geteekend had, omdat de straf h.i.
veel te zwaar was.
Naar wy vernemen, zal vermoedelijk
de zaak nog terechtkomen, althans
zal wellicht de schorsing herroepen
worden, gezien de gunstige verkla
ringen van den scheidsrechter, die
de bewuste match leidde en van den
Helderschen consul, alsook het be
moedigend optreden van den afge
vaardigde der N.V.B.
Zonderling mag het klinken, dat
het bestuur van H.B. en Z.Y.3., wier
terrein toch ook geschorst is, geen
appèl tegen het \onnis heeft aan ge-
teekend. Deze vereeniging berust dus
daarin.
PLAATSELIJK N<EU*S.
Politieke rede mr. P. J Oud.
Gisterenavond hield de heer P. J.
Oud, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal een rede in .Casino",
die tot titel had „de Marinedebatten
in de Tweede Kamer". De zaal was
stampvol.
Nadat de heer W. de Boer de ver
gadering geopend had, verkreeg de
spr. het woord.
De behandeling der Marinebegroo-
ting, aldus zeide spr., was dezen
keer van bizonderen aard, omdat
wij op het oogenblik tegenover het
vraagstuk der landsverdediging in
onzekerheid verkeeren. De groote
oorlog ia voorbijer wordt niet meer
gevochten, maar nog geen vrede is
er, en wij weten nog niet wat er
van komt. Spr. vertelt uitvoerig doel
en werking van den Volkerenbond,
den invloed ervan op Nederland.
Als Wilson's denkbeeld kan worden
uitgewerkt, zal de groote kracht er
van zijn de preventieve macht, die
volkeren zal weerhouden oorlog te
voeren.
Wij weten echter nog niet hoe
leger en vloot zal moeten worden
ingericht.
Spr. behandelt allereerst het vraag
stuk van het personeel. Ook nog in
ander opzicht verkeert dit in bizon
der stadium omdat we te maken
hebben met de groote vraag: hoe
heeft het zich in Nov. gedragen?
Niet alie schuld rust in dezen op
het personeel. Hoe was de houding
die de autoriteiten tegenover het
personeel aannamen? Spr. heeft in
de Kamer scherpe critiek uitgeoefend
op de houding van het Departement.
Al is de houding bij het mindere
personeel het scherpst aan den dag
getreden, het is bekend dat ook
onderofficieren en officieren bittere
klachten hebben. (Appl.) In Den Haag
heeft men totaal geen begrip van
wat onder het marinepersoneel leeft.
Men is daar 50 jaar achter in ideeën.
Een 50 jaar terug had men nog
niet het bewustzijn van groote maat
schappelijke verschillen, 't Was nu
eenmaal zoo, dat er waren, die een
goede positie haddeu, ook die in
armoe moesten leven. Langzaam is
het besef ontwaakt dat het niet zoo
kon blijven. De ware democratie is,
dat ieder een gelijke kans krijgt op
ontwikkeling van verstand. Naarmate
dat besef doordrong ging men ge
voelen dat het niet aanging, dat
arbeider in alles zich had te voegen
naar de bevelen van den werkgever.
Zij organiseerden zich en kozen ver
trouwensmannen, die overleg pleeg
den. Meer en meer kwamen
arbeiders tot het besef, dat zij te
zamen moesten werken.
Langzaam organiseerde men zich
aan beide zijden en de ervaring
leerde dat hoe langer hoe meer de
strijd verzacht werd, dat onderling
overleg kon leiden tot uitstekende
resultaten.
Het ia begrijpelijk, dat wat in de
burgermaatschappij gebeurde ook in
leger en vloot plaats had. Juist daar
treffen misstanden zoo diep, en orga
nisatie werd bevorderd door de ver
houdingen bij leger en vloot,
waardoor het onmogelijk was rechts
treeks contact met den hoogsten
chef te verkrijgen. Dit was een ver
keerde wijze van doen, hield de
hoogere militairen van den troep af.
Zij wisten niet wat er leefde onder
den mindere.
Spr. heeft hierep ten vorigen jare
gewezen en de noodzakelijkheid be
pleit, jonge officieren in te prenten dat
het noodig was zich meer op de
hoogte te stellen. Er zijn er, die dat
gebrek voelen en door eigen studie
trachten aan te vullen. Zij voelen
dat de leiding van het Dep. v. Marine
fout is. Onder de officieren zijn ook
veel die wantrouwen koesteren jegens
het Departement. Het optreden van
de verschillende Departementen heeft
de kiem gelegd tot het optreden van
Nov. 1918. Wanneer men naar den
schuldige zoékt, is die in de eerste
plaats het Dep. v. Mar. Jarenlang
zijn de organisaties tegengewerkt,
het gevolg is geweest dat ze gegroeid
zijn tegen de verdrukking.
Spr. is het niet eens met de anti-
revolut, die niets weten willen van
organisaties der militairen. Nu de
bonden gegroeid zijn worden ze, zij
het schoorvoetend, erkend.
Spr. verhaalt het gebeurde inden
Harskamp, gevolg van het jarenlang
negeeren van de wenschen der men-
schen, trots het pleiten van Marchant.
Toen barstte de bom; de Min. van
Oorlog werd in één dag van con
servatief democraat en de opper
bevelhebber ging heen.
