LANGS DE STRAAT.
Pinksteren.
Zouden er, de laatste jaren, wel
scliooner en stralender Pinksterda
gen zjjn geweest over de nevelige
en koele stranden van ons landje
als die van dit vredesjaar 1919? Het
w as één en al zonneschijn, één en
al heerlijkheid. Juist een paar da
gen tevoren was het weer omge
draaid; het was bitter koud gewor
den, regen en wind heerscljten
weder oppermachtig. En de pessi
misten zeiden: dat wordt een natte
Pinksteren.
Maai- ziedaar: zij kregen, als zoo
vele pessimisten, ongelijk. De baro
meter rees weer, de wind draaide,
de zon kwam weer achter de wol
ken te voorschijn. En het werd op
nieuw een glorietocht van den
zomer door ons land. De hooge,
strakke blauwe hemel, het sappige
en volle groen der boomen, de kleu
rige gouden regens en andere bloe
men hier en daar in tuinen en op
bloemperken, dat alles deed de
Pinksterdagen tot een festijn ma
ken van ongekende zomerweelde.
Geen wonder, dat duizenden,
tienduizenden zich verplaatsten, ter
stad uittrokken naar familie en
bekenden. Geen wonder, dat om
gekeerd, onze stad een invasie
kreeg van vreemd bezoek, dat bij
honderden naar binnentrok. Trei
nen en booten voerden ze aan, van
alle kanten, en stuwden ze de stad
in, en het onbegrijpelijke ervan
was alleen maar, waar al die trei
nen en booten ze hadden geher
bergd. Het is waar, in de ellen
lange treinen, die je tegenwoordig
hebt, waarvan een wandeling langs
alle wagens wel vijf minuten in be
slag neemt, kan heel wat geborgen
worden, maar een boot is tenslotte
maar een boot. Omgekeerd leek
het wel, alsof heel Texel over
stroomd was van vreemdelingen,
en waar de „De Dageraad" ze liet,
wij begrepen het niet.
pen het niet.
Ook Huisduinen kreeg natuur
lijk zijn aandeel weer; het badhuis
had des avonds gezorgd voor mu
ziek, zoodat er veel bezoekers
strandwaarts waren getrokken. De
jaarlijksche „PLnksterblommen"-ge-
zelschappen, die in een open bakje
de bloemetjes op den tweeden Pink
sterdag buiten zetten, ontbraken
evenmin en toerden door de stad.
Met de Texelsche boot, die om
zes uur aankwam, kwam een ge
zelschap jongelui mede, die, te oor-
deelen naar hun klëeding en uit
rusting, gekampeerd hadden op het
eiland. Met vuurroode, door de zon
verbrande gezichten, hum tentin
grediënten op den rug, zonder boe
den, met verwaaide haren, maar
boordevol zonneschijn en zomer
wind, liepen ze langs de Hoofd
gracht. Welk een genot aldus den
zomerwind op te vangen in ver
moeide, van het leeren versufte
hersens, en ze schoon te spoelen
met de ozon en het zout der zee!
Welk een weelde om, wars van alle
conventies, te kunnen kampeeren
aan zee in een tent en lak te kun
nen hebben aan alles wat tot het
maatschappelijke fatsoen behoort,
aan lastige kleeding, aan zooveel
wat ons leven in een keurslijf
wringt en perst!
Maar de kleintjes, die pootjes
baadden aan zee, hadden ook schik
in ongedwongenheid. De jongens
hier zijn aan de zee gewend, die
weten precies wanneer je even op
moet springen om een aankomende
golf te ontgaan op straffe van an
ders, een nat pak te halen. En de
beide honden, die met hun meester
een morgenwandeling maakten, wa
ren ook met de golfjes aan t dollen
en dartelen. Telkens moesten ze
een eind in de golven apporteeren,
en als dam de eene, de moedigste,
de golven getrotseerd had en het
houtje opgevischt had uit het wa
ter, kwam aan wal, listiglijk zijn
collega, maakte ruzie en ontfutsel
de het den ander, waarna h|j het
staartkwispelend en flikflooiend
zijn meester aan de voeten legde
Van dezen hornd zou men kunnen
zeggen: hij was een hond, niets
menschel ij ks was hem vreemd.
Zoo had ieder zijn deugd aan
den Pinksterzonneschijn en het
Pinksterweder. En geleidelijk be
gon de uittocht per trein, per boot.
Twee treinen reden er hedenmor
gen voor een; de eerste, de offi-
cieele, voor de reizigers naar de
tusschenstations, de tweede, om
zeven uur, voor hen, die verder
weg moesten. En het was een wui
ven met handen, met zakdoeken,
inet hoeden bij het vertrek, dat het
aardigheid was. En de alledaagsche
rust is weer teruggekeerd in de
straten. Maar het zonnefeest blijft,
want nog altijd staat de barometer
gunstig en is de hemel hoog en
strak. En waarom zouden we maar
niet wenschen, dat zoo blijven
moge, heel den zomer lang? Want
het is toch onze vredeszomer mu?
BUITENLAND.
Het antwoord op de Dultsche
tegenvoorstellen.
Parijs, 9 Juni. Zonder rust te ne
men gedurende de feestdagen wer
ken de commissies der conferentie
aan de voorbereiding van het ant
woord aan Duitschland. Het aantal
voltooide rapporten neemt steeds
toe en zoodoende hebben de „vier",
zonder Orlando, die vertrokken is
om met zijn kabinet te beraadsla
gen over de regeling der Adriati-
sche quaestie gisteren evenals he
den kunnen werken.
