geteekend had, omdat de straf h.i. veel te zwaar was. Naar wy vernemen, zal vermoedelijk de zaak nog terechtkomen, althans zal wellicht de schorsing herroepen worden, gezien de gunstige verkla ringen van den scheidsrechter, die de bewuste match leidde en van den Helderschen consul, alsook het be moedigend optreden van den afge vaardigde der N.V.B. Zonderling mag het klinken, dat het bestuur van H.B. en Z.Y.3., wier terrein toch ook geschorst is, geen appèl tegen het \onnis heeft aan ge- teekend. Deze vereeniging berust dus daarin. PLAATSELIJK N<EU*S. Politieke rede mr. P. J Oud. Gisterenavond hield de heer P. J. Oud, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een rede in .Casino", die tot titel had „de Marinedebatten in de Tweede Kamer". De zaal was stampvol. Nadat de heer W. de Boer de ver gadering geopend had, verkreeg de spr. het woord. De behandeling der Marinebegroo- ting, aldus zeide spr., was dezen keer van bizonderen aard, omdat wij op het oogenblik tegenover het vraagstuk der landsverdediging in onzekerheid verkeeren. De groote oorlog ia voorbijer wordt niet meer gevochten, maar nog geen vrede is er, en wij weten nog niet wat er van komt. Spr. vertelt uitvoerig doel en werking van den Volkerenbond, den invloed ervan op Nederland. Als Wilson's denkbeeld kan worden uitgewerkt, zal de groote kracht er van zijn de preventieve macht, die volkeren zal weerhouden oorlog te voeren. Wij weten echter nog niet hoe leger en vloot zal moeten worden ingericht. Spr. behandelt allereerst het vraag stuk van het personeel. Ook nog in ander opzicht verkeert dit in bizon der stadium omdat we te maken hebben met de groote vraag: hoe heeft het zich in Nov. gedragen? Niet alie schuld rust in dezen op het personeel. Hoe was de houding die de autoriteiten tegenover het personeel aannamen? Spr. heeft in de Kamer scherpe critiek uitgeoefend op de houding van het Departement. Al is de houding bij het mindere personeel het scherpst aan den dag getreden, het is bekend dat ook onderofficieren en officieren bittere klachten hebben. (Appl.) In Den Haag heeft men totaal geen begrip van wat onder het marinepersoneel leeft. Men is daar 50 jaar achter in ideeën. Een 50 jaar terug had men nog niet het bewustzijn van groote maat schappelijke verschillen, 't Was nu eenmaal zoo, dat er waren, die een goede positie haddeu, ook die in armoe moesten leven. Langzaam is het besef ontwaakt dat het niet zoo kon blijven. De ware democratie is, dat ieder een gelijke kans krijgt op ontwikkeling van verstand. Naarmate dat besef doordrong ging men ge voelen dat het niet aanging, dat arbeider in alles zich had te voegen naar de bevelen van den werkgever. Zij organiseerden zich en kozen ver trouwensmannen, die overleg pleeg den. Meer en meer kwamen arbeiders tot het besef, dat zij te zamen moesten werken. Langzaam organiseerde men zich aan beide zijden en de ervaring leerde dat hoe langer hoe meer de strijd verzacht werd, dat onderling overleg kon leiden tot uitstekende resultaten. Het ia begrijpelijk, dat wat in de burgermaatschappij gebeurde ook in leger en vloot plaats had. Juist daar treffen misstanden zoo diep, en orga nisatie werd bevorderd door de ver houdingen bij leger en vloot, waardoor het onmogelijk was rechts treeks contact met den hoogsten chef te verkrijgen. Dit was een ver keerde wijze van doen, hield de hoogere militairen van den troep af. Zij wisten niet wat er leefde onder den mindere. Spr. heeft hierep ten vorigen jare gewezen en de noodzakelijkheid be pleit, jonge officieren in te prenten dat het noodig was zich meer op de hoogte te stellen. Er zijn er, die dat gebrek voelen en door eigen studie trachten aan te vullen. Zij voelen dat de leiding van het Dep. v. Marine fout is. Onder de officieren zijn ook veel die wantrouwen koesteren jegens het Departement. Het optreden van de verschillende Departementen heeft de kiem gelegd tot het optreden van Nov. 1918. Wanneer men naar den schuldige zoékt, is die in de eerste plaats het Dep. v. Mar. Jarenlang zijn de organisaties tegengewerkt, het gevolg is geweest dat ze gegroeid zijn tegen de verdrukking. Spr. is het niet eens met de anti- revolut, die niets weten willen van organisaties der militairen. Nu de bonden gegroeid zijn worden ze, zij het schoorvoetend, erkend. Spr. verhaalt het gebeurde inden Harskamp, gevolg van het jarenlang negeeren van de wenschen der men- schen, trots het pleiten van Marchant. Toen barstte de bom; de Min. van Oorlog werd in één dag van con servatief democraat en de opper bevelhebber ging