ELDERSCHECOURANT VOGELVRIJ No. 5108 DINSDAG 1 JULI 1919 4Te JAARGANG Redaotour-Ultflevar s C. DB BOER Jr.t Helder. - Oplaag 7000 ex. - Abonnementsprijs ;tJn de stad t 1.15, per post f 1.40. Buitenland t 2.40. Losse «x, 3 ot. - AdvartentHn per regel 171/, of. BUITENLAND HET VREDESVERDRAG. De onderteekening. Zaterdagmiddag heeft in het; slot te Versaüles de onderteekening van het vredesverdrag plaats i ge had. De plechtigheid begon te 3 u. 12 en was te 3 u. 60 afgeloópen zonder eenig incident of protest. De Duitsche gedelegeerden i tee kenden het eerst. Hermann Mtiller en Dr. -Bell warén de eenige vertegenwoordi gers van het Duitsche volk by de ouderteekeniing. Zij werden bege leid door dr. Kraus uit Leipzig en door den tolk dr. Michaelis. Verder waren vijftien Duitsche journalis ten tegenwoordig. De Tempa geeft het volgende verslag van bet teekenen van den vrede: Het kasteel van Versailles was op geenerlei wijze versierd. De vol machten der Duitsche afgevaardig den waren 's morgens onderzocht en in orde bevonden. Om kVart voor drie nam Clemenceau plaats op den voorzittersstoel voorhet midden van de hoofdtafel. Wijson kwam eenige oogenblikken later binnen en werd met zacht .handge klap begroet. Hij drukte Cleitten- ceau en de voornaamste afgevaar digden de hand en zette zich rechts van den voorzitter. De republikein- sche garde die voor de perstribune was opgesteld, rukte om tien mi nuten over drie in. Onder eenj in drukwekkende stilte kwamende vijf Duitsche gevolmachtigden bin nen, geleid door den oudsten i ka merbewaarder van het ministerie van buitenlandsche zaken. Zij na men plaats aan een der kortei zij den van de tafel voor de gevol machtigden, naast de Japansjche gedelegeerden. Om kwart over drie staat Cle menceau op. „De zitting is -ge opend", zegt hij, en houdt een kprte toespraak, die hierop neerkqmt: „Er is overeenstemming bereikt tusschen de geallieerde en geasso cieerde naties en Duitschland. De tekst, die dadelijk door u gewee kend zal worden, komt overeen met die welke aan de heeren Duitsche gevolmachtigden is ter hand -ge steld. Dadelijk zullen de ondertee- keningen gewisseld worden. Zijjbe- teekenen een onherroepelijke over eenkomst, die loyaal moet wonden uitgevoerd. De Duitsche regeeijing heeft- de voorwaarden van hét ver drag in hun geheel aanvaard. Daar om heb ik de eer de heeren gede legeerden van de regeering -van het Duitsche Rijk te verzoeken bun - handteeke-ning te komen zetten." Daarop staan de vijf Duitsche ge volmachtigden op en gaan naar de kleine tafel in het midden der zaal, waaraan zij zich neerzetten en een voor een het verdrag teekenen. Nadat zij geteekend hebben, 'wat geschiedt zonder dat er eenige stoornis plaats heeft en zonder dat er eenig protest geuit wordt, wor den de gedelegeerden van de 'ge allieerde en geassocieerde mogend heden in de vooraf vastgestelde volgorde afgeroepen om eveneens, het verdrag te teekenen. Om kwart voor vijf hebben de laatste afge vaardigden hun handteekening ge zet. Dan klinken buiten de eerste schoten van een salvo van 101, 'dat aankondigt, dat het vrede is. Cle menceau staat op. „De vredesvoor waarden, zegt hij, tusschen de ge allieerde en geassocieerde mogend heden en het Duitsche Rijk zijn thans een vaststaand feit. De zit ting is opgeheven." Bij het vertrek der Duitscbers ontstond er groote beweging. De menigte verbrak de afzetting der „municipaux" en kwam op de Duitscbers toe, doch zonder eenige vijandige bedoeling. De DuitscMers namen in twee auto's plaats. 'Na hun vertrek verzamelde de menig te zich onder gejuich voor Cle menceau voor den uitgang. Het vertrek van de drie .grdote staatshoofden Clemenceau, Wilson en Lloyd George was aanleiding FEUILLETON. 