ELDERSCHECOURANT
VOGELVRIJ
No. 5108
DINSDAG 1 JULI 1919
4Te JAARGANG
Redaotour-Ultflevar s C. DB BOER Jr.t Helder. - Oplaag 7000 ex. - Abonnementsprijs ;tJn de stad t 1.15, per post f 1.40. Buitenland t 2.40.
Losse «x, 3 ot. - AdvartentHn per regel 171/, of.
BUITENLAND
HET VREDESVERDRAG.
De onderteekening.
Zaterdagmiddag heeft in het; slot
te Versaüles de onderteekening
van het vredesverdrag plaats i ge
had. De plechtigheid begon te
3 u. 12 en was te 3 u. 60 afgeloópen
zonder eenig incident of protest.
De Duitsche gedelegeerden i tee
kenden het eerst.
Hermann Mtiller en Dr. -Bell
warén de eenige vertegenwoordi
gers van het Duitsche volk by de
ouderteekeniing. Zij werden bege
leid door dr. Kraus uit Leipzig en
door den tolk dr. Michaelis. Verder
waren vijftien Duitsche journalis
ten tegenwoordig.
De Tempa geeft het volgende
verslag van bet teekenen van den
vrede:
Het kasteel van Versailles was
op geenerlei wijze versierd. De vol
machten der Duitsche afgevaardig
den waren 's morgens onderzocht
en in orde bevonden. Om kVart
voor drie nam Clemenceau plaats
op den voorzittersstoel voorhet
midden van de hoofdtafel. Wijson
kwam eenige oogenblikken later
binnen en werd met zacht .handge
klap begroet. Hij drukte Cleitten-
ceau en de voornaamste afgevaar
digden de hand en zette zich rechts
van den voorzitter. De republikein-
sche garde die voor de perstribune
was opgesteld, rukte om tien mi
nuten over drie in. Onder eenj in
drukwekkende stilte kwamende
vijf Duitsche gevolmachtigden bin
nen, geleid door den oudsten i ka
merbewaarder van het ministerie
van buitenlandsche zaken. Zij na
men plaats aan een der kortei zij
den van de tafel voor de gevol
machtigden, naast de Japansjche
gedelegeerden.
Om kwart over drie staat Cle
menceau op. „De zitting is -ge
opend", zegt hij, en houdt een kprte
toespraak, die hierop neerkqmt:
„Er is overeenstemming bereikt
tusschen de geallieerde en geasso
cieerde naties en Duitschland. De
tekst, die dadelijk door u gewee
kend zal worden, komt overeen met
die welke aan de heeren Duitsche
gevolmachtigden is ter hand -ge
steld. Dadelijk zullen de ondertee-
keningen gewisseld worden. Zijjbe-
teekenen een onherroepelijke over
eenkomst, die loyaal moet wonden
uitgevoerd. De Duitsche regeeijing
heeft- de voorwaarden van hét ver
drag in hun geheel aanvaard. Daar
om heb ik de eer de heeren gede
legeerden van de regeering -van
het Duitsche Rijk te verzoeken bun
- handteeke-ning te komen zetten."
Daarop staan de vijf Duitsche ge
volmachtigden op en gaan naar de
kleine tafel in het midden der zaal,
waaraan zij zich neerzetten en een
voor een het verdrag teekenen.
Nadat zij geteekend hebben, 'wat
geschiedt zonder dat er eenige
stoornis plaats heeft en zonder dat
er eenig protest geuit wordt, wor
den de gedelegeerden van de 'ge
allieerde en geassocieerde mogend
heden in de vooraf vastgestelde
volgorde afgeroepen om eveneens,
het verdrag te teekenen. Om kwart
voor vijf hebben de laatste afge
vaardigden hun handteekening ge
zet. Dan klinken buiten de eerste
schoten van een salvo van 101, 'dat
aankondigt, dat het vrede is. Cle
menceau staat op. „De vredesvoor
waarden, zegt hij, tusschen de ge
allieerde en geassocieerde mogend
heden en het Duitsche Rijk zijn
thans een vaststaand feit. De zit
ting is opgeheven."
Bij het vertrek der Duitscbers
ontstond er groote beweging. De
menigte verbrak de afzetting der
„municipaux" en kwam op de
Duitscbers toe, doch zonder eenige
vijandige bedoeling. De DuitscMers
namen in twee auto's plaats. 'Na
hun vertrek verzamelde de menig
te zich onder gejuich voor Cle
menceau voor den uitgang.
Het vertrek van de drie .grdote
staatshoofden Clemenceau, Wilson
en Lloyd George was aanleiding
FEUILLETON.