Ten aanzien van het rapport der
commissie voor de schadevergoe
ding kan men zeggen, dat het wijst
op de onmogelijkheid om het totaal
tier schadevergoeding, die Duitsch
land zal hebben te betalen, te geven
voor men eenige maanden verder
is, doch dat zij voorstelt thans reeds
het totaal te bepalen van zooveel
mogelijk hoofdstukken, zooals bijv.
de militaire pensioenen.
De bladen critiseeren de oplos
sing die schijnt genomen te zullen
wonien inzake Opper-Silezle, n.L
een plebisciet, met waarborgen om
geven.
Een later bericht meldt dat be
sloten is, dat het antwoord der ge
allieerden op de Duitsche tegen
voorstellen niet voor 13 Juni zal
worden overhandigd. De Duit-
schers krijgen vijf dagen om te
antwoorden.
Duitscb-Zuidwest Afrika.
Londen, 9 Juni. De correspon
dent van de „Daily News" te Parijs
seint, naar aanleiding van het ge
opperde denkbeeld om aan Duitsch
land een mandaat te geven voor
Zuid-West-Afrika, dat er zeer ze
ker geen kans is dat zulk een voor
stel tegen het verzet van de open
bare meening in Zuid-Afrika in zou
worden doorgezet. Het schijnt ech
ter, zegt de correspondent, dat er
onder velen der Boeren een stem
ming lveerscht en generaal
Smuts zou hierin deelen tegen
een aanvaarding van het mandaat
door de Zuid-Afrikaansche Unie
en voor het behoud van het Duit
sche trusteeschap onder de controle
van den Volkenbond.
Fiume.
Parijs, 8 Juni. De Italiaanscbe
minister-president Orlando is Za
terdagavond naar Oulx vertrokken
om een onderhoud te hebben met
minister Colosimo over de quaestie
van Fiume. Volgens den „Petit Pa-
risien" zon Orlando zijn collega de
volgende oplossing der quaestie
willen voorstellen: Stichting van
een autonomen staat Fiume, met
een volksstemming voor dat over
het definitieve lot van de stad
wordt beslist, afstand van verschil
lende strategische eilanden en van
Zara aan Italië, en van Sebenico
aan Zuid-Siavië.
Een ultimatum aan Hongarije.
Parijs, 8 Juni. De voorzitter
der vredesconferentie Clemenceau
heeft aan de Hongaarsche regee
ring te Boedapest het volgende
draadlooze telegram gezonden:
„De geallieerde en geassocieerde
regeeringen staan op het punt ver
tegenwoordigers van Hongarije
naar Parijs ter bijwoning der vre
desconferentie te roepen ten einde
aldaar mededeelingen in ontvangst
te nemen over de meeningen dier
regeeringen over de rechtmatige
grenzen van Hongarije. Dit ge
schiedt juist op het oogenblik,
waarop de Hongaren tegen de Tsje-
cho-Slowaken ongerechtvaardigde
hevige aanvallen ondernemen en
Slowakije binnendringen. De geal
lieerde en geassocieerde regeerin
gen hebben reeds uiting gegeven
aan haar vasten wil om aan al deze
nuttelooze vijandelijkheden een ein
de te maken, toen zij tweemaal de
Roemeensche legers, toen deze de
grenzen, vastgesteld in het verdrag
van den wapenstilstand, hadden
omschreven, geboden hadden halt
te houden, en zij hun den op-
marsch naar Boedapest belemmer
den, toen zij de Servisch-Fi'ansche
legers aan de Zuidgrens bevolen
de operaties te staken.
Onder deze omstandigheden
wordt de Boedapester regeering
formeel uitgenoodigd onmiddellijk
aan haar aanval tegen Tsjecho-
Slowakije een einde te maken. In
het tegenovergestelde geval zijn
de geallieerde en geassocieerde
regeeringen vast besloten onmid
dellijk de uiterste maatregelen te
nemen om Hongarije tot staking
der vijandelijkheden te dwingen.
Op dit telegram moet binnen 48
uur antwoord gegeven worden."
Drie draagsche algemeene staking
over geheel Europa?
Berlijn, 9 Juni. Naar de eigen
berichtgever van de „Deutsche
Allgemeine Zeitung" uit betrouw-
bare bron uit Münohen verneemt,
is in zekere deelen van Duitsch
land vanwege de Internationale
Arbeiders Verbonden bericht in
gekomen, dat als ontzaggelijke de
monstratie voor een rechtvaardi
gen vrede, gemeenschappelijk met.
Duitsche arbeiders een algemeene
staking, welke 3 dagen moet du
ren, voor geheel Europa zal afge
kondigd worden.
Naar het schijnt, worden de
voorbereidende maatregelen reeds
getroffen om deze machige pro
testonderneming van het arbei
dende Europa tegen een geweld-
vrede te doen slagen.
Korte berichten.
Tsjecho-Slowakjge zal een deel
der oorlogsschulden moeten over
nemen.
De kleurstoffenfabriek te Lud-
wigshafen zal onder controle van
Fransche officieren het werk her
vatten.
De Oostenrijksche vredesdelega-
tie zal voorstellen een volksstem
ming onder neutrale controle te
houden in Karinthie, Stiermarken
en Duitsch-West-Hongarije.
De commissie voor den Volke
renbond uit de vredesconferentie
stelt voor Duitschland tot den Vol
kerenbond toe te laten, als het
teekent, de voorwaarden nakomt
en een stabiele regeering vestigt.
Het embargo op den uitvoer van
goed uit de V. S. naar alle landen,
behalve vijandelijke en bolsjewis
tisch Rusland, is opgeheven.