heen. De Kamer ondervond toen dat de Min. van Marine niet meeging met den nieuwen koers; hij wilde de bonden niet ontvangen. Spr. wees daar bij de marinegrooting op en Hugenholtz kreeg op zijne vraag of de marine ook gemoderniseerd zou worden, bevestigend antwoord. Hoe groot was spr. verbazing toen.bleek, dat de Minister de fout niet wilde erkennen om niet met de bonden te confereeren. Het Is hier mindsr de min. zelf dan wel de kliek op het Departement die dit tegenhield, want de Min. zelf was misschien wel tot hervorming geneigd maar door en door conservatieve elementen houden dat tegen. Ook het officiers corps ondervindt tegenwerking. Ja renlang blijven requesten liggen. Herhaaldelijk is bijv. gevraagd om de gezinnen van schepelingen mee te mogen nemen naar Indie. De scheiding voor zoolangen tijd is een van de grootste euvels der marine. Telkens en telkens ia het tegenge houden. Is het wonder dat zoodoende de toestand slecht is geworden? Spr. behandelt thans het gebeurde in de Novemberweek. In „Het Mid den" ziju spr. woorden niet juist weergegeven; spr. heeft uitsluitend de houding der hoofdbesturen be sproken, die z.i. aarzelend, onzeker was. Aan de hand van de Hande lingen toont spr. dit aan. De vraag of op het personeel viel te rekenen, valt in haar algemeenheid niet te beantwoorden, aldus zeggen de be sturen. Spr. begrijpt zeer goed, dat men niet hoofd voor hoofd ieders houding kan afvragen, maar het ware toch goed geweest een oproep te plaatsen, waarin de belofte van trouw gegeven werd. Spr. heeft aan het bestuur op een conferentie in Dec. dan ook gezegd dat hij tegen de weifelachtige houding op kwam en uitdrukkelijk gezegd voor billijke wenschen te,willen op komen. In de Kamer heeft spr. uit drukkelijk doen uitkomen dat niet op het geheele ond off.-corps de klad der onbetrouwbaarheid rust. Spr. komt neer op de houding van den afgetreden minister Naudin ten Cate tegenover den schout-bij-nacht Albarda, die te laken is, omdat het geen de heer Albarda wilde juist in de lijn lag van een nieuwe stroo ming. Er kwam bij dat men in den een onwaardig spel speelde door des nachts een der officieren in politiek naar den Helder te zenden den schout-bü-nacht ongerust te maken, waardoor deze de schepen liet ontwapenen. Men zeide den schout-blj-nacht niet wat hij doen moest en behandelde hem later als de zondebok. Achteraf is dat erg gemakkelijk voor den minister nu een hoogen toon aan te slaan. Wat zou de min. gedaan hebben als hier gebeurd was wat in Kiel geschiedde? En wat de tegenwoordige stelling-commandant de heer J. Soutendam in Vlissingen deed, vindt men prachtig. Daar liet hij de schepen uitvaren want buiten gaats had hij al zijn kannonneerboot gereed om te vuren als de roode vlag geheschen werd. Door zulk „krachtig" optreden ware de burgeroorlog ontbrand. Voorkomen is beter dan genezen, dat was wat schout-blj-nacht Albarda wilde en de groote grief tegen den min. was dat hij een slachtoffer zocht voor de fou ten die men in den Haag maakte. Dat klemt te meer als men ziet.hoe de regeering ten opzichte van het landleger precies deed als de heer Alb,\rda en de wapens liet inleveren. Men stond nu voor de vraag wat met het personeel moest geschieden. Spr. heeft geadviseerd geef gelegen heid tot vertrekken aan ieder die wil, maar, „met behoorlijk pensioen". Vooral geen slachtoffers, daar het departement zelf de oorzaak was van den verkeerden toestand. In dit opzicht staat spr. lijnrecht tegenover Staal man, die geen overleg wilde met de bonden en hen zonder pensioen wilde ontslaan. Natuurlijk zou zooiets zaak ontbonden hebben. Als men in de goede richting wil gaan moet men het personeel behandelen o- komstig de eischen van de modernen t\jd. Thans de quaestie van het materieel, Dit is een even moeilijk vraagstuk als dat van het personeel. Ook dit hangt in de lucht. Vandaar spr. standpunt, dat niet volkomen begre pen is. Spr. wil niet niets meer voteeren, alleen maar afwachten het geen omtrent den Volkerenbond wordt beslist. Geen millioenen uit geven die misschien zullen blijken niet noodig te zijn. Er komt nog by dat het op 't oogenblik een wanhopige boel is bij de marine. We hebben een verzameling oudroest,waarvoor jaren lang millioenen zijn gevoteerd. Jaren lang is er niet de minste lijn ge weest inzake den aanbouw. Men sprong van den hak op den tak. Wat er gebeuren zal weet niemand, maar wel weet men dat radicaal dient te worden gebroken met het oude systeem, en een nieuw opgebouwd, Dat standpunt is door spr. neer gelegd in zyn motie. Geen verdere