2ou arp 3{i sibooz 'suiüoojaq uao }oj
nimmer heb gezien. De drie, die
elkaar bij den arm hielden, werden
onmiddellijk omringd door een zoo
geestdriftige menigte, dat zjj er
haast onder te lijden hadden. Heen
en weer geduwd, vooruit en achter
uit loopend, slaagden zij er slechts
met groote moeite in bij hun auto
te komen, legen hun opgewonden
bewonderaars beschermd door of
ficieren en soldaten. Toen zij een
maal in de auto zaten, waarin men
nog een, groot bloemstuk wist te
plaatsen, reden zij snel weg. Zij
moeten toen wel tegen elkaar een
„oef!" van verlichting geslaakt
hebben.
Omtrent het geteekende verdrag
vernam het Hbl. nog de volgende
bijzonderheden:
Aan dit exemplaar werden alle
zegels der gevolmachtigden reeds
bevestigd, behalve, die der Duit-
schers, hetgeen Zaterdagmiddag
geschied is.
De zegels zijn bevestigd met leen
lint van roode zijde; een roode
draad gaat door alle bladzijden
heen en is met een cachet beves
tigd, waardoor voorkomen wordt,
dat er ooit een bladzijde wordt uit
genomen. Er zullen op elke blad
zijde zes of zeven onderteekenin-
gen komen. Het -verdrag, dat in
kastanjebruin leer gebonden' is,
heeft een1 waarde van ongeveer
40.000 francs. Het is door Frank
rijk aangeboden. Wegens de broos
heid der lakzegels is besloten,.'dat
het verdrag niet ter onderteeke
ning zal worden aangeboden aan
de drie hoofden der groote mo
gendheden, doch op de kleine tafel
in het midden zal blijven liggen,
waar allen zonder uitzondering het
zullen komen teekenen.
De penhouder, waarvan Clemen
ceau zich bediende werd hem door
Elzassers en Lotharingers aange
boden. Hy is van verguld brons
vervaardigd en eindigt in e'en
vliegtuigpijl. In het midden zijn
twee medaillons aangebracht;liet
eene stelt een „poilu" voor in v'eld-
tenue, het andere een toren uitjden
Elzas. De inkt is van een bijzon
dere soort en onuitwischbaar.
In den laatsten tijd werd schert
send de vraag gesteld, wat men zou
doen als een wantrouwend gedele
geerde, alvorens te teekenen den
geheel en tekst der 440 artikelen
zou willen lezen. De Duitscbers
hebben dit wantrouwen aan der.
dag gelegd door het bewijs te vra
gen, dat de tekst, die hun zal wor
den voorgelegd, identiek is met
den tekst, dien zij kennen. De iden
titeit is hun daarop bevestigd, door
een eigenhandig schrijven van Cle
menceau; waarmede zij genoegen
hebben genomen.
Volgens een bericht uit Versail-
s sprak Clemenceau in zijn rede
voering over de Duitsche „Repu
bliek". Daarop werd van de tafel
der Duitschers „Reich" geroepen.
Clemenceau verbeterde zich daar
op en sprak van het „Duitsche
rijk".
Een boodschap van Wilson.
President Wilson heeft onmid
dellijk na de onderteekening van
het vredesverdrag een boodschap
tot het Amerikaansche volk ge
richt, waarin hij aandringt op aan
vaarding van het verdrag zonder
wijziging of voorbehoud.
Wilson noemt in zijn boodschap
het verdrag het groote Charter
van de nieuwe orde van zaken, dat
reden geeft tot groote voldoening
en gerustheid voor de veiligheid
der wereld.
President Wilson keert terug.
Zondag is President Wilson te
Brest aangekomen, waar hij zich
nog denzelfden dag op de „George
Washington" zou inschepen.
Een van de laatste officieele da
den vóór zyn vertrek, was de on
derteekening van de alliantie tus
schen de V. S. en Frankrijk, waar
bij-Amerika Frankrijk hulp beloofd
ih. geval het wordt aangevallen
zonder provocatie. Dezelfde tekst
werd onderteekend door Lloyd
George.
D00B
DAVI# HENNESSET.
17).
We leenden hun een paar van
onze kleeren en gaven zé een flesch
grog en wat tabak en vroegen ver
volgens naar een paar nieuwtjes
uit de stad. We' zeiden dat we
alleen met het doel om wat te boe
melen, gekomen waren, en nadat
ze een paar glazen gedronken had
den, werden ze heel spraakzaam- en
deden ze ons voor hoe we een offi
cier moesten groeten en vertelden
ons een paar bijzonderheden, zoo
dat we zonder gevaar voor ontdek
king onze grap konden beginnen.
Dandy, Jerry, Ned Fenton en mij
pasten de uniformen het best, en
toen de soldaten zagen, dat wij niet
van plan waren hun iets te doen,
stopten zij hun pijpen en maakten
liet zich zoo makkelijk mogelijk.