De Kamer ondervond toen dat de
Min. van Marine niet meeging met
den nieuwen koers; hij wilde de
bonden niet ontvangen. Spr. wees
daar bij de marinegrooting op en
Hugenholtz kreeg op zijne vraag of
de marine ook gemoderniseerd zou
worden, bevestigend antwoord. Hoe
groot was spr. verbazing toen.bleek,
dat de Minister de fout niet wilde
erkennen om niet met de bonden
te confereeren. Het Is hier mindsr
de min. zelf dan wel de kliek op
het Departement die dit tegenhield,
want de Min. zelf was misschien
wel tot hervorming geneigd maar
door en door conservatieve elementen
houden dat tegen. Ook het officiers
corps ondervindt tegenwerking. Ja
renlang blijven requesten liggen.
Herhaaldelijk is bijv. gevraagd om
de gezinnen van schepelingen mee
te mogen nemen naar Indie. De
scheiding voor zoolangen tijd is een
van de grootste euvels der marine.
Telkens en telkens ia het tegenge
houden. Is het wonder dat zoodoende
de toestand slecht is geworden?
Spr. behandelt thans het gebeurde
in de Novemberweek. In „Het Mid
den" ziju spr. woorden niet juist
weergegeven; spr. heeft uitsluitend
de houding der hoofdbesturen be
sproken, die z.i. aarzelend, onzeker
was. Aan de hand van de Hande
lingen toont spr. dit aan. De vraag
of op het personeel viel te rekenen,
valt in haar algemeenheid niet te
beantwoorden, aldus zeggen de be
sturen. Spr. begrijpt zeer goed, dat
men niet hoofd voor hoofd ieders
houding kan afvragen, maar het
ware toch goed geweest een oproep
te plaatsen, waarin de belofte van
trouw gegeven werd.
Spr. heeft aan het bestuur op een
conferentie in Dec. dan ook gezegd
dat hij tegen de weifelachtige houding
op kwam en uitdrukkelijk gezegd
voor billijke wenschen te,willen op
komen. In de Kamer heeft spr. uit
drukkelijk doen uitkomen dat niet
op het geheele ond off.-corps de klad
der onbetrouwbaarheid rust.
Spr. komt neer op de houding van
den afgetreden minister Naudin ten
Cate tegenover den schout-bij-nacht
Albarda, die te laken is, omdat het
geen de heer Albarda wilde juist in
de lijn lag van een nieuwe stroo
ming. Er kwam bij dat men in den
een onwaardig spel speelde
door des nachts een der officieren in
politiek naar den Helder te zenden
den schout-bü-nacht ongerust te
maken, waardoor deze de schepen
liet ontwapenen. Men zeide den
schout-blj-nacht niet wat hij doen
moest en behandelde hem later als de
zondebok.
Achteraf is dat erg gemakkelijk
voor den minister nu een hoogen
toon aan te slaan. Wat zou de min.
gedaan hebben als hier gebeurd was
wat in Kiel geschiedde? En wat de
tegenwoordige stelling-commandant
de heer J. Soutendam in Vlissingen
deed, vindt men prachtig. Daar liet
hij de schepen uitvaren want buiten
gaats had hij al zijn kannonneerboot
gereed om te vuren als de roode vlag
geheschen werd.
Door zulk „krachtig" optreden ware
de burgeroorlog ontbrand. Voorkomen
is beter dan genezen, dat was wat
schout-blj-nacht Albarda wilde en de
groote grief tegen den min. was dat
hij een slachtoffer zocht voor de fou
ten die men in den Haag maakte.
Dat klemt te meer als men ziet.hoe
de regeering ten opzichte van het
landleger precies deed als de heer
Alb,\rda en de wapens liet inleveren.
Men stond nu voor de vraag wat
met het personeel moest geschieden.
Spr. heeft geadviseerd geef gelegen
heid tot vertrekken aan ieder die wil,
maar, „met behoorlijk pensioen".
Vooral geen slachtoffers, daar het
departement zelf de oorzaak was van
den verkeerden toestand. In dit opzicht
staat spr. lijnrecht tegenover Staal
man, die geen overleg wilde met de
bonden en hen zonder pensioen wilde
ontslaan. Natuurlijk zou zooiets
zaak ontbonden hebben. Als men in
de goede richting wil gaan moet men
het personeel behandelen o-
komstig de eischen van de modernen
t\jd.
Thans de quaestie van het materieel,
Dit is een even moeilijk vraagstuk
als dat van het personeel. Ook dit
hangt in de lucht. Vandaar spr.
standpunt, dat niet volkomen begre
pen is. Spr. wil niet niets meer
voteeren, alleen maar afwachten het
geen omtrent den Volkerenbond
wordt beslist. Geen millioenen uit
geven die misschien zullen blijken
niet noodig te zijn. Er komt nog by
dat het op 't oogenblik een wanhopige
boel is bij de marine. We hebben een
verzameling oudroest,waarvoor jaren
lang millioenen zijn gevoteerd. Jaren
lang is er niet de minste lijn ge
weest inzake den aanbouw. Men
sprong van den hak op den tak. Wat
er gebeuren zal weet niemand, maar
wel weet men dat radicaal dient te
worden gebroken met het oude
systeem, en een nieuw opgebouwd,
Dat standpunt is door spr. neer
gelegd in zyn motie. Geen verdere
noodelooze uitgaven voor aanbouw,
geen noodeloos herstellen van ver
ouderde schepen.
Spr. wijst op de merkwaardige
houding des heeren Hugenholts die
het aanvankelijk geheel met spr.
eens was en later, na een rede van
dr. Van Ravesteljn met eene motie
kwam, lijnrecht tegen zijn eerste
standpunt ingaande. Toen het merk
waardig optreden van den heer
Wijnkoop tegenover de motie Hugen
holtz. Wijnkoop was vóór de motie
Oud, omdat die was oprecht,burger lijk
democratisch. De motie Hugenholtz
daarentegen vond de heer Wijnkoop
volkomen terecht, onoprecht en wilde
die niet steunen. Immers, het tweede
gedeelte, benoeming van een com
missie voor liquidatie wasonnoodig,
daar men eenvoudig de begrooting
kan afstemmen.