2ou arp 3{i sibooz 'suiüoojaq uao }oj nimmer heb gezien. De drie, die elkaar bij den arm hielden, werden onmiddellijk omringd door een zoo geestdriftige menigte, dat zjj er haast onder te lijden hadden. Heen en weer geduwd, vooruit en achter uit loopend, slaagden zij er slechts met groote moeite in bij hun auto te komen, legen hun opgewonden bewonderaars beschermd door of ficieren en soldaten. Toen zij een maal in de auto zaten, waarin men nog een, groot bloemstuk wist te plaatsen, reden zij snel weg. Zij moeten toen wel tegen elkaar een „oef!" van verlichting geslaakt hebben. Omtrent het geteekende verdrag vernam het Hbl. nog de volgende bijzonderheden: Aan dit exemplaar werden alle zegels der gevolmachtigden reeds bevestigd, behalve, die der Duit- schers, hetgeen Zaterdagmiddag geschied is. De zegels zijn bevestigd met leen lint van roode zijde; een roode draad gaat door alle bladzijden heen en is met een cachet beves tigd, waardoor voorkomen wordt, dat er ooit een bladzijde wordt uit genomen. Er zullen op elke blad zijde zes of zeven onderteekenin- gen komen. Het -verdrag, dat in kastanjebruin leer gebonden' is, heeft een1 waarde van ongeveer 40.000 francs. Het is door Frank rijk aangeboden. Wegens de broos heid der lakzegels is besloten,.'dat het verdrag niet ter onderteeke ning zal worden aangeboden aan de drie hoofden der groote mo gendheden, doch op de kleine tafel in het midden zal blijven liggen, waar allen zonder uitzondering het zullen komen teekenen. De penhouder, waarvan Clemen ceau zich bediende werd hem door Elzassers en Lotharingers aange boden. Hy is van verguld brons vervaardigd en eindigt in e'en vliegtuigpijl. In het midden zijn twee medaillons aangebracht;liet eene stelt een „poilu" voor in v'eld- tenue, het andere een toren uitjden Elzas. De inkt is van een bijzon dere soort en onuitwischbaar. In den laatsten tijd werd schert send de vraag gesteld, wat men zou doen als een wantrouwend gedele geerde, alvorens te teekenen den geheel en tekst der 440 artikelen zou willen lezen. De Duitscbers hebben dit wantrouwen aan der. dag gelegd door het bewijs te vra gen, dat de tekst, die hun zal wor den voorgelegd, identiek is met den tekst, dien zij kennen. De iden titeit is hun daarop bevestigd, door een eigenhandig schrijven van Cle menceau; waarmede zij genoegen hebben genomen. Volgens een bericht uit Versail- s sprak Clemenceau in zijn rede voering over de Duitsche „Repu bliek". Daarop werd van de tafel der Duitschers „Reich" geroepen. Clemenceau verbeterde zich daar op en sprak van het „Duitsche rijk". Een boodschap van Wilson. President Wilson heeft onmid dellijk na de onderteekening van het vredesverdrag een boodschap tot het Amerikaansche volk ge richt, waarin hij aandringt op aan vaarding van het verdrag zonder wijziging of voorbehoud. Wilson noemt in zijn boodschap het verdrag het groote Charter van de nieuwe orde van zaken, dat reden geeft tot groote voldoening en gerustheid voor de veiligheid der wereld. President Wilson keert terug. Zondag is President Wilson te Brest aangekomen, waar hij zich nog denzelfden dag op de „George Washington" zou inschepen. Een van de laatste officieele da den vóór zyn vertrek, was de on derteekening van de alliantie tus schen de V. S. en Frankrijk, waar bij-Amerika Frankrijk hulp beloofd ih. geval het wordt aangevallen zonder provocatie. Dezelfde tekst werd onderteekend door Lloyd George. D00B DAVI# HENNESSET. 17). We leenden hun een paar van onze kleeren en gaven zé een flesch grog en wat tabak en vroegen ver volgens naar een paar nieuwtjes uit de stad. We' zeiden dat we alleen met het doel om wat te boe melen, gekomen waren, en nadat ze een paar glazen gedronken had den, werden ze heel spraakzaam- en deden ze ons voor hoe we een offi cier moesten groeten en vertelden ons een paar bijzonderheden, zoo dat we zonder gevaar voor ontdek king onze grap konden beginnen. Dandy, Jerry, Ned Fenton en mij pasten de uniformen het best, en toen de soldaten zagen, dat wij niet van plan waren hun iets te doen, stopten zij hun pijpen en maakten liet zich zoo makkelijk mogelijk. Bliksems, kapitein, u had eens moeten zien wat een knappe sol daten wij waren. Ik had half en half zin regelrecht naar de kazerne te loopeiL We slenterden over de brug naai- de stad, juist op dezelf de wijze als wij het hen hadden zien doen. Het was 'wel wat ge waagd en we waren wel een beetje zenuwachtig, toen ace een sleepers wagen en een paar menschen tegen kwamen; maar