Bliksems, kapitein, u had eens
moeten zien wat een knappe sol
daten wij waren. Ik had half en
half zin regelrecht naar de kazerne
te loopeiL We slenterden over de
brug naai- de stad, juist op dezelf
de wijze als wij het hen hadden
zien doen. Het was 'wel wat ge
waagd en we waren wel een beetje
zenuwachtig, toen ace een sleepers
wagen en een paar menschen
tegen kwamen; maar we vonden
de grap te aardig en liepen regel
recht naar het Northumberland
HoteL Wie anders kon er in de
gelagkamer staan dan Pat Ma-
loney? Ik verzeker je, dat hy een
eind in de hoogte sprong, toen
hij mij herkende, maar ik gaf hem
een wenk en vroeg hem of hy met
s mee dronk.
,,Wel wis en drie," zeide hij,
„jullie behooren zeker tot de nieu
we recruten?"
We gingen in een hoek zitten
en hij vertelde ons alles, wat we
weten wilden.
„Jullie zijn toch niet van plan,
vanavond streken te gaan uitha
len?" fluisterde hij angstig.
„Geen kwestie van!" zeide ik,
„we gaan alleen een wandeling in
de 'stad maken en wat rondkijken."
„Waai- heb je die vandaan?"
vroeg hij, op de uniformen wijzend.
„Die hebben we voor een paar
uur geleend van vier heel fatsoen
lijke jongens, die onder het genot
van een grog en een pijp goede
tabak buiten de stad zitten te
wachten, tot we weer terugkomen."
Hij gaf een zucht van verlichting
en beloofde tot den volgenden dag
te zwijgen. We noodigden hem uit
met ons nog naar een paar andere
kroegen te gaan, maar hij vond
het wel wat gevaarlijk te veel in
ons gezelschap gezien te worden,
en zoo spraken we af, dat we
«Ikaar een paar uur later in
RUSLAND.
Gruwelen te Petrograd.
Londen, 28 Juni. De „Times"
verneemt uit Helsingfors van be
trouwbare particuliere zijde,! dat
de gruwelen in de laatste weken
te Petrograd bedreven alle vroe
gere overtreffen. Er is jacht- ge
maakt op officieren en op een; dag
zijn -r 800 vermoord. Er zyn 3000
gijzelaars naar Moskou gevoerd.
Waar maar eenig wapen wordt ge-
onden, wordt het geheele gezin
dood geschoten. Het bolsjevistinche
stelsel om de officiersvrouwen dood
te schieten (als de officieren niet
gehoorzamen) heeft ten gevolge
dat. de echtscheiding nu een mid
del ter zelfverdediging is gewor
den.
De hongersnood in Sovjet-Rusland.
In de „Vorwarts" geeft A. Grï-
gorjanz een vreeselijk beeld ivan
den hongersnood in Sovjet-Rus
land. Geen honger, ondervoeding
en nood heerscht er zooals in de
staten van Midden-Europa en met
name Duitschland en Duitsch-Oos-
tenryk. Tusschen de toestanden in
die landen en dien in Sovjet-Rus
land is geen vergelijking moge
lijk. Letterlijke honger is, die de
menschen van hun laatste krach
ten berooft, ze tot schimmen maakt
en honderdduizenden, ja millïoe-
nen, langzaam maar onafwendbaar
den dood in de armen voert.
Wat in Sovjet-Rusland gebeurt,
staat buiten ieder partij verschil,
buiten iedere vijandschap. Er moet
een beroep worden gedaan op de
menschelijkheid, om millioenen uit
de klauwen des doods te redden.
Het is al ver gekomen als in de
eenzaam geworden straten der ste
den (Petersburg is van bijna 3 mil-
lioen inwoners tot ongeveer 4 a
500.000 teruggeloopen, hetzelfde
geldt voor Moskou en andere ste
den), menschen zich van zwakte
nauwelijks bewegen kunnen. langs
de muren der huizen in de scha
duw rondsluipen, om voorbijgan
gers met nauwelijks hoorbare stem
om „iets te eten" smeeken. En als
deze schimmen op den openbaren
weg neervallen en in stuiptrekkin
gen van hun hongerkwellingen en
ïun lijden verlost worden, wekt
het geen bijzondere aandacht; nie
mand blyft staan om te helpen. Dat.
dooden wekenlang niet begraven
worden, is een bekend verschijnsel.
De hongertyphus woedt, zonder
dat men in staat is, de versprei
ding tegen te gaan. De ziekenhui
zen zijn meer dan overvol erf de
zieken kunnen op< verre na niet
meer geisoleerd worden. Het;ge
neeskundige personeel is onvol
doende, er zijn geen geneesheèren
en verplegers of verpleegsters,
leen geneesmiddelen en. genees
kundige instrumenten en materia
len. Bij honderden sterven dage
lijks de zieken.
Ook de niet-stedelijke bevolking
van uitgestrekte gebieden, welke
reeds in vredestijd tot de „aan-
hanggebieden" behoorden, zojoals
het geheele noorden van Rusland,
is in den waren zin des woórds
aan den hongersnood prijsgegeven.
FRANKRIJK.