noodelooze uitgaven voor aanbouw, geen noodeloos herstellen van ver ouderde schepen. Spr. wijst op de merkwaardige houding des heeren Hugenholts die het aanvankelijk geheel met spr. eens was en later, na een rede van dr. Van Ravesteljn met eene motie kwam, lijnrecht tegen zijn eerste standpunt ingaande. Toen het merk waardig optreden van den heer Wijnkoop tegenover de motie Hugen holtz. Wijnkoop was vóór de motie Oud, omdat die was oprecht,burger lijk democratisch. De motie Hugenholtz daarentegen vond de heer Wijnkoop volkomen terecht, onoprecht en wilde die niet steunen. Immers, het tweede gedeelte, benoeming van een com missie voor liquidatie wasonnoodig, daar men eenvoudig de begrooting kan afstemmen. We kregen nu de schorsing der debatten, gevolgd door 's Min. ontslag aanvrage. Een verstandige daad van den min., daar hij volkomen tekort schoot in z\jn leiding die weifelend en aarzelend was. Tegenover den heer Ruys de Beerenbrouck zal spr. fractie dezelfde houding aannemen. Hoe moet het verder gaan met de ontwikkeling van het militarisme? Als wq tot algemeens ontwapening komen, hebben we inderdaad iets gewonnen. Voor den Helder is aan de zaak nog een speciaal belang verbonden. Is de bloei van de stad verzekerd indien de marine zou worden afgeschaft? Naar spr. meening rust op de landsregeering den plicht rekening te houden met de belangen van den Helder. Doordat er het marine etablis sement jarenlang gevestigd is geweest, zijn verscheiden groote inrichtingen ontstaan, en het rijk zal zedelijk ver plicht zijn rekening met een en ander te houden. Het zou bijv. volkomen onjuist zijn de marinewerf af te schaffen. Hetzelfde geldt voor de werkplaatsen aan de Hembrug en te Delft. Spr. zal t. z. t. in de Kamer het denkbeeld ontwikkelen deze bedrijven om te zetten in een vredesbedrijf. Ook ten opzichte van het vraagstuk der Zuiderzee-drooglegging make men zich niet ongerust Spr. is het in deze met den onlangs vertrokken gem. secr. eens. Het is onjuist als men meent dat onze motie vooruitloopt op de ge beurtenissen. Dat kan niet, want de afwikkeling daarvan ligt te Ver- sailles. Te meer is het daarom te verheugen dat wy ons niet behoeven te binden aan de marine. Als een voortvarend en ruime inzichten too- nend gemeentebestuur een beroep doet op de laadsregeering, opent zich voor den Helder een vredestookomst die stabieler is dan die van nu. De vrijz.-dem. stellen zich op den bodem der praktijk. Er moet een andere geest komen onder het per soneel der marine en ministers als Naudin ten Cate moeten verdwenen. Het was geen aangename taak dezen minister weg te zenden, maar een Kamer kan daar geen rekening mee houden. Bij haar geldt het landsbelang als nummer één. Hopen wij dat min. Ruys een man vindt met een ruimen blik, die nieuwe banen opent. Een moeilijke taak zal dat z(jn. Schaper sprak van een „hondebaantje", dat is wel wat scherpde taak was zoo ondankbaar omdat de Minister van Marine nooit den goeden toon wist te pakken. Als er een Minister komt met een anderen geest, zal het ambt heel wat minder onaangenaam blijken te zyn. Dat is de weg waar wij heen moeten, en dan komen «ok geen excessen meer van de Bonden, maar oefenen die een goeden invloed uit. Van de gelegenheid tot debat werd door vier heeren gebruik gemaakt. De heer Schutte komt op tegen de bewering als zou de houding der onderofficieren weifelend zijn. De heele bond staat achter het Hoofd bestuur. Overigens beklaagt spr. er zich over, dat niet meerdere officieren eens voor de belangen der onder officieren opkwamen. Dit geschiedde is als ze uit dienst waren. De heer Quant bespreekt het vraagstuk van het materieel. Spr. vindt de motie Oud te ver gaan. Als de verdere aanmaak stopgezet zou worden, zou hij dat een ramp achten. Er is verouderd en waardeloos mate rieel, maar het nieuwe, speciaal het kleine, is goed. Het vormt een kern van beter materieel. En in 1912 is men begonnen met vernieuwing ook van het groote materieel; thans wordt wel een fijn gevolgd. Dat de laatste jaren zoo weinig is afgeleverd, komt door den oorlog. In elk geval staat vast dat er een militaire macht zal moeten biy ven, en de motie Oud werkt verkeerd. Thans reeds wil men bij de Ententelanden de Duitsche vloot verdeelen. Men is nog ver van ont wapening af. Den Helder staat buiten de kwestie, die van nationaal, niet van plaatselijk belang is. Het goede materieel is nog zoo gering, dat het verkeerd zou zijn den aanbouw stop te zetten., De kwestie van meenemen der ge zinnen verdedigt spr. warm. Zelfs is bet nog meer wenschelljk