HELDERSCHE COURANT DE VEIB01GEN BALLEI Tweede blad. No. «es ZATERDAG IS NOVEMBER 1919 47* JAARGANG Redacteur'SJItgover i C. DB BOBB ^r., aeidor, Oplaag 7QOC w» AttoopfcflaentsprlJ» i |p de eted f 1.20, per poet f 1.40, Buitenland t g.40 - Losae ex. 8 et. Rgr regel 20 of. Onze Armenzorg. m. De overheidsbemoeiing in zake amen zorg heeft in de burger lijke gemeenten haar orgaan in het zoogenaamde Burgerlijk Arm bestuur. De gemeente Helder nu heeft een dergelijk armbestuur, (lat bestaat uit 8 leden, die uit voordrachten, door het college zelf opgemaakt en ingediend, door den Raad worden benoemd. Aan het bestuur is toegevoegd een vas te secretaris-penningmeester, die slechts een ad viseer ende stem heeft. Op het oogenblik bekooren van de 8 leden 2 tot de Hervorm de, 2 tot de R. Katholieke, 1 tot de Gereformeerde, 1 tot de Ev. Luthersche en 1 tot de Doopsge zinde Gemeente, terwijl 1 lid zit ting heeft als vertegenwoordiger van de S. D. A. P. Men ziet, dat deze samenstelling geen zuivere afspiegeling is van de politie- lc e partijen hier ter plaatse, zoo dat men in dien zin de evenredige vertegenwoordiging er niet in te rug vindt. Deze laatste streng door te voeren zou ook reeds daarom bezwaarlijk zijn, omdat de ver houding der politieke partijen om de vier jaar wijziging kan onder gaan. Doch een belangrijker be zwaar tegen eene partijvertegen woordiging in dit college zou voor ons zijn, dat dan te weinig reke ning zou worden gehouden met de kerkelijke vertegenwoordi ging, die alle recht van bestaan heeft zoolang de kerkelijke zorg nog van zoo groote beteekenis blijft en .een goede samenwerking lusschen de kerkelijke en de bur gerlijke bemoeiing hoogst noodig is. Het valt niet te ontkennen, dat de tegenwoordige samenstelling van ons Burgerlijk Armbestuur die samenwerking ten zeerste ver gemakkelijkt en in de hand werkt. Dit sluit echter niet uit, dat wij wel gaarna een paar vrouwe lijke leden in het bestuur zouden zien, in de eerste plaats, omdat ook de burgerlijke armenzorg meermalen voor gevallen komt te staan, waarin vrouwelijke voor lichting en hulp eigenlijk onmis baar zijn, en vervolgens, omdat daardoor ware tegemoet gekomen nan eene onzes inziens rechtma tige grief, dat het nog langer we ren van de vrouw uit dergelijke colleges uit den tijd is. En nier zijn wel wouwen te vinden met de lust en de geschiktheid ora in dezen goed werk te doen. Men zou desnoods door uitbreiding van het bestuur eenige vrouwelijke leden zitting kunnen doen nemen, zoodat uittreding van mannelijke leden niet noodig is. Na van de samenstelling iets te hebben gezegd, komen wij tot den arbeid van het Burgerlijk Arm bestuur. De secretaris-penningmeester houdt eiken werkdag 's morgens van 8l/ï—12 uur zitting in het ge bouw aan de Kerkgracht, Een ieder, die meent in de termen te vallen om door het Burgerlijk Armbestuur geholpen te worden, kan zich persoonlijk ter zitting vervoegen of anders daar bericht zenden. De gewone gang van za ken is dan, dat de bovengenoemde ambtenaar, die tevens armbezoe ker is, zoo spoedig mogelijk een onderzoek instelt naar de omstan digheden, de inkomsten enz. van den vrager, en daarvan aan het bestuur, dat eiken Zaterdag ver gadert, rapport uitbrengt. Alleen in spoedeischende gevallen, zooals b.v. het verstrekken van gratis geneeskundige hulp, kan hij, des- noÜts hi overleg met den voorzit ter, dadelijk hulp verleenen, wat natuurlijk dikwijls voorkomt. Ove rigens is de beslissing aan de we- kelijksche vergadering, die be sluit tot voorloopige of definitieve hulpverleening. Geregeld woTdt contact gehouden met den Armen raad, die bericht ontvangt van alle nieuwe bedeelingen of veranderin gen in reeds verleenden onder stand. De arbeid van het Burgerlijk Armbestuur bestaat hier voor het grootste deel uit het helpen van de zoogenaamde thuis zitten- d e armen, die èf op zich zelf wo nen öf bij familieleden een onder dak hebben gevonden. In den re gel zijn het ouden van dagen, weduwen, zwakken, zieken of ge- brekkigen, die niot in staat zijn om in hun eigen onderhoud te voorzien. De onderstand wordt verstrekt in den vorm van gratis geneeskundige behandeling en, zoo noodig, verder ook in den vorm van geld. In bijzondere gevallen wordt tevens kleeding en dekking verschaft. Bij het toekennen van bedeeling wordt steeds rekening jehouden met hetgeen de belang- ïebbende reeds van zijne kerke lijke gemeente, van familieleden of van. het rijk als steun geniej, omdat het Burgerlijk Armbestuur niet anders dan aanvullend