HELDERSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
No. 6175
DINSDAG 2 DECEMBER 1919
47e JAARGANG
ABONNEMENTEN BÏJ VOORUITBETALING:
Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1.20, franco per post f 1.-40. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.50, M 0.60. 1.05
Modeblad 0.951.05. 1.30
Losse nummers der Courant 3 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-én Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: C. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
ADVERTENTIËN.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactloneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bij vooruitb. {adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 3'/i ct Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hooger berekend.
HET NIEUWE KLEED.
Met het huidige nummer verschijnt de
„Heldersche Courant" in een nieuw ge
waad. Uiterlijk kleiner van omvang is het
inwendige van het blad nochtans volstrekt
niet geringer geworden; het tegendeel is
eer waar.
„Habent sua fata libelli". Boeken hebben
hun lotgevallen, zegt een Latijnsche ken
spreuk. Van couranten zou men hetzelfde
kunnen zeggen, en de lotgevallen, speciaal
van de „Heldersche Courant" der laatste
maanden, zijn interessant en boeiend genoeg
om daarvan eens iets aan den lezer te ver
tellen.
Tot nog toe werd ons blad gedrukt op
een z.g. „snelpers", waarbij twee vormen
(bladzijden) op een vlakke plaat gelegen,
heen en weer worden bewogen en deze twee
bladzijden tegelijk werden afgedrukt. Hoe-
Wel deze wijze van drukken voor gewoon
drukwerk de meest geëigende is, is zij voor
een courant van eenigen omvang op den
duur te omslachtig. Men kon nooit meer
dan één zijde van het blad tegelijk afdruk
ken, tenzij men twee persen gebruikte, en
wij waren verplicht, wilden wij niet tegelij
kertijd twee onzer snelpersen voor verschei
dene uren missen, de eerste „vorm", dat zijn
de eerste en laatste pagina, daags te voren
of des morgens vroeg af te drukkeq. Door
de beperkte capaciteit van zoo'n pers ging
met eiken druk een uur of vijf heen. Was
dan 's morgens de voor- en achterkant afge
drukt, dan kwam de binnenkant aan de
beurt. Wij waren blij als we met kunst- en
vliegwerk des morgens om elf uur met' het
zetten en „opmaken" (het in elkander zet
ten van den vorm) gereed waren, en de laat
ste twee vormen op de pers lagen. Eerst
dan kon aangevangen worden met den
druk, en, nadat de kranten eerst nog door
de vouwmachine waren gevouwen, kon de
expeditie beginnen. Wee ons, zoo er eenjg
oponthoud kwam, waardoor bijvoorbeeld
de vorm een half uurtje later gereed
kwam: dit wreekte zich op geweldige wijze,
doordat natuurlijk de laatste ^exemplaren
ook een half uur later van de pers kwamen
en bij de abonné's bezorgd werden. En het
gevolg daarvan was, dat de telefoon niet
stilstond van de vragen om inlichtingen
„Waar liet krantje bleef".
Het is duidelijk, dat een dergelijke wijze
van drukken nog een ander bezwaar heeft.
Door de langzame wijze van werken der
pers lagen tusscben den druk en de afleve
ring der eerste exemplaren en die der laat
ste eenige uren. Zoo kon het gebeuren, dat
des middags om i uur het blad te onzen
kantore verkrijgbaar was, terwijl eerst om
vijf uur (soms nog later) bepaalde stadsge
deelten hun krant kregen. Dat gaf wel eens
gemopper en niet ten onrechte.
Dagbladen met groote oplagen, die twee-,
soms driemaal daags uitkomen, drukken op
een z.g. „rotatiepers". Velen onzer lezers
hebben ongetwijfeld op den Nieuwezijds
Voorburgwal wel'eens de groote machines
in het gebouw „Concordfa", waar mestijds
het „Nieuwsblad voor Nederland" en thans
„DeTelegraaf" gedrukt wordt, aan het werk
gezien. Zoo'n rotatiepers drukt in één be
weging de gansche krant af, met bijbladen
en al. En zoo'n oplaag Is er dan ook in een
paar uur doorheen.
