HELDERSCHE COURANT DE VE1B0BGEN VALLEI Eerste Blad. Mö. 6171 ZATEROAQ 22 NOVEMBER 1919 47e JAARGANG gedaotour-Ultgevcra C. PB BOER Jr-, Holde? Oolssft 7000 ox. Abonnen-.orataprljsin ete s«ad f 1.20, per post t 1.40- Buitenland 2.40. - Losse ex. 3 ot Advert©wtlftn per regel 20 ct. Dit blad verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Onze lezers, bullen de ge meente, die de courant des Zaterdagsavonds of uiterlijk des Zondagsmorgens niet mocbtee ontvangen, gelleven Herover te reclameeren bij hel plaatselijk Postkantoor. BUITENLAND. De Opperste Raad. De Opperste Raad heeft, de wensche- li,ikheid uilgesproken, dat het vredes verdrag den eersten December in wer king zal treden. tBaBBSidt-.? IERLAND. Uit Cork wordt gemeld, dat Maan dagavond j.1. twee vertegenwoordigers der Munster en Leicester Bank en van de Provincïal Bank of Ireland Mill Street in het graafschap Cork verlieten in een auto om zich naar Knocknagrec to begeven. Gekomen op een eenzaam gedeelte van den weg, werd de auto aangehouden door gewapende gemaskerde mannon, die den inzittenden bevolen uit te stap pen en hen toen bonden en een prop in den mond stopten. De beide bank-amb- tenaren hadden ongeveer twintig dui zend pond bij zich, die uitbetaald moes ten worden aan klanten der bankinstel lingen op de markt te Knocknagree. Toen de roqvers de kisten met geld te pakken hadden, vernielden zij den auto en vluchtten het gebergte in. VEREBNIGDE STATEN. De Senaat en hot Vredesverdrag. in do zitting van Dinsdag werden 1 wee-en-twintig reserves afgestemd. Onder deze reserves was de .Johnson- reserve betreffende de gelijkheid van stemmenaantal in de vergadering van den Volkenbond, die met 46 tegen 43 stemmen viel; de reserve van Knox, krachtens welke de V. S. vrede sloten mot Duitschland en Duitschland lid zou worden van den Volkenbond 6lechts met raadgevende stem, wolke verwor pen werd met 61 tegen 30, stemmen. Kon motie, yoofgestëld door senator llitchcock. er toe strekkende, dat de inleidende reserve alsnog zou geschrapt w orden, werd verworpen met 45 tegen 36 stemmen. De Senaat besloot daarop zonder hoofdelijke stemming alle vijftien aan genomen reserves goed te keuren, waarop het verdrag formeel geschikt werd verklaard voor openbare behan- doling in den Senaat. Uit Washington wordt nog nader ge mold-. De stemming van den Senaat over de resolutie van Ludge heeft den weg geopend voor de overweging van pn Vergelijk. llitchcock heeft een poging gedaan om een onvoorwaardelijke ratificatie to verkrijgen, maar hij stuitte op aan zienlijken tegenstand. Een motie van Hitchoock om het ver drag terug te wijzen naar den Senaat, die daar in zijn geheel als commissie zou optreden, werd verworpen Het- zelfde geschiedde mot een inotie van Pomerene, die wilde, dat er een ver zoeningscommissie zou worden inge- ■teld. KORTE BERICHTEN. Binnenkort worden in Duitschland maatregelen genomen tegen het profi- leeren van den lagen markenkoers door huitenlandsche koopers. Bij Gastel Naudary (Frankrijk) is Maandag een sneltrein ontspoord. Drie reizigers zijn gedood, zes zwaar ge wond en een groot aantal licht gewond. BINNENLAND. Onderzeeboot K. V. Donderdagmiddag is de onder zeeboot K. V, in aanbouw voor rekening van het departement van marine en bestemd voor den dienst in Nederlandsch-Indië, met goed gevolg aan de werf van de Maat schappij voor Soheeps- en Werk tuigbouw Fijenoord, te water ge laten. Het Kamerlid Brautigam. Het Donderdag geïnstalleerde FEUILLETON. D00B HULBERT FOOTNER. 18). Toen hij aan de opening kwam. slin gerde hij wat er van de fakkel nog over was, in het water. De glanzende hlauwe hemel spande zich weer boven zijn hoofd uit. Eerst toen hij zich dat geheel bewust werd, drong het ten volle tot hem door, hoezeer do ver schrikkingen van onder den grond hem hadden benauwd. Eerst zag hij slechts <le blauwe lucht, en rotsachtige terras scn aan weerszijden, vanwaar het klei ne stroompje in het hol neerschoot. Ralph klom als oen aap over de rots blokken omhoog. Daar lag een kleine weide inet sappig, groen gras, kleurig van groote bloemen, Boomen in de laagte benamen hom nog het uitzicht. Hij snelde verder over de begroeide helling, tot een wijd uitzicht zich voor hem opende. Toen ging hij zitten, om alles wat hij zag, in zich op te nemen. Hij was niet teleurgesteld. Het over trof zijn stoutste verwachtingen. Reeds «le eerste oogopslag stelde hem ruim schoots schadeloos voor zijn tocht onder den grond. Lieflijker was het panorama