COURANT Erste Blad. I. J. H. KOOPMAN, OSTUIYIES 75.00. en n n No. $099 ZATEROttU 7 JUNI 1919 47e JAAKQANa Redaeur-Uitgever: C. DE BOER Jr., Helder. - Oplaag 7000 ex. - abonnementsprijsIn de stad f 1.15, per post I 1.40. Buitenland 1 2.40. - Loss» ex. 3 el. - Adyartaatlén per regel 17'/, ot. De positie van et Grondbedrijf. In ons tikel over Gemeentelijke grondprijs, grondpolitiek en grond bedrijven, ^genomen in de Held. Ct. van Ito 29 Maart van dit jaar, hebben wigetracht aan te toonen, waarom e gemeente, die op het gebied der'olkshuisvesting en voor wat betrel aanleg en uitbreiding van haar ebouwde kommen haar piicht wil oen, metterdaad gedwon gen is een elselmatige grondpolitiek te voerenen dat voor dit doel instelling in een grondbedrijf nood zakelijk is Wij wen er daarbij op, dit flnaneieeleedenen in veel gevallet aanleiding zijn geweest om tot vorming vi een grondbedrijf over te gaan, mr dat ook daar, waar men geldelc gewin niet zoekt of waarschijn!- acht, tot dezen maat regel dient1,e worden overgegaan. Wij zulleithans trachten aan de hand der gejvens, voorkomende in de gemeentöegrooting voor 1919 de positie va het grondbedrijf wat nader te bezia. In de eerst plaats kan gevraagd worden, of dt gemeente verstandig deed met in «n oorlogstijd tot de vorming vamen grondbedrijf over te gaan. Deze vraagzou alleen dan ont kennend beanvoord mogen worden, wanneer vast tond, dat de gemeente inderdaad abnimaal duur had ge kocht en wehóó abnormaal duur, dat met goedei grond mag worden verwacht, dat'n een zeer nabije toekomst een anmerkelljke prijs daling is te wahten. In een zeer nbije toekomst. Want welke rer ken 3taan er niet op het gemeentüjk programma voor de eerste jaren,die meer of minder urgent zijn, vaar voor grondbezit absoluut onmisbar isl Wanneer mei op een bepaald oogenblik voor en werk, dat geen uitstel van betekenis meer lijden kan, grond moet giankoopen, is men zoo goed als alt\d duur uit. Door allerlei oorzaken U men in de keuze van een terrein bêjerkt, en de eige naars bij wie men mi koopen moet aankloppen, kennen iun sterke positie en weten er maar te goed gebruik van te maken. Nu is het natuurlek mogelijk, dat ons binnen een of ejkele jaren een ernstige crisis wacht/gepaard gaande met een snelle daling van de grond prijzen. Op een dergelijke mogelijkheid te apeculeeren zou echter de meest onvoorzichtige politiek zijn, die zich denken laat. Men moet leven en werken in de onderstelling, dat men den weg, dien men voor zich ziet, ook ten einde zal kunnen gaan. Wie om de mogelijkheid, dat er een onweer zou kunnen opkomen, en dat dan de bliksem in een boom zou kunnen slaan, en dat die boom dan zou kunnen omvallen, en een tak van den omvallenden boom hem zou kunnen treffen en dooden, thuisblijft, is voor het leven niet geschikt. Houden wij thans rekening met de dingen gelijk die zijn, niet met een in de lucht hangende mogelijkteid, dan mag worden aangenomen,dat de waarde van het gold beduidend lager zal blijven dan voor den ooiog, m.a.ww, dat ook in de toekomst alle dingen en de grond zeker in de eeste plaats, duurderzullen zijn dan vroger. Of die prijsverhooging 30, 40, 6», of misschien wel 70 a 80% zal be dragen, is nog niet te zeggen, naar er dient op gerekend te worden. Bedenkt men nu, dat de gronen, die de laatste jaren zijn aangekoht, voor een zeer groot gedeelte oige- veer fl.— perM* kostten, dan her weinfg grond voor de onderstellag, dat de gemeente in de eerstvolgade jaren goedkooper zou kunnen koopn, dan zij deed, en vrijwel zeker is,lat zij, als zij voor bepaalde doeleihen (woningbouw, stichting van een niaw ziekenhuis, schoolbouw, enz.) grnd noodig had, veel duurder uit gewest zou zijn. Daarnaast is de rentevoet gestego, nadat de meeste aankoopen plass vonden. een rentevoet, die hoogstens "was van den rentevoet, waarop voor de eerstvolgende jaren gerekend moet worden. Dit beteekent, dat indien de ge meente 5/4 X zooveel betaalde als de gronden werkelijk in komende jaren waard zullen zijn, de rentelast precies even groot is, als bij aankoop in die komende jaren geweest zou