Voor een blad als het onze, dat voorloo-
pig nog driemaal 's weeks verschijnt, en
waarvan de oplaag natuurlijk niet zoo groot
is als van de groote dagbladen, was een
dergelijke pers veel te kostbaar. Zoodat de
groote moeilijkheid voor ons bestond om
een geschikte pers te vinden, die sneller en
economischer kon werken dan de gewone
snelpers.
Welnu, in de „Heureka" hebben wij zoo'n
pers gevonden. De' „Heureka" is in het bij
zonder gebouwd voor bladen als de onze,
die een te groote oplaag hebben om op de
hiervoor omschreven wijze te drukken.
Bij het gewone drukken wordt de ge-
heele oplaag van de courant vel voor vel
door den drukker „ingelegd". Bij de nieuwe
machine kwam dit te vérvallen. Deze drukt
van rollen papier. Zoowel een courant van
4 pagina's als van 6 pagina's kan er tege
lijkertijd op gedrukt worden. Zij komen af
gesneden en gevouwen uit de machine; in
het laatste geval ook in elkaar gestoken.
Het zou te ver voeren eene beschrijving te
geven van de werking dezer machine. Ge
noeg zij het te vermelden, dat de druk ver
kregen wordt door overzetting og gummi
cilinders, waarvan het papier tenslotte den
afdruk weder overneemt. Een nadeel, dat
tegenover het voordeel der vluggere afleve
ring komt te staan is, dat de druk, althans
in den beginne, niet zoo scherp zal zijn.
Vooral in den eersten tijd rekenen wij op
de toegevendheid onzer lezers, wanneer de
druk hier en daar te wenschen laat. Het is
met een machine als met den mensch: eerst
door langdurigen omgang leert men ze
kennen 1
Het heeft heel wat moeite en zorg gekost
eer het zoover was, dat de „Heureka"
draaide. Ja, van het oogenblik af, dat tot
aankoop der machine besloten werd, er is
eene aaneenschakeling van tegenspoeden
geweest, die ons schier wanhopig maakte.
Zoo ooit, dan is hierbij gebleken de totale
ontreddering van het maatschappelijk
leven.
Allereerst de verzending en opstelling.
Daarvoor was een monteur noodig, en zoo'n
monteur was aanvankelijk niet te vinden.
Daar de pers niet rechtstreeks door de fa
briek was afgeleverd, kon die monteur niet
aan de fabriek gevraagd worden. Hoe wij
er tenslotte toch in slaagden een monteur
der fabriek, die toevallig hier te lande aan
wezig was, „vast te houden", en hem, trots
al de smeekbrieven van zijne firma te Hei-
delberg, niet „uit te leveren", alvorens hij
geheel klaar was, is op zichzelf al een
heel verhaal.
Maar wij zijn nog maar aan de demon
tage en verzending naar Den Helder. Over
de ontzettende vrachtprijzen spreken we
maar niet eens, daaraan zijn we gewend.
Tenslotte stonden de kisten en groote on
derdeden in onzë drukkerij gereed voor
montage. Toen doemde een andere factor
op, waarmede rekening gehouden moest
worden: de aanstaande electrificatie van
Den Helder.
Wat moesten wij doen? Een drijfriem-
installatie maken voor de beweegkracht
over den gasmotor, die ons bedrijf in gang
houdt, terwijl toch over eenige maanden,
weken wellicht, de electrificatie een feit zou
zijn, terwijl het bovendien niet zeker was,
dat de motor ook deze zware machine nog
zou kunnen trekken? Een noodleiding naai
de werf maken, die, doordat zoo'n hoog
spanningdraad, die over de straat heenliep,
geheel beschermd moest worden met een
vangnet, zeer kostbaar zou worden?
Tenslotte werd, dank zij de welwillendheid
van de directie der „Witte Bioscoop", eene
oplossing gevonden. Op onze vraag of de
„Witte" ons stroom zou kunnen leveren
werd direct toestemmend geantwoord en me
dewerking toegezegd. De „Witte", die over
dag geen stroom noodig heeft, zal ons, voor
de paar uren, driemaal per week, dat wij
stroom noodig hebben, dien stroom leveren.