optreedt. Ouderdomsrente, gratifi catiën, alimentatie en andere in komsten worden dus in aftrek ge bracht. Als norm mag men wel aannemen, dat op het oogenblik een totaal inkomen van 6 7 gul den per week voor een thuis zit tende arme voldoende wordt ge acht, zoodat alleen steun wordt erleend, wanneer de inkomsten uit anderen hoofde beneden dit bedrag blijven. Het wil ons voor komen, dat een alleen wonend moedertje, dat niets meer kan ver dienen en zelf voor huishuur, vuur en licht moet zorgen, in dezen du ren tijd aan 6 a 7 gulden in de week vooral niet te veel heeft, al willen wij gaarne erkennen, dat in de laatste jaren de burgerlijke zorg heel wat is verbeterd en de oudjes, die gewoonlijk weinig be hoeften hebben, over het alge meen genomen volstrekt niet kla gen. Velen zijn al lang tevreden, wanneer ze met wat onderstand maar in hun eigen kamertje en in hun eigen huishoudinkje kunnen blijven. Die vrijheid toch! En zoo leven ze dan voort, hun eigen potje nog kokende, totdat ze eindelijk ziek en totaal hulpbehoevend wor den en de buren of anderen tus- schen beide moeten komen. Dan eerst zijn ze bereid om zich te laten opnemen in een gesticht of verpleeghuis, wat natuurlijk reeds veel vroeger had moeten ge schieden. Sprekende over opname in een gesticht zijn .wjj als vanzelf ge naderd tot de vraag, of ons Bur gerlijk Armbestuur dan de be schikking heeft over dit middel van hulpverleening. En dan kan deze vraag bevestigend worden beantwoord, althans tot zekere hoogte. Wij meenen dit laatste erbij te moeten voegen, omdat de gemeente Helder in de Breed wars- straat wèl een verpleeghuis heeft, hetwelk echter volstrekt niet vol doet aan de eischen van onzen tijd. In geen enkel opzicht is dit te wijten aan de tegenwoordige vader en moeder, die terecht we gens hun leiding en hun veelom- vatteuden, opofferenden ai-beid alom worden geprezen, doch het ligt aan de inrichting van het ge bouw, dat daar eigenlijk al veel te lang staat als een onomstooteljjk bewijs van onze achterlijkheid op het gebied der armenzorg. Thans herbergt het huis 29 verpleegden van verschillenden leeftijd en tij delijk ook nog 4 kinderen, met het fevolg, dat het er meer dan vol a. Wij zullen het er allen wel over eens moeten zijn, dat voor een stad als de onze met haar 30.000 aielen het verpleeghuis in de Breedwursstraat geenszins meer voldoende is. Nu huizen daar ouderen en jongeren, gehuwden •n ongehuwden, zieken, gebrek- kigen en zwakzinnigen allen sa men in een zeer beperkte ruimte, terwijl bovendien aan alle aanvra ten om opname niet kan worden voldaan. Wij zullen er maar niet meer van zeggen, doch hopen, dat wij binnen niet te langen tijd een ver pleeghuis bezitten, dat in allen ge valle aan de volgende eischen voldoet: lo. Het gebouw moet veel groo- ter zijn en, ook uit hygiënisch oogpunt, naar de eischen des tijds ingericht. 2o. De kamerruimte moet toela ten, dat gehuwden zooveel moge- FEUILLETON. BOOR HULBERT FOOTNMt. Hij duchtte voor zich geen gevaar Nog omstreeks een uur gingen zi zoo voort, en de voedingekwestie wer< voor Ralpli een meer vitale dan te vo ren. De atmosfeer had die roerloosheid, en ademde dien koelen geur van plant aardig vergaan, welke een diep woud kenmerken. Eindelijk werd hij neer gezet, en moest toen geruimen tijd wachten; hij hoorde den wolkomen groet van Charley's bijl, en kort daar op het knetteren van een vuur. Weldra prikkelden bakgeuren zijn neus, en eindelijk hoorde hij spek in de pan sis sen, hetgeen beteokende, dat de voor bereidende maatregelen waren alge- loopen. Een zekere onrust overviel hem, „Voor den drommel, hoe zullen ze doen met eten?" dacht hij. „Als ze maar niet denken, dat ik daar wel bui ten kan Zijn vrees bleek gelukkig ongegrond. Charley maakte zijn enkels en zijn pol sen los; Ralph rukte zich den blinddoek van de oogen, strekte zich gemakkelijk uit, en keek rond. Zij waren in de schemering van een oerwoud. Reusachtige stammen van dennen en pijnboomen verhieven zich in het rond met lange, hooge takken, die het licht temperden. De kleine blau we lucbtvltkjts, die er tuttcheodoor ftchemtrden, «hen** MUMtoUJfc wc weg. Gevallen woudreuzen van vervlo gen eeuwen lagen verspreid terneer, langzaam wegterend. De bodem was steenachtig, maar rotsen en gevallen stammen waren alle rijkelijk met dik mos begroeid, zacht on groen. Het mos tapijt bedekte verraderlijke gaten, het geen Ralph bemerkte toen hij even rondliep. Er was geen laag hout, be halve enkele magere bessenboschjes en een plant