zjjn. Betaalde de gemeente b.v. voor zekere terreinen f 1,— per M*, dan bedraagt de rente van de koop som volgens de oude leeningen 44/10 cent voor eiken meter. Kon de ge meente dienzelfden grond nu koopen voor 80 cent per Ms, dan zou precies evenveel rente verschuldigd zijn. Men heeft ons tot nogtoe niet kunnen overtuigen, dat de gemeente te duur kocht. Indien dat echter waar is, en zij betaalde gemiddeld een vierde te veel voor alle boven bedoelde gronden, dan is zij nog niet duurder uit, dan wanneer zij in de komende jaren gelegenheid mocht vinden om ze voor de werkelijke waarde van vroeger in haar bezit te :rijgen. Volgens bovenbedoelde opgave uit gemeentebegrooting staat naast ht grondbezit ter waarde van f $6848.26, waarvan de koopsommen uit vroegere leeningen zijn gedekt, nog-^en bezit van f 66797.58, waar van de koopsom uit de nieuwe leenitr gevonden zal moeten worden. Dit latste bedrag moet dan nog vermeederd worden met dat van de latere aiikoopen. Het feit staat vast, dat de gmeente veel te laat begon nen is int; te koopen. Daarover te jammeren heeft echter geen- nut. Men moetjet verleden aanvaarden gelyk het d6 bovenstaande cijfers wijzen er cn 0,i. 0p; dat dö ge meente er ni, jUiSt tijdig by geweest is om goed temaken, wat nog her steld kon wor*,n. Uitstel zou waar schijnlijk voor en aantal jaren afstel zijn geweest eneen afstel, dat niet genoeg betreurd ad kunnen worden, omdat, zooals wlj^eds opmerkten, mogelijkheid Van de woningpolitiek en an het behoorlijk leiding gaven aan dejtadsuitbreiding met het bestaan van t»p gemeentelijk grondbezit van een?e beteekenis schier onverbrekelijk «amen hangt. En het grondbezit Tan onze ge meente it, vergeleken uet dat van vele andeien, nog zoo ui^rst gering. Het is miscbien voldoende voor de doeleinden waarvoor de gemeente het in dt allereerste plaafc noodig heeft, mar veel meer dan voldoende zeer stellij niet. Goed, zi men zeggen, lmt dit alles waarzijn. Maar is dar toch niet door alat koopen de finaniieele positie val onze gemeente m de waagschaakesteld Waar moet het met dat bchriiven van rente en aflossingenieen In de este plaats moeten wij hiertegen imerken, dat alleeD de rente bijgphreyen wordt. De aflos singen moim weer uit de opbrengst van nieuw leeningen worden be taald,' daabor wordt de schuld, die op het idrijf rust, niet grooter. Slechts stijji de geldelijke verplich tingen der imeente zeer laugz&am, doordat, zols de toestand nu is, de nieuwe Iningen tegen hoogeren rentevoet gsloten zullen worden dan de oud De rente wordt bijge schreven, mr ook alleen nog maar in zoovere, i de opbrengst der-be zittingen nii voldoende is om de uitgaven te kken. Volgens de lirooting van het grond bedrijf voor 19 zou de gemeente over dat jaar moeh betalen aan ^kosten van onderhouigrondlasten enz, voor het grondbedf f 1549.48 de inkomsten 'droegen 10086.26jr zoodat voor de.icg dei- rentelasten bebikbaar Volgens den staat, voorkomene op blz. 48 der gemeentebegrooting,s voor de gronden, welke de gemeeie eind 1918 bezat, dat zijn dus vrij«l alle gronden uit het grondbedrijfje koopsom geleend tegen den rentevot, in het volgende staal je vermeld. het bedrag d- rente werd geraamd p zoodat bijgescfeven moest worden f 8535.78^ 15723.90 f 7187.124 dus nog iets Snder dan de helft van het totaal ir rente. Nu mag hetvaar zijn, dat door de nieuwe leenif de rentelast het volgende jaar groter zal worden, daar staat tegemer, dat ook bij de nieuwe verpachtgen in het begin van dit jaar belatrljk hoogere huren zijn bedongen. Volgens de begrotingscijfers jvoor 1919 staat, zooa uit het boven staande blijkt, teen over een bezit ter waarde van f37345.84 (f306S48.! begrepen in de ide leeningen f 55797.58 nieuw te leenen) een geraamde bljschrij'ng wegens onder stelde waardevetieerdering van f7187.12*, dat is rg geen 2%. Dit laatste cijfer is een gmiddelde, omdat de bijschrijving afzaderlijk geregeld moet worden voor dcgroepen, waarin de gronden naar hu aard en ligging zijn verdeeld. Een gemiddelde waardevermeer dering van de ingeliachte gronden van 2% is dus voorle rentabiliteit van het grondbedrijf noodig. Mag men onderstellen, dt grond, die voor f 1.