De nieuwe tabaksbelasting in
Frankrijk heeft ten gevolge gehad,
dat, naar Lenoir Donderdag ih de
Fransche Kamer in het debat mee
deelde, de verkoop van beste s<por
ten sigaren en sigaretten (diej nu
100 pet. duurder zijn) met 30 pet.
is verminderd, waaruit bleek j dat
de rookers staakten.
Minister Klotz beloofde tenslotte
een nieuwe schaal in te voeren,
waardoor de 100 pet. verliooging
tot 25 pet. teruggebracht zal wor
den. Op het oogenblik betaalt inen
40 ct. voor een sigaar, die voor
den oorlog 17*/» ct. kostte.
DUITSCHLAND.
De spoorwegstaking.
De Duitsche regeering heeft niét
toegestemd in verdere loonsverhoo-
ging van het spoorwegpersoneel
doch zal een nieuwe weg Inslaan
om aan de -eischen tegemoet te» ko
men. Zij zal n.1. een bedrag 'van
1 milliard beschikbaar stellen om
gedurende 3 maanden de prezen
der levensmiddelen in het geheelt
Rjjk naar beneden te drukken. Dit
is goedkooper, heeft geen nawer
king en heeft bovendien het ont
zaglijk voordeel verdere loonbe-
wegingen in andere bedrijven die
op de duurte zouden berusten, bij
voorbaat overbodig te maken. De
onderhandelaars van' de vakver-
eeniging van het spoorwegperso
neel hebben zich dan ook bevre
digd verklaard.
De Beriijnsche beambten wilden
hier eerst niet aan, doch langza
merhand begint de staking toch te
verloopen.
Onlusten.
In verschillende plaatsen hebben
weder onlusten plaats gehad, die
meestal hun grond hadden in het
levensmiddelengebrek. Uit Hanno-
ver, Frankfort O. en Bochum
werden plunderingen van levens-
middelenmagazynen gemeld. Te
Frankfort grepen de regeerings-
troepen in, waarbij vijf menschen
gedood werden.
De toestand te Hamburg.
Het blijkt dat de regeeringstroe-
pen Hamburg weder moesten ver
laten, door dat enkele afdeelingen
zicli onbetrouwbaar toonden. Eerst
werd gemeld dat de troepen door
liet. volk werden ontwapend, öocli
liet staat thans vast, dat de solda
ten zelf de wapenen aflegden.; Na
dat zij door de menigte over j dén
stand van zaken waren ingfelichi,
weigerden de troepen n.1. te vech
ten. Zoodoende geraakten 600 a
700 gew'eren, handgranaten en ma
chinegeweren en alle munitie in
handen der menigte, die de gewe
ren in beslag namen en het overige
wapentuig in het water wierpen.
Een compagnie infanterie, die
later de stad binnenrukte, maakte,
nadat de menigte de manschappen
had bewerkt, rechtsomkeert.
Korte berichten.
Zaterdag, de dag van de onder
teekening van het vredesverdrag,
was het juist vijf jaar geleden,
dat aartshertog Frans Ferdinand
vermoord werd, wat de aanleiding
gaf tot den wereldoorlog.
Bela Kim en zijn aanhangers zijn
voornemens de bourgeoisie en de
tegen-revolutie op de meest on
barmhartige wijze te onderdruk
ken.
Tegelijk met de teekening van
het vredesverdrag hebben de vier
groote mogendheden en Polen, een
conventie onderteekend, waarbij
Polen zich verbindt tot waarbor
gen voor de nationale en godsdien
stige minderheden.
Maitland Arms zouden vinden.- Ik
kan je heusch niet meer vertellen
hoeveel rum we gedronken hebben
en hoeveel moeite we hadden de
andere soldaten van ons af te hou
den. We begrepen dat we nuchter
moesten blijven, maai- het was te
verleidelijk; we verteerden al het
geld van de soldaten en heel wat
van het onze en zetten tot midder
nacht, onder de oogen der autori
teiten, de bloemetjes buiten, :het
feest besluitend met een groot
souper bij Pat Maloney.
Het leukste van de grap was,: dat
al de menschen dachten, dat wij
nieuwe recruten waren, en de poli
tie, die hetzelfde dacht, niet tus-
schenbeide durfde komen. We
hoorden later van Pat, dat er een
heele consternatie in de East Mait-
land-kazerne geweest was, toen de
soldaten den volgenden ochtend
half dronken terugkwamen en
vertelden, hoe zij vlak bij de stad
door den troep van Salathiel wa
ren aangehouden en van hun uni
form beroofd. Maar ifij hadden
alles wat we weten wilden gehoord,
en wat wij noodig hadden gekocht,
en we waren al lang weer in-het
kamp terug, voor de inspecteur er
weer was en tekeer ging over de
vermetelheid der bende en de
laksheid van zijn ondergeschikten,
De menschen lachten zich half
ziek over de grap, maar niemand
had grooter lol dan wij, toer. een
van de jongens een paar couran
ten uit Maitland en Sydney inee-
BINXENLAND.
De ex-Keizer.
