HELDERSCHECOURANT
N*. 5130
DINSDAG 19 AUGUSTUS 1919
AT* JAARGANG
g>e*»",ulll"tr! C' 93 5QBR Jr., Heldw. *pl««B 7000 - Abonn»ment»pfl|» i In d« »tad I 1.1S, per po»t I 1.40. Buitenland I 2.40. Loni w. 3 ol. AdyarUnlUo p*r r»B»l 17'/, ot
'eeshuis verbouwen?
ister en Wethouders
kRaad het plan aange
ven „algemeene verbe
lde t Algemeen Wees-
verzicht te geven van
ten, zooals die in alle
[prden gewenscht'
i weinig nut heb-
ipok aan de hand
tók zou zijn zich,
zonder dat de plaatselijke toestand
persoonlijk wordt opgenomen, een
juist oordeel omtrent deze aange
legenheid te vormen. Genoeg zij
daarom op te merken, dat het
Weeshuis na de totstandkoming
van de voorgestelde werken beter
aan hygiënische eischen zal beant
woorden, terwijl ook een doelmati
ger indeeling van sommige ver
trekken zal zijn verkregen."
Ons schijnt dit een uiterst sobere
verdediging van een plan, dat
circa een kwart ton kosten zal.
Het is een verdediging, die toe
passelijk zal zijn op iedere ver
timmering van een verouderd en
daardoor in sommige opzichten on
doelmatig gebouw, welke door een
man met een normaal stel hersenen
wordt ondernomen. Wanneer men
een timmerman loslaat in een
oud gebouw, dan vindt hij daar
in heel veel dingen, die hij zóó
veranderen kan, dat het gebouw
daardoor in sommige opzichten be
ter aan hygiënische eischen zal
gaan beantwoorden, en dat hier en
daar een doelmatig Jr indeeling van
de vertrekken wordt verkregen.
Maar de verstandige eigenaar,
wien de timmerman in dezen geest
verslag komt uitbrengen, is met
die wijsheid niet tevreden. Hij wil
weten, of, wanneer hij den timmer
man zijn gang laat gaan, zijn geld
ook inderdaad op de beste wijze
zal zijn besteed, en of hij "een ge
vaar loopt, dat, als hij na een paar
jaar met een anderen timmerman
een ommegang door zijn bezitting
doet, deze hem andere dingen zal
aanwijzen, die in hygiënisch op
zicht voor verbetering vatbaar zjjn,
en hem andere vertrekken zal
laten zien, waarvan de indeeling
verbeterd worden zal.
Zoodat wij maar zeggen willen,
dat een voorstel om een kwart ton
te vertimmeren aan het Weeshuis
een meer afdoende verdediging be
hoeft, en dat men vóór men
daarmee zijn instemming betuigt
wel gaarne weten wil, of daarmede
een oplossing wordt verkregen,
waarmee men voor een behoorlijk
tijdvak, b.v. minstens vijf en twin
tig jaar, gered is.
Er bestaat bijzondere aanleiding
om deze vragen te stellen, aange
zien men hier uiet bij- en verbou
wen nooit zoo bijzonder gelukkig
is geweest.
Te veel ziet men daarbij, dat bij
den opzet uitgegaan is van het
hier bestaande, dat men vervol
gen» rekening heeft gehouden met
een vooruitgang, zooals die volgens
het historische Heldersche tempo
bij krappe, vooral krappe!, bereke
ning te wachten was, en dat men
daarna, zonder te bedenken, dat er
ook bezuiden de Linie nog land
ligt, waar wel eens wat te leeren
valt, aan het bouwen is gegaan.
Wij denken hierbij aan den bij
bouw bij het Raadhuis. Als men,
toen het plan daarvoor gemaakt
moest worden, ook eens elders was
gaan kijken, hoeveel ruimte men
in plaatsen, waar de secretarie
eenigszins behoorlijk gehuisvest is,
daarvoor noodig acht, was er iets
anders tot stand gekomen.
Wij denken aan de verbouwing
van het kantoor der gasfabriek
voor gasfabriek en waterleiding te
zamen. Het is nu te laat daarvoor,
anders noodigden wij onze lezera,
voor zoover zij den toestand niet
kenden, dringend uit, eens te gaan
kijken, hoe de menschen der water
leiding gehuisvest waren. Dat was
eenvoudig bespottelijk. En die
dwaasheid was alleen het gevolg
hiervan, dat de waterleiding altijd
een vrij primitieve administratie
met weinig personeel had gehad.
Toen er nu verbouwd moest wor
den, ging men niet elders kijken,
maar men maakte bij de gasfabriek
iets, dat tamelijk geleek cip het
sobere vertrek, waarmede de men
schen zich aan den Kanaalweg had
den moeten behelpen en was vol
daan.
Ook het kantoor der gasfabriek
was, naar ons van bevoegde ziide
verzekerd is, ook zonder gasrant
soeneering cum annexis voor een
behoorlijke administratie veel te
bekrompen en een eenigszins ge
schikt bureau voor het hoofd der
administratie was er heelemaal
niet. De oorzaak? Alweer deielfde:
het kijken naar den Helder en naav
den Helder alleen; het verzuimen
om elders, waar een behoorlijke
administratie bestaat, eens te gaar.
zien, wat daarvoor wel noodig is.