we vonden de grap te aardig en liepen regel recht naar het Northumberland HoteL Wie anders kon er in de gelagkamer staan dan Pat Ma- loney? Ik verzeker je, dat hy een eind in de hoogte sprong, toen hij mij herkende, maar ik gaf hem een wenk en vroeg hem of hy met s mee dronk. ,,Wel wis en drie," zeide hij, „jullie behooren zeker tot de nieu we recruten?" We gingen in een hoek zitten en hij vertelde ons alles, wat we weten wilden. „Jullie zijn toch niet van plan, vanavond streken te gaan uitha len?" fluisterde hij angstig. „Geen kwestie van!" zeide ik, „we gaan alleen een wandeling in de 'stad maken en wat rondkijken." „Waai- heb je die vandaan?" vroeg hij, op de uniformen wijzend. „Die hebben we voor een paar uur geleend van vier heel fatsoen lijke jongens, die onder het genot van een grog en een pijp goede tabak buiten de stad zitten te wachten, tot we weer terugkomen." Hij gaf een zucht van verlichting en beloofde tot den volgenden dag te zwijgen. We noodigden hem uit met ons nog naar een paar andere kroegen te gaan, maar hij vond het wel wat gevaarlijk te veel in ons gezelschap gezien te worden, en zoo spraken we af, dat we «Ikaar een paar uur later in RUSLAND. Gruwelen te Petrograd. Londen, 28 Juni. De „Times" verneemt uit Helsingfors van be trouwbare particuliere zijde,! dat de gruwelen in de laatste weken te Petrograd bedreven alle vroe gere overtreffen. Er is jacht- ge maakt op officieren en op een; dag zijn -r 800 vermoord. Er zyn 3000 gijzelaars naar Moskou gevoerd. Waar maar eenig wapen wordt ge- onden, wordt het geheele gezin dood geschoten. Het bolsjevistinche stelsel om de officiersvrouwen dood te schieten (als de officieren niet gehoorzamen) heeft ten gevolge dat. de echtscheiding nu een mid del ter zelfverdediging is gewor den. De hongersnood in Sovjet-Rusland. In de „Vorwarts" geeft A. Grï- gorjanz een vreeselijk beeld ivan den hongersnood in Sovjet-Rus land. Geen honger, ondervoeding en nood heerscht er zooals in de staten van Midden-Europa en met name Duitschland en Duitsch-Oos- tenryk. Tusschen de toestanden in die landen en dien in Sovjet-Rus land is geen vergelijking moge lijk. Letterlijke honger is, die de menschen van hun laatste krach ten berooft, ze tot schimmen maakt en honderdduizenden, ja millïoe- nen, langzaam maar onafwendbaar den dood in de armen voert. Wat in Sovjet-Rusland gebeurt, staat buiten ieder partij verschil, buiten iedere vijandschap. Er moet een beroep worden gedaan op de menschelijkheid, om millioenen uit de klauwen des doods te redden. Het is al ver gekomen als in de eenzaam geworden straten der ste den (Petersburg is van bijna 3 mil- lioen inwoners tot ongeveer 4 a 500.000 teruggeloopen, hetzelfde geldt voor Moskou en andere ste den), menschen zich van zwakte nauwelijks bewegen kunnen. langs de muren der huizen in de scha duw rondsluipen, om voorbijgan gers met nauwelijks hoorbare stem om „iets te eten" smeeken. En als deze schimmen op den openbaren weg neervallen en in stuiptrekkin gen van hun hongerkwellingen en ïun lijden verlost worden, wekt het geen bijzondere aandacht; nie mand blyft staan om te helpen. Dat. dooden wekenlang niet begraven worden, is een bekend verschijnsel. De hongertyphus woedt, zonder dat men in staat is, de versprei ding tegen te gaan. De ziekenhui zen zijn meer dan overvol erf de zieken kunnen op< verre na niet meer geisoleerd worden. Het;ge neeskundige personeel is onvol doende, er zijn geen geneesheèren en verplegers of verpleegsters, leen geneesmiddelen en. genees kundige instrumenten en materia len. Bij honderden sterven dage lijks de zieken. Ook de niet-stedelijke bevolking van uitgestrekte gebieden, welke reeds in vredestijd tot de „aan- hanggebieden" behoorden, zojoals het geheele noorden van Rusland, is in den waren zin des woórds aan den hongersnood prijsgegeven. FRANKRIJK. De nieuwe tabaksbelasting in Frankrijk heeft ten gevolge gehad, dat, naar Lenoir Donderdag ih de Fransche Kamer in het debat mee deelde, de verkoop van beste s<por ten sigaren en sigaretten (diej nu 100 pet. duurder zijn) met 30 pet. is verminderd, waaruit