O-DERSCHE COURANT
DE VEBBDRGEN VILLEI
Moi 6189
DINSDAG 18 NOVEMBER 1919
47» JAARGANG
Bodaoteur-Ultflavar t C. DB BOSB Jr., Helder. - Oplaag 7000 ex. Abonnementsprijs e In de atad 1.20, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. - Losse ex. 3 ot. -
per regel 20 ot.
BUITENLAND.
DÜIT50HLAND.
De Enquêtecommissie.
In de vergadering van de enquête
commissie van Zaterdag is het verhoor
van Helfferich voortgezet. Hierbij
kwain het tot levendige incidenten, die
tenslotte het bedanken van Warmuth
als voorzitter en daarop eerst een ver
daging voor onbepaalden tijd, maai
vervolgens het opnieuw bijeenkomen
der commissie tegen Maandag tenge
volge hadden.
Bij het begin van het verboor con
stateerde Warmuth, dat over de gebeur
tenissen ter zake van do tuBschenkomst
oener onzijdige macht in de beslissende
Kerstdagen van 1916 nog niets blij
vends vastgesteld was en dat er dus
geen verstrekkende gevolgtrekkingen
uit hetgeen tot dusver bekend gewor
den is, mogen worden gemaakt.
Hierop werd nelfferich nogmaals
ondervraagd over do redenen, waarom
hij van standpunt ten opzichte van den
meodoogenloozen duikbootoorlog ver
anderde.
Helfferich legde er den nadruk op,
dat hierbij geen principieele, doch al
leen practisehe redenen den doorslag
gegeven hadden. Het feit was. dat het
opperbevel den kruiseroorlog der duik-
booten niet voldoende achtte om den
aanvoer van munitie van den vijand
genoeg te beperken.
Bij de verdere besprekingen ver
klaarde Helfferich, dat hij de vragen
van dr. Cohn niet rechtstreeks wensch-
tn to beantwoorden.
Op de opmerking van den voorzitter,
dat dit gelijk stond met een weigering
om te getuigen, wees Helfferich erop,
•lat hij voor een gewoon gerechtshof
hot recht zou hebben om dr. Cohn als
rechter te wraken.
Na een verdere woordenwisseling
trok de commissie zich terug om het
geval te bespreken. Na anderhalf uur
namen de leden der commissie hun
plaatsen weer in en verklaarde voor
zitter Warmuth: De commissie heeft
met, vier tegen twee stemmen, terwijl
dr. Cohn zich van stemming onthield,
het volgende besluit genomen: De com
missie is geen gerechtshof; haar ver
hoeren zijn ook geen voorgeding voor
het staatsgereehtshof; zij heeft geen
vonnis te vellen; het wraken van eon
•lor toegevoegde leden om persoonlijke,
redenen kan niet worden toegelaten;
evenmin het niet beantwoorden van
vragen, die door een bepaald lid wor
den gesteld; tot het niet antwoorden
op vragen heeft een getuige alleen
recht op grond van het strafwetboek.
Hiermee worden bedoeld de bepalingen,
dio een getuige het recht geven voor
de rechtbank te weigeren getuigenis
af to leggen, als bij in nauwe familie
betrekking staat tot den beklaagde of
zich, door zijn getuigenis zelf aan een
strafvervolging bloot stelt.
Op de vragen van den voorzitter, of
Helffefich nu bereid was om de vragen
van dr. Cohn te beantwoorden, ant
woordde deze opnieuw ontkennend.
Hierop las Warmuth het volgende be
sluit voor, dat genomen was met de
zelfde verhouding van steinmen: „Be
getuige Helfferich wordt, omdat hij
zonder wettelijke redenen weigert ge
tuigenis af te leggen, veroordeeld in
de boeten, die uit zijn weigering voort
vloeien en voorts tot een geldboete van
300 Mark.'' Voor zijn persoon voegde
Warmuth hieraan toe, dat dit besluit
niet. overeenkwam met zijn persoonlij
ke opvatting over de toepasselijkheid
van de regelen van een gewoon straf
proces op de verhooren van deze com
missie. In verband met de positie, die
de meerderheid van de commissie heeft
ingenomen, legde hij derhalve het voor
zitterschap neer en gaf dit aan Gotheim,
den plaatsvervongenden voorzitter,
over. Daar Helfferich reeds van tevoren
had verklaard desgewensebt bereid te
zijn de redenen oj» te geven yóh ?>jn
gedrag tegenover dr. Cohn, verzocht
thans Gotheim aan Helfferich (op ver
zoek van di'- Cohn), deze mede to
deelen.
Hierop verklaarde Helfferiehj dat de
heelo commissie is ingesteld om de
oorzaken van do ineenstorting des rijks
to toetsen. Volgens de opvattin© van
JTolffericli nu, zoo verklaard» deze,
was dr. Cohn onmiddellijk betrokken
bij deze ineenstorting, overmits hij zich
volgens een telegram van Joffe geld
middelen had laten geven om in.
Duitscliland eon revolutie voor te be
reiden. Dientengevolge zou geen macht
ter wereld hem kunnen dwingen om do
vragen van dr. Cohn voor deze com
missie te beantwoorden.
In antwoord hierop wees dr. Cohn
<>P de verklaring, die hij reeds langen
lijd geleden in de nationale vergadering
heeft afgelegd. Joffe heeft alleen gete
legrafeerd, dat hij (Joffe) aan hem
(Cohn) den 6en November 1918 's och
tends zekere bedragen aan geld over
maakte voor bepaalde oogmerken; wel
ke uitsluitend de ondersteuning van
Russische krijgsgevangenen en voor
een klein deel de ondersteuning van
politieke oogmerken van zijn partij
betroffen. De inhoud van dit telegram
was juist. Roods in de nationale verga
dering had hij (Cohn) verklaard, dat
hij bij herhaling van de aantijging van
het aannemen van Russisch geld om
Duitschland te revolutiouneeren. daar
op zou antwoorden mot de beschuldi
ging van leugen. Hierop ontspon zich
een levendige discussie, waarin dr.