dan hij or ooit een had gezien, lieflijker dan eenig natuurtafereel waarheen zijn droomen hom ooit hadden gevoerd. Het was uniek en het was ongekend. De artist in hem smaakte de rijke, zeld zame voldoening, die de aanblik van iets volmaakts schenkt. Om de schoon heid ervan geheel te kannen genieten, Kamerlid Brautigam, onlangs ver kozen verklaard in de plaats van den heer Heykoop, toen die we gens de aanvaarding van het Rot- terdamsche wethouderschap aftrad, zal, naar „de Vakbeweging" meldt, het Kamerlidmaatschap eveneens neerleggen, nu hij tot secretaris van het N. V. V. gekgzen is. Hij zal echter korten tijd Kamerlid blij ven, om bij de begrootingsdebat- ten enkele zaken te bespreken, die in het bijzonder de belangen der zeelieden raken. Brandstoffen. Blijkens de memorie van ant woord, rekent de minister op een win ter-brandstoff en-rantsoen van 10 H.L. per gezin, bovendien 2 H.L. voor groote gezinnen en voor be roepswerkzaamheden 4 H.L. extra. Ook extra hoeveelheid voor zieken. Turf ongerantsoeneerd. Gemeenteraad van Zaandam. Bij de behandeling van de ge meentebegrooting voor het dienst baar 1920 heeft de gemeenteraad Woensdagavond de jaarwedden van de wethouders van 1500 ver hoogd tot 2500 's jaars, waardoor de post op de begrooting, mede door de benoeming van een vierden wethouder, gebracht werd van 4500 op 10.000. Het presentiegeld voor de leden van den gemeenteraad werd van "4 per zitting verhoogd tot ƒ8, terwijl voor het bijwonen der ver gaderingen van de commissie van njstand een vergoeding van 5 )er vergadering zal worden ver eend. De heer Fermie (Middenstand) erklaarde zich tegen elke bezoldi- ing, zoowel van de wethouders als de raadsleden. De Kloet-commissie. De Kloet-commissie heeft met goedvinden van den minister van coloniën haai- werkzaamheden ge staakt in verband met de omstan digheid, dat voldoende gelden wa ren bijeengebracht. Ln Holland werd voor een bedrag van ruim 7^0.000 ingeschreven, van welke gelden een gedeelte in Indië werd gestort. Het juiste be drag, dat in lndië voor gelijk doel werd bijeengebracht, en waarmede dus voormeld bedrag van 790.000 moet worden verhoogd, is hier niet bekend. Alles te zamen nemende wordt aangenomen, dat er ruim voldoende middelen aan liet Sme- roe-fonds zijn overgemaakt om de daar voor in aanmerking komende schaden te vergoeden. D-trein AmsterdamBerlijn. Volgens een telegrafisch berieht uit Emmerik is tusschen de Neder- landsche en de Duitsche spoorweg directies een overeenkomst tot stand gekomen betreffende het ver keer AmsterdamBerlijn via 01- denzaal. In beide richtingen zal dagelijks een D-trein loopen met uitsluitend Nederlandschc wagens en van Bentheim af een restaura tie-wagen. PLAATgELIJK NIEUWS. Te 's-Gravenhage slaagden voor het voorloopig machinisten diploma de heeren P. B. Buist en J. C. Vrijvogel, alhier. Hr. Ms. „Gemma". Hr. Ms. „Gemma" is 16 Nov. te Aden aangekomen. Binnenkomst Hr. Ms. „de Ruyter". Bulderend loeide de noordwester om de huizen van het aloude Nieu- wediep. Woest ging de zee te keerde golvenmassa's beukten met hun witte koppen de schoei ing van den zeedijk, huizenhoog vloog het- schuim tegen den wal op om machteloos, trillend en weg stervend neer te vallen op den jrond. Allerlei ongerechtigheden jrengt ere zee op zulke dagen aan: stukken van huiswaren, steenen, halve masten, binten, planken, enz. en de strandvonderij bezorgt zij een rijken oogst. Wee het schip, dat zich in dit weer op zee bevindt! De ongeluk kige „Neptim", welker droevig lot wij elders verhalen, moge het ge tuigen. Hr. Ms. „de Ruyter", ofschoon, in vergelijking met de .schepen van andere marines maai1 een klein scheepje, lag juist op de reede. Konden al de hooge zeeën den romp een weinig doen hellen: sterk en vast lag het schip op het water, en veilig was de bemanning aan boord, voor de laatste maal weg van den huiselijken haard. Vrijdagmorgen zou het schip de haven binnenvaren. Om verschillende redenen was het oorspronkelijk vastgt. uur daarvoor vervroegd. In plaats van 1 uur kwam het schip reeds om 12 uur de haven binnen, op de gebruikelijke wijze met de staf- muziek verwelkomd. Maar de to nen van het Wilhelmus verwaai den in den hevigen wind, die op de pier stond. Af en toe bracht de wind een klank over, maar zij vormden te zamen geen samen hangend geheel. Wat deed het er toe? de jongens stonden klaar aau dek om het vaderland en de fami lieleden te begroeten. Zoo'n thuisvaart is altijd weer aardig om te zien. In honderden