En liet gevolg? De verbouwing
was nauwelijks klaar of de admi
nistratie bleek zich in haai- nieuwe
lokaliteiten bijna niet te kunnen
roeren.
Wij denken eindelijk aan de ver
bouwing van het perceel aan den
Kanaalweg. waar de ontvanger ze-
lelt en voorloopig zetelen blijft, om
dat in den Helder een mysterieus
verband tusschen ontvangerskan
toor en postkantoor bestaat vol
gens wethouder Grunwald.
De Arbeidsbeurs is er alweer uit
eu de verdere diensten, die erin
zün, zullen er op den duur opk wel
niet blijven: zoodra er behoefte
aan iets nieuws, aan iet9 meer
ruimte ontstaat, barsten zij eruit.
Dit alles is het gevolg van de
reeds genoemde oorzaak en
van het werken zonder een behoor
lijk plan. Men ziet de dingen eerst,
als men er over valt; vat ze dan
aan, en redt zich op een koopje.
.Wil yreezen, en dat ia de réden,
waarom wij aan deze schynbaar
weinig beteekenende zaak een wat
uitvoeriger beschouwing wijdeD,
dat het met de verbouwing van het
Weeshuis net zoo gaat.
Het vraagstuk der weezenverzor
ging in het algemeen vraagt om
oplossing. Ondprdeel daarvan
is de vraag, hoe de weezen, die in
een daarvoor bestemd gebouw te
zamen zullen worden opgevoed,
huisvest dienen te worden.
Dit laatste punt kan eerst be
hoorlijk worden opgelost, wanneer
men het vraagstuk in zijn geheel
onder de oogen heeft gezien en dus
zich een denkbeeld heeft gevormd
van het aantal kinderen van ver
schillenden leeftijd, waarvoor men
op den duur een Weeshuis noodig
hebben zal.
Als men dit laatste weet, kan men
beoordeelen, en dan moet men bui
ten den Helder gaan kijken, hoe
een dergelijk Weeshuis dient te
worden ingericht eudan is het tijd
om te beslissen, of het oude ge
bouw daar blijvend geschikt voer
is, zoo ja, hoe het moet worden
verbouwd en veranderd.
Men lieeft echter het groot i
vraagstuk laten zwemmen. Nu zijn
er een nieuwe vader en moeder,
oftewel directeur en directrice ge
komen. Nu gaan ineens de ooge-i
open voor wat men al lang wist,
dat het oude gebouw aan 111 o-
d e r n e eischen niet beantwoordt,
en nu maakt men een plan, bij
welks tot stand koming het Wees
huis „beter aan hygiënisch;
eisten zal beantwoorden, terwijl
een doelmatiger indeeling van som
mige vertrekken zal zijn ve-'
kregen".
Gelooven de heeren zelf, dat zij
er daarmee zijn?
Gaan zij er gerust op, dat niet
het heele Weeshuis binnen zes,
acht, tien jaren als zoodanig buiten
gebruik zal zijn gesteld en dat dan
de nu uit te geven gelden goed
deels weggegooid zullen zijn?
Wij hebben geen bezwaar tegen
het doen van betrekkelijk groote
uitgaven; onze vroegere beschou
wingen over de geldmiddelen der
gemeente toonen dat aan, maar
voor iedere uitgaaf behoort vast te
staan: niet alleen, dat het geld goed
besteed zal zijn, maar ook en voor
al, dat, voorzoover menschelijke be
rekening de eischen der toekomst
kan bepalen, een betere besteding
niet mogelijk is.
In alle bescheidenheid willen wy
het gemeentebestuur een raad
geven.
Bij verschillende gelegenheden
hebben Burgemeester en Wethou
ders gezinspeeld op meerdere be
langrijke werken, waaraan men in
de toekomst niet zal kunnen ont
komen.
Een nieuw ziekenhuis.
Een nieuw raadhuis.
Betere huisvesting van apotheek
en keuringsdienst.
Een nieuwe zeevaartschool.
Voor enkele van deze zaken, b.v.
het ziekenhuis, is nieuwbouw be
slist niet te vermijden.
Voor andere zal men misschien
gebruik kunnen maken van gebou
wen, welke de gemeente reeds
heeft.
Laat men nu eerst eens een vol
ledig programma opmaken van
wat men op dit oogenblik beslist
eet, dat noodig is.
En laat men dan eens een com
missie benoemen, waarin een be
kwaam architect van elders, mei
ervaring op velerlei gebied, zitting
heeft, met de opdracht te advisee-
p«n op welke wijze men dit pro
gramma dient uit te voeren om
yoor ieder onderdeel een g o d e
en voor afzienbaren tijd v o 1-
doende oplossing te krygen en
tevens zooveel mogelijk profijt te
trekken van hetgeen de gemeente
thans reeds bezit.
Zóó komt men tot een program
ma, een werkplan, waar men hou
vast aan heeft, zóó alleen verkrijgt
men zekerheid, dat men geen hon
derden guldens bespaart om straks
duizenden te moeten uitgeven.
Slechts een onderdeel van dit on
gevraagd advies behoeft nog een! ge
toelichting: de raad om een be
kwaam architect van buiten te
nemen. Deze toelichting kan kort
zijn: iemand van het noodige gezag
en genoegzaam onbevooroordeeld
om een dergelijke commissie bij te
staan, hebben wjj in den Helder
niet.