Eca boek vaa Bathmaaa Hollvig.
Uit Berlijn wordt aan de N. Rott
Ct. gemeld:
Dezer dagen zal een boek van
von Bethmann-Hollweg verschijnen
met beschouwingen over den wereld
oorlog. Een hoofdstuk daaruit heeft
men mij voor publicatie ter beschik
king gesteld. Het geeft geen denk
beeld van het boek, dat ik ook verder
niet ken, maar het onderwerp,
waarover het gaat, is belangwekkend
genoeg om deze beschouwingen te
publiceeren. Von Bethmann Hollweg
noemt dit hoofdstuk: „De Fransche
moeilijkheden", en geeft daarin zijn
indruk weer, dien hij in den tijd
kort voor den oorlog van den toestand
in Frankrijk en de houding van de
Fransche regeering gekregen heeft.
1 |Hij verteltDe veranderde toon,
dien de Fransche pers na het tot
macht komen van den heer Poincaré
aansloeg, kon ik van den eersten
dag af aan duidelijk hooren door
dringen bjj mijn gesprekken met
den heer Cambon.
Tot op dat oogenblik had de gezant
herhaaldelijk op verschillende manier
over bet thema gesproken, dat per
soonlijke betrekkingen tusschen de
leidende staatslieden, waarbij bij zelf
gaarne bemiddelaar zou geweest zijn,
ertoe zouden hebben kunnen bijdragen
de betrekkingen tusschen beide landen
op het door hen zelf gewenschte
spoor van wederzijdsch begrijpen te
brengen. Aan de langdurige onder
handelingen over Marokko had hij
zonder eenige twijfel met onafge
broken geduld en met den goeden
wil om een vreedzame oplossing te
bereiken, geholpen.
Van toen af echter was de gezant
zichtbaar veranderd. Het thema der
persoonlijke betrekkingen roerde h|j
niet meer aan en als hij mij na een
van zijn reizen naar Parijs bezocht,
was hy weliswaar even vriendelijk
als vroeger, maar was heel karig
met zijn woorden, zoodra wij spra
ken over den openbaren geest in
Frankrijk, ondanks de uitgezochte
Fransche geestigheid, die zijn woor
den kenmerkten.
Hij vermijdt iedere aanduiding,
dat ook het ministerie Poincaré door
de neiging tot verzoening gelSïd
werd, die hij bij vroegere kabinetten
steeds had weten te prijzen.
Over de ontwikkeling, die het
het Fransche karakter in de laatste
jaren voor den oorlog had doorge
maakt, kon men niet in twijfel zijn.
Het is geen overdrijving als toen
gesproken werd van een zichtbare
renaissance der Fransche natie na
het bankroet van 1870. Onze militaire
attaché te Parijs, de heer von Winter-
feldt, maakt in zijn berichten steeds
weer melding van de zichtbare toe
nemende voortreffelijkheid van het
leger, waarin toch alleen maar het
algemeen toenemen van de flinkheid
van het heele volk tot uiting kwam.
Misschien heeft men zich bij ons
niet genoeg met het ware karakter
van onze Westelijke buren bezig ge
houden om zekere krasse verschijn
selen op de Boulevard over het hoofd
te zien en de verandering, die plaats
vond rechtvaardig te beoordeelen.
Dat met het versterken van de al
gemeene volkskracht bij een natie
met verkropte martiale traditie, zooals
het de Franachen zijn, ook de chau
vinistische hartstochten omhoog
schoten, was slechts een verschijnsel,
dat alle geschiedkundige ontwikkeling
van dezen aard kenmerkt.
De debacle van 1870 kon niet ver
geten worden en misschien zonder
dat men deze direct zocht, was toch
de revanche voor den militairen neder
laag een populair gevoel, te meer,
daar de regeering reeds in het school
onderwijs de jeugd-systematiscn in
het chauvinisme liét opvoeden. Dat
het verlies van Elzas-Lotharingen
het volk geen rust gelaten heeft, is
wel oDjuist.
Stellig heeft in de departementen,
die onmiddellijk in de buurt lagen,
het denkbeeld van de herovering
van de verloren provincie zich voort
durend verbreid; maar in het overige
Frankrijk zou het volk een werke
lijke toenadering over deze kwestie
op den duur wel niet van de hand
hebben gewezen, als de Parijsche
machthebbers ernstig daarnaar had
den gestreeld.
Daar deze echter, in het bijzonder
weer onder de leiding van Poincaré,
zij het uit vaderlandsche overtuiging,
zij het uit persoonlijke eerzucht, zij
het, omdat ze alleen op die manier-
hun macht in den strijd van de cote
rieën meenden te kunnen handhaven,
steeds beslister een richting tegen
Duitschland insloegen, moest het volk
medegaan, want in geen land ter
wereld is de macht van eerzuchtige
minderheden grooterdan in Frankrijk.
Voor den oorlog hebben Franschen
zelf dezen toestand meesterlijk ge
schilderd.
Ook het Fransche socialisme had
dit socialistisch drijven niet met effect
kunnen bestrijden. Vooral niet by de
militairen, by wie men in Frankrijk,
dat zich nog steeds zoo beroemde op
zijn hooge sociale ontwikkeling, het
chauvinisme tegen het socialisme kon
oproepen, en een illustratie in de
Figaro uit den tijd van de eerste
Marokko-zaak is mij in herinnering
gebleven, waarop een pioupiou wordt
geplaatst tegenover het als een agi-
teerend oud wijf voorgestelde socialis
me, met de woorden: „Ouwdje, ge
verliest uw tyd, uw uur is voorbij".