met enorme bladeren, dui- velsknots geheeten: beider blad was kleurloos door gebrek aan zonlicht. Het woud lag tegen een steile hel ling. Ralph verschafte zichzelf de ze kerheid, dat de weg omlaag liep. Nog kon hij het geluid van den kleinen stroom in de verte aan een kant hoo- ren. Hij ontdekte een nauw merkbaar spoor, dat lijnrecht van benedon op waarts voerde naar de plek waar zo zich bevonden, en vorder omhoog. Dit verklaarde, hoe Nahnya en Charley in staat waren geweest de gevallen boom stammen en holten te vermijden. Een eenmaal gemaakt spoor gaat nooit ge heel verloren. De meest woeste, meest verlaten wildernis bozit zulke vergeten paden. Tot zoover brachten Ralpli's gevolg trekkingen hem. Later deed hij een nieuwe ontdekking. Toen hij met het gezicht in de richting van het dal stond en recht voor zich koek, tusschen de boomstammen door, onderscheidde hij, op een afstand van omstreeks een paar mijl, de omtrekken van een met sneeuw bedekten bergtop. Uit de richting van de schaduwen, die er op vieleD, leidde hij af, dat de zon zich ter linkerzijde ervan moest bevinden, on niet ver af. Waar het nu half elf of hoogstens elf uur was, concludeerde hij, dat de berg kruin onmiddellijk ten zuiden vau het §*Bt icoHl liggen, waarop hg ziek lijk een eigen vertrek kunnen Icrijgen, opdat hun individueele leven niet geheel in het kazerne leven onderga. 3o. Onmisbaar is een flinke zie kenzaal, waar zieke en sukkelende verpleegden kunnen worden afge zonderd, behandeld en verpleegd. 4o. Aan het gesticht moet wor den verbonden een gediplomeerde verpleegster, die zich in de eerste plaats kan wijden aan de inwo nende patiënten, en vervolgens ook de buiten het huis wonende bedeelden van het Burgerlijk Armbestuur, in geval van krank heid en hulpbehoevendheid, hel len kan. De ouderdom toch brengt ïehalve ziekte dikwijls ook aller lei gebreken met zich mede, zoo dat een geregelde, deskundige be handeling vaak raadzaam is. 5o. Een tuin zou bij een derge lijk verpleeghuis zeker geen over dreven weelde zijn. Wij meenen hier de voornaam ste eischen te hebben opgenoemd, waaraan moet worden voldaan, wil men kunnen spreken van een be hoorlijk tehuis voor on- of min vermogenden, die niet meer in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Bezitten wij eenmaal een gesticht als boven omschre ven, dan zal men niet meer kun nen zeggen, dat wij niet met onzen tijd meegaan. Doch behalve dat zal verder het gevolg zijn, dat wij meerdere eer tralisatie krijgen in de plaatselijke armenzorg. Wij stellen ons namelijk voor, dat vele thuis zittende armen, die nu dikwijls een kommervol bestaan leiden in hun kamertje, dan eerder te bewegen zullen zijn om opge nomen te worden, zoodat de zoo genaamde buitenzorg zal afnemen. Ook zal liet gesticht van de ver- eeniging „Liefdadigheid naar Ver mogen", welk gesticht evenmin aan behoorlijke eischen voldoet en bovendien van particuliere bijdra gen moet bestaan, overbodig wor- en. De centralisatie zal niet al leen de stoffelijke verzorging, maai- ook de geneeskundige be handeling en de verpleging ver gemakkelijken en ten goede ko men, voord eelen, welke niet mogen worden onderschat. Tevens zullen het contact met en het toezicht op de verpleegden worden bevorderd, terwijl dan ook op andere wijze meer kan worden gedaan om hunne dagen nog wat zonnig te maken. Voordat wij eindigen, moet ons nog iets van het hart. Wij hebben het bovenstaande niet geschre ven, om een afbrekende kritiek uit te oefenen op den bestaanden toestand, allerminst op den arbeid van ons Burgerlijk Armbestuur, dai-onzes inziens maar al te dik wijls onnoodig is en onbillijk wordt beoordeeld en veroordeeld. Zeer veel goed werk wordt dage lijks geheel belangeloos gedaan door dit college, dat waarlijk zoo veel mogelijk tracht te doen met de "middelen, waarover het te be schikken heeft. Doch maak eens een vuist, als je geen vijf vingers hebt! Ook zij men zeer voorzichtig met de klachten van enkele be deelden. Er zijn nu eenmaal men sehen, die nooit tevreden zijn, en bij deugdelijk onderzoek blijken die klachten vaak ongegrond of sterk overdreven. Van ons Burgerlijk Armbestuur mag worden gezegd, dat het niet onverdienstelijk roeit met de rie men, die het heeft. En wij twijfe len er geen oogenblik aan, dat juist dit college zeer dankbaar zal zijn, wanneer het in den vorm van een groot, modern ingericht verpleeghuis een riem krijgt, waarmee het nog beter roeien kan. SPECTATOR. BUITENLAND. Amerika en de Volkenbond. Het tweede punt van