bleek j dat de rookers staakten. Minister Klotz beloofde tenslotte een nieuwe schaal in te voeren, waardoor de 100 pet. verliooging tot 25 pet. teruggebracht zal wor den. Op het oogenblik betaalt inen 40 ct. voor een sigaar, die voor den oorlog 17*/» ct. kostte. DUITSCHLAND. De spoorwegstaking. De Duitsche regeering heeft niét toegestemd in verdere loonsverhoo- ging van het spoorwegpersoneel doch zal een nieuwe weg Inslaan om aan de -eischen tegemoet te» ko men. Zij zal n.1. een bedrag 'van 1 milliard beschikbaar stellen om gedurende 3 maanden de prezen der levensmiddelen in het geheelt Rjjk naar beneden te drukken. Dit is goedkooper, heeft geen nawer king en heeft bovendien het ont zaglijk voordeel verdere loonbe- wegingen in andere bedrijven die op de duurte zouden berusten, bij voorbaat overbodig te maken. De onderhandelaars van' de vakver- eeniging van het spoorwegperso neel hebben zich dan ook bevre digd verklaard. De Beriijnsche beambten wilden hier eerst niet aan, doch langza merhand begint de staking toch te verloopen. Onlusten. In verschillende plaatsen hebben weder onlusten plaats gehad, die meestal hun grond hadden in het levensmiddelengebrek. Uit Hanno- ver, Frankfort O. en Bochum werden plunderingen van levens- middelenmagazynen gemeld. Te Frankfort grepen de regeerings- troepen in, waarbij vijf menschen gedood werden. De toestand te Hamburg. Het blijkt dat de regeeringstroe- pen Hamburg weder moesten ver laten, door dat enkele afdeelingen zicli onbetrouwbaar toonden. Eerst werd gemeld dat de troepen door liet. volk werden ontwapend, öocli liet staat thans vast, dat de solda ten zelf de wapenen aflegden.; Na dat zij door de menigte over j dén stand van zaken waren ingfelichi, weigerden de troepen n.1. te vech ten. Zoodoende geraakten 600 a 700 gew'eren, handgranaten en ma chinegeweren en alle munitie in handen der menigte, die de gewe ren in beslag namen en het overige wapentuig in het water wierpen. Een compagnie infanterie, die later de stad binnenrukte, maakte, nadat de menigte de manschappen had bewerkt, rechtsomkeert. Korte berichten. Zaterdag, de dag van de onder teekening van het vredesverdrag, was het juist vijf jaar geleden, dat aartshertog Frans Ferdinand vermoord werd, wat de aanleiding gaf tot den wereldoorlog. Bela Kim en zijn aanhangers zijn voornemens de bourgeoisie en de tegen-revolutie op de meest on barmhartige wijze te onderdruk ken. Tegelijk met de teekening van het vredesverdrag hebben de vier groote mogendheden en Polen, een conventie onderteekend, waarbij Polen zich verbindt tot waarbor gen voor de nationale en godsdien stige minderheden. Maitland Arms zouden vinden.- Ik kan je heusch niet meer vertellen hoeveel rum we gedronken hebben en hoeveel moeite we hadden de andere soldaten van ons af te hou den. We begrepen dat we nuchter moesten blijven, maai- het was te verleidelijk; we verteerden al het geld van de soldaten en heel wat van het onze en zetten tot midder nacht, onder de oogen der autori teiten, de bloemetjes buiten, :het feest besluitend met een groot souper bij Pat Maloney. Het leukste van de grap was,: dat al de menschen dachten, dat wij nieuwe recruten waren, en de poli tie, die hetzelfde dacht, niet tus- schenbeide durfde komen. We hoorden later van Pat, dat er een heele consternatie in de East Mait- land-kazerne geweest was, toen de soldaten den volgenden ochtend half dronken terugkwamen en vertelden, hoe zij vlak bij de stad door den troep van Salathiel wa ren aangehouden en van hun uni form beroofd. Maar ifij hadden alles wat we weten wilden gehoord, en wat wij noodig hadden gekocht, en we waren al lang weer in-het kamp terug, voor de inspecteur er weer was en tekeer ging over de vermetelheid der bende en de laksheid van zijn ondergeschikten, De menschen lachten zich half ziek over de grap, maar niemand had grooter lol dan wij, toer. een van de jongens een paar couran ten uit Maitland en Sydney inee- BINXENLAND. De ex-Keizer. De raad van vier heeft Vrijdag vergaderd en o.a. een brief voor de Hollandsche regeering opge steld om haar te verzoeken