Zonder haar hulp zouden wij met de nieuwe
machine nog niet hebben kunnen drukken.
Toen was weer het wachten op een paaf
onderdeelen voor de electrische installatie,
op een paar rollen voor de pers. En door de
stagnatie op de spoorwegen ten opzichte
van het goederenvervoer duurde alles zoo
veel langer dan in gewone omstandigheden
het geval zou zijn geweest. Met de vervaar
diging van enkele onderdeelen, die dringend
vernieuwd moesten worden, en die in nor
male omstandigheden eenvoudig even aan
de fabriek waren aangevraagd, en nog veel
andere dingen, heeft ons de werf prachtig
geholpen. Een woord van erkentelijkheid
daarvoor is hier wei op zijn plaats.
Een woord van erkentelijkheid daarvoor
is hier wel op zijn plaats.
Moeilijkheden zijn cr om overwonnen te
worden. Wij ook hebben ze tenslotte over
wonnen, en wij hopen, dat wij nu aan het
eind ervan zijn en voortaan geen hinder
nissen of strubbelingen zich meer voordoen.
En dat, tot in lengte van dagen, de „Heu
reka" mogen draaien 1
DE MARINE.
Tti een gisteren te Amsterdam gehouden
vergadering van aldaar dienende Marine
officieren, ia de volgende motie aange
nomen:
De officieren der Koninklijke Marino,
aanwezig in de directie Amsterdam, kennis
genomen 'hebbende van de Memorie van
Antwoord op het Voorloopig Verslag over
Hoofdstuk VI (Marine) geven als hun be
sliste meening te kennen, dat het stopzetten
van den aanbouw der beide kruisers „Java"
en „Sumatra" gerekend moet worden als in
strijd te zijn met 's Lands belang.
Zjj achten kruisers noodzakelijk in elk
systeem voor verdediging onzer Koloniën.
Het is hun overtuiging, dat afschaffing
der Marine de voorkeur verdient 'boven een
geleidelijke liquidatie, welke'het onvermij
delijke gevolg zal zijn van het bovenbedoel
de stopzetten.
Zij onderschreven hiermede volkomen
een motie van gelijke strekking als deze,
welke is aangenomen door de besturen van
de Marine-Vereeniging, de ALgemeené Ver
eeniging van Marine-Officieren en de Ma-
rine-Maclnnisten-Club, die gezonden is aan
de leden der Tweede Kamer van de Staten-
Generaal.
De tekst van het bedoelde adres aan de
leden der beide Kamers van de Staten-Ge-
neraal, luidt als volgt:
„Naar aanleiding van de Memorie van
Antwoord op het Voorloopig Verslag over
Hoofdstuk VT (Marine), achten de besturen
van de Algemeene Vereeniging van Marine-
Officieren, de Marine-Vereeniging en de
Marine-Machinisten-Olub -zich verplicht
Uwe aandacht op het navolgende te ves
tigen:
„Waar het plan bestaat, en in een Vloot
wet zal worden vastgelegd, Indië met be
hulp van een Marine te verdedigen, heeft
het ons teiv zeerste verbaasd, dat een deel
van het materieel, dat zeker voor deze ver
dediging onder alle omstandigheden van
groote waarde is, zal worden opgegeven.
Wij bedoelen hiermede de kruisers „Java"
en „Sumatra". Door het stopzetten van den
bouw wordt meer dan 20 millioen wegge
gooid, terwijl de voltooide schepen zeer ze
ker belangrijk meer waard zullen zijn dan
de gelden, die voor den verderen bouw be
steed zullen worden.
„Naar onze meening zijn deze kruisers in
elk systeem, dus ook in dat van den Minis
ter, ten volle bruikbaar. In de tegenwoor
dige terminologie behooren zij trouwens tot
het klein materieel.
