O-DERSCHE COURANT DE VEBBDRGEN VILLEI Moi 6189 DINSDAG 18 NOVEMBER 1919 47» JAARGANG Bodaoteur-Ultflavar t C. DB BOSB Jr., Helder. - Oplaag 7000 ex. Abonnementsprijs e In de atad 1.20, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. - Losse ex. 3 ot. - per regel 20 ot. BUITENLAND. DÜIT50HLAND. De Enquêtecommissie. In de vergadering van de enquête commissie van Zaterdag is het verhoor van Helfferich voortgezet. Hierbij kwain het tot levendige incidenten, die tenslotte het bedanken van Warmuth als voorzitter en daarop eerst een ver daging voor onbepaalden tijd, maai vervolgens het opnieuw bijeenkomen der commissie tegen Maandag tenge volge hadden. Bij het begin van het verboor con stateerde Warmuth, dat over de gebeur tenissen ter zake van do tuBschenkomst oener onzijdige macht in de beslissende Kerstdagen van 1916 nog niets blij vends vastgesteld was en dat er dus geen verstrekkende gevolgtrekkingen uit hetgeen tot dusver bekend gewor den is, mogen worden gemaakt. Hierop werd nelfferich nogmaals ondervraagd over do redenen, waarom hij van standpunt ten opzichte van den meodoogenloozen duikbootoorlog ver anderde. Helfferich legde er den nadruk op, dat hierbij geen principieele, doch al leen practisehe redenen den doorslag gegeven hadden. Het feit was. dat het opperbevel den kruiseroorlog der duik- booten niet voldoende achtte om den aanvoer van munitie van den vijand genoeg te beperken. Bij de verdere besprekingen ver klaarde Helfferich, dat hij de vragen van dr. Cohn niet rechtstreeks wensch- tn to beantwoorden. Op de opmerking van den voorzitter, dat dit gelijk stond met een weigering om te getuigen, wees Helfferich erop, •lat hij voor een gewoon gerechtshof hot recht zou hebben om dr. Cohn als rechter te wraken. Na een verdere woordenwisseling trok de commissie zich terug om het geval te bespreken. Na anderhalf uur namen de leden der commissie hun plaatsen weer in en verklaarde voor zitter Warmuth: De commissie heeft met, vier tegen twee stemmen, terwijl dr. Cohn zich van stemming onthield, het volgende besluit genomen: De com missie is geen gerechtshof; haar ver hoeren zijn ook geen voorgeding voor het staatsgereehtshof; zij heeft geen vonnis te vellen; het wraken van eon •lor toegevoegde leden om persoonlijke, redenen kan niet worden toegelaten; evenmin het niet beantwoorden van vragen, die door een bepaald lid wor den gesteld; tot het niet antwoorden op vragen heeft een getuige alleen recht op grond van het strafwetboek. Hiermee worden bedoeld de bepalingen, dio een getuige het recht geven voor de rechtbank te weigeren getuigenis af to leggen, als bij in nauwe familie betrekking staat tot den beklaagde of zich, door zijn getuigenis zelf aan een strafvervolging bloot stelt. Op de vragen van den voorzitter, of Helffefich nu bereid was om de vragen van dr. Cohn te beantwoorden, ant woordde deze opnieuw ontkennend. Hierop las Warmuth het volgende be sluit voor, dat genomen was met de zelfde verhouding van steinmen: „Be getuige Helfferich wordt, omdat hij zonder wettelijke redenen weigert ge tuigenis af te leggen, veroordeeld in de boeten, die uit zijn weigering voort vloeien en voorts tot een geldboete van 300 Mark.'' Voor zijn persoon voegde Warmuth hieraan toe, dat dit besluit niet. overeenkwam met zijn persoonlij ke opvatting over de toepasselijkheid van de regelen van een gewoon straf proces op de verhooren van deze com missie. In verband met de positie, die de meerderheid van de commissie heeft ingenomen, legde hij derhalve het voor zitterschap neer en gaf dit aan Gotheim, den plaatsvervongenden voorzitter, over. Daar Helfferich reeds van tevoren had verklaard desgewensebt bereid te zijn de redenen oj» te geven yóh ?>jn gedrag tegenover dr. Cohn, verzocht thans Gotheim aan Helfferich (op ver zoek van di'- Cohn), deze mede to deelen. Hierop verklaarde Helfferiehj dat de heelo commissie is ingesteld om de oorzaken van do ineenstorting des rijks to toetsen. Volgens de opvattin© van JTolffericli nu, zoo verklaard» deze, was dr. Cohn onmiddellijk betrokken bij deze ineenstorting, overmits hij zich volgens een telegram van Joffe geld middelen had laten geven om in. Duitscliland eon revolutie voor te be reiden. Dientengevolge zou geen macht ter wereld hem kunnen dwingen om do vragen van dr. Cohn voor deze com missie te beantwoorden. In antwoord hierop wees dr. Cohn <>P de verklaring, die hij reeds langen lijd geleden in de nationale vergadering heeft afgelegd. Joffe heeft alleen gete legrafeerd, dat hij (Joffe) aan hem (Cohn) den 6en November 1918 's och tends zekere bedragen aan geld over maakte voor bepaalde oogmerken; wel ke uitsluitend de ondersteuning van Russische krijgsgevangenen en voor