— werd aankocht over 50 jaren minstens f2- waard zal zijn, dan is, voor zoovers de toestand thans kan worden ovtzien, tegen den gang van zaken b het grond bedrijf in beginsel nietsin te bren gen. Ons schijnt deze wardestijging zoo buitengewoon gerig, dat wij den toestand van het grondbedrijf ®let alleen gezond, maarieifs bljzon- cg aer sterk achten. MO O De rentevoet ia op het oogenblik reeds ruim 5% en zal de eerstvol gende jaren zeer waarschijnlijk eer stijgen dan dalen. Dit grootste ge deelte der in het grondbedrijf ge brachte gronden is dus gekccht b(j DAMES-KLEEDERAAKER. Maat, mat Zijde gevoerd, Nederland en België. RegeoririesveikUting. De minister van buitenlandsche zaken, jhr. mr. dr. Yan Karnebeek, heeft gisteren in de Tweede en daarna in de Eerste Kamer de volgende rede gehouden Naar aanleiding van de vragen van den heer Marchant nopens den stand der besprekingen in de con ferentie van ministers van buiten landsche zaken betreffende het vraag stuk der herziening van de verdragen van 1839 en nopens de door Belgiö geformuleerde wenschen, heb ik de eer het volgende mede te deelen: De eerste bijeenkomsten hadden den 19den en 20sten Mei plaats. Aan het slot daarvan stelde de Belgische minister voor, dat de beide volgende vragen zouden worden onderzocht: I. Kan de Maaslinie, die de eerste verdedigingslinie van Belgiö is, af doende verdedigd en gehouden worden bij den territorialen toestand, ge schapen door de tractaten van 1839, die met Dame de stad Maastricht— Mosae Trajectum de eeuwenoude invalspoort der Germauen in Wes telijk Europa, onder Nederlandsche heerschappij gebracht hebben II. Kan de Scheidslinie, deze- van nature sterke linie, die de voornaam ste verdedigingslinie van België is, afdoende verdedigd worden zonder dat Belgiö hare verdediging kan steunen op de rivier over den ge- heelen loop daarvan? De Belgische desiderata werden door den heer Hijmans voorts in substantie aangegeven ouder de volgende bewoordingen I. Met betrekking tot de Wester- Schelde en de aaarmede samenhan gende vraagstukken De vrije beschikking over den uitgang naar zee langs de Schelde, d.w.z. de bevoegdheden der souve- reiniteit over den geheelen loop der Wester-Schelde tusschen de zee- of landdljken en tet in volle zee, be nevens over alle tot de Wester- Schelde behoorende wateren en tevens over het kanaal en den spoorweg van Gent naar Terneuzen, zoo ook over de uitmonding van het kanaal in de Wester-Schelde. B. De erkenning door Nederland van de noodzakelijkheid voor Belgiö om de verdediging van zijn grond gebied tp steunen op de Beneden- Schelde over haren geheelen loop en van het recht van die rivier in volle vrijheid en ie allen 'tijde voor zijne verdediging gebruik te maken, het geen medebrengt dat Nederland af ziet van eiken militairen maatregel, die de uitoefening van dit recht door Belgiö zoude kunnen tegenwerken. C. Het beheer door Belgiö over de sluizen, welke dienen voor de afwatering van Vlaanderen. D. Het herstel van de grieven van de Belgische vis3chers van Bouchaute. II. Met betrekking tot de ver bindingswateren tusschen de Wester- Schelde en den Beneden-Rijn, met ie het maken, op gemeenschap pelijke kosten, van een kanaal met groot proflei Antwerpen—Moerdijk, ter vervanging van de waterwegen vóórzien bij het tractaat van 1839. III. Met betrekking tot Neder- landsch-Limburg De vestiging in Zuid-Limburg van een regiem, dat Belgiö vrijwaart tegen de gevaren, die voor zijne veiligheid ontvloeien uit de configu ratie van dit gebied en dat aan Belgiö den waarborg zal verschaffen voor zijne economische belangen, die be nadeeld zijn door de bepalingen be treffende giond- en watergebied van de tractaten van 1839. b. Een waterweg met groot profiel RijnMaasSchelde. IV. Met betrekking tot Baerle- Hertog Eene regeling, welke een einde maakt aan de bezwaren, voortvloei ende uit de tegenwoordige dooreen- menging van Belgischen Nederlandsch grondgebied. De heer Hijmans ging daarbij uit van de opvatting, dat het gebied der revisie