We kregen nu de schorsing der
debatten, gevolgd door 's Min. ontslag
aanvrage. Een verstandige daad van
den min., daar hij volkomen tekort
schoot in z\jn leiding die weifelend
en aarzelend was.
Tegenover den heer Ruys de
Beerenbrouck zal spr. fractie dezelfde
houding aannemen.
Hoe moet het verder gaan met
de ontwikkeling van het militarisme?
Als wq tot algemeens ontwapening
komen, hebben we inderdaad iets
gewonnen. Voor den Helder is aan
de zaak nog een speciaal belang
verbonden. Is de bloei van de stad
verzekerd indien de marine zou
worden afgeschaft?
Naar spr. meening rust op de
landsregeering den plicht rekening
te houden met de belangen van den
Helder. Doordat er het marine etablis
sement jarenlang gevestigd is geweest,
zijn verscheiden groote inrichtingen
ontstaan, en het rijk zal zedelijk ver
plicht zijn rekening met een en ander
te houden. Het zou bijv. volkomen
onjuist zijn de marinewerf af te
schaffen. Hetzelfde geldt voor de
werkplaatsen aan de Hembrug en
te Delft.
Spr. zal t. z. t. in de Kamer het
denkbeeld ontwikkelen deze bedrijven
om te zetten in een vredesbedrijf.
Ook ten opzichte van het vraagstuk
der Zuiderzee-drooglegging make men
zich niet ongerust Spr. is het in deze
met den onlangs vertrokken gem.
secr. eens.
Het is onjuist als men meent dat
onze motie vooruitloopt op de ge
beurtenissen. Dat kan niet, want de
afwikkeling daarvan ligt te Ver-
sailles. Te meer is het daarom te
verheugen dat wy ons niet behoeven
te binden aan de marine. Als een
voortvarend en ruime inzichten too-
nend gemeentebestuur een beroep
doet op de laadsregeering, opent zich
voor den Helder een vredestookomst
die stabieler is dan die van nu.
De vrijz.-dem. stellen zich op den
bodem der praktijk. Er moet een
andere geest komen onder het per
soneel der marine en ministers als
Naudin ten Cate moeten verdwenen.
Het was geen aangename taak dezen
minister weg te zenden, maar een
Kamer kan daar geen rekening mee
houden. Bij haar geldt het landsbelang
als nummer één. Hopen wij dat min.
Ruys een man vindt met een ruimen
blik, die nieuwe banen opent. Een
moeilijke taak zal dat z(jn. Schaper
sprak van een „hondebaantje", dat
is wel wat scherpde taak was zoo
ondankbaar omdat de Minister van
Marine nooit den goeden toon wist
te pakken. Als er een Minister komt
met een anderen geest, zal het ambt
heel wat minder onaangenaam blijken
te zyn. Dat is de weg waar wij heen
moeten, en dan komen «ok geen
excessen meer van de Bonden, maar
oefenen die een goeden invloed uit.
Van de gelegenheid tot debat werd
door vier heeren gebruik gemaakt.
De heer Schutte komt op tegen
de bewering als zou de houding der
onderofficieren weifelend zijn. De
heele bond staat achter het Hoofd
bestuur. Overigens beklaagt spr. er
zich over, dat niet meerdere officieren
eens voor de belangen der onder
officieren opkwamen. Dit geschiedde
is als ze uit dienst waren.
De heer Quant bespreekt het
vraagstuk van het materieel. Spr.
vindt de motie Oud te ver gaan. Als
de verdere aanmaak stopgezet zou
worden, zou hij dat een ramp achten.
Er is verouderd en waardeloos mate
rieel, maar het nieuwe, speciaal het
kleine, is goed. Het vormt een kern
van beter materieel. En in 1912 is
men begonnen met vernieuwing ook
van het groote materieel; thans wordt
wel een fijn gevolgd. Dat de laatste
jaren zoo weinig is afgeleverd, komt
door den oorlog. In elk geval staat
vast dat er een militaire macht zal
moeten biy ven, en de motie Oud werkt
verkeerd. Thans reeds wil men bij
de Ententelanden de Duitsche vloot
verdeelen. Men is nog ver van ont
wapening af. Den Helder staat buiten
de kwestie, die van nationaal, niet
van plaatselijk belang is. Het goede
materieel is nog zoo gering, dat het
verkeerd zou zijn den aanbouw stop
te zetten.,
De kwestie van meenemen der ge
zinnen verdedigt spr. warm. Zelfs is
bet nog meer wenschelljk voor den
mindere dan voor den officier, die
altijd wel een familie vindt waar hij
thuis is.
Ten slotte de revolutieweek en het
gebeurde te Vlissingen. Niet de heer
Soutendam had den burgeroorlog ont
ketend, meent spr., maar zij die de
roode vlag heschen.
De heer Verstegen, de derde
debater heeft met genoegen den spr.
aangehoord. De heer Oud begeeft
zich niet op kronkelpaadjes van
politiek, maar houdt de zaak op peil.
Als eerlijk man kan men daar dan
ook met eene andere politieke over
tuiging tegenover gaan staan. Spr.
is het in veel opzichten met den heer
Oud eens, niet echter dat h(j Wyn-
koop zoo in de hoogte stak toen
deze de motie-Hugenholtz afstemde.
