LANGS DE STRAAT. Pinksteren. Zouden er, de laatste jaren, wel scliooner en stralender Pinksterda gen zjjn geweest over de nevelige en koele stranden van ons landje als die van dit vredesjaar 1919? Het w as één en al zonneschijn, één en al heerlijkheid. Juist een paar da gen tevoren was het weer omge draaid; het was bitter koud gewor den, regen en wind heerscljten weder oppermachtig. En de pessi misten zeiden: dat wordt een natte Pinksteren. Maai- ziedaar: zij kregen, als zoo vele pessimisten, ongelijk. De baro meter rees weer, de wind draaide, de zon kwam weer achter de wol ken te voorschijn. En het werd op nieuw een glorietocht van den zomer door ons land. De hooge, strakke blauwe hemel, het sappige en volle groen der boomen, de kleu rige gouden regens en andere bloe men hier en daar in tuinen en op bloemperken, dat alles deed de Pinksterdagen tot een festijn ma ken van ongekende zomerweelde. Geen wonder, dat duizenden, tienduizenden zich verplaatsten, ter stad uittrokken naar familie en bekenden. Geen wonder, dat om gekeerd, onze stad een invasie kreeg van vreemd bezoek, dat bij honderden naar binnentrok. Trei nen en booten voerden ze aan, van alle kanten, en stuwden ze de stad in, en het onbegrijpelijke ervan was alleen maar, waar al die trei nen en booten ze hadden geher bergd. Het is waar, in de ellen lange treinen, die je tegenwoordig hebt, waarvan een wandeling langs alle wagens wel vijf minuten in be slag neemt, kan heel wat geborgen worden, maar een boot is tenslotte maar een boot. Omgekeerd leek het wel, alsof heel Texel over stroomd was van vreemdelingen, en waar de „De Dageraad" ze liet, wij begrepen het niet. pen het niet. Ook Huisduinen kreeg natuur lijk zijn aandeel weer; het badhuis had des avonds gezorgd voor mu ziek, zoodat er veel bezoekers strandwaarts waren getrokken. De jaarlijksche „PLnksterblommen"-ge- zelschappen, die in een open bakje de bloemetjes op den tweeden Pink sterdag buiten zetten, ontbraken evenmin en toerden door de stad. Met de Texelsche boot, die om zes uur aankwam, kwam een ge zelschap jongelui mede, die, te oor- deelen naar hun klëeding en uit rusting, gekampeerd hadden op het eiland. Met vuurroode, door de zon verbrande gezichten, hum tentin grediënten op den rug, zonder boe den, met verwaaide haren, maar boordevol zonneschijn en zomer wind, liepen ze langs de Hoofd gracht. Welk een genot aldus den zomerwind op te vangen in ver moeide, van het leeren versufte hersens, en ze schoon te spoelen met de ozon en het zout der zee! Welk een weelde om, wars van alle conventies, te kunnen kampeeren aan zee in een tent en lak te kun nen hebben aan alles wat tot het maatschappelijke fatsoen behoort, aan lastige kleeding, aan zooveel wat ons leven in een keurslijf wringt en perst! Maar de kleintjes, die pootjes baadden aan zee, hadden ook schik in ongedwongenheid. De jongens hier zijn aan de zee gewend, die weten precies wanneer je even op moet springen om een aankomende golf te ontgaan op straffe van an ders, een nat pak te halen. En de beide honden, die met hun meester een morgenwandeling maakten, wa ren ook met de golfjes aan t dollen en dartelen. Telkens moesten ze een eind in de golven apporteeren, en als dam de eene, de moedigste, de golven getrotseerd had en het houtje opgevischt had uit het wa ter, kwam aan wal, listiglijk zijn collega, maakte ruzie en ontfutsel de het den ander, waarna h|j het staartkwispelend en flikflooiend zijn meester aan de voeten legde Van dezen hornd zou men kunnen zeggen: hij was een hond, niets menschel ij ks was hem vreemd. Zoo had ieder zijn deugd aan den Pinksterzonneschijn en het Pinksterweder. En geleidelijk be gon de uittocht per trein, per boot. Twee treinen reden er hedenmor gen voor een; de eerste, de offi- cieele, voor de reizigers naar de tusschenstations, de tweede, om zeven uur, voor hen, die verder weg moesten. En het was een wui ven met handen, met zakdoeken, inet hoeden bij het vertrek, dat het aardigheid was. En de alledaagsche rust is weer teruggekeerd in de straten. Maar het zonnefeest blijft, want nog altijd staat de barometer gunstig en is de hemel hoog en strak. En waarom zouden we maar niet wenschen, dat zoo blijven moge, heel den zomer lang? Want het is toch onze vredeszomer mu? BUITENLAND. Het antwoord op de Dultsche tegenvoorstellen. Parijs, 9 Juni. Zonder rust te ne men gedurende de feestdagen wer ken de commissies der conferentie aan de voorbereiding van het ant woord aan Duitschland. Het aantal voltooide rapporten neemt steeds toe en zoodoende hebben de „vier", zonder Orlando, die vertrokken is om met zijn kabinet te beraadsla gen over de regeling der Adriati- sche quaestie