voor den mindere dan voor den officier, die altijd wel een familie vindt waar hij thuis is. Ten slotte de revolutieweek en het gebeurde te Vlissingen. Niet de heer Soutendam had den burgeroorlog ont ketend, meent spr., maar zij die de roode vlag heschen. De heer Verstegen, de derde debater heeft met genoegen den spr. aangehoord. De heer Oud begeeft zich niet op kronkelpaadjes van politiek, maar houdt de zaak op peil. Als eerlijk man kan men daar dan ook met eene andere politieke over tuiging tegenover gaan staan. Spr. is het in veel opzichten met den heer Oud eens, niet echter dat h(j Wyn- koop zoo in de hoogte stak toen deze de motie-Hugenholtz afstemde. Wijnkoop had zeer stellig ongelijk, daar hij op het standpunt staat „geen man en geen cent", en het is voor spr. de vraag of Wijnkoop by zijn eerste houding zal volharden. Het standpunt dat de heer Oud innam bij de marine-debatten, is spr. zeer sympathiek. Volgens spr. meening heeft de heer Hugenholtz verkeerd gedaan. Hij zal op het congres daar voor wel ter verantwoording worden geroepen. Wij hebben thans by de marinebegrooting een voortvarend heid gezien, die men vroeger ver geefs zocht, ook bij 's heeren Ouds partijgenooten. Waaraan is die ver anderde taktiek te danken? Rambonnet ging naar den Haag om de marine te hervormen met een schip van 15 0001. Het eindigde met dat, waardoor Wentholt viel, n.1. met 7000 ton (gelach). Ten opzichte van het personeel heeft de marine nooit grooter scherpslijper gehad dan Rambonnet; van de vrljz. kwam echter nooit verzet, integendeel werd hy gestijfd in zijne houding. Spr. gelooft wel dat de vryz. nu inzien dat zij anders moeten handelen. Overigens sluit spr. zich gaarne aan by de rede. Jarenlang heeft men met de belangen van het personeel gespeeld. De B. v. M. M. P., die jaar streed voor verbetering, heeft nooit ©enigen steun in de volksver tegenwoordiging gehad. Indien de regeering thans ontactisch optrad, is dat mede de schuld ven het par lement. Tenslotte de onderofficieren. Hun rang aan boord is een uiterst moei lijke; zij zijn ondergeschikt en supe rieur tevens. Zy kunnen niet doen wat de mindere schepeling doet, en tenslotte zijn ze uit den B v. M. M. P. voortgekomen en leven in hen de zelfde gedachten. En oogenblikken, die het geheele Nederiandsche volk volk beroeren gaan ook niet onver schillig over hun hoofden heen. Vandaar hun tweeslachtige houding. Ook by een goede behandeling van het personeel zal dit zijn overtuiging niet veranderen. De heer v. d. Hoeven komt ten alotte op tegen het stakingsverbod voor den militair, iedere andere arbeider mag wel staken. Uitvaerig [beantwoordt de heer Oud de debaters. Eene vraag van den heer Smid op welke w(jze het reactionnaire ambtenarenkliekje aan het departement vervangen kan worden, beantwoordt h(j met te zeggen, dat de Kamer van den minister eischen moet andere amb tenaren aan te stellen. De Kamer zelf kan geen ambtenaren ontslaan. De vraag van den hber Schutte waarom de officieren nooit eens zyn opgekomen voor de belangen der onderofficieren, is moeielyk te beant woorden. Naar spr. uit eigen ervaring weet, staan heel wat officieren even vijandig tegenover het departement als onderofficieren en minderen. De inlichtingen die spr. heeft verkregen, zijn meest uit officierskringen ver strekt. Men heeft spr. bewering, dat de houding van het bestuurr de O.Off.- Ver. weifelend was, niet weerlegd. De o.off. hadden behooren te staan aan de zijde van orde en gezag. Dat was niet met allen het geval. Tegenover den heer Quant ver dedigt spr. zijne motie, die zich niet uitlaat over al of niet lateren aan bouw, alleen maar in afwachting van de ontwikkeling der dingen den aan- en afbouw stopzetten wil. Geen enkel nadeel is er aan verbonden. Wat de houding van den heer Soutendam te VlisBingen betreft, - meent dat voorkomen beter is dan genezen. Thans de heer Verstegen. Het was niet spr. bedoeling den heer Wijnkoop, met wiens inzichten hy het absoluut niet eens is, in de hoogte te steken. Maar die heer is consequent socialist, en de motie Hugenholtz was twee slachtig. Spr. gaat daar nader op in. Reeds in 1916 heeft Ketelaar het opgenomen tegen Min. Rambonnet voor den B. v. M. M. P. en ook spr. heeft over de salarisregeling der onderoft.