ELDERSCHECOURANT Nederlandsche Bond van Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven. Openbare Vergadering Ne. 6112 DINSDAG 8 JULI 1919 47e JAARGANG Redacteur-Uitgever: C. PE BOER Jr., Helder. - Oplaap 7000 ex. - Abonnementsprijs: In de stad I 1.15, par post I 1.40. Buitenland I 2.40. - Lo.se ex. 3 cl. - Advertenllèn per repel 17'Tö~ Erfpacht of verkoop. Het doel, waarmede de gemeente gronden aankocht, die gronden als grondbedrijf afzonderlijk ging be- heeren en de herziening van het uitbreidingsplan ter hand nam wordt met de afdoening van deze zeer belangrijke zaak wel voldoen de spoed gemaakt? was niet om, zoodra men dit alles voor elkaar had, de zaken verder rustig op haar beloop te laten en met de han den in de schoot te wachten, wat er gebeuren zou. De stap, die men deed, bracht de noodzakelijkheid van verdere stap pen met zich en het zal goed zijn, wanneer men niet al te lang wacht met voort te gaan. Nu de onzalige gedachte om een nieuwe school in een deel van het plantsoen te plaatsen definitief is losgeJaten, zal de voorgenomen schoolbouw tot bespoediging moe ten leiden. Niet, dat wij ons voor stellen, dat de nieuwe school reeds met October 1920 in gebruik ge nomen zal kunnen worden. Het schijnt, dat de Gemeentebouwmees ter dit wonder vertoonen wil. Wij kennen dergelijke uitspraken van technische zijde. „Technisch moge lijk" noemt men dan wat praktisch vrijwel onmogelijk is, tenzij een ieder, die over de plannen en hun uitvoering mee te spreken heeft, van zijn recht tot oordeelen afstand doe en zonder meer aanvaardt, wat hem wordt voorgelegd. Want het plan omwerken, met aesthetische overwegingen van andere perso nen rekening houden, een andere oplossing dan de aanvankelijk ver- kozene nog eens objectief overwe gen, dat alles geeft vertraging en dus doet men er het zwijgen toe. En als dan ten slotte het gebouw toch nog niet op tijd klaar is, komt dat door allerlei toevalligheden: door den Raad, die zich nog wel eens beraden wilde, door den Schoolopziener, die een paar weken meer noodig had, dan hem waren toegemeten, doordat het aantal regendagen wat grooter was, dan men aannam, enz. Maai- of zij op tijd gereed zal zijn of niet, de nieuwe school moet er komen. Daar zij in het gebied van het nieuwe uitbreidingsplan komt te liggen, zal haar bouw er toe medewerken, dat dit plan in uit voering komt, en dus zal het meer nog dan anders noodig zijn, dat omtrent die uitvoering een besluit wordt genomen. Dit beteekent, dat eindelijk ook in den Helder het vraagstuk „erfpacht of verkoop" beslist moét worden. Het is wel laat; in verscheidene andere gemeenten behoort de tijd, waarin die strijd werd uitgevoch ten, al tot de geschiedenis. Dit heeft het voordeel, dat men met de er varing van elders rekening kan houden. Daarmee komt, als wij goed zien, de erfpacht aan de win nende hand. Alvorens wij nu over de strijd vraag zelve spreken, zullen wij voor den niet ter zake kundigen lezer in het kort uiteenzetten wat erfpacht is. „Erfpachtsregt", bepaalt artikel 767 van het Burgerlijk Wetboek, „is een zakelijk regt om het vol genot te hebben van een aan een ander toebehoorend onroerend goed, onder gehoudenis om aan laatstgemelden, als eene erkentenis van deszelfs eigendom, eene jaar- lijksche pacht te voldoen, hetzij in geld, hetzij in voortbrengselen of vruchten". Hij, die een stuk grond in erf- pacht heeft, oefent dus met betrek king daartoe alle rechten van den eigenaar uit, alleen mag hij niets doen, waardoor de waarde van den grond zou verminderen, d.w.z. hij mag b.v. geen steenkolen uit den grond delven, tenzij de exploitatie al aangevangen zou zijn, toen hij zijn recht verwierf. Boomen, die tijdens den duur van de erfpacht' sterven, vervallen aan den erfpachter, mits hij er nieuwe voor in de plaats plant. Over be plantingen, die hij zelf aanlegde, heeft hij de vrije beschikking. Hij heeft het recht, als hij woesten grond pachtte, dezen te ontginnen, mag gebouwen op den grond stich ten, draagt de belastingen, welke op den grond drukken. Behoudens zijn verplichting om de jaarlijksche pacht, den erf pachtscanon te voldoen, staat, dus