stroomen de menschen naar de haven, en het is een gewoel en ge juich, van belang. Doordat het uur van aankomst vervroegd was en nu samenviel met het alhier ge bruikelijke uur van het middag maal, was de belangstelling niet zoo groot als anders het geval is. Maar geleidelijk stroomden meer en meer bezoekers aan van alle kanten, toen de „de Ruyter" de haven invoer. Aardige tooneeltjes spelen zich af bij zoo'n binnenkomst. Ge heele families zijn bijeen in het hotel aan de haven, waar ze daags van te voren of misschien dien- zelfden morgen nog zijn aangeko men. Zij hebben zich huiselijk in gericht bij de groote warme cachel, en de ober is druk bezig aan het gereedmaken van de warme lunch. Croquant gebakken aardappeltjes met een biefstukje, staan dampend en verleidelijk geurend op tafel. Maar ziedaar: in don vlak vóór fort Harssens lig- genden kolos komt beweging. Twee dames, een oude en een jonge, komen in actie. „Dokter", aldus richten ze zich tot een jong officier van gezondheid, die even eens de binnenkomst van den oorlogsbodem afwacht, „dokter, hij jaat varen. Waar gaat hij nu teen?" Met kennersblik monstert de dokter de plaats waar het schip ligt. Inderdaad, de „de Ruyter" is aan hei manoeuvreeren om voor het juiste punt van den havenin gang te komen. En 's dokters ant woord luidt dan ook: „Hy komt binnen, dames". Weg, dampend biefstukje en croquante aardappeltjes!" 'k Zal het straks wel koud eten." conclu deert de jonge dame, en de oude meent, dat dat nog wel zoo lek ker is. „Heb je je behoorlijk op gepoetst?" vraagt pa ondeugend; „je hebt hem in zooveel jaren niet gezien:" 't Komt in orde, en het gezelschap verlaat de eetzaal om zich naar buiten in den snijdenden noordooster-te spoeden en „hem" te begroeten. Wilt u een ander tooneeltje? Twee oude volksvrouwtjes staan bij de sluis naar de werf. De „de Ruyter" is, na voorzichtig en han dig manoeuvreer en recht voor den sluisingang gekomen, en lang zaam, als men het van een schip zou mogen zeggen, voetje voor voetje, vaart het logge gevaarte naar binnen. Voor de bemannipg en de mensphen aan wal het span nendst oogenblik. Het schip vaart uiterst langzaam, en ieder heeft olop gelegenheid zijn vrienden of erwanten uit te zoeken uit de honderden hoofden, die aan dek zichtbaar zijn. Hoeden worden ge zwaaid, petton gaan af, ge schreeuw en gejoel klinkt op. Het is een cacophonie van geluiden, en hoe ter wereld de toegeroepe nen daaruit verstaanbare klanken moeten distilleeren, is ons niet duidelijk. Misschien is het ook niet noodig, en begrijpt men elkaar wel zonder gearticuleerd geluid. Im mers al die roepen beteekenen moest hij zijn schoonheidsbegrippen verruimen. Hot was een dal, dat aan alle zijden was ingesloten door ruwe, steile rot sen, die zich mot scherpe piokon om hoog verhieven. Do bergen hielden zijn oogen geruimen tijd geboeid; het was de eerste maal, dat hij den aanblik dn bergen der aarde in al bun majesteit onbelemmerd genoot. Als fantastische, machtige rotsgostalten rezen zij niet mantels van sneeuw over hun schouders en grijze, bloote hoofden, elk voor zich van een aparte waardig heid, als oude koningen. Een scherp contrast vormde hun indrukwekkende grootschheid met de lieflijkheid hot dal, waarin zij nederzagen, en dat zij schenen te bewaken. Eu zorgvuldig was hun wacht, vast aaneengesloten, kon geen strijdgewoel van de wereld ver-af tot de gelederen van hun puntige spiesen doordringen. In de laagte scheen het landschap dronken van klour en licht. Het mid dendeol der vallei was over de halve lengte ingenomen door een meertje, dat zich bevallig boog. Het water vertoon de eon rijkdom van kleurschakcoringen, die Ralph's oogen als door botoovering geboeid hielden. Hot was geen saffier of smaragd, maar een gelukkige ver smelting dier beide. Het deel van het dal dat het dichtst bij hem lag, was als een park als een gedroomde tuin. Do boomen, populieren en witstammige berken, verhieven zich in groepjes uit het hoog opschietende gras. In de verte golfde massief een dicht boscli. En overal zag hij bloemen. De grusklokjos, die aan zijn voeten opbloeiden, waren zoo groot als do bloemen van vinger hoedskruid, en blauw als lapis lazuli Allee wat daar troaidt, berkebeomen, „Welkom thuis!, welkom in 't derland!" Merkwaardig is ook de wijze van begroeting van ieder af zonderlijk. De cholericus zwaait als een dolle zijn muts heen en weer, roept en schreeuwt als een bezetene tegen iedereen, die maar luisteren wil. De sangunicus, de