voorbe houd, Dinsdag door den Ameri- kaanschen senaat aanvaard, is van geducht wijde strekking. Het treft niet alleen het befaamde artikel 10 van het Volkenbondsverdrag hetwelk de Bondsleden verplicht eikaars grondgebied ongerept te helpen bewaren maar het treft elke militaire actie, tot handhaving van het Volkenbondsverdrag on dernomen, dus met name ook die, welke zou waarborgen, dat inder daad geen aanvalsoorlog geschiedt zonder voorafgaande arbitrage of voorafgaand onderzoek. Voor dit alles decreteert weer de senaat, dat in elk speciaal geval de organen te Washington en zij alleen zullen be slissen, of Amerika de gewapende hand zal leenen, ja dan neen. De getroffen artikelen van het grondverdrag zijn weer verre van volmaakt. Dat met de artikelen 12 tot en met 16 van het verdrag geenszins strookende en uit een gansch anderen gedachtengang voorgekomen artikel 10 kan alleen redelijk worden, indien men het in den geest verplaatst achter die ar tikelen 12 tot en met 16, en het dus enkel geschreven acht voor het ge val, dat, ondanks arbitrage en on derzoek, nochtans oorlog toegela ten blijft als uiterst redmiddel. Voor militairen dwang vanwege den Volkenbond in geval van aan valsoorlog zonder voorafgegane arbitrage of onderzoek is voorts volstrekt onmisbaar een bepaling, die de beslissing, öf deze misdaad werkelijk begaan is en door wel ken staat, tor beslissing in handen geeft van het onpartijdige ge rechtshof, bij het verdrag beloofd. En hoogst gewenscht ware een be paling, die den raad van den Vol kenbond uitdrukkelijk verbood een militairen ef economischen dwang vanwege den Volkenbond te gelas ten of ook maar aan te bevelen (denk aan een bongerblokkade te gen Rusland), die niet'met zooveel woorden op het grondverdrag zelf of een besluit van de vergadering van den Volkenbond steunt. Poogt de Amerikaansche senaat de fouten van het grondverdrag te bestrijden, niet door ze te verbe teren, maar door de souvereine sta ten tot souvereine beslissers te ma ken over wat het Volkenbondsver- drag voorschrijft, dan poge Ne derland daartegenover zicli tijdig bewust te worden van wat noodig is, wil ons land straks gereedstaan om op te bouwen. (N. R. Ct.) De Vredesonderhandelingen. De Opperste Raad kwam Woensdag tot de beslissing, dat liet antwoord van Roemenië geen basis vormt, waarop in alle punten tot een accoord gekomen kan worden. Er zijn belangrijke ver schillen. Het antwoord van Roemenië bijvoor beeld stemt toe in de samenstelling van intergeallieerde commissies ter contro- loering van de requisities, maar het geetf dien commissies niet de bevoegd heid. die de geallieerden haar willen verleenen. Het antwoord stemt toe in de ontruiming van Hongaarsch gebied tot de Theiss, maar verdaagt de ont ruiming tot de grens door de confe rentie tusschen Hongarije en Roemenië getrokken. De Opperste Raad besprak daarop de verschillende hem ten dienste staande middelen. Een dor gematigde zou zijn liet zen den van een nieuwe nota aan de Roe- meensche regeering, waarin deze zou worden aangetoond, op we'.ko vragen men een beslister antwoord verwacht, huar tevens to kennen gevende, dat een onbevredigend antwoord Roemenië van de conferentie zou uitsluiten. ENGELAND. De bedreigde middenklassen. Niet alleen in Frankrijk wordt alarm geroepen over de daling van let ge boortecijfer, ook in Engeland wordt een ernstige daling van het geboorte cijfer waargenomen. Dc medische me dewerker van de „Times" wijdt hieraan een artikel, waarin hij op een zeer bij zondere omstandigheid wijst, die uit de cijfers bliikt. Hij herinnert, dat het geboortecijfer per 1000 gemiddeld van 1851 tot 1860 ongeveer 34.1, van 1901 tot 1910 onge veer 27.2, terwijl het in 1918 bedroeg 17.7. Maar hij wijst er tevens op, dat deze achteruitgang van de nataliteit sedert 1850 waargenomen, werd goed gemaakt door een vermindering van het sterftecijfer. Echter die vermindering van het sterftecijfer kwam voorname lijk de arbeidende klassen ten goede. Bij de middenklassen ligt het geval echter anders. Hier neemt het geboor tecijfer snel af, maar het sterftecijfer dat nimmer hoog was, daalt niet en kan niet snel dalen. Daarom nemen de middenklassen af. Wij zijn getuige, zegt schrijver, van hetgeen men zou kun- noemen de dood der middenklassen. Statistieken bestaan hieromtrent niet, maar de getuigenissen der geneeshee- ren geven hier licht. En hun verkla ringen toonen, dat in de middenklassen de geboorten snel afnemen. Het gezin van vier of vijf is geworden tot het gezin