niet willekeurig en priori kon worden beperkt en deed het voorstel, dat de bestudeering van een en ander zou worden opge dragen aan één of twee commissies, waarin de groote mogendheden, Nederland en Belgiö vertegenwoor digd zouden zijn. In de volgende vergadering, welke 3 Juni plaats vond, had ik de eer het standpunt der Nederlandsche regeering ten aanzien van deze voor stellen uiteen te zetten, onder aan voering, dat ingevolge het door my in de eerste zitting aanstonds ge maakte uitdrukkelijke voorbehoud ten aanzien van de integriteit van het Nederlandsche land- en water- ied, de regeeiing niet kontreden in die Belgische voorstellen, welke hetzij om economische, hetzij om militaire redenen een overgang be- oogeD van souvereiniteitarechten van Nederland op Belgiö, dat de regeering zich plaatst op den grondslag der bestaande verhoudingen en er uiter aard derhalve geen sprake kan zijn van een herzienirig van de tractaten van 1839 in dien zin, alsof de scheiding tusschen België en Nederland, welke in dat jaar haar beslag kreeg, opnieuw en nog wel Daar andere beginselen zou moeten worden ter hand genomen. dat de regeering overigens «ten aanzien van de punten, die de scheep vaart- en economische belangen van Belgiö betreffen, in beginsel totwtl- willend onderzoek en overleg, bereid is, waarbij uit den aard der zaak dezerzijds de aandacht zon zlin te vragen voor deinconvenienter, welke de door de tractaten van 1839 ge schapen verhouding ten aanzien van de Nederlandsche belangen, in het bijzonder wat betreft »de kanalisatie van de gemeenschappelijke Maas, heeft met zich gebracht, dat ten slotte naar het oordeel der regeering de militaire quaesties Ingezonden mededeeling. WIJ «erhulzMi binnen en buiten de gemeente. Tut en met Alkmaar over den weg, specials prijzan. Verioganwoordigsr: F. C. v. d. HAAGEN, SPUISTRAAT 8. in het kader van den Volkerenbond moeten worden beschouwd. Met nadruk werd dezerzijds gewe zen op het belang in het algemeen van overleg, zij het aanvankelijk, tusschen Belgiö en Nederland teza men, met het oog op de verstand houding tusschen de beide volken en de wenschelijkheid, dat de eventueel te treffen regelingen door een geest van onderling vertrouwen worden gedragen. In het bijzonder werd af wijzing van dit overleg ongerijmd geacht ten aanzien van belangen, die sedert 1839 blijkens talrijke-in het bizonder de waterwegen betref fende tractaten, tusschen Nederland en Belgiö alleen en zelfstandig gere geld zijn geworden. Nadat in de vergadering van 3 Juni geen overeenstemming wa3 bereikt, had ik de eer den daarop volgenden dag van den Franschen minister van buitenlandsche zaken, mede namens zijne ambtgenooten der groote mo gendheden, mededeeiingen te ontvan gen van het treffen van de volgende regeling De mogendheden, de noodwendig heid van de herziening van de ver dragen van 1839 erkend hebbende, vertrouwen aan een commissie, om vattende de vertegenwoordigers van de Vereenigde Staten van Amerika, het Britsche Rijk, Frankrijk, Italië, m, Belgiö en Nederland, de taak toe der bestudeering van de maat regelen, dié uit die herziening moeten voortvloeien en voorstellen te doen, die niet mogen medebrengen over gang van territoriale souvereiniteit, noch vestiging van „internationale servituten". „De commissie zal Belgiö en.Neder- land uitnoodigen gemeenschappelijke formules („formules communes") in te dienen met betrekking tot de be vaarbare waterwegen, zich daarbij latende leiden door de algemeene beginselen door de Vredesconferentie aangenomen." Het belang yan deze regeling ligt daarin, dat wijziging vaD de terri toriale souvereiniteit ter zijde wordt gesteld, terwyl in het tweede deel de weg wordt gewezen, die leidt tot gezamenlijk overleg en gemeen schappelijke regeling door de beide meest betrokken Staten. Mijnheer de Voorzitter, dit is in hoofdtrekken de gang van zaken geweest. Het is mfin indruk, dat Nederland op dezen voet aan den verderen loop van het internationale geding kan deelnemen. Wat onze verhouding tot België betreft, zal de gedachte de regeering blijven leiden, dat het