sanguinicus reageert bedaard en beweegt zijn rechterhand horizon taal. Verticaal slaat de melancho licus zijn arm door de lucht, de phlegmaticus draait zijn hand als een tol in de rondte. Zoo groet ieder naar aard en gemoedsge steldheid. De beide vrouwen, al op leeftijd, speuren en kijken scherp naar het voorbyvarend schip. Maar hun oogen ontdekken niets. Onder al die honderden gezichten van ma trozen is niet het ééne, dat voor hen bestemd is. Een man komt zich bij de twee vrouwen voegen. Hy heeft een wit ringbaardje, en een groote platte pet op, liet lijkt een soort binnenschipper zooals hij daar staat. Ook hij heeft niets kunnen vinden. Hij is zelfs een eindje meegeloopen om nog beter te kiuinen zien, maar komt onge troost weer terug. De drie staan treurig en ietwat ontmoedigd bij een. Daar komt een jong meisje aan- geloopen. Ze mag er wezen met haar frissche en glundere gezicht. Zij heeft wèl wat gezien. „Hebben jelui 'm niet gevonden? Och", zegt ze meewarig, „hij was toch goed te zien. Hy heeft gewuifd met zijn hand. Maar z'n muts is afgewaaid!" En vroolijk gaat het drietal naai den werfuitgang, waar straks Hen drik uit zal komen, met zijn bun deltje onder den arm, en wie weet wat voor mooie cadeaux. Als dan de „de Ruyter" door de sluisdeuren is verdwen, en op de marinewerf gemeeït! ligt, min dert schielijk de drukte aan de ha ven. Ieder gaat gamv thuis zijn koud geworden kliekje opeten, en spoedt zich dan naar den uitgang aan de Weststraat, waar de sche pelingen weldra een voor een aan verwanten en vrienden worden afgeleverd. Gepakt en gezakt trek ken ze dan de Weststraat langs, vertellend van liun reis, blozend nog van dë frissche en zilte zee lucht. En wie weet wat voor heerlijks het jonge luitenantje vopr zijn bruid heeft meegebracht, die zoo moedig haar heerlijk biefstukje heeft laten koud worden uit liefde voor hem. Misschien is de ober wel zoo menschUevend geweest om het zoolang warm te houden, aldus de ware liefde beloonend naar ver dienste. Een moeielijke redding. Langzaam aan herstelt zich de sedert den oorlog stopgezette scheepvaart weder. Wel liggen er in het door Duitschland indertijd versperde gebied nog honderd duizenden mijnen, en zijn Duit sche, Nederlandsche en Engelsche mijnenvegers nog dagelijks bezig met ruimen, een werk, dat nog maanden en maanden zal duren, voor alles weer veilig is, maar toch: er komt reeds opleving en dagelijks passeeren xeeds schepen de schoongeveegde wateren. En met die herleving der scheep vaart keoren ook weder terug de strandingen. Indezen tijd van het jaar, als de stormen loeien langs de kust en de zee hoog wordt op gezweept, is met name het vaar water rond Texel voor de scheep vaart gevaarlijk domein. En wee den zeeman, die op ondiepten te rechtkomt, want hij mag blij zijn als hij er goed en wel zonder al te veel kleerscheuren afkomt. Zoo verging het kapitein Blom berg, die met 7 mannelijke en een vrouwelijke opvarenden op den z.g. „Razendeu Bol" aan den grond raakte. Zijn schip, de Fin- sche motorschoener .Neptim 11", was met een lading lijnkoeken on derweg van Londen naar Helsing- fors, toen het, in den morgen van Donderdag"" 20 dezer, aan den grond raakte. Om 12 uur werd dit bericht be kend bij den havendienst en aan stonds werd de sleepboot „Hector" met reddingvlet van de firma Wijs muller gereedgemaakt om naar de bloemen en gras, vloeide over van een merkwaardige kracht, vertoonde eent rijkdom, als was dit dal dc kweelcerij vau Natuur zelf, waar zij haar soorten tot volmaaktheid bracht. Niet geheel alleen was de hand der u at uur hier aan 't werk geweest. Ter linkerzijde van Ralph op ongeveer een halve mijl afstand, stonden drie kleine Indianenhutten op een kleinen gras berm dicht naast het meer. Een dunne rookwolk steeg langzaam boven hen op. Drie kano's lagen op den oever be neden. Zij werkten niet storend in het beeld; dc*hutten rezen uit het gras op, oven natuurlijk als booincu. Niouws- ierig staarde Ralph in hun richting, llij zag gestalten zich or voor bewegen verbeeldde het zich althans. Het geheele tafereel deed een snaar Ralpli's herinnering aansproken. Waar was hot, dat hij ook van zoo'n vallei had gehoord? Van zoo'n blauw groen meer? Dit was dan Nahnya's heim! Hij moest den indruk, dien hij zich van haar gevormd had, weer ge heel herzien. Zijn sombere gedachten en zijn achterdocht, toen hij voor de opening van het hol stond, schenen hem thans dwaas toe. Deze plek, deze omgeving was teekenend voor het beste