De raad van vier heeft Vrijdag
vergaderd en o.a. een brief voor
de Hollandsche regeering opge
steld om haar te verzoeken de be
waking van den gewezen keizer te
verscherpen.
De Parijsche correspondent i van
de Times meldt:
In goed ingelichte Nederlandschè
kringen verluidt, dat de Nederland-
sche regeering besloten heeft,! om
de volgende politiek ten aanzien
van den gewezen Duitschen keizer
aan te nemen: Als de geassoeieèrde
regeeringen eenvoudig zijn uitle
vering vragen, zal Nederland 'wei
geren, maar indien uit naamvan
het volkerenverbond aan Holland
verzocht wordt, mede te werken om
den keizer voor het internationale
hof te brengen, zal Holland 'niet
weigeren den keizer mede te 'dee-
len, dat hij voor zoodanig hof moet
verschijnen of anders het Hol
landsche gebied moet verlaten.
Indien de keizer mocht weigeren
zich voor het hof te laten dagvaar
den en Holland hem verplichtte
zyn gebied te verlaten, zou het on
mogelijk zijn te verhinderen,! dat;
hij naar Duitschland terugkeerde,
in welk geval de geallieerden en
geassocieerden hem zouden op
bracht en wij de beschrijvingen
van onze heldendaden daarin
lazen."
Jack lachte hartelijk, toen Dan
hem dit alles vertelde, vooral om
dat de couranten beweerd hadden,
uat hij aan dat avontuur meda ge
daan had. Maar hij begreep, dat
het een heel goed ding was, want
nu zou de politie op de loer gaan
liggen om en by Maitland: en
lieelemaal geen vermoeden krij
gen, dat hij niet bij den troep was.
„Ben je op weg hierheen nog in
Sydney geweest"' vroeg Jack.
„Ja zeker, kapitein," zeide Dan
wat kalmer. ,;Ik dacht dat u wel
wat van de uwen zoudt willen hoo-
ren. Zij maken het allemaal goed
en houden zich alsof zy geen ken
nis hebben aan een zeker iemand
in de bosschen."
HOOFDSTUK XIII.
Terugblik.
In een deken gewikkeld, sliep
Dan dien nacht in de woning van
den onderwyzer; maar Jack kon
bij uitzondering den slaap niet
vatten.
Een paar groote blokken smeul
den en flikkerden in den grooten
open vuurhaard, en spoken uit het
verleden kwamen langzaam uit de
schaduw in het licht van het vuur,
en verdwenen dan weer in het
donker.
Het was toen een strenge, wree-
eischen van de Duitsche republiek
krachtens de bepalingen van het
viedes-tractaat.
In Hollandsche kringen gelooft
men, dat de keizer erin zal toe
stemmen om voor het internatio
nale bof te verschijnen, onder voor
waarde dat hij niet ter dood ver
oordeeld wordt of gevangenisstraf
krijgt en dat het hof zich bepaalt
tot net wraken van de misdaden,
die de vroegere keizer begaan heeft
tegen de internationale zedenleer
door den oorlog tc beginnen, tegen
de heiligheid der verdragen dooi
de schending van België's onzij
digheid, en tegen de oorlogswetten.
Daarna zou de familie Hohen-
zollern voor altijd verhinderd zijn,
de souvereiniteit uit te oefenen en
zou de gewezen Keizer zelf in' een
positie komen, waarin het hem on
mogelijk zou zijn, kwaad te doen,
omdat men hem een verblijfplaats
aanwees, die hy niet zou mogen
verlaten.
Het is noodeloos om te zeggen,
dat zulk een. compromis in Frank
rijk niet gunstig opgenomen zou
Worden.
Uit Parijs wordt nog aan de
„Tel."-' gemeld: In welingelichte
kringen beschouwt men den terug
keer van den keizer naar Duitsch
land niet alleen als wel mogelijk
doch zelfs als wenschelijk. De te
rugkeer van den keizer in Duitsch
land zou de aanklaehtkwestie zeer
vereenvoudigen, daar de onderhan
delingen tusschen de geallieerden
en Duitschland gemakkelijker kun
nen plaats hebben dan de bespre
kingen met een neutralen staat,
waar de keizer geen gevangene,
doch eenvoudig gast is.
Vun Betlima n n Ho 11 w|eg'
e i sch t de verantwoorde-
1 ijkhe id op.
De vroegere rijkskanselier jvon
Bethmann-Hollweg heeft, nadat
hy reeds vroeger een dergelijken
stap op uitdrukkelijk verzoek van
de rijksregeering heeft nagelaten,
een brief aan Clemenceau gericht
met het verzoek het volgende- ter
kennis van de geallieerde en geas
socieerde regeeringeu te brengen:
In artikel 227 van de vredesvoor
waarden klagen de geallieerde en
geassocieerde regeeringen Wil-
ïelm II von Hohenzollern, vroeger
keizer van Duitschland, aan, we
gens zware overtreding van de in
ternationale zedewetten en in
breuk op de heilige macht der ver
dragen. Zij kondigen tegelijk jhun
besluit aan, om de regeering van
Nederland te verzoeken den ex-
keizer, met het oog op zijn veroor
deeling uit te leveren.