Cohn o. a. het volgende te berde
bracht: „Het Duitsche volk is aan den
oorlog niet schuldig, maar aan liet ont
staan en aan den ongelukkigen afloop
zijn Heden als dr. Helfferich schuldig.
Helfferich sprong van zijn stoel-,op en
verklaarde, dat hij zijn getuigenis zou
staken en de zaal zou verlaten, indien
hij gedwongen werd dergolijke taal aan
lo hooren. Gotheim maakte hem erop
altent, dat hij daarop geen recht had.
Helfferich herhnalde evenwel zijn be
dreiging en liep reeds van de getuigon-
tafel weg. Onder deze omstandigheden
achtte de voorziter hot het verstandigst
om de zitting te sluiten en behield zich
voor een nader besluit omtrent de vol
gende zitting te publiceeren.
Later werd de volgende zitting toch
nog op Maandagochtend bepaald. Vol
gens de binden zullen dan Hindenburg,
Ludendorff en Helfferich tezamen als
getuigen worden gehoord.
BELOIE.
Dubbele beschuldiging.
De Belg Hcnri de Cronckel, een der
redacteuren van de „Gazette des Ar
dennes", die door den Franschen krijgs
raad bij. verstek ter dood veroordeeld
i6 en Donderdag te Brussel in hechte
nis werd genomen, blijkt niet slechts
zijn medewerking aan de door de Duit-
schers opgerichte „Gazette" op zijn
kerfstok te hebben. Hij is tijdens den
oorlog bovendien nog cenigen tijd af
deelingschef in het activistische minis
terie van justitie geweest. Hij zal zich
dan ook voor het Belgische gerecht
moeten verantwoorden.
ENGELAND.
De zeeslag bij Jutland.
Blijkens oen thans gepubliceerde sta
tistiek hebben de verliezen aan Engel-
gelsche zijde in den zeeslag bij Jutland
6014 dooden en 674 gewonden bedragen.
De totale sterkte van de „Grand Pleet"
was 60.000 man. De „Lion", die in een
hevigen strijd was gewikkeld, had 95
dooden en 51 gewonden
RUSLAND.
n draadloos Fransch be
richt melden de jongste berichten, die
uit Nieolajef te Archangel ontvangen
zijn, dat er een nieuwe opstand dei-
boeren is uitgebroken in het goeverne-
ment Astrakan en dat de opstand tegen
de rooden in de streek van Borisso-
globsk toeneemt.
Te Briansk wordt de opstand, die be
gonnen was door werklieden, gesteund
door den staf van het. 14e roode leger.
Er wordt gevochten. De beweging
breidt zich schielijk uit. Tegelijkertijd
zijn er oproeren uitgebarsten in de
goevernementen Kalesjky en Sorpoe-
kowo. Het goevernoment Moskou komt
eveneens in beroering. Lieden" uit dat
goevernement trachten zich met het
•rijwilligerslegor te vereenigen.
Om deze opstanden te bestrijden zijn
de bolsjewiki genoodzaakt hun regi
menten van het front terug te trekken.
Oekrainscho regimenten ten getale
van 30.000 man in het geheel hebben
het leger van Petljoera in den steek
gelaten.
In het Zuiden van Rusland zijn de
werkliedenverenigingen, dio de bol
sjewisten hadden onderdrukt, hersteld.
Anarchisten en bolsjewisten.
Het verdedigingscomité te Moskou
meldt, dat daar op 4 dezer een bomaan
slag ïb gepleegd, waardoor verschei
dene personen gedood en gewond wer
den. Het comité beschuldigt de anar
chisten van aanslagen op de sovjot-
regeerlng te organiseeren. In denzelf
den nacht doden de bolsjewiki een
aanval op -het hoofdkwartier van de
sam„.,zweerders, die tenslotte hel ge-
heelo gebouw in de lucht lieten sprin
gen. Allen kwamen daarbij om.
HONGARIJE.
Een moordproces te Boedapest.
Den 24en dezer zal to Boedapest hot
strafgeding beginnen tegen Jozef Cser-
ty en 30 anderen, beschuldigd den lui
tenant-veldmaarschalk Ferry, de ge
broeders Hollan en nog een aantal
andere menschon te hebben vermoord
VEREENIG DE STATEN.
De presidentsverkiezing.
Volgens een Havas-telegram uit Chi-
cago zullen den 22en dezer 22.000 afge
vaardigden van Amerikaansche arbei
dersverenigingen bijeenkomen om een
werkmanscandidaat te kiezen voor de
aanstaande presidentsverkiezing.
FEUILLETON.
DOOB
HULBERT FOOTNMt.
>6)
Dus het was dau toch waar, dat
Nahnya hem gehaald had, om haar moe
der te helpen. Hij voelde zich verlicht,
maar vond de heele geschiedenis nu
nog geheimzinniger. Want, als het wer
kelijk een eerlijke zaak was, waar ver
der niets achter stak, waarom had zij
dan zulke wanhopige voorzorgen geno
men, om haar geheim te verzekeren?
Nahnya was geen dwaas kind, om zoo-
iets zonder reden te doen. Hij gaf het
vorder op een antwoord op die vraag
te zoeken, en draaide de oude vrouw
den rug toe, die, zoodia hij de oogen
erop had gericht, den misvormden arm
pijnlijk begou te wrijven, terwijl ze
hem smeekende blikken toewierp.
