HELDERSCHE COURANT PLANTA De verborgen Vallei JURGENS' NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. PLANTENBOTER Jb. HARJER en Zn. VERHUIZINGEN. No. 5177 ZATERDAG 6 DECEMBER 1919 47e JAARGANG ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING! Heldersche Ct. per 3 mud. f 1.20, franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40 Zondagsblad 9'§9' 0.95, 1.05. Losse nummers der Courant 3 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVERi C..DE BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 ADVERTENTIËN. 20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct. Kléine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct.. elke regel meer 10 ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra). Bew.-exempl. 3J/j ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hoogër berekend. Dit blad verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Onza lezers buiten de gemeente, die de courant des Zaterdagsavonds of uiterlijk des Zondagsmorgens niet mochten ontvangen, ge lieven hierover te reclameeren bij het plaatse lijk Postkantoor, De begrooting over 192®. Het beeld van den toestand der dat de nieuwe begrooting ona doet zien, is vrij bemoedigend. Bemoedigend, niet in dien zin, dat de lasten, welke bier steeds boog waren, nu laag geworden zijn. Maar bemoedigend in zooverre, als de geldelijke toestand van onze gemeente niet, of weinig, méér reden tot zorg geeft dan die van menige andere. Bemoedigend in zooverre, dat, al zijn de belastingen bier boog, zij niet langer zoo buitengewoon veel hooger zijn dan in andere gemeenten, al® vroeger bet geval was. Men behoeft thans Helder niet meer te' verlaten, om terwille van de lage belastin gen in den Haag te gaan wonen. En zelfs in bevoorrechte gemeenten als Amersfoort moet het gemeentebestuur de totaal-op brengst van den Hoofdelijken Omslag be langrijk hooger ramen dan hier, al zal, door de andere verdeeling van de inkomens, de druk voor hen, die 8000 h 4000 en minder verdienen, wellicht in Amersfoort wat ge ringer zijn dan in Helder. Toen tal van andere gemeenten met be trekkelijk weinig moeite haar begrootingen sluitend maakten, was te Helder de finan cieels nood reeds hoog gestegen. Nu en van de stedelijke gemeenten Ibijna geen meer gijn, die niet onder zware geld zorgen gebukt gaat, is de toestand te Helder niet zooveel' slechter dan elders. Dat is bemoedigend: in vergelijking met de andere gemeenten van ongeveer gelijke grootte en ibeteekenis valt een niet onbe langrijke vooruitgang te consfcateeren. De oorzaken hiervan .zijn verschillend. Burgemeester en Wethouders noemen er één, de stijging der inkomens van alle per sonen in dienst van het Rijk. Bij een goede belastingregeling vloeit daaruit voor de gemeentekas een niet onbelangrijke bate voort. Onder die goede belastingregeling is ook de wijze van invordering begrepen. De heer van Dalen beeft in zijn artikel in dit blad een in de laatste jaren meermalen bespro ken denkbeeld aangeprezen. Ook ons komt het voor, dat in die richting wat te doen is. Naarmate de belastingen hooger worden, moet men erop bedacht zijn, de wijze van betaling gemakkelijker te maken. Invoe ring van een inningsdienst, welke aan het bedrijf der Centrale Boekhouding te ver binden ware, zou èn voor de betaling der aanslagen in de inkomsten-belasting èn voor die in het schoolgeld van belang zijn. Yoor de schoolgeldheffing in het bijzonder, omdat daardoor het ernstige paedagogische be zwaar zou worden ondervangen, dat aan de FEUILLETON. door' HULBERT FOOTNER. 24) „Afschuwelijk, voor zoover het de blan ken betreft waar jij onder terecht kwam 1" riep hij in stijgende verontwaardiging. „Ik heb altijd een afkeer gehad van het leven in groote steden. En nu schaam ik mij over mijn eigen ras op den koop toe. O Nahnya, kon ik het maar bij je goed maken voor die anderen I" „Ik geef er nu niet meer om," zeide zij haastig. „Nahnya, ik moet je zeggen, wat ik voel de, toen je die g'eschiedenis vertelde,"ging hij zacht voort, zijn stem trillend van een ontroering, die hij ternauwernood vermocht te beheerschen, ik zou niet kunnen slapen, voor ik het je gezegd had. Je weet niet hoe opstandig het me maakte, dat zoo iets aan een vrouw als jij kon overkomen 1 Jij moest de gelukkigste vrouw ter wereld zijn 1 .En ja, er is nog iets. Ik wilde, dat ik het goed zeggen kon. Je weet niet hoe oneindig veel beter je bent dan duizenden anderen. Nog nooit ontmoette ik iemand als jij. Wanneer ik over mij zelf denlc, hoe ik ge weest ben, krijg ik een gevoel alsof ik op mijn knieën voor je moest zinken. Ik geloof dat in het hart van elk man een droom leeft van een vrouw als jij, dapper en goed en trouw als jij, maar weinigen hebben het ge luk haar te ontmoeten." Maar dit kon zij minder nog verdragen dan de stilte. „Spreek niet zool" fluisterde zij met een stem vol bange vrees. „Het doet Invordering van hot schoolgeld door de onderwijzers verbonden is. Men heeft dat bezwaar hier altijd wat op den achtergrond gehouden: het doen voorkomen, alsof tegen wekelijksdhe schoolgeldbetaling geen be zwaar meer zou bestaan, wanneer slechts de onderwijzers tot medewerking béreid werden bevonden. De meest bereidwillige medewer king van de onderwijzers ruimt echter de groote bezwaren niet uit den weg van het meebrengen der schoolgelden door de kin deren, die van elkaar weten, hoeveel ieder betaalt, die óók Weten, wie niet betaalt, die al te vroeg worden gemoeid in zaken, waar ziji behooren buiten te blijven. Het denkbeeld van een inningsdienst, een onder de Centrale Boekhouding ressorteerend bedrijf, waar door het verschuldigde voor gas, water, eleotriciteit (1), inkomstenbelasting en school geld wordt opgehaald, verdient daarom ern stige overweging. Een andere reden, waarom onze gemeen te er in vergelijking met andere niet zoo slecht aan toe is, vormt de omstan digheid, dat het totaal der crisisuitgaven hier betrekkelijk niet hoog is. Burgemeester en Wethouder becijferen in hun voorwoord een bedrag van ƒ260.406.32'. Daar zal over 1919 nog wel