de be waking van den gewezen keizer te verscherpen. De Parijsche correspondent i van de Times meldt: In goed ingelichte Nederlandschè kringen verluidt, dat de Nederland- sche regeering besloten heeft,! om de volgende politiek ten aanzien van den gewezen Duitschen keizer aan te nemen: Als de geassoeieèrde regeeringen eenvoudig zijn uitle vering vragen, zal Nederland 'wei geren, maar indien uit naamvan het volkerenverbond aan Holland verzocht wordt, mede te werken om den keizer voor het internationale hof te brengen, zal Holland 'niet weigeren den keizer mede te 'dee- len, dat hij voor zoodanig hof moet verschijnen of anders het Hol landsche gebied moet verlaten. Indien de keizer mocht weigeren zich voor het hof te laten dagvaar den en Holland hem verplichtte zyn gebied te verlaten, zou het on mogelijk zijn te verhinderen,! dat; hij naar Duitschland terugkeerde, in welk geval de geallieerden en geassocieerden hem zouden op bracht en wij de beschrijvingen van onze heldendaden daarin lazen." Jack lachte hartelijk, toen Dan hem dit alles vertelde, vooral om dat de couranten beweerd hadden, uat hij aan dat avontuur meda ge daan had. Maar hij begreep, dat het een heel goed ding was, want nu zou de politie op de loer gaan liggen om en by Maitland: en lieelemaal geen vermoeden krij gen, dat hij niet bij den troep was. „Ben je op weg hierheen nog in Sydney geweest"' vroeg Jack. „Ja zeker, kapitein," zeide Dan wat kalmer. ,;Ik dacht dat u wel wat van de uwen zoudt willen hoo- ren. Zij maken het allemaal goed en houden zich alsof zy geen ken nis hebben aan een zeker iemand in de bosschen." HOOFDSTUK XIII. Terugblik. In een deken gewikkeld, sliep Dan dien nacht in de woning van den onderwyzer; maar Jack kon bij uitzondering den slaap niet vatten. Een paar groote blokken smeul den en flikkerden in den grooten open vuurhaard, en spoken uit het verleden kwamen langzaam uit de schaduw in het licht van het vuur, en verdwenen dan weer in het donker. Het was toen een strenge, wree- eischen van de Duitsche republiek krachtens de bepalingen van het viedes-tractaat. In Hollandsche kringen gelooft men, dat de keizer erin zal toe stemmen om voor het internatio nale bof te verschijnen, onder voor waarde dat hij niet ter dood ver oordeeld wordt of gevangenisstraf krijgt en dat het hof zich bepaalt tot net wraken van de misdaden, die de vroegere keizer begaan heeft tegen de internationale zedenleer door den oorlog tc beginnen, tegen de heiligheid der verdragen dooi de schending van België's onzij digheid, en tegen de oorlogswetten. Daarna zou de familie Hohen- zollern voor altijd verhinderd zijn, de souvereiniteit uit te oefenen en zou de gewezen Keizer zelf in' een positie komen, waarin het hem on mogelijk zou zijn, kwaad te doen, omdat men hem een verblijfplaats aanwees, die hy niet zou mogen verlaten. Het is noodeloos om te zeggen, dat zulk een. compromis in Frank rijk niet gunstig opgenomen zou Worden. Uit Parijs wordt nog aan de „Tel."-' gemeld: In welingelichte kringen beschouwt men den terug keer van den keizer naar Duitsch land niet alleen als wel mogelijk doch zelfs als wenschelijk. De te rugkeer van den keizer in Duitsch land zou de aanklaehtkwestie zeer vereenvoudigen, daar de onderhan delingen tusschen de geallieerden en Duitschland gemakkelijker kun nen plaats hebben dan de bespre kingen met een neutralen staat, waar de keizer geen gevangene, doch eenvoudig gast is. Vun Betlima n n Ho 11 w|eg' e i sch t de verantwoorde- 1 ijkhe id op. De vroegere rijkskanselier jvon Bethmann-Hollweg heeft, nadat hy reeds vroeger een dergelijken stap op uitdrukkelijk verzoek van de rijksregeering heeft nagelaten, een brief aan Clemenceau gericht met het verzoek het volgende- ter kennis van de geallieerde en geas socieerde regeeringeu te brengen: In artikel 227 van de vredesvoor waarden klagen de geallieerde en geassocieerde regeeringen Wil- ïelm II von Hohenzollern, vroeger keizer van Duitschland, aan, we gens zware overtreding van de in ternationale zedewetten en in breuk op de heilige macht der ver dragen. Zij kondigen tegelijk jhun