de erfpachter zoolang zijn recht duurt, geheel met een eigenaar gelijk. Uitfluitend de situatie, waann hij bij het einde van de erf pacht komt te verkeeren, is oor zaak, dat de positie van erfpachter minder aanlokkelijk kan "zijn dan die van eigenaar. Omtrent de positie van den erf pachter bij het einde van' zijn recht bepaalt het Burgerlijk Wetboek liet volgende: „Bij hét eindigen van ziin regt, kan hij wegnemen alle zoodanige door hem gestelde gebouwen of gemaakte beplantingen, waartoe hij, uit kracht der overeenkomst, niet gehouden was; dqch hij is ver plicht de schade te vergoeden, wel ke door d^t wegnemen aan den grond mocht veroorzaakt zijn". „De erfpachter is onbevoegd om van clen grondeigenaar te vorde ren, dat hij de waarde betale van de gebouwen, werken, betimmerin gen en beplantingen, hoegenaamd, welke eerstgemelde heeft gemaakt, en die zich bij het eindigen dei- erfpacht op den grond bevinden." Indien dus het erfpachtsrecht eindigt, kan de erfpachter tweeër lei doen: hij kan allé gehouwen, die hij op den grond gesticht heeft afbre ken. Zijn dat gebouwen van eenige waarde, dan lijdt hij daardoor zeker belangrijke schade; hij kan ook den grond met alles, wat er op staat, aan den eigenaar overgeven. In dit geval behoeft de laatste hem echter geenerlei ver goeding te geven voor hetgeen hij verwerft. Het behoeft geen betoog, dat, al stelde de gemeente de gelegenheid daartoe open, slechts weinigen lust zouden gevoelen om voor woning bouw grond hi erfpacht te aan vaarden, wanneer zy er rekening mee moesten houden, dat na af loop van het recht hun eigendom men of die hunner erfgenamen, voor zooverre zij die niet afbraken, zonder recht op schadevergoeding aan de gemeente zouden vervallen. De praktische bruikbaarheid dei- erfpacht zou dus uiterst .beperkt zijn, zoo niet artikel 782 van het burgerlijk wetboek het volgende voorschrift inhield: „Alle de bij dezen titel vastgestelde verorde ningen zullen alleen plaats grij pen, voor zooverre daarvan dooi de overeenkomsten der partijen niet is afgeweken." Hiermede is de zaak gered. Praktisch gesproken kunnen par tijen hun verhouding, zoowel tij dens den duur als bij het einde van het recht, precies zoo regelen als zij willen. Zij kunnen bepalen, dat de gestichte gebouwen niet mogen worden afgebroken, yiaar dat de volle waarde ervan wordt vergoed; zij kunnen in vrijwel ieder opzicht de regeling zoo maken, dat zij voor beide partijen te aanvaarden wordt. Het spreekt vanzelf, dat de ge meentebesturen niet met iedereen, die grond in erfpacht wenscht te verkrijgen, weer opnieuw in alle bijzonderheden de gevolgen van die erfpacht kunnen regelen. Daar om hebben alle gemeenten, die bij de exploitatie van haai- grondbezit de erfpacht (hetzij uitsluitend, het zij naast verkoop) -gebruiken, z.g. erfpachtsvoorwaarden vastgesteld. Zij hebben, dikwijls zeer in bijzon derheden, met- afwijking van de voorschriften van het burgerlijk wetboek, geregeld, hoe, zoowel tij dens den duur der overeenkomst als bij het eindigen daarvan, de verhouding van partijen is. Voor zoover noodig worden die algemeeiie erfpachtsvoorwaarden bij iedere uitgifte van gronden met eenige bijzondere voorschriften aangevuld. Eer wij thans nagaan, wat alzoo in die algemeene erfpachtsvoor waarden staat, moeten wjj eenigs- zins uitvoeriger de vraag onder de oogen zien, welke de voor- en na- deelen van erfpacht tegenover ver koop zijn. Indien de erfpacht voor langen termijn, b.v. 100 jaar wordt aan gegaan, is, zelfs indien van de be palingen der wet niet wordt af geweken, de positie van den erf pachter praktisch vrijwel gelijk aan die van den eigenaar. De eigenaar, die een stuk grond koopt, om daarop een huis te bouwen, moet voor dien grond een zekeren prijs betalen. Neemt hij dat geld uit zijn vermogen, dan mist hij er in hqt vervolg de rente van; dient hij het te leenen, dan moet hy er rente voor betalen, dus wordt ook dan zijn inkomen met de rente van den koopsom verminderd. De erfpachter is een jaarlijksche pacht, den canon, verschuldigd; het bedrag daarvan houdt natuurlijk ook met de waarde van den grond verband. In beide