrikken. Gelukkig werd haar dat bespaard. Wat qpk de tooverende oude vrouw had kunnen bedenken on: gebruik te maken van de bijgeloo- vigheid der jonge Circassische, zij bepaalde hare kunsten tot het ge leerd onderzoeken, dat wil zeggen bekijken, van het onschuldige meisje. Onverschillig of hij al dan niet gezien zou worden, gluurde Arm strong door de deur-opening, waar bij de vrees der beide sluipenden om de slapende wakker te maken hem bijzonder te stade was geko men. zij toch hadden de zware deur niet dichtgedaan, en alleen het dikke gordijn dicht geschoven. Daar achter was hij blijven staan, gereed om bij te springen wanneer de oude eene valsche beweging mocht maken. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1