besluit aan, om de regeering van Nederland te verzoeken den ex- keizer, met het oog op zijn veroor deeling uit te leveren. Met betrekking hierop veroorloof ik mij tot de geallieerde en geasso cieerde regeeringen het verzoek te richten de beraamde procedure tegen mij, instede van tegen den ex-keizer, te openen. Met dat doel stel ik mij ter beschikking van de geallieerde en geassocieerde re geeringen. Als voormalig Duitsch rijkskanselier draag ik voor het geen in den tijd van mijn ambts vervulling geschied is, de uitslui tende verantwoordelijkheid, zooals dat geregeld i9 in de Duitsche grondwet, voor de politieke hahde- ling des keizers. Hieruit meen ik te mogen aflei den, dat de rekenschap, die de ge allieerde en geassocieerde reigee- ringen vorderen voor deze hande lingen, alleen door mij kan worden gegeven. In de overtuiging, dat de geal lieerde en geassocieerde mogend heden voor een door het openbaar staatsrecht geschapen rechtstoe stand ook de internationale geldig heid zullen willen erkennen, geel ik uitdrukking aan mijn hoop, dat zij geneigd zullen zijn aan mijn dringende bede gehoor te ,ver- leenen. Nederland en België. De Parijsche correspondent van de „Morningpost" meldt omtrent de Nederlandsch-Belgische quaes- tie, dat naar hij verneemt, de :Ne- derlandsche regeering op het standpunt staat, dat de commis sie door de vredesconferentie ter behandeling van deze quaestie aan gewezen, zich behoort te beperken tot de vraagstukken, waarover België en Nederland het van te voren eens zyn geworden. Dat is in overeenstemming met jhr. Van Karnebeek's politiek om de zaak aan België en Nederland over te laten en de bemoeienissen van de groote mogendheden zooveel mo gelijk te beperken. De Raad van Vijf heeft Nederland te kennen ge geven, dat hij hiermee wel instemt. De Belgen schijnen meer en meer tot het standpunt over te hellen, dat als de commissieniet spoedig blijk geeft, dat een verge lijk tot stand zal komen, België zal vragen om de zaken maar te laten zooals ze zyn. Zulk een vastloo- pen zou ongetwijfeld in Nederland een onaangenaam gevoel wekken, daar dat om vele redenen begeerig is tot een oplossing te komen; van de hangende quaesties. TWEEDE KAMER. De subsidie aan de Zeevaartscholen In ons vorig nummer hebbei) wij reeds medegedeeld dat een aiien- dement van den heer van de Bilt, beoogeude de subsidie voor de'zee vaartscholen van 60 te brengen op 75 (welk amendement j on dersteund werd door de heeren van der Molen, Haazevoet, van Sclalk, Weitkamp en .Schokking) doorjden Minister werd overgenomen. De heer v. d. Bilt gaf hierbij in de Kaïner de volgende toelichting: In artikel 11 deelt de Minister het schoolonderwijs, by dit wets ontwerp bedoeld, in 2 groepen in. De scholen voor visscherybedrijf, die voor ambacht, handwerk,! nij verheid enz. rangschikt hy onder' lager onderwijs, de scholen voor de zeevaart, de techniek en nijverheid, het kunstambacht, deelt by ih bij middelbaar onderwijs. Ik kan mij met de indeeling «eer wel vereenigen. Wat het subsidie aangaat lleeft de Minister echter de scholen voor de zeevaart niet gelijkgesteld niet de andere daarna genoemde. Op bladz. 4 van de Memorie van Antwoord, onderaan, zegt hy 'ech ter: „Voor sommige groepen van scholen (textielscholen, middelbaar technische scholen, kunstambaéhts- scholen, enz.) die niet louter van locaal belang zijn, maar als cen trum voor een geheele streek gel- den, biedt het subsidiestelsel in het gewy/.igd wetsontwerp (art.': 25, tweede lid) zelfs ruimte om met het Rijkssubsidie tot 75 pet. van de netto-uitgaven te gaan", enz. Ik juich het stelsel, dat de< Mi nister hier wil volgen, toe en «tem in met de argumentatie. Maar die zelfde argumenten,'hier aangevoerd, gelden in hun geheel en wellicht in nog sterkere mate voor de scholen voor de zeevaart!' Die dienen'ook niet in de cèrste' plaats het plaatselijk belang, maar zijn eerder aangewezen als de ver zamelpunten vah een heele streek, een gedeelte eener provincie. Ze kunnen niet anders gevestigd zyn dan in zeeplaatsen. In Maas tricht of Winterswijk of Enunen zou aan het practisch zeevaartkun dig onderwys iets ontbreken. 