een klein deel de ondersteuning van politieke oogmerken van zijn partij betroffen. De inhoud van dit telegram was juist. Roods in de nationale verga dering had hij (Cohn) verklaard, dat hij bij herhaling van de aantijging van het aannemen van Russisch geld om Duitschland te revolutiouneeren. daar op zou antwoorden mot de beschuldi ging van leugen. Hierop ontspon zich een levendige discussie, waarin dr. Cohn o. a. het volgende te berde bracht: „Het Duitsche volk is aan den oorlog niet schuldig, maar aan liet ont staan en aan den ongelukkigen afloop zijn Heden als dr. Helfferich schuldig. Helfferich sprong van zijn stoel-,op en verklaarde, dat hij zijn getuigenis zou staken en de zaal zou verlaten, indien hij gedwongen werd dergolijke taal aan lo hooren. Gotheim maakte hem erop altent, dat hij daarop geen recht had. Helfferich herhnalde evenwel zijn be dreiging en liep reeds van de getuigon- tafel weg. Onder deze omstandigheden achtte de voorziter hot het verstandigst om de zitting te sluiten en behield zich voor een nader besluit omtrent de vol gende zitting te publiceeren. Later werd de volgende zitting toch nog op Maandagochtend bepaald. Vol gens de binden zullen dan Hindenburg, Ludendorff en Helfferich tezamen als getuigen worden gehoord. BELOIE. Dubbele beschuldiging. De Belg Hcnri de Cronckel, een der redacteuren van de „Gazette des Ar dennes", die door den Franschen krijgs raad bij. verstek ter dood veroordeeld i6 en Donderdag te Brussel in hechte nis werd genomen, blijkt niet slechts zijn medewerking aan de door de Duit- schers opgerichte „Gazette" op zijn kerfstok te hebben. Hij is tijdens den oorlog bovendien nog cenigen tijd af deelingschef in het activistische minis terie van justitie geweest. Hij zal zich dan ook voor het Belgische gerecht moeten verantwoorden. ENGELAND. De zeeslag bij Jutland. Blijkens oen thans gepubliceerde sta tistiek hebben de verliezen aan Engel- gelsche zijde in den zeeslag bij Jutland 6014 dooden en 674 gewonden bedragen. De totale sterkte van de „Grand Pleet" was 60.000 man. De „Lion", die in een hevigen strijd was gewikkeld, had 95 dooden en 51 gewonden RUSLAND. n draadloos Fransch be richt melden de jongste berichten, die uit Nieolajef te Archangel ontvangen zijn, dat er een nieuwe opstand dei- boeren is uitgebroken in het goeverne- ment Astrakan en dat de opstand tegen de rooden in de streek van Borisso- globsk toeneemt. Te Briansk wordt de opstand, die be gonnen was door werklieden, gesteund door den staf van het. 14e roode leger. Er wordt gevochten. De beweging breidt zich schielijk uit. Tegelijkertijd zijn er oproeren uitgebarsten in de goevernementen Kalesjky en Sorpoe- kowo. Het goevernoment Moskou komt eveneens in beroering. Lieden" uit dat goevernement trachten zich met het •rijwilligerslegor te vereenigen. Om deze opstanden te bestrijden zijn de bolsjewiki genoodzaakt hun regi menten van het front terug te trekken. Oekrainscho regimenten ten getale van 30.000 man in het geheel hebben het leger van Petljoera in den steek gelaten. In het Zuiden van Rusland zijn de werkliedenverenigingen, dio de bol sjewisten hadden onderdrukt, hersteld. Anarchisten en bolsjewisten. Het verdedigingscomité te Moskou meldt, dat daar op 4 dezer een bomaan slag ïb gepleegd, waardoor verschei dene personen gedood en gewond wer den. Het comité beschuldigt de anar chisten van aanslagen op de sovjot- regeerlng te organiseeren. In denzelf den nacht doden de bolsjewiki een aanval op -het hoofdkwartier van de sam„.,zweerders, die tenslotte hel ge- heelo gebouw in de lucht lieten sprin gen. Allen kwamen daarbij om. HONGARIJE. Een moordproces te Boedapest. Den 24en dezer zal to Boedapest hot strafgeding beginnen tegen Jozef Cser- ty en 30 anderen, beschuldigd den lui tenant-veldmaarschalk Ferry, de ge broeders Hollan en nog een aantal andere menschon te hebben vermoord VEREENIG DE STATEN. De presidentsverkiezing. Volgens een Havas-telegram uit Chi- cago zullen den 22en dezer 22.000 afge vaardigden van Amerikaansche arbei dersverenigingen bijeenkomen om een werkmanscandidaat te kiezen voor de aanstaande presidentsverkiezing. FEUILLETON. DOOB HULBERT FOOTNMt. >6) Dus het was dau toch waar, dat Nahnya hem gehaald had, om haar moe der te helpen. Hij voelde zich verlicht, maar vond de heele geschiedenis nu nog geheimzinniger. Want, als het wer kelijk een eerlijke zaak was, waar ver der niets achter stak, waarom had zij dan zulke wanhopige voorzorgen geno men, om haar geheim te verzekeren? Nahnya was geen dwaas kind, om zoo- iets zonder reden te doen. Hij gaf het vorder op een antwoord op die vraag te zoeken, en draaide de oude vrouw den rug toe, die, zoodia hij de oogen erop had gericht, den