-mach.dr. gesproken. Dat de positie van de onderöff. moeiiyk is erkent spr. gaarne, en dat ze hun maatschappelijke overtuiging niet prijsgeven evenzeer. Maar daarom behoeven ze nog geen revolutie te maken. De democratie vordert, dat de minderheid zich bij de beslissing der meerderheid neerlegt. Tenslotte den heer van der Hoeven. Daar de militairen bestemd zijn om orde en rust te bewaren, zou het niet goed zijn hen het stakiDgsrecht. te geven. Iets anders is het om aan gewetensbezwaren tegemoet te komen Te ruim 12 uur werd de zeer ge animeerde vergadering gesloten. Llofdadlghefdcvoorstelllng. 13 kinderen zond de afdeeling Hel der van het Centraal Genootschap voor Kinder-herstelling8- en vacantie- kolonies naar Egmond aan Zee, om te trachten hun een gezonde kleur en levenslust te hergeven. Hoe noodig dit was blijkt wel uit het feit dat, op advies van den neesheer voor 10 van hen een verlengd verblyf van 4 weken werd aange vraagd. Bovendien zullen nog 7 kin deren (3 naar „de Steeg" en 4 naar Nunspeet) worden uitgezonden. Dit is evenwel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daarvoor is geld, veel geld noodig, dat begrijpt ieder. Maar een ieder kan ook het zijne er toe bijdragen, dat het daarvoor benoo- digde geld er komt. A.s. Maandag wordt ten bate van de kas van de afd. Helder door Tavenu opgevoerd betg eestige blijspel van Van Rossem „Pomarius". Koopt dus kaarten voor deze voor stelling. Gy bezorgt u zelve een ge- noegelyke avond en helpt bovendien mede om het schoone doel der Kinder- herstellings- en vacantiekolonies te verwezenlyken. Wordt lid of begunstiger der Ver eeniging en gy zult steeds de prettige gedachte hebben het uwe bij te dragen voor een goed doel. Maar vooral, koopt kaarten opdat de afd. Helder niet voor de nood- zakeiykheid wordt geplaatst het in dit geval begonnen werk halverwege te moeten afbreken. Dus allen naar de opvoeriDg van „Pomarius". 8INNENLAN0. Nederland en Belgiï. De Parysche correspondent van het Handelsblad seint: De commissie voor de Belgische quaesties is tot een defiinitieve con clusie gekomen ten aanzien van het verdrag van 1839. Zij zal Donderdag aan den Raad van Tien rapport uit brengen, die een korte uiteenzetting zal aanhooren in zake de motieven, die tot deze beslissing hebben geleid. Ik meen te weteD, dat de com missie van oordeel is, dat de ver dragen van 1839 nietig zijn gevonden. Dat, hetwelk de garandeerende mo gendheden tegenover België bindt, zou vervallen zyn omdat drie garan deerende mogenheden, Duitschland, Oostenrijk en Rusland, door het ver drag van Brest-Litowsk het verdrag van 1889 zouden geschonden hebben. Het verdrag, dat Nederland en België bindt, zou nietig zyn, omdat Nederland het zou geschonden hebben door de Duitsche troepen op hun terugtocht door Limburg te laten trekken. De verdragen zullen dos moeten herzien worden. Dit kan slechts ge schieden door gemeen overleg tus- schen de groote mogendheden eener- zyds en Bel git en Nederland ander zijds. De commissie zal dus vooretellen, dat de quaestie door de mogendheden met België en Nederland zal behan deld worden. In ieder geval kan ik herhalen, dat het nooit bij de conferentie is opgekomen om de zaak met geweld en tegen den zin van Nederland aan te snijden. Het officieel Reuterbericht der vredesconferentie meldt De commissie van onderzoek voor de Belgische aangelegenheden heeft besloten de Belgische eischen ten opzichte van Nederlandsch grondgebied niet te steunen, overwegend, dat het buiten haar rechtsbevoegdheid of macht ligt over grondgebied van een neutralen staat te beschikken. OtKtnlagUiaZeauwieh-VIsiiidiraii. H. M. de Koningin heeft, vergezeld van Z. K. H. den Prins, Woensdag een bezoek gebracht aan Zeeuwsch- Vlaanderen, waar zy een groot aantal plaatsen bezocht. Het was een ware zegetocht. Te Oostburg werd H. M. een album aangeboden met niet min der dan 83000 handteekeningen van inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen, die op deze wyze hun wensch om met Nederland vereenigd te blijven naar voren brachten. Da kolanvoorzlenlng. Aan het Handelsblad wordt gemeld, dat het met onze kolenproductie er slecht voor staat en dat wy met den komenden winter nog in de misère zullen zitten. De kolenhandel is van oordeel, dat de toestand niet zoo behoefde te wezen. Het is alleen het keursiyf der rykakolendistributie dat onmiddeliyke verbetering belet. Hoe goede diensten dat lichaam in de achter ons liggende jaren misschien mag hebben bewezen, naar de meening van den kolenhandel die thans vol doende offerten uit alle landen krijgt, heeft het zich thans evenals ver schillende andere rijksbureaux die reeds opgedoekt zijn, overleefd. Men hoopt dan ook, dat minister Van IJselsteyn hier spoedig schoonschip maken, hetgeen de meest onmis- 3 voorwaarde is om in den loop van dit jaar een behoorlijke reserve