gisteren evenals he den kunnen werken. Ten aanzien van het rapport der commissie voor de schadevergoe ding kan men zeggen, dat het wijst op de onmogelijkheid om het totaal tier schadevergoeding, die Duitsch land zal hebben te betalen, te geven voor men eenige maanden verder is, doch dat zij voorstelt thans reeds het totaal te bepalen van zooveel mogelijk hoofdstukken, zooals bijv. de militaire pensioenen. De bladen critiseeren de oplos sing die schijnt genomen te zullen wonien inzake Opper-Silezle, n.L een plebisciet, met waarborgen om geven. Een later bericht meldt dat be sloten is, dat het antwoord der ge allieerden op de Duitsche tegen voorstellen niet voor 13 Juni zal worden overhandigd. De Duit- schers krijgen vijf dagen om te antwoorden. Duitscb-Zuidwest Afrika. Londen, 9 Juni. De correspon dent van de „Daily News" te Parijs seint, naar aanleiding van het ge opperde denkbeeld om aan Duitsch land een mandaat te geven voor Zuid-West-Afrika, dat er zeer ze ker geen kans is dat zulk een voor stel tegen het verzet van de open bare meening in Zuid-Afrika in zou worden doorgezet. Het schijnt ech ter, zegt de correspondent, dat er onder velen der Boeren een stem ming lveerscht en generaal Smuts zou hierin deelen tegen een aanvaarding van het mandaat door de Zuid-Afrikaansche Unie en voor het behoud van het Duit sche trusteeschap onder de controle van den Volkenbond. Fiume. Parijs, 8 Juni. De Italiaanscbe minister-president Orlando is Za terdagavond naar Oulx vertrokken om een onderhoud te hebben met minister Colosimo over de quaestie van Fiume. Volgens den „Petit Pa- risien" zon Orlando zijn collega de volgende oplossing der quaestie willen voorstellen: Stichting van een autonomen staat Fiume, met een volksstemming voor dat over het definitieve lot van de stad wordt beslist, afstand van verschil lende strategische eilanden en van Zara aan Italië, en van Sebenico aan Zuid-Siavië. Een ultimatum aan Hongarije. Parijs, 8 Juni. De voorzitter der vredesconferentie Clemenceau heeft aan de Hongaarsche regee ring te Boedapest het volgende draadlooze telegram gezonden: „De geallieerde en geassocieerde regeeringen staan op het punt ver tegenwoordigers van Hongarije naar Parijs ter bijwoning der vre desconferentie te roepen ten einde aldaar mededeelingen in ontvangst te nemen over de meeningen dier regeeringen over de rechtmatige grenzen van Hongarije. Dit ge schiedt juist op het oogenblik, waarop de Hongaren tegen de Tsje- cho-Slowaken ongerechtvaardigde hevige aanvallen ondernemen en Slowakije binnendringen. De geal lieerde en geassocieerde regeerin gen hebben reeds uiting gegeven aan haar vasten wil om aan al deze nuttelooze vijandelijkheden een ein de te maken, toen zij tweemaal de Roemeensche legers, toen deze de grenzen, vastgesteld in het verdrag van den wapenstilstand, hadden omschreven, geboden hadden halt te houden, en zij hun den op- marsch naar Boedapest belemmer den, toen zij de Servisch-Fi'ansche legers aan de Zuidgrens bevolen de operaties te staken. Onder deze omstandigheden wordt de Boedapester regeering formeel uitgenoodigd onmiddellijk aan haar aanval tegen Tsjecho- Slowakije een einde te maken. In het tegenovergestelde geval zijn de geallieerde en geassocieerde regeeringen vast besloten onmid dellijk de uiterste maatregelen te nemen om Hongarije tot staking der vijandelijkheden te dwingen. Op dit telegram moet binnen 48 uur antwoord gegeven worden." Drie draagsche algemeene staking over geheel Europa? Berlijn, 9 Juni. Naar de eigen berichtgever van de „Deutsche Allgemeine Zeitung" uit betrouw- bare bron uit Münohen verneemt, is in zekere deelen van Duitsch land vanwege de Internationale Arbeiders Verbonden bericht in gekomen, dat als ontzaggelijke de monstratie voor een rechtvaardi gen vrede, gemeenschappelijk met. Duitsche arbeiders een algemeene staking, welke 3 dagen moet du ren, voor geheel Europa zal afge kondigd worden. Naar het schijnt, worden de voorbereidende maatregelen reeds getroffen om deze machige pro testonderneming van het arbei dende Europa tegen een geweld- vrede te doen slagen. Korte berichten. Tsjecho-Slowakjge zal een deel der oorlogsschulden moeten over nemen. De kleurstoffenfabriek te Lud- wigshafen zal onder controle van Fransche officieren het werk her vatten. De Oostenrijksche vredesdelega- tie zal voorstellen een volksstem ming onder neutrale controle te houden in Karinthie, Stiermarken en Duitsch-West-Hongarije. De commissie voor den Volke renbond uit de vredesconferentie stelt voor Duitschland tot den Vol kerenbond toe te laten, als het teekent, de voorwaarden nakomt en een stabiele regeering vestigt. Het embargo op den uitvoer van