misvormden arm pijnlijk begou te wrijven, terwijl ze hem smeekende blikken toewierp. Ralpli had reeds met eon hoonenden glimlach opgemerkt, dat zij zijn kleine instrumenten-troes en zijn medicamen ten-kistje op do draagbaar hadden ge legd. Hij was vost besloten, dat hij zich door niets zou laten bewegen, ze to openen. De twee vrouwen hadden pakken meegebracht, waarin al het noodige voor het inrichten van een comfortabel kamp. waarmee zij dan ook begonnen. Nahnya sprak verder geen woord tot Ralph, maar haar doen was welspre kend genoeg. Hij sloeg haar ongemerkt gade, en een gevoel van onrust besloop hem. Zij sneed een aantal sparretakken, om hem een zacht bed t« maken, Zij roosterde een sneeuwhoen, dat zij had meegebracht, en bood het hem, voor hot slapen gaan, zwijgend aan, met blik, waarin hij berouw las en een dringende smeekbede. Een storm stak op in Ralph's borst. Hij voelde zich geroerd en toch ook weer geërgerd. Zijn hart drong hem, haar blik te beantwoorden, maar zijn gekrenkte trots weerhield hem. „Wa om kan ze niet open tegen mij zijn?" dacht hij. „Denkt ze soms, dat ze mij kan behandelen als oud vuil, en me dan met een vriendelijken blik weer voor haar doen knielen?" Hij aan vaardde het aanbod als zijn recht, zon der zich te laten vermurwen, en Nah nya ging verdrietig terug naar haar eigon legerstede, naast die van haar moeder. Met een groot vertoon van onv schilligheid schikte Ralph zich tusschen zijn dekens en sloot de oogen. Maar de strijd in hem duurde voort. Hij wilde en hij wilde niet. Zij had hem schande lijk behandeld hij haatte haar. Zij had er spijt van hij moest van haar houden. Het waas van geheimzinnig heid, waarin zij zich bleef hullen, maakte hem wanhopig; haar rustige, weloverwogen tegenstand, <Me zij zijn wil bood, bracht zijn wilde verlangens tot krankzinnigheid. Er waren oogon- blikken dat hij het gevoel had, dat hij alleen dan vrede zou kunnen vinden, wanneer hij haar moreel verpletterde. En dan dacht hij weer aan die uitdruk kiug in haar oogen, die een hemel be loofde aan hem, wien zij die wenschte te openen. ReedB daagde het, voor Ralph nog in slaap viel. Toen hij ontwaakte, was de storm geluwd. Bij hem kou eeu dergelijke atrijd slechts tot één uitkomst leiden trek» gaf zich gewonnen. Alles LUCHTVAART. Dougl&s en Ross verongelukt. Het vliegtuig van Douglas en Ross steeg Vrijdag to ruim half twaalf te Hounslow op om don tocht naar Austra lië aan te vangen. De machine werkte uitstekend. Aan de grens van Surbiton sloeg het toestel plotseling over den kop en stortte naar beneden. Een boom word doorjiet vallend vliegtuig ont worteld. I*-propeller drong in den grond. Beiae vliegeniers werden on middellijk gedood. Op zoek naar dc schipbreukelingen van "Dc Zaan". Zooals wij reed i mededeelden, ver trokken Vrijdag eenige vliegtuigen van ,.De Mok" om te trachten de overleven den van „De Zaan" te vinden. Over de zen tocht schrijft „G." in de „Tele graaf" het volgende: Op het bericht, dat de mogelijkheid bestond, dat een sloep met 22 opvaren den van liet op een mijn geloopen s.s. „De Zaan" zich nog op de Noordzee bevond, werden van marinezijde alle mogelijke pogingen in het werk gesteld deze sloep nog te vinden. Hot mistige weer belette den water vliegtuigen tot nu toe aan de nasporin gen een werkzaam aandeel to nemen, doch Vrijdagmorgen liet het weer zich gunstiger aanzien. Een helder winter zonnetje kwam op boven de Zuiderzee en weldra heerschte op het vliegkamp „De Mok" op Texel groote bedrijvig heid. Drie liydro's werden te water ge laten, terwijl de vliegers en waarne mers hunne kaarten bestudeerden en de instructies voor de te volgen route in ontvungst namen. Ik genoot het voorrecht als passagier van den com mandant van het vliegkamp de buiten ste route te volgen, waarom wij het eerst vertrokken. Om 9 uur was alles klaar voor den start; de touwen wer den losgegooid en weldra lag „De Mok" achter ons. Het weer, dat zich eerst zoo gunstig liet aanzien, begon evenwel onmiddel lijk to betrekken, het zicht werd slecht en aanhoudende mistvlagen voorspel den weinig goeds. Door den Oosten wind was het evenwel waarschijnlijk, dat het boven de Noordzee nog eenigs- zins helder zou zijn hetgeen ook nader hand juist bleek. Het eerste gedeelte -an den tocht ging 70 mijl pal We6t recht over het lichtschip „Haaks", dat ook na tien minuten vliegen rakelings gepasseerd werd. De bemanning van het lichtschip, opgeschrikt in hare een zaamheid, verscheen aan dek en wuifde ons hartelijk toe, hetgeen ons warm aandeed in de kou, die den mist op alle deelen van ons vliegtuig deed bevrie zen. Intusschen werd scherp uitgeke ken, maar noch met een kijker, noch met liet bloote oog mochten we iets