Kondigde zich nu in het jaar 1914
een verbetering aan? Uit de Kamer
verkiezingen van 26 April is een
vaste meerderheid voor den drie
jarigen diensttijd te voorschijn ge
komen, maar de herkiezingen in
Mei waren een groot succes voorde
socialisten, zooals Jaurfcs in de
Humanitó schreef tegen den onbe-
teugelden laster van het nationalisme
en van de reactie.
Den 16en Juni nam het Fransche
socialistencongres een motie aan
voor het internationale congres te
Weenen, waarin men, met een beroep
op de verklaringen van de Elzasser
sociaal-democraten en van het congres
der Duitsche sociaal-democratie in
Jena, verlangde„dat Elzas-Lotha-
ringen autonomie zou krijgen, omdat
men overtuigd was, dat daardoor de
voor den wereldvrede noodzakelijke
toenadering tusschen Frankrijk en
Duitschland in hooge mate verge
makkelijkt zou worden".
De loop van het wereldgebeuren
heeft over het lijk van Jaurès heen
een andere richting genomen. Het
was den heer Poincaré niet om toe
nadering en niet om autonomie te
doen. Hij wilde Elzas-Lotharingen
heroveren. Daarbij de medewer
king van den heer Soechomlinoff en
zijn vrienden hem helpen.
Tot zoover de beschouwingen van
von Bethmann Hollweg, die mij ter
beschikking zijn gesteld. Men ziet
hieruit in ieder geval hoe de rijks
kanselier van 1914 den toestand be
oordeelde, een oordeel, dat tenslotte
beslissend geweest is voor den loop
der dingen.
UitgthiRgirdt k «deren.
De „Vossische Ztg." bevat een
noodkreet uit het Ertsgebergte, „een
stuk Duitsch gebied, thans onder
de Tajecho-Slowakijsche Republiek",
waaraan wij het volgende ontleenen
Een autotocht van vier dagen, zegt
de schrijver Richard Katz, met de
Havercommissie, die de hongerige
kinderen van T^jecho Slowakije voe
den wil, heeft mij door de jammer-
lijkste en afgrijselijkste ellende ge
voerd, die ooit een volk beleefde.
Hier sterft een Duitsch volk zonder
jammerklacht in de apathie van de
diepste wanhoop. Duizenden der arm-
sten kwamen reeds van honger om,
duizenden liggen op sterven. De kin
deren lijden het meeste. De schrijver
geeft een beschrijving van het bezoek
aan een school, waar kinderen van
7, 8 en 9 jaar nog voor de zooveelste
maal in de eerste klasse zitten, om
dat de geest en het uitgehongerde
lichaam de leerstof niet kan opnemen.
Het zijn dwergjes die daar zitten.
Uitgehongerde, bleeke, teringachtige
gezichtjes, waarin groote matte oogen
staan onder de rachitische voorhoof
den armpjes, die slechts huid en
beenderen zijn en over de kromme
magere beenen hangen de spitse
hongerbuiken, door waterzucht mis
vormd. De kinderen kunnen het
hoofd niet rechtop houden, daar de
uitgeteerde halswervels te zwak zijn
om het hoofdje te torsen. En toch,
laat u niet door meelijden overhalen
het uitgeteerde hoofdje te streelen.
Het kind heeft schurft, evenals de
meester, die vol schaamtegevoel zoo
even weigerde u de hand te geven.
„Wie uwer heeft vanochtend in
het geheel niets gegeten?" is de
vraag den kinderen gesteld.
Van de 47 kinderen steken 12 de
vinger op Uitstekend met koffie-
Ersatz hebben dertien kinderen int-
beten, met koffie en melk vier.
Alle anderen hebben ontbeten met
„kruiden", het eerste onkruid dat in
het voorjaar in het Ertsgebergte
groeit. In de lente dit onkruid, in den
zomer koolstronken, in den herfst
afgevallen peren, en in den winter
als God wil aardappelen. Maar de
winter is nog ver en de hongertyphus
grijpt om zich heen.
En zoo vergaat het den armen.
Negen tiende van de bevolking be
hoort tot die armen.
„Wie van u heeft geen hemd aan?"
was de volgende vraag.
Acht staken de vinger op.
„Wie uwer bezit niet meer dan
dat eene hemd dat hy aanheeft?"
De meeste vingers gingen omhoog.
Nu viel de onderwijzer me in de
reden: „Er is maar twee derde dei-
kinderen op school. Het andere derde
heeft niets om aan te trekken en
ligt naakt in het stroo. Hun ouders
hebben de laatste kleeren ingewisseld
tegen aardappelen. Dit zyn alleen de
beter gekleede en gevoede kinderen."
„Maar, hoe zien dan de andere
kinderen er uit?"
Die kinderen lagen door luizenen
schurft verteerd, verhongerd, versuft,
met tering, of idioot op hun vuile
stroo den dood te verwachten, die
hun in alle geval een betere toekomst,
zal brengen, want zalfs in de hel
kan hun geen erger lot beschoren zijn.
D« stakingen in Frankr|]k.
Waar gaan we heen, vraagt de
royalistische Action Francaise. Naar
de algemeene staking? En het blad
geeft dan als zyn meening te kennen,
dat Duitschland achter de Parijsche
stakingsbeweging zit en dat Brock-
dorff-Rantzau ze als een troef uit
speelt.