op den geest, die tusschen de volkeren gewekt wordt, meer aankomt, dan op de formules, die de Staten verbinden. Nederland, dat, naar men weet, op zijne rechten staat, heeft genoegzaam beWfis ge geven, dat het met België niet anders dan in vrede en vriendschap heeft willen leven. Het begeert zulks óók in de toekomst te doen, ondanks de bedreiging, die uit het naburige land opkwam en thaos ter zijde is gesteld. Reuter seint uit Parlis: In Amerikaansehe conferentie-krin gen wordt verklaard, dat ten aanzien van de herziening van het verdrag van 1839 de raad van vijf zich heeft uitgesproken ten gunste van een formuleering, volgens welke Neder land geen territoriale concessies zal doen, doch bereid is, de Belgische eischen betreffende de rechten op de waterwegen toe te staan. BUITENLAND. Het Vrsdasierdiag, Verschillende berichten geven Dins dag a.s. aan als den dag, waarop het antwoord van de geallieerden op de Duitsche tegenvoorstellen zal worden overhandigd. Tevens zal dan de termijn worden aangegeven binnen welke de Duitsche delegatie het verdrag zal moeten onderteekenen. Intusschen schijnt men het te Parijs nog lang niet eens te zijn over de in het ontwerp verdrag aan te bren gen wijzigingen. De houding der Amerikaansehe delegatie is reeds voldoende bekend, terwijl berichten als die, waarin gezegd wordt, dat Lloyd George Daar verzachting streeft, doen president Wilson zich daartegen verzet, slechts kunnen dienen om de oneenigheid duidelijker aan het licht te doen komen. Een feit is het blijkbaar, dat op Lloyd George van verschillende zijden krachtige druk wordt uitgeoefend om de bepalingen van het verdrag te wijzigen. Naar de Times uit Pa rijs verneemt, is men ter vredes conferentie van meening, dat deze druk van verschillende kanten komt. In de eerste plaats van de leiders van de liberale en de arbeiderspartij, die de voorwaarden te drastisch vin den, en fundamenteele veranderingen wenschenin de tweede plaats van financieele kringen, die haring of kuit willen hebben van den toekomstigen toestand van Duitschland en erop aandringen het bedrag van Duitsch- land's oorlogsschuld aan de geallieer- voorgoed vast te stellen, en in de derde plaats van invloedrijke Britsche staatslieden, die vinden dat de onder- teekening door Duitschland wel eenige concessies waard is, wegens de groote moeilijkheden waartegenover de ge allieerden zouden komen te staan, als Duitschland weigerde en enkel lijdelijk verzet bood. Men gelooft dat Lloyd George zoo onder den indruk is gekomen van die verschillende argumenten, dat hij eenige concessies aan Duitschland bepleit heeft. Iq hetzelfde bericht uit „welinge lichte kringen" aan de Times, wordt daD verder gezegd, dat Clemenceau zich krachtig verzet tegen elke wijziging, terwijl ook Wilson de meening zou zijn toegedaan, dat het vredestractaat, zooals het thans is opgesteld, „in strikte overeenstem ming is met de beginselen van recht en billijkheid". Wel zou hij bereid zijn, eenige minder-beteekenende wijzigingen toe te staan, doch mits 9 de beginselen niet aantasten. Daarentegen zou de lialiaansche afgevaardigde Orlando staan aan de zijde van hen, die meenen, dat de onderteekening van het vredesverdrag door Duitschland, wel een compromis waard is. Het is nu maar de vraag, welke beteekenis men moet hechten aan de uitdrukking „minder beteekenend". Het behoort geenszins tot de onmo gelijkheden, dat men de aan te brengen veranderingen van te voren als onbeteekenend wil doen voorko men, om de mogelijke oppositie van onverzoenlyken zooveel doenlijk te verzwakken. Want het is niet te verwachten, dat Duitschland door het veranderen van eenige kleinig heden plotseling van het afwijzende standpunt af te brengen zou zijn. In verband hiermede is het ook begrijpelijk, dat tot nog toe Diets werd losgelaten betreffende de aan te brengen wijzigingen. De börich ten hierover aan de Engelsche bladen uit Parijs gezonden, dienen dan ook met voorbehoud te worden aanvaard. Wij laten hier volgen, wat de Palysche correspondent van de Daily News aan zijn blad meldt: Er is goede reden te verwachten, dat