De adviseur van een dergelijke
commissie moet iemand zijn, dii,
als hij b.v. het weeshuis heeft ge
zien, stuk voor stuk nagaat, of het
voor één der hem opgegeven doel
einden bruikbaar is te maken; bij
mag omtrent geen onderdeel reeds
een gevestigde opinie hebben. Hij
moet ook iemand zijn met ervaring
i. z. de stichting van verschillende
meer belangrijke gebouwen buiten
den Helder. Iemand die, niet alleen
in zijn jeugd of in zijn leerjaren,
in het geheele land heeft rondge
zien en zich nooit, vrijwillig of ge
dwongen, heeft opgesloten binnen
den engen gedachtenkring van een
enkele plaats. Dien man hebben
wij in den Helder niet.
Wij hebben er vele voortreffe
lijke menschen met uitnemende
kwaliteiten, in ons diepste binnen
ste gelooven wij, dat wij allen voor
treffelijk zijn, maar den man om
een dergelijke commissie bij te
staan, heusch, dien hebben wij niet.
Het nieuwe Werklieden- en
Ambtenarenreglement.
Voortgaande met de in ons laatst
verschenen nummer aangevangen
beschouwingen over de hierboven-
genoemde reglementen vangen wij
Uxana onze bespreking aan met
Hoofdstuk Hl, waarin de maatre
gelen vna orde zijn vervat, die voor
een goeden gang van zaken onver
mijdelijk zijn.
Opmerking verdient hier, dat
als maatregel van orde ook wordt
beschouwd de schorsing. Dit
moge op het eerste gezicht niet
dat als maatregel van orde ook
wordt beschouwd deschorsing.
Dit moge op het eerste gezicht niet
zooveel bevreemding wekken, na
dere kennismaking met andere re
giemeuten leert ons, dat als regel
schorsing wordt toegepast als
straf, met dit onaangename ge
volg voor het personeel, dat ge
woonlijk inhouding van het loon
daarmede gepaard gaat. De Com
missie wil hier niets van weten. Te
vergeefs zoekt men in het Hoofd
stuk aan de straffen gewijd naar
het schorsingsrecht; blijkbaar is
dan ook van de gedachte uitge
gaan, die ons de juiste toeschijnt,
dat schorsing uitsluitend mag
plaats hebben in het belang
van den dienst. Doet zich dus
eenige gebeurtenis voor, die de
vraag doet rijzen of er overtreding
van eenig verbod of eenige nalatig
heid in het spel is, men verwjjdere
den betrokkene voorloopig uit het
dienstverband. Dit is echter uitslui
tend een maatregel, die door het
belang van den dienst geboden
wordt en volstrekt niets bewijst om
trent deze andere vraag, aan wien
de schuld moet worden geweten.
Eerst daarna onderzoeke men
de juiste toedracht van het geval en
handele naar bevind van zaken. Is
er dan reden voor straf, men legge
haar op, maar men wachte zich
voor een practijk, die bij voorbaat
reeds de schuld zoekt bij het per
soneel.
Hoofdstuk IV somt nauwkeurig
de bepalingen op, aan welke de
overheid bij aanstelling, bevorde
ring, ontslag, enz. van het gemeen-
tepersoneel is gebonden, alsmede
de regels welke te dien aanzien
zullen gelden. Overigens worden
daar de verschillende soorten van
ambtenaren en werklieden, die er
zullen zijn, met juistheid omschre
ven, zoodat deze regeling, naar wij
mogen verwachten, een einde zal
maken aan de thans heerschende
verwarring omtrent de vraag wat
onder losse-, ios-vaste en andere
werklieden moet worden verstaan.
Aan den nog steeds onuitgevoch-
ten strjjd wat nu te dezen aanzien
bindend is, strijd, die bij herhaling
in onzen gemeenteraad tot uiting
komt, is dan een goede oplossing
gegeven.
Het dan volgende hoofdstuk be
vat een aantal bepalingen die wij
voor 't meerendeel in nog geen
enkel reglement van elders hebben
aangetroffen. Men pleegt dit deel
van de rechtspositie gewoonlijk te
regelen bij de verordeningen be
treffende de salarissen van het
gemeentepersoneel. Toch geven
ook wij de voorkeur aan behande
ling dezer aangelegenheid in d e z e
reglementen. De bepalingen 'om
trent het loon, het wachtgeld, den
arbeidsduur en het overwerk, want
hierover loopt het Hoofdstuk, vor
men niet alleen een onderdeel van
de rechtspositie, maar maken daar
van een zoo voornaam deel uit, dat
in deze reglementen de stof het
best kan worden behandeld. De
hoegrootheid van het loon
moet hier uit den aard der zaak
niet worden bepaald, alleen is ge
zegd, aan welke voorschriften de
loonbepalingen zullen zijn gebon
den en voorts dat bevordering in
rang steeds met eenige loonsver-
hooging moet gepaard gaan. Ten
slotte is nog bepaald dat aan het
bezit van nader aan te duiden akten
en diploma's het genot eener toe
lage kan worden verhonden. Overi
gens is een bepaalde wachtgeld
regeling hier niet opgenomen; vol
staan is met de e r k e n n i n g van
het recht op wachtgeld, maar de
speciale regeling van de con-
creete gevallen, die zich in de toe
komst mochten voordoen, is ook
aan speciale raadsbesluiten ter
regeling overgelaten.