ontdekken. Na vijftien minuten werd koers veranderd tot Noord en kwamen we al spoedig tusschen de visscher6- vloot. De stoomtrawlers begroetten ons met een etoot op de stoomfluit en over al werd even het werk gestaakt, om het voorbijsnorrende luchtmonster na te kijken. Langzamerhand bleven ze evenwel achter ons en weid do zee geheel ver laten, want we naderden het beruchte Duitsche mijnengebied, waar nog 300 duizend mijnen op hunne verlossing uit het zilte nat liggen te wachten. Juist vóórdat we weer in een dikke mistbank zouden verdwijnen, was het tijd om koers te veranderen en werd do terugreis in Zuid-Oostelijke richting aanvaard. De goed betonde geul door het mijnengebied werd verkend, doch een druk gebruik werd er niet van ge maakt: slechts één stoomtrawler merk ten we op. Het zal nog geruimen tijd duren vóór de veiligheid op zee is weergekeerd. De vele ongelukken en de weinige scheepvaart in het mijnengebied wijzen er wel op, dat hot gevaar er geenszins denkbeoldig is. Bij een noodlanding in dit gebied zal de kans op hulp door schepen vrijwel uitgesloten zijn, daar om werd zooveel mogelijk den lcuilen- kant gevolgd. De motor liet ons geluk kig niet in den steek en na ruim drie uur kwamen Vlieland en Texel in zicht. Do Zuidkant vau Texel zat al weer in den mist, waarvan de dikte op een afstand slecht te beoordeelen was. Toen we er evenwel plotseling iu ver dwenen, bleek het zoo dicht te zijn, dat op 10 M. hoogte de wateroppervlakte niet meer te zien was, zoodat het zaak werd er weer zoo spoedig mogelijk uit te komen. We.draaiden dan ook om. De bestuurder kreeg een gat in de nevels in het oog, dook er behendig doorheen, ing het toestel juist bijtijds boven het water op en het volgende oogenblik stonden we op de Zuiderzee. Er was niets te zien dan mist. Even werd krijgsraad gehouden en we besloten de Texelsche kust' weer^op te zoeken en al taxiëndo op het water „De Mok" te bereiken. Het geraas van den motor trok woldra de aandacht van eenige visschcrs, die daarop ijlings naar Eet strand kwamen loopen en on9 vertel den, dat we vlak bij Cocksdorp waren. welbeschouwd, redeneerde hij, was hij toch modieus: het ging dus niet aan, zijn patiënt om een ernstige beleedi- ging den rug toe te draaien. Hij wa-s niet van pion Nahnya te vergeven althans niet, zoo maar zonder meer maar hij wist, dat hij zichzelf nooit zou kunnen vrijpleiten, als hij wegging zonder zijn plicht als arts te hebben gedaan. Misschien was hij hierin riet volkomen oprecht tegenover zichzelf, misschien was hot alleen maar trots, die, nu hij het had afgelegd, nog iets trachtte te redden maar toch niet meer dan den schoonen schijn; schien zou hij, als hij er iets aun had kunnen doen, nooit van Nahnya zijn gescheiden. Elk hart vol fantasie, dat liefheeft, smaakt graag de bitterzoete voldoening om vurigo kolen op het hoofd van het voorwerp zijner liefde te stapelen. Zij zou er spijt van hebben, dat zij hem zoo behandeld had, maar hij zou onvermurwbaar blijven. Als ze er nu erg veel verdriet van had dan zou hij misschien Dus opende hij, na het ontbijt, nog grimmig kijkend als een Italiaansche struikroover, zijn troes, en gaf Nahnya barscho bevelen. Ilaar gelaat straalde; zij sprak geen woord, maar vloog op zijn wenken. Bewonderenswaardig was haar bevattelijkheid en haar handig heid. In minder don geen tijd lag de angstige oude vrouw gemakkelijk uit gestrekt op een breed, hoog bed van sparretakken, en stonden spalken, ver banden en warm water gereed. Toen alles voorbij was en de oude vrouw uit de aether-bedwelmiug begon te ontwaken, overvloedig tranen stor tend, maar toch heel blij, dat het was afgeloopen, pakte Ralph ziju in strumenten weer in, met demonstratief gegooi. Nu zijn beroepetoewijding niet Ingezondan mededeeling. wordt door 21.000 artsen erkend het beste versterkingsmiddel Zenuwen en Lichaam Nu volgde gemanoeuvreer tusschen zandbanken en het slot van het lied was, dat er nergens meer een doorgang te vinden was en het vliegtuig tegen den wal werd gezet en daar voorloopig verankerd. Het koelwater moest we gens het gevaar voor bevriezen* wor den afgetapt. Op de breede ruggen van de behulpzame eilandbewoners werden aaar den vasten wal gedragen, waar natuurlijk het eerste werk was „De Mok" te waarschuwen van onze behou den terugkomst, zonder dat het zoozeer gewenschto resultaat bereikt was. Een flinke lunch in het dorpshotel togen stadsprijzen herstelde onze krachten, terwijl de mist voldoende op trok, om den terugtocht mogelijk to maken. Met behulp van de mannelijke bevolking werd de hydro, die door hot vallen van hot water vrijwel in het binnenland bleek te sthan, weer in diep water gebracht, een garnalenvisscher leverde het benoodigde