Argumenten tegen den afbouw van de
kruisers komen in de Memorie niet voor;
het is dus niet mogelijk die in bespreking te
brengen en de leden van de Tweede Kamer
zullen ze onvoorbereid te hooren krijgen.
„We wensohen de aandacht er op te ves
tigen, dat het stop zetten van den afbouw
een zeer ontmoedigenden indruk op nage
noeg het geheele personeel zal maken en
dat de uittocht van het personeel daardoor
nog zal toenemen. Voor een vloot, zooals de
Minister zich voorstelt, zal zich geen vol
doende personeel aanmelden.
„Wanneer de Kamer zich voor wat be
treft het stop zetten van den afbouw van de
kruisers uit financieele overweging met de
plannen van den Minister wensebt te veree
nigen, dan gaat men daarmede beneden het
minimum, waarbij rendement der Marine
mogelijk is.
„Het is in dat geval beter de Marine af te
schaffen.
„Dit zou echiter in lijnrechten strijd zijn
met onze belangen als Koloniale mogend
heid."
De vereeniging „Onze Vloot" heeft tegen
a.s. Dinsdagavond in „De Twee Steden" té
den Haag eene bijeenkomst belegd, waarin
als spreker zal optreden de kapitein-luite-
ter zee L. J. Quant, met het onderwerp: Ver
volg op het Huidige Marinevraagstuk'',
hoofdzakelijk naar aanleiding van de thans
ingediende Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Marinebegrooting.
De kruiser „Sumatra".
In afwachting van de beslissing, welke de
Staten-Generaal zullen nemen, met betrek
king tot het al of niet voltooien van den
kruiser „Sumatra", wélke, zooals men weet,
thans bij den Nederland sch en Scheepsbouw
in aanbouw is, wordt, -lus vernemen wij, op
het oogenblik nog wel aan het schip gewerkt,
doch slechts op zoodanige* wijze, dat het vaar
tuig te water kan worden gelaten. Alleen
worden de platen onder de waterlijn diehtge-
klonken; het bovenwerk ligt stil. Als besloten
mocht worden, dat het schip niet zal worden
voltooid, zal de romp te water worden gelaten
en gesleept naar een plaats waar de slooping
kan geschieden.
BINNENLAND.
Verhooging van de pensioenen.
In een nota naar aanleiding van het ver
slag over ht wetsontwerp tot regeling van
de ontvangsten en uitgaven van het wedu
wen- en weezenfonds voor militairen en ge-
pensionneerde militairen der landmacht, en
van dat betreffende de zeemacht voor het
dienstjaar 1910 deelt de minister van finan
ciën mede, dat het in uitzicht gestelde wets
ontwerp tot verhooging van de pensioenen,
dat de Kamer waarschijnlijk binnen zeer
korten tijd zal bereiken, strekt om ook de
ten laste van de hierbedoelde fondsen ver
leende pensioenen te verhoogen.
Het échec van het annexlonlsme.
In „Ons Vaderland" schrijft Emiel Hulle-
broek onder den titel „Voor de Vier
schaar" o.a.:
Het beruchte „Comité de Politique Natio
nale" sterft een langzamen, doch zekeren
dood. Naarmate al het onheil dat het heeft
gesticht, duidelijk wordt, verliest het de be
langstelling en de hulp van velen, die het
met raad en daad steunden. Niet alleen ver
klaarde min. Hymans in vollen Senaat, dat
het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
geen uitstaans mede had wat echter nog
niet is uitgemaakt en wat ook niemand ge
looft, doch zelfs die bladen, die het door
dik en dun patronneerden, beginnen klaar te
zien en schuchter nog, doch reeds goed ver
staanbaar, wordt betoogd dat de werking van
dat rampzalig koroiteit kwaad heeft gesticht
in plaats van goed.