van twee of drie en wordt nu tot het gezin van één. Vele jonge echtparen verklaren, dat zo niet meer dan één kind willen hebben, andere dat ze In het gehoel geen kinderen verlangen. En de medische medewerker van de „Times" meent, dat dit moet worden toegeschreven aan de hooge kosten van levensonderhoud, van belasting, van huishuur, welke het onmogelijk maken groote gezinnen te onderhouden. Echter komt daar nog bij, dat ook het aantal huwelijken vermindert. In 1917 was het huwelijkscijfer 13.8 per 1000 inwoners, het laagste oijfer tot dien tijd ooit be reikt. De schrijver erkent wel, dat de oorlog een factor is, die hiertoe heeft bijgedragen, maar hij meent toch te mogen zeggen, dat er geen twijfel is of in de middenklassen wordt het aan tal huwelijken minder en wordt ook de de leeftijd der huwenden hooger. Zoo sterven de middenklassen, naar de schrijver vreest, langzamerhand uit, en dat vooral de lagere middenklassen, zij met inkomens van 300 tot 800 h 1000 p. st. Deze klassen, die de meeste offi cieren leverden voor het leger, hebben trouwens ook zwaar geleden onder de oorlogsverliezen. En daar de schrijver in deze klassen de „backbone of the nation" ziet zij leveren de denkers, organisators, administrateurs, soldaten en zeelieden der natie,, zij leverden dc intellectueelen der vrije beroepen meent liij, dat maatregelen moeten worden genomen om het gevaar van een verdwijning dezer klassen tegen te gaan. Er moet een wetgeving komen, die het voordeolig, althans mogelijk maakt, om kinderen te hebben. Zoonis het nu gaat, stelt de actie, oordeelt hij, een premie op het vrijgezellenschap en de onvermijdelijke gevolgen van dien: geslachtsziekten en prostitutie. De „Daily News" wijst erop, dat in den laatsten tijd onder de middenklas sen groote neiging bestaat om te emi- greeren. De nieuwe armen in den laatsten tijd houdt de „Daily Mail" zich hiermee druk bezig d.w.z, de beoefe naars der vrije beroepen, de lieden met kleine geërfde inkomsten, de gezinnen van beperkto middelen, de landbouwers met klein kapitaal, al diegenen, die on der de verhooging van de kosten van levensonderhoud, niet goed gemaakt door hoogere inkomsten of winsten, hebben te lijden, beginnen er over te denken hun lot in de koloniën te ver beteren. En bij de emigratiekantoren komen dan ook in den laatsten tijd honderden aanvragen in van middenstanders, dio hun kans eens in een nieuw land willen probeeren. Nog is de emigratie der mid denklassen niot begonnen, zeide een der emigratie-ambtenaren. Zij zijn in het stadium van onderzoek en overweging. Maar men verwacht, als de terugkeer der gedemobiliseerden naar de domi nions is geëindigd, als meer passagiers ruimte op de schepen open komt, dat een stroom van kleine middenstanders ë'n van min gegoede intellectueelen overzee zal gaan, dat, zooals de „Daily News" hot uitdrukt: de trek van de nieuwe armen een feit zal worden. thans bevond. Op en neer loopend spiedde hij door de boomen en maakte hij uit wat hij van de omtrekken van indere bergen zien kon, op, dat de sneeuwberg deel uitmaakte van een keten, die zich ter rechter- en ter lin kerzijde uitstrekte. Hij trachtte alles wat hij opgemerkt had in zijn geest to rangschikken. „Wo zijn een grooto stroomversnelling ge passeerd, en hebben een uur of drie, vier voortgevaren, tot we het gedruisch van een volgenden, grooteren waterval konden hooren. De groote rivier moet parallel loopen met gindsche keten dat wil zeggen ten oosten en ten wes ten ervan. Ik weot, dat ze tusschen steile bergen liep. Wij zijn gelaud op een groote, platte rots aan den mond van een stroom, en zijn rechttoe, recht aan de helling opgeloopen dus naar het noorden. Blinddoek of niet," zeide hij triomfantelijk tot zichzelf, „ik ge loof niet, dat het nu zooveel moeite zou kosten den weg terug te vinden, als ik dat wilde." Nahnya zag Ralph rondkijken, en volgde zijn bewegingen met zichtbare ongerustheid. Zij sprak echter geen woord. Ontbijt of avondeten, wat het ook moest beduiden, het werd zwijgend ver orberd. Nahnya en Ralph keken strak en vermeden het, elkaar aan te zien. Charley schonk alleen het zoolang ont beerde voedsel eenige aandacht. Ralph, die over de opmerkingsgaven, die hij in zich had ontdekt, zeer was voldaan, maakte later geen bezwaar opnieuw te worden geblinddoekt en gebonden. Het scheen hem thans een vrij belachelijke voorzorg; als hij eenmaal zoover ge komen was, zou hij natuurlijk ook ver der wel het »poor Tinden. Maar, wan neer 2ij aich nu eenmaal d« moeite