in haar. Maar waarom wilde zij hem met alle macht buiten haar paradij houden? Deze gedachte deed alle kwel lende, martelende twijfel weer hij hem opkomen. Hij besloot uit to vinden, do hutten verborgen. Hij daalde de helling af, ging een beekje over en liep door het bloeiende gras. Nooit nog had hij zulke prachtige wilde bloemen gezien boschklokjea, wilde rozen, anemonen, dichte from- buzenstruiken en allerlei bloomen, waarvan hij den naam niet kende. De strandingsplaats to stoomen. Het was stormweer en door de hooge zeeën, die over het vaartuig heen sloegen, was van den schoener weinig te zien. Toen de reddingvlet naderbij kwam, zagen zij de schipbreuke lingen hij elkander op do roef zit ten. Eén mast stond nog, de beide andere waren al overboord gesla gen. Het vaartuig, een nog nieuw schip, was wrak geworden. Twee leden der bemanning waren in een kleine boot van boord gegaan en dobberden, met een vanglijn nog aan het schip verhonden, op eeni gen afstand daarvan. Do reddingvlet trachtte den schoener te naderen, doch door dc hooge zeeën kon zij niet dichtbij komen. Men gooide daarom een lijn over om op die manier verbinding te krijgen. Inplaats van deze lyn aan boord vast te maken, om daar langs de schipbreukelingen over tc halen, bond een der schipbreu kelingen haar om zijn middel en sprong toen van boord. Hij werd vlug binnengehaald doch inmiddels was de vlet wee: een heel eind afgedreven, en met veel inspanning gelukte het den vletterlieden al roeiende het schip weer te bereiken. Nog acht men schen, waaronder cene vrouw, be vonden zich aan boord. Weder werd de lijn overgegooid en de kapitein bond de vrouw er aan vast, waarna zy door het water naar binnen werd gehaald. De an dere opvarenden werden op de zelfde wijze aan boord van de vlet gebracht. De redding werd erg bemoeilijkt door de wrakstukken, die overal ronddreven. Nog twee mannen, waaronder de kapitein, moesten van boord wor den gehaald, en de lijn was juist weer overgegooid, toen een zware zee het wrak in twee stukken brak. De beide laatste opvarenden had den zichzelf aan de lijn vastge maakt en sprongen thans over boord, waarna zy eveneens spoedig binnengehaald werden. Met deze negen menschen aan boord, moesten de vletterlieden alle krachten isnpannen om roeiende de sleepboot te bereiken; de zeeën liepen over de vlet, zoodat dit werk niet zonder gevaar was, en het al leen aan het kranige werk van de vletterlieden was te danken, dat deze negen menschen van een an ders wissen dood zijn gered. Na veel moeite gelukte het nochtans de „Hector" te bereiken. Met de grootste hartelijkheid werden de door en door verkleumde en van koude bevangen schipbreukelin gen by de warme kachel ontvan gen en op thee, die inmiddels door de bemanning van de Hector" ge zet was. onthaald. Aan wal werden zij voorloopig van drooge kleeren oorzien, en later per rijtuig in verschillende logementen onderge bracht. Wel was het voor de bemanning van de „Hector" en vooral voor de vletterlieden een moeilijk ëfe ge- ■aarlijk werk geweest, doch zij mo gen tevreden zyn met liet resultaat negen medemenschen van een vreeselyken dood te hebben gered. Ternauwernood in de haven te ruggekeerd, moest de „Hector" dienzelfden middag weder naar buiten. Van den op de reede lig gen den Deenschen viermast-motor- schoener „Kongedyket" werden noodseinon vertoond, en bleek het, dat d«* ankerketting gebroken was en met het anker verloren was ge gaan. De „Hector" heeft toen den schoener veilig binnengebracht. Wat nu de „Neptun 11" betreft, zooals wij zeiden werd dit schip in tweeën geslagen en was het dus geheel verloren. Een der wrak stukken is drijvende gebleven en op de kust van Texel aan den grond geraakt. Men zal nog trachten dit te bergen. Een ander deel zit nabij de haven van Nieuwediep in de z.g. „schorren". Dit is vannacht door een sleepboot opgepikt, doch toi tweemaal toe brak de sleeptros. Naar wy vernemen bevat het te Texel aangespoelde gedeelte een motor en do tanks en nog een ge deelte der lading. Tenslotte volgen hier de namen der kranige redders van het ne gental schipbreukelingen. Wij be doelen de opvarenden van de vlet. boomen,alloenstoand of iu kleine groepjes, hadden dc volmaaktheid in hun soort bereikt. Hot was to mooi, alles, dan dat het werkelijkheid scheen to kunnen zijn; toen Ralph daar tus schen dc glinsterend witte stammen doorging in zijn donkere kleeren, voel de hij zich niet op zijn plaats als een sterveling, die in een sprookje is terecht