HELDERSCHE COURANT
DE VE1B0BGEN VALLEI
Eerste Blad.
Mö. 6171
ZATEROAQ 22 NOVEMBER 1919
47e JAARGANG
gedaotour-Ultgevcra C. PB BOER Jr-, Holde?
Oolssft 7000 ox.
Abonnen-.orataprljsin ete s«ad f 1.20, per post t 1.40- Buitenland 2.40. - Losse ex. 3 ot
Advert©wtlftn per regel 20 ct.
Dit blad verschijnt
Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagmiddag.
Onze lezers, bullen de ge
meente, die de courant des
Zaterdagsavonds of uiterlijk des
Zondagsmorgens niet mocbtee
ontvangen, gelleven Herover te
reclameeren bij hel plaatselijk
Postkantoor.
BUITENLAND.
De Opperste Raad.
De Opperste Raad heeft, de wensche-
li,ikheid uilgesproken, dat het vredes
verdrag den eersten December in wer
king zal treden.
tBaBBSidt-.?
IERLAND.
Uit Cork wordt gemeld, dat Maan
dagavond j.1. twee vertegenwoordigers
der Munster en Leicester Bank en van
de Provincïal Bank of Ireland Mill
Street in het graafschap Cork verlieten
in een auto om zich naar Knocknagrec
to begeven.
Gekomen op een eenzaam gedeelte
van den weg, werd de auto aangehouden
door gewapende gemaskerde mannon,
die den inzittenden bevolen uit te stap
pen en hen toen bonden en een prop in
den mond stopten. De beide bank-amb-
tenaren hadden ongeveer twintig dui
zend pond bij zich, die uitbetaald moes
ten worden aan klanten der bankinstel
lingen op de markt te Knocknagree.
Toen de roqvers de kisten met geld te
pakken hadden, vernielden zij den auto
en vluchtten het gebergte in.
VEREBNIGDE STATEN.
De Senaat en hot Vredesverdrag.
in do zitting van Dinsdag werden
1 wee-en-twintig reserves afgestemd.
Onder deze reserves was de .Johnson-
reserve betreffende de gelijkheid van
stemmenaantal in de vergadering van
den Volkenbond, die met 46 tegen 43
stemmen viel; de reserve van Knox,
krachtens welke de V. S. vrede sloten
mot Duitschland en Duitschland lid
zou worden van den Volkenbond 6lechts
met raadgevende stem, wolke verwor
pen werd met 61 tegen 30, stemmen.
Kon motie, yoofgestëld door senator
llitchcock. er toe strekkende, dat de
inleidende reserve alsnog zou geschrapt
w orden, werd verworpen met 45 tegen
36 stemmen.
De Senaat besloot daarop zonder
hoofdelijke stemming alle vijftien aan
genomen reserves goed te keuren,
waarop het verdrag formeel geschikt
werd verklaard voor openbare behan-
doling in den Senaat.
Uit Washington wordt nog nader ge
mold-. De stemming van den Senaat
over de resolutie van Ludge heeft den
weg geopend voor de overweging van
pn Vergelijk.
llitchcock heeft een poging gedaan
om een onvoorwaardelijke ratificatie
to verkrijgen, maar hij stuitte op aan
zienlijken tegenstand.
Een motie van Hitchoock om het ver
drag terug te wijzen naar den Senaat,
die daar in zijn geheel als commissie
zou optreden, werd verworpen Het-
zelfde geschiedde mot een inotie van
Pomerene, die wilde, dat er een ver
zoeningscommissie zou worden inge-
■teld.
KORTE BERICHTEN.
Binnenkort worden in Duitschland
maatregelen genomen tegen het profi-
leeren van den lagen markenkoers door
huitenlandsche koopers.
Bij Gastel Naudary (Frankrijk) is
Maandag een sneltrein ontspoord. Drie
reizigers zijn gedood, zes zwaar ge
wond en een groot aantal licht gewond.
BINNENLAND.
Onderzeeboot K. V.
Donderdagmiddag is de onder
zeeboot K. V, in aanbouw voor
rekening van het departement van
marine en bestemd voor den dienst
in Nederlandsch-Indië, met goed
gevolg aan de werf van de Maat
schappij voor Soheeps- en Werk
tuigbouw Fijenoord, te water ge
laten.
Het Kamerlid Brautigam.
Het Donderdag geïnstalleerde
FEUILLETON.
D00B
HULBERT FOOTNER.
18).
Toen hij aan de opening kwam. slin
gerde hij wat er van de fakkel nog
over was, in het water. De glanzende
hlauwe hemel spande zich weer boven
zijn hoofd uit. Eerst toen hij zich dat
geheel bewust werd, drong het ten
volle tot hem door, hoezeer do ver
schrikkingen van onder den grond hem
hadden benauwd. Eerst zag hij slechts
<le blauwe lucht, en rotsachtige terras
scn aan weerszijden, vanwaar het klei
ne stroompje in het hol neerschoot.
Ralph klom als oen aap over de rots
blokken omhoog. Daar lag een kleine
weide inet sappig, groen gras, kleurig
van groote bloemen, Boomen in de
laagte benamen hom nog het uitzicht.
Hij snelde verder over de begroeide
helling, tot een wijd uitzicht zich voor
hem opende. Toen ging hij zitten, om
alles wat hij zag, in zich op te nemen.