Ralpli had reeds met eon hoonenden
glimlach opgemerkt, dat zij zijn kleine
instrumenten-troes en zijn medicamen
ten-kistje op do draagbaar hadden ge
legd. Hij was vost besloten, dat hij zich
door niets zou laten bewegen, ze to
openen.
De twee vrouwen hadden pakken
meegebracht, waarin al het noodige
voor het inrichten van een comfortabel
kamp. waarmee zij dan ook begonnen.
Nahnya sprak verder geen woord tot
Ralph, maar haar doen was welspre
kend genoeg. Hij sloeg haar ongemerkt
gade, en een gevoel van onrust besloop
hem. Zij sneed een aantal sparretakken,
om hem een zacht bed t« maken, Zij
roosterde een sneeuwhoen, dat zij had
meegebracht, en bood het hem, voor
hot slapen gaan, zwijgend aan, met
blik, waarin hij berouw las en een
dringende smeekbede.
Een storm stak op in Ralph's borst.
Hij voelde zich geroerd en toch ook
weer geërgerd. Zijn hart drong hem,
haar blik te beantwoorden, maar zijn
gekrenkte trots weerhield hem. „Wa
om kan ze niet open tegen mij zijn?"
dacht hij. „Denkt ze soms, dat ze mij
kan behandelen als oud vuil, en me
dan met een vriendelijken blik weer
voor haar doen knielen?" Hij aan
vaardde het aanbod als zijn recht, zon
der zich te laten vermurwen, en Nah
nya ging verdrietig terug naar haar
eigon legerstede, naast die van haar
moeder.
Met een groot vertoon van onv
schilligheid schikte Ralph zich tusschen
zijn dekens en sloot de oogen. Maar de
strijd in hem duurde voort. Hij wilde
en hij wilde niet. Zij had hem schande
lijk behandeld hij haatte haar. Zij
had er spijt van hij moest van haar
houden. Het waas van geheimzinnig
heid, waarin zij zich bleef hullen,
maakte hem wanhopig; haar rustige,
weloverwogen tegenstand, <Me zij zijn
wil bood, bracht zijn wilde verlangens
tot krankzinnigheid. Er waren oogon-
blikken dat hij het gevoel had, dat hij
alleen dan vrede zou kunnen vinden,
wanneer hij haar moreel verpletterde.
En dan dacht hij weer aan die uitdruk
kiug in haar oogen, die een hemel be
loofde aan hem, wien zij die wenschte
te openen. ReedB daagde het, voor
Ralph nog in slaap viel.
Toen hij ontwaakte, was de storm
geluwd. Bij hem kou eeu dergelijke
atrijd slechts tot één uitkomst leiden
trek» gaf zich gewonnen. Alles
LUCHTVAART.
Dougl&s en Ross verongelukt.
Het vliegtuig van Douglas en Ross
steeg Vrijdag to ruim half twaalf te
Hounslow op om don tocht naar Austra
lië aan te vangen. De machine werkte
uitstekend. Aan de grens van Surbiton
sloeg het toestel plotseling over den
kop en stortte naar beneden. Een boom
word doorjiet vallend vliegtuig ont
worteld. I*-propeller drong in den
grond. Beiae vliegeniers werden on
middellijk gedood.
Op zoek naar dc schipbreukelingen
van "Dc Zaan".
Zooals wij reed i mededeelden, ver
trokken Vrijdag eenige vliegtuigen van
,.De Mok" om te trachten de overleven
den van „De Zaan" te vinden. Over de
zen tocht schrijft „G." in de „Tele
graaf" het volgende:
Op het bericht, dat de mogelijkheid
bestond, dat een sloep met 22 opvaren
den van liet op een mijn geloopen s.s.
„De Zaan" zich nog op de Noordzee
bevond, werden van marinezijde alle
mogelijke pogingen in het werk gesteld
deze sloep nog te vinden.
Hot mistige weer belette den water
vliegtuigen tot nu toe aan de nasporin
gen een werkzaam aandeel to nemen,
doch Vrijdagmorgen liet het weer zich
gunstiger aanzien. Een helder winter
zonnetje kwam op boven de Zuiderzee
en weldra heerschte op het vliegkamp
„De Mok" op Texel groote bedrijvig
heid. Drie liydro's werden te water ge
laten, terwijl de vliegers en waarne
mers hunne kaarten bestudeerden en
de instructies voor de te volgen route
in ontvungst namen. Ik genoot het
voorrecht als passagier van den com
mandant van het vliegkamp de buiten
ste route te volgen, waarom wij het
eerst vertrokken. Om 9 uur was alles
klaar voor den start; de touwen wer
den losgegooid en weldra lag „De Mok"
achter ons.
Het weer, dat zich eerst zoo gunstig
liet aanzien, begon evenwel onmiddel
lijk to betrekken, het zicht werd slecht
en aanhoudende mistvlagen voorspel
den weinig goeds. Door den Oosten
wind was het evenwel waarschijnlijk,
dat het boven de Noordzee nog eenigs-
zins helder zou zijn hetgeen ook nader
hand juist bleek. Het eerste gedeelte
-an den tocht ging 70 mijl pal We6t
recht over het lichtschip „Haaks", dat
ook na tien minuten vliegen rakelings
gepasseerd werd. De bemanning van
het lichtschip, opgeschrikt in hare een
zaamheid, verscheen aan dek en wuifde
ons hartelijk toe, hetgeen ons warm
aandeed in de kou, die den mist op alle
deelen van ons vliegtuig deed bevrie
zen. Intusschen werd scherp uitgeke
ken, maar noch met een kijker, noch
met liet bloote oog mochten we iets
ontdekken. Na vijftien minuten werd
koers veranderd tot Noord en kwamen
we al spoedig tusschen de visscher6-
vloot. De stoomtrawlers begroetten ons
met een etoot op de stoomfluit en over
al werd even het werk gestaakt, om het
voorbijsnorrende luchtmonster na te
kijken.