te kunnen krygen voor den komenden winter, zoodat niet iedereen in de kou behoeft ts zitten. Steaakolta uit Balgli. De Haagsche X correspondent meldt aan het „Hbld." omtrent deze gelegenheidUit het stadium der officieuse onderhandelingen over de levering van kolen door België is men al reeds sinds eenigen tijd ge komen tot de phase van gewone handelstransacties tusschen particu liere handelaars. Door Nederlanders zyn thans 350,000 ton steenkolen in België gekocht, waarvoor biykens opgave van de koopers uitvoercon- sent aanwezig is. Het is duidelijk, dat Hollandsche koopers geen com pensatie-orders in geld hebben kunnen toezeggen voor de levering die, als gezegd buiten de regeering om gaat. De beschikking over deze Belgische kolen komt inmiddels in handen van de Rykskolendistributie. Haring en Bokking. Hiervoor zyn de maximumprijzen ingetrokken. Manufaoturnn, die indertyd in beslag zijn genomen, worden weder vrijgegeven. Botar-ondarbona behoeft men in de restaurants niet meer af te geven. Laatste berichten. Den Haag, 6 Maart. In Kamer heeft de Minister van Buiten- landsche Zaken heden de volgende verklaring afgelegd: Ik heb de eer U mede te deelen dat de berichten in de ochtend bladen volgens welke op de vredes conferentie is besloten de Belgische eischen ten opzichte van Ned. grond gebied niet te steunen, niet, geheel overeenkomt met de inlichtingen welke dienaangaande in den loop der laatste dagen van onze diplomatieke vertegenwoordigers in het buiten land zyn ontvangen. Beriy'n v. D., 6 Maart. De onderhandelingen van de wapen stilstandscommissie te Spa aangaande de verzorging van Duitschland met levensmiddelen, zijn, naar uit be trouwbare bron vernomen wordt, plotseling afgebroken. De vertegenwoordigers der gealli eerden eischen onvoorwaardeiyke uit levering der geheele handelsvloot, zonder daarvoor te willen waarborgen dat Duitschland, zooals in het verdrag bepaald was, van levensmiddelen zou worden voorzien. Beriyn, V. D. 4 Maart. Een bericht uit Bremeu meldt, dat de algemeene staking geëindigd is. De algemeene toestand te Eisenach is weer critiek de stad is verstoken van lichtgas water. Er komen telkens botsing voor tusschen de regeeringsgetrou- wen en de Spartaciërs, waarby deze laatsten gebruik maken van hand granaten. Ook in Beriyn wordt de toestand critieker. By de bureaux der dag bladen heeft het personeel het werk nog steeds niet hervat en men vreest dat deze zullen overloopen naar de Spartaciërs, wat reeds door het per soneel van het Wolff-bureau zou zijn gebeurd. TWEEDE KAMER. In de zitting vau Woensdag werden de besprekingen over de o o r 1 o g s- begrooting voortgezet. De discussies liepen in hoofdzaak over de legerpredikanten en aalmoe zeniers. Vermoedelyk zal worden sloten, dat zy niet langer hun kerkeiyk ambt zullen kunnen vervullen. BUiTENLANO Dt schuld dar stsatssouvaralRSR. Londen, 5 Maart. De „Daily Express" zegt dat de commissie van rechts geleerden, die benoemd werd om de quaestie van de schuld van den oor log te onderzoeken, heeft beslist dat tegen een staatssouverein niet kon worden geprocedeerd. Dit besluit moet evenwel door de geheele Vredes conferentie worden geratificeerd. Or gtalllasrdaR br da voeding van Duitschland. Beriyn, 5 Maart. Gisteren zyn te Spa de onderhandelingen over delevens- middelenvoorziening van Duitsch land begonnen. Admiraal Hope ver klaarde, dat men volstrekt geen teerkost naar Duitschland door zal laten, zoolang de overgave van de Duitsche koopvaardy vloot niet een flink stuk opgeschoten is. Uit de onderhandelingen blijkt duidelijk, dat de geallieerden in tegen stelling met de Duitsche wenschen niet van zins zyn, over de bevoorra ding van Duitschland in haar geheel tot aan den volgenden oogst te spreken, maar een kleine, reeds beklonken gedeelteiyke levering van 270.000 ton willen doen. Da ataklag ta Bsrlijs. Berlijn, 5 Maart. Na den eersten dag van de algemeene staking kan geconstateerd worden, dat deze niet algemeen is. De post, telegraaf en telefoon staken niet (het verbod van particuliere telefonische gesprekken in de stad is uitgevaardigd door den militairen bevelhebber), evenmin de arbeiders van de electriciteitsfabrie- ken. De treinen rijden. De winkels en restaurants zijn open en indien de electrische tram en de onder- grondsche niet staakten, dan zou het publiek van de met zooveel vrees tegemoet geziene en met zooveel ophef aangekondigde „algemeene" staking eigeniyk heel weinig merken. De „Vorwaerts" verschijnt geregeld, evenals het gedeelte der burgerlijke bladen, waar niet vóór