Hij was niet teleurgesteld. Het over
trof zijn stoutste verwachtingen. Reeds
«le eerste oogopslag stelde hem ruim
schoots schadeloos voor zijn tocht onder
den grond. Lieflijker was het panorama
dan hij or ooit een had gezien, lieflijker
dan eenig natuurtafereel waarheen zijn
droomen hom ooit hadden gevoerd. Het
was uniek en het was ongekend. De
artist in hem smaakte de rijke, zeld
zame voldoening, die de aanblik van
iets volmaakts schenkt. Om de schoon
heid ervan geheel te kannen genieten,
Kamerlid Brautigam, onlangs ver
kozen verklaard in de plaats van
den heer Heykoop, toen die we
gens de aanvaarding van het Rot-
terdamsche wethouderschap aftrad,
zal, naar „de Vakbeweging" meldt,
het Kamerlidmaatschap eveneens
neerleggen, nu hij tot secretaris
van het N. V. V. gekgzen is. Hij
zal echter korten tijd Kamerlid blij
ven, om bij de begrootingsdebat-
ten enkele zaken te bespreken, die
in het bijzonder de belangen der
zeelieden raken.
Brandstoffen.
Blijkens de memorie van ant
woord, rekent de minister op een
win ter-brandstoff en-rantsoen van
10 H.L. per gezin, bovendien 2 H.L.
voor groote gezinnen en voor be
roepswerkzaamheden 4 H.L. extra.
Ook extra hoeveelheid voor zieken.
Turf ongerantsoeneerd.
Gemeenteraad van Zaandam.
Bij de behandeling van de ge
meentebegrooting voor het dienst
baar 1920 heeft de gemeenteraad
Woensdagavond de jaarwedden
van de wethouders van 1500 ver
hoogd tot 2500 's jaars, waardoor
de post op de begrooting, mede
door de benoeming van een vierden
wethouder, gebracht werd van
4500 op 10.000.
Het presentiegeld voor de leden
van den gemeenteraad werd van
"4 per zitting verhoogd tot ƒ8,
terwijl voor het bijwonen der ver
gaderingen van de commissie van
njstand een vergoeding van 5
)er vergadering zal worden ver
eend.
De heer Fermie (Middenstand)
erklaarde zich tegen elke bezoldi-
ing, zoowel van de wethouders als
de raadsleden.
De Kloet-commissie.
De Kloet-commissie heeft met
goedvinden van den minister van
coloniën haai- werkzaamheden ge
staakt in verband met de omstan
digheid, dat voldoende gelden wa
ren bijeengebracht.
Ln Holland werd voor een bedrag
van ruim 7^0.000 ingeschreven,
van welke gelden een gedeelte in
Indië werd gestort. Het juiste be
drag, dat in lndië voor gelijk doel
werd bijeengebracht, en waarmede
dus voormeld bedrag van 790.000
moet worden verhoogd, is hier niet
bekend. Alles te zamen nemende
wordt aangenomen, dat er ruim
voldoende middelen aan liet Sme-
roe-fonds zijn overgemaakt om de
daar voor in aanmerking komende
schaden te vergoeden.
D-trein AmsterdamBerlijn.
Volgens een telegrafisch berieht
uit Emmerik is tusschen de Neder-
landsche en de Duitsche spoorweg
directies een overeenkomst tot
stand gekomen betreffende het ver
keer AmsterdamBerlijn via 01-
denzaal. In beide richtingen zal
dagelijks een D-trein loopen met
uitsluitend Nederlandschc wagens
en van Bentheim af een restaura
tie-wagen.
PLAATgELIJK NIEUWS.
Te 's-Gravenhage slaagden
voor het voorloopig machinisten
diploma de heeren P. B. Buist en J.
C. Vrijvogel, alhier.
Hr. Ms. „Gemma".
Hr. Ms. „Gemma" is 16 Nov. te
Aden aangekomen.
Binnenkomst Hr. Ms. „de Ruyter".
Bulderend loeide de noordwester
om de huizen van het aloude Nieu-
wediep. Woest ging de zee te
keerde golvenmassa's beukten
met hun witte koppen de schoei
ing van den zeedijk, huizenhoog
vloog het- schuim tegen den wal
op om machteloos, trillend en weg
stervend neer te vallen op den
jrond. Allerlei ongerechtigheden
jrengt ere zee op zulke dagen aan:
stukken van huiswaren, steenen,
halve masten, binten, planken,
enz. en de strandvonderij bezorgt
zij een rijken oogst.
Wee het schip, dat zich in dit
weer op zee bevindt! De ongeluk
kige „Neptim", welker droevig lot
wij elders verhalen, moge het ge
tuigen.
Hr. Ms. „de Ruyter", ofschoon,
in vergelijking met de .schepen
van andere marines maai1 een
klein scheepje, lag juist op de
reede. Konden al de hooge zeeën
den romp een weinig doen hellen:
sterk en vast lag het schip op het
water, en veilig was de bemanning
aan boord, voor de laatste maal
weg van den huiselijken haard.
Vrijdagmorgen zou het schip de
haven binnenvaren.
Om verschillende redenen was
het oorspronkelijk vastgt.
uur daarvoor vervroegd. In plaats
van 1 uur kwam het schip reeds
om 12 uur de haven binnen, op de
gebruikelijke wijze met de staf-
muziek verwelkomd. Maar de to
nen van het Wilhelmus verwaai
den in den hevigen wind, die op
de pier stond. Af en toe bracht de
wind een klank over, maar zij
vormden te zamen geen samen
hangend geheel. Wat deed het er
toe? de jongens stonden klaar aau
dek om het vaderland en de fami
lieleden te begroeten.