gekomen. Hij ging een tweede beekje over, dal zijn vau dc •bergen komend water ko mend wator naar het meer voerde. Voor Let zich daarin uitstortte, vloeide het uit iu kleine stroompjes, die een minia tuur delta doorsneden. Ralph, wiens aandacht getrokken was door eeni; 'oorwerpen, die dicht aan den water kant in hot gras lagen, ging or op toe. om een nader onderzoek in to stellen. Hij vond een schop, ccn groote, ondiepe kom. en een kleinere kom, allo ruw ervaardigd uit katoenboomhout. Toen .ij in dc kleine kom keek, stokte Ralplv de adem van verbazing. Zij was voor do helft met goud gevuld. Do kleine gcelglinsterende korrels konden onnio gelijk iets anders zijn. Ralph was nooil een slachtoffer geweest vau de goud koorts van hot Noorden; "hij vond liet glanzende metaal mooi, maar telde het verder weinig, maar toch ging zijn adem sneller, en werden zijn ooge grooter bij het zien van zoo'n enorme waarde in een klein, ruwhouten kom metje. Hij begroef zijn handen erin en liet het tusschen de vingers doorglij den. Het was meer don genoog om de lieele „Towskbury" te koopen, of een stel van de beste pouny's uit de streek, of om op royole wijze een wereldreii te kunen maken. Ralph vroeg ziel» af of hot ooit nog voorgekomen wan, dat goud op die ma die de sleepboot „Hector" verge zelde. Het zijn K. Dekker, schipper, H. van Eig, P. de Jong, F. de Jong, C. Wakker, A. Verboom, K. Ste- gers, H. Keyzer, J. de Ruyter en J. Snip. De chef van het salvage- personeel der firma Wijsmuller onder wiens leiding de redding plaats had, heet A. Sieuwertsen. Onder de stille helden ter zee, die Nederland zooveel kent, mogen hun namen met eere worden ge noemd! Kathleen Parlow. In aansluiting op ons bericht omtrent het optreden der pianiste Kathleen Parlow (zie 2e blad) kun nen wij nog vermelden, dat als partner aan den vleugel zal plaats nemen de pianist Marcel van Gooi, wiens schitterende eigenschappen nog onlangs in „de Tijd" naar waarde zyn gehuldigd. In verband met de veelvuldige aanvragen van hier en elders zijn van af heden kaarten in de inter nationale muziekhandel en boek handel verkrijgbaar gesteld. De entree voor dit buitengewone concert is, in aaiunerking geno men de pl. belasting en auteurs rechten zeer billijk gesteld. Arrondisscraents-Rcchtbank te Alkmaar. De 19-jarige visscher J. B;, wonende to Helder, thans te Alkmaar gedeti neerd, stond terecht terzake diefstal een jus, 'n broek, 'n kistje sigaren en een clamesrijwiel, dit alles toebe hoorende aan H. Booij, brandstoffen- handelaar aldaar. Beklaagde heeft een en ander ont- rt omd uit het pakhuis van getuige B. in de Molenstraat, in den nacht van 10 op 11 September j.1., zulks door het uitsnijden van een ruit in gemeld pak huis. Beklaagde erkent het feit. De goederen heeft hij verkocht. Hij zegt, liet gedaan te hebben uit nrmocd en ellende, maar aau do poltiie heeft hij opgegeven, dat hij het deed om aan geld Ie koinen voor de bioscoop. Hij heeft ook terecht gestaan te Amster dam terzake diefstal van een rijwiel. Ook is hij tor beschikking der regee ring gesteld, liet O. 31. vordert 8 mnd. gov Door het O. M. to Amsterdam is bereids een jaar gev. gevorderd. De verdediger verzocht dementi». 8EMEN8D NIEUWS. Esn gevaarlijk haar gainapt. Dinsdagavond betrapten een recher cheur en een agent te Terneuzen iemand op diefstal van kaas. Hij had zich door braak toegang tot een pak huis verschaft en had reeds twee vrachten naar een roeiboot in het kanaal gebracht. De agenten ziende, sprong' bij in het kanaal en trachtte zwemmende te ontkomen. De agen ten volgden hem in de boot op het gehoor, en toen z(j hem eindelijk ondanks de duisternis konden grijpen, trachtte bij de boot te doen kantelen. De agenten ontkwamen aan het ge vaar door den zwemmer het hoofd onder water te dompelen, tot hij zich ove gaf. Later bleek, dat h(J ook de roei boot gestofen had. Dinsdagnacht had h(j ingebroken in het tramstation te Zaamslvg, waar hij een jas meenam. Hij wordt ook gezocht door de Bel gische politie wagens verschillende diefstallen te Selzaete. Het is een 22 jarige Belg, in 1917 uitgezet we gens smokkelen. Prettig bezoek. Dinsdagmiddag vervoegde zich een als heer gekleed persoon bij een bewo ner van den Amstelveenscben weg te Nieuwer Ainstel, vragende aan de vrouw des huizes of haar man. een vriend van hem, thuis was. Nadat hij binnen gelaten was, ging de vrouw haren echtgenoot halen, die, toen h\j reeds spoedig aankwam, tot zijn groote verbazing zag, dat de z g. vriend