In Hoofdstuk VI zijn alle geval
len opgesomd waarin verlof of va-
cantie kan worden verleend. Deze
gevallen, te veel in aantal om hier
te vermelden, geven in 't algemeen
blijk van een zeer ruime opvatting.
Redelijkerwijze kan men zich
schier geen geval indenken of, zoo
er maar eenige aanleiding toe be
staat, is het recht op verlof daar
voor in beginsel gevestigd, natuur
lijk met dit voorbehoud, dat het be
lang van den dienst zich daartegen
niet moet verzetten.
De jaarlijksche vacantie is ge
steld voor de werklieden op 12,
voor de ambtenaren op 18 werkda
gen. Daarnevens wordt het recht
op een vacantietoeslag gevestigd.
Na al hetgeen eerst kort geleden
over dit nieuwe instituut op deze
plaats is geschreven, kunnen wij
hier gevoeglijk met de aanduiding
van het recht volstaan. Naast het
recht op verlof voor de vervulling
van militaire verplichtingen voor
het mannelijke deel van Let perso
neel, is aan de andere sexe het
recht op verlof verzekerd in geval
van zwangerschap. Op wolk breed
standpunt de Commissie zich ook
hier weer heeft geplaatst kan blij
ken uit het feit dat de vrouwelijke
aangestelde niet per só gehuwd
behoeft te zyn om van di t verlof
te kunnen profiteeren. fCronwens
waar zich gevallen zouden kunnen
voordoen, die met onze zedelijk
heidsbegrippen al te zeer in strijd
zouden komen, biedt het' Regle
ment op meerdere plaatsen vol
doende gelegenheid om deze te
weren.
Geheel nieuw is de bqn&ling
waarmede Hoofdstuk "VTI wordt
geopend en die de verplichtilig van
het gemeentebestuur komt vestigen
om aan diegenen onder het perso
neel een tegemoetkoming uit de
gemeentekas te verleenen, die in
verband met ziekte van hen of van
de leden van hun gezin over eenig
jaar abnormaal zwaar zouden wor
den belast.
Verder in dit hoofdstuk wordt
het maximum van het onafgebro
ken tijdvak, gedurende hetwelk vol
loon bij ziekte wordt genoten, ge
steld op l1/* jaar. Aan de nagelaten
betrekkingen van overleden amb
tenaren en werklieden wordt ten
slotte boven en behalve de aanspra
ken, die zy kunnen doen gelden op
pensioen, een uitkeering uit de ge
meentekas in eens verzekerd, blijk
baar om het den betrokkenen mo_-
gelijk te maken door den eersten en
moeilijksten tyd heen te komen.
Hadden enkele van dezen het ge
not van vrije woning dan wordt
hun dit genot ook nog gedurende
korten tijd na het overlijden ge
waarborgd.
Zoo de richtige dienstvervulling
van eenig lid van het personeel bij
zondere uitgaven met zich brengt,
b.v. de verplichting tot het dragen
van dienstkleeding ol' anderszins,
het is Hoofdstuk VIII, dat de ge
vallen opsomt, waarin vergoeding
wordt toegekend. Ook aan de ver
vulling van plichten als volksverte
genwoordiger is hier gedacht.
Het voorlaatste hoofdstuk wijdt
eindelijk een reeks artikelen aan
de straf en de strafberechting. Het
wil ons voorkomen dat de straffen
hier met zorg zijn gekozen. Eerst
in het alleruiterste geval zijn straf
fen'bepaald, die voor de betrokke
nen geldelijk nadeel met zich bren
gen. De gedachtengang die hieraan
ten grondslag ligt, is deze, dat zoo
veel mogelyk alleen de gestrafte
zelf voor zijn euveldaad boete moet
doen en dus niet de leden van het
gezin, aan het hoofd waarvan hij
staal, mede het slachtoffer kunnen
worden van zyn wanbedrijf. Geheel
te vermijden is dit natuurlijk niet.
Het hoofd van het gezin is nu een
maal tegenover de leden daarvan
aansprakelijk voor de gevolgen, die
uit zijn nalatigheid of kwaadwillig
heid voortvloeien exi waar de be
gane fout van zoo ernstigen aard
is dat ontslag de aangewezen straf
is, is het noodzakelijk gevolg dat
ook de leden van het gezin van
inkomsten verstoken zijn. De straf
procedure kan hier overigens, als
zijnde voor de lezers van ons blad
van geen belang, zonder eenige
bespreking worden voorbijgegaan.
Dat van bijna elk der opgelegde
straffen in beroep kan worden ge
gaan bij een onpartijdig, door
maar hier niet u i t de betrokkenen
samengesteld College, Scheids
gerecht geheeten, is voorts van
te veel belang om hier niet te ver
melden. Trouwens, ook elders in
het Reglement is zoo ruim moge
lijk de gelegenheid geboden, voor
ziening bij het Scheidsgerecht te
vragen omtrent al die gevallen,
waarin de rechten van het perso
neel geacht kunnen worden te zyn
gekrenkt.