Zoo'n thuisvaart is altijd weer
aardig om te zien. In honderden
stroomen de menschen naar de
haven, en het is een gewoel en ge
juich, van belang. Doordat het
uur van aankomst vervroegd was
en nu samenviel met het alhier ge
bruikelijke uur van het middag
maal, was de belangstelling niet
zoo groot als anders het geval is.
Maar geleidelijk stroomden meer
en meer bezoekers aan van alle
kanten, toen de „de Ruyter" de
haven invoer.
Aardige tooneeltjes spelen zich
af bij zoo'n binnenkomst. Ge
heele families zijn bijeen in het
hotel aan de haven, waar ze daags
van te voren of misschien dien-
zelfden morgen nog zijn aangeko
men. Zij hebben zich huiselijk in
gericht bij de groote warme
cachel, en de ober is druk bezig
aan het gereedmaken van de
warme lunch. Croquant gebakken
aardappeltjes met een biefstukje,
staan dampend en verleidelijk
geurend op tafel. Maar ziedaar: in
don vlak vóór fort Harssens lig-
genden kolos komt beweging.
Twee dames, een oude en een
jonge, komen in actie. „Dokter",
aldus richten ze zich tot een jong
officier van gezondheid, die even
eens de binnenkomst van den
oorlogsbodem afwacht, „dokter, hij
jaat varen. Waar gaat hij nu
teen?" Met kennersblik monstert
de dokter de plaats waar het schip
ligt. Inderdaad, de „de Ruyter" is
aan hei manoeuvreeren om voor
het juiste punt van den havenin
gang te komen. En 's dokters ant
woord luidt dan ook: „Hy komt
binnen, dames".
Weg, dampend biefstukje en
croquante aardappeltjes!" 'k Zal
het straks wel koud eten." conclu
deert de jonge dame, en de oude
meent, dat dat nog wel zoo lek
ker is. „Heb je je behoorlijk op
gepoetst?" vraagt pa ondeugend;
„je hebt hem in zooveel jaren niet
gezien:" 't Komt in orde, en het
gezelschap verlaat de eetzaal om
zich naar buiten in den snijdenden
noordooster-te spoeden en „hem"
te begroeten.
Wilt u een ander tooneeltje?
Twee oude volksvrouwtjes staan
bij de sluis naar de werf. De „de
Ruyter" is, na voorzichtig en han
dig manoeuvreer en recht voor den
sluisingang gekomen, en lang
zaam, als men het van een schip
zou mogen zeggen, voetje voor
voetje, vaart het logge gevaarte
naar binnen. Voor de bemannipg
en de mensphen aan wal het span
nendst oogenblik. Het schip vaart
uiterst langzaam, en ieder heeft
olop gelegenheid zijn vrienden of
erwanten uit te zoeken uit de
honderden hoofden, die aan dek
zichtbaar zijn. Hoeden worden ge
zwaaid, petton gaan af, ge
schreeuw en gejoel klinkt op. Het
is een cacophonie van geluiden,
en hoe ter wereld de toegeroepe
nen daaruit verstaanbare klanken
moeten distilleeren, is ons niet
duidelijk. Misschien is het ook niet
noodig, en begrijpt men elkaar wel
zonder gearticuleerd geluid. Im
mers al die roepen beteekenen
moest hij zijn schoonheidsbegrippen
verruimen.
Hot was een dal, dat aan alle zijden
was ingesloten door ruwe, steile rot
sen, die zich mot scherpe piokon om
hoog verhieven. Do bergen hielden zijn
oogen geruimen tijd geboeid; het was
de eerste maal, dat hij den aanblik
dn bergen der aarde in al bun majesteit
onbelemmerd genoot. Als fantastische,
machtige rotsgostalten rezen zij
niet mantels van sneeuw over hun
schouders en grijze, bloote hoofden,
elk voor zich van een aparte waardig
heid, als oude koningen. Een scherp
contrast vormde hun indrukwekkende
grootschheid met de lieflijkheid
hot dal, waarin zij nederzagen, en dat
zij schenen te bewaken. Eu zorgvuldig
was hun wacht, vast aaneengesloten,
kon geen strijdgewoel van de wereld
ver-af tot de gelederen van hun puntige
spiesen doordringen.
In de laagte scheen het landschap
dronken van klour en licht. Het mid
dendeol der vallei was over de halve
lengte ingenomen door een meertje, dat
zich bevallig boog. Het water vertoon
de eon rijkdom van kleurschakcoringen,
die Ralph's oogen als door botoovering
geboeid hielden. Hot was geen saffier
of smaragd, maar een gelukkige ver
smelting dier beide. Het deel van het
dal dat het dichtst bij hem lag, was als
een park als een gedroomde tuin.
Do boomen, populieren en witstammige
berken, verhieven zich in groepjes uit
het hoog opschietende gras. In de verte
golfde massief een dicht boscli. En
overal zag hij bloemen. De grusklokjos,
die aan zijn voeten opbloeiden, waren
zoo groot als do bloemen van vinger
hoedskruid, en blauw als lapis lazuli
Allee wat daar troaidt, berkebeomen,
„Welkom thuis!, welkom in 't
derland!" Merkwaardig is ook de
wijze van begroeting van ieder af
zonderlijk. De cholericus zwaait
als een dolle zijn muts heen en
weer, roept en schreeuwt als een
bezetene tegen iedereen, die maar
luisteren wil. De sangunicus, de
sanguinicus reageert bedaard en
beweegt zijn rechterhand horizon
taal. Verticaal slaat de melancho
licus zijn arm door de lucht, de
phlegmaticus draait zijn hand als
een tol in de rondte. Zoo groet
ieder naar aard en gemoedsge
steldheid.