Met betrekking hierop veroorloof
ik mij tot de geallieerde en geasso
cieerde regeeringen het verzoek
te richten de beraamde procedure
tegen mij, instede van tegen den
ex-keizer, te openen. Met dat doel
stel ik mij ter beschikking van de
geallieerde en geassocieerde re
geeringen. Als voormalig Duitsch
rijkskanselier draag ik voor het
geen in den tijd van mijn ambts
vervulling geschied is, de uitslui
tende verantwoordelijkheid, zooals
dat geregeld i9 in de Duitsche
grondwet, voor de politieke hahde-
ling des keizers.
Hieruit meen ik te mogen aflei
den, dat de rekenschap, die de ge
allieerde en geassocieerde reigee-
ringen vorderen voor deze hande
lingen, alleen door mij kan worden
gegeven.
In de overtuiging, dat de geal
lieerde en geassocieerde mogend
heden voor een door het openbaar
staatsrecht geschapen rechtstoe
stand ook de internationale geldig
heid zullen willen erkennen, geel
ik uitdrukking aan mijn hoop, dat
zij geneigd zullen zijn aan mijn
dringende bede gehoor te ,ver-
leenen.
Nederland en België.
De Parijsche correspondent van
de „Morningpost" meldt omtrent
de Nederlandsch-Belgische quaes-
tie, dat naar hij verneemt, de :Ne-
derlandsche regeering op het
standpunt staat, dat de commis
sie door de vredesconferentie ter
behandeling van deze quaestie aan
gewezen, zich behoort te beperken
tot de vraagstukken, waarover
België en Nederland het van te
voren eens zyn geworden. Dat is
in overeenstemming met jhr. Van
Karnebeek's politiek om de zaak
aan België en Nederland over te
laten en de bemoeienissen van de
groote mogendheden zooveel mo
gelijk te beperken. De Raad van
Vijf heeft Nederland te kennen ge
geven, dat hij hiermee wel instemt.
De Belgen schijnen meer en
meer tot het standpunt over te
hellen, dat als de commissieniet
spoedig blijk geeft, dat een verge
lijk tot stand zal komen, België zal
vragen om de zaken maar te laten
zooals ze zyn. Zulk een vastloo-
pen zou ongetwijfeld in Nederland
een onaangenaam gevoel wekken,
daar dat om vele redenen begeerig
is tot een oplossing te komen; van
de hangende quaesties.
TWEEDE KAMER.
De subsidie aan de Zeevaartscholen
In ons vorig nummer hebbei) wij
reeds medegedeeld dat een aiien-
dement van den heer van de Bilt,
beoogeude de subsidie voor de'zee
vaartscholen van 60 te brengen
op 75 (welk amendement j on
dersteund werd door de heeren van
der Molen, Haazevoet, van Sclalk,
Weitkamp en .Schokking) doorjden
Minister werd overgenomen.
De heer v. d. Bilt gaf hierbij in
de Kaïner de volgende toelichting:
In artikel 11 deelt de Minister
het schoolonderwijs, by dit wets
ontwerp bedoeld, in 2 groepen in.
De scholen voor visscherybedrijf,
die voor ambacht, handwerk,! nij
verheid enz. rangschikt hy onder'
lager onderwijs, de scholen voor de
zeevaart, de techniek en nijverheid,
het kunstambacht, deelt by ih bij
middelbaar onderwijs.
Ik kan mij met de indeeling «eer
wel vereenigen.
Wat het subsidie aangaat lleeft
de Minister echter de scholen voor
de zeevaart niet gelijkgesteld niet
de andere daarna genoemde.
Op bladz. 4 van de Memorie van
Antwoord, onderaan, zegt hy 'ech
ter: „Voor sommige groepen van
scholen (textielscholen, middelbaar
technische scholen, kunstambaéhts-
scholen, enz.) die niet louter van
locaal belang zijn, maar als cen
trum voor een geheele streek gel-
den, biedt het subsidiestelsel in het
gewy/.igd wetsontwerp (art.': 25,
tweede lid) zelfs ruimte om met het
Rijkssubsidie tot 75 pet. van de
netto-uitgaven te gaan", enz.
Ik juich het stelsel, dat de< Mi
nister hier wil volgen, toe en «tem
in met de argumentatie.
Maar die zelfde argumenten,'hier
aangevoerd, gelden in hun geheel
en wellicht in nog sterkere mate
voor de scholen voor de zeevaart!'
Die dienen'ook niet in de cèrste'
plaats het plaatselijk belang, maar
zijn eerder aangewezen als de ver
zamelpunten vah een heele streek,
een gedeelte eener provincie.