goed uit de V. S. naar alle landen, behalve vijandelijke en bolsjewis tisch Rusland, is opgeheven. Eca boek vaa Bathmaaa Hollvig. Uit Berlijn wordt aan de N. Rott Ct. gemeld: Dezer dagen zal een boek van von Bethmann-Hollweg verschijnen met beschouwingen over den wereld oorlog. Een hoofdstuk daaruit heeft men mij voor publicatie ter beschik king gesteld. Het geeft geen denk beeld van het boek, dat ik ook verder niet ken, maar het onderwerp, waarover het gaat, is belangwekkend genoeg om deze beschouwingen te publiceeren. Von Bethmann Hollweg noemt dit hoofdstuk: „De Fransche moeilijkheden", en geeft daarin zijn indruk weer, dien hij in den tijd kort voor den oorlog van den toestand in Frankrijk en de houding van de Fransche regeering gekregen heeft. 1 |Hij verteltDe veranderde toon, dien de Fransche pers na het tot macht komen van den heer Poincaré aansloeg, kon ik van den eersten dag af aan duidelijk hooren door dringen bjj mijn gesprekken met den heer Cambon. Tot op dat oogenblik had de gezant herhaaldelijk op verschillende manier over bet thema gesproken, dat per soonlijke betrekkingen tusschen de leidende staatslieden, waarbij bij zelf gaarne bemiddelaar zou geweest zijn, ertoe zouden hebben kunnen bijdragen de betrekkingen tusschen beide landen op het door hen zelf gewenschte spoor van wederzijdsch begrijpen te brengen. Aan de langdurige onder handelingen over Marokko had hij zonder eenige twijfel met onafge broken geduld en met den goeden wil om een vreedzame oplossing te bereiken, geholpen. Van toen af echter was de gezant zichtbaar veranderd. Het thema der persoonlijke betrekkingen roerde h|j niet meer aan en als hij mij na een van zijn reizen naar Parijs bezocht, was hy weliswaar even vriendelijk als vroeger, maar was heel karig met zijn woorden, zoodra wij spra ken over den openbaren geest in Frankrijk, ondanks de uitgezochte Fransche geestigheid, die zijn woor den kenmerkten. Hij vermijdt iedere aanduiding, dat ook het ministerie Poincaré door de neiging tot verzoening gelSïd werd, die hij bij vroegere kabinetten steeds had weten te prijzen. Over de ontwikkeling, die het het Fransche karakter in de laatste jaren voor den oorlog had doorge maakt, kon men niet in twijfel zijn. Het is geen overdrijving als toen gesproken werd van een zichtbare renaissance der Fransche natie na het bankroet van 1870. Onze militaire attaché te Parijs, de heer von Winter- feldt, maakt in zijn berichten steeds weer melding van de zichtbare toe nemende voortreffelijkheid van het leger, waarin toch alleen maar het algemeen toenemen van de flinkheid van het heele volk tot uiting kwam. Misschien heeft men zich bij ons niet genoeg met het ware karakter van onze Westelijke buren bezig ge houden om zekere krasse verschijn selen op de Boulevard over het hoofd te zien en de verandering, die plaats vond rechtvaardig te beoordeelen. Dat met het versterken van de al gemeene volkskracht bij een natie met verkropte martiale traditie, zooals het de Franachen zijn, ook de chau vinistische hartstochten omhoog schoten, was slechts een verschijnsel, dat alle geschiedkundige ontwikkeling van dezen aard kenmerkt. De debacle van 1870 kon niet ver geten worden en misschien zonder dat men deze direct zocht, was toch de revanche voor den militairen neder laag een populair gevoel, te meer, daar de regeering reeds in het school onderwijs de jeugd-systematiscn in het chauvinisme liét opvoeden. Dat het verlies van Elzas-Lotharingen het volk geen rust gelaten heeft, is wel oDjuist. Stellig heeft in de departementen, die onmiddellijk in de buurt lagen, het denkbeeld van de herovering van de verloren provincie zich voort durend verbreid; maar in het overige Frankrijk zou het volk een werke lijke toenadering over deze kwestie op den duur wel niet van de hand hebben gewezen, als de Parijsche machthebbers ernstig daarnaar had den gestreeld. Daar deze echter, in het bijzonder weer onder de leiding van Poincaré, zij het uit vaderlandsche overtuiging, zij het uit persoonlijke eerzucht, zij het, omdat ze alleen op die manier- hun macht in den strijd van de cote rieën meenden te kunnen handhaven, steeds beslister een richting tegen Duitschland insloegen, moest het volk medegaan, want in geen land ter wereld is de macht van eerzuchtige minderheden grooterdan in Frankrijk. Voor den oorlog hebben Franschen zelf dezen toestand meesterlijk ge schilderd. Ook het Fransche socialisme had dit socialistisch drijven niet met effect kunnen bestrijden. Vooral niet by de militairen, by wie men in Frankrijk, dat zich nog steeds zoo beroemde op zijn hooge sociale ontwikkeling, het chauvinisme tegen het socialisme kon oproepen, en een