De socialisten zijn natuurlijk
woedend'over een dergelijke verdacht
making en vallen in elk opzicht de
stakers bij. De socialistische perB
verheeriykt de stakingen als reen
groote bevrijdingsbeweging tegen het
internationaal kapitalisme en tegen
Clemenceau.
In de Victoire komt de ex socialist
Gustave Hervé in krasse bewoordingen
tegen de huidige stakingen op. De
toestand is op het oogenblik reeds
zoo, beweert hy, dat de arbeiders
veel meer verdienen, dan de midden
klasse.
Het gaat hierheen, dat het weldra
alleen nog maar aan arbeiders er^
millioenairs mogeiyk zal zyn om
rond te komen.
Inderdaad zijn op het oogenblik
in Frankrijk, evenals in veel andere
landen, de menschen van de kleine
middenklasse er moeilijker aan toe
dan de werklieden. Daarom zijn in
den grond der zaak de werklieden
ni«t zoozeer revolutionair gezind. Ze
maken van hun organisatie en macht
gebruik om zoo groot mogeiyke voor-
deelen te verkrijgen, maar voelen
voor de groote meederheid ge6n nei
ging tot bolsjewistische avonturen.
Er is vooral in een land als Frank-
ryk natuurlijk nooit iets te voor
spellen, maar het lijkt wel waar-
schyniyk, dat de huidige groote
stakingsbeweging, met het resultaat
van nieuwe verkorting van den
arbeidsduur en verhooging van de
loonen, vooral een nieuwe stijging
van de levensduurte tengevolge zal
hebben, die weer het zwaarst te
dragen zal zyn voor de kleine lieden
der middenklasse, die ongeorgani
seerd en zonder groote economische
macht, den druk niet op anderen
kunnen afwentelen.
0« Anirikamchi schiipsbiuw.
Het Amerikaansche scheepvaart
departement deelt mede, dat de Hulp-
vlootvereeniging in 't geheel in Mei
aan de regeering heeft geleverd 136
schepen van 500 tot 1000 ton, te
samen 768.025 ton metend. Gedurende
dezelfde maand werden er bovendien
137 schepen te water gelaten met
een gezamenlijken inhoud van 470.634
bruto tonnen. Ten slotte werden in
Mei de kielen gelegd van nog 80
andere schepen, tezamen 397.000
bruto tonnen metend.
Het scheepvaartdepartempnt is er
van overtuigd, dat er gedurende dit
kalenderjaar 4.500.000 ton aan schepen
gebouwd zullen worden, als de toe
standen dezelfde biyven wat betreft
arbeiders en materiaallevering.
Bulgaarsehi coupon».
Biykens mededeeling van den
Nederlandschen gezant te Sofia door
het ministerie van buitenlandsche
zaken ter kennis gebracht van eenige
bankinstellingen hier te lande, heeft
de „Direction de la Dette Publique
et des Dettes Garanties par 1'Etat"
aldaar er de aandacht van den gezant
op gevestigd, dat, indien voortaan
de overmaking van de noodige gelden
voor de betaling der vervallen Bul-
gaarsche coupons eenige vertraging
zal ondervinden, de oorzaak daarvan
uitsluitend moet worden toegeschre
ven aan de volkomen afzondering,
waarin Bulgarye zich bevindt ten
gevolge van de nog niet opgeheven
blokkade, die iedere financieele trans
actie met het buitenland onmogeiyk
maakt, alsmede eiken uitvoer van
Bulgaarsche producten, wier verkoop
de noodige fondsen aan de schatkist
zouden hebben verschaft.
De „Direction" voornoemd, stelt
er dan ook prys op er den nadruk
op te leggen, dat zij in het nakomen
van haar verplichtingen nimmer is
te kort geschoten en dat de ver
tragingen in de storting van de
halfjaarlljbsche bedragen het gevolg
zyn van omstandigheden buiten haren
wil. (N. R. CU
PLAATSELIJK NIEUWS.
Coicirt Stafmuziak.
Donderdagavond 8 uur geeft de
Stafmuziek een concert in de muziek
tent in het Plantsoen.
Kigalsport.
Mocht onze kegelclub „Hard gaat
ie" op de banen van „Bellevue" in
Amsterdam, met de verguld-zilveren
medaille thuis komen, nu heeft zij
haar oude vijf, Badart, Klopper, Krij-
nen, van Peït en Schagen, afgevaar
digd naar het bondsconcours gehou
den in het Brongebouw te Haarlem,
Bijna alle aangesloten clubs by den
Nederlandschen kegelbond, uit alle
oorden des lands kwamen op dit
groote concours uit. Onze Heldersche
kegel aars behaalden aldaar een der
eerste prijzen, de groote zilveren
lauwertak, met 254 hout in veer
tig worpen, terwyi den heer Krynen
eene personeele onderscheiding ten
deel viel met 41 hout in vyf worpen.
Een kranige prestatie van onze
Heldersche kegelaars.
De behaalde prijzen zyn tentoon
gesteld in de uitstalkast van het
Oud Hollandsche sigarenmagazijn,
Keizerstraat No. 9.
Uit hot Pilitlo-rapport.
Gepasseerden Zondagnamiddag ten
omstreeks 4 30 ure, werd aan het
Bureau aan het Molenplein kennis ge
geven, dat er vlak by den Zeedijk,
achter het Postkantoor, het lijk van
een man dreef. Het werd naar het
lykenhuisje op de algemeene be
graafplaats overgebracht. Daar bleek
het op den rechterarm getatoueerd
te zijn met den naam G. J. v. d.
