HELDERSCHE COURANT
DE VEIB01GEN BALLEI
Tweede blad.
No. «es
ZATERDAG IS NOVEMBER 1919
47* JAARGANG
Redacteur'SJItgover i C. DB BOBB ^r., aeidor, Oplaag 7QOC w»
AttoopfcflaentsprlJ» i |p de eted f 1.20, per poet f 1.40, Buitenland t g.40 - Losae ex. 8 et.
Rgr regel 20 of.
Onze Armenzorg.
m.
De overheidsbemoeiing in zake
amen zorg heeft in de burger
lijke gemeenten haar orgaan in
het zoogenaamde Burgerlijk Arm
bestuur. De gemeente Helder nu
heeft een dergelijk armbestuur,
(lat bestaat uit 8 leden, die uit
voordrachten, door het college
zelf opgemaakt en ingediend, door
den Raad worden benoemd. Aan
het bestuur is toegevoegd een vas
te secretaris-penningmeester, die
slechts een ad viseer ende stem
heeft. Op het oogenblik bekooren
van de 8 leden 2 tot de Hervorm
de, 2 tot de R. Katholieke, 1 tot
de Gereformeerde, 1 tot de Ev.
Luthersche en 1 tot de Doopsge
zinde Gemeente, terwijl 1 lid zit
ting heeft als vertegenwoordiger
van de S. D. A. P. Men ziet, dat
deze samenstelling geen zuivere
afspiegeling is van de politie-
lc e partijen hier ter plaatse, zoo
dat men in dien zin de evenredige
vertegenwoordiging er niet in te
rug vindt. Deze laatste streng door
te voeren zou ook reeds daarom
bezwaarlijk zijn, omdat de ver
houding der politieke partijen om
de vier jaar wijziging kan onder
gaan. Doch een belangrijker be
zwaar tegen eene partijvertegen
woordiging in dit college zou voor
ons zijn, dat dan te weinig reke
ning zou worden gehouden met
de kerkelijke vertegenwoordi
ging, die alle recht van bestaan
heeft zoolang de kerkelijke zorg
nog van zoo groote beteekenis
blijft en .een goede samenwerking
lusschen de kerkelijke en de bur
gerlijke bemoeiing hoogst noodig
is. Het valt niet te ontkennen, dat
de tegenwoordige samenstelling
van ons Burgerlijk Armbestuur
die samenwerking ten zeerste ver
gemakkelijkt en in de hand werkt.
Dit sluit echter niet uit, dat wij
wel gaarna een paar vrouwe
lijke leden in het bestuur zouden
zien, in de eerste plaats, omdat
ook de burgerlijke armenzorg
meermalen voor gevallen komt te
staan, waarin vrouwelijke voor
lichting en hulp eigenlijk onmis
baar zijn, en vervolgens, omdat
daardoor ware tegemoet gekomen
nan eene onzes inziens rechtma
tige grief, dat het nog langer we
ren van de vrouw uit dergelijke
colleges uit den tijd is. En nier
zijn wel wouwen te vinden met
de lust en de geschiktheid ora in
dezen goed werk te doen. Men
zou desnoods door uitbreiding van
het bestuur eenige vrouwelijke
leden zitting kunnen doen nemen,
zoodat uittreding van mannelijke
leden niet noodig is.
Na van de samenstelling iets te
hebben gezegd, komen wij tot den
arbeid van het Burgerlijk Arm
bestuur.
De secretaris-penningmeester
houdt eiken werkdag 's morgens
van 8l/ï—12 uur zitting in het ge
bouw aan de Kerkgracht, Een
ieder, die meent in de termen te
vallen om door het Burgerlijk
Armbestuur geholpen te worden,
kan zich persoonlijk ter zitting
vervoegen of anders daar bericht
zenden. De gewone gang van za
ken is dan, dat de bovengenoemde
ambtenaar, die tevens armbezoe
ker is, zoo spoedig mogelijk een
onderzoek instelt naar de omstan
digheden, de inkomsten enz. van
den vrager, en daarvan aan het
bestuur, dat eiken Zaterdag ver
gadert, rapport uitbrengt. Alleen
in spoedeischende gevallen, zooals
b.v. het verstrekken van gratis
geneeskundige hulp, kan hij, des-
noÜts hi overleg met den voorzit
ter, dadelijk hulp verleenen, wat
natuurlijk dikwijls voorkomt. Ove
rigens is de beslissing aan de we-
kelijksche vergadering, die be
sluit tot voorloopige of definitieve
hulpverleening. Geregeld woTdt
contact gehouden met den Armen
raad, die bericht ontvangt van alle
nieuwe bedeelingen of veranderin
gen in reeds verleenden onder
stand.