de proclamatie van de algemeene staking om loons- geschillen een deel van het personeel het werk had neergelegd. De organen van de onafhankelijke socialisten en de communisten daar entegen, de „Rothe Fahne",de „Frei heit" en de „Republik" zyn gedoemd tot zwijgen, daar de regèeringstroe- pen hun bureaux bezet hebben. In de groote fabrieken wordt niet ge werkt, doch in de kleinere fabrieken, waar de arbeiders in geheime stem ming moesten verklaren of zij aan de beweging wilde meedoen, ligt het werk niet stil. Gisteren zyn duizenden mannen regeeringstroepen Berlijn binnen ge marcheerd in volle oorlogsuitrusting en met artillerie. Patrouilles van 10 tot 12 man doorkruisen de stad om het plunderen tegen te gaan. Men krygt den indruk, dat de regeerings troepen de stad beheerschen en dat een poging tot herhaling van de ongeregeldheden in Januari onmid- deliyk onderdrukt zal worden. De berichten uit Midden-Duitsch- land klinken gunstiger. De regeerings troepen hebben Halle volkomen bezet. GeborenTHEODORA HERMINA, Dochter van J. H. v. d. BRAAK en I. J. v. d. BRAAK—Drost. Haarlem, 4 Maart 1919. CORRESPONDENTIE. Nogmaals moeten een drietal in gezonden stukken, van de heeren J. J. Snel, van Els&cker en de afd. Helder van den Bond van Nederl. Onderw., en een stuk van de Ge zondheidscommissie tot een volgend nummer blyven liggen. Redactie. MARKTBERICHTEN. 13 [-»«•> uui», 6 Muit 1(18, 801 69 ««léakooiM I se Xxifkovi» 400 7 88* SvchUr* kKlvar*- 18 622 Imti 81 11 Bokkto en ««IUb 8— 16 "*rk«n» faug.) «lak 81.-- 1 81 Yalkaak iTattal 181 «6 SU*.» 80. 26 Kongaaa 3 - 7 Banda» 6- 7267 aie«i*res luo itaci 12 - 170 Raaktlcfax idJ 18 LEQERBERICHTEN. Ovei plaatsingen, arz. BU K. B. la In s|]a nvg overgeplaatst bij bat ia» j>gars ta dau Haag da U lolfc-kwaiUa*- meesiai J. H. veo Hooin, van bet Sa bat, fte rag inf. ta dan Haldar. bij beil aai g van dan commatdant van bet veldl'ger la de la-lolt. T J. A. Boera, van het Sle >eg lat. te den He de*, overgeolutat b|J de le compagnie wlel'üdais. In gernizoen te Ateen Rakenlng boodanda met de omatandlgbeld dat tb.ns weder oo invoer vantarwekanwutden getekeud acht de opperbevelhebber van land en aeemacht het wenachelljk het broodrantsoen van dt ml ltatren eenlg.zine te veihoogen In velband b-ermede ie bepaald, dat ie reteneu van 9 Maart au. In phata van 0.60 KG aan ledar militair 060 KG. brood aal worden ver etrekt. Het reraoueel ven het lfa en 2 a reg Inf. gedetacheerd bfl de Cadettenschool te Aiamaar, netwelk met onbepaald klein ve-lof la vertrok ken, ia vervangen door personeel van het 2ie reg lnf. uit den Helder. MARINEBERICHTEN. De adelboret der te kl. marine-reserve C P. van Dieet, van Hr Me Wachtachlp te WUIema- o>rd wordt 60 April 1(19 ontheven van den werkelUcea dlenet In verban 1 met s|)n benoe ming tot adlanoi oommleaaile der loodaen te Helder op 1 Mei 1819. Met 8 Maart 1919 wordt de luitenant ter zee der 2e kl J. T. T. Stug van de Gjmnaetlek- en S.ortschooi der Marine, gei tel d tei beeohikkfng. Lolt enent ter zee le kl. G. L Heerie, afgetreden commandant van Hr Me. Mednaa, la ter beachik- klng geeteld. Met 6 dezer z||n officier van gezondheid le kl. H. c. A. Detmar en officier van gezoodheld Ie kl. P. Meerbnrg. respectievelijk geplaatst aan boord Hr. M«. Schorploea en Hr Me. Heema kerek. B|J Kon. bealnlt zün op verzoek eervol ont- alrgen uit dan zeedienet de luitenante ter zee 3e kl. J. G. Doorman en J. H. van Rlukhagaen. STOOMVAARTBERICHTEN. Stoomvaartmaatschappij Nadorland. Karlm-ta, van Naw-York ntar Java, vertrok 87 Fabr van Barbadoa. Batoe.nltiels arrlv.1 Maart te Londen. Bewean, van Batavia nur Naw-York, vertrok !8 Fabr van Port Naul. Blntang, van Batavia naar San Franclaco.arrlv 87 Febr. te Manilla. Rottl. van Uacaaaar nur New-'York, art 1 veer da 1 Maart ta Panama. Ka ngean ar rl v. 21 Febr. ven Yokobama te Kobe. Rattardamaoha Lleyd. Tembora, nltrele, pau. 8 Maa> t Sagr.e. G.roat. van Rotterdtm naar Java, arrlv. 88 Febr. tePadeng. Ken. Hall. Lleyd. Hollendla, v. Cerdiff naar Noord-Amerlka, vertr 6 Maart van Biest. Hall. Amerika lijn. Waaldijk,-van Java naar New York,arrlvt 38 Febr. te San Franclaco. AndUk vertrok 28 Febr. van Newport New* naar Rotterdam. Bobled>k. van Batavia naar San Franclaco.arrlv. 86 Febr.teNagauki, Stoamvaartmaa schappij Oceaan. Dardanna vertr. 19 Febr. v. Batavia o. A'dam. Java-Paaifia Lijn. BosrakarU vertrok tB F«br. van Ben Franclaco n. Batavia, vla Nagasakl Wills arrlv. 22 Febr. van Nagaztkl te Yokohama. Java Bangalan-IIJn. Birma arrlv. 80 Febr van Madras te Pedacg. VISSCHERIJ BERICHTEN. Aangebracht te Nieowediep. 