wilden geven, hem te dragen, nu, goed dan. Do reis word dus voortgezet op de zelfde wijze als 's morgens, maar nu duurde de tocht langer. Ralph verbaas de zich over het uithoudingsvermogen zijner dragers. Minstens twee uur gin gen zij, met verscheidene kleine onder- brekingen,borgopwaarts. Eindelijk werd hij weer neergezet, en alleen gelaten. Hij onderstelde, dat zij bij de volgende halteplaats waren aangekomen. Gerui me tijd verstreek, zonder dat hij hen hoorde spreken, of eenig geluid ver nam, dat er op wees, dat zij toebereid selen voor kampeeren maakten. De mogelijkheid, dat zij hem hier in de bosschen verder aan zijn lot zouden overlaten, drong zich aan hem op, en gaf hem een onaangenaam prikkelend gevoel langs zijn ruggegraat. Eindelijk hoorde hij Charley's voet- stappen en de blinddoek werd van hem weggenomen. Nog altijd het maagde lijke woud. Geen spoor van Nahnya. Nog meer geheimzinnigheid! „Waar is Nahnya?" vroeg Ralph, „Zij komen terug t ep i s k o w," ant woordde Charley onvriendelijk. De jongen hield hem een stuk papier voor, waarop iets geschreven stond, dat blijkbaar voor Ralph bestemd was. Hij hield hot echter onderst boven. Daar schreeuwen niets hielp, on Ralpli's han den gebonden waren,'duurde het eeni- gen tijd eer Ralph zich zóó had uitge drukt, dat Charley de bedoeling be greep. Toen het papier eindelijk ge houden werd zooals het moest, zag Ralph, dat hij een brief van Nahny voor zich had. En weer moest hij zich over haar verbazen. Het schrift was fijn en precies als dat van een non. Zij kon even goed de pen hanteeren al» do pagaai! LUCHTVAART. Parijs—Australië. Uit Simla in Engelsch-Indië wordt gemeld, dat de Fransche vlieger Poulet met zijn mechani- clen Benoist, op weg naar Austra lië te Karachi in Voor-Indië is aan gekomen. Hij arriveerde Dinsdag middag 3.26. De landing geschied de op de militaire vliegterreinen. Donderdag is weer een vliegtuig met twee Australische vliegers, ka- )itein Roos Smith en zijn broer uitenant Keit Macpharson Smith, uit Londen vertrokken, om te din gen naar den prijs van £10.000, dien de Australische regeering heeft uitgeloofd voor de vlucht naar Australië. Het is een zuster- vliegtuig van het beroemde Vic- ker8-Vimy-Roll-vliegtuig, dat den Atlantischen Oceaan overgevlo gen is. Vliegmachine zonder vleugels. Naar de buitenlandsche bladen melden, hebben prof. Louis Lecoin en de ingenieur Louis Danblanc een vliegmachine zonder vleugels uitgevonden, waarmede het moge lijk is loodrecht omhoog te komen. De plannen en modellen, die aan de Fransche regeering zijn aange boden, werden zoo veelbelovend bevonden, dat deze regeering niet alleen alle patentrechten heeft ge kocht, doch ook 100.000 francs toe stond voor verdere proefnemingen. „Voor den dokter," begon de briof. (Zij had gepoogd Ralph te spellen, maar had die poging opgegeven). „Als u belooft, niet weg to loopen voor ik terugkom, zal Charley uw touwen los maken, en u vrij laten rondloopen. Wanneer u toestemt, maak dan een kruis op dit papier, en laat het hem zien. Annie Crossfox." Ofschoon Ralph Nahnya haar geweld dadig optreden nog geenszins vergeven had, werd zijn woede toch eenigszins getemperd, en wel door een buitenge wone nieuwsgierigheid. Hij was vast besloten, uit to vinden wat achter al deze geheimzinnigheid stak. De ge vraagde belofto wilde hij geven, en hij verzocht Charley met behulp van tee- kens, het potlood tusschen zijn tanden te plaatsen. Charley hield hem het pier voor, en hij maakte er het voorge schreven teeken op. Toen stak Charley het in den zak om het zoo te bewaren als bewijs, dat hij niet verantwoorde lijk was voor wat verder misschien gebeuren, en maakte de touwen los. Ralph begon heen en weer te loopen om de stijfheid van zijn beenen te ver drijven, en om te kijken naar wat hij maar zien kon. Doch op deze plek was niets anders te zien dan het woud. in welke richting hij ook de blikken wendde. De boomen waren niet meer van zoo'n imponoerendo grootte, en er wns meer laag hout. Dit kwam overeen met wat Ralph zich had voorgesteld, op grond van de stijging, dio zij hadden ondornouien. Hij zag reusachtige fram- bozenstruiken met bleeke bloemen, zoo groot als malven. De stilte was onna tuurlijk; geen vogel liet zich hooren, geen biud bewoog. Ralph moest zich bij zijn onderzoek tenslotte bepalen tot het impassibele gezicht van Charley. Dit loonde echter RA ADSOVERZICHT. Wethoudersbenoeming ad inte rim of: de gesaboteerde raadsver gadering. Kluchtspel in den avond van Donderdag 13 