Wijnkoop had zeer stellig ongelijk,
daar hij op het standpunt staat „geen
man en geen cent", en het is voor
spr. de vraag of Wijnkoop by zijn
eerste houding zal volharden. Het
standpunt dat de heer Oud innam
bij de marine-debatten, is spr. zeer
sympathiek. Volgens spr. meening
heeft de heer Hugenholtz verkeerd
gedaan. Hij zal op het congres daar
voor wel ter verantwoording worden
geroepen. Wij hebben thans by de
marinebegrooting een voortvarend
heid gezien, die men vroeger ver
geefs zocht, ook bij 's heeren Ouds
partijgenooten. Waaraan is die ver
anderde taktiek te danken?
Rambonnet ging naar den Haag
om de marine te hervormen met
een schip van 15 0001. Het eindigde
met dat, waardoor Wentholt viel, n.1.
met 7000 ton (gelach). Ten opzichte
van het personeel heeft de marine
nooit grooter scherpslijper gehad dan
Rambonnet; van de vrljz. kwam
echter nooit verzet, integendeel
werd hy gestijfd in zijne houding.
Spr. gelooft wel dat de vryz. nu inzien
dat zij anders moeten handelen.
Overigens sluit spr. zich gaarne
aan by de rede. Jarenlang heeft men
met de belangen van het personeel
gespeeld. De B. v. M. M. P., die
jaar streed voor verbetering, heeft
nooit ©enigen steun in de volksver
tegenwoordiging gehad. Indien de
regeering thans ontactisch optrad,
is dat mede de schuld ven het par
lement.
Tenslotte de onderofficieren. Hun
rang aan boord is een uiterst moei
lijke; zij zijn ondergeschikt en supe
rieur tevens. Zy kunnen niet doen
wat de mindere schepeling doet, en
tenslotte zijn ze uit den B v. M. M. P.
voortgekomen en leven in hen de
zelfde gedachten. En oogenblikken,
die het geheele Nederiandsche volk
volk beroeren gaan ook niet onver
schillig over hun hoofden heen.
Vandaar hun tweeslachtige houding.
Ook by een goede behandeling van
het personeel zal dit zijn overtuiging
niet veranderen.
De heer v. d. Hoeven komt ten
alotte op tegen het stakingsverbod
voor den militair, iedere andere
arbeider mag wel staken.
Uitvaerig [beantwoordt de heer
Oud de debaters. Eene vraag van
den heer Smid op welke w(jze het
reactionnaire ambtenarenkliekje aan
het departement vervangen kan
worden, beantwoordt h(j met te
zeggen, dat de Kamer van den
minister eischen moet andere amb
tenaren aan te stellen. De Kamer
zelf kan geen ambtenaren ontslaan.
De vraag van den hber Schutte
waarom de officieren nooit eens zyn
opgekomen voor de belangen der
onderofficieren, is moeielyk te beant
woorden. Naar spr. uit eigen ervaring
weet, staan heel wat officieren even
vijandig tegenover het departement
als onderofficieren en minderen. De
inlichtingen die spr. heeft verkregen,
zijn meest uit officierskringen ver
strekt.
Men heeft spr. bewering, dat de
houding van het bestuurr de O.Off.-
Ver. weifelend was, niet weerlegd. De
o.off. hadden behooren te staan aan
de zijde van orde en gezag. Dat was
niet met allen het geval.
Tegenover den heer Quant ver
dedigt spr. zijne motie, die zich niet
uitlaat over al of niet lateren aan
bouw, alleen maar in afwachting
van de ontwikkeling der dingen den
aan- en afbouw stopzetten wil. Geen
enkel nadeel is er aan verbonden.
Wat de houding van den heer
Soutendam te VlisBingen betreft, -
meent dat voorkomen beter is
dan genezen.
Thans de heer Verstegen. Het was
niet spr. bedoeling den heer Wijnkoop,
met wiens inzichten hy het absoluut
niet eens is, in de hoogte te steken.
Maar die heer is consequent socialist,
en de motie Hugenholtz was twee
slachtig.
Spr. gaat daar nader op in.
Reeds in 1916 heeft Ketelaar het
opgenomen tegen Min. Rambonnet
voor den B. v. M. M. P. en ook spr.
heeft over de salarisregeling der
onderoft.-mach.dr. gesproken.
Dat de positie van de onderöff.
moeiiyk is erkent spr. gaarne, en dat
ze hun maatschappelijke overtuiging
niet prijsgeven evenzeer. Maar daarom
behoeven ze nog geen revolutie te
maken. De democratie vordert, dat
de minderheid zich bij de beslissing
der meerderheid neerlegt.
Tenslotte den heer van der Hoeven.
Daar de militairen bestemd zijn om
orde en rust te bewaren, zou het
niet goed zijn hen het stakiDgsrecht.
te geven. Iets anders is het om aan
gewetensbezwaren tegemoet te komen
Te ruim 12 uur werd de zeer ge
animeerde vergadering gesloten.
Llofdadlghefdcvoorstelllng.
13 kinderen zond de afdeeling Hel
der van het Centraal Genootschap
voor Kinder-herstelling8- en vacantie-
kolonies naar Egmond aan Zee, om
te trachten hun een gezonde kleur
en levenslust te hergeven.
Hoe noodig dit was blijkt wel uit
het feit dat, op advies van den
neesheer voor 10 van hen een verlengd
verblyf van 4 weken werd aange
vraagd. Bovendien zullen nog 7 kin
deren (3 naar „de Steeg" en 4 naar
Nunspeet) worden uitgezonden.