gevallen, bij koop zoowel als bij erfpacht, mist de man, die het genot van den grond heeft, een zeker deel van zijn inkomen: de rente, in het eene geval misschien een kleinigheid hooger of lager dan in het andere, van het door den grond vertegen woordigde kapitaal. Verder heeft de erfpachter tij dens den duur van zijn recht alle rechten en verplichtingen van den eigenaar. Hij staat inderdaad ge durende dien tijd met den eigenaar op één lyn. Het verschil ligt dus a 11 een in de vooruitzichten voor de toekomst. Bij het einde van het recht is, zoo als wij reeds opmerkten, de erf pachter volgens de bepalingen dei- wet in vrij ongunstige positie. Hij kan hetgeen hij bouwde afbreken en de afbraak tot zich nemen, maar lijdt dan, zoo de gebouwen, die hij stichtte, eenige waarde hebben, ongetwijfeld schade. Hij kan het gebouwde laten staan, maar dan is, voor zoover niet iets anders werd overeenge komen, de eigenaar van den grond tot geen schadevergoeding ver plicht. Nu kan men dit van betrekkelijk ondergeschikte beteekenis achten bij. een erfpacht, die voor 100 jaar wordt aangegaan. De man, die den grond in erf pacht krijgt, weet dan zeker, dat hij het einde van zijn recht niet be leven zal. Gedurende zijn leven zal hij alle rechten van den eigenaar hebben; eerst jaren na zijn dood zal een van zijn rechtver krijgenden, misschien reeds een rechtsopvolger van een zijner on middellijke erven, de minder aan gename gevolgen hebben te dragen van het feit, dat zijn recht slechts van tijdelijken aard was. En voor dézen behoeft dat niet zooveel te beteekenen; immers, hetzij hij door erfenis of koop in de rechten van den oorspronkelijken erfpachter trad, hij den eigendomsovergang zal de tijd, dien het recht nog du ren moest, in aanmerking zijn ge bracht bij de waardebepaling. Deze redeneering is theoretisch volkomen juist en men zou dus geneigd zijn er uit af te leiden, dat bij een erfpacht voor 100 jaar tegen de regeling van het burgerlijk wet boek niet zooveel bezwaar bestaat. Toch leert de ervaring, dat zelfs bij langjarige contracten een rege ling, die zich nauw bij de bepalin gen van het burgerlijk wetboek aansluit, geen succes lieeft. De oorzaak hiervan ligt ten deele in de menschelijke natuur. De geaardheid der menschen leidt er nu eenmaal toe, dat zij bij het maken van hun plannen ver der in de toekomst trachten te zien, dan liet eindpunt van hun eigen leven. De man slooft en zorgt, niet slechts om zelf een onbekommerd bestaan te hebben, maar ook om zijn kinderen bij zijn dood de vruchten te laten van zyn werk. Men bouwt geen huis voor zich zeiven alleen, maar droomt, dat ook kinderen en kinds kinderen er het genot van zullen hebben. Bij industrieele ondernemingen, die veelal behooren aan een zede lijk lichaam, maatschappij of ven nootschap, welks bestaan niet aan het leven van bepaalde nersonen is verknocht, kan men uit den aard der zaak nog minder dan bij par ticulieren bouw met een eindigend i-echt genoegen nemen, zoo niet vaststaat, dat bij het einde van het recht voor het dan nog aanwezig bezit volledige vergoeding zal wor den genoten. Toch is er voor de gemeente, die, dikwijls voor groote offers, eigena res van den grond is geworden, ontzaglijk veel aan gelegen, dat zij dien eigendom niet definitief uit handen geeft. De grond moet in exploitatie worden gebracht, zeer zeker. En daarvoor is noodig, dat particulie ren (personen of ondernemingen) er de volledigp beschikking over krygen. Maar de gemeente moet niet voor de noodzakelijkheid ko men te staan, om, al is het over honderd jaren, hetzelfde spel te moeten spelen van thans: grond, dien zij voor de vervulling van haar taak niet missen kan, met groot beleid en dikwijls voor groo te offers (wat wij in den Helder za gen, is in dit opzicht slechts kin derspel) los te maken uit de handen der tijdelijke eigenaren. Honderd jaar is slechts een korten tijd in den ontwikkelingsgang der ge meenschap. Wij kunnen nu mee- nen, dat een bepaald perceel wel nooit voor den publieke)) dienst benoodigd zal zijn, maar wie weet, hoe de toestand over tien, twintig, veertig, honderd jaar zal wezen? In dit