reeds zya winterjas en parapluie te pak ken bad. De vreemdeling, zich oDtdektziende, gaf - den bewoner met de parapluie zulk een slag op het hoofd, dat b|j bewusteloos neerviel, terwijl hijzelf, met achterlating der jas, JjliDgs do lucht Dam in het. donker. Lijk gevoedes. Bij een op het landgoed Tongeren, onder Epe, gehouden drijfjacht, is in het bosch bij het Hooge Zand het iD verregaaDden staat van ontbinding verkeerende lijk gevonden van den sinds Augustus te Ernst vermisten G. Berghuis. Een onderzoek zal moe ten uitwijzen of hier ongeluk of mis daad in het spel is. Do wereldproductie van suiker. Het Persbureau Vaz Dias verneemt uit kringen van Buikerproducenten, dat de in 1920 te oogsten hoeveelheid sui ker op ongeveer dezelfde hoeveelheid geschat wordt, als de productie in dit jaar verkregen, n.1. ongeveer 16.500.000 ona. De productie blijft dus ongeveer 2.000.000 ton ten achter bij het normale verbruik, dat ongeveer 18.000.000 ton bedraagt. De katoenoogst in Egypte. Naar gemeld wordt, wordt do katoen- oogst in Egypte geraamd op 6.025.000 cantor (1 cantar is 98 lbe.). Bij do te genwoordige prijzen voor katoen en katoenzaadolie ia de waarde van dezen oogst hooger dan het geheele bedrag van de Egyptische staatsschuld, die thans ongeveer 93 millioen bedraagt. De landprijzen in Egypte stijgen voort durend in vorband met den bloei enden toestand der katoenindustrie. Sinds 1915 is hot uitstaande bedrag uun hy potheken bij twee van de voornaamste Egyptiseho hypotheekbanken met IU millioen afgenomen, doordien do land bouwers in staat zijn geweest, om d« opgenomen gelden terug te betalen. LEGERBERICHTEN. Do öergt, le kl. J. Koomen, van hot 21g rog. infanterie to den Helder, is onthoven van zijne detacheering bij het depot voor Duitsche deserteurs te Bergen. Bij bescb. van den Min. v. Oorlog' is aan den dienstplichtige M. Brinksma, van het 21e reg. Infanterie te den Hel der, voor den tijd van één jaar vrijstel ling van den dienst bij de militie ver leend als geestelijke. Van 1 Juli 1920 af wordt geen premie meer toegekend aan militairon, die in het bezit zijn van do Akte Middelbaar Onderwijs Gymnastiek, en die zich ge durende vijf jaren beschikbaar zouden willen stellen, om op aanwijzing van den Min. v. Oorlog werkzaam te wor den gesteld bij eenig onderricht, tot het geven waarvan zij, krachtens vorenbe doelde akte, bevoegd zijn. Bevordering bij de Artillerie. Door den Min. v. Oorlog Ib bepaald, dat voor bevordering tot do verschil lende rangdn bij de onderdeelen van het 3o Regiment Vesting-Artillerie, welke met de bediening van houwitser-mate rieel zijn belaBt, voor eiken rang eene afzonderlijke ranglijst zal worden aan gehouden, waaruit de vacatures bij die onderdeelen in den rang van Korpo raals, Sergeanten, Sergeant-Majoor-Ad- minietrateur en Adjudant-Onderoffi- Administrateur in de eerste plaats; in den rang van Sergeont-Majoor-In structenr en Adjudant-Onderofficier- Instructeur uitsluitend worden aauge vuld. De ree-tweede luitenant J. P. J. Stenger, van h«t 21e reg. infanterie, is in het genot van groot-verlof gesteld. Jaarwedden verlofspersoneel. Voor het verlofsporsoneel der Land macht is de navolgende jaarweddoro- geling, ingaand* 1 Januari 1920, voor- Gedurende den tijd dat het leger ge heel of gedeeltelijk op voet van oorlog is, geniet het verlofsporsoneel dezelf de jaarwedde als het beroepspersoneel. Voor bet verkrijgen van periodieke verhoogingen geldt als diensttijd de tijd, gedurende welken belanghebben den bij het gemobiliseerde leger heb ben gediend. Buiten den tijd, dat het leger gemo biliseerd is, geniet het verlofsperso- neel de volgende jaarwedden (zonder verhooging)sergeant 1000; sergeant met geschiktheid voor 6ergeant-majoor ƒ1100; sergeant-majoor ƒ1400; adju dant-onderofficier (vaandrig, kornet) ƒ1600; tweede-luitenant 1800; eerste- lultenant 2200; kapitein ƒ3400; ma joor 4300; luitenant-kolonel 5000; kolonel ƒ5600. Met afwijking van het vorenstaande wordt aan den verlofeadjudant-officier, werkzaam ton bureele van een lond- weerdietrleto-eommandant, de- jaarwed de toegekend, welke hij zou genieten indien hij bij zijn benoeming in zijn te genwoordig» betrekking weder bij het beroeps personeel in dienst was ge treden. - nier, open en bloot en onbewaakt werd achtergelaten, 'llij verschoof de kom oen eindje, en bomerkto, dat hot gras onder wit was. Blijkbaar had het er dus verscheidene dagen reeds zoo gele gen. Waarlijk, liet goud moest hier in dif dal wel