Ze kunnen niet anders gevestigd
zyn dan in zeeplaatsen. In Maas
tricht of Winterswijk of Enunen
zou aan het practisch zeevaartkun
dig onderwys iets ontbreken. 1
Wie zeeman wil worden, machi
nist op onze koopvaardijschepen,
moet daarvoor naar een zeeplaats
of, wat de machinisten betreft] an
ders naar een middelbaar techni
sche school. Tk aclit het, tusschen
twee haakjes, een gelukkig (ver
schijnsel, Mijnheer de Voorzitter,
dat hot getal leerlingen aan onze
zeevaartscholen in de laatste jaren
gestadig toeneemt. Ons land heeft
behoefte aan knappe zeelui eb de
gelegenheid om dat te wofden
moet, in het belang ook van han
del en nijverheid, zoo ruim nioge-
ljjk gemaakt worden.
Op zee, in vreedzamer bedrijf
dan in de laatste jaren, ligt eem toe
komst voor ons volk. En onze flin
ke Hollandsche jongens kunnen
daar een goed figuur slaan. Voor
zoovelen is daar nog werk en
brood. Ik herhaal daarom in ande
ren vorm: Hoe ruimer de gelegen
heid tot opleiding, des te iheer
de, meedoogenlooze ty'd voor wets
overtreders, en de gestrengheid
van het dwangarbeid-stelsel in
Australië was slechts een weer
kaatsing van de onmenschelijk-
heid en beestachtigheid van het
gewoonterecht in Engeland en
andere landen. De groote muite
rijen op de Britsche vloot bij Spit-
head en The Nore, die het gevolg
waren van de voortdurende' mis
handeling van onze dappere zee
lieden, liggen nog versch in ieders
geheugen. Voor onbeduidende
overtredingen, die in onze dagen
met een kleine boete of rechter
lijke berisping bestraft zonden
worden, werden toen mannen en
vrouwen en zelfs kinderen tot
dwangarbeid veroordeeld. Geese
lingen, op de kaak stellingen
(waarbij dikwijls misdadigers niet
steenen dood gegooid werden) en
de galg waren dagelijks voorko
mende straffen. Personen, die
door de rechtbank te Sydney ter
dood veroordeeld waren, werden
zwaar geboeid door de openbare
straten naar de gevangenis terug
gebracht; en zulke toon cel en wa
ren zoo gewoon, dat een voorbij
ganger nauwelijks zijn hoofd om
draaide om er naar te kijken. De
ergste straffen werden in al haar
afzichtelijkheid in Australië her
haald, en één misstap bracht maar
al te dikwijls ongelukkige overtre
ders onherstelbaar op den weg tot
ondergang.
Geen Jood in Australië vóór
wordt het landsbelang, het belang
van heel ons volk, gediend.
De opleiding voor de zeevaart is,
om te spreken met de woorden die
de Minister gebruikt ten aanzien
van het handelsonderwijs, niet lou
ter van locaal belang. Ik heb voor
mij een lijstje, waaruit blijkt, dat
van de leerlingen van de Kweek
school voor de Zeevaart te Amster
dam 88 pet. van buiten Amsterdam
komt Op de zeevaartschool komt
45 pet. van elders. Dat percentage
bedraagt voor de school te den
Helder 40, en voor de scholen op
Texel, Vlieland en Schiermonnik
oog is het nog grooter.
Machinisten voor de koopvaardij
worden opgeleid aan zeevaartscho
len of aan middelbaar technische
scholen. En volgens het stelsel, bij
deze wet gevolgd, kan de zeevaart
school hoogstens 60, de middelbaar
technische 75 pet. der kosten ver
goed krygen. Het komt mij voor
dat hieraan iet9 hapert, waarom ik
by amendement heb voorgesteld
die beide soorten scholen gelijk te
stellen voor subsidieering, zooals
zij gelijk zyn gesteld voor wat den
graad van het onderwys betreft.
Scholen voor de zeevaart moeten
gevestigd zijn in zeeplaatsen. On
der die zeeplaatsen, onder die klei-
nerp vooral, zijn er welker finan
cieels toestand verre van rooskleu
rig is. Den Helder, Vlissingen,
Vlieland, Delfzijl, Texel, Harlin-
gen, Terschelling, Schiermonni
koog zyn noodlijdende gemeenten
die alle een zeevaartschool hebben.
Dat zijn 8 scholen van de 12 die
in ons land gevestigd zyn, de Mi-
nervaschool in Groningen meege
rekend. Het zou dus licht kunnen
gebeuren dat de financiën der ge
meente, waar deze wellicht 40 pet.
der kosten voor haar rekening kan
krijgen, de oprichting van een zee
vaartschool zou tegenhouden. En
hu zegge men niet: dat subsidie is
niet zoo groot. Voor rijke gemeen
ten als Amsterdam en Rotterdam
legt zoo'n post subsidie voor de
zeevaartschool geen gewicht in de
schaal, voor kleinere gemeenten
als de door mij straks genoemde
wél.