Dit is evenwel gemakkelijker gezegd
dan gedaan. Daarvoor is geld, veel
geld noodig, dat begrijpt ieder. Maar
een ieder kan ook het zijne er toe
bijdragen, dat het daarvoor benoo-
digde geld er komt. A.s. Maandag
wordt ten bate van de kas van de
afd. Helder door Tavenu opgevoerd
betg eestige blijspel van Van Rossem
„Pomarius".
Koopt dus kaarten voor deze voor
stelling. Gy bezorgt u zelve een ge-
noegelyke avond en helpt bovendien
mede om het schoone doel der Kinder-
herstellings- en vacantiekolonies te
verwezenlyken.
Wordt lid of begunstiger der Ver
eeniging en gy zult steeds de prettige
gedachte hebben het uwe bij te dragen
voor een goed doel.
Maar vooral, koopt kaarten opdat
de afd. Helder niet voor de nood-
zakeiykheid wordt geplaatst het in
dit geval begonnen werk halverwege
te moeten afbreken.
Dus allen naar de opvoeriDg van
„Pomarius".
8INNENLAN0.
Nederland en Belgiï.
De Parysche correspondent van het
Handelsblad seint:
De commissie voor de Belgische
quaesties is tot een defiinitieve con
clusie gekomen ten aanzien van het
verdrag van 1839. Zij zal Donderdag
aan den Raad van Tien rapport uit
brengen, die een korte uiteenzetting
zal aanhooren in zake de motieven,
die tot deze beslissing hebben geleid.
Ik meen te weteD, dat de com
missie van oordeel is, dat de ver
dragen van 1839 nietig zijn gevonden.
Dat, hetwelk de garandeerende mo
gendheden tegenover België bindt,
zou vervallen zyn omdat drie garan
deerende mogenheden, Duitschland,
Oostenrijk en Rusland, door het ver
drag van Brest-Litowsk het verdrag
van 1889 zouden geschonden hebben.
Het verdrag, dat Nederland en
België bindt, zou nietig zyn, omdat
Nederland het zou geschonden hebben
door de Duitsche troepen op hun
terugtocht door Limburg te laten
trekken.
De verdragen zullen dos moeten
herzien worden. Dit kan slechts ge
schieden door gemeen overleg tus-
schen de groote mogendheden eener-
zyds en Bel git en Nederland ander
zijds.
De commissie zal dus vooretellen,
dat de quaestie door de mogendheden
met België en Nederland zal behan
deld worden.
In ieder geval kan ik herhalen,
dat het nooit bij de conferentie is
opgekomen om de zaak met geweld
en tegen den zin van Nederland aan
te snijden.
Het officieel Reuterbericht der
vredesconferentie meldt
De commissie van onderzoek voor
de Belgische aangelegenheden heeft
besloten de Belgische eischen
ten opzichte van Nederlandsch
grondgebied niet te steunen,
overwegend, dat het buiten haar
rechtsbevoegdheid of macht ligt over
grondgebied van een neutralen staat
te beschikken.
OtKtnlagUiaZeauwieh-VIsiiidiraii.
H. M. de Koningin heeft, vergezeld
van Z. K. H. den Prins, Woensdag
een bezoek gebracht aan Zeeuwsch-
Vlaanderen, waar zy een groot aantal
plaatsen bezocht. Het was een ware
zegetocht. Te Oostburg werd H. M.
een album aangeboden met niet min
der dan 83000 handteekeningen van
inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen,
die op deze wyze hun wensch om
met Nederland vereenigd te blijven
naar voren brachten.
Da kolanvoorzlenlng.
Aan het Handelsblad wordt gemeld,
dat het met onze kolenproductie er
slecht voor staat en dat wy met den
komenden winter nog in de misère
zullen zitten. De kolenhandel is van
oordeel, dat de toestand niet zoo
behoefde te wezen. Het is alleen het
keursiyf der rykakolendistributie dat
onmiddeliyke verbetering belet. Hoe
goede diensten dat lichaam in de
achter ons liggende jaren misschien
mag hebben bewezen, naar de meening
van den kolenhandel die thans vol
doende offerten uit alle landen krijgt,
heeft het zich thans evenals ver
schillende andere rijksbureaux die
reeds opgedoekt zijn, overleefd. Men
hoopt dan ook, dat minister Van
IJselsteyn hier spoedig schoonschip
maken, hetgeen de meest onmis-
3 voorwaarde is om in den loop
van dit jaar een behoorlijke reserve
te kunnen krygen voor den komenden
winter, zoodat niet iedereen in de kou
behoeft ts zitten.
Steaakolta uit Balgli.
De Haagsche X correspondent
meldt aan het „Hbld." omtrent deze
gelegenheidUit het stadium der
officieuse onderhandelingen over de
levering van kolen door België is
men al reeds sinds eenigen tijd ge
komen tot de phase van gewone
handelstransacties tusschen particu
liere handelaars. Door Nederlanders
zyn thans 350,000 ton steenkolen in
België gekocht, waarvoor biykens
opgave van de koopers uitvoercon-
sent aanwezig is. Het is duidelijk,
dat Hollandsche koopers geen com
pensatie-orders in geld hebben kunnen
toezeggen voor de levering die, als
gezegd buiten de regeering om gaat.
De beschikking over deze Belgische
kolen komt inmiddels in handen van
de Rykskolendistributie.
Haring en Bokking.
Hiervoor zyn de maximumprijzen
ingetrokken.
Manufaoturnn,
die indertyd in beslag zijn genomen,
worden weder vrijgegeven.
Botar-ondarbona
behoeft men in de restaurants niet
meer af te geven.
Laatste berichten.