De arbeid van het Burgerlijk
Armbestuur bestaat hier voor het
grootste deel uit het helpen van
de zoogenaamde thuis zitten-
d e armen, die èf op zich zelf wo
nen öf bij familieleden een onder
dak hebben gevonden. In den re
gel zijn het ouden van dagen,
weduwen, zwakken, zieken of ge-
brekkigen, die niot in staat zijn
om in hun eigen onderhoud te
voorzien. De onderstand wordt
verstrekt in den vorm van gratis
geneeskundige behandeling en, zoo
noodig, verder ook in den vorm
van geld. In bijzondere gevallen
wordt tevens kleeding en dekking
verschaft. Bij het toekennen van
bedeeling wordt steeds rekening
jehouden met hetgeen de belang-
ïebbende reeds van zijne kerke
lijke gemeente, van familieleden
of van. het rijk als steun geniej,
omdat het Burgerlijk Armbestuur
niet anders dan aanvullend
optreedt. Ouderdomsrente, gratifi
catiën, alimentatie en andere in
komsten worden dus in aftrek ge
bracht. Als norm mag men wel
aannemen, dat op het oogenblik
een totaal inkomen van 6 7 gul
den per week voor een thuis zit
tende arme voldoende wordt ge
acht, zoodat alleen steun wordt
erleend, wanneer de inkomsten
uit anderen hoofde beneden dit
bedrag blijven. Het wil ons voor
komen, dat een alleen wonend
moedertje, dat niets meer kan ver
dienen en zelf voor huishuur, vuur
en licht moet zorgen, in dezen du
ren tijd aan 6 a 7 gulden in de
week vooral niet te veel heeft, al
willen wij gaarne erkennen, dat in
de laatste jaren de burgerlijke
zorg heel wat is verbeterd en de
oudjes, die gewoonlijk weinig be
hoeften hebben, over het alge
meen genomen volstrekt niet kla
gen. Velen zijn al lang tevreden,
wanneer ze met wat onderstand
maar in hun eigen kamertje en in
hun eigen huishoudinkje kunnen
blijven. Die vrijheid toch! En zoo
leven ze dan voort, hun eigen potje
nog kokende, totdat ze eindelijk
ziek en totaal hulpbehoevend wor
den en de buren of anderen tus-
schen beide moeten komen. Dan
eerst zijn ze bereid om zich te
laten opnemen in een gesticht of
verpleeghuis, wat natuurlijk reeds
veel vroeger had moeten ge
schieden.
Sprekende over opname in een
gesticht zijn .wjj als vanzelf ge
naderd tot de vraag, of ons Bur
gerlijk Armbestuur dan de be
schikking heeft over dit middel
van hulpverleening. En dan kan
deze vraag bevestigend worden
beantwoord, althans tot zekere
hoogte. Wij meenen dit laatste
erbij te moeten voegen, omdat de
gemeente Helder in de Breed wars-
straat wèl een verpleeghuis heeft,
hetwelk echter volstrekt niet vol
doet aan de eischen van onzen
tijd. In geen enkel opzicht is dit
te wijten aan de tegenwoordige
vader en moeder, die terecht we
gens hun leiding en hun veelom-
vatteuden, opofferenden ai-beid
alom worden geprezen, doch het
ligt aan de inrichting van het ge
bouw, dat daar eigenlijk al veel te
lang staat als een onomstooteljjk
bewijs van onze achterlijkheid op
het gebied der armenzorg. Thans
herbergt het huis 29 verpleegden
van verschillenden leeftijd en tij
delijk ook nog 4 kinderen, met het
fevolg, dat het er meer dan vol
a. Wij zullen het er allen wel over
eens moeten zijn, dat voor een
stad als de onze met haar 30.000
aielen het verpleeghuis in de
Breedwursstraat geenszins meer
voldoende is. Nu huizen daar
ouderen en jongeren, gehuwden
•n ongehuwden, zieken, gebrek-
kigen en zwakzinnigen allen sa
men in een zeer beperkte ruimte,
terwijl bovendien aan alle aanvra
ten om opname niet kan worden
voldaan.
Wij zullen er maar niet meer
van zeggen, doch hopen, dat wij
binnen niet te langen tijd een ver
pleeghuis bezitten, dat in allen ge
valle aan de volgende eischen
voldoet:
lo. Het gebouw moet veel groo-
ter zijn en, ook uit hygiënisch
oogpunt, naar de eischen des tijds
ingericht.
2o. De kamerruimte moet toela
ten, dat gehuwden zooveel moge-
FEUILLETON.
BOOR
HULBERT FOOTNMt.
Hij duchtte voor zich geen gevaar
Nog omstreeks een uur gingen zi
zoo voort, en de voedingekwestie wer<
voor Ralpli een meer vitale dan te vo
ren. De atmosfeer had die roerloosheid,
en ademde dien koelen geur van plant
aardig vergaan, welke een diep woud
kenmerken. Eindelijk werd hij neer
gezet, en moest toen geruimen tijd
wachten; hij hoorde den wolkomen
groet van Charley's bijl, en kort daar
op het knetteren van een vuur. Weldra
prikkelden bakgeuren zijn neus, en
eindelijk hoorde hij spek in de pan sis
sen, hetgeen beteokende, dat de voor
bereidende maatregelen waren alge-
loopen. Een zekere onrust overviel hem,
„Voor den drommel, hoe zullen ze
doen met eten?" dacht hij. „Als ze
maar niet denken, dat ik daar wel bui
ten kan
Zijn vrees bleek gelukkig ongegrond.
Charley maakte zijn enkels en zijn pol
sen los; Ralph rukte zich den blinddoek
van de oogen, strekte zich gemakkelijk
uit, en keek rond.
Zij waren in de schemering van een
oerwoud. Reusachtige stammen van
dennen en pijnboomen verhieven zich
in het rond met lange, hooge takken,
die het licht temperden. De kleine blau
we lucbtvltkjts, die er tuttcheodoor
ftchemtrden, «hen** MUMtoUJfc wc
weg. Gevallen woudreuzen van vervlo
gen eeuwen lagen verspreid terneer,
langzaam wegterend. De bodem was
steenachtig, maar rotsen en gevallen
stammen waren alle rijkelijk met dik
mos begroeid, zacht on groen. Het mos
tapijt bedekte verraderlijke gaten, het
geen Ralph bemerkte toen hij even
rondliep. Er was geen laag hout, be
halve enkele magere bessenboschjes
en een plant met enorme bladeren, dui-
velsknots geheeten: beider blad was
kleurloos door gebrek aan zonlicht.