1 Wie zeeman wil worden, machi nist op onze koopvaardijschepen, moet daarvoor naar een zeeplaats of, wat de machinisten betreft] an ders naar een middelbaar techni sche school. Tk aclit het, tusschen twee haakjes, een gelukkig (ver schijnsel, Mijnheer de Voorzitter, dat hot getal leerlingen aan onze zeevaartscholen in de laatste jaren gestadig toeneemt. Ons land heeft behoefte aan knappe zeelui eb de gelegenheid om dat te wofden moet, in het belang ook van han del en nijverheid, zoo ruim nioge- ljjk gemaakt worden. Op zee, in vreedzamer bedrijf dan in de laatste jaren, ligt eem toe komst voor ons volk. En onze flin ke Hollandsche jongens kunnen daar een goed figuur slaan. Voor zoovelen is daar nog werk en brood. Ik herhaal daarom in ande ren vorm: Hoe ruimer de gelegen heid tot opleiding, des te iheer de, meedoogenlooze ty'd voor wets overtreders, en de gestrengheid van het dwangarbeid-stelsel in Australië was slechts een weer kaatsing van de onmenschelijk- heid en beestachtigheid van het gewoonterecht in Engeland en andere landen. De groote muite rijen op de Britsche vloot bij Spit- head en The Nore, die het gevolg waren van de voortdurende' mis handeling van onze dappere zee lieden, liggen nog versch in ieders geheugen. Voor onbeduidende overtredingen, die in onze dagen met een kleine boete of rechter lijke berisping bestraft zonden worden, werden toen mannen en vrouwen en zelfs kinderen tot dwangarbeid veroordeeld. Geese lingen, op de kaak stellingen (waarbij dikwijls misdadigers niet steenen dood gegooid werden) en de galg waren dagelijks voorko mende straffen. Personen, die door de rechtbank te Sydney ter dood veroordeeld waren, werden zwaar geboeid door de openbare straten naar de gevangenis terug gebracht; en zulke toon cel en wa ren zoo gewoon, dat een voorbij ganger nauwelijks zijn hoofd om draaide om er naar te kijken. De ergste straffen werden in al haar afzichtelijkheid in Australië her haald, en één misstap bracht maar al te dikwijls ongelukkige overtre ders onherstelbaar op den weg tot ondergang. Geen Jood in Australië vóór wordt het landsbelang, het belang van heel ons volk, gediend. De opleiding voor de zeevaart is, om te spreken met de woorden die de Minister gebruikt ten aanzien van het handelsonderwijs, niet lou ter van locaal belang. Ik heb voor mij een lijstje, waaruit blijkt, dat van de leerlingen van de Kweek school voor de Zeevaart te Amster dam 88 pet. van buiten Amsterdam komt Op de zeevaartschool komt 45 pet. van elders. Dat percentage bedraagt voor de school te den Helder 40, en voor de scholen op Texel, Vlieland en Schiermonnik oog is het nog grooter. Machinisten voor de koopvaardij worden opgeleid aan zeevaartscho len of aan middelbaar technische scholen. En volgens het stelsel, bij deze wet gevolgd, kan de zeevaart school hoogstens 60, de middelbaar technische 75 pet. der kosten ver goed krygen. Het komt mij voor dat hieraan iet9 hapert, waarom ik by amendement heb voorgesteld die beide soorten scholen gelijk te stellen voor subsidieering, zooals zij gelijk zyn gesteld voor wat den graad van het onderwys betreft. Scholen voor de zeevaart moeten gevestigd zijn in zeeplaatsen. On der die zeeplaatsen, onder die klei- nerp vooral, zijn er welker finan cieels toestand verre van rooskleu rig is. Den Helder, Vlissingen, Vlieland, Delfzijl, Texel, Harlin- gen, Terschelling, Schiermonni koog zyn noodlijdende gemeenten die alle een zeevaartschool hebben. Dat zijn 8 scholen van de 12 die in ons land gevestigd zyn, de Mi- nervaschool in Groningen meege rekend. Het zou dus licht kunnen gebeuren dat de financiën der ge meente, waar deze wellicht 40 pet. der kosten voor haar rekening kan krijgen, de oprichting van een zee vaartschool zou tegenhouden. En hu zegge men niet: dat subsidie is niet zoo groot. Voor rijke gemeen ten als Amsterdam en Rotterdam legt zoo'n post subsidie voor de zeevaartschool geen gewicht in de schaal, voor kleinere gemeenten als de door mij straks genoemde wél. Wat het bedrag betreft, Mijn heer de Voorzitter, dat zal voor den