Wij vragen ons thans af, welke maatrege
len er zullen worden getroffen tegen de
ellendelingen, die wetens en willens ons land
zooveel onheil en nadeel berokkenden. In
dien er in België plichtigen te straffen zijn,
dan zijn het in de allereerste plaats de roof-
politiekers en hun trawanten uit de Brussel-
sche pers, die ze door dik en dim hebben ge
steund. Dat deze laatsten nu de werkelijkheid
beginnen in" te zien, is geen verzachtende
omstandigheid en zij moeten op één lijn wor
den geplaatst met de rekels, die het beruch
te Comité in 't leven riepen.
Er is in België reeds heel wat gestraft!
Ambtenaren werden afgezet, leeraars ge
schorst, bedienden gebroodroofd, activisten
gekerkerd en veroordeeld en duizenden sol
daten zijn de Fransdie gevangenissen inge
vlogen, werden naar de Orne gestuurd of
naar Cezember onder de vage betichting:
„douteux au point de vue patriotique". Hun
misdaad kan nooit opwegen tegen het laag
bedrijf der annexionisten en wij hopen dat
de nieuwe Kamer uitspraak zal doen op een
gestrenge wijze over de praktijken die ons
land zoo diep hebben doen vallen. Wij vra
gen dat de schuldigen gestraft worden, dat
heel den „pot-auxröses" van de geheime
fondsenkonkelarij worde onderzocht en dat
niemand vrijuit blijve loepen die het Vader
land kwaad heeft gedaan.
Zomerdienstregeling 1920.
Naar gemeld wordt, ligt het in de bedoe
ling van de directie der NederL Spoorwegen
om, indien de kolenvoorziening het slechts
even toelaat met den zomerdienst, die 1 Mei
1920 zal ingaan, het geheele treinverkeer
weer op den voet van vroeger te regelen.
Alle beperkende bepalingen zullen dan wor
den opgeheven.
Do snelheid der personentreinen zal dan
zooals reeds gemeld werd weer tot 75
90 K.M. per uur worden opgevoerd.
Rijks-Postduivendienst.
Het aantal Rijkspostduivénstations van
de Landmacht is teruggebracht tot 8. Deze
zijn gevestigd te Amsterdam, Den Haag,
Den Helder, Hellevoetsluis, Hoek van Hol
land, Pannerden, IJmuiden en Soesterberg.
De stations te Utrecht en Willemstad
zijn opgeheven.
Scheepsrampen.
Twee Nederlandsche schepen vergaan.
De „Basco" vergaan.
Uit Cherbourg wordt gemeld, dat de Ne
derlandsche driemaster „Basco", onder
commando van kapitein Untjens, schip
breuk geleden heeft nabij kaap Blancherd.
De sleepboot „Centaur", behoorende tot
den sleepbootdienst van de haven van Cher
bourg, trachtte onmiddellijk hulp te ver-
leencn en slaagde erin vier opvarenden te
redden. Dezen werden aan wal gebracht en
ontvingen te St. Germain des Vaux de
eerste verzorging.
Zeven leden der bemanning, o. w. de ka
pitein, zijn verdronken.
De „Basco" was op weg van Rotterdam
naar Yersey, komende van IJmuiden met
een lading phosphaat.
De logger Katwijk 85 op een mijn geloopen.
Zaterdagnacht is de haringlogger „Matta
Agatha" Sch. 437 te IJmuiden binnengeko
men met vier opvarenden van den logger
„Stormvogel" Kw. 85, welke logger des
middags te vier uur op ongeveer 60 mijl
West-Noord-West van IJmuiden op een
mijn geloopen en vernietigd is. Ondanks
den vliegenden wind en de hooge zeeën
werd van de Sch. 437 de boot uitgezet en
naar de plaats van de ramp geroeid, waar
men vier raenschen uit de zee kon opnemen.
De in de buurt toevende logger „De zes Ge
broeders" VI. 129 heeft den schipper van de
„Stormvogel" opgepikt. De andere acht
opvarenden zijn verdronken.
Nader wordt gemeld:
De SCH. 487 was Zaterdagmiddag op on
geveer zestig mijl West-N oord-West van
IJmuiden aan het haringvisschen met eenige
andere loggers in het zicht. Eensklaps hoor
den de opvarenden een hevigen slag en za
gen zij een groote rookkolom uit het water
opstijgen. Men vermoedde dadelijk dat één
der andere visschersvaartuigen op een mijn
had gestooten en spoedde zich derwaarts.