November ver toond, in de vestibule van het raadhuis. Het allereerste symbool van iets buitenissigs waren de fel-roode nummertjes, die aan de publieke tribune uitgereikt werden. U moet weten, er is daar slechts een be perkt aantal plaatsen, en ieder be zoeker krijgt een volgnummer. Wanneer dan het aantal beschik bare plaatsen uitgegeven is, kan de rest weer naar huis gaan. Nu zijn die nummertjes in gewoon zwart gedrukt, maar voor van avond was er een overgebleven stel vuurroode nummers van de strandvonderij. Ongetwijfeld zat hier symboliek in, want het was het roode gevaar, dat deze verga dering deed mislukken. De mimiek waarmede het publiek deze num mers aannam, was op zichzelf al merkwaardig. Nog vóórdat de vergadering ge opend was, daalden een viertal heeren uit do hoogere regionen naar omlaag. Het waren de heeren van Loo, Schoeffelenberger, Zon dervan en Borkert. Onmiddellijk reageerde het publiek hierop door eveneens weg te gaan. „De verga dering gaat niet door", werd er ge roepen; enkele grappenmakers vroegen hun geld terug. Echter, de pers, en enkele nieuwsgierigen, bleven wachten om te zien noe deze geschiedenis zou afloopen. Om half acht ging, zeer gewe tensvol, het belletje van den voor zitter. En boven gekomen wachtte ons een tragi-komisch schouwspel. In een groote, verlaten raadszaal zaten een achttal leden, die den voorzitter trouw hadden gezworen for botter or for worse. En die nu tegen de pers glunderden van jolijt. Eenzaam en geïsoleerd zat wethouder Verstegen op zijn zetel, en knikte ons toe en glimlachte: sterk in het ongeluk was de recht- sche fractie bijeen gebleven en nam de zaak ook van den kluch- tigen kant op. Met een hoofd als een biet zat de Voorzitter. Hij speelde z|jn rol tot het bitter einde, formeel, plechtig, volledig. En opende, al9 gewoonlijk, de verga dering. De Voorzitter deelde vervolgens mede, dat afwezig waren met ken nisgeving de heeren Biersteker, Grupwald en Baak, deze laatste wegens uitstedigheid. Ontegenzeg gelijk was in deze woorden van den Voorzitter een dosis humor, als men rondom zich in de leege raadszaal keek. Daarna ging de Voorzitter, ge wetensvol en formeel, de hoofden tellen. Er zahlt die Hfiupter seiner Lieben, Doch sieh, ihm fehlt manch' teures [Haupt! Er waren er, welgeteld, acht. Te weten de heeren Bot, van Os, Staalman, Spruit, van Breda, Bok, Adriaanse en wethouder Verste gen. En den Voorzitter Weef niets anders over dan de pas geopende vergadering weer te sluiten. Z|j was onvoltallig. Toen gingen we dan maar weer. En op straat gekomen, kwamen de tongen los. De gang van zaken was vrij gemakkelijk te raden. Immers, in deze vergadering zou, in de plaats van den heer de Ven, een tijdelijk wethouder worden be noemd. En de socialistische fractie zag de bui aankomen, dat de can- didaat van de rechtsche partijen, de hee-r van Breda, gekozen zou worden. De stukken omtrent deze benoeming waren op te korten ter mijn rondgezonden naar de raads leden dan dat men behoorlijke tegenmaatregelen had kunnen ne men. En zoo bleef er voor de lin kerfractie niets anders over dan op deze wijze de vergadering te doen verdagen. Onder het naar huis gaan, kwa men w|j per rijtuig de beide Koe- grasser raadsleden, de heeren van der Veer en Kuiper, tegen. Zij zul len ook groote oogen hebben op- fezet toen zij het geval vernamen. ij hebben er nog de winste van een ritje uitgehaald. do moeite zeer weinig. Charley zat. met zijn rug tegen een boom een pijp te rooken en staarde voor zich uit. Char ley had het vermogen om, wanneer hij dat verkoos, geen teeken van leven meer te geven. Ralph vroeg zich af wat wel de re den mocht zijn, dat hij niet in slaap viel. Langzamerhand kreeg hij den in druk, dat de jongen onrustig was niet do onrust van dreigend gevaar, maar van ongeduld. Nu en dan wendde hij de blikken in een gegeven richting en een uitdrukking van verlangen scheen daarbij in zijn harde, groota oogen te komen. Hij rekte het hoofd luisterend naar voren. „Nahnya heeft hem buiten iets ge houden, dat hij graag wil weten," de duceerde Ralph. Churley bereidde een maaltijd, en zij begonnen to eten. Daarna rolde Ralph zich, niet wetend wat heter te doen, In de deken, waarop hij gelegen had, en sliep in. Toen hii wakker werd, was de onverzadigbare Charley bezig met op nieuw eten te koken. Nadat zij het avondmaal hadden genuttigd, zaten zij nog ocnigen tijd bij het vuur te rooken, en de schemering sloop reeds nader, ofschoon de hemel ver boven hun hoofd nog helder was, toen de jongen met een ruk opsprong, zijn hoed en zijn geweer greep en wegsnelde. Ralph staarde hem verbouwereerd ua. Eindelijk zag hij uit do richting waarin hij wns verdwe nen, Nahnya komen, gevolgd door oude vrouw in een zwart katoenen japon. Bij het zien van het meisje, vlamde do herinnering aan de onwaar- digu behandeling, die hij van haar had moeten dulden, weer in hem op, en zijn oogen kregen een harde uitdrukking. 