opzicht hebben de gemeen ten dure lessen betaald. Men denke aan Amersfoort, dat in de 70-tigei jaren voor een appel en een ei den Amersfoortschen Berg, woes ten grond, waar niemand iets aan had, verkocht, en dat in bet laatste tiental jaren een deel van het toen versmade bezit voor tonnen gouds moest terugkoopen. Dit is één voorbeeld, maar zoo zijn er tien tallen. Van den kant van bet gemeente belang gezien is erfpacht het prachtige middel, waardoor de eigendommen "der gemeente op de beste wijze in exploitatie kunnen worden gebracht en niettemin de bestuurders van het oogenblikhun opvolgers in de toekomst niet stel len voor feiten, waar niet meer aan te veranderen is. De gemeente heeft er belang bij, dat te eenïger tijd hel beschik kingsrecht den grond tol haar te rugkeert. Zij beeft er ook belang bij, dat de vruchten van de waardever meerdering van den grond, die door li a a r ontwikkeling, niet dooi de daad van den toevallige» ge bruiker van éeuTperceel grond, te voorschijn werd' geroepen, althans voor een deel aan haar ten goede komen. Maar zij heeft niet noodig den man de vruchten te ontnemen van zijn eigen werk. Zij heeft niet noodig, bij het einde van bet recht een winstje binnen te sleepen door een haar gunstige regeling nopens den opstand, die zich op de ver pachte gronden bevindt. De redenen, waarom, bij een re geling overeenkomstig de wet, gebruiker van den grond erfpacht niet wil, zijn andere dan die, waarom de gemeente erfpacht wél moet willen. Daarom moet bet mogelijk zijn, nu de wet partijen in de regeling hunner verhouding groote vrijheid laat, een oplossing te vinden, die beider belangen verzoent. Inderdaad is dat geschied. Na een periode van zoeken is men erin geslaagd erfpachtsvoorwaar den op te stellen, die zonder be zwaar te -aanvaarden zyn voor den gebruiker van den grond, en die uit een oogpunt van gemeentelijk beheer boven verkoop groote voor dooien hebben behouden. Daarover een volgende maal. BUITENLAND. Duitschland. Da spoarwagstskingen. Te Berlijn is de spoorwegstaking geëindigd. Echter is, wegens den slechten toestand waarin de locomo tieven voor de stads- en ceintuur- en verkeeren, nog niet aan het hervatten van het verkeer op die lijnen te denken. Reeds voor de staking was het ternauwernood mo gelijk het verkeer nog zoo'n beetje gaande te houden. De directie van de staatsspoorwegen verklaart, dat het volstrekt noodzakelijk is om eerst te zorgen, dat er weer meer locomo tieven ter beschikking komen. Op andere plaatsen heeft de staking zich uitgebreid. In het z.g. spoorweg district Hannover hebben de spoor weg- arbeiders te Minden en Lühne het werk neergelegd. De dienst wordt zoo goed als het gaat door beambten aan den gang gehouden, doch het verkeer ondervindt niettemin uren lange vertraging. Te Bielefeld hebben de spoorweg arbeiders zich tegen de staking ver klaard. Het spoorwegkruispunt Witten- borgen, tusschen Hamburg en Berlijn, is door regooringstroepen bezet. Deze troepen hebben er voor gezorgd, dat door technische spoorwegtroepen het verkeer met moeite gehandhaafd wordt. Gisteren zou door de arbeiders in het district Altona, waartoo Ham burg behoort, beslist w'den, of ook zij tot stakiug zullen c .-gaan. De regeering in Berlijn heeft het plan tegen het terrorisme der stakers met alle middelen in te grijpen. Zon dag zou, indien de toestand niet was verbeterd, over Frankfort de staat van beleg worden afgekondigd. De ryksweer heeft opdracht ge kregen, de Btations, die thans door de stakers fcezet zijn, vrij te maken. Mochten de ter beschikking staande troepen niet toereikend ziju, dan zouden uit andere garnizoenen'troepen naar Frankfort worden gezonden. Engeland. Hut vrouwenkiesrecht. B(j de behandeling in derde lezing door het Engelscbe Lagerhuis van het door de Labour Party ingediende voorstel betreffende de rechten der vrouw, deelde jle regeering mede, dat zij de volgende week aan de bij de verkiezingen afgelegde belofte zal voldoen door de indiening van een wetsontwerp, waarbij aan vrouwen dezelfde burgerlijke en juridische rechten worden verleend als aan mannen. Astor stelde namens de regeering