Men zag niets meer van een schip, doch
ontdekte vier menschen, die in het water
trachtten boven te blijven, en zette in weer
wil van de hooge zee een boot uit. Daarmede
kon men drie zeelieden redden, terwijl de aan
boord van den logger achtergeblevenen zei
lende nog een man oppikten. Deze vier men
schen verklaarden te heeten L. Remmelzwaal,
G. van Rhijn en Joh. Parlevliet (een zoon van
den reeder) uit Katwijk en Jac. Vermey uit
Heer Hugowaard; zij waren afkomstig van
den logger KW 85 Stormvogel.
De bemanning- van dezen logger had de
mijn voor het schip zien drijven, doch kon
deze niet ontzeilen, omdat het schip niet door
den wind wilde. Onmiddellijk waren alle mo
gelijke pogingen gedaan om te ontzeilen,
doch koersverandering bleek zoo spoedig niet
mogelijk en om het zeil te reven daarvoor
ontbrak ook de tijd. Allen voelden, dat men
den dood tegemoet voer. Enkele matrozen
waren reeds van het schip gesprongen vóór
het onvermijdelijke kwam, vreezende anders
met het zinkende schip naar de diepte te
zullen worden gezogen. De mijn ontplofte in
het midden van het voorschip, 't welk bijna
onmiddellijk zonk. De manschappen, uit 14
personen bestaande, omdat de zoon van den
reeder Joh. Parlevliet voor pleizier de reis
meemaakte, trachtten zich aan drijvende
planken vast te klemmen. Voor het uitzetten
van de boot had de tijd ontbroken. De man
nen, wie dit gelukte, hebben bijna ecu uur
in zee rondgezwommen. Ongeveer een mijl
van de plaats des onheils werden ze ontdekt
door een Soheveningsche logger. Onmiddel
lijk werd een boot uitgezet en vier leden der
bemanning, ongeveer vlak bij elkaar zwem
mend, wend opgepikt. De schipper A. van
Duyn was verder afgedreven en werd opge
pikt door een Vlaardingsche logger.
Men liep dus als het ware zijn ongeluk te
gemoet zonder dat men er iets aan kon doen.
Beide loggere zochten den geheelen om
trek af, maar konden geene schipbreukelin
gen meer bespeuren, zoodat men naar bin
nen zeilde om de geredden te landeD, Dezen
waren niet gewond en kon4»n na aaukomst
in IJmuiden onmiddellijk naar hunne haard
steden afreizen.
Op een mijn geloopen.
Op de hoogte van Terschelling is het
Amerikaansche stoomschip "Kirkwood" op
een mijn geloopen. De sleepbooten „Hector"
en „Drenthe" -zijn ter assistentie ver
trokken.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De firma G. de Barbanson alhier was
voor 3819.60 laagste inschrijver voor de
levering van hard- en potdoeken aan de Di
rectie der Marine te Amsterdam.
Bij het te Amsterdam doof de Vereeni
ging van Leeraren in het Boekhouden ge
houden examen behaalde o.a. het practijk-
diploma Boekhouden onze plaatsgenoot de
heer J. Hofland.
3e Marine-Concert.
Wij herinneren aan het 3e Wintercon-
cert, te geVen door het Symphonie-orkest
Van het Staffmuziekkorps der Kon. Marine,
op heden-, Dinsdagavond.
Ditzelfde programma wordt ook op de
Volksconcerten, Woensdag 3 December,
uitgevoerd. Het in ons vorig nummer afge
drukte programma vermeldde als datum
van de abonnements-concerten Woensdag
2 Dec.; dit was natuurlijk foutief en moest
zijn Dinsdag 2 Dec,
„Helders Mannenkoor",
Bovengenoemd koor, onder directie van
den heer C. W. Rusting, geeft haar concert
in dit seizoen op Dinsdag 16 Dec. a.s. Aan
dit concert zal welwillend medewerken het
Dubbel Gemengd Kwartet „Animato", even
eens onder directie van bovengenoemde
directeur.