koelwater en na eenige sportieve krachtinspanning word de motor weer aan den gang ge bracht. Een kwartiertje later zaten we weer op „De Mok" en spoedden ons per sleepboot huiswaarts naar Den Helder, waar we na de geleden koude en vermoeiende dagtaak dubbel de warmte en gezelligheid van een intie- huiskamer apprecieerden. De bergingssleepboot „Noordsvaar- der", die drie dagen op de Noordzee heeft gekruist, zoekende naar de ver miste equipage van het stoomschip „De Zaan", kwam Zaterdagavond zonder resultaat in de haven van Terschelling terug. BINNENLAND. Hit Nidsrisidssh nkadir in Ooat-lndll van 1914-1916. Eerlang zal bij de firma Martinus Nijhof te 's-Gravenhage ter perse gaan een werk over onze Marine, geschre ven door den vice-admiraal F. BauduiD, oud-commandant van het Neder- landsch eskader in Nederlandsch- Indie. Het boek, getiteld: „Het Neder- landsch eskader In Oost Indie van 1914—1916, benevens eenige be schouwingen over de Marine", heeft ten doel, om aan te toonen hetgeen in den oorlog door de Zeemacht met het bestaande materieel reeds bereikt is, en in verband daarmede te be- toogen dat onze Zeemacht wel degelijk behouden dient te worden, al is het niet met agressieve bedoelingen. Op een mijn geleopen. Het Duitsche stoomschip Mosel beeft te R'dam aangebracht elf leden van den motorschoener Taletta, die 2den dezer ter hoogte van Ter schelling in de Noordzee op een mijn open en gezonken is. De beman ning heeft vijf uur in een sloep rond gedreven vóór zü opgepikt werd door het van Rotterdam naar Hamburg varende stoomschip Herold, dat deze bemanning aldaar heeft geland. Jaarwiddaregoll«| Landmacht, De voorgestelde bezoldigingsschaal voor het instructief en administratief kader (beroepspersoneel) bij de korp sen der Landmacht, welke met ingang van 1 Januari a.s. wordt ingevoerd, door den Minister van Oorlog overgenomen, met dien verstande evenwel, dat waar bij de vast stelling van de bezoldigingsbedragen geen rekening zal worden gehouden met de uitkeering in ééns welke onlangs heeft plaats gehad - de door de commissie voorgestelde bedragen met die uitkeering zullen worden verminderd, dus met pl. minus één twaalfde. Overigens zal door allen, gehuwden en ongehuwden voor huis vesting van Rijkswege een bedrag moeten worden vergoed van 10 °/0 hunner jaarwedde. D« staking ti IJmuidm. Het mijnengevaar en de loonskwestie. De „Visscherij-Courant" deelt om trent de reeds gemelde zeelieden staking U IJmuiden mede, dat bet reeds lang broeit en gist onder de menschen. Sommige revolutionaire elementen, zegt het blad, doen daarenboven hun best om het tot een conflict te brengen, en sommigen vreezen, dat de loonkwestie, die eigenlijk de ondergrond is van deze staking en die nu door de jongste ongevallen aan IJmuider trawlers overkomen, bij de minstmoedigen zoo kan worden uitgebuit, voeren zal tot een uitgebreid arbeidsconflict, dat al lang door sommige op bet vinken touw zittende demagogen ia voorbe reid! De zeelieden hebben besloten bin nen te blijven tot Maandag a.s. en dan opnieuw te vergaderen. Het bestuur der zeelieden heeft inmiddels gevraagd aan de reeders om dat besluit te billijken en bet loon voor den tijd dat stilgelegen wordt, toch uit te betalen. Over de loonkwestie heeft het bestuur van den Centr. Bond van transportarbeiders aan de Reedersver- eeniging geschreven, dat dit „absoluut te laag" is, en tevens, dat de opva renden der trawlers hun „volkomen gemis aan rechtspositie" betreuren. In dit schrijven heet het: „De toestand ia zoo, dat bet maand geld ongeveer geheel weggaat aan voeding en kleeding, zoodat het gezin ia aangewezen alleen op het precen- tengeld. Meermalen gebeurt het, dat bij een reis, welke ontijdig moet worden afgebroken, hetwelk den laatsten tijd al meer voorkomt, door de zeelieden nog geld moet worden toegelegd voor gemaakte kosten voor voeding. Doch ook in het gunstigste geval kan een matroos of stoker, laat staan een tremmer of kok, in dien deze gehuwd is, niet meer aan zfin vrouw ter hand stellen voor bekostiging van het ganache huis houden dau f 26 per week. Verzocht wordt voorts de maand- gages in het algemeen met f60 te willen verhoogen. Voor eeu kok en tremmer, die momenteel nogal ver schillende gages ontvangen, wordt een uniform loon verzocht van f90 per maand. Ook is het loon van den schipper zou men uniformiteit zien betracht op de basis van 6% der besomming". Duur vu. Men schrijft uit den Geld. Achter hoek: Het winterweer is oorzaak, dat de prijzen van het vee in de laatste dagen beduidend gestegen zijn. Door dien de boeren het vee spoediger uit de weide moesten halen dan gewoon lijk en ook dan zij zich bad Jen voorgesteld, werden ze verplicht al aanstonds het wintervoer