4 Murt Door garaalenvluobers800 K.6- gekookte garnalen, per K.G f 017 a f 0.—. 6 Maart. Door 76 torders: 800 kisten kleine achol, oer kiat f 10 - 100 kitten scharren, per kist f 7 60 a f (.1010 kleten bot, por klat f 32.- a f 26.—. Door garnalanvUBchara: 890 KG gekookte garnalen, per KG. f 018 a f 016. Door trekkers: 18 tal barlag, per tel f 24 60a f 37.—. 6 Maart v/m. 8 nur. Door trekkers: 10 tel haring, per tel f 24 a f (7.-. Burgerlijke Stand v. Helder, van 4-5 Maart. ONDERTROUWD: W. Jacobs en H. Hoep. J. W. de Waard en A. P. Polling. F. L. Matveld en C. Dirks. J. Boot en A. Smit. GETROUWD: J. Hoogerwerf en G. Visser. J. D. de Kreuk en A. Kater. BEVALLEN: J. Koning—Roos, z. M. M. Hillen—Dito, d. J.H.C.Rens- maag—Knyff, d. OVERLEDEN: M. Kamp. 83 jaar. D. Hartman, 21 jaar. Getrouwd J. 0. OE KREUK Ar. en A. KATER. Helder, 5 Maart 1919. Zeggen hiermede namens weder- zydsche Familie hartalijk d(nk voor de vele blijken van belangstelling bij hun huweiyk ondervonden. Stationsweg E 72, Velseroord. Getrouwd J. C. HOOGERWERF en QERDA VISSER, die tevens hartelijk dankzaggan voor zeer vele blijken van belangstel ling, bij hun huwelijk ondervonden. Helder, 5 Maart 1919. Boogst'ast 119 Getrouwd M. H. CAMP en A. M. NUIJENS, die hiermede hunnen hartalijkan dank betuigen voor de vele blijken van belangstelling bij hun huwelijk onder vonden. Koegras 125, 5 Maarl 1919. De Heer en Mevrouw H. J. E. DENKER—van der Strdijs geven kennis van de geboorte van hun Dochter FENNAHENRIETTE OOROTHEA JOHANNA Ne °jOost-Indie 20 1918' Hiermede vervullen wij der treurigen plicht U kennis te geven van het overlyden van onzen geliefden Echtgenoot, Va der, Behuwd- en Grootvader, den Heer ARIE DE WAARD, in den ouderdom van ruim 63 jaar. Uit aller naam Wed. A. A. de WAARD- Kikkkrt. Helder, 4 Maart 1919. Spooistiaat 184. Heden overleed, na een lang durig lijden, in de hope des eeuwigen levens, onze geliefde Echtgenoot en der kinderen zorgdragende Vader, de Heer JAN VERMEULEN, in den ouderdom van bijna 43 jaar. C. VERMEULEN - Koster en Kinderen. Almelo, 3 Maart 1919. Inplaats van kaarten. Heden overleed onze geliefde Echtgenoot, Vader, Behuwd-, Groot- en O vergrootvader, de Heer PIETER 001, in den ouderdom van 86 jaar. Uit aller naam: Wed. P. DOL—Pinxter. Helder, 5 Maart 1919. Algemeene kennisgeving. De ter-aarde-bestelling zal plaats hebben a.s. Zaterdag, om 12 uur. Inplaats van kaarten. Door dezen betuigen wy onzen hartalijkan dank voor de vele bewyzen van deelneming ons betoond by de ziekte en het overlijden van onzen geliefden Man, Vader, Behuwd- en Grootvader, den Heer PIETER HENORIK KAMP. inzonderheid aan het administratief personeel van 's-Ryks-Marinewerf, voor de laatste eer den overledene bewezen. Uit aller naam Wed. A. M. L. KAMP—van Loo. Heidei, 4 Maart 1919. 8pooiatiaat 118. DANKBETUIGING. Ondergeteekenden betuigen hun hartalijkan dank aan de doktoren G. W. Bakker en F. H. ter Poorten alsmede aan Directrice en Zusters van het Gem. Ziekenhuis, voor de zorg vuldigebehandeling en verpleging gedurende hun ziekte ontvangen. Familie Van den Berg. Familie Kramer. Urk, 5 Maart 1919. DANKBETUIGING. Hiermede betuigen wy onzen harta- lijken dank aan H.H. Doktoren en verplegend personeel van het Marine- hospitaal alhier, voor de zoo pryzens- waardige menscblievende verpleging van hun zoon en broeder, tijdens diens ziekte betoond. H. KIKKERT, Echtgenoote en Kipderen. Hiermede betuigen wy onzen harte- l IJ ken dank voor de vele biy'ken van belangstelling by het overlijden van onzen zoon en broeder ondervonden, in het byzonder aan zyn vrienden voor de laatste eer aan hem bewezen. H. KIKKERT, Echtgenoote en Kinderen. De Burgsmeeitar van Heldar brengt ter kennis van de winkeliers in deze Gemeente, dat zy weder direct Tollat-, Medlolnala- en Soheerzeap kun nen betrekken by de Toiletzeep fabrikanten. Teneinde aflevering van slechte kwaliteiten te voorkomen wordt be kend gemaakt, dat alleen de onder staande fabrikanten van Toiletzeep zyn ingeschreven by het Rljkskantoor voor Zeep en hun fabrikaat onder controle staat. C Bsrgmann an Co. Arnhem. J. C. Boldoot, Amitordam. N. V. Stoomzeepfabrlak v/h. I. Bouiquet Co., Dalft. Babr. Dokbtlman, Nljmagan. Da Haaa en van Braro, Apeldoorn. Stoomzeepfabrlak „Hat Klaverblad' Haarlem. C. J. E. Radelé, Eindhoven. Stoomzaapfabriak v/h. Sanders Co., Laiden. C. A. Woltman Elpart, Amsterdam. N. V. Zwanonbarg'* fabrieken Slachterijen, Oit. De Burgemeester voornoemd, W. HOUWING;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 2