illustratie in de Figaro uit den tijd van de eerste Marokko-zaak is mij in herinnering gebleven, waarop een pioupiou wordt geplaatst tegenover het als een agi- teerend oud wijf voorgestelde socialis me, met de woorden: „Ouwdje, ge verliest uw tyd, uw uur is voorbij". Kondigde zich nu in het jaar 1914 een verbetering aan? Uit de Kamer verkiezingen van 26 April is een vaste meerderheid voor den drie jarigen diensttijd te voorschijn ge komen, maar de herkiezingen in Mei waren een groot succes voorde socialisten, zooals Jaurfcs in de Humanitó schreef tegen den onbe- teugelden laster van het nationalisme en van de reactie. Den 16en Juni nam het Fransche socialistencongres een motie aan voor het internationale congres te Weenen, waarin men, met een beroep op de verklaringen van de Elzasser sociaal-democraten en van het congres der Duitsche sociaal-democratie in Jena, verlangde„dat Elzas-Lotha- ringen autonomie zou krijgen, omdat men overtuigd was, dat daardoor de voor den wereldvrede noodzakelijke toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland in hooge mate verge makkelijkt zou worden". De loop van het wereldgebeuren heeft over het lijk van Jaurès heen een andere richting genomen. Het was den heer Poincaré niet om toe nadering en niet om autonomie te doen. Hij wilde Elzas-Lotharingen heroveren. Daarbij de medewer king van den heer Soechomlinoff en zijn vrienden hem helpen. Tot zoover de beschouwingen van von Bethmann Hollweg, die mij ter beschikking zijn gesteld. Men ziet hieruit in ieder geval hoe de rijks kanselier van 1914 den toestand be oordeelde, een oordeel, dat tenslotte beslissend geweest is voor den loop der dingen. UitgthiRgirdt k «deren. De „Vossische Ztg." bevat een noodkreet uit het Ertsgebergte, „een stuk Duitsch gebied, thans onder de Tajecho-Slowakijsche Republiek", waaraan wij het volgende ontleenen Een autotocht van vier dagen, zegt de schrijver Richard Katz, met de Havercommissie, die de hongerige kinderen van T^jecho Slowakije voe den wil, heeft mij door de jammer- lijkste en afgrijselijkste ellende ge voerd, die ooit een volk beleefde. Hier sterft een Duitsch volk zonder jammerklacht in de apathie van de diepste wanhoop. Duizenden der arm- sten kwamen reeds van honger om, duizenden liggen op sterven. De kin deren lijden het meeste. De schrijver geeft een beschrijving van het bezoek aan een school, waar kinderen van 7, 8 en 9 jaar nog voor de zooveelste maal in de eerste klasse zitten, om dat de geest en het uitgehongerde lichaam de leerstof niet kan opnemen. Het zijn dwergjes die daar zitten. Uitgehongerde, bleeke, teringachtige gezichtjes, waarin groote matte oogen staan onder de rachitische voorhoof den armpjes, die slechts huid en beenderen zijn en over de kromme magere beenen hangen de spitse hongerbuiken, door waterzucht mis vormd. De kinderen kunnen het hoofd niet rechtop houden, daar de uitgeteerde halswervels te zwak zijn om het hoofdje te torsen. En toch, laat u niet door meelijden overhalen het uitgeteerde hoofdje te streelen. Het kind heeft schurft, evenals de meester, die vol schaamtegevoel zoo even weigerde u de hand te geven. „Wie uwer heeft vanochtend in het geheel niets gegeten?" is de vraag den kinderen gesteld. Van de 47 kinderen steken 12 de vinger op Uitstekend met koffie- Ersatz hebben dertien kinderen int- beten, met koffie en melk vier. Alle anderen hebben ontbeten met „kruiden", het eerste onkruid dat in het voorjaar in het Ertsgebergte groeit. In de lente dit onkruid, in den zomer koolstronken, in den herfst afgevallen peren, en in den winter als God wil aardappelen. Maar de winter is nog ver en de hongertyphus grijpt om zich heen. En zoo vergaat het den armen. Negen tiende van de bevolking be hoort tot die armen. „Wie van u heeft geen hemd aan?" was de volgende vraag. Acht staken de vinger op. „Wie uwer bezit niet meer dan dat eene hemd dat hy aanheeft?" De meeste vingers gingen omhoog. Nu viel de onderwijzer me in de reden: „Er is maar twee derde dei- kinderen op school. Het andere derde heeft niets om aan te trekken en ligt naakt in het stroo. Hun ouders hebben de laatste kleeren ingewisseld tegen aardappelen. Dit zyn alleen de beter gekleede en gevoede kinderen." „Maar, hoe zien dan de andere kinderen er uit?" Die kinderen lagen door luizenen schurft verteerd, verhongerd, versuft, met tering, of idioot op hun vuile stroo den dood te verwachten, die hun in alle geval een betere toekomst, zal brengen, want zalfs in de hel kan hun geen erger lot beschoren zijn. D« stakingen in Frankr|]k. Waar gaan we heen, vraagt de royalistische Action Francaise. Naar de algemeene staking? En het blad geeft dan als zyn meening