de bepaling in het vredestrac taat over de schadevergoeding een radicale wijziging zal ondergaan. Wat de territoriale veranderingen betreft, is er alle kans op, dat men voor Opper-Sileziö een volksstemming zal goedkeuren en ook voor het Saardal zal het wel tot een andere regeling komen dan de nu voorge stelde. De meerderheid van de geal lieerden lijkt niet bereid om goed te vinden, dat Duitschland tegelijk m«t de onderteekening van het tractaat lid van het vol kerenverbond wordt, maar waarschijnlijk zal men het de verzekering geven, dat het spoedig zal toegelaten worden, misschien wel bij gelegenheid van de eerste vergadering van het verbond te Washington in October. Het vraagstuk van de bezetting wordt nauwkeurig onderzocht door een commissie, benoemd door den Raad van vieren, en het lijdt weinig twijfel, dat die commissie zal aan bevelen en de raad zal goedkeuren, dat het lichaam, dat het bezette gebied controleert, een burgerlijken geen militair lichaam zal zyn. De Engelschen gaan waarschijn lijk verder dan iemand anders in de richting van een herziening, maar er is geen sprake van, dat de Ame rikanen hen zullen steunen bij de voorstellen, die zfi daartoe doen. Hiertegenover staat het bericht uit New Vork aan de Manch. Guardian, waarin wordt gezegd, dat de Duitsche tegenvoorstellen in de Vereen. Staten een goeden indruk hebben gemaakt. Afgezien van den eisch van een volksstemming in Elzas-Lotharingen, het verkrijgen (door Duitschland) van de mandaten over hun (vroegere) kolomen en de quaestie van het niet betalen van interest op de „reparation bonds" wordt het Duitsche plan beschouwd als een volledige aan vaarding van de nederlaag en een erkenning van al hetgene, waarvoor de geallieerden hebben gestreden. Een bedrag van 5.000.000.000 wordtin New York beschouwd als de uiterste grens van wat Duitschland ooit hopen kan te zullen kunnen betalen. Het is echter niet de tegenstand der verschillende delegaties waar mede men ter vredesconferentie re kening dient te houden. De voor naamste factor, althans een van grooten invloed, is wel de houding der arbeiders in de geallieerde landen tegenover het vredesvoorstel aange nomen. Indertijd meldden wij reeds dat de Fransche arbeiders ,vri scherp stelling namen tegen het ontwerp. De moeilijkheden in de verschillen de industrie en in Fran krijk die hun oorzaak grootendeels vinden in politieke eischen, doen natuurlijk hun invloed gelden. De Engelsche parlementaire arbeiderspartij heeft ook protest tegen het ontwerpverdrag aange- teekend. In een manifest wordt het verdrag fundamenteel verkeerd ge noemd, daar het gegrond Is op beginselen, die de oorzaak van den oorlog waren. Verder wordt de door Duitschland te betalen schadever goeding niet buitensporig geacht, doch in den' afstand van het Saar- bekken aan Frankrijk, en tegen de vaststelling der Poolsche grenzen geprotesteerd. Op- en ondergang van Zon en Maan en tijd van hoogwater (Texel). (Zomertijd.) Maan Zon Hoogwater Juni. op: onder op: onder v.m.: n.m. Zondag 8 a. 4.10 m. 1.54 4.42 9.14 4.50 4.50 Maandag 9 5.16 2.16 4.42 9.14 5.50 6.5 Dinsdag 10 6.20 2.40 4.42 9.16 6.50 7.- Woensdag 11 7.21 8.9 4.42 9.17 7.40 7.50 Donderdag 12 8.18 8.44 4.41 9.18 8.20 8.30 Vrijdag 13 9.8 4.29 4 Al 9.1» 8.55 9.15 Zaterdag 14 9.61 5.21 4.40 9.20 9.30 9.65 een door den partijraad aangenomen resolutie, wordt er tegen geprotes teerd, dat gebieden met een Duitsche, Oekrajiniscbe en Lettische bevolking in strijd met het zelfbeschikkingsrecht aan een Groot-Polen werden gekop peld. Het berooven van Duitschland van zijn koloniën wordt evenzeer afge keurd, terwyl men er een gevaar in ziet voor Europa, indien Duitschland Van zijn koloniale grondstoffen en markten wordt beroofd. De resolutie verlangt verder herstel van de verwoeste landen, doch het hiervoor benoodigde bedrag dient te worden vastgesteld. Aan Frankrijk wordt het recht toegekend in het Saargebied vergoe ding te zoeken voor de productie der door de Duitschers verwoeste kolen mijnen in Noord-Frankrijk. Het ma nifest protesteert evenwel nadrukke lijk tegen de daaraan