voor, het voorstel der Labour Party verwerpen, daar dat ontwerp slecht was geredigeerd en het regee- ringsontwerp beter aan de eischen zou voldoen. De Labour Party en de ouafh. liberalen verzetten zich krachtig tegen Astor's voorste), dat met 100 tegen 85 stemmen werd verworpen. Men hecht geen politieke beteekenis aan deze nederlaag der regeering. Het wetsontwerp van de Labour Party is zeer ver strekkend. Het ver leent aan de vrouwen dezelfde poli tieke rechten als de mannen reeds hebben. Ook vrouwen onder de dertig jaar, de huidige Jeeftydsgrene, kun nen du3 stemmen. De „peeresea" worden lid van 't Hoogerhuis en in het algemeen worden do vrouwen verkiesbaar voor alle staatsambten. Het ontwerp gaat thans naar het Hoogerhuis, waar het waarschijnlijk niet zal wordon aangenomen, vooral daar het ontwerp ook de peeresses lid van het Hoogerhuis zou maken. De nederlaag der regeering wordt als een waarschuwing beschouwd. Nu do vrede gesloten is, willen veel coalitionisten hun vrijheid van han delen herkrijgen. PogiageR tot lichting van de „Virndictlr»". De kruiser „Vindictize", welken de Engelschen op 10 Mei 1918 lieten zinken in den havenmond van Osten- de, rust op een bedding vau zand, maar als gevolg van de sterke stroo- mingen is het schip gaan werken en nu in tweeën gebroken. Een groote scheur gaapt in den romp, waardoor het water naar binnen stroomt. Men is thans doende, deze scheur te dichten met behulp van betfö. Lukt dat, dan zal men vervolgens trachten met behulp van krachtige pompen het vaartuig weer leeg te zuigen en het aldus te doen drijven. Als de kruiser drijvende blijft, dan zal de Eugelsche admiraliteit pogen, hem naar Engeland terug te brengen. De Engelsche Marine is thans te 03tende vertegenwoordigd door 1700 man personeel, hetwelk zich onledig houdt met het opruimen van mijnen. Men heeft reeds 2300 van die moord werktuigen vernield en ongeveer 250 vierkante mijlen mfynvrjj gemaakt. Koning Alfrons XIII van Spanje heeft den wensch te kennen gegeven een bezoek te brengen aan België. Binnenkort brengt, president Poincaré, vergezeld van verscheidene generaals een bozoek aan Brussel, Antwerpen en verschillende andere plaatsen. AfdeallngHELDER. op hedenavond 8 uur, in de groote zaal van TIVOLI. OND5RWEF-EN: Oe loopactie der Gemeente Werklieden. Is verhooglng van loon noodig 7 en Waarom modern georganiseerd 7 De beginselen der moderne organisatie. SPREKERS: Nb VAN HiNTE) Bonds-Voorzitter. FVAN MEURSj Bands-Secretaris. TOEGANG VOOR IEDER VRIJ. -:- Zaal open 7>/, uur. Publiek van Helder, bezoekt deze zeer belangrijke vergadering, opdat een ieder overtuigd wordt van de dringende noodzakelijkheid dat de loonen van het Personeel in Gemeentedienst, verhoogd worden en wel zeer belangrijk, vooral voor de Werklieden. Geen Ambtenaar of Werkman mag op deze Vergadering ontbreken. Neemt Uw Vrouw mee. Het Dagelijksch Bestuur dezer Gemeente als mede H.H. Raadsleden zijn mede uitgenoodigd. Entrée VRIJ. Namens het Bestuur, J. SPOELSTRA, Voorzitter. J. W. v. TEEKELENBURCH, Secretaris Ex-Keizar Wilhalm voor hst 8arsohtshof. De aankondiging, dat Londen de ilaats zal zijn, waar de gewezen Iuit3che Keizer voor een uit zijn vijanden samengestelde rechtbank zal moeten verschijnen, blijft de publieke aandacht in Engeland bezig houden. „Dat Lloyd George van plan is aan het volk dit eenige schouwspel te bereiden, zal stellig zijn populariteit bij den grooten hoop vergrooten," zoo merkt de correspondent van de „N. RottCrt." te Londen op. Romeinsche triumphators lieten de aanzienlijksten van een verslagen volk geboeid achter de zegekar loopen, in Carthago liet men zulke ongelukkigen door het volk doodmartelen, de Romeinsche Keizers lieten ze in het circus voor de wilde beesten werpen. Dit alles diende tot verhooging van de populariteit vau de machthebbers, en zoo zal daar nu de sensationeele terechtzitting van den gewezen Keizer voor moeten dienen. Misschien gaat de voorstelling niet door, maar dat zal voor de bereiking van het doel niet schaden. De correspondent zegt dan ook, dat Llöyd George's popula- lariteit bij den grooten hoop zal worden vergroot omdat