Langzamerhand bleven ze evenwel
achter ons en weid do zee geheel ver
laten, want we naderden het beruchte
Duitsche mijnengebied, waar nog 300
duizend mijnen op hunne verlossing
uit het zilte nat liggen te wachten.
Juist vóórdat we weer in een dikke
mistbank zouden verdwijnen, was het
tijd om koers te veranderen en werd
do terugreis in Zuid-Oostelijke richting
aanvaard. De goed betonde geul door
het mijnengebied werd verkend, doch
een druk gebruik werd er niet van ge
maakt: slechts één stoomtrawler merk
ten we op.
Het zal nog geruimen tijd duren vóór
de veiligheid op zee is weergekeerd.
De vele ongelukken en de weinige
scheepvaart in het mijnengebied wijzen
er wel op, dat hot gevaar er geenszins
denkbeoldig is. Bij een noodlanding in
dit gebied zal de kans op hulp door
schepen vrijwel uitgesloten zijn, daar
om werd zooveel mogelijk den lcuilen-
kant gevolgd. De motor liet ons geluk
kig niet in den steek en na ruim drie
uur kwamen Vlieland en Texel in
zicht. Do Zuidkant vau Texel zat al
weer in den mist, waarvan de dikte op
een afstand slecht te beoordeelen was.
Toen we er evenwel plotseling iu ver
dwenen, bleek het zoo dicht te zijn, dat
op 10 M. hoogte de wateroppervlakte
niet meer te zien was, zoodat het zaak
werd er weer zoo spoedig mogelijk uit
te komen. We.draaiden dan ook om. De
bestuurder kreeg een gat in de nevels
in het oog, dook er behendig doorheen,
ing het toestel juist bijtijds boven
het water op en het volgende oogenblik
stonden we op de Zuiderzee. Er was
niets te zien dan mist. Even werd
krijgsraad gehouden en we besloten de
Texelsche kust' weer^op te zoeken en
al taxiëndo op het water „De Mok" te
bereiken. Het geraas van den motor
trok woldra de aandacht van eenige
visschcrs, die daarop ijlings naar Eet
strand kwamen loopen en on9 vertel
den, dat we vlak bij Cocksdorp waren.
welbeschouwd, redeneerde hij, was hij
toch modieus: het ging dus niet aan,
zijn patiënt om een ernstige beleedi-
ging den rug toe te draaien. Hij wa-s
niet van pion Nahnya te vergeven
althans niet, zoo maar zonder meer
maar hij wist, dat hij zichzelf nooit
zou kunnen vrijpleiten, als hij wegging
zonder zijn plicht als arts te hebben
gedaan. Misschien was hij hierin riet
volkomen oprecht tegenover zichzelf,
misschien was hot alleen maar trots,
die, nu hij het had afgelegd, nog iets
trachtte te redden maar toch niet
meer dan den schoonen schijn;
schien zou hij, als hij er iets aun had
kunnen doen, nooit van Nahnya zijn
gescheiden. Elk hart vol fantasie, dat
liefheeft, smaakt graag de bitterzoete
voldoening om vurigo kolen op het
hoofd van het voorwerp zijner liefde
te stapelen. Zij zou er spijt van hebben,
dat zij hem zoo behandeld had, maar
hij zou onvermurwbaar blijven. Als ze
er nu erg veel verdriet van had
dan zou hij misschien
Dus opende hij, na het ontbijt, nog
grimmig kijkend als een Italiaansche
struikroover, zijn troes, en gaf Nahnya
barscho bevelen. Ilaar gelaat straalde;
zij sprak geen woord, maar vloog op
zijn wenken. Bewonderenswaardig was
haar bevattelijkheid en haar handig
heid. In minder don geen tijd lag de
angstige oude vrouw gemakkelijk uit
gestrekt op een breed, hoog bed van
sparretakken, en stonden spalken, ver
banden en warm water gereed.
Toen alles voorbij was en de oude
vrouw uit de aether-bedwelmiug begon
te ontwaken, overvloedig tranen stor
tend, maar toch heel blij, dat het
was afgeloopen, pakte Ralph ziju in
strumenten weer in, met demonstratief
gegooi. Nu zijn beroepetoewijding niet
Ingezondan mededeeling.
wordt door 21.000 artsen erkend
het beste versterkingsmiddel
Zenuwen en Lichaam
Nu volgde gemanoeuvreer tusschen
zandbanken en het slot van het lied
was, dat er nergens meer een doorgang
te vinden was en het vliegtuig tegen
den wal werd gezet en daar voorloopig
verankerd. Het koelwater moest we
gens het gevaar voor bevriezen* wor
den afgetapt. Op de breede ruggen van
de behulpzame eilandbewoners werden
aaar den vasten wal gedragen, waar
natuurlijk het eerste werk was „De
Mok" te waarschuwen van onze behou
den terugkomst, zonder dat het zoozeer
gewenschto resultaat bereikt was.