Het laatste hoofdstuk geeft ten
slotte enkele bepalingen, die in
acht moeten worden genomen, in
geval tot wijziging van het Regle
ment mocht worden overgegaan.
Wy hebben in het vorenstaande
getracht den geest van het ontwerp
in een korte schets te karakterisee-
ren. Wie op dit gebied geen vreem
deling is zal moeten toegeven dat
hem tot nog toe nergens uit het
land een soortgelijk reglement
onder oogen is gekomen, dat zoo
zeer met billijke rechten van het
personeel rekening "houdt als deze
ontwerpen dat doen. Of dit ook zoo
geweest zou zijn indien zich niet
het eigenaardige geval had voorge
daan dat juist voordat de Com
missie haar taak had voleindigd het
verslag is verschenen van de dooi
de Regeering ingestelde Staats
commissie, die belast was met de
voorbereiding van algemeene wet
telijke regelen betreffende den
rechtstoestand van ambtenaren,
(waaronder hier de werklieden zijn
begrepen), is een vraag die wij
niet vermogen te beantwoorden.
Feit is intusschen, dat vele van
de in dit verslag neergelegde
denkbeelden, door de gemeente
lijke commissie reeds in haar ont
werpen zijn verwezenlijkt. Ja, zoo
zeer is op onderscheidene punten
met den arbeid van de Staatscom
missie rekening gehouden, dat een
oogenblik de vraag rijst of niet de
gemeentelijke commissie dóarom
zich op zoo breed standpunt heeft
geplaatst, omdat toch eerstdaags,
n.1. als het meerbedoelde ontwerp
van de Staatscommissie wet zal
zijn geworden, gebiedend zal wor
den voorgeschreven, wat thans nog
krachtens vrijen wil kan plaats
hebben. Maar hoe dit ook zij, de
aangeboden ontwerpen zijn er niet
minder om en het personeel mag
de Commissie voor haar belangrij
ken arbeid wel dankbaar zjjn. Wij
eindigen dan ook dit overzicht met
het uitspreken van den wensch,
dat ook de Gemeenteraad, door on
gewijzigde aanneming van de re
glementen, van zyn waardeering
blijk moge geven om daarmede
tevens den laatsten avond waarop
hij wellicht, althans in zijn tegen
woordige samenstelling, bijeen
komt, met een goed werk te be
zegelen.
houdende onderrichtingen aan de
Belgische agenten in Limburg,
wordt ons medegedeeld:
Ministerie van Buitenl. zaken.
Directie P.
Nr. 4246
Vertrouwelijke nota voor het
Groot Algemeen Hoofdkwartier.
Op dit oogenblik moeten alle
Belgische agenten in Hollandsch
Limburg in de mate hunner krach
ten medehelpen aan de voorberei
ding van den terugkeer dezer pro
vincie aan het Moederland; "een
enkele "elegenheid verwaarloozen
om aan de Limburgers te toonen
dat hun belang aan de zijde van
België ligt; zonder onbescheiden
heid die Limburgers aanmoedigen
die zich onze partijgangers toonen,
zoowel zij die het in het geheim
zyn als zij die het zouden kunnen
worden. De meest bereidwillige
'hulp die zij aan al deze zullen ver
leenen, moeten zy het verschil doen
uitschijnen dat zij tusschen Lim
burgers en Hollanders maken. Zij
moeten eiken dag en bij elke gun
stige gelegenheid hunne erkente
lijkheid betoonen aan de Limbur
gers voor hunne weldaden tegen
over de Belgische vluchtelingen.
Het is noodig dat op dit oogen
blik de Belgen in Limburg den
indruk wekken dat zij vertrouwen
stellen in den gunstigen uitslag der
onderhandelingen die met Holland
gevoerd worden betreffende de
herziening van de traktaten van
1S30 en de regeling van de vraag
stukken van de Schelde en de
Maas; dat zij zich zeer zeker too
nen van den steun dien ons dooi
de Entente zal verleend worden en
an de doelmatigheid van dien
steun.
Men moet niet te veel reeht-
streeksche propaganda voeren
deze aan de Limburgers overlaten;
men geve te verstaan dat, wan
neer Limburg opnieuw Belgisch
wordt, het Limburgsch zal blijven
of herworden, dat Limburg niet zal
gehecht worden bij eene andere
provincie, dat men er de Franschc
taal niet zal opdringen, dat het
catholicisme er evenzeer zal be
schermd worden -als onder het
Hollandsch regiem; liet antikleri
kalisme is niet op zijne plaats in
deze streek, integendeel.
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE CRISIS.
Nederland en België.
De volgende vertrouwelijke om
zendbrief van hef Belgisch minis
terie van bultenlaqdQche zaken, in
Het Laatste Nieuws, het Brus-
selsehe blad, waarvan J. Hoste de
bestuurder-eigenaar is, dat, gelijk
bekend, wars is van elk annexion-
nistisch drijven, schrijft in een ar
tikel, getiteld: De lage landen aan
zee; hun vrijheid is een wereldbe
lang, o.m. het volgende:
Wij begrijpen werkelijk niet hoe
de openbare meening in ons land
zoo onverschillig blijven kan voor
het groote belang der Neder-
landsch-Belgische verhoudingen.