aan te spreken, wat de kosten der vee- nouderjj vergrootte en vanzelf invloed moest uitoefenen op den prijs van net vee. Een prijs van f 1.10Ï f 1.20 per pond slachtgewicht, waarvoer thans ingekocht wordt, is nog niet in dezen tijd van het jaar voorge komen. UIT OOST-IHQIË. De brand op Kvakatau. Uit Batavia werd omtrent den ons reeds telegrafisch gemelden brand op Krakatau het volgende aan de Dell- bladen bericht: De excurseerende deelnemers aan het natuurwetenschappelijk congres keerden 7 Oct. met de „Barentsz" van Krakatau terug. Door de onvoor zichtigheid van - een lid, dat, zijn sigaar aanstekend, een lucifer weg wierp op het gras, vatte de kurkdroge vegetatie vlam en de vlammen tasten snel het grooter gewas en de boomen aan. Tegen het avonduur stond een zijde van het eiland in lichtelaaie. Allen keerden naar boord terug. Het sohip voer naar de andere zijde van het eiland om de 4 daar wonende personen, onder wie een Europeaan, te redden, wijl het gevaar bestond, dat zij zouden „uitrooken". Bovendien was er geen bootje of vlot te hunner beschikking. Aangezien het vuur reeds de kam van het eiland bereikt had de vlammenzee zich over bet geheele eiland uitstrekte, werd be sloten om die 4 personen aan boord van de „Barentsz" te halen en naar Batavia mede te nemen. Dezer dagen zullen zij worden teruggezonden,tenzij hun woningen en kalkbranderij ver nietigd zijn." Volgens door het departement van marine te Batavia ontvangen bericht was intusschen de brand op Krakataq gebluscht en zou deze zich vermoede lijk alleen over het westelijk deel van bet eiland hebben uitgestrekt. Een groot deel der vegetatie, weljte dior baar snelle opkomst op die af gelegen plek in zee de aandacht der wetenschap had getrokken, zou <fyn dus nog zijn gespaard gebleven. Aanslagen op assistenten. Omtrent den moord op den assistent J. Rahder op de onderneming Kala- koen Penang, ter Sum. Oostk., schreef de „Sum. Post" van 6 October Jl. het volgende: „Acht dagen geleden had de heer Rahder een kwestie meteen Cninees, die in de fermenteerschuur werkte, gehad over het werk, dat die Chinees niet naar den zin van zijn assistent verrichtte. De assistent plaatste hem toen voor een week op het buiten werk. Hedenochtend mocht de koell weer in de fermenteerschuur werken en kwam met de anderen omstreeks zes uur binnen, teen de heer R. aan den ingang de koelies controleerde. Bij net passeeren van den assistent liep de Cbinees iets langzamer en stak plotseling met een dolk naar den heer Rahder, dien hij doodefijk trof, oamelfik in de hartstreek. De héér Rahder werd naar het hospitaal ge bracht en overleed kort daarna. De heer Rahder stond goed bekend, als best met het koelipersoneel om kunnende gaau. Speciaal wist men van hem, a&t hij met Chlneezen gold kon opschieten!" De moordenaar, die gevat werd, legde een volledige bekentenis af en zijn verklaringen luidden geheel over eenkomstig het Medansche blad medè- deelde. Aan het „Boer. Hbl." werd uit Me- dan van een anderen aanslag bericht gezonden De „Deli Ct." meldt, dat op den assistent Borneman, van de onder neming Lauboer, een aanslag is ge pleegd. HJj had vijf koelies strafwerk gegeven wegens to laat komen. Nadat dit verricht was, gaven de koelies, allen Chineezen, den asBistent met een stuk hout een klap op het hoofd. Ook de andere koelies wilden hem aanvallen, doch de assistent kreeg den eersten aanvaller onder de knie en wist zich de anderen van hetljjf te houden, waarop zy vluchtten. Latjr kwam een koeli terug en sloeg den assistent op hoofd en arm, welks daardoor brak. Toen er geen hujp kwam opdagen, werd de assistent vermoord. De daders zijn gevat." meer noodig was, heesch hij weer de vlag van onvermurwbaarheid. Nahnya had niots gezegd. Toen het gevaar ge weken was, had zij zich over de patiënt hoengebogen en zijn hand gegrepen, maar hij had dio snel terug getrokken. Met haar oogon, die een innige dank baarheid uitdrukten, volgde zij hem. Het hinderde Ralph en vermeerderde zijn wrevel, waarom had hij niet kunnen zeggen, misschien omdat het slechts dankbaarheid was. en niet de andere innigheid, wuarnaar hij honger de. Hoe het zij, hij kon het niet ver dragen. Hij sloeg het valios dicht, wierp het neer, en liet de patiënt ver der aan Nahnya's zorgen over. „Afgeloopen," dacht hij bittor» „En tusschen haar en mij is hot ook afge loopen. Wat kan hot haar schelen wat ik voel. Zij heeft me zonder eenig wetensbezwaar opgeofferd aan die oude vrouw.. Nu die genezen is, kan ik wel weer teruggaan en verder opwaaien. Maar zoo gemakkelijk komen ze niet van me af; ik heb mijn werk gedaan en het staat me nu vrij to doen wat ik wil. Ik ga hier niet vandaan voor ik echter do reden ken van die idiote ge