Een flinke lunch in het dorpshotel
togen stadsprijzen herstelde onze
krachten, terwijl de mist voldoende op
trok, om den terugtocht mogelijk to
maken. Met behulp van de mannelijke
bevolking werd de hydro, die door hot
vallen van hot water vrijwel in het
binnenland bleek te sthan, weer in diep
water gebracht, een garnalenvisscher
leverde het benoodigde koelwater en
na eenige sportieve krachtinspanning
word de motor weer aan den gang ge
bracht. Een kwartiertje later zaten we
weer op „De Mok" en spoedden ons
per sleepboot huiswaarts naar Den
Helder, waar we na de geleden koude
en vermoeiende dagtaak dubbel de
warmte en gezelligheid van een intie-
huiskamer apprecieerden.
De bergingssleepboot „Noordsvaar-
der", die drie dagen op de Noordzee
heeft gekruist, zoekende naar de ver
miste equipage van het stoomschip „De
Zaan", kwam Zaterdagavond zonder
resultaat in de haven van Terschelling
terug.
BINNENLAND.
Hit Nidsrisidssh nkadir in
Ooat-lndll van 1914-1916.
Eerlang zal bij de firma Martinus
Nijhof te 's-Gravenhage ter perse gaan
een werk over onze Marine, geschre
ven door den vice-admiraal F. BauduiD,
oud-commandant van het Neder-
landsch eskader in Nederlandsch-
Indie.
Het boek, getiteld: „Het Neder-
landsch eskader In Oost Indie van
1914—1916, benevens eenige be
schouwingen over de Marine", heeft
ten doel, om aan te toonen hetgeen
in den oorlog door de Zeemacht met
het bestaande materieel reeds bereikt
is, en in verband daarmede te be-
toogen dat onze Zeemacht wel degelijk
behouden dient te worden, al is het
niet met agressieve bedoelingen.
Op een mijn geleopen.
Het Duitsche stoomschip Mosel
beeft te R'dam aangebracht elf leden
van den motorschoener Taletta, die
2den dezer ter hoogte van Ter
schelling in de Noordzee op een mijn
open en gezonken is. De beman
ning heeft vijf uur in een sloep rond
gedreven vóór zü opgepikt werd door
het van Rotterdam naar Hamburg
varende stoomschip Herold, dat deze
bemanning aldaar heeft geland.
Jaarwiddaregoll«| Landmacht,
De voorgestelde bezoldigingsschaal
voor het instructief en administratief
kader (beroepspersoneel) bij de korp
sen der Landmacht, welke met ingang
van 1 Januari a.s. wordt ingevoerd,
door den Minister van Oorlog
overgenomen, met dien verstande
evenwel, dat waar bij de vast
stelling van de bezoldigingsbedragen
geen rekening zal worden gehouden
met de uitkeering in ééns welke
onlangs heeft plaats gehad - de door
de commissie voorgestelde bedragen
met die uitkeering zullen worden
verminderd, dus met pl. minus één
twaalfde. Overigens zal door allen,
gehuwden en ongehuwden voor huis
vesting van Rijkswege een bedrag
moeten worden vergoed van 10 °/0
hunner jaarwedde.
D« staking ti IJmuidm.
Het mijnengevaar en de
loonskwestie.
De „Visscherij-Courant" deelt om
trent de reeds gemelde zeelieden
staking U IJmuiden mede, dat bet
reeds lang broeit en gist onder de
menschen. Sommige revolutionaire
elementen, zegt het blad, doen
daarenboven hun best om het tot
een conflict te brengen, en sommigen
vreezen, dat de loonkwestie, die
eigenlijk de ondergrond is van deze
staking en die nu door de jongste
ongevallen aan IJmuider trawlers
overkomen, bij de minstmoedigen
zoo kan worden uitgebuit, voeren zal
tot een uitgebreid arbeidsconflict, dat
al lang door sommige op bet vinken
touw zittende demagogen ia voorbe
reid!
De zeelieden hebben besloten bin
nen te blijven tot Maandag a.s. en
dan opnieuw te vergaderen. Het
bestuur der zeelieden heeft inmiddels
gevraagd aan de reeders om dat
besluit te billijken en bet loon voor
den tijd dat stilgelegen wordt, toch
uit te betalen.
Over de loonkwestie heeft het
bestuur van den Centr. Bond van
transportarbeiders aan de Reedersver-
eeniging geschreven, dat dit „absoluut
te laag" is, en tevens, dat de opva
renden der trawlers hun „volkomen
gemis aan rechtspositie" betreuren.
In dit schrijven heet het:
„De toestand ia zoo, dat bet maand
geld ongeveer geheel weggaat aan
voeding en kleeding, zoodat het gezin
ia aangewezen alleen op het precen-
tengeld. Meermalen gebeurt het, dat
bij een reis, welke ontijdig moet
worden afgebroken, hetwelk den
laatsten tijd al meer voorkomt, door
de zeelieden nog geld moet worden
toegelegd voor gemaakte kosten voor
voeding. Doch ook in het gunstigste
geval kan een matroos of stoker,
laat staan een tremmer of kok, in
dien deze gehuwd is, niet meer aan
zfin vrouw ter hand stellen voor
bekostiging van het ganache huis
houden dau f 26 per week.
Verzocht wordt voorts de maand-
gages in het algemeen met f60 te
willen verhoogen. Voor eeu kok en
tremmer, die momenteel nogal ver
schillende gages ontvangen, wordt
een uniform loon verzocht van f90
per maand. Ook is het loon van den
schipper zou men uniformiteit zien
betracht op de basis van 6% der
besomming".
Duur vu.
Men schrijft uit den Geld. Achter
hoek:
Het winterweer is oorzaak, dat de
prijzen van het vee in de laatste
dagen beduidend gestegen zijn. Door
dien de boeren het vee spoediger uit
de weide moesten halen dan gewoon
lijk en ook dan zij zich bad Jen
voorgesteld, werden ze verplicht al
aanstonds het wintervoer aan te
spreken, wat de kosten der vee-
nouderjj vergrootte en vanzelf invloed
moest uitoefenen op den prijs van
net vee. Een prijs van f 1.10Ï f 1.20
per pond slachtgewicht, waarvoer
thans ingekocht wordt, is nog niet
in dezen tijd van het jaar voorge
komen.