Wij zeggen: onverschillig, wani
zoo er kliekjes zijn, die beweren
namens 2000 gemeenten van ons
land te mogen optreden om allerlei
annexionistische of dubbelzinnige
moties de wereld in te zenden, dan
kan men gerust zeggen, dat er
geen 2000 Belgen zyn, die zich met
die zaken inlaten.
Het spel der aangenomen moties
is zoo kinderachtig, dat iedereen
er hier de schouders bij ophaalt.
Alles wordt dooreen gehaspeld, en
op den duur is or niemand meer,
die nog iets begrijpt van onze wer
kelijke belangen.
Vallen er zaken te regelen in
verband niet de vaart op de Scholde
of met Nedcrlandscli-Limburg om
onze ekonomische belangen te vrij
waren, geen mensch ter wereld of
hij zal België gelijk geven daar
voor krachtdadig op te komen. Bo
ven de Belgische en Nederlandsche
ambtenaars die deze zaken bedis
selen, kan er wel een gezag ge
plaatst worden, waardoor de Bel
gische belangen volkomen worden
gevrijwaard.
Is het Statenbond-instituut niet
aangewezen om scheidsrechters in
dergelijke aangelegenheden te be
noemen?
Maar wat de veiligheid, de zeker
heid van Bel"ië betreft in militair
opzicht, bestaat er dan geen voor
afgaande vraag, die alles oplossen
kan zonder aan de souvereiniteits-
rechten van Nederland noch aan
die van andere staten afbreuk te
doen? Die vraag is de volgende:
zal Nederland ja of neen van den
Statenbond deel uitmaken?
Zoo ja, dan verplicht Nederland
zich daardoor in feite gansch zijn
grondgebied ten dienste van den
Statenbond te stellen, indien Bel
gië onrechtvaardig aangevallen
wordt, terwijl België wederkeerig
dezelfde verplichtingen opneemt,
zoo Nederland overrompeld word'.
Men kan over de wijze waarop
de Statenbond gesticht werd, uit-
eenioopende meeningen koesteren.
Volgens de eenen heeft Wilson de
overwinnaars van hun werkclijken
zege beroofd; volgens anderen
heeft hy zich te zwak betoond en
is het imperialisme niet voldoend'
gekortwiekt.
Al die beschouwingen zyn van
ondergeschikt belang, wanneer men
bedenkt, dat al de regeeringen van
de staten, die den oorlog hebben
gewonnen, de gedachte zelve van
den Statenbond hebben aanvaard
en voor zijn verderen opbouw -
dus voor het nieuwe volkenrecht
en tegen alle onrechtvaardigheden
moeten samenwerken, omdat het
nu eenmaal in de wereld niet lan
ger anders gaat.
Moge de lange landen aan zee
hun belang en hun plicht begrij
pen; mogen vooral hun ministers
van Buitenlandscho Zaken, de hee
ren Van Karnebeek en P. Hymans
boven de grenzen van Nederland
en België heen een open oog-be
waren voor het wereldbelang, dat
door vertrouwen en samenwerking
wordt gediend.
Wat dreigde te scheiden moet
verbinden: de Schelde zoowel als
Nederlandsch-Limburg.
Beide kleine landen moeten vól
komen onafhankelijk blijven en
elkaar verstaan. Zij dienen daar
door tevens een wereldbelang,
want een Nederland en een België
die kibbelen zijn een Nederland
en een België veel minder geschikt
om hun eigen erf en de kust zelve
Ie vrijwaren.
De grens van het bezette gebied
geopend.
Naar een correspondent van de
„Tel." door den Franschen oom-
mandant werd medegedeeld, zal
binnen tien dagen de grens van
het bezette gebied voor Nederland
geopend worden.
DE STAKING DER TYPOGRAFEN.
De slakende gezellen aan de druk
kerij van „Het. Nieuws van don Dag"
'iftboeu Zaterdag het werk hervat, zoo-
dut do courant, dien dag weder is'Ver
benen. Het voorstel der bemidde-
lines-coinmissie. neerkomende op een
dadelijk ingaande loonsverhooging van
ƒ:1.50, werd door hen aangenomen. In
die verhoogiug doelen dan ook de ge
ilen van de particuliere ufdoeling
van die drukkerij.
Ook op do andere drukkerijen, waar
gestaakt, werd. werd het werk hervat,
nadat aan de eischen der gezellen
grootendeels was toegegeven.
DE PATROONSORGANISATIES
TEGEN CONCESSIES.
Zaterdagmiddag hoeft een conferen
tie plaats gehad van het Algemeen
Hoofdbestuur der drie patroonsbonden
in do Typografie niet. afgevaardigden
het Hoofdbestuur van den Alg.
Ned. Typ.-Bond. den voorzitter, den
secretaris en den penningmeester. Hun
zijn. naar ons van putroonszijde wordt
medegedeeld, de volgende categorische
agen voorgelegd:
I. Erkent gij. dat gij door het plaat
sen vuil Uw handti-okcningcn ouder de
Collectieve Arbeidsovereenkomst, de
leden Uwer organisatie gebonden hebt
de bepalingen dier Overeenkomst*
en dat,, indien eeuige leden Uwer or
ganisatie zich aan die bepalingen niet
houden, liet Uw plicht is, nlles'te doen
om hen torug te brengen bintien den
band dor Collectieve Arbeidsovereen
komst, waaraan zij zich hebben ont
trokken?
II. Hebt gij, nu in eenige drukkerij-
i te Amsterdam door de ledoi Uwer
organisatie het werk is neergelegd,
ernstige pogingen aangewend oin hen
het werk te doen hervatten?
III. Zoo ja, welke zijn die pogingen?
IV. Zoo neen, verklaart gij TI bereid,
pogingon, als in do vorige vragen be
doeld, alsnog onverwijld te doen?
V. Welke pogingen zullen dit zijn?
VI. Zijt gij bereid, diegeuoil der le
den Uwer organisatie, die ten opzichte
an de Collectieve Arbeidsovereen
komst in gobreke blijven, vervullen te
•erklaren van hot. lidmaatschap Uwer
organisatie?
Op de eerste vraag is bevestigend
„eautwoord, op do tweede zeen- aarze
lend. Hot antwoord op de derde vraag
n hot Alg. Hoofdbestuur alleszins
onvoldoende voor. Op de vierde vraag
s geantwoord, dat hot. Hoofdbestuur
an dou A.N.T.B. zich niet bij machte
gevoelt tegen de werkstakers krachtig
op te treden, omdat, al wordt :hot sta
ken afgekeurd, do reden, waarom de
stakers ontevreden zijn, wordtt erkend.
De vijfde vraag verviel hierdoor.
Op dc zesde vraag antwoordde de
oorzitter van den „A. N. T. B.", dat
laar zijn raeening het. royempnt van
een zoo groot getul leden waarschijn
lijk ulot zal geschieden, als d<Jzo 2aak
in zijn hoofdbestuur zul worden be
handeld.
Nadat de afgevaardigden van den
A. N. T. B." waren vertrokken, is aan
hot Hoofdbestuur van dezen Bond het
olgeudc schrijven gericht:
„Namens de Besturen der drie Pa-
troonsvereenigingen in de Typografie
in Nederland deelt het Algemeen
Hoofdbestuur U mede, dat tengevolge
van de verklaringen door drie Uwer
hoofdbestuurders uumons Uw bond af
gelegd in iiet onderhoud, dat het Alge
meen Hoofdbestuur mot hen Zaterdag
middag gehad heeft, de Collectieve
Arbeidsovereenkomst. gesloten den
'en December 1916, door die drie Be-
.uren beschouwd als te zijn verbro
ken door en met Uw organisatie."
Dondordag u.s. zullen te Amsterdam
algoiuecno vergaderingen der drie pa
troonsbonden en een Gemeeneehappe-
lijke Algemeene Vergadering worden
gehouden.
Het Algemeen Hoofdbestuur raadt
den drukkerspatroons, in wier inrich
tingen werkstakingen zijn uitgebro
ken of misschien uitbreken zullen, aan,
niet imn de eischen der stakers toe te
geven.
wil geven, omdat hij voor het an
dere een zoo buitengewoon hoogen
prjjs betalen zal. Men wordt het
eens. De kostbare schilderijtjes
wi! hij contant betalen en meene
men. Het geschiedt. De overige ar
tikelen staan echter nog bjj de be
doelde dame, want zooals van zelf
spreekt is de gentleman-boef niet
weer teruggekeerd.
Het goedgeloovige slachtoffer
bad hem echter eenige kostbare
schilderijtjes voor een spotprijs
gelaten.
Uit den trein gevallen.
Zaterdagmiddag waren militai-
en, die per spoor naar Utrecht
kwamen, tusschen de stations Gou
da en Woerden, aan het stoeien
in den sneltrein die te 4 uur van
Gouda naar Utrecht vertrok. Op
een gegeven oogenblik vloog het
portier open en een der militairen
viel uit den in volle vaart rijdenden
trein.
Onmiddellijk werd de trein tot
stilstand gebracht. De militair
werd hevig verwond opgenomen
en met denzelfden trein verder
door vervoerd naar Utrecht. In
het Militair Hospitaal is de jonge
man Intusschen aan zyn verwon
dingen overleden. („U. D.")
GEMENGD NIEUWS.
Een bekende oplichters-truc.
Een dame te Haarlem is dupe
geworden van een complot sluwe
oplichters, die. hoewel ze een be
kenden truc gebruikten, toch weer
succes hadden.
Bij bedoelde dame vervoegde
zich een antiquair, die voorgaf van
Kleef te heeten en te wonen aan
de Weesperzijde te Amsterdam.
Hy vroeg of ze antiquiteiten voor
hem te koop had, waarop de dame
in kwestie verklaarde o.m. een
antieke kast en eenige schilderijen
te willen verkoopen. Later is er
nog een andere antiquair bij ge
weest, en het resultaat van ver
schillende besprekingen is ge
weest, dat zij een rijken Ameri
kaan zouden introduceeren, die
bereid zou zijn to betalen wat me
vrouw beliefde te vragen.
De „Amerikaan" verschijnt nu
teu tooneele.
Een clean-shaven, tip-top gent
leman.
Men wordt het eens, dat hij
eigenaar zal worden van de antieke
kast en eenige schilderijen voor de
som van f 3200. De Amerikaan ont
dekt echter ook een paar kleine
kostbare schilderijtjes, die jliij ook
wil koopen en waarvoor hij ƒ50
BUITENLAND.
DUITSCHLAND.
Duitsehe officieren in de ritadel van
Rijssel.
Londen. 16 Au ff. Een telegram uit
Rijsael meldt, dat er reeds eenigo
Duitsehe militairen, die beschuldigd
zijn van wreedheden in het destijds
bezette gebied in de citadel vun Rijs-
,ol, zijn .opgesloten. Daar bevindt zich
o.d. een luitenant, die beschuldigd is
•an flesschontrekkerij on diefstal hij
de opvorderingen en een luitenant, die
een zilveren schotel gestolen zou heb
ben. Tal van andere officieren zijn in
staat van beschuldiging gesteld; ook
generaal Tolner, die last gaf tot de de
portaties in het district Rijssel.
De Engelse-hen en de Rijnrepubliek.
Elberfeld, 16 Aug. De Engelsche
verheid te Keulen heeft Dr. Dorten,
den zoogenaamden president van du
Rijnrepubliek uit het door de Engel-
schon bezette gebied laten zetten. Een
commissaris van politie heoft hem per
automobiel naar de grenö van de Aiue-
rikaansche zóne gebracht.
In het huls van „Oberpfarrer" Ras
tert en In de kerken, waarover hij zeg
genschap lieert, zijn op last, van de
iritschp overheid herhaaldelijk huis
zoekingen gedaan.
De Entente on de Duitsehe kolen.
Berlijn. 16 Aug. Naar de Berliner
Zuitung am Mittag meldt, heeft de
entente verkaard, dat zij voorloopig
niet staat op de volledige nakoming
an de bepalingen, welke Duitschland
verplichten tot levering van 40 milliocn
ton kolen jaarlijks.
De Duitsehe onderhandelaars hebben
uit Versallles de mededeoling meege
bracht, dat de Entente-commissie Zich
na langdurige onderhandelingen bereid
heeft verklaard zich voorloopig tevre
den te stellen met de levering van een
on twee derdu milliocn ton per muand.
Deze concessie geldt tot wederopzeg-
gens.
Een later bericht meldt, dat boven
staand bericht niet geheel juist is. Uit
Berlijn wordt daaromtrent nader ge
meld, dat "de geallieerde rogeeringon
hebben ingezien, dat Duitschland ten
minste op 't oogenblik het geëischte
kwanjjum aiot kan leveren en thans
hebben onderhandelingen plaats over
don voor beide partijen aannemelijk
compromis liet kwantum is nog uiet
•astgesteld en de eischen, dio de ge
allieerden te Versaillos stellen, be
dreigen nog steeds ten zeerste het ge
heele economisch leven.
Zelfs het door de „Berlinor Zeitung"
gepubliceerde bericht botroffoiide oou
reduceering tot 1 2/3 millioen ton, zou
geen verzachting van den eisch betoe-
kenen, daar deze hoeveelheid onder de
tegenwoordige omstandigheden niet
kun worden geloverd.
Het herstel van den wc-reldlinndel.
Berlijn, 16 Aug. Naar aanleiding van
de verklaring van Bridgeman in liet
Engelsche Lagerhuis over het niet toe
laten van Duitsehe smeedwerken, her
innert de Boeraen Kurier uau het feit,
dat onlangs het Amerikaansche Huis
van Afgevaardigdon besloten heeft, op
oen aantal artikelen, die Duitschland
had kunnen importeeren, tot 60 pet.
invoerrechten te heffen. Het blad
merkt op, dat deze manier van doen
gelijk staan mot een econoniischen oor
log. In de eutontelanden zou men liefst
in het geheel niet willen iiuportecro»
en uitsluitend exporteeron.
liet blad is er benieuwd naar, hoe
men, bij een dergelijk kinderlijk voor
behoud, den wereldhandel denkt te
herstellen.
TN I/OTHARINGF.N.
Volgens oen bericht van Wolff be
vat het Frausehe socialistische blad
rilumanité ecu artikel onder den titel
„Rechtvaardigheid in Lotharingen"';
hetwelk aldus begint
„Bijna een halve eeuw hebben de
Duitschers tevergeefs getracht Lotha
ringen te verdüitschon. Do Franschon
zullen er zich op kannen beroemen nu
éën jaar bezetting de Lotharingel s zoo
ver gebracht te hebben, dat zij weder
naar de Duitsehe heerschappij zullen
verlangen.
HET STAKINGSGEVAAR IN
BELG IE.
Voor dc beslissing.
Do gedelegoerdon vuil het, personeel
dhr spoorwegou, posterijen on telegra
fie zullen ecu onderhoud mul den ini-
nmter-preeident hebben, wien zij zul
len verzoeken don minister van Spoor-
wegen uit te noodige» bij het onder
houd tegenwoordig te zijn, in het ver
loop waarvan zij van de heide minis
ters formeel verzekeringen willen ont
vangen betreffende do toepassing van
een minirnuui-lounregeling, den 8-url-
grm werkdug en een wekelijksuhen
rustdag.
Indien deze verzekeringen niet wor
den gegeven, zal de staking Woens
dag geproclumeenl wordou.