te kennen, dat Duitschland achter de Parijsche stakingsbeweging zit en dat Brock- dorff-Rantzau ze als een troef uit speelt. De socialisten zijn natuurlijk woedend'over een dergelijke verdacht making en vallen in elk opzicht de stakers bij. De socialistische perB verheeriykt de stakingen als reen groote bevrijdingsbeweging tegen het internationaal kapitalisme en tegen Clemenceau. In de Victoire komt de ex socialist Gustave Hervé in krasse bewoordingen tegen de huidige stakingen op. De toestand is op het oogenblik reeds zoo, beweert hy, dat de arbeiders veel meer verdienen, dan de midden klasse. Het gaat hierheen, dat het weldra alleen nog maar aan arbeiders er^ millioenairs mogeiyk zal zyn om rond te komen. Inderdaad zijn op het oogenblik in Frankrijk, evenals in veel andere landen, de menschen van de kleine middenklasse er moeilijker aan toe dan de werklieden. Daarom zijn in den grond der zaak de werklieden ni«t zoozeer revolutionair gezind. Ze maken van hun organisatie en macht gebruik om zoo groot mogeiyke voor- deelen te verkrijgen, maar voelen voor de groote meederheid ge6n nei ging tot bolsjewistische avonturen. Er is vooral in een land als Frank- ryk natuurlijk nooit iets te voor spellen, maar het lijkt wel waar- schyniyk, dat de huidige groote stakingsbeweging, met het resultaat van nieuwe verkorting van den arbeidsduur en verhooging van de loonen, vooral een nieuwe stijging van de levensduurte tengevolge zal hebben, die weer het zwaarst te dragen zal zyn voor de kleine lieden der middenklasse, die ongeorgani seerd en zonder groote economische macht, den druk niet op anderen kunnen afwentelen. 0« Anirikamchi schiipsbiuw. Het Amerikaansche scheepvaart departement deelt mede, dat de Hulp- vlootvereeniging in 't geheel in Mei aan de regeering heeft geleverd 136 schepen van 500 tot 1000 ton, te samen 768.025 ton metend. Gedurende dezelfde maand werden er bovendien 137 schepen te water gelaten met een gezamenlijken inhoud van 470.634 bruto tonnen. Ten slotte werden in Mei de kielen gelegd van nog 80 andere schepen, tezamen 397.000 bruto tonnen metend. Het scheepvaartdepartempnt is er van overtuigd, dat er gedurende dit kalenderjaar 4.500.000 ton aan schepen gebouwd zullen worden, als de toe standen dezelfde biyven wat betreft arbeiders en materiaallevering. Bulgaarsehi coupon». Biykens mededeeling van den Nederlandschen gezant te Sofia door het ministerie van buitenlandsche zaken ter kennis gebracht van eenige bankinstellingen hier te lande, heeft de „Direction de la Dette Publique et des Dettes Garanties par 1'Etat" aldaar er de aandacht van den gezant op gevestigd, dat, indien voortaan de overmaking van de noodige gelden voor de betaling der vervallen Bul- gaarsche coupons eenige vertraging zal ondervinden, de oorzaak daarvan uitsluitend moet worden toegeschre ven aan de volkomen afzondering, waarin Bulgarye zich bevindt ten gevolge van de nog niet opgeheven blokkade, die iedere financieele trans actie met het buitenland onmogeiyk maakt, alsmede eiken uitvoer van Bulgaarsche producten, wier verkoop de noodige fondsen aan de schatkist zouden hebben verschaft. De „Direction" voornoemd, stelt er dan ook prys op er den nadruk op te leggen, dat zij in het nakomen van haar verplichtingen nimmer is te kort geschoten en dat de ver tragingen in de storting van de halfjaarlljbsche bedragen het gevolg zyn van omstandigheden buiten haren wil. (N. R. CU PLAATSELIJK NIEUWS. Coicirt Stafmuziak. Donderdagavond 8 uur geeft de Stafmuziek een concert in de muziek tent in het Plantsoen. Kigalsport. Mocht onze kegelclub „Hard gaat ie" op de banen van „Bellevue" in Amsterdam, met de verguld-zilveren medaille thuis komen, nu heeft zij haar oude vijf, Badart, Klopper, Krij- nen, van Peït en Schagen, afgevaar digd naar het bondsconcours gehou den in het Brongebouw te Haarlem, Bijna alle aangesloten clubs by den Nederlandschen kegelbond, uit alle oorden des lands kwamen op dit groote concours uit. Onze Heldersche kegel aars behaalden aldaar een der eerste prijzen, de groote zilveren lauwertak, met 254 hout in veer tig worpen, terwyi den heer Krynen eene personeele onderscheiding ten deel viel met 41 hout in vyf worpen. Een kranige prestatie van onze Heldersche kegelaars. De behaalde prijzen zyn tentoon gesteld in de uitstalkast van het Oud Hollandsche sigarenmagazijn, Keizerstraat No. 9. Uit hot Pilitlo-rapport. Gepasseerden Zondagnamiddag ten omstreeks 4 30 ure, werd aan het Bureau aan het Molenplein kennis ge geven, dat er vlak by den Zeedijk, achter het Postkantoor, het lijk van een man dreef. Het werd naar het lykenhuisje op de algemeene be graafplaats overgebracht. Daar bleek het