UIT OOST-IHQIË.
De brand op Kvakatau.
Uit Batavia werd omtrent den ons
reeds telegrafisch gemelden brand op
Krakatau het volgende aan de Dell-
bladen bericht:
De excurseerende deelnemers aan
het natuurwetenschappelijk congres
keerden 7 Oct. met de „Barentsz"
van Krakatau terug. Door de onvoor
zichtigheid van - een lid, dat, zijn
sigaar aanstekend, een lucifer weg
wierp op het gras, vatte de kurkdroge
vegetatie vlam en de vlammen tasten
snel het grooter gewas en de boomen
aan. Tegen het avonduur stond een
zijde van het eiland in lichtelaaie.
Allen keerden naar boord terug. Het
sohip voer naar de andere zijde van
het eiland om de 4 daar wonende
personen, onder wie een Europeaan,
te redden, wijl het gevaar bestond,
dat zij zouden „uitrooken". Bovendien
was er geen bootje of vlot te hunner
beschikking. Aangezien het vuur reeds
de kam van het eiland bereikt had
de vlammenzee zich over bet
geheele eiland uitstrekte, werd be
sloten om die 4 personen aan boord
van de „Barentsz" te halen en naar
Batavia mede te nemen. Dezer dagen
zullen zij worden teruggezonden,tenzij
hun woningen en kalkbranderij ver
nietigd zijn."
Volgens door het departement van
marine te Batavia ontvangen bericht
was intusschen de brand op Krakataq
gebluscht en zou deze zich vermoede
lijk alleen over het westelijk deel
van bet eiland hebben uitgestrekt.
Een groot deel der vegetatie, weljte
dior baar snelle opkomst op die af
gelegen plek in zee de aandacht der
wetenschap had getrokken, zou <fyn
dus nog zijn gespaard gebleven.
Aanslagen op assistenten.
Omtrent den moord op den assistent
J. Rahder op de onderneming Kala-
koen Penang, ter Sum. Oostk., schreef
de „Sum. Post" van 6 October Jl. het
volgende:
„Acht dagen geleden had de heer
Rahder een kwestie meteen Cninees,
die in de fermenteerschuur werkte,
gehad over het werk, dat die Chinees
niet naar den zin van zijn assistent
verrichtte. De assistent plaatste hem
toen voor een week op het buiten
werk.
Hedenochtend mocht de koell weer
in de fermenteerschuur werken en
kwam met de anderen omstreeks zes
uur binnen, teen de heer R. aan den
ingang de koelies controleerde. Bij
net passeeren van den assistent liep
de Cbinees iets langzamer en stak
plotseling met een dolk naar den
heer Rahder, dien hij doodefijk trof,
oamelfik in de hartstreek. De héér
Rahder werd naar het hospitaal ge
bracht en overleed kort daarna.
De heer Rahder stond goed bekend,
als best met het koelipersoneel om
kunnende gaau. Speciaal wist men
van hem, a&t hij met Chlneezen gold
kon opschieten!"
De moordenaar, die gevat werd,
legde een volledige bekentenis af en
zijn verklaringen luidden geheel over
eenkomstig het Medansche blad medè-
deelde.
Aan het „Boer. Hbl." werd uit Me-
dan van een anderen aanslag bericht
gezonden
De „Deli Ct." meldt, dat op den
assistent Borneman, van de onder
neming Lauboer, een aanslag is ge
pleegd. HJj had vijf koelies strafwerk
gegeven wegens to laat komen. Nadat
dit verricht was, gaven de koelies,
allen Chineezen, den asBistent met
een stuk hout een klap op het hoofd.
Ook de andere koelies wilden hem
aanvallen, doch de assistent kreeg
den eersten aanvaller onder de knie
en wist zich de anderen van hetljjf
te houden, waarop zy vluchtten. Latjr
kwam een koeli terug en sloeg den
assistent op hoofd en arm, welks
daardoor brak. Toen er geen hujp
kwam opdagen, werd de assistent
vermoord. De daders zijn gevat."
meer noodig was, heesch hij weer de
vlag van onvermurwbaarheid. Nahnya
had niots gezegd. Toen het gevaar ge
weken was, had zij zich over de patiënt
hoengebogen en zijn hand gegrepen,
maar hij had dio snel terug getrokken.
Met haar oogon, die een innige dank
baarheid uitdrukten, volgde zij hem.
Het hinderde Ralph en vermeerderde
zijn wrevel, waarom had hij niet
kunnen zeggen, misschien omdat het
slechts dankbaarheid was. en niet de
andere innigheid, wuarnaar hij honger
de. Hoe het zij, hij kon het niet ver
dragen. Hij sloeg het valios dicht,
wierp het neer, en liet de patiënt ver
der aan Nahnya's zorgen over.
„Afgeloopen," dacht hij bittor» „En
tusschen haar en mij is hot ook afge
loopen. Wat kan hot haar schelen wat
ik voel. Zij heeft me zonder eenig
wetensbezwaar opgeofferd aan die oude
vrouw.. Nu die genezen is, kan ik wel
weer teruggaan en verder opwaaien.
Maar zoo gemakkelijk komen ze niet
van me af; ik heb mijn werk gedaan
en het staat me nu vrij to doen wat ik
wil. Ik ga hier niet vandaan voor ik
echter do reden ken van die idiote ge
heimzinnigheid"
Langzamerhand was de oude vrouw
in een diepen, natuurlijken slaap ge
vallen, en Ralph was vrij, haar alleen
te laten. Hij stak zijn pijp aan, en bc
gon het flauw aangeduide pad te vol
gen.