Den Haag, 6 Maart. In
Kamer heeft de Minister van Buiten-
landsche Zaken heden de volgende
verklaring afgelegd:
Ik heb de eer U mede te deelen
dat de berichten in de ochtend
bladen volgens welke op de vredes
conferentie is besloten de Belgische
eischen ten opzichte van Ned. grond
gebied niet te steunen, niet, geheel
overeenkomt met de inlichtingen
welke dienaangaande in den loop der
laatste dagen van onze diplomatieke
vertegenwoordigers in het buiten
land zyn ontvangen.
Beriy'n v. D., 6 Maart.
De onderhandelingen van de wapen
stilstandscommissie te Spa aangaande
de verzorging van Duitschland met
levensmiddelen, zijn, naar uit be
trouwbare bron vernomen wordt,
plotseling afgebroken.
De vertegenwoordigers der gealli
eerden eischen onvoorwaardeiyke uit
levering der geheele handelsvloot,
zonder daarvoor te willen waarborgen
dat Duitschland, zooals in het verdrag
bepaald was, van levensmiddelen zou
worden voorzien.
Beriyn, V. D. 4 Maart. Een bericht
uit Bremeu meldt, dat de algemeene
staking geëindigd is. De algemeene
toestand te Eisenach is weer critiek
de stad is verstoken van lichtgas
water. Er komen telkens botsing
voor tusschen de regeeringsgetrou-
wen en de Spartaciërs, waarby deze
laatsten gebruik maken van hand
granaten.
Ook in Beriyn wordt de toestand
critieker. By de bureaux der dag
bladen heeft het personeel het werk
nog steeds niet hervat en men vreest
dat deze zullen overloopen naar de
Spartaciërs, wat reeds door het per
soneel van het Wolff-bureau zou zijn
gebeurd.
TWEEDE KAMER.
In de zitting vau Woensdag werden
de besprekingen over de o o r 1 o g s-
begrooting voortgezet.
De discussies liepen in hoofdzaak
over de legerpredikanten en aalmoe
zeniers. Vermoedelyk zal worden
sloten, dat zy niet langer hun kerkeiyk
ambt zullen kunnen vervullen.
BUiTENLANO
Dt schuld dar stsatssouvaralRSR.
Londen, 5 Maart. De „Daily Express"
zegt dat de commissie van rechts
geleerden, die benoemd werd om de
quaestie van de schuld van den oor
log te onderzoeken, heeft beslist dat
tegen een staatssouverein niet kon
worden geprocedeerd. Dit besluit
moet evenwel door de geheele Vredes
conferentie worden geratificeerd.
Or gtalllasrdaR br da voeding van
Duitschland.
Beriyn, 5 Maart. Gisteren zyn te Spa
de onderhandelingen over delevens-
middelenvoorziening van Duitsch
land begonnen. Admiraal Hope ver
klaarde, dat men volstrekt geen
teerkost naar Duitschland door zal
laten, zoolang de overgave van de
Duitsche koopvaardy vloot niet een
flink stuk opgeschoten is.
Uit de onderhandelingen blijkt
duidelijk, dat de geallieerden in tegen
stelling met de Duitsche wenschen
niet van zins zyn, over de bevoorra
ding van Duitschland in haar geheel
tot aan den volgenden oogst te
spreken, maar een kleine, reeds
beklonken gedeelteiyke levering van
270.000 ton willen doen.
Da ataklag ta Bsrlijs.
Berlijn, 5 Maart. Na den eersten
dag van de algemeene staking kan
geconstateerd worden, dat deze niet
algemeen is. De post, telegraaf en
telefoon staken niet (het verbod van
particuliere telefonische gesprekken
in de stad is uitgevaardigd door den
militairen bevelhebber), evenmin de
arbeiders van de electriciteitsfabrie-
ken. De treinen rijden. De winkels
en restaurants zijn open en indien
de electrische tram en de onder-
grondsche niet staakten, dan zou het
publiek van de met zooveel vrees
tegemoet geziene en met zooveel
ophef aangekondigde „algemeene"
staking eigeniyk heel weinig merken.
De „Vorwaerts" verschijnt geregeld,
evenals het gedeelte der burgerlijke
bladen, waar niet vóór de proclamatie
van de algemeene staking om loons-
geschillen een deel van het personeel
het werk had neergelegd.
De organen van de onafhankelijke
socialisten en de communisten daar
entegen, de „Rothe Fahne",de „Frei
heit" en de „Republik" zyn gedoemd
tot zwijgen, daar de regèeringstroe-
pen hun bureaux bezet hebben. In
de groote fabrieken wordt niet ge
werkt, doch in de kleinere fabrieken,
waar de arbeiders in geheime stem
ming moesten verklaren of zij aan
de beweging wilde meedoen, ligt het
werk niet stil.
Gisteren zyn duizenden mannen
regeeringstroepen Berlijn binnen ge
marcheerd in volle oorlogsuitrusting
en met artillerie. Patrouilles van 10
tot 12 man doorkruisen de stad om
het plunderen tegen te gaan. Men
krygt den indruk, dat de regeerings
troepen de stad beheerschen en dat
een poging tot herhaling van de
ongeregeldheden in Januari onmid-
deliyk onderdrukt zal worden.
De berichten uit Midden-Duitsch-
land klinken gunstiger. De regeerings
troepen hebben Halle volkomen bezet.
GeborenTHEODORA HERMINA,
Dochter van
J. H. v. d. BRAAK en
I. J. v. d. BRAAK—Drost.
Haarlem, 4 Maart 1919.
CORRESPONDENTIE.
Nogmaals moeten een drietal in
gezonden stukken, van de heeren
J. J. Snel, van Els&cker en de afd.
Helder van den Bond van Nederl.