hy van plan aan het volk dit eenige schouwspel bereiden. Lloyd George is populair geworden als de man van den .oorlog tot het uiterste". Aan het volk heelt men de voorstelling bijgebracht, dat de ezen Keizer eigenlijk alleen de schuld van den oorlog is, dat hij in vyf-en-twintig jaar vrede heeft zitten broeden op brandstichting, mishan deling van vrouwen en kinderen, enz., want de „groote hoop" moet houvast hebben aan een persoon, wii zij een zondebok hebben. En als nu die groote schuldige te Londen voor de vierschaar van zijn vyanden zal moeten komen, dan houdt zulk sensationeel proces voortdurend de geesten indezelfde stemming als die, welke Lloyd George aan het roer heeft gebracht. Dat geschiedt nu al door de verschillende overwegingen over de bizonderheden van het proces en de overweging van de kansen ten opzichte van de gedragsiyn van de Nederlandsche regeering. In zijn rede, door Lloyd George in het Lagerhuis gehouden, zeide hij o. a. over de Keizer-kwestie het „Als oorlogen gelijk deze er een was voortaan zullen worden voor komen, dan acht ik het volstrekt noodzakelijk, dat degenen die er per soonlijk verantwoordelijk voor zijn, er ook aansprakelijk voor moeten worden gesteld. Daarom hebben wij besloten dat de man, die ongetwijfeld in de allereerste plaats aansprakelijk was voor den oorlog, in ieder geval naar het oordeel der goallieerde naties terecht zal staan wegens het misdrijf hetwelk hij beging, door verdragen te schenden, welke dé eer hem voor schreef na te leven, en waarbij hij zelf partij stond en omdat bij aldus deze verschrikkingen ovpr de wereld heeft gebracht. De geallieerde naties heb ben volkomen eenstemmig besloten, dat bet-gereeths- hof, hetwelk intergealli- eerd zal zyn, te Londen zit t in g, zalhouden, ter berech ting van den persoon, die in de aller eerste plaats ver antwoordelijk is voor dezen oorlog." Deze uitlating van Lloyd George is met verbazing vernomen in Frankrijk, en vooral in Amerika. Iu Frankrijk is de heerschende opinie, dat volgens den tekst van het vredesverdrag, het in-beschuldiging-stellen van Wilhelm uitsluitend een moreele en politieke beteekenis heeft. Telegrammen uit WashiDgton toonen aan, dat men in de V. S. niets afweet van een overeenkomst als waarover Lloyd George sprak. Lansiug, die nog te Parijs is ver klaarde nooit gehoord te hebben van een schikking, ten doel hebbende de j uitlevering van den keizer te vragen om hem te Londen voor den rechter stoel te brengen. Lansing voegde hieraan toe, dat hy niet gelooven kon, dat Wilson zulk een schikking zou hebben getroffen zonder er hem, Lansing, van te hebben in kennis gesteld. 0« zoors als plaatsvervangers. Prins Eitel Friedrich van Pruisen heeft aan den koniog van Engeland het volgende telegram gezonden Aan Z. M. den Koning van Groot- Brittanie en Ierland. Om te voldoen aan den vanzelf sprekenden plicht als zoon en officier, stel ik my met mijn vier jongere broeders in plaats van mijn keizer- lyken heer en vader voor het geval van 7.yn uitlevering, ter beschikking van ITwe Majesteit, om hem door ons offer den onleerenden gang te besparen. Namens de prinsen Adalbert, August Wilhelm, Oscar en Joachim van Pruisen. (Get.) EITEL FBIEDBKH - Korts bnrlchtsR. De verwoesting, door de Spartaciers te Hamburg veroorzaakt, wordt, alleen in het. raadhuiskwartier op 10,000,000 Mark geschat. Er zijn meer dan 120 winkels en magazijnen leeggeplunderd. Koning George de V van Enge- 'l&nd, zal éen bezoek brengen aan de haven van Zeebrugge. Waarschijoiyk zal hij zijn reis tot Brussel uitstrekken, - Het Hamburger Fremdenblat" verneemt uit Petrograd, dat de bolsje wistische commandant Peters 800 familieleden van soldaten, die uit Petrograd gevlucht waren, en officieren heeft doen executeeren. BINNENLAND. De economische overeenkomst met de geassocieerde*. Naar de Tel. meldt, zal de econo mische overeenkomst met de geasso cieerde regeeringen, het General Agreement, in het begin der volgen de week worden opgeheven. De werkzaamheden zullen binnen enkele weken men spreekt van ongeveer drie weken worden stopgezet. Krupp i* NodarlaRd? De „Maast. Anzeiger" verneemt