heimzinnigheid" Langzamerhand was de oude vrouw in een diepen, natuurlijken slaap ge vallen, en Ralph was vrij, haar alleen te laten. Hij stak zijn pijp aan, en bc gon het flauw aangeduide pad te vol gen. Door de voortdurende schemering, wuarin hun kamp lag, kreeg men het gevoel, dat hot woud zich tot in het oneindige uitstrekte, maar Ralph had nog geen vijfhonderd moter geloopen, of hij stond onverwachts aan een der zoomen. Ter linkerzijde van het pad, eindigde het aan den voet van een stelle, naakte rotshelling. Staande aan den boschrnnd en links en rechts kij kend, scheen hem de rotsmassa zich uit te strekken zoover zijn oog reikte. Zij hing te veel voorover, dun dat hij, omhoog kijkend, don top kon zien. Hij volgde het pad nog een eindje en kwam toen aan den rand van ravijn, waar het uitzicht ruimer was. Toen hij hier omhoog keek, zag hij een duizelingwekkend perspectief van rotspieken, en heel in de verte, den hoogsten top, gelijkend op een reuzen duim van steen, die opgestoken was in olden van oeuwige sneeuw, badend in erblindenden zonneglans. Het mach tige Bchouwspel deed Ralph zijn wrok vergeten. Aan zijn voeten kloin het ravijn ter linkerzijde op tegen den voet van on metelijke bergreuzen. Een klein beekje ruischte zacht in de diepte: het vloeide naar den grooten stroom in de nabij beid waarvan zij de rivier verlaten hadden. Het pad kruiste het ravijn, om to verdwijnen in het woud aan de over zijde. Het woud vormde den zoom van hot ravijn, en onttrok ann dien kant alles aan het oog. Ralph's blikken richtten zich dus alleen op hot ravijn. Op den bodem er van lagen rotsblokken en omgevallen boomen. En terwijl hij omlaag staarde, uau niets anders denkend dan aan de wilde schoonheid van het tafereel, opende hij plotseling den mond van verbazing, en hij wreef met do hand over zijn oogen, dio hij niet gelooven kon. Want uit een kleine wildernis van doode en levende boomen aan den voet der rotsen, omstreeks een tweehonderd meter van hem af, kwam de gestalte van een man te voorschijn. Het was Charley. Men zou gezworen hebben, dat hij uit d# rotsen zelf t« voorschlji getreden. GEMENGD NIEUWS. Di pssssa-aisi-s. Men schrijft aan de „N. Ot.": Welke tragedies zich afspelen ten gevolge van dan oer log: Een Duitsch vrouwije, reeds vele jaren te 's-Gravenhage wonend, kreeg een paar weken geitden uit een dorp bij Aken telegrafisch bericht, dat haar zwager (weduwnaar met vjjf kinderen, zijn echtgenoote was een jaar te voren, in hoofdzaak door gebrek, overleden) stervend was Da reeds lang ziek te zijn geweest. Om baar ongelukkige familie terstond te kunnen helpen, snelde zij naar Rotterdam om eéc pas. De Duitsche consul-generaal was bereid dien te geven, echter onder mededeeling, dat dit weinig zou baten, omdat het stuk eerst geviseerd moest worden door den Belgischen ccntql- generaal. En het bekomen van zoota eerste visum had heel wat in. Na een week kwam de doodstydlog, af gezonden door den oudsten der vijf weezen. Alle andere pogingen hpt vertrek sneller mogelijk te maken, faalden. Dus ging er een schrijven □aar den Belgischen eonsul-generaal en den Belgischen zaakgelastigden In Den Haag, waarin een beroep gedaan werd öp hun menscblievendheid om, inetteixljdeateUing van niet strikt noo dige formaliteiten, het eerste visum op het paspoort dadelijk te verleenen. Werkelijk werden eenige formali teiten achterwege gelaten, maar het om een visum smeekende vrouwtje kreeg toch te hooren, dat zfi na een 12 of 14 dagen wol zou ver nemen óf zty in het door de Belgen bezette Duitsche gebied moeht komen. En de Belgische zaakgelastigde ant woordde „ea mogelijk de beslissing der Belgische overheden in Brussel te kunnen bespoedigen". Iatusscben verkeeren vijf onschul dige kinderen in wie zal zeggen welke ellende. Sa welk Belgisch staatsbelang met zulke regeling waarbij de Belgische diplomatieke en consulaire vertegeriwoordiging een rol ls bédeeld, die voor de betrokken hooge ambte naren niet minder dan vernederend ia werd: gediend, dht zal wel moeilijk te verklaren zijn. Kia diiviabudi ti Nfiai|ia. De recherche te. Nymegen heeft daar belangrijke diefstallen ontdekt, gepleegd door een complot van on geveer twintig winkeljuffrouwen. Reeds geruimen tijd was er in verschillende winkels veel gestolen, zonder dat men de daders kon ont dekken. Vrijdagavond nu galukte het de recherche een winkeljuffrouw by het verlaten van haar winkel te arresteeren, die In haar mof ont vreemde goederen verborgen had. By huiszoeking bleek, dat deze „dame" niet minder dan drie groote pakken en doozen met gestolen goederen op bare kamen had. Manufacturen, luxe artikelen, kleedingstukken, alles scheen van hare gading te zfin. Het ontvreemde had een waarde van ongeveer tweeduizend gulden. Ver dacht van beling werd ook de aan staande van de winkeljuffrouw in arrest genomen. Weldra kwamen er nu meer dingen aan bet licht. Ir werd nog een aantal winkeldames, ongeveer een twintigtal, aangehouden. Nadere huis zoekingen deden nog enorme boeveel heden gestolen goederen te voerschyn komen. Naar schatting ls reeds voor dui zenden aan waarde In beslag geno men. Het politiebureau, waarheen alles ie vervoerd, ïykt wel een warenhuis. Naar gemeld werdt ging de dieven bende «li volgt te werkDe eene wlnkeljcfftouw kocht goederen by een andere, mede In het cemplot. Door slechte coutrftle en boekhouding scheen dit spelletje goed te hikken. Omgekeerd deed nummer twee in- koopen by nummer een, en zoo doende werden tal winkels de dupe van de praktyken dezer „dames". Heelé ameublementen moeten zich xelfé bevinden onder de ln beslag genomen goederen. Ifog meer arrestaties worden er virwacht. („N. v. d. D") Ee« taigdirigi slaap. Het „New-Tork Medical Journal" deelt mede, dat Hilda Kari, een Finisht, den Meten Juni in het Bellevue Hospitaal te New York stierf na een slaap van drie maanden en v«f dagen, met slechts enkele oogen- blikken, waarin sy by bewustzyn waa. Ne ziekte werd beschouwd als eocepballtis lethargie». Den 21sten Maart was sy in het ziekenhuis op genomen en alle pogingen, ook de meeat drastische, die in het werk werden gesteld om haar wakker to maken, mislukten. •ssdziskari mar SlbsrlB. Goudzoekers verlaten in groote getale het schiereiland Alaska op zoek naar mysterleuse goud vonders, die gemeld werden ergens over de Sering-Straat ln Siberié. HOOFDSTUK VU. Do kom van het Rotsge bergte. Onwillekeurig trok Ralph zich tus 8chen do boomen terug. Hij waa niet opgemerkt. Charley vervolgde achte loos zijn weg over de rotsblokken. Ralph week terzijde van het pad, én hield zich verborgen, tot hij Charley had hooren voorbijgaan in de, richting van het kamp. Toen begon hij af te dalen in het ravijn, en spoedde zich, zoo snel als de hindernissen, die hij op n weg vond, het hom slechte toe lieten, naar de plaatB waar de jongen zoo onverwachts was opgedoken. Ralph vennoodde, dat men in het kamp naar hem zou gaan zosken, zoodrn Charley teruggekeerd was. De plek, waarheen hij zijn schreden richtte, lag in een iets vooruitsprin genden hoek van het ravijn, en het kreupelhout vormde daar een dicht warbosch. Ralpli klauterde omlaag over do gevallen boomstammen, zooals hij hot Charley had zien doen, en be reikte oen kleine nis van aarde, die een schamel voedsel gaf aan drie afge knotte pijnboomen en eenige bessen- struiken, welke zoo een natuurlijke schuilplaats tegen den revijafohd vormden. Hij baande zich een weg, schoof de takken ©n bladeren op zijde, en stond voor de opening van een rotshol. Verbaasd trad hij eenige schreden terug. Wat hij dan wel gedacht had te zullen vinden wist hij niet maar. in goen geval een opening in den irotS- wand! Verwarde gissingen doorkruis ten zijn brein en vervlogenweer; tet- wijl hij in het gat etaarde. Wa»' het mogelijk, dat zi| va* «ex ander achenru waren, schepselen, die in de Ingewanden der aarde konden voort leven zonder licht en zonder lucht.? Waartoe zich nog diepor te begraven, hier, op honderden mijlen reizen van de bewoonde wereld? Was het 't bezit een of onder afschuwelijk geheim, dat Nahnya's gelaat steeds zoo ernstig maakte? Wat verborg dat hol, een af grijslijke misdaad, ongekende ver schrikking of een schat? De opening wae omstreeks twee voet wijd, en door de boomen en bot struik gewas zoo goed verborgeD, dat Ralph zich afvroeg, door welk toeval zij het eerst ontdekt was. Hij stak een lucifer aan en wierp hem naar binnen. Hij bleef branden tot hij op den grond te recht kwam. Ralph schatte daarnaar de diepte op omstreeks vijftien voet. De stam van een jongen pijnboom stond loodrecht er middenin, en reikte tot elechta een voet beneden don top. Blijk baar, werd hy gebruikt om er in en uit te klimmen. Het was als een uitnoodiging om binnen te gaan, maar Ralph aarzelde. Ondanks het geruststellende daglicht, en den vasten rotsbodem, kon hij hot gevoel van ieta geheimzinnig-spook- achtige, Iets bovennatuurlijks, niet van zich afzetten. Toen hij het beproefd had weg to lachen, bleef er nog een vrees voor lijfsbehoud. „Wie weet wat daar beneden ia," dacht hij. „en op wélke wijze ik ontvangen word!" Ein delijk spraken gevoelsoverwegingen. „Het ls allesbehalve eerlijk om achter hun 'rug naar hnn geheimen te snuffe- Jen," overwoog hij. De herinnering aan do ondervonden beleedigingen verdrong deze bedenking. „Zij hebben mijn ge- voelefaé ook niet gespaard," redeneerde hij. (Wordt ▼errolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1