op den rechterarm getatoueerd te zijn met den naam G. J. v. d. Steen. Na telegraphiscbe mededeeling aan verschillende visschersplaatsen, verschenen den volgenden dag alhier eenige personen uit IJmuiden, die in den overledene hun familielid G. J. v. d. Steen herkenden, matroos op de visscherstrawler Noordster III, die 7 Mei j.l. van uit IJmuiden naar zee ging en waarvan men sedert dien niets meer vernam. Vermoede lijk is het vaartuig op een mijn geloopen en vergaan. Tegen drie winkeliers, wonende in de Langestraat en de Midden straat, is proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding der Boterweten eveneens tegen een verlof houdster in de Keizerstraat, wegens over treding der Drankwet en het hebben van damesbediening in hare inrich ting, zonder daartoe bekomen ver gunning. De Luilaknacht van Vrijdag op Zaterdag vóór Pinksteren, kenmerkte zich weder doordat er vrij veel jonge lieden, waarvan verreweg het mee- rendeel kinderen, in den heel vroe gen morgen op straat liepen. Het plegen van baldadigheden werd door de politie zooveel mogelijk voor komen. Het gebruik neemt biykbaar meer en meer af. BINNENLAND. Uitvoir tixHelgoaderin, In verband met de geruchten om trent den uitvoer van textielgoederen wordt aan het „Hlbld." het volgende gemeld Bij overweging van den uitvoer van textielgoederen traden twee te genstrijdige groote belangen op den voorgrond. Het algemeen belang liet niet toe, dat mogelijke uitvoer zou leiden tot prijsstijging voor den bin- nenlandschen verbruiker. Anderzijds was de herleving van de textielnij verheid en handel een belang van zeer groote groepen onzer bevolking, werknemers niet minder dan werk gevers. Het kwam er voornameiyk op aan het gulden midden te treffen tusschen de mogeiykheden van in- en uitvoer. By het sluiten van den wapenstil stand waren de voorraden hier te lande niet groot en de vooruitzichten van den invoer zeer slecht, terwijl buitenslands een wilde vraag te ver wachten was. Uitvoer zou toen den afnemer in het binnenland slacht offer hebben gemaakt Doch naarmate de invoermoeiiyk- heden stegen en de vraag naar bui ten kalmeerde (de centrale rijken vormden wegens N.O.T. bezwaren geen afzetgebied en de geallieerden kwamen onmiddeliyk by de neutra len ter markt) werd die kans om uit het evenwicht te geraken steeds geringer. Daartegenover stond het bewust zijn, dat het afspuien van een deel der te duur gekochte voorraden naar buiten, met voordeel of althans ge ring verlies, fabrikanten, grossiers en winkeliers in de gelegenheid zou stellen een deel hunner vastgelegde middelen los te krijgen en daarvoor tegen redelijker pryzen hunne voor raden aan te vullen, hetgeen ten slotte den verbruiker slechts ten goede kon komen. Ia Januari werd al tastend een aanvang gemaakt met de eerste ver gunningen voor zekere soorten van textielgoederen, weelde-artikelen en zoodanige goederen, waarvan de overbodigheid in Nederland vast stond. Geleidelijk uitbreidende was 1 April het standpunt bereikt, dat alle textielgoederen, behalve grondstoffen, tot den uitvoer werden toegelaten. Wat deze goederen betreft, hier omtrent werd steeds voeling gehou den met de fabrikanten en dit leidde langzamerhand tot het toelaten van verschillende soorten lompen, par tyen vlas, kapok enz. Ten overvloede zy aangestipt, dat vergunningen slechts tot werkeiyken uitvoer konden leiden, indien daar tegen geen N.O.T. bezwaren beston den, die de Regeering krachtens het „general agreement" diende te eer biedigen. De uitvoermogeiykheid bleef in- tusschen in de praktyk verre beneden de verwachtingen, zoodat de invloed van de uitgevoerde hoeveelheden op de binnenlandsche prijzen bezwaarlyk van beteekenis kon zijn. De onder vinding van de laatste maanden doet verwachten, dat er ook na eventueele vredessluiting door de sterk ver minderde koopkracht en kooplust in de centrale rijken gien gevaren zijn te vreezen, dat ons land op het gebied van textielgoederen ten nadeele van den Nederlandschen verbruiker zoogenaamd zal worden leeggezogen. Doen zich geen nieuwe gezichts punten voor, dan bestaat er voors hands geen aanleiding om de thans gevolgde gedragsiyn te veranderen. Dl BriRdbilaitiRg, Het kamerlid Weitkamp heeft aan den minister van Financiën de vol gende vragen gericht: „Is de minister bereid mede te deelen, in hoeverre juist is de bere kening in de brochure van den heer I. de Boer Hz., ingenieur-verificateur van het kadaster, dat de kosten van den opsporings- en bijhoudingsdienst der grondbelasting gedurende lOjaren hebben bedragen circa 12 millioen gulden in hoofdsom, dat is juist het bedrag, dat ten gevolge dezer dien sten door de belastingschuldigen is opgebracht? „Indien