De beide vrouwen, al op leeftijd,
speuren en kijken scherp naar
het voorbyvarend schip. Maar hun
oogen ontdekken niets. Onder al
die honderden gezichten van ma
trozen is niet het ééne, dat voor
hen bestemd is. Een man komt
zich bij de twee vrouwen voegen.
Hy heeft een wit ringbaardje, en
een groote platte pet op, liet lijkt
een soort binnenschipper zooals
hij daar staat. Ook hij heeft niets
kunnen vinden. Hij is zelfs een
eindje meegeloopen om nog beter
te kiuinen zien, maar komt onge
troost weer terug. De drie staan
treurig en ietwat ontmoedigd bij
een.
Daar komt een jong meisje aan-
geloopen. Ze mag er wezen met
haar frissche en glundere gezicht.
Zij heeft wèl wat gezien. „Hebben
jelui 'm niet gevonden? Och", zegt
ze meewarig, „hij was toch goed te
zien. Hy heeft gewuifd met zijn
hand. Maar z'n muts is afgewaaid!"
En vroolijk gaat het drietal naai
den werfuitgang, waar straks Hen
drik uit zal komen, met zijn bun
deltje onder den arm, en wie weet
wat voor mooie cadeaux.
Als dan de „de Ruyter" door de
sluisdeuren is verdwen, en op
de marinewerf gemeeït! ligt, min
dert schielijk de drukte aan de ha
ven. Ieder gaat gamv thuis zijn
koud geworden kliekje opeten, en
spoedt zich dan naar den uitgang
aan de Weststraat, waar de sche
pelingen weldra een voor een aan
verwanten en vrienden worden
afgeleverd. Gepakt en gezakt trek
ken ze dan de Weststraat langs,
vertellend van liun reis, blozend
nog van dë frissche en zilte zee
lucht.
En wie weet wat voor heerlijks
het jonge luitenantje vopr zijn
bruid heeft meegebracht, die zoo
moedig haar heerlijk biefstukje
heeft laten koud worden uit liefde
voor hem. Misschien is de ober wel
zoo menschUevend geweest om het
zoolang warm te houden, aldus de
ware liefde beloonend naar ver
dienste.
Een moeielijke redding.
Langzaam aan herstelt zich de
sedert den oorlog stopgezette
scheepvaart weder. Wel liggen er
in het door Duitschland indertijd
versperde gebied nog honderd
duizenden mijnen, en zijn Duit
sche, Nederlandsche en Engelsche
mijnenvegers nog dagelijks bezig
met ruimen, een werk, dat nog
maanden en maanden zal duren,
voor alles weer veilig is, maar
toch: er komt reeds opleving en
dagelijks passeeren xeeds schepen
de schoongeveegde wateren.
En met die herleving der scheep
vaart keoren ook weder terug de
strandingen. Indezen tijd van het
jaar, als de stormen loeien langs
de kust en de zee hoog wordt op
gezweept, is met name het vaar
water rond Texel voor de scheep
vaart gevaarlijk domein. En wee
den zeeman, die op ondiepten te
rechtkomt, want hij mag blij zijn
als hij er goed en wel zonder al te
veel kleerscheuren afkomt.
Zoo verging het kapitein Blom
berg, die met 7 mannelijke en een
vrouwelijke opvarenden op den
z.g. „Razendeu Bol" aan den
grond raakte. Zijn schip, de Fin-
sche motorschoener .Neptim 11",
was met een lading lijnkoeken on
derweg van Londen naar Helsing-
fors, toen het, in den morgen van
Donderdag"" 20 dezer, aan den
grond raakte.
Om 12 uur werd dit bericht be
kend bij den havendienst en aan
stonds werd de sleepboot „Hector"
met reddingvlet van de firma Wijs
muller gereedgemaakt om naar de
bloemen en gras, vloeide over van een
merkwaardige kracht, vertoonde eent
rijkdom, als was dit dal dc kweelcerij
vau Natuur zelf, waar zij haar soorten
tot volmaaktheid bracht.
Niet geheel alleen was de hand der
u at uur hier aan 't werk geweest. Ter
linkerzijde van Ralph op ongeveer een
halve mijl afstand, stonden drie kleine
Indianenhutten op een kleinen gras
berm dicht naast het meer. Een dunne
rookwolk steeg langzaam boven hen
op. Drie kano's lagen op den oever be
neden. Zij werkten niet storend in het
beeld; dc*hutten rezen uit het gras op,
oven natuurlijk als booincu. Niouws-
ierig staarde Ralph in hun richting,
llij zag gestalten zich or voor bewegen
verbeeldde het zich althans.
Het geheele tafereel deed een snaar
Ralpli's herinnering aansproken.
Waar was hot, dat hij ook van zoo'n
vallei had gehoord? Van zoo'n blauw
groen meer? Dit was dan Nahnya's
heim! Hij moest den indruk, dien hij
zich van haar gevormd had, weer ge
heel herzien. Zijn sombere gedachten
en zijn achterdocht, toen hij voor de
opening van het hol stond, schenen
hem thans dwaas toe. Deze plek, deze
omgeving was teekenend voor het beste
in haar. Maar waarom wilde zij hem
met alle macht buiten haar paradij
houden? Deze gedachte deed alle kwel
lende, martelende twijfel weer hij hem
opkomen. Hij besloot uit to vinden,
do hutten verborgen.