Onderw., en een stuk van de Ge
zondheidscommissie tot een volgend
nummer blyven liggen.
Redactie.
MARKTBERICHTEN.
13 [-»«•>
uui», 6 Muit 1(18,
801
69 ««léakooiM I
se Xxifkovi» 400 7
88* SvchUr* kKlvar*- 18
622 Imti 81
11 Bokkto en ««IUb 8—
16 "*rk«n» faug.) «lak 81.-- 1
81 Yalkaak iTattal 181
«6 SU*.» 80.
26 Kongaaa 3 -
7 Banda» 6-
7267 aie«i*res luo itaci 12 -
170 Raaktlcfax idJ 18
LEQERBERICHTEN.
Ovei plaatsingen, arz.
BU K. B. la In s|]a nvg overgeplaatst bij bat
ia» j>gars ta dau Haag da U lolfc-kwaiUa*-
meesiai J. H. veo Hooin, van bet Sa bat, fte
rag inf. ta dan Haldar.
bij beil aai g van dan commatdant van bet
veldl'ger la de la-lolt. T J. A. Boera, van het
Sle >eg lat. te den He de*, overgeolutat b|J de
le compagnie wlel'üdais. In gernizoen te Ateen
Rakenlng boodanda met de omatandlgbeld
dat tb.ns weder oo invoer vantarwekanwutden
getekeud acht de opperbevelhebber van land
en aeemacht het wenachelljk het broodrantsoen
van dt ml ltatren eenlg.zine te veihoogen In
velband b-ermede ie bepaald, dat ie reteneu
van 9 Maart au. In phata van 0.60 KG aan
ledar militair 060 KG. brood aal worden ver
etrekt.
Het reraoueel ven het lfa en 2 a reg Inf.
gedetacheerd bfl de Cadettenschool te Aiamaar,
netwelk met onbepaald klein ve-lof la vertrok
ken, ia vervangen door personeel van het 2ie
reg lnf. uit den Helder.
MARINEBERICHTEN.
De adelboret der te kl. marine-reserve C P.
van Dieet, van Hr Me Wachtachlp te WUIema-
o>rd wordt 60 April 1(19 ontheven van den
werkelUcea dlenet In verban 1 met s|)n benoe
ming tot adlanoi oommleaaile der loodaen te
Helder op 1 Mei 1819.
Met 8 Maart 1919 wordt de luitenant ter zee
der 2e kl J. T. T. Stug van de Gjmnaetlek- en
S.ortschooi der Marine, gei tel d tei beeohikkfng.
Lolt enent ter zee le kl. G. L Heerie, afgetreden
commandant van Hr Me. Mednaa, la ter beachik-
klng geeteld.
Met 6 dezer z||n officier van gezondheid le kl.
H. c. A. Detmar en officier van gezoodheld Ie
kl. P. Meerbnrg. respectievelijk geplaatst aan
boord Hr. M«. Schorploea en Hr Me. Heema
kerek.
B|J Kon. bealnlt zün op verzoek eervol ont-
alrgen uit dan zeedienet de luitenante ter zee
3e kl. J. G. Doorman en J. H. van Rlukhagaen.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaartmaatschappij Nadorland.
Karlm-ta, van Naw-York ntar Java, vertrok 87
Fabr van Barbadoa.
Batoe.nltiels arrlv.1 Maart te Londen.
Bewean, van Batavia nur Naw-York, vertrok !8
Fabr van Port Naul.
Blntang, van Batavia naar San Franclaco.arrlv
87 Febr. te Manilla.
Rottl. van Uacaaaar nur New-'York, art 1 veer da 1
Maart ta Panama.
Ka ngean ar rl v. 21 Febr. ven Yokobama te Kobe.
Rattardamaoha Lleyd.
Tembora, nltrele, pau. 8 Maa> t Sagr.e.
G.roat. van Rotterdtm naar Java, arrlv. 88 Febr.
tePadeng.
Ken. Hall. Lleyd.
Hollendla, v. Cerdiff naar Noord-Amerlka, vertr
6 Maart van Biest.
Hall. Amerika lijn.
Waaldijk,-van Java naar New York,arrlvt
38 Febr. te San Franclaco.
AndUk vertrok 28 Febr. van Newport New* naar
Rotterdam.
Bobled>k. van Batavia naar San Franclaco.arrlv.
86 Febr.teNagauki,
Stoamvaartmaa schappij Oceaan.
Dardanna vertr. 19 Febr. v. Batavia o. A'dam.
Java-Paaifia Lijn.
BosrakarU vertrok tB F«br. van Ben Franclaco n.
Batavia, vla Nagasakl
Wills arrlv. 22 Febr. van Nagaztkl te Yokohama.
Java Bangalan-IIJn.
Birma arrlv. 80 Febr van Madras te Pedacg.
VISSCHERIJ BERICHTEN.
Aangebracht te Nieowediep.
4 Murt Door garaalenvluobers800 K.6-
gekookte garnalen, per K.G f 017 a f 0.—.
6 Maart. Door 76 torders: 800 kisten kleine
achol, oer kiat f 10 - 100 kitten scharren, per
kist f 7 60 a f (.1010 kleten bot, por klat f 32.-
a f 26.—.
Door garnalanvUBchara: 890 KG gekookte
garnalen, per KG. f 018 a f 016.
Door trekkers: 18 tal barlag, per tel f 24 60a
f 37.—.
6 Maart v/m. 8 nur. Door trekkers: 10 tel
haring, per tel f 24 a f (7.-.
Burgerlijke Stand v. Helder,
van 4-5 Maart.
ONDERTROUWD: W. Jacobs en
H. Hoep. J. W. de Waard en A. P.
Polling. F. L. Matveld en C. Dirks.