Steen. Na telegraphiscbe mededeeling
aan verschillende visschersplaatsen,
verschenen den volgenden dag alhier
eenige personen uit IJmuiden, die
in den overledene hun familielid
G. J. v. d. Steen herkenden, matroos
op de visscherstrawler Noordster III,
die 7 Mei j.l. van uit IJmuiden naar
zee ging en waarvan men sedert
dien niets meer vernam. Vermoede
lijk is het vaartuig op een mijn
geloopen en vergaan.
Tegen drie winkeliers, wonende
in de Langestraat en de Midden
straat, is proces-verbaal opgemaakt
wegens overtreding der Boterweten
eveneens tegen een verlof houdster
in de Keizerstraat, wegens over
treding der Drankwet en het hebben
van damesbediening in hare inrich
ting, zonder daartoe bekomen ver
gunning.
De Luilaknacht van Vrijdag op
Zaterdag vóór Pinksteren, kenmerkte
zich weder doordat er vrij veel jonge
lieden, waarvan verreweg het mee-
rendeel kinderen, in den heel vroe
gen morgen op straat liepen. Het
plegen van baldadigheden werd door
de politie zooveel mogelijk voor
komen. Het gebruik neemt biykbaar
meer en meer af.
BINNENLAND.
Uitvoir tixHelgoaderin,
In verband met de geruchten om
trent den uitvoer van textielgoederen
wordt aan het „Hlbld." het volgende
gemeld
Bij overweging van den uitvoer
van textielgoederen traden twee te
genstrijdige groote belangen op den
voorgrond. Het algemeen belang liet
niet toe, dat mogelijke uitvoer zou
leiden tot prijsstijging voor den bin-
nenlandschen verbruiker. Anderzijds
was de herleving van de textielnij
verheid en handel een belang van
zeer groote groepen onzer bevolking,
werknemers niet minder dan werk
gevers.
Het kwam er voornameiyk op aan
het gulden midden te treffen tusschen
de mogeiykheden van in- en uitvoer.
By het sluiten van den wapenstil
stand waren de voorraden hier te
lande niet groot en de vooruitzichten
van den invoer zeer slecht, terwijl
buitenslands een wilde vraag te ver
wachten was. Uitvoer zou toen den
afnemer in het binnenland slacht
offer hebben gemaakt
Doch naarmate de invoermoeiiyk-
heden stegen en de vraag naar bui
ten kalmeerde (de centrale rijken
vormden wegens N.O.T. bezwaren
geen afzetgebied en de geallieerden
kwamen onmiddeliyk by de neutra
len ter markt) werd die kans om
uit het evenwicht te geraken steeds
geringer.
Daartegenover stond het bewust
zijn, dat het afspuien van een deel
der te duur gekochte voorraden naar
buiten, met voordeel of althans ge
ring verlies, fabrikanten, grossiers
en winkeliers in de gelegenheid zou
stellen een deel hunner vastgelegde
middelen los te krijgen en daarvoor
tegen redelijker pryzen hunne voor
raden aan te vullen, hetgeen ten
slotte den verbruiker slechts ten
goede kon komen.
Ia Januari werd al tastend een
aanvang gemaakt met de eerste ver
gunningen voor zekere soorten van
textielgoederen, weelde-artikelen en
zoodanige goederen, waarvan de
overbodigheid in Nederland vast
stond.
Geleidelijk uitbreidende was 1
April het standpunt bereikt, dat alle
textielgoederen, behalve grondstoffen,
tot den uitvoer werden toegelaten.
Wat deze goederen betreft, hier
omtrent werd steeds voeling gehou
den met de fabrikanten en dit leidde
langzamerhand tot het toelaten van
verschillende soorten lompen, par
tyen vlas, kapok enz.
Ten overvloede zy aangestipt, dat
vergunningen slechts tot werkeiyken
uitvoer konden leiden, indien daar
tegen geen N.O.T. bezwaren beston
den, die de Regeering krachtens het
„general agreement" diende te eer
biedigen.
De uitvoermogeiykheid bleef in-
tusschen in de praktyk verre beneden
de verwachtingen, zoodat de invloed
van de uitgevoerde hoeveelheden op
de binnenlandsche prijzen bezwaarlyk
van beteekenis kon zijn. De onder
vinding van de laatste maanden doet
verwachten, dat er ook na eventueele
vredessluiting door de sterk ver
minderde koopkracht en kooplust in
de centrale rijken gien gevaren zijn
te vreezen, dat ons land op het
gebied van textielgoederen ten nadeele
van den Nederlandschen verbruiker
zoogenaamd zal worden leeggezogen.
Doen zich geen nieuwe gezichts
punten voor, dan bestaat er voors
hands geen aanleiding om de thans
gevolgde gedragsiyn te veranderen.
Dl BriRdbilaitiRg,
Het kamerlid Weitkamp heeft aan
den minister van Financiën de vol
gende vragen gericht:
„Is de minister bereid mede te
deelen, in hoeverre juist is de bere
kening in de brochure van den heer
I. de Boer Hz., ingenieur-verificateur
van het kadaster, dat de kosten van
den opsporings- en bijhoudingsdienst
der grondbelasting gedurende lOjaren
hebben bedragen circa 12 millioen
gulden in hoofdsom, dat is juist het
bedrag, dat ten gevolge dezer dien
sten door de belastingschuldigen is
opgebracht?
„Indien deze berekening in hoofd
zaak juist is, welke maatregelen
denkt de minister te nemen om dezen
dienst, die de ingezetenen op lasten
en kosten jaagt, zonder de schatkist
eenigermate te bevoordeelen, op te
heffen of op' practische wy'ze te
hervormen?"