Hij daalde de helling af, ging een
beekje over en liep door het bloeiende
gras. Nooit nog had hij zulke prachtige
wilde bloemen gezien boschklokjea,
wilde rozen, anemonen, dichte from-
buzenstruiken en allerlei bloomen,
waarvan hij den naam niet kende. De
strandingsplaats to stoomen. Het
was stormweer en door de hooge
zeeën, die over het vaartuig heen
sloegen, was van den schoener
weinig te zien.
Toen de reddingvlet naderbij
kwam, zagen zij de schipbreuke
lingen hij elkander op do roef zit
ten. Eén mast stond nog, de beide
andere waren al overboord gesla
gen. Het vaartuig, een nog nieuw
schip, was wrak geworden. Twee
leden der bemanning waren in een
kleine boot van boord gegaan en
dobberden, met een vanglijn nog
aan het schip verhonden, op eeni
gen afstand daarvan.
Do reddingvlet trachtte den
schoener te naderen, doch door dc
hooge zeeën kon zij niet dichtbij
komen. Men gooide daarom een lijn
over om op die manier verbinding
te krijgen. Inplaats van deze lyn
aan boord vast te maken, om daar
langs de schipbreukelingen over
tc halen, bond een der schipbreu
kelingen haar om zijn middel en
sprong toen van boord.
Hij werd vlug binnengehaald
doch inmiddels was de vlet wee:
een heel eind afgedreven, en met
veel inspanning gelukte het den
vletterlieden al roeiende het schip
weer te bereiken. Nog acht men
schen, waaronder cene vrouw, be
vonden zich aan boord. Weder
werd de lijn overgegooid en de
kapitein bond de vrouw er aan
vast, waarna zy door het water
naar binnen werd gehaald. De an
dere opvarenden werden op de
zelfde wijze aan boord van de vlet
gebracht.
De redding werd erg bemoeilijkt
door de wrakstukken, die overal
ronddreven.
Nog twee mannen, waaronder de
kapitein, moesten van boord wor
den gehaald, en de lijn was juist
weer overgegooid, toen een zware
zee het wrak in twee stukken brak.
De beide laatste opvarenden had
den zichzelf aan de lijn vastge
maakt en sprongen thans over
boord, waarna zy eveneens spoedig
binnengehaald werden.
Met deze negen menschen aan
boord, moesten de vletterlieden alle
krachten isnpannen om roeiende
de sleepboot te bereiken; de zeeën
liepen over de vlet, zoodat dit werk
niet zonder gevaar was, en het al
leen aan het kranige werk van de
vletterlieden was te danken, dat
deze negen menschen van een an
ders wissen dood zijn gered. Na
veel moeite gelukte het nochtans
de „Hector" te bereiken. Met de
grootste hartelijkheid werden de
door en door verkleumde en van
koude bevangen schipbreukelin
gen by de warme kachel ontvan
gen en op thee, die inmiddels door
de bemanning van de Hector" ge
zet was. onthaald. Aan wal werden
zij voorloopig van drooge kleeren
oorzien, en later per rijtuig in
verschillende logementen onderge
bracht.
Wel was het voor de bemanning
van de „Hector" en vooral voor de
vletterlieden een moeilijk ëfe ge-
■aarlijk werk geweest, doch zij mo
gen tevreden zyn met liet resultaat
negen medemenschen van een
vreeselyken dood te hebben gered.
Ternauwernood in de haven te
ruggekeerd, moest de „Hector"
dienzelfden middag weder naar
buiten. Van den op de reede lig
gen den Deenschen viermast-motor-
schoener „Kongedyket" werden
noodseinon vertoond, en bleek het,
dat d«* ankerketting gebroken was
en met het anker verloren was ge
gaan. De „Hector" heeft toen den
schoener veilig binnengebracht.
Wat nu de „Neptun 11" betreft,
zooals wij zeiden werd dit schip
in tweeën geslagen en was het dus
geheel verloren. Een der wrak
stukken is drijvende gebleven en
op de kust van Texel aan den grond
geraakt. Men zal nog trachten dit
te bergen. Een ander deel zit nabij
de haven van Nieuwediep in de
z.g. „schorren". Dit is vannacht
door een sleepboot opgepikt, doch
toi tweemaal toe brak de sleeptros.
Naar wy vernemen bevat het te
Texel aangespoelde gedeelte een
motor en do tanks en nog een ge
deelte der lading.
Tenslotte volgen hier de namen
der kranige redders van het ne
gental schipbreukelingen. Wij be
doelen de opvarenden van de vlet.
boomen,alloenstoand of iu kleine
groepjes, hadden dc volmaaktheid in
hun soort bereikt. Hot was to mooi,
alles, dan dat het werkelijkheid scheen
to kunnen zijn; toen Ralph daar tus
schen dc glinsterend witte stammen
doorging in zijn donkere kleeren, voel
de hij zich niet op zijn plaats als
een sterveling, die in een sprookje is
terecht gekomen.
Hij ging een tweede beekje over, dal
zijn vau dc •bergen komend water ko
mend wator naar het meer voerde. Voor
Let zich daarin uitstortte, vloeide het
uit iu kleine stroompjes, die een minia
tuur delta doorsneden. Ralph, wiens
aandacht getrokken was door eeni;
'oorwerpen, die dicht aan den water
kant in hot gras lagen, ging or op toe.
om een nader onderzoek in to stellen.