J. Boot en A. Smit.
GETROUWD: J. Hoogerwerf en
G. Visser. J. D. de Kreuk en A. Kater.
BEVALLEN: J. Koning—Roos, z.
M. M. Hillen—Dito, d. J.H.C.Rens-
maag—Knyff, d.
OVERLEDEN: M. Kamp. 83 jaar.
D. Hartman, 21 jaar.
Getrouwd
J. 0. OE KREUK Ar.
en
A. KATER.
Helder, 5 Maart 1919.
Zeggen hiermede namens weder-
zydsche Familie hartalijk d(nk voor
de vele blijken van belangstelling bij
hun huweiyk ondervonden.
Stationsweg E 72, Velseroord.
Getrouwd
J. C. HOOGERWERF
en
QERDA VISSER,
die tevens hartelijk dankzaggan voor
zeer vele blijken van belangstel
ling, bij hun huwelijk ondervonden.
Helder, 5 Maart 1919.
Boogst'ast 119
Getrouwd
M. H. CAMP
en
A. M. NUIJENS,
die hiermede hunnen hartalijkan dank
betuigen voor de vele blijken van
belangstelling bij hun huwelijk onder
vonden.
Koegras 125, 5 Maarl 1919.
De Heer en Mevrouw H. J. E.
DENKER—van der Strdijs geven
kennis van de geboorte van hun
Dochter
FENNAHENRIETTE OOROTHEA JOHANNA
Ne °jOost-Indie 20 1918'
Hiermede vervullen wij der
treurigen plicht U kennis te
geven van het overlyden van
onzen geliefden Echtgenoot, Va
der, Behuwd- en Grootvader, den
Heer
ARIE DE WAARD,
in den ouderdom van ruim 63
jaar.
Uit aller naam
Wed. A. A. de WAARD-
Kikkkrt.
Helder, 4 Maart 1919.
Spooistiaat 184.
Heden overleed, na een lang
durig lijden, in de hope des
eeuwigen levens, onze geliefde
Echtgenoot en der kinderen
zorgdragende Vader, de Heer
JAN VERMEULEN,
in den ouderdom van bijna 43 jaar.
C. VERMEULEN - Koster
en Kinderen.
Almelo, 3 Maart 1919.
Inplaats van kaarten.
Heden overleed onze geliefde
Echtgenoot, Vader, Behuwd-,
Groot- en O vergrootvader, de Heer
PIETER 001,
in den ouderdom van 86 jaar.
Uit aller naam:
Wed. P. DOL—Pinxter.
Helder, 5 Maart 1919.
Algemeene kennisgeving.
De ter-aarde-bestelling zal plaats
hebben a.s. Zaterdag, om 12 uur.
Inplaats van kaarten.
Door dezen betuigen wy onzen
hartalijkan dank voor de vele bewyzen
van deelneming ons betoond by de
ziekte en het overlijden van onzen
geliefden Man, Vader, Behuwd- en
Grootvader, den Heer
PIETER HENORIK KAMP.
inzonderheid aan het administratief
personeel van 's-Ryks-Marinewerf,
voor de laatste eer den overledene
bewezen.
Uit aller naam
Wed. A. M. L. KAMP—van Loo.
Heidei, 4 Maart 1919.
8pooiatiaat 118.
DANKBETUIGING.
Ondergeteekenden betuigen hun
hartalijkan dank aan de doktoren
G. W. Bakker en F. H. ter Poorten
alsmede aan Directrice en Zusters
van het Gem. Ziekenhuis, voor de
zorg vuldigebehandeling en verpleging
gedurende hun ziekte ontvangen.
Familie Van den Berg.
Familie Kramer.
Urk, 5 Maart 1919.
DANKBETUIGING.
Hiermede betuigen wy onzen harta-
lijken dank aan H.H. Doktoren en
verplegend personeel van het Marine-
hospitaal alhier, voor de zoo pryzens-
waardige menscblievende verpleging
van hun zoon en broeder, tijdens
diens ziekte betoond.
H. KIKKERT, Echtgenoote
en Kipderen.
Hiermede betuigen wy onzen harte-
l IJ ken dank voor de vele biy'ken van
belangstelling by het overlijden van
onzen zoon en broeder ondervonden,
in het byzonder aan zyn vrienden
voor de laatste eer aan hem bewezen.
H. KIKKERT, Echtgenoote
en Kinderen.
De Burgsmeeitar van Heldar brengt
ter kennis van de winkeliers in deze
Gemeente, dat zy weder direct Tollat-,
Medlolnala- en Soheerzeap kun
nen betrekken by de Toiletzeep
fabrikanten.
Teneinde aflevering van slechte
kwaliteiten te voorkomen wordt be
kend gemaakt, dat alleen de onder
staande fabrikanten van Toiletzeep
zyn ingeschreven by het Rljkskantoor
voor Zeep en hun fabrikaat onder
controle staat.
C Bsrgmann an Co. Arnhem.
J. C. Boldoot, Amitordam.
N. V. Stoomzeepfabrlak
v/h. I. Bouiquet Co., Dalft.
Babr. Dokbtlman, Nljmagan.
Da Haaa en van Braro, Apeldoorn.
Stoomzeepfabrlak „Hat Klaverblad'
Haarlem.
C. J. E. Radelé, Eindhoven.
Stoomzaapfabriak v/h. Sanders Co.,
Laiden.
C. A. Woltman Elpart, Amsterdam.
N. V. Zwanonbarg'* fabrieken
Slachterijen, Oit.
De Burgemeester voornoemd,
W. HOUWING;