Wat het bedrag betreft, Mijn
heer de Voorzitter, dat zal voor den
Minister, waar slechts in het heele
land, zooal» ik gezegd heb, 12 van
deze scholen bestaan, wel geen
reden zijn tot afwijzing van het
amendement. Er staat bovendien
ook: dat het subsidie tot hoogstens
75 pet. kan opgevoerd worden. De
Minister heen dus nog de koorden
van de beurs in handen. Hij zal
het slechts behoeven te geven als
naar zijn overtuiging daartoe alle
reden is.
Dat kan zonder mijn amende
ment niet en ik meen dat Zijn Ex
cellentie door zijn eigen ontwerp
te veel gebonden is. Zelfs wanneer
hij er van overtuigd mocht zijn dat
in een bepaalde plaats een zee
vaartschool nut kan stichten, kan
hij niet boven de 60 pet. gaan, ter
wijl dat wel kan, als mijn amende
ment wordt aangenomen.
Omdat het in het belang Is van
•het land, omdat het bedrag niet
zoo groot is en omdat de scholen
gelijkgesteld worden met de andere
scholen die in gelijk verband in het
wetsontwerp zijn genoemd, beveel
ik myn amendement bij den heer
Minister en bij de Kamer aan.
Jack Salatliiel's tijd was, zóoals
zyn vader hem streng schreef,
vogelvrij verklaard. Met slechts
één zuster, Ruth geheeten, |was
Jack opgegroeid in een intelligen
te omgeving van meer dan gewoon
comfort; de godsdienstige plichten
werden stipt nagokomen, gpcdr
principes werden aangek w<
ekt;
van verleiding wa
kehl en gevallen,
maar in een onbewaakt oogenblik
3 Jack ges rui
en de strénge
wet had hem tot dwangarbeid ver
oordeeld. Zijn naam word ui$ de
familieregislers geschrapt; hij was
voor de maatschappij verloren, eh
ten slotte was hij door zijn j ge
welddaden en rooveryen buiten
alles gesteld, behalve misschien
buiten de liefde van zijn mopder
en zijn zuster.
Hy zag in dit stille uur van jrus-
teloos waken tooneelen uit zyn ge
lukkige jeugd en uit zyn vroege,
hoopvolle jongensjaren. De gewone
gebreken van die tijden had hij
niet; hij was van nature ijverig,
én zijn aangeboren leergierigheid
sloot het denken aan andere ;din-
gen uit; doch hij had naijverige
mededingers in zijn najagen Svan
kennis, en van een van dezen had
hij in een onbewaakt oogenblik
een waardevol boek, dat hij al' zoo
lang had willen hebben, gestplen
- boeken waren in die dagen zeld-
zaam. Zijn mededinger was de zoon
van een'magistraat en de diefstal
kwam aan den dag. In plaats van
i zich kalm te schikken in zyn in
GEMENGD NIEUWS.
Een brandbrief.
Vrijdag ontving de heer Heuff
te Zoelen een brief, waarin hem
werd aangezegd den volgenden
morgén een bedrag van ƒ3000 te
deponeeren bij de pomp in het
Zoelenschebosch. Deed hij dit niet,
dan zou zijn boerderij in brand ge
stoken worden. De onderteekening
luidde: „de penningmeester van
de Roode Bende". De politie, met
dit schrijven in kennis gesteld,
zette het bosch af. Gistermorgen
sloop een 16-jarige leerling van de
H. B. S. te Tiel nader. Een kwar
tier later volgde de heer H., die
een enveloppe bij de pomp legde.
Pas was hfj vertrokken, of de
knaap nam den brief op en open
de dien. De politie arresteerde
hem en stelde hem ter beschikking
van de Justitie te Tiel.
hechtenisneming, vocht hij met
dienaren der wet, en mishandelde
die terwijl hyzelf zwaar gewond
werd, zooals het litteeken op zijn
voorhoofd bewees maar zijn
vonnis was geveld en familie en
vrienden kenden hem niet meer.
„God sta hem bij," zeiden zij, die
het %'onnis, zeven jaar dwangar
beid, waarvan drie als kettinggan
ger op den openbaren weg, hoor
den. „Jack Salathiel zal nooit meer
terugkomen!"
Terwijl hij daar zoo lag en het
verleden in de flikkerende vlam
men terugzag, zou hij gaarne zijn
rechterhand de hand, die liet
boek stal en in een oogenblik van
drift den dienaar der 'wet sloeg
gegeven hebben, om het verle
den terug te koopen; maai- helaas
de jaren van bittere slavernij had
den hem verhard, hij kon geen be
rouw voelen.
„Sta op Dan!" zeide Jack bij het
aanbreken van den dag „Het
ontbijt staat klaar, als dat op is,
zal je je fortuin maar ergens moe
ten zoeken, want ik heb een druk
ken dag voor me."
„Goed, kapitein, maar ik zal het
wel eenzaam hebben; ik hoop, dHt
je je er. zoo gauw mogelyk door
heen «laat."
(WOCdt VftFVOlgd.)