voor het oprapen zijn, dat men op het bezit ervan zoo weinig prijs scheen to .stellen. In zijn geest doemde vaag een visioen op van een gelukkiger wereld, waar goud- ver smaad werd gelijk dit. Hij liet het vorder liggen, en ver volgde zijn 'weg. Hij kwam thans in een dichtbegroeid gedeelte, waar de hutten een oogenblik aan zijn blikken waren onttrokken. Eindelijk een zacht glooi ende helling opklimmend, stond hij on erwacht voor het kamp. Vlak bij hem zat een volwasseu ei flink Indiaansch meisje iu een pot te die over een vuur hing. Naast haar op een deken lag een naakt, kiudj' de zon te spartelen. Toen zij Ralph waar werd ontsnapte de moeder een onderdrukte kreet van schrik. Ontsteld staarde zij hom aan; mot ccn wild ge buur greep zij het kindje en drukte het aan de borst, liet gaf oen doordrin genden schreeuw. Achter dc vrouw verder af, zat een oude man op dei grond gehurkt; hij was bezig met het maken van ecu hoog. Hij keek op, en ouk zijn gelaat verstarde van plots liugen sehrik. Twee halfvolwassen jon gens kwamen van het strand nanloopen. en bleven vreesachtig op een afstund staan. De verschrikte gezichten Van twee meisjes vertoonden zich in de opening van ecu hut. Ralph voelde zich verlegen met do uitwerking, die zijn plotsoling verschij nen teweegbracht. Waar bij zichzelf noeit alc een schrikaanjagend perse uagc had bc6chouwd, kon hun houding hem slechts dwaas en onnatuurlijk hijnen. llij wist evenmin wat te doen als zij. Eindelijk stond de oude man, na een merkbaren strijd met zichzelf, op, en naderde Ralph. Zijn gelaat was ver trokken vim angst, en zijn oude oogen staarden met vreemden glans. Uit zijn manier vau doen bleek duidelijk, dat hij zich verplicht achtte den jongens en voorbeeld te geven. Niet zonder ien zekere waardigheid stftk hij Ralph ien bevende hand toe. „Hoe?" zcide hij. „Spreekt ge EngelschV" vroeg Ralph gretig. .Klein beetje," zeide de oude man, moeilijk de woorden vormend. „Ik geen zie blanken man, twee, drie winters. Ik vergeten, mijzelf." Toen hij dit ge zegd had, wachtte bij hoffelijk, dat Ralph weer het woerd zou nemen. Al leen was «liep iu V.iju «^cn zijn ge spannen angstige verwixhting te lezen. ..Ik kom bier met vriendschappelij ke bedoelingen haastte zich Ralph te verzekeren. „Ik zal niomand kwaad doen." De oude man haalde mismoedig dc schouders op. „Niet bang voor kwaad," zeide hij. Hij zweeg, zoek'er.d naar Eu- gelschc woorden om uit Uj duiden wat hij bedoelde „Wij njleen hier langen tijd," vervolgde bij. „Vergeten vreem delingen. Vreemdeling komeu oah Het is als zon neergevujlen van heme' Ralph begon een verklaring te vin den, voor do uitwerking van zijn plot seling verschijnen. „Wuarvoor hier komen?" vroeg oude man. Ralph wist een oogenblik niet, wat te aatweerden. „Ja, om zoo sa te kijken," zeide hij toen. De oude man boog. Zijn manieren waren vriendelijk en correct. Ralph voelde er oen innige goedheid des har ten ln. Hij was nooit een groot man geweest, en nu hij door ouderdom ge bogen was, had hij nog een zekere plechtige waardigheid. Honderden fijne, goedige rimpeltjes groefden zich om zijn oogon. Hij was gekleed In een oude jas, vervaardigd uit eon deken. Rond zijn voorhoofd droeg hij een zwarten bond, die zijn grijze lokken beletten over zijn gelaat te vallen. „Hoe gekomen hier?" vroeg hij. „Door het hol onder de borgen door," antwoordde Ralph. ,U blanke doktert riep de oude man plotseling uit, hevig verschrikt bij zijn eigen onderstelling. „Juist," zei Ralph. De oude man liet bet hoofd op de borst zinken, en een diepe zucht ont snapte zijn borst. Hij mompelde iets in zijn eigen taal. „Wat is or toch?" riep Ralph geprik keld uit. „Waarom zou ik hier niet mogen komen, als ik een eindje loo pen wil? Denken jullie soms dat ik hier ongeluk zal aanbrengen?" De oude man bief het hoofd weer Zijn gelaat stond onuitsprokoiljk droef. Hij maakte een onbostomd ge baar. „Ik niet spreken," zolde hij, ,Nlet goede woorden hebben, Ik. Nahnya vertellen. Nnhnya is hoofd hiel-. Spoedig zij komen, donk ik." „Maar wat heeft dat toch allemaal te beteekenen?" riep Ralph. „Willen eten?" vroeg de oude man, op zijn plechtig-hoffelljke manier. „Ik eerst niet aan denken. Wij hebben hertenvleesch." Ralph voelde Lu zijn woorden een zacht verwijt. „Ik heb geen honger," mompelde hij zich omdraaiend. Maar zijn nieuwsgierigheid deed hem weldra op zijn schreden terugkeeren. De oude man stond nog in dezelfde houding. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1