deze berekening in hoofd zaak juist is, welke maatregelen denkt de minister te nemen om dezen dienst, die de ingezetenen op lasten en kosten jaagt, zonder de schatkist eenigermate te bevoordeelen, op te heffen of op' practische wy'ze te hervormen?" Err oud-g9diende. Voor den 77-jarigen vroegeren marinematroos le kl. H. v. d. Berg, wonende in de Paulus Potterwonin- gen No. 125 te den Haag, zal het Vrijdag 13 dezer veertig jaren ge leden zijn, dat hij de militaire Wil lemsorde 4e klasse heeft gekregen. Hy verdiende deze onderscheiding voor moed, beleid en trouw, nadat hij, in 1878, op de Oostkust van Atjeh, dienende aan boord van een der toenmalige raderstoomschepen onzer marine, by een gecombineerde expeditie van land- en zeemacht den luitenant ter zee 2e klasse J. M. Noorduyn, by het bestormen der kampong Gigen uit een handgemeen had ontzet, terwyl hy ook een der eersten was die de versterking bin nendrong. Het volgende jaar, 13 Juni 1879, heeft hy de bovenbedoelde onderscheiding ontvangen. Van den Berg draagt ook het ex- peditlekruis met gesp Samalagan en heeft ook de bronzen medaille voor menschlievend hulpbetoon, wegens het zes malen redden van drenke lingen. EigtRRRrdigi vangst, De bemanning van den vracht- logger „Tweeling" van de reedery Zuid-Holland (dir. De Groot en Van Belkum) te Vlaardingen heeft op de Noordzee 31 kisten boter opgevischt en bij aankomst afgegeven aan den burgemeester-strandvonder te Vlaar dingen Valich gild. Het trok in de laatste weken de aandacht der politie, dat in de om geving van den Soelendaalscheweg te Rotterdam, meermalen valsche kwartjes en guldens werden ontvan gen. De aandacht viel op den beeld houwer J. v. d. L. en zekere M. de W., weduwe Van der S., met wie genoemde beeldhouwer in concubinaat leeft op den Soetendaalscheweg. Een huis zoeking by hen leverde niets op. Maar deze man en vrouw bleven sedert onder contróle. Ongemerkt werden z(J steeds gevolgd zoodra zij zich op straat vertoonden, waarby opviel, dat zy dan gescheiden liepen, doende alsof zij niet bij elkander behoorden. Donderdag gingen zy naar de wo ning van den schilder W. P. M. H., in de Verbraakstraat, bleven daar eenigen tijd en trokken toen de stad in. Twee rechercheurs volgden hen. In de Van der Takstraat ging de vrouw in den sigarenwinkel van H., kocht er een doosje sigaretten en betaalde met een gulden. De man wachtte buiten. Toen de vrouw den winkel verlaten had, ging onmiddêl- ïyk een rechercheur naar binnen, die daar vaststelde, dat de in betaling gegeven gulden valsch was. Deze gulden werd in beslag genomen, en de vrouw en de beeldhouwer werden dadelyk aangehouden. Uit een zakje in de voering van de jas van den .beeldhouwer, werden op het politie bureau aan de Nassaukade, tien valsche guldens gehaald, en de vrouw bleek ook nog valsch geld by zich te hebben. Opnieuw werd nu in hun woning op den Soetendaalscheweg een huis zoeking ingesteld en ditmaal vond men onder den vloer in het privaat een geheime bergplaats, waaruit'tin, lood, gips, een schaaltje, waarop gips is aangemaakt, en vloeistoffen, be- noodigd voor het maken van valsch geld, te voorschijn werden gehaald. Een huiszoeking by den schilder C. P. M. H., in de Verbraakstraat, in middels ook gearresteerd, leverde niets op, en ook by familieleden van de aangehoudenen, waar de politie huiszoeking deed, is niets gevonden. De schilder uit de Verbraakstraat is daarop weer vrygelaten. De beeld houwer en de weduwe zjjn ter be- schikking van de justitie gesteld. Op het valsche geld en de voor het vervaardigen daarvan gevonden in grediënten is beslag gelegd. Hat mis. Een milicien, gedetacheerd in het fort „Schiphol" was op stap geweest met een 14-jarig meisje uit de ge meente NieuwerAmstel. Haarvader wachtte den volgenden morgen den militair op en verklaarde, dat hy geen verhouding tusschen hem en het meisje wenschte. De aange sprokene ontstak zoodanig in woede, dat hy den vader een steek met een knipmes in den schoudor gaf, waarna hy de vlucht nam. Spoedig was een geneesheer ter plaatse. Deze kon- stateerde een diepen messteek, die byna de long had geraakt. De toe stand van den getroffene is, ofschoon niet levensgevaarlijk, wel ernstig, voornameUjk door veel bloedverlies. De dader is met behulp vanryks en gemeente-politie reeds opgespoord en ter beschikking van de militaire autoriteiten gesteld. Het mes, waar aan nog bloed kleefde, is in beslag genomen. Blosdigi bruiloft. In de buurtschap Mander onder Tubbergen, werd de landbouwer E., op een bruiloft zoodanig door mes steken in den rug verwond, dat zyn leven in gevaar is. De oorzaak van den twist wordt gezocht ia een oude veete. Bolflj iwlafIschi