„Toonkunst".
Door de Toonkunst-afdeeling alhier zal
op Donderdag 18 December a.s. in Casino,
onder leiding van den heer Toon de Hoogh,
worden uitgevoerd „die erste Walpurgis-
nacht" van Mendelssohn en „Erlkönigs
Tocht er" van Niels Gade. Voor soli, koor
en orkest. Als solisten hebben hunne mede
werking toegezegd mevr. Veurman-Nien-
huijs, sopraan, Haarlem, mevr. Bartels, alt,
Helder, en de heeren Jos. Holthaus, tenor,
Rotterdam, en Bram van der Stap, bariton,
Delft. Daar het Toonkunst-koor en -orkest
met belangrijke krachten zijn uitgebreid,
belooft het een bijzonder concert te worden.
Voor de eerstvolgende repetities zie men
de advertentie in dit blad.
De drooglegging van Amerika.
Maandagavond had het Heldersch drank-
weercomité een vergadering belegd in het
gebouw voor Evangelisatie, waar als spre
ker optrad ds. H. Kreulen, predikant bij de
Presbyteriaansche kerk in Amerika. Het ge
mengd dubbel kwartet Animato, verleende
zijn medewerking.
De voorzitter, de heer B. Abbenes, opende
deze vergadering en heette allen en in het
bijzonder ds. Kreulen, hartelijk welkom en
hoopte dat allen een aangename avond
mochten hebben.
Ds. Kreulen, het woord verkrijgende, be
gint met te zeggen, dat hij niet is gekomen
om Nederland droog te leggen, dat moeten
we zelf doen, maar hij zal iets over de droog
legging van Amerika zeggen. Spr. zegt wel
predikant te zijn, maar nu niet tot ons te
komen als predikant, maar als mensch. Spr.
vertelde ons een grap, waarin de be
trokken persoon zich schaamde. Gij Hollan
ders, moet U ook schamen en ik zal u
straks zeggen waarom.
Allereerst zong het dubbel gemengd
kwartet, onder leiding van den heer Rus
ting, een tweetal liederen, t.w. Wiegeliedje
en Na den storm. Het applaus bewees, dat
deze nummertjes wel in den smaak vielen.
Ds. Kreulen zegt dat Amerika God dankt,
dat te beginnen 16 Januari 1920 een Grond
wet van kracht zal zijn, die den drankhandel
aan banden heeft gelegd. Zestig jaar geleden
waren er eenige menschèn, die tegen de
kroegen ageerden. Die menschen -hadden
wie'tjes in hun hoofd, zeiden de menschen.
Maar nu, zestig jaar later, is onze leus
„Amerika en haar vlag, vrij van de besmet
ting van het alcoholisme". Dat heeft zij te
danken aan den oorlog, toen Amerika 2 jaar
droog was, dat wij nu een grondwet hebben
die niet toestaat, drank te verkoopen.
Er zijn menschen, die God aansprakelijk
stellen voor den drank. Dit is niet waar. De
menschen hebben het geheel in handen, zij
fabriceeren, verkoopen en drinken de drank.
God zegt „Ruim je eigen rommel". Maar als
hij zelf eens ging ruimen, dan zouden vele
Christenen, die deze wantoestanden mede
in stand houden, worden opgeruimd.
De witte wereld wordt verduisterd door
de zonde die uitvloeit door het drankgebruik.
Ja, dan zijn er nog van die menschen die
zeggen dat de wijn toch niet zoo slecht is.
Mannen en vrouwen gaan verloren bij hun
wijntje en trijntje; de wijn, die de harten
zoo vroolijk maakt, maar ziel en lichaam
verderft. Spr. noemt hier een treffend ->or-
beeld. Maar wij zijn de schuldigen.
Wij betalen onze belastingen voor het
geven van vergunningen en vier op één dol
lar die wij uitgeven aan belasting geven wij