Err oud-g9diende.
Voor den 77-jarigen vroegeren
marinematroos le kl. H. v. d. Berg,
wonende in de Paulus Potterwonin-
gen No. 125 te den Haag, zal het
Vrijdag 13 dezer veertig jaren ge
leden zijn, dat hij de militaire Wil
lemsorde 4e klasse heeft gekregen.
Hy verdiende deze onderscheiding
voor moed, beleid en trouw, nadat
hij, in 1878, op de Oostkust van
Atjeh, dienende aan boord van een
der toenmalige raderstoomschepen
onzer marine, by een gecombineerde
expeditie van land- en zeemacht den
luitenant ter zee 2e klasse J. M.
Noorduyn, by het bestormen der
kampong Gigen uit een handgemeen
had ontzet, terwyl hy ook een der
eersten was die de versterking bin
nendrong. Het volgende jaar, 13
Juni 1879, heeft hy de bovenbedoelde
onderscheiding ontvangen.
Van den Berg draagt ook het ex-
peditlekruis met gesp Samalagan en
heeft ook de bronzen medaille voor
menschlievend hulpbetoon, wegens
het zes malen redden van drenke
lingen.
EigtRRRrdigi vangst,
De bemanning van den vracht-
logger „Tweeling" van de reedery
Zuid-Holland (dir. De Groot en Van
Belkum) te Vlaardingen heeft op de
Noordzee 31 kisten boter opgevischt
en bij aankomst afgegeven aan den
burgemeester-strandvonder te Vlaar
dingen
Valich gild.
Het trok in de laatste weken de
aandacht der politie, dat in de om
geving van den Soelendaalscheweg
te Rotterdam, meermalen valsche
kwartjes en guldens werden ontvan
gen. De aandacht viel op den beeld
houwer J. v. d. L. en zekere M. de W.,
weduwe Van der S., met wie genoemde
beeldhouwer in concubinaat leeft
op den Soetendaalscheweg. Een huis
zoeking by hen leverde niets op.
Maar deze man en vrouw bleven
sedert onder contróle. Ongemerkt
werden z(J steeds gevolgd zoodra zij
zich op straat vertoonden, waarby
opviel, dat zy dan gescheiden liepen,
doende alsof zij niet bij elkander
behoorden.
Donderdag gingen zy naar de wo
ning van den schilder W. P. M. H.,
in de Verbraakstraat, bleven daar
eenigen tijd en trokken toen de stad
in. Twee rechercheurs volgden hen.
In de Van der Takstraat ging de
vrouw in den sigarenwinkel van H.,
kocht er een doosje sigaretten en
betaalde met een gulden. De man
wachtte buiten. Toen de vrouw den
winkel verlaten had, ging onmiddêl-
ïyk een rechercheur naar binnen,
die daar vaststelde, dat de in betaling
gegeven gulden valsch was. Deze
gulden werd in beslag genomen, en
de vrouw en de beeldhouwer werden
dadelyk aangehouden. Uit een zakje
in de voering van de jas van den
.beeldhouwer, werden op het politie
bureau aan de Nassaukade, tien
valsche guldens gehaald, en de vrouw
bleek ook nog valsch geld by zich
te hebben.
Opnieuw werd nu in hun woning
op den Soetendaalscheweg een huis
zoeking ingesteld en ditmaal vond
men onder den vloer in het privaat
een geheime bergplaats, waaruit'tin,
lood, gips, een schaaltje, waarop gips
is aangemaakt, en vloeistoffen, be-
noodigd voor het maken van valsch
geld, te voorschijn werden gehaald.
Een huiszoeking by den schilder C.
P. M. H., in de Verbraakstraat, in
middels ook gearresteerd, leverde
niets op, en ook by familieleden van
de aangehoudenen, waar de politie
huiszoeking deed, is niets gevonden.
De schilder uit de Verbraakstraat
is daarop weer vrygelaten. De beeld
houwer en de weduwe zjjn ter be-
schikking van de justitie gesteld.
Op het valsche geld en de voor het
vervaardigen daarvan gevonden in
grediënten is beslag gelegd.
Hat mis.
Een milicien, gedetacheerd in het
fort „Schiphol" was op stap geweest
met een 14-jarig meisje uit de ge
meente NieuwerAmstel. Haarvader
wachtte den volgenden morgen den
militair op en verklaarde, dat hy
geen verhouding tusschen hem en
het meisje wenschte. De aange
sprokene ontstak zoodanig in woede,
dat hy den vader een steek met een
knipmes in den schoudor gaf, waarna
hy de vlucht nam. Spoedig was een
geneesheer ter plaatse. Deze kon-
stateerde een diepen messteek, die
byna de long had geraakt. De toe
stand van den getroffene is, ofschoon
niet levensgevaarlijk, wel ernstig,
voornameUjk door veel bloedverlies.
De dader is met behulp vanryks
en gemeente-politie reeds opgespoord
en ter beschikking van de militaire
autoriteiten gesteld. Het mes, waar
aan nog bloed kleefde, is in beslag
genomen.
Blosdigi bruiloft.
In de buurtschap Mander onder
Tubbergen, werd de landbouwer E.,
op een bruiloft zoodanig door mes
steken in den rug verwond, dat zyn
leven in gevaar is. De oorzaak van
den twist wordt gezocht ia een oude
veete.
Bolflj iwlafIschi Krabbel»
Minister en ex-minister.