Krabbel» Minister en ex-minister. „Wladimir" schryft inhet„Hbl.": Wy hebben vergadering in het Marmeren Paleis te Petrograd. Tot vóór de revolutie was dit paleis een der schoonste gebouwen der hoofd stad. Het geldt nu als plaats van byeenkomst voor de beambten van het Departement van Arbeid. Zijn beteekenis is dus niet gering, doch wat heefr, men van het inwendige gebouw gemaakt I Men had het recht, voorzeker! voor zulk een verheven doel zülk een paleis te kiezen, doch alleB krioelt van vuil, alle kunstvoorwerpen zijn aan gruzele menten geslagen, de meubelen werden vernield. Een algemeen beeld van vernielzucht, de Russische Revo lutie! Ik betreed het vroegere paleis, omdat ik tegenwoordig moet zijn by een vergadering, teneinde te over leggen met den Minister en ver tegenwoordigers van arbeiders en fabrikanten, benevens volks-coxn- missarissen. Langzamerhand vult zich het kabinet van den Minister. Steeds komen er nieuwe lieden binnen, ook zonder van een uitnoodiging voorzien te zyn. Wat moet dit weer worden Hoe zal de nieuwe Minister deze zonderling samengestelde bijeenkomst leiden? Ja, ik ken den minister wel, 'n kundige kerel, een schitterende volks redenaar, iemand, die als arbeiders leider aan een mij bevriende fabriek een belangrijke rol heeft gespeeld, zoowei als aanvoerder der arbeiders, doch tevens als vak-bekwaam ar beider zelf, een man dus in wien de Russische arbeiders een blind vertrouwen kunnen stellen. Overigens een gevaarlijke agitator, gevaarlijk voor de bourgeoisie! Daar verschynt hij eiadelyk zelf. Maar wat ziet hy er uit, deze Koesma Petrowitsj Gelijk een bourgeois, met gouden horlogeketting, in on berispelijk pak; terwijl hij binnen treedt neemt hy uit een gouden koker een sigaret; zyn lakschoenen kosten, geschat volgens revolutie- pryzen, stellig 800 roebel, tiptop bourgeois 1 Hy neemt het woord en beveelt de arbeiders bezonnenheid aan, juist gelijk een paar maanden geleden de sociaal-democratische regeering in Weimar. Natuurlijk moet de meer derheid beslissen, volksstem, godssteml De dolzinnige loonB-verhoogingeu worden echter toegestaan, en het verschil, dat de fabrikant niot-iran dragen, wijl hy reeds volslagen is uitgezogen, zal door den Staat worden overgenomen. Dat komt op ettelijke millioenen per week, alleen voor Petrograd. Dan verlaten wy te zamen de ver gadering, Koesma Petrowitsj en ik. De minister is zoo vriendelijk, mij een plaats in zyn auto aan te bieden. Hy heeft er een tot zyn beschikking uit de vroegere keizerlijke garage, - en de mijne is reeds lang tot nationaal eigendom geproclameerd. We stappen in we ryden weg. Heeft hij me nog iets te zeggen? Een krachtige, kernachtige Russi sche vloekDitmaal niet, zooals ge- woonlyk, aan het adres der bourgeoise, neen, nu vloekt hij eens niet tegen ons. Want een zonderlinge vraag richt hy tot me. „Hie komt u eigeniyb op zoo'u byeenkomBt Doet het u plezier, die nonsens aan te hooren, zooals dit plebs, deze bende praat V Eer ik my kan herstellen vanmyn verbazing over den man, die eenige weken pas gelegen dezelfde rede neeringen heeft gehouden, dezelfde onzinnige eischen heeft gesteld, ben ik al thuis. Ja, ja, de macht 1 Zooals die de menschen verandert I Maar weer twee weken later is Koesma Petrowitsj geen minister meer. Hy had genoegI Nieuwe uitga vin- Yerschenen is het eerste nummer van „Ons Noorderkwartier" iu woord en beeld. Officieel orgaan van de West- friesche Kanaalvereeniging", tevens gewyd aan de belangen van Hol land's Noorderkwartier op het go- bied van verkeer, land- en tuin bouw-, handel en nyverheid. Redac teur C. Nannes Gorter, Alkmaar. Het blad wil den bloei en de ont wikkeling van ons gansche gewest bevorderen. Al dikwijls was de oprichting vau een dergelijk blad besproken, zoodat het een lang gekoesterde wenschis, die in vervulling is gegaan. Ook wil het blad op de bres blijven voor uitbreiding van vreemdelingenbezoek en het schoone doen waardeeren, dat het gewest bezit. Het nummer be vat verschillende bydragen en iB geïllustreerd met fraaie kiekjes uit Alkmaar, Bergen, Schoorl, e.d. Het in het nummer voorkomende „Lente lied", waarvan de dichter-(inzender) der redactie onbekend is, is van Jan PrinB uit een van diens bundels. Hopen wy, dat het nieuwe blad ook voor onze gemeente vruchtbaar werk kan doen! MQEZONOEN. Door de leerlingen der Ryks Nor maal School alhier is opgericht eene ontwikkelingsclub onder den naam van N(ormaalschool) O(ntwikkelings) Cflub). Deze vereeniging stelt zich ten doel de algemeene geeste lijke ontwikkeling harer leden te bevorderen. Daartoe zullen lezingen worden gehouden door verschillende personen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 2