in het vredes verdrag ver bonden,verkapte annexatie van dit gebied. Ten opzichte van aan Belgiö toegewezen gebieden van Eupen en Malmedy wordt een zuivere volks stemming verlangd. Ten slotte wordt in de resolutie aangedrongen op waarborgen tegen een nieuwen Duitschen aanval, doch deze mogen niet liggen in een ver hoogde bewapening bij de geallieerden of een bezet houden van Duitsch gebied, doch in een uitbröiding van de ontwapening en toeneming van de macht van den Volkerenbond. Duitschland. In Duitschland is het nog steeds verre van rustig. Zoo af en toe heb ben in verschillende steden nog schiet partijen en ongeregeldheden nlaata die sterk herinneren aan de dagen toen de Spartacisten trachtten zich van de regeering meester temaken. Zoo werd te Wannsee, bij Berlijn, door een aantal gewapende burgers getracht, het kwartier van de mijn- werperscompagnie von Lettow te overrompelen hetgeen een schietpartij tengevolge had. Te Leipzig kwam het tot een botsing tusschen het publiek en de regeeringstroepen. Tijdens het gevecht werd een soldaat gedood. Te. Miinchen is de toestand even eens nog steeds onzeker. Telkens hebben in de stad nog ordeversto ringen plaats. Communistische op ruiers vinden er blijkbaar nog steeds een goed terrein voor hunne agitatie. Thans dreigen de gemeentewerklie den met staking, waardoor de stad zonder licht en water zal komen. Erg zachtzinnig treedt de Beierscbe regeering niet op tegen de commu nisten. De Russische agitator Leviné, een der voornaamste van de Beier- sche radenrepubliek, die dus grooten deels schuldig was aan den te Müochen ontketenden burgeroorlog, werd ter dood veroordeeld. Verschillende Duit sche bladen, o.a. de Vorwarts en het Berl. Tagebl. hadden tegen de hand having van het doodvonnis gepleit,. De Berlijnsche Vollzugsrat dreigde zelfs met een algemeene staking indien het vonDis ten uitvoer werd gelegd, doch dit alles heeft te Mön- chen blijkbaar geen indruk gemaakt. Donderdagochtend werd Leviné in gevangenis gefusileerd. Bfi deze, reeds vroeger tot uiting gekomen proteBten van EDgelsche en Fransche zijde heeft zich thans de afkeurende uitspraak van de Belgische arbeiders gevoegd. In De ter dood brenging van Leviné zal den Onaf hanbelijken voor nieuwe actie stof geven, waaraan het den laatsten tijd toch al niet ontbreekt. O.a. de invloed van de contra-revo lutionaire officieren te Berlijn, tegen over wier samenwerking de regeering machteloos schijnt. Na luitenant Vogel, die terzake van den moord op Liebknecht en Rosa Luxemburg werd veroordeeld, is thans ook luitenant Mar lob; eenige dagen voor zijn bevolen aanhouding, ontvlucht. Blijkbaar was hij bijtijds gewaarschuwd. Hij werd vervolgd, omdat hfi 23 -Maart 32 in een val ikte matrozen had laten dood schieten. De Ryksregeering bad een strenge vervolging toegezegd. Op zijn aanhouding is nu een prijs van 3000 Mk. gesteld. D« republitk Rijnland. Berlijn, 5 Juni. Aan Clemenceau werd gelijktijdig met de nota van Erzberger aan generaal Nudent oen nota overhandigd, waarin o.a, ge constateerd wordt, dat de pogiDgen tot afscheiding van het Rijnland en de Palts niet alleen door de bezet tingsautoriteiten worden geduld, doch ook openlijk worden- gesteund. Duit sche ambtenaren, die overeenkomstig hun plicht tegen de aanstichters wilden optreden en ze ter verant woording wilden roepen, werden met uitzetting bedreigd en vervolgd. Verder wordt in de nota gezegd, dat de Duitsche delegatie er de aandacht der geallieerden op vestigt, dat de bevordering der afscheiding, die in hooge mate geschikt is om de vredesonderhandelingen te storen, in scherpe tegenstelling is met art. vijf van de wapenstilstandsvoorwaar den en dat de afscheiding van zot groote deelen dor bevolking den economischen ondergrond der capa citeit van Duitschland zou-onder- Door den afval van het Rijnland te bevorderen, zouden dus de bezet tingsautoriteiten de rechtswaarborgen voor de doorvoering der vredesvoor waarden verminderen. Aan het slot eisebt de nota, dat de bezettings autoriteiten worden geïnstrueerd zich van iedere bevordering der afscheidingpogingen