„Wladimir" schryft inhet„Hbl.":
Wy hebben vergadering in het
Marmeren Paleis te Petrograd. Tot
vóór de revolutie was dit paleis een
der schoonste gebouwen der hoofd
stad. Het geldt nu als plaats van
byeenkomst voor de beambten van
het Departement van Arbeid. Zijn
beteekenis is dus niet gering, doch
wat heefr, men van het inwendige
gebouw gemaakt I Men had het recht,
voorzeker! voor zulk een verheven
doel zülk een paleis te kiezen,
doch alleB krioelt van vuil, alle
kunstvoorwerpen zijn aan gruzele
menten geslagen, de meubelen werden
vernield. Een algemeen beeld van
vernielzucht, de Russische Revo
lutie!
Ik betreed het vroegere paleis,
omdat ik tegenwoordig moet zijn by
een vergadering, teneinde te over
leggen met den Minister en ver
tegenwoordigers van arbeiders en
fabrikanten, benevens volks-coxn-
missarissen. Langzamerhand vult zich
het kabinet van den Minister. Steeds
komen er nieuwe lieden binnen,
ook zonder van een uitnoodiging
voorzien te zyn.
Wat moet dit weer worden Hoe
zal de nieuwe Minister deze zonderling
samengestelde bijeenkomst leiden?
Ja, ik ken den minister wel, 'n
kundige kerel, een schitterende volks
redenaar, iemand, die als arbeiders
leider aan een mij bevriende fabriek
een belangrijke rol heeft gespeeld,
zoowei als aanvoerder der arbeiders,
doch tevens als vak-bekwaam ar
beider zelf, een man dus in wien
de Russische arbeiders een blind
vertrouwen kunnen stellen. Overigens
een gevaarlijke agitator, gevaarlijk
voor de bourgeoisie!
Daar verschynt hij eiadelyk zelf.
Maar wat ziet hy er uit, deze Koesma
Petrowitsj Gelijk een bourgeois,
met gouden horlogeketting, in on
berispelijk pak; terwijl hij binnen
treedt neemt hy uit een gouden
koker een sigaret; zyn lakschoenen
kosten, geschat volgens revolutie-
pryzen, stellig 800 roebel, tiptop
bourgeois 1
Hy neemt het woord en beveelt
de arbeiders bezonnenheid aan,
juist gelijk een paar maanden geleden
de sociaal-democratische regeering in
Weimar. Natuurlijk moet de meer
derheid beslissen, volksstem,
godssteml
De dolzinnige loonB-verhoogingeu
worden echter toegestaan, en het
verschil, dat de fabrikant niot-iran
dragen, wijl hy reeds volslagen is
uitgezogen, zal door den Staat worden
overgenomen. Dat komt op ettelijke
millioenen per week, alleen voor
Petrograd.
Dan verlaten wy te zamen de ver
gadering, Koesma Petrowitsj en ik.
De minister is zoo vriendelijk, mij
een plaats in zyn auto aan te bieden.
Hy heeft er een tot zyn beschikking
uit de vroegere keizerlijke garage,
- en de mijne is reeds lang tot
nationaal eigendom geproclameerd.
We stappen in we ryden weg.
Heeft hij me nog iets te zeggen?
Een krachtige, kernachtige Russi
sche vloekDitmaal niet, zooals ge-
woonlyk, aan het adres der bourgeoise,
neen, nu vloekt hij eens niet tegen
ons. Want een zonderlinge vraag
richt hy tot me.
„Hie komt u eigeniyb op zoo'u
byeenkomBt Doet het u plezier, die
nonsens aan te hooren, zooals dit
plebs, deze bende praat V
Eer ik my kan herstellen vanmyn
verbazing over den man, die eenige
weken pas gelegen dezelfde rede
neeringen heeft gehouden, dezelfde
onzinnige eischen heeft gesteld, ben
ik al thuis.
Ja, ja, de macht 1 Zooals die de
menschen verandert I
Maar weer twee weken later is
Koesma Petrowitsj geen minister
meer.
Hy had genoegI
Nieuwe uitga vin-
Yerschenen is het eerste nummer
van „Ons Noorderkwartier" iu woord
en beeld. Officieel orgaan van de West-
friesche Kanaalvereeniging", tevens
gewyd aan de belangen van Hol
land's Noorderkwartier op het go-
bied van verkeer, land- en tuin
bouw-, handel en nyverheid. Redac
teur C. Nannes Gorter, Alkmaar.
Het blad wil den bloei en de ont
wikkeling van ons gansche gewest
bevorderen.
Al dikwijls was de oprichting vau
een dergelijk blad besproken, zoodat
het een lang gekoesterde wenschis,
die in vervulling is gegaan. Ook
wil het blad op de bres blijven voor
uitbreiding van vreemdelingenbezoek
en het schoone doen waardeeren, dat
het gewest bezit. Het nummer be
vat verschillende bydragen en iB
geïllustreerd met fraaie kiekjes uit
Alkmaar, Bergen, Schoorl, e.d. Het
in het nummer voorkomende „Lente
lied", waarvan de dichter-(inzender)
der redactie onbekend is, is van
Jan PrinB uit een van diens bundels.
Hopen wy, dat het nieuwe blad
ook voor onze gemeente vruchtbaar
werk kan doen!
MQEZONOEN.
Door de leerlingen der Ryks Nor
maal School alhier is opgericht eene
ontwikkelingsclub onder den naam
van N(ormaalschool) O(ntwikkelings)
Cflub). Deze vereeniging stelt zich
ten doel de algemeene geeste
lijke ontwikkeling harer leden te
bevorderen. Daartoe zullen lezingen
worden gehouden door verschillende
personen.