uit Essen, dat de firma Krupp in Nederland, dicht bij de Duitsche grens, groote terreinen aangekocht heeft. Het zou do bedoeling zijn, dat de firma een groot deel van hare productie in Nederland gaat vervaar digen. Do maii. De Directeur van het Postkantoor Amsterdam brengt ter kennis dat brievenmalen zullen worden verzon den naar Ned. Oost-Indië per s.s. „J. P. Coen" van de Stoomvaart maatschappij „Nederland". Het zeeposttarief is op deze'zendin gen van toepassing. Laatste buslichtiDg ten Hoofdpost- kantore alhier 11 Juli 12 uur 's nachts, 3angeteekende stukken tot. 8 uur 's avonds. Voor groote partijen druk werk aanmerkelijk vroeger. Postpakketten, met4eze gelegenheid t.e verzenden kunnen worden aange boden tot 8 uur 's avonds en moeten vergezeld zijn van certificaten van oorsprong, geviseerd door de N.O.T. Onbepaald (klein) varlof. De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht a.i. heeft het volgende be paald Op 1 Aug. a.s. zullen, behoudens onvoorziene omstandigheden, met on bepaald (klein) verlof worden gezon den: a. de dienstplichtigen der lich ting 1918, die tusschen 14 en 18 Jan. 1918 zyn ingeiyfd bij de regimenten infanterie (hieronder begrepen de grenadiers en jagers); b. de dienst plichtigen der lichting 1918, die tus schen 14 en 15 Jan. 1918 zyn inge lijfd bij het korps pontonniers; c. de dienstplichtigen der lichting 1918, die tusschen 4 en S Maart 1918 zijn in gelijfd bij de regimenten vestingar tillerie; d. de dienstplichtigen der lichting 1918, die tusschen 4 en 8 Maart 1918 zijn ingelijfd bij het korps pantsérfort-artilleriee.dedienstplich tigen der lichting 1918, die tusschen 4 en 8 Maart zyn ingelijfd bij hot. korps torpedisten. Werkloosheidszorg van overheidswege. Wetsontwerpen zy'n ingediend tot instelling van een werkloosheidsver zekering in verband daarmede supple toirs begrootingen verband houdende met de opheffing van het Kon. Natio naal Steuncomité. Dit ziet zich, door allerlei oorzaken, genoopt zijn werk zaamheden te stakenechter kan de steun nog niet worden gemist. De organisaties der plaatseiyke steun comités brokkelen langzaam af, de uitgaven nemen niet af, maar integen deel toe, en de steun van vrywillige bljdiagoü vloeide niet langer, zoodat hoo langer hoe meer het ryk dien steun moet overnemen. De onder steuning ir oet thans op geheel andere grondslagen worden gevestigd en zal zich voortaan nauw aansluiten bij wat in normale tijden voor hulpbe hoevenden en werkeloozen geschiedt. Onder werkloosheidszorg verstaat de regeoring de door de overheid ver leende steun aau arbeiders die niet alleen werkwillig zijn, maar ook bekwaam in hun vak, om zich te verzekeren tegen de finantieele ge volgen der werkeloosheid, ook om die werkeloosheid te beperkeu, en te voorkomen. In den oorlogstijd is het gelukt de werkeloosheidsverzekering niet slechts in stand te houden, maar die uittebreiden en op steviger grond slagen te vestigen. De regeeriagshulp zal deels van bffivenden aard zijn, zooals die voor- loopig reeds is geregeld in het Werk loosheidsbesluit 1917. In dat besluit is thans een wijziging voorgenomen, volgens welke het subsidie van het Ryk en van de gemeenten waar de leden der werkloozenkas woonplaats hebben, op een hooger percentage dan 100 kan worden gesteld, indien de vereenlging waarvan de werk loozenkas uitgaat, niet in staat is de bijdragen zoo hoog op te voeren als noodig zou zijn, om uitkeeringen te verstrekken over een termijn van ten minste 90 dagen per jaar, tot een zoodanig bedrag, dat daaruit "t. noodzakeiyke levensonderhoud der werklooze leden kan worden bekos tigd. In den overgangstijd kunnen echter bovendien middelen van tijdelyke hulp niet gemist worden,vooral niet, omdat aan de vereenigingen met werklozen kassen gevraagd zal moeten worden om de taak der steuncomité's voor wat aangaat hare leden, over te nemen, zoolang de crisisverschijnselen dit nog noodzakeiyk maken. Ten slotte zyn gedurende de oorlogs jaren de wachtregelingen ontstaan, die zeer veel hebben bijgedragen tot leniging van den nood der werkloos heid en tot het verlichten van de taak der werkloozenkassen. Het