te onthouden en de Duitsche autoriteiten bij haar bestrijding daarvan niet te hinderen. Engnland. De Stakiogtbeweglng in Caaada. In ons vorig nummer deelden wjj reeds een en ander mede over de onrust in de Canadeesche arbeiders wereld. Uit Montreal wordt thans aan de Times gemeld* dat de politie te Winnipeg heeft gecapituleerd. Zy heeft er in toegestemd een verklaring te teekenen om zich niet bij eenige sympathie-staking aan te sluiten en te allen tijde het bevestigde gezag te ondersteunen en de orde te hand haven. Dit heeft den wind uit de zeilen der stakers weggenomen en zal de staking te Vancouver tegenwerken. Drie van de voornaamste leiders te Toronto.zfin afgetreden als protest tegen het bolsjewisme in de gelederen der arbeiders, én de staking schijnt te verloopen. Er moge in Winnipeg een geweld dadige beweging uitbreken, de natio nale beweging schQnt te zijn ver oordeeld. Het Canadeesche gezond verstand heeft het bolsjewisme ver slagen. Frankrijk. Os stakingsa. Te Parijs is in verschillende be drijven de staking opgeheven. In de metaalindustrie worden de besprekin gen nog voortgezet. Omtrent de hou ding van het spoorwegpersoneel is nog niets, met zekerheid bekend. Clemencau ontving Woensdag eenige van hunne afgevaardigden. Over het algemeen verwacht men eenige verbetering in den toestand. Ruslxid. Een te Stockholm ontvangen be richt uit St. Peterburg maékt mel- diog yan de ontdekking eener samen zwering te Moskou, om daar tegelijk methet offensiëf van de Esten en Finnen tegen St. Petérsburg, een tegenrevolutie te beginnen en de hoofdmannen der bolsjewikï, in de eerste plaats Lenin, te vermoorden. Na de ontdèkking hebben de bolsje wikï een groote hoeveelheid wapens in beslag genomen na een gevecht met de samenzweerders, waarbij 11 dooden Zijn gevallen. Kopenhagen, 5 Juni. „Berlingske Tidende" meldt uit HelsingforsRei zigers aan boöïd van hets.s. „Eskilstu- na" dat daar uit Rusland isaangeko- 'men, melden, dat de stemming in Rusland zeer zenuwachtig is, sedert algemeen bekend werd, dat de Engelschen de witte garde helpen. In den laatsten tijd zyn te Pettrsbuig en Moskou, talrijke, stakingen uitge broken, met name in fabrieken voor de vervaardiging van spoorwegma teriaal. fabrieken staau onder militaire bewaking, welke vaak van haar schietwapens tegen de arbeiders ge bruik maakt. De oorzaak der stakingen is overal, dat de arbeiders tegen den .hongersnood protesteeren. De bolsje wisten schijnen bereid te zijn vrede te sluiten en met hun agitatie in andere landen op te houden, onder de voorwaarde, dat de grenzen van Rusland daar zullen getrokken wor den, waar het front thans is. Be- yestigd, wordt, dat tal van bolsje wisten van het Russische noordelijke front wegens honger naar de ge- allieeraeu zijn overgeloopen. De „Times" meldt: Vóór dat Riga door de Duitschers werd bezet, heeft de stad een bolsjewistisch schrikbe wind doorstaan. Meer dan 20.000 doodvonnissen werden uitgevaardigd, doch er zijn slechts 1760 uitgevoerd. In de gevangenissen hebben vele sterfgevallen plaats gehadduizenden zijn den hongerdood, aan besmettelijke ziekten en de gevolgen van dwang arbeid gestorven. Het hooge sterfte cijfer aan pokken, influenza, long ontsteking, enz. houdt aaD. De levensmiddelentoeBtand is hope- 08: Honderdtwintig duizend inwo ners zijn nooddruftig. Het platteland is geheel van levensmiddelen beroofd. De bolsjewiki hebben elk bezit van 1000 pds. af, alsmede de fondsen in de banken opgevorderd, en duizenden waardelooze bankbiljetten uitgegeven. België. Ontploffing in «ea mueitia-magazlja. De „Soir" bericht, dat een granaten- magazijn té Corteraarck in de lucht gevlogen. Bijzonderheden ont breken. Er zouden verscheiden dooden en gewonden zijn. Een buakrult-ontploffiag la de Ver. State». Wilkesbarre, 5 Juni. Tusschen de 75 en 100 mijnwerkers zyn gedood en 40 gewond bij een ontploffing van een met buskruit geladen goederen wagen, welke aan deD trein gehecht was, waarmede de mannen zich naar de mijn begaven. De ramp had plaats in een tunnel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1