1 Aan Charley dacht hij niet meer. Nahnya sloeg een snellen blik ep Ingezonden modedoellng. GEMENGD NIEUWS. Kordaat. Een dame, die Woensdag te 's-Gravenhage in het lieflijke weer 'n paar inkoopen had moeten doen en de geschenkjes voor de jarige in twee pakjes, een vierkant en een langwerpig, aaneengebonden bij zich droeg, bemerkte bij het instap pen in de tram, dat laatstbedoeld )akje werd afgesneden of afge- cnipt. Op dat pakje had z|j haar tramkaartje vastgestoken met een speldje met blauwen steen. Terwijl de train zich in beweging zette, stapte een als heer gekleed per soon op het achterbalkon, die een langwerpig pakje b|j zich had, waarop het brochetje met blauwen steen was vastgemaakt. De dame, vertelt de „Avondpost", hield het heerschap goed in het oog, en toen hij bij een halte aan stalt© maakte om uit te stappen, drong zij zich niet een kwaaie be leefd „pardon" vóór hem, stapte het eerst uit, wist hem een oogen blik het afitappen onmogelijk te maken en zei toen vierkant in zijn gezicht: Ik geloof dat u daar een pakje bij u hebt, dat u niet toebehoort. In een oogwenk was er een op loopje rond de twee. Juist hetgeen de dame had bedoeld. De heer mopperde iets terug. -_V— Neen vriend, zoo kom je niet van me af, hield de dame kordaat vol. In het langwerpige pakje, dat u nu achter uw rug houdt, zitten ze noemde den inhoud op. Als ik me vergis, dan zal ik u m|jn verontschuldiging maken en u een juiden" geven, dien u kunt gebrui- ten voor uzelven, of dien u aan een arme kunt geven. Ik heb met je praatjes niets te maken, kale madam, sprak de heer. In mijn pakje zitten twee halsdoe ken en twee kommen. Kijken laten, kwam nu een onge werkman tusschenbeide. tfeen, dat pakje moffel je niet weg of je krijgt met mij te doen. Het heer werd nog minder par lementair. De werkman bleef even bedaard als de dame en zeide eenvoudig: Neen, meester, je komt hier niet vandaan eer je ons allen, zooals wo hier staan, hebt laten zien wat er In het pakje zit. Die dame kan zich vergissen en wil dadelijk haar vergissing goed maken. Als het zuivere koffie l», dan kan je daar niets tegen hebben en nou met verheffing van stem heel gauw het pakje open, of Twintig, dertig paren oogen tuurden een tekende later naar den Inhoud van het pakje, dat werke lijk bevatte hetgeen de dame had opgenoemd. Alsjeblieft dame, zeide de werkman-arbiter, daar hebt u uw spullen terug. En jij vort, eer de politie komt. Hij hoefde het geen tweeden keer te zeggen. Het heer maakte beenen alsof hij zevenmijlslaarzen droeg. De dame wilde den werkman den gulden aanbieden. Dank n, mevrouw, ik verdien gelukkig een goed stuk geld en ik heb hem dos niet noodig, loopt u maar een eindje verder, daar staat een oud vrouwtje met lucifers; maak die maar blij. Hetgeen de dame zich haastte fce doen. Geen bezoek geen bloemen. De concierge-bode, in dienst van de gemeente Wijmbritseradeel had b|j de jongste behandeling van de begrooting dier gemeente ook ver hooging van salaris gekregen, voor z|jn dubbele functie een totale ver hooging van 7.60 per jaar. Hij adverteert in een der" te 8neek verschijnende bladen, dat hij hoopt verschoond te blijven van verdere felicitaties met zijn ver meerdering van salaris. hem, om daarna d« oogen weer neer te slaan. „Dit mijn motder," zeide zij zocht. Dt oude rrouw maakte voor den dokter een onhandige buiging. Hij echten haar een geweldigen schrik in te boezemen. Zij herinnerde op geener lei wijze aan Nahnya, waar haar allo bekoorlijkheid ontbrak. Zij was het type van ten moeder van vele kinderen op middelbaren leeftijd. Het gitzwarte haar droeg zij netjes gescheiden en ge vlochten; haar oogen waren stoïcijnse!» als die van Charley, on haar huid was als verfrommeld bruin waspapier. Zij had het sterke en berustende van de arbeidersvrouw op jaren. Ralph keek van de motder naar de dochter, maar vond niet de minste gelijkenis. Het gaf hem een gevoel van hittere voldoening. Met kennersblik monsterde hij den on gelukkiger», kromgegroeide»» arm van de oude vrouw. .(Wordt vervolgd)..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 5