ware te betreuren indien deze zonder meer worden opgeheven en spoorloos ver- Ofschoon voor de Regeering de nuttige werking dier regelingen vast staat, wil zy niet tot eenige verplich- ting der invoering daarvan overgaan. Zij meent zich te moeten beperken tot een aanmoediging door voorwaar- deiyken steun toe te zeggen. Toch is het in elk geval noodig, dat de verplichtingen die het Kon. Nationaal Steuncomité voor wacht geldregelingen heeft aangegaan wor den overgenomen. Het is de bedoeling, met de invoering eri de controle den Dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te belasten. Deze. bijgestaan door een commissie van vertegenwoordigers uit alle be trokkenen, kan dus nagaan in hoever de bereidwilligheid van het Rijk om mede te helpen teneinde blijvende instellingen in het leven te roepen succes kan hebben. Het is te vreezen, dat er nog vele rjrsonen zullen overbiy ven, die thans door de steuncomité's worden gehol pen en diu by opheffing daarvan den steun niet zullen kunnen missen. De regeering oordeelt het noodig, dat de instellingen van armenzorg zich met de ondersteuning van deze personen zullen belasten. De minister van Binnenlandsche _aken acht het gerechtvaardigd, daar waar de lasten de draagkracht te boven zouden gaan, van rijkswege flnancieele hulp te verleenen. Zij denkt er echter niet aan, daardoor iets te veranderen aan de beginselen der Armenwet. Het moet regel bffiveu, dat alle lasten der armenverzorging, voor zoover deze niet door de ker- keiyke enz. of gemeenteiyke instel lingen van weldadigheid worden gedragen, voor rekening van de gemeenten biy ven. De hulp uit 's rijks kas geldt dan ook slechts voor den uitzonderingstoestand, die na het ophouden van de buitengewone om standigheden eindigt. Alleen in de gevallen, waarin dit strikt noodig is, d.w.z. waar en voor zoover de lasten de draagkracht der gemeente te boven gaanzal een subsidie aan de gemeentebesturen worden verstrekt. Wanneer zij dan subsidie aanvragen zullen zy een uitvoerig omschreven opgave moeten verstrekken, waaruit o.a. biykt, dat deze subsidie noodzakelijk is om aan de verplichtingen van een goede armenverzorging te voldoen. Dn nieuwe regeling zou 1 Nov. in werking moeten treden. GEMENGD NIEUWS. Door doa hoRd gevat. Een net gekleed heer vertelt de „Rsb." klom Zaterdag de trap op van een étage woning aan deChar- lotte de Bourbonstraat te 's-Graven- hage en nam, na de deur, die niet gesloten was, geopend te hebben, uit de portiek een flets weg, waarop een nieuwe cape lag, die hy ook medenam. De bewoners merkten den roof en zetten den dief na. Deze wierp de cape weg en ging er snel met het gestolen rijwiel van door. Nog sneller was de keeshond, dien de bewoner den rijwieldief had nage zonden. Hij haalde spoedig den dief in en beet in den band van het achterwiel, dien hy ondanks alle pogingen van den dief niet losliet. De dief was genoodzaakt, zy'n ge stolen Sfets in den steek te laten en te voet te vluchten. Het baatte hem echter weinig; op den Schenkweg ^rerd hij gegrepen en ingerekend. On irr klalRighaid i Het Opperste Gerechtshof van de Ver. Staten heeft George Gould ont zet uit zyn positie van curator en executeur van de nalatenschap zyns vaders, den spoorwegspeculant Jay Gould. Het verzoek tot die ontzetting was gedaan door zijn broer Frank Gould en zijn zuster Anna, hertogin de Talleyrand, die George betichtten van nalatigheid en ontrouw beheer. Bij het onderzoek was gebleken, dat George 26.000.000 van de ge. zamenlljke erfenis had zoek gemaakt dat h(j niet had voldaan aan zijn vader's uitersten wil, dat de erfenis in zes por ties zou worden gesplitst, voor elk der kinderen één, over welke porties dan niet verder door hem, George, mocht worden beschikt; dat hij met het geld had gespeculeerd en de wiDsten zelf opstak, maar de verliezen af wentelde op den boedelen dat by zich met 625.000 had laten be- loonen voor den verkoop van stukken, die tot den boedel behoorden. Men verwacht dat; nu de andere kinderen Gould hun broer George zullen aanspreken voor de weggo- admimstreerde 26.000.000.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1