Hij vond een schop, ccn groote, ondiepe
kom. en een kleinere kom, allo ruw
ervaardigd uit katoenboomhout. Toen
.ij in dc kleine kom keek, stokte Ralplv
de adem van verbazing. Zij was voor
do helft met goud gevuld. Do kleine
gcelglinsterende korrels konden onnio
gelijk iets anders zijn. Ralph was nooil
een slachtoffer geweest vau de goud
koorts van hot Noorden; "hij vond liet
glanzende metaal mooi, maar telde het
verder weinig, maar toch ging zijn
adem sneller, en werden zijn ooge
grooter bij het zien van zoo'n enorme
waarde in een klein, ruwhouten kom
metje. Hij begroef zijn handen erin en
liet het tusschen de vingers doorglij
den. Het was meer don genoog om de
lieele „Towskbury" te koopen, of een
stel van de beste pouny's uit de streek,
of om op royole wijze een wereldreii
te kunen maken.
Ralph vroeg ziel» af of hot ooit nog
voorgekomen wan, dat goud op die ma
die de sleepboot „Hector" verge
zelde. Het zijn K. Dekker, schipper,
H. van Eig, P. de Jong, F. de Jong,
C. Wakker, A. Verboom, K. Ste-
gers, H. Keyzer, J. de Ruyter en
J. Snip. De chef van het salvage-
personeel der firma Wijsmuller
onder wiens leiding de redding
plaats had, heet A. Sieuwertsen.
Onder de stille helden ter zee, die
Nederland zooveel kent, mogen
hun namen met eere worden ge
noemd!
Kathleen Parlow.
In aansluiting op ons bericht
omtrent het optreden der pianiste
Kathleen Parlow (zie 2e blad) kun
nen wij nog vermelden, dat als
partner aan den vleugel zal plaats
nemen de pianist Marcel van Gooi,
wiens schitterende eigenschappen
nog onlangs in „de Tijd" naar
waarde zyn gehuldigd.
In verband met de veelvuldige
aanvragen van hier en elders zijn
van af heden kaarten in de inter
nationale muziekhandel en boek
handel verkrijgbaar gesteld.
De entree voor dit buitengewone
concert is, in aaiunerking geno
men de pl. belasting en auteurs
rechten zeer billijk gesteld.
Arrondisscraents-Rcchtbank te
Alkmaar.
De 19-jarige visscher J. B;, wonende
to Helder, thans te Alkmaar gedeti
neerd, stond terecht terzake diefstal
een jus, 'n broek, 'n kistje sigaren
en een clamesrijwiel, dit alles toebe
hoorende aan H. Booij, brandstoffen-
handelaar aldaar.
Beklaagde heeft een en ander ont-
rt omd uit het pakhuis van getuige B.
in de Molenstraat, in den nacht van 10
op 11 September j.1., zulks door het
uitsnijden van een ruit in gemeld pak
huis. Beklaagde erkent het feit. De
goederen heeft hij verkocht. Hij zegt,
liet gedaan te hebben uit nrmocd en
ellende, maar aau do poltiie heeft hij
opgegeven, dat hij het deed om aan
geld Ie koinen voor de bioscoop. Hij
heeft ook terecht gestaan te Amster
dam terzake diefstal van een rijwiel.
Ook is hij tor beschikking der regee
ring gesteld, liet O. 31. vordert 8 mnd.
gov Door het O. M. to Amsterdam is
bereids een jaar gev. gevorderd. De
verdediger verzocht dementi».
8EMEN8D NIEUWS.
Esn gevaarlijk haar gainapt.
Dinsdagavond betrapten een recher
cheur en een agent te Terneuzen
iemand op diefstal van kaas. Hij had
zich door braak toegang tot een pak
huis verschaft en had reeds twee
vrachten naar een roeiboot in het
kanaal gebracht. De agenten ziende,
sprong' bij in het kanaal en trachtte
zwemmende te ontkomen. De agen
ten volgden hem in de boot op het
gehoor, en toen z(j hem eindelijk
ondanks de duisternis konden grijpen,
trachtte bij de boot te doen kantelen.
De agenten ontkwamen aan het ge
vaar door den zwemmer het hoofd
onder water te dompelen, tot hij zich
ove gaf.
Later bleek, dat h(J ook de roei
boot gestofen had. Dinsdagnacht had
h(j ingebroken in het tramstation te
Zaamslvg, waar hij een jas meenam.
Hij wordt ook gezocht door de Bel
gische politie wagens verschillende
diefstallen te Selzaete. Het is een
22 jarige Belg, in 1917 uitgezet we
gens smokkelen.
Prettig bezoek.
Dinsdagmiddag vervoegde zich een
als heer gekleed persoon bij een bewo
ner van den Amstelveenscben weg
te Nieuwer Ainstel, vragende aan de
vrouw des huizes of haar man. een
vriend van hem, thuis was. Nadat
hij binnen gelaten was, ging de vrouw
haren echtgenoot halen, die, toen h\j
reeds spoedig aankwam, tot zijn groote
verbazing zag, dat de z g. vriend reeds
zya winterjas en parapluie te pak
ken bad.
De vreemdeling, zich oDtdektziende,
gaf - den bewoner met de parapluie
zulk een slag op het hoofd, dat b|j
bewusteloos neerviel, terwijl hijzelf,
met achterlating der jas, JjliDgs do
lucht Dam in het. donker.