Minister, waar slechts in het heele land, zooal» ik gezegd heb, 12 van deze scholen bestaan, wel geen reden zijn tot afwijzing van het amendement. Er staat bovendien ook: dat het subsidie tot hoogstens 75 pet. kan opgevoerd worden. De Minister heen dus nog de koorden van de beurs in handen. Hij zal het slechts behoeven te geven als naar zijn overtuiging daartoe alle reden is. Dat kan zonder mijn amende ment niet en ik meen dat Zijn Ex cellentie door zijn eigen ontwerp te veel gebonden is. Zelfs wanneer hij er van overtuigd mocht zijn dat in een bepaalde plaats een zee vaartschool nut kan stichten, kan hij niet boven de 60 pet. gaan, ter wijl dat wel kan, als mijn amende ment wordt aangenomen. Omdat het in het belang Is van •het land, omdat het bedrag niet zoo groot is en omdat de scholen gelijkgesteld worden met de andere scholen die in gelijk verband in het wetsontwerp zijn genoemd, beveel ik myn amendement bij den heer Minister en bij de Kamer aan. Jack Salatliiel's tijd was, zóoals zyn vader hem streng schreef, vogelvrij verklaard. Met slechts één zuster, Ruth geheeten, |was Jack opgegroeid in een intelligen te omgeving van meer dan gewoon comfort; de godsdienstige plichten werden stipt nagokomen, gpcdr principes werden aangek w< ekt; van verleiding wa kehl en gevallen, maar in een onbewaakt oogenblik 3 Jack ges rui en de strénge wet had hem tot dwangarbeid ver oordeeld. Zijn naam word ui$ de familieregislers geschrapt; hij was voor de maatschappij verloren, eh ten slotte was hij door zijn j ge welddaden en rooveryen buiten alles gesteld, behalve misschien buiten de liefde van zijn mopder en zijn zuster. Hy zag in dit stille uur van jrus- teloos waken tooneelen uit zyn ge lukkige jeugd en uit zyn vroege, hoopvolle jongensjaren. De gewone gebreken van die tijden had hij niet; hij was van nature ijverig, én zijn aangeboren leergierigheid sloot het denken aan andere ;din- gen uit; doch hij had naijverige mededingers in zijn najagen Svan kennis, en van een van dezen had hij in een onbewaakt oogenblik een waardevol boek, dat hij al' zoo lang had willen hebben, gestplen - boeken waren in die dagen zeld- zaam. Zijn mededinger was de zoon van een'magistraat en de diefstal kwam aan den dag. In plaats van i zich kalm te schikken in zyn in GEMENGD NIEUWS. Een brandbrief. Vrijdag ontving de heer Heuff te Zoelen een brief, waarin hem werd aangezegd den volgenden morgén een bedrag van ƒ3000 te deponeeren bij de pomp in het Zoelenschebosch. Deed hij dit niet, dan zou zijn boerderij in brand ge stoken worden. De onderteekening luidde: „de penningmeester van de Roode Bende". De politie, met dit schrijven in kennis gesteld, zette het bosch af. Gistermorgen sloop een 16-jarige leerling van de H. B. S. te Tiel nader. Een kwar tier later volgde de heer H., die een enveloppe bij de pomp legde. Pas was hfj vertrokken, of de knaap nam den brief op en open de dien. De politie arresteerde hem en stelde hem ter beschikking van de Justitie te Tiel. hechtenisneming, vocht hij met dienaren der wet, en mishandelde die terwijl hyzelf zwaar gewond werd, zooals het litteeken op zijn voorhoofd bewees maar zijn vonnis was geveld en familie en vrienden kenden hem niet meer. „God sta hem bij," zeiden zij, die het %'onnis, zeven jaar dwangar beid, waarvan drie als kettinggan ger op den openbaren weg, hoor den. „Jack Salathiel zal nooit meer terugkomen!" Terwijl hij daar zoo lag en het verleden in de flikkerende vlam men terugzag, zou hij gaarne zijn rechterhand de hand, die liet boek stal en in een oogenblik van drift den dienaar der 'wet sloeg gegeven hebben, om het verle den terug te koopen; maai- helaas de jaren van bittere slavernij had den hem verhard, hij kon geen be rouw voelen. „Sta op Dan!" zeide Jack bij het aanbreken van den dag „Het ontbijt staat klaar, als dat op is, zal je je fortuin maar ergens moe ten zoeken, want ik heb een druk ken dag voor me." „Goed, kapitein, maar ik zal het wel eenzaam hebben; ik hoop, dHt je je er. zoo gauw mogelyk door heen «laat." (WOCdt VftFVOlgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1