Door de voortdurende schemering,
wuarin hun kamp lag, kreeg men het
gevoel, dat hot woud zich tot in het
oneindige uitstrekte, maar Ralph had
nog geen vijfhonderd moter geloopen,
of hij stond onverwachts aan een der
zoomen. Ter linkerzijde van het pad,
eindigde het aan den voet van een
stelle, naakte rotshelling. Staande aan
den boschrnnd en links en rechts kij
kend, scheen hem de rotsmassa zich
uit te strekken zoover zijn oog reikte.
Zij hing te veel voorover, dun dat hij,
omhoog kijkend, don top kon zien.
Hij volgde het pad nog een eindje en
kwam toen aan den rand van
ravijn, waar het uitzicht ruimer was.
Toen hij hier omhoog keek, zag hij
een duizelingwekkend perspectief van
rotspieken, en heel in de verte, den
hoogsten top, gelijkend op een reuzen
duim van steen, die opgestoken was in
olden van oeuwige sneeuw, badend in
erblindenden zonneglans. Het mach
tige Bchouwspel deed Ralph zijn wrok
vergeten.
Aan zijn voeten kloin het ravijn ter
linkerzijde op tegen den voet van on
metelijke bergreuzen. Een klein beekje
ruischte zacht in de diepte: het vloeide
naar den grooten stroom in de nabij
beid waarvan zij de rivier verlaten
hadden. Het pad kruiste het ravijn, om
to verdwijnen in het woud aan de over
zijde. Het woud vormde den zoom van
hot ravijn, en onttrok ann dien kant
alles aan het oog.
Ralph's blikken richtten zich dus
alleen op hot ravijn. Op den bodem er
van lagen rotsblokken en omgevallen
boomen. En terwijl hij omlaag staarde,
uau niets anders denkend dan aan de
wilde schoonheid van het tafereel,
opende hij plotseling den mond van
verbazing, en hij wreef met do hand
over zijn oogen, dio hij niet gelooven
kon. Want uit een kleine wildernis van
doode en levende boomen aan den voet
der rotsen, omstreeks een tweehonderd
meter van hem af, kwam de gestalte
van een man te voorschijn. Het was
Charley. Men zou gezworen hebben,
dat hij uit d# rotsen zelf t« voorschlji
getreden.
GEMENGD NIEUWS.
Di pssssa-aisi-s.
Men schrijft aan de „N. Ot.":
Welke tragedies zich afspelen ten
gevolge van dan oer log:
Een Duitsch vrouwije, reeds vele
jaren te 's-Gravenhage wonend, kreeg
een paar weken geitden uit een dorp
bij Aken telegrafisch bericht, dat haar
zwager (weduwnaar met vjjf kinderen,
zijn echtgenoote was een jaar te voren,
in hoofdzaak door gebrek, overleden)
stervend was Da reeds lang ziek te
zijn geweest. Om baar ongelukkige
familie terstond te kunnen helpen,
snelde zij naar Rotterdam om eéc
pas. De Duitsche consul-generaal was
bereid dien te geven, echter onder
mededeeling, dat dit weinig zou baten,
omdat het stuk eerst geviseerd moest
worden door den Belgischen ccntql-
generaal. En het bekomen van zoota
eerste visum had heel wat in. Na
een week kwam de doodstydlog, af
gezonden door den oudsten der vijf
weezen. Alle andere pogingen hpt
vertrek sneller mogelijk te maken,
faalden. Dus ging er een schrijven
□aar den Belgischen eonsul-generaal
en den Belgischen zaakgelastigden In
Den Haag, waarin een beroep gedaan
werd öp hun menscblievendheid om,
inetteixljdeateUing van niet strikt noo
dige formaliteiten, het eerste visum
op het paspoort dadelijk te verleenen.
Werkelijk werden eenige formali
teiten achterwege gelaten, maar het
om een visum smeekende vrouwtje
kreeg toch te hooren, dat zfi na
een 12 of 14 dagen wol zou ver
nemen óf zty in het door de Belgen
bezette Duitsche gebied moeht komen.
En de Belgische zaakgelastigde ant
woordde „ea mogelijk de beslissing
der Belgische overheden in Brussel
te kunnen bespoedigen".
Iatusscben verkeeren vijf onschul
dige kinderen in wie zal zeggen welke
ellende. Sa welk Belgisch staatsbelang
met zulke regeling waarbij de
Belgische diplomatieke en consulaire
vertegeriwoordiging een rol ls bédeeld,
die voor de betrokken hooge ambte
naren niet minder dan vernederend
ia werd: gediend, dht zal wel
moeilijk te verklaren zijn.
Kia diiviabudi ti Nfiai|ia.
De recherche te. Nymegen heeft
daar belangrijke diefstallen ontdekt,
gepleegd door een complot van on
geveer twintig winkeljuffrouwen.
Reeds geruimen tijd was er in
verschillende winkels veel gestolen,
zonder dat men de daders kon ont
dekken. Vrijdagavond nu galukte het
de recherche een winkeljuffrouw by
het verlaten van haar winkel te
arresteeren, die In haar mof ont
vreemde goederen verborgen had. By
huiszoeking bleek, dat deze „dame"
niet minder dan drie groote pakken
en doozen met gestolen goederen op
bare kamen had. Manufacturen, luxe
artikelen, kleedingstukken, alles
scheen van hare gading te zfin. Het
ontvreemde had een waarde van
ongeveer tweeduizend gulden. Ver
dacht van beling werd ook de aan
staande van de winkeljuffrouw in
arrest genomen.
Weldra kwamen er nu meer dingen
aan bet licht. Ir werd nog een
aantal winkeldames, ongeveer een
twintigtal, aangehouden. Nadere huis
zoekingen deden nog enorme boeveel
heden gestolen goederen te voerschyn
komen.
Naar schatting ls reeds voor dui
zenden aan waarde In beslag geno
men. Het politiebureau, waarheen
alles ie vervoerd, ïykt wel een
warenhuis.
Naar gemeld werdt ging de dieven
bende «li volgt te werkDe eene
wlnkeljcfftouw kocht goederen by een
andere, mede In het cemplot. Door
slechte coutrftle en boekhouding
scheen dit spelletje goed te hikken.
Omgekeerd deed nummer twee in-
koopen by nummer een, en zoo
doende werden tal winkels de dupe
van de praktyken dezer „dames".
Heelé ameublementen moeten zich
xelfé bevinden onder de ln beslag
genomen goederen.
Ifog meer arrestaties worden er
virwacht. („N. v. d. D")
Ee« taigdirigi slaap.
Het „New-Tork Medical Journal"
deelt mede, dat Hilda Kari, een
Finisht, den Meten Juni in het
Bellevue Hospitaal te New York stierf
na een slaap van drie maanden en
v«f dagen, met slechts enkele oogen-
blikken, waarin sy by bewustzyn
waa. Ne ziekte werd beschouwd als
eocepballtis lethargie». Den 21sten
Maart was sy in het ziekenhuis op
genomen en alle pogingen, ook de
meeat drastische, die in het werk
werden gesteld om haar wakker to
maken, mislukten.
•ssdziskari mar SlbsrlB.
Goudzoekers verlaten in groote
getale het schiereiland Alaska op
zoek naar mysterleuse goud vonders,
die gemeld werden ergens over de
Sering-Straat ln Siberié.
HOOFDSTUK VU.
Do kom van het Rotsge
bergte.
Onwillekeurig trok Ralph zich tus
8chen do boomen terug. Hij waa niet
opgemerkt. Charley vervolgde achte
loos zijn weg over de rotsblokken.
Ralph week terzijde van het pad, én
hield zich verborgen, tot hij Charley
had hooren voorbijgaan in de, richting
van het kamp. Toen begon hij af te
dalen in het ravijn, en spoedde zich,
zoo snel als de hindernissen, die hij op
n weg vond, het hom slechte toe
lieten, naar de plaatB waar de jongen
zoo onverwachts was opgedoken. Ralph
vennoodde, dat men in het kamp naar
hem zou gaan zosken, zoodrn Charley
teruggekeerd was.
De plek, waarheen hij zijn schreden
richtte, lag in een iets vooruitsprin
genden hoek van het ravijn, en het
kreupelhout vormde daar een dicht
warbosch. Ralpli klauterde omlaag
over do gevallen boomstammen, zooals
hij hot Charley had zien doen, en be
reikte oen kleine nis van aarde, die
een schamel voedsel gaf aan drie afge
knotte pijnboomen en eenige bessen-
struiken, welke zoo een natuurlijke
schuilplaats tegen den revijafohd
vormden. Hij baande zich een weg,
schoof de takken ©n bladeren op zijde,
en stond voor de opening van een
rotshol.
Verbaasd trad hij eenige schreden
terug. Wat hij dan wel gedacht had te
zullen vinden wist hij niet maar. in
goen geval een opening in den irotS-
wand! Verwarde gissingen doorkruis
ten zijn brein en vervlogenweer; tet-
wijl hij in het gat etaarde. Wa»' het
mogelijk, dat zi| va* «ex ander
achenru waren, schepselen, die in de
Ingewanden der aarde konden voort
leven zonder licht en zonder lucht.?
Waartoe zich nog diepor te begraven,
hier, op honderden mijlen reizen van
de bewoonde wereld? Was het 't bezit
een of onder afschuwelijk geheim,
dat Nahnya's gelaat steeds zoo ernstig
maakte? Wat verborg dat hol, een af
grijslijke misdaad, ongekende ver
schrikking of een schat?
De opening wae omstreeks twee voet
wijd, en door de boomen en bot struik
gewas zoo goed verborgeD, dat Ralph
zich afvroeg, door welk toeval zij het
eerst ontdekt was. Hij stak een lucifer
aan en wierp hem naar binnen. Hij
bleef branden tot hij op den grond te
recht kwam. Ralph schatte daarnaar
de diepte op omstreeks vijftien voet.
De stam van een jongen pijnboom stond
loodrecht er middenin, en reikte tot
elechta een voet beneden don top. Blijk
baar, werd hy gebruikt om er in en
uit te klimmen.
Het was als een uitnoodiging om
binnen te gaan, maar Ralph aarzelde.
Ondanks het geruststellende daglicht,
en den vasten rotsbodem, kon hij hot
gevoel van ieta geheimzinnig-spook-
achtige, Iets bovennatuurlijks, niet van
zich afzetten. Toen hij het beproefd
had weg to lachen, bleef er nog een
vrees voor lijfsbehoud. „Wie weet wat
daar beneden ia," dacht hij. „en op
wélke wijze ik ontvangen word!" Ein
delijk spraken gevoelsoverwegingen.
„Het ls allesbehalve eerlijk om achter
hun 'rug naar hnn geheimen te snuffe-
Jen," overwoog hij. De herinnering aan
do ondervonden beleedigingen verdrong
deze bedenking. „Zij hebben mijn ge-
voelefaé ook niet gespaard," redeneerde
hij.
(Wordt ▼errolgd).