Lijk gevoedes.
Bij een op het landgoed Tongeren,
onder Epe, gehouden drijfjacht, is in
het bosch bij het Hooge Zand het iD
verregaaDden staat van ontbinding
verkeerende lijk gevonden van den
sinds Augustus te Ernst vermisten
G. Berghuis. Een onderzoek zal moe
ten uitwijzen of hier ongeluk of mis
daad in het spel is.
Do wereldproductie van suiker.
Het Persbureau Vaz Dias verneemt
uit kringen van Buikerproducenten, dat
de in 1920 te oogsten hoeveelheid sui
ker op ongeveer dezelfde hoeveelheid
geschat wordt, als de productie in dit
jaar verkregen, n.1. ongeveer 16.500.000
ona. De productie blijft dus ongeveer
2.000.000 ton ten achter bij het normale
verbruik, dat ongeveer 18.000.000 ton
bedraagt.
De katoenoogst in Egypte.
Naar gemeld wordt, wordt do katoen-
oogst in Egypte geraamd op 6.025.000
cantor (1 cantar is 98 lbe.). Bij do te
genwoordige prijzen voor katoen en
katoenzaadolie ia de waarde van dezen
oogst hooger dan het geheele bedrag
van de Egyptische staatsschuld, die
thans ongeveer 93 millioen bedraagt.
De landprijzen in Egypte stijgen voort
durend in vorband met den bloei enden
toestand der katoenindustrie. Sinds
1915 is hot uitstaande bedrag uun hy
potheken bij twee van de voornaamste
Egyptiseho hypotheekbanken met IU
millioen afgenomen, doordien do land
bouwers in staat zijn geweest, om d«
opgenomen gelden terug te betalen.
LEGERBERICHTEN.
Do öergt, le kl. J. Koomen, van hot
21g rog. infanterie to den Helder, is
onthoven van zijne detacheering bij
het depot voor Duitsche deserteurs te
Bergen.
Bij bescb. van den Min. v. Oorlog' is
aan den dienstplichtige M. Brinksma,
van het 21e reg. Infanterie te den Hel
der, voor den tijd van één jaar vrijstel
ling van den dienst bij de militie ver
leend als geestelijke.
Van 1 Juli 1920 af wordt geen premie
meer toegekend aan militairon, die in
het bezit zijn van do Akte Middelbaar
Onderwijs Gymnastiek, en die zich ge
durende vijf jaren beschikbaar zouden
willen stellen, om op aanwijzing van
den Min. v. Oorlog werkzaam te wor
den gesteld bij eenig onderricht, tot het
geven waarvan zij, krachtens vorenbe
doelde akte, bevoegd zijn.
Bevordering bij de Artillerie.
Door den Min. v. Oorlog Ib bepaald,
dat voor bevordering tot do verschil
lende rangdn bij de onderdeelen van het
3o Regiment Vesting-Artillerie, welke
met de bediening van houwitser-mate
rieel zijn belaBt, voor eiken rang eene
afzonderlijke ranglijst zal worden aan
gehouden, waaruit de vacatures bij die
onderdeelen in den rang van Korpo
raals, Sergeanten, Sergeant-Majoor-Ad-
minietrateur en Adjudant-Onderoffi-
Administrateur in de eerste plaats;
in den rang van Sergeont-Majoor-In
structenr en Adjudant-Onderofficier-
Instructeur uitsluitend worden aauge
vuld.
De ree-tweede luitenant J. P. J.
Stenger, van h«t 21e reg. infanterie, is
in het genot van groot-verlof gesteld.
Jaarwedden verlofspersoneel.
Voor het verlofsporsoneel der Land
macht is de navolgende jaarweddoro-
geling, ingaand* 1 Januari 1920, voor-
Gedurende den tijd dat het leger ge
heel of gedeeltelijk op voet van oorlog
is, geniet het verlofsporsoneel dezelf
de jaarwedde als het beroepspersoneel.
Voor bet verkrijgen van periodieke
verhoogingen geldt als diensttijd de
tijd, gedurende welken belanghebben
den bij het gemobiliseerde leger heb
ben gediend.
Buiten den tijd, dat het leger gemo
biliseerd is, geniet het verlofsperso-
neel de volgende jaarwedden (zonder
verhooging)sergeant 1000; sergeant
met geschiktheid voor 6ergeant-majoor
ƒ1100; sergeant-majoor ƒ1400; adju
dant-onderofficier (vaandrig, kornet)
ƒ1600; tweede-luitenant 1800; eerste-
lultenant 2200; kapitein ƒ3400; ma
joor 4300; luitenant-kolonel 5000;
kolonel ƒ5600.
Met afwijking van het vorenstaande
wordt aan den verlofeadjudant-officier,
werkzaam ton bureele van een lond-
weerdietrleto-eommandant, de- jaarwed
de toegekend, welke hij zou genieten
indien hij bij zijn benoeming in zijn te
genwoordig» betrekking weder bij het
beroeps personeel in dienst was ge
treden. -
nier, open en bloot en onbewaakt werd
achtergelaten, 'llij verschoof de kom
oen eindje, en bomerkto, dat hot gras
onder wit was. Blijkbaar had het er
dus verscheidene dagen reeds zoo gele
gen. Waarlijk, liet goud moest hier in
dif dal wel voor het oprapen zijn, dat
men op het bezit ervan zoo weinig
prijs scheen to .stellen. In zijn geest
doemde vaag een visioen op van een
gelukkiger wereld, waar goud- ver
smaad werd gelijk dit.