Het woud lag tegen een steile hel
ling. Ralph verschafte zichzelf de ze
kerheid, dat de weg omlaag liep. Nog
kon hij het geluid van den kleinen
stroom in de verte aan een kant hoo-
ren. Hij ontdekte een nauw merkbaar
spoor, dat lijnrecht van benedon op
waarts voerde naar de plek waar zo
zich bevonden, en vorder omhoog. Dit
verklaarde, hoe Nahnya en Charley in
staat waren geweest de gevallen boom
stammen en holten te vermijden. Een
eenmaal gemaakt spoor gaat nooit ge
heel verloren. De meest woeste, meest
verlaten wildernis bozit zulke vergeten
paden.
Tot zoover brachten Ralpli's gevolg
trekkingen hem. Later deed hij een
nieuwe ontdekking. Toen hij met het
gezicht in de richting van het dal stond
en recht voor zich koek, tusschen de
boomstammen door, onderscheidde hij,
op een afstand van omstreeks een paar
mijl, de omtrekken van een met sneeuw
bedekten bergtop. Uit de richting van
de schaduwen, die er op vieleD, leidde
hij af, dat de zon zich ter linkerzijde
ervan moest bevinden, on niet ver af.
Waar het nu half elf of hoogstens elf
uur was, concludeerde hij, dat de berg
kruin onmiddellijk ten zuiden vau het
§*Bt icoHl liggen, waarop hg ziek
lijk een eigen vertrek kunnen
Icrijgen, opdat hun individueele
leven niet geheel in het kazerne
leven onderga.
3o. Onmisbaar is een flinke zie
kenzaal, waar zieke en sukkelende
verpleegden kunnen worden afge
zonderd, behandeld en verpleegd.
4o. Aan het gesticht moet wor
den verbonden een gediplomeerde
verpleegster, die zich in de eerste
plaats kan wijden aan de inwo
nende patiënten, en vervolgens
ook de buiten het huis wonende
bedeelden van het Burgerlijk
Armbestuur, in geval van krank
heid en hulpbehoevendheid, hel
len kan. De ouderdom toch brengt
ïehalve ziekte dikwijls ook aller
lei gebreken met zich mede, zoo
dat een geregelde, deskundige be
handeling vaak raadzaam is.
5o. Een tuin zou bij een derge
lijk verpleeghuis zeker geen over
dreven weelde zijn.
Wij meenen hier de voornaam
ste eischen te hebben opgenoemd,
waaraan moet worden voldaan, wil
men kunnen spreken van een be
hoorlijk tehuis voor on- of min
vermogenden, die niet meer in
hun eigen onderhoud kunnen
voorzien. Bezitten wij eenmaal
een gesticht als boven omschre
ven, dan zal men niet meer kun
nen zeggen, dat wij niet met onzen
tijd meegaan. Doch behalve dat
zal verder het gevolg zijn, dat wij
meerdere eer tralisatie krijgen in
de plaatselijke armenzorg. Wij
stellen ons namelijk voor, dat vele
thuis zittende armen, die nu
dikwijls een kommervol bestaan
leiden in hun kamertje, dan eerder
te bewegen zullen zijn om opge
nomen te worden, zoodat de zoo
genaamde buitenzorg zal afnemen.
Ook zal liet gesticht van de ver-
eeniging „Liefdadigheid naar Ver
mogen", welk gesticht evenmin
aan behoorlijke eischen voldoet en
bovendien van particuliere bijdra
gen moet bestaan, overbodig wor-
en. De centralisatie zal niet al
leen de stoffelijke verzorging,
maai- ook de geneeskundige be
handeling en de verpleging ver
gemakkelijken en ten goede ko
men, voord eelen, welke niet mogen
worden onderschat. Tevens zullen
het contact met en het toezicht op
de verpleegden worden bevorderd,
terwijl dan ook op andere wijze
meer kan worden gedaan om hunne
dagen nog wat zonnig te maken.
Voordat wij eindigen, moet ons
nog iets van het hart. Wij hebben
het bovenstaande niet geschre
ven, om een afbrekende kritiek
uit te oefenen op den bestaanden
toestand, allerminst op den arbeid
van ons Burgerlijk Armbestuur,
dai-onzes inziens maar al te dik
wijls onnoodig is en onbillijk
wordt beoordeeld en veroordeeld.
Zeer veel goed werk wordt dage
lijks geheel belangeloos gedaan
door dit college, dat waarlijk zoo
veel mogelijk tracht te doen met
de "middelen, waarover het te be
schikken heeft. Doch maak eens
een vuist, als je geen vijf vingers
hebt! Ook zij men zeer voorzichtig
met de klachten van enkele be
deelden. Er zijn nu eenmaal men
sehen, die nooit tevreden zijn, en
bij deugdelijk onderzoek blijken
die klachten vaak ongegrond of
sterk overdreven.
Van ons Burgerlijk Armbestuur
mag worden gezegd, dat het niet
onverdienstelijk roeit met de rie
men, die het heeft. En wij twijfe
len er geen oogenblik aan, dat
juist dit college zeer dankbaar zal
zijn, wanneer het in den vorm
van een groot, modern ingericht
verpleeghuis een riem krijgt,
waarmee het nog beter roeien kan.
SPECTATOR.
BUITENLAND.
Amerika en de Volkenbond.
Het tweede punt van voorbe
houd, Dinsdag door den Ameri-
kaanschen senaat aanvaard, is van
geducht wijde strekking. Het treft
niet alleen het befaamde artikel 10
van het Volkenbondsverdrag
hetwelk de Bondsleden verplicht
eikaars grondgebied ongerept te
helpen bewaren maar het treft
elke militaire actie, tot handhaving
van het Volkenbondsverdrag on
dernomen, dus met name ook die,
welke zou waarborgen, dat inder
daad geen aanvalsoorlog geschiedt
zonder voorafgaande arbitrage of
voorafgaand onderzoek. Voor dit
alles decreteert weer de senaat, dat
in elk speciaal geval de organen te
Washington en zij alleen zullen be
slissen, of Amerika de gewapende
hand zal leenen, ja dan neen.
De getroffen artikelen van het
grondverdrag zijn weer verre van
volmaakt. Dat met de artikelen 12
tot en met 16 van het verdrag
geenszins strookende en uit een
gansch anderen gedachtengang
voorgekomen artikel 10 kan alleen
redelijk worden, indien men het in
den geest verplaatst achter die ar
tikelen 12 tot en met 16, en het dus
enkel geschreven acht voor het ge
val, dat, ondanks arbitrage en on
derzoek, nochtans oorlog toegela
ten blijft als uiterst redmiddel.
Voor militairen dwang vanwege
den Volkenbond in geval van aan
valsoorlog zonder voorafgegane
arbitrage of onderzoek is voorts
volstrekt onmisbaar een bepaling,
die de beslissing, öf deze misdaad
werkelijk begaan is en door wel
ken staat, tor beslissing in handen
geeft van het onpartijdige ge
rechtshof, bij het verdrag beloofd.
En hoogst gewenscht ware een be
paling, die den raad van den Vol
kenbond uitdrukkelijk verbood een
militairen ef economischen dwang
vanwege den Volkenbond te gelas
ten of ook maar aan te bevelen
(denk aan een bongerblokkade te
gen Rusland), die niet'met zooveel
woorden op het grondverdrag zelf
of een besluit van de vergadering
van den Volkenbond steunt.
Poogt de Amerikaansche senaat
de fouten van het grondverdrag te
bestrijden, niet door ze te verbe
teren, maar door de souvereine sta
ten tot souvereine beslissers te ma
ken over wat het Volkenbondsver-
drag voorschrijft, dan poge Ne
derland daartegenover zicli tijdig
bewust te worden van wat noodig
is, wil ons land straks gereedstaan
om op te bouwen.
(N. R. Ct.)
De Vredesonderhandelingen.
De Opperste Raad kwam Woensdag
tot de beslissing, dat liet antwoord van
Roemenië geen basis vormt, waarop in
alle punten tot een accoord gekomen
kan worden. Er zijn belangrijke ver
schillen.
Het antwoord van Roemenië bijvoor
beeld stemt toe in de samenstelling van
intergeallieerde commissies ter contro-
loering van de requisities, maar het
geetf dien commissies niet de bevoegd
heid. die de geallieerden haar willen
verleenen. Het antwoord stemt toe in
de ontruiming van Hongaarsch gebied
tot de Theiss, maar verdaagt de ont
ruiming tot de grens door de confe
rentie tusschen Hongarije en Roemenië
getrokken.
De Opperste Raad besprak daarop de
verschillende hem ten dienste staande
middelen.
Een dor gematigde zou zijn liet zen
den van een nieuwe nota aan de Roe-
meensche regeering, waarin deze zou
worden aangetoond, op we'.ko vragen
men een beslister antwoord verwacht,
huar tevens to kennen gevende, dat een
onbevredigend antwoord Roemenië van
de conferentie zou uitsluiten.
ENGELAND.
De bedreigde middenklassen.
Niet alleen in Frankrijk wordt alarm
geroepen over de daling van let ge
boortecijfer, ook in Engeland wordt
een ernstige daling van het geboorte
cijfer waargenomen. Dc medische me
dewerker van de „Times" wijdt hieraan
een artikel, waarin hij op een zeer bij
zondere omstandigheid wijst, die uit de
cijfers bliikt.
Hij herinnert, dat het geboortecijfer
per 1000 gemiddeld van 1851 tot 1860
ongeveer 34.1, van 1901 tot 1910 onge
veer 27.2, terwijl het in 1918 bedroeg
17.7. Maar hij wijst er tevens op, dat
deze achteruitgang van de nataliteit
sedert 1850 waargenomen, werd goed
gemaakt door een vermindering van het
sterftecijfer. Echter die vermindering
van het sterftecijfer kwam voorname
lijk de arbeidende klassen ten goede.
Bij de middenklassen ligt het geval
echter anders. Hier neemt het geboor
tecijfer snel af, maar het sterftecijfer
dat nimmer hoog was, daalt niet en
kan niet snel dalen. Daarom nemen de
middenklassen af. Wij zijn getuige, zegt
schrijver, van hetgeen men zou kun-
noemen de dood der middenklassen.
Statistieken bestaan hieromtrent niet,
maar de getuigenissen der geneeshee-
ren geven hier licht. En hun verkla
ringen toonen, dat in de middenklassen
de geboorten snel afnemen. Het gezin
van vier of vijf is geworden tot het
gezin van twee of drie en wordt nu tot
het gezin van één. Vele jonge echtparen
verklaren, dat zo niet meer dan één
kind willen hebben, andere dat ze In
het gehoel geen kinderen verlangen.
En de medische medewerker van de
„Times" meent, dat dit moet worden
toegeschreven aan de hooge kosten van
levensonderhoud, van belasting, van
huishuur, welke het onmogelijk maken
groote gezinnen te onderhouden. Echter
komt daar nog bij, dat ook het aantal
huwelijken vermindert. In 1917 was het
huwelijkscijfer 13.8 per 1000 inwoners,
het laagste oijfer tot dien tijd ooit be
reikt. De schrijver erkent wel, dat de
oorlog een factor is, die hiertoe heeft
bijgedragen, maar hij meent toch te
mogen zeggen, dat er geen twijfel is
of in de middenklassen wordt het aan
tal huwelijken minder en wordt ook de
de leeftijd der huwenden hooger.
Zoo sterven de middenklassen, naar
de schrijver vreest, langzamerhand uit,
en dat vooral de lagere middenklassen,
zij met inkomens van 300 tot 800 h 1000
p. st. Deze klassen, die de meeste offi
cieren leverden voor het leger, hebben
trouwens ook zwaar geleden onder de
oorlogsverliezen. En daar de schrijver
in deze klassen de „backbone of the
nation" ziet zij leveren de denkers,
organisators, administrateurs, soldaten
en zeelieden der natie,, zij leverden dc
intellectueelen der vrije beroepen
meent liij, dat maatregelen moeten
worden genomen om het gevaar van
een verdwijning dezer klassen tegen te
gaan. Er moet een wetgeving komen,
die het voordeolig, althans mogelijk
maakt, om kinderen te hebben. Zoonis
het nu gaat, stelt de actie, oordeelt hij,
een premie op het vrijgezellenschap en
de onvermijdelijke gevolgen van dien:
geslachtsziekten en prostitutie.
De „Daily News" wijst erop, dat in
den laatsten tijd onder de middenklas
sen groote neiging bestaat om te emi-
greeren. De nieuwe armen in den
laatsten tijd houdt de „Daily Mail" zich
hiermee druk bezig d.w.z, de beoefe
naars der vrije beroepen, de lieden met
kleine geërfde inkomsten, de gezinnen
van beperkto middelen, de landbouwers
met klein kapitaal, al diegenen, die on
der de verhooging van de kosten van
levensonderhoud, niet goed gemaakt
door hoogere inkomsten of winsten,
hebben te lijden, beginnen er over te
denken hun lot in de koloniën te ver
beteren.
En bij de emigratiekantoren komen
dan ook in den laatsten tijd honderden
aanvragen in van middenstanders, dio
hun kans eens in een nieuw land willen
probeeren. Nog is de emigratie der mid
denklassen niot begonnen, zeide een der
emigratie-ambtenaren. Zij zijn in het
stadium van onderzoek en overweging.
Maar men verwacht, als de terugkeer
der gedemobiliseerden naar de domi
nions is geëindigd, als meer passagiers
ruimte op de schepen open komt, dat
een stroom van kleine middenstanders
ë'n van min gegoede intellectueelen
overzee zal gaan, dat, zooals de „Daily
News" hot uitdrukt: de trek van de
nieuwe armen een feit zal worden.
thans bevond. Op en neer loopend
spiedde hij door de boomen en maakte
hij uit wat hij van de omtrekken van
indere bergen zien kon, op, dat de
sneeuwberg deel uitmaakte van een
keten, die zich ter rechter- en ter lin
kerzijde uitstrekte.
Hij trachtte alles wat hij opgemerkt
had in zijn geest to rangschikken. „Wo
zijn een grooto stroomversnelling ge
passeerd, en hebben een uur of drie,
vier voortgevaren, tot we het gedruisch
van een volgenden, grooteren waterval
konden hooren. De groote rivier moet
parallel loopen met gindsche keten
dat wil zeggen ten oosten en ten wes
ten ervan. Ik weot, dat ze tusschen
steile bergen liep. Wij zijn gelaud op
een groote, platte rots aan den mond
van een stroom, en zijn rechttoe, recht
aan de helling opgeloopen dus naar
het noorden. Blinddoek of niet," zeide
hij triomfantelijk tot zichzelf, „ik ge
loof niet, dat het nu zooveel moeite
zou kosten den weg terug te vinden,
als ik dat wilde."
Nahnya zag Ralph rondkijken, en
volgde zijn bewegingen met zichtbare
ongerustheid. Zij sprak echter geen
woord.
Ontbijt of avondeten, wat het ook
moest beduiden, het werd zwijgend ver
orberd. Nahnya en Ralph keken strak
en vermeden het, elkaar aan te zien.
Charley schonk alleen het zoolang ont
beerde voedsel eenige aandacht. Ralph,
die over de opmerkingsgaven, die hij
in zich had ontdekt, zeer was voldaan,
maakte later geen bezwaar opnieuw te
worden geblinddoekt en gebonden. Het
scheen hem thans een vrij belachelijke
voorzorg; als hij eenmaal zoover ge
komen was, zou hij natuurlijk ook ver
der wel het »poor Tinden. Maar, wan
neer 2ij aich nu eenmaal d« moeite
wilden geven, hem te dragen, nu, goed
dan.
Do reis word dus voortgezet op de
zelfde wijze als 's morgens, maar nu
duurde de tocht langer. Ralph verbaas
de zich over het uithoudingsvermogen
zijner dragers. Minstens twee uur gin
gen zij, met verscheidene kleine onder-
brekingen,borgopwaarts. Eindelijk werd
hij weer neergezet, en alleen gelaten.
Hij onderstelde, dat zij bij de volgende
halteplaats waren aangekomen. Gerui
me tijd verstreek, zonder dat hij hen
hoorde spreken, of eenig geluid ver
nam, dat er op wees, dat zij toebereid
selen voor kampeeren maakten. De
mogelijkheid, dat zij hem hier in de
bosschen verder aan zijn lot zouden
overlaten, drong zich aan hem op, en
gaf hem een onaangenaam prikkelend
gevoel langs zijn ruggegraat.
Eindelijk hoorde hij Charley's voet-
stappen en de blinddoek werd van hem
weggenomen. Nog altijd het maagde
lijke woud. Geen spoor van Nahnya.
Nog meer geheimzinnigheid!
„Waar is Nahnya?" vroeg Ralph,
„Zij komen terug t ep i s k o w," ant
woordde Charley onvriendelijk.
De jongen hield hem een stuk papier
voor, waarop iets geschreven stond, dat
blijkbaar voor Ralph bestemd was. Hij
hield hot echter onderst boven. Daar
schreeuwen niets hielp, on Ralpli's han
den gebonden waren,'duurde het eeni-
gen tijd eer Ralph zich zóó had uitge
drukt, dat Charley de bedoeling be
greep. Toen het papier eindelijk ge
houden werd zooals het moest, zag
Ralph, dat hij een brief van Nahny
voor zich had. En weer moest hij zich
over haar verbazen. Het schrift was
fijn en precies als dat van een non. Zij
kon even goed de pen hanteeren al» do
pagaai!
LUCHTVAART.
Parijs—Australië.
Uit Simla in Engelsch-Indië
wordt gemeld, dat de Fransche
vlieger Poulet met zijn mechani-
clen Benoist, op weg naar Austra
lië te Karachi in Voor-Indië is aan
gekomen. Hij arriveerde Dinsdag
middag 3.26. De landing geschied
de op de militaire vliegterreinen.
Donderdag is weer een vliegtuig
met twee Australische vliegers, ka-
)itein Roos Smith en zijn broer
uitenant Keit Macpharson Smith,
uit Londen vertrokken, om te din
gen naar den prijs van £10.000,
dien de Australische regeering
heeft uitgeloofd voor de vlucht
naar Australië. Het is een zuster-
vliegtuig van het beroemde Vic-
ker8-Vimy-Roll-vliegtuig, dat den
Atlantischen Oceaan overgevlo
gen is.
Vliegmachine zonder vleugels.
Naar de buitenlandsche bladen
melden, hebben prof. Louis Lecoin
en de ingenieur Louis Danblanc
een vliegmachine zonder vleugels
uitgevonden, waarmede het moge
lijk is loodrecht omhoog te komen.
De plannen en modellen, die aan
de Fransche regeering zijn aange
boden, werden zoo veelbelovend
bevonden, dat deze regeering niet
alleen alle patentrechten heeft ge
kocht, doch ook 100.000 francs toe
stond voor verdere proefnemingen.
„Voor den dokter," begon de briof.
(Zij had gepoogd Ralph te spellen,
maar had die poging opgegeven). „Als
u belooft, niet weg to loopen voor ik
terugkom, zal Charley uw touwen los
maken, en u vrij laten rondloopen.
Wanneer u toestemt, maak dan een
kruis op dit papier, en laat het hem
zien. Annie Crossfox."
Ofschoon Ralph Nahnya haar geweld
dadig optreden nog geenszins vergeven
had, werd zijn woede toch eenigszins
getemperd, en wel door een buitenge
wone nieuwsgierigheid. Hij was vast
besloten, uit to vinden wat achter al
deze geheimzinnigheid stak. De ge
vraagde belofto wilde hij geven, en hij
verzocht Charley met behulp van tee-
kens, het potlood tusschen zijn tanden
te plaatsen. Charley hield hem het
pier voor, en hij maakte er het voorge
schreven teeken op. Toen stak Charley
het in den zak om het zoo te bewaren
als bewijs, dat hij niet verantwoorde
lijk was voor wat verder misschien
gebeuren, en maakte de touwen los.
Ralph begon heen en weer te loopen
om de stijfheid van zijn beenen te ver
drijven, en om te kijken naar wat hij
maar zien kon. Doch op deze plek was
niets anders te zien dan het woud. in
welke richting hij ook de blikken
wendde. De boomen waren niet meer
van zoo'n imponoerendo grootte, en er
wns meer laag hout. Dit kwam overeen
met wat Ralph zich had voorgesteld, op
grond van de stijging, dio zij hadden
ondornouien. Hij zag reusachtige fram-
bozenstruiken met bleeke bloemen, zoo
groot als malven. De stilte was onna
tuurlijk; geen vogel liet zich hooren,
geen biud bewoog.
Ralph moest zich bij zijn onderzoek
tenslotte bepalen tot het impassibele
gezicht van Charley. Dit loonde echter
RA ADSOVERZICHT.
Wethoudersbenoeming ad inte
rim of: de gesaboteerde raadsver
gadering. Kluchtspel in den avond
van Donderdag 13 November ver
toond, in de vestibule van het
raadhuis.
Het allereerste symbool van iets
buitenissigs waren de fel-roode
nummertjes, die aan de publieke
tribune uitgereikt werden. U moet
weten, er is daar slechts een be
perkt aantal plaatsen, en ieder be
zoeker krijgt een volgnummer.
Wanneer dan het aantal beschik
bare plaatsen uitgegeven is, kan
de rest weer naar huis gaan. Nu
zijn die nummertjes in gewoon
zwart gedrukt, maar voor van
avond was er een overgebleven
stel vuurroode nummers van de
strandvonderij. Ongetwijfeld zat
hier symboliek in, want het was
het roode gevaar, dat deze verga
dering deed mislukken. De mimiek
waarmede het publiek deze num
mers aannam, was op zichzelf al
merkwaardig.
Nog vóórdat de vergadering ge
opend was, daalden een viertal
heeren uit do hoogere regionen
naar omlaag. Het waren de heeren
van Loo, Schoeffelenberger, Zon
dervan en Borkert. Onmiddellijk
reageerde het publiek hierop door
eveneens weg te gaan. „De verga
dering gaat niet door", werd er ge
roepen; enkele grappenmakers
vroegen hun geld terug. Echter,
de pers, en enkele nieuwsgierigen,
bleven wachten om te zien noe
deze geschiedenis zou afloopen.
Om half acht ging, zeer gewe
tensvol, het belletje van den voor
zitter. En boven gekomen wachtte
ons een tragi-komisch schouwspel.
In een groote, verlaten raadszaal
zaten een achttal leden, die den
voorzitter trouw hadden gezworen
for botter or for worse. En die nu
tegen de pers glunderden van
jolijt. Eenzaam en geïsoleerd zat
wethouder Verstegen op zijn zetel,
en knikte ons toe en glimlachte:
sterk in het ongeluk was de recht-
sche fractie bijeen gebleven en
nam de zaak ook van den kluch-
tigen kant op. Met een hoofd als
een biet zat de Voorzitter. Hij
speelde z|jn rol tot het bitter einde,
formeel, plechtig, volledig. En
opende, al9 gewoonlijk, de verga
dering.
De Voorzitter deelde vervolgens
mede, dat afwezig waren met ken
nisgeving de heeren Biersteker,
Grupwald en Baak, deze laatste
wegens uitstedigheid. Ontegenzeg
gelijk was in deze woorden van
den Voorzitter een dosis humor,
als men rondom zich in de leege
raadszaal keek.
Daarna ging de Voorzitter, ge
wetensvol en formeel, de hoofden
tellen.
Er zahlt die Hfiupter seiner Lieben,
Doch sieh, ihm fehlt manch' teures
[Haupt!
Er waren er, welgeteld, acht. Te
weten de heeren Bot, van Os,
Staalman, Spruit, van Breda, Bok,
Adriaanse en wethouder Verste
gen. En den Voorzitter Weef niets
anders over dan de pas geopende
vergadering weer te sluiten. Z|j was
onvoltallig.
Toen gingen we dan maar weer.
En op straat gekomen, kwamen de
tongen los. De gang van zaken was
vrij gemakkelijk te raden. Immers,
in deze vergadering zou, in de
plaats van den heer de Ven, een
tijdelijk wethouder worden be
noemd. En de socialistische fractie
zag de bui aankomen, dat de can-
didaat van de rechtsche partijen,
de hee-r van Breda, gekozen zou
worden. De stukken omtrent deze
benoeming waren op te korten ter
mijn rondgezonden naar de raads
leden dan dat men behoorlijke
tegenmaatregelen had kunnen ne
men. En zoo bleef er voor de lin
kerfractie niets anders over dan
op deze wijze de vergadering te
doen verdagen.
Onder het naar huis gaan, kwa
men w|j per rijtuig de beide Koe-
grasser raadsleden, de heeren van
der Veer en Kuiper, tegen. Zij zul
len ook groote oogen hebben op-
fezet toen zij het geval vernamen.
ij hebben er nog de winste van
een ritje uitgehaald.
do moeite zeer weinig. Charley zat. met
zijn rug tegen een boom een pijp te
rooken en staarde voor zich uit. Char
ley had het vermogen om, wanneer hij
dat verkoos, geen teeken van leven
meer te geven.
Ralph vroeg zich af wat wel de re
den mocht zijn, dat hij niet in slaap
viel. Langzamerhand kreeg hij den in
druk, dat de jongen onrustig was
niet do onrust van dreigend gevaar,
maar van ongeduld. Nu en dan wendde
hij de blikken in een gegeven richting
en een uitdrukking van verlangen
scheen daarbij in zijn harde, groota
oogen te komen. Hij rekte het hoofd
luisterend naar voren.
„Nahnya heeft hem buiten iets ge
houden, dat hij graag wil weten," de
duceerde Ralph.
Churley bereidde een maaltijd, en zij
begonnen to eten. Daarna rolde Ralph
zich, niet wetend wat heter te doen, In
de deken, waarop hij gelegen had, en
sliep in. Toen hii wakker werd, was de
onverzadigbare Charley bezig met op
nieuw eten te koken. Nadat zij het
avondmaal hadden genuttigd, zaten zij
nog ocnigen tijd bij het vuur te rooken,
en de schemering sloop reeds nader,
ofschoon de hemel ver boven hun hoofd
nog helder was, toen de jongen met een
ruk opsprong, zijn hoed en zijn geweer
greep en wegsnelde. Ralph staarde hem
verbouwereerd ua. Eindelijk zag hij
uit do richting waarin hij wns verdwe
nen, Nahnya komen, gevolgd door
oude vrouw in een zwart katoenen
japon. Bij het zien van het meisje,
vlamde do herinnering aan de onwaar-
digu behandeling, die hij van haar had
moeten dulden, weer in hem op, en zijn
oogen kregen een harde uitdrukking.
1 Aan Charley dacht hij niet meer.
Nahnya sloeg een snellen blik ep
Ingezonden modedoellng.
GEMENGD NIEUWS.
Kordaat.
Een dame, die Woensdag te
's-Gravenhage in het lieflijke weer
'n paar inkoopen had moeten doen
en de geschenkjes voor de jarige
in twee pakjes, een vierkant en een
langwerpig, aaneengebonden bij
zich droeg, bemerkte bij het instap
pen in de tram, dat laatstbedoeld
)akje werd afgesneden of afge-
cnipt. Op dat pakje had z|j haar
tramkaartje vastgestoken met een
speldje met blauwen steen. Terwijl
de train zich in beweging zette,
stapte een als heer gekleed per
soon op het achterbalkon, die een
langwerpig pakje b|j zich had,
waarop het brochetje met blauwen
steen was vastgemaakt.
De dame, vertelt de „Avondpost",
hield het heerschap goed in het
oog, en toen hij bij een halte aan
stalt© maakte om uit te stappen,
drong zij zich niet een kwaaie be
leefd „pardon" vóór hem, stapte
het eerst uit, wist hem een oogen
blik het afitappen onmogelijk te
maken en zei toen vierkant in zijn
gezicht:
Ik geloof dat u daar een pakje
bij u hebt, dat u niet toebehoort.
In een oogwenk was er een op
loopje rond de twee. Juist hetgeen
de dame had bedoeld.
De heer mopperde iets terug.
-_V— Neen vriend, zoo kom je niet
van me af, hield de dame kordaat
vol. In het langwerpige pakje, dat
u nu achter uw rug houdt, zitten
ze noemde den inhoud op. Als
ik me vergis, dan zal ik u m|jn
verontschuldiging maken en u een
juiden" geven, dien u kunt gebrui-
ten voor uzelven, of dien u aan
een arme kunt geven.
Ik heb met je praatjes niets te
maken, kale madam, sprak de heer.
In mijn pakje zitten twee halsdoe
ken en twee kommen.
Kijken laten, kwam nu een
onge werkman tusschenbeide.
tfeen, dat pakje moffel je niet weg
of je krijgt met mij te doen.
Het heer werd nog minder par
lementair.
De werkman bleef even bedaard
als de dame en zeide eenvoudig:
Neen, meester, je komt hier niet
vandaan eer je ons allen, zooals wo
hier staan, hebt laten zien wat er
In het pakje zit. Die dame kan
zich vergissen en wil dadelijk haar
vergissing goed maken. Als het
zuivere koffie l», dan kan je daar
niets tegen hebben en nou met
verheffing van stem heel gauw
het pakje open, of
Twintig, dertig paren oogen
tuurden een tekende later naar den
Inhoud van het pakje, dat werke
lijk bevatte hetgeen de dame had
opgenoemd.
Alsjeblieft dame, zeide de
werkman-arbiter, daar hebt u uw
spullen terug. En jij vort, eer de
politie komt.
Hij hoefde het geen tweeden
keer te zeggen. Het heer maakte
beenen alsof hij zevenmijlslaarzen
droeg.
De dame wilde den werkman den
gulden aanbieden.
Dank n, mevrouw, ik verdien
gelukkig een goed stuk geld en ik
heb hem dos niet noodig, loopt u
maar een eindje verder, daar staat
een oud vrouwtje met lucifers;
maak die maar blij.
Hetgeen de dame zich haastte fce
doen.
Geen bezoek geen bloemen.
De concierge-bode, in dienst van
de gemeente Wijmbritseradeel had
b|j de jongste behandeling van de
begrooting dier gemeente ook ver
hooging van salaris gekregen, voor
z|jn dubbele functie een totale ver
hooging van 7.60 per jaar.
Hij adverteert in een der" te
8neek verschijnende bladen, dat hij
hoopt verschoond te blijven van
verdere felicitaties met zijn ver
meerdering van salaris.
hem, om daarna d« oogen weer neer te
slaan. „Dit mijn motder," zeide zij
zocht.
Dt oude rrouw maakte voor den
dokter een onhandige buiging. Hij
echten haar een geweldigen schrik in
te boezemen. Zij herinnerde op geener
lei wijze aan Nahnya, waar haar allo
bekoorlijkheid ontbrak. Zij was het
type van ten moeder van vele kinderen
op middelbaren leeftijd. Het gitzwarte
haar droeg zij netjes gescheiden en ge
vlochten; haar oogen waren stoïcijnse!»
als die van Charley, on haar huid was
als verfrommeld bruin waspapier. Zij
had het sterke en berustende van de
arbeidersvrouw op jaren. Ralph keek
van de motder naar de dochter, maar
vond niet de minste gelijkenis. Het gaf
hem een gevoel van hittere voldoening.
Met kennersblik monsterde hij den on
gelukkiger», kromgegroeide»» arm van
de oude vrouw.
.(Wordt vervolgd)..