Hij liet het vorder liggen, en ver
volgde zijn 'weg. Hij kwam thans in een
dichtbegroeid gedeelte, waar de hutten
een oogenblik aan zijn blikken waren
onttrokken. Eindelijk een zacht glooi
ende helling opklimmend, stond hij on
erwacht voor het kamp.
Vlak bij hem zat een volwasseu ei
flink Indiaansch meisje iu een pot te
die over een vuur hing. Naast
haar op een deken lag een naakt, kiudj'
de zon te spartelen. Toen zij Ralph
waar werd ontsnapte de moeder een
onderdrukte kreet van schrik. Ontsteld
staarde zij hom aan; mot ccn wild ge
buur greep zij het kindje en drukte
het aan de borst, liet gaf oen doordrin
genden schreeuw. Achter dc vrouw
verder af, zat een oude man op dei
grond gehurkt; hij was bezig met het
maken van ecu hoog. Hij keek op, en
ouk zijn gelaat verstarde van plots
liugen sehrik. Twee halfvolwassen jon
gens kwamen van het strand nanloopen.
en bleven vreesachtig op een afstund
staan. De verschrikte gezichten Van
twee meisjes vertoonden zich in de
opening van ecu hut.
Ralph voelde zich verlegen met do
uitwerking, die zijn plotsoling verschij
nen teweegbracht. Waar bij zichzelf
noeit alc een schrikaanjagend perse
uagc had bc6chouwd, kon hun houding
hem slechts dwaas en onnatuurlijk
hijnen. llij wist evenmin wat te doen
als zij.
Eindelijk stond de oude man, na een
merkbaren strijd met zichzelf, op, en
naderde Ralph. Zijn gelaat was ver
trokken vim angst, en zijn oude oogen
staarden met vreemden glans. Uit zijn
manier vau doen bleek duidelijk, dat
hij zich verplicht achtte den jongens
en voorbeeld te geven. Niet zonder
ien zekere waardigheid stftk hij Ralph
ien bevende hand toe.
„Hoe?" zcide hij.
„Spreekt ge EngelschV" vroeg Ralph
gretig.
.Klein beetje," zeide de oude man,
moeilijk de woorden vormend. „Ik geen
zie blanken man, twee, drie winters.
Ik vergeten, mijzelf." Toen hij dit ge
zegd had, wachtte bij hoffelijk, dat
Ralph weer het woerd zou nemen. Al
leen was «liep iu V.iju «^cn zijn ge
spannen angstige verwixhting te lezen.
..Ik kom bier met vriendschappelij
ke bedoelingen haastte zich Ralph te
verzekeren. „Ik zal niomand kwaad
doen."
De oude man haalde mismoedig dc
schouders op. „Niet bang voor kwaad,"
zeide hij. Hij zweeg, zoek'er.d naar Eu-
gelschc woorden om uit Uj duiden wat
hij bedoelde „Wij njleen hier langen
tijd," vervolgde bij. „Vergeten vreem
delingen. Vreemdeling komeu oah
Het is als zon neergevujlen van heme'
Ralph begon een verklaring te vin
den, voor do uitwerking van zijn plot
seling verschijnen.
„Wuarvoor hier komen?" vroeg
oude man.
Ralph wist een oogenblik niet, wat
te aatweerden. „Ja, om zoo sa
te kijken," zeide hij toen.
De oude man boog. Zijn manieren
waren vriendelijk en correct. Ralph
voelde er oen innige goedheid des har
ten ln. Hij was nooit een groot man
geweest, en nu hij door ouderdom ge
bogen was, had hij nog een zekere
plechtige waardigheid. Honderden fijne,
goedige rimpeltjes groefden zich om
zijn oogon. Hij was gekleed In een
oude jas, vervaardigd uit eon deken.
Rond zijn voorhoofd droeg hij een
zwarten bond, die zijn grijze lokken
beletten over zijn gelaat te vallen.
„Hoe gekomen hier?" vroeg hij.
„Door het hol onder de borgen door,"
antwoordde Ralph.
,U blanke doktert riep de oude
man plotseling uit, hevig verschrikt
bij zijn eigen onderstelling.
„Juist," zei Ralph.
De oude man liet bet hoofd op de
borst zinken, en een diepe zucht ont
snapte zijn borst. Hij mompelde iets
in zijn eigen taal.
„Wat is or toch?" riep Ralph geprik
keld uit. „Waarom zou ik hier niet
mogen komen, als ik een eindje loo
pen wil? Denken jullie soms dat ik
hier ongeluk zal aanbrengen?"
De oude man bief het hoofd weer
Zijn gelaat stond onuitsprokoiljk
droef. Hij maakte een onbostomd ge
baar. „Ik niet spreken," zolde hij,
,Nlet goede woorden hebben, Ik.
Nahnya vertellen. Nnhnya is hoofd
hiel-. Spoedig zij komen, donk ik."
„Maar wat heeft dat toch allemaal
te beteekenen?" riep Ralph.
„Willen eten?" vroeg de oude man,
op zijn plechtig-hoffelljke manier. „Ik
eerst niet aan denken. Wij hebben
hertenvleesch."
Ralph voelde Lu zijn woorden een
zacht verwijt.
„Ik heb geen honger," mompelde hij
zich omdraaiend.
Maar zijn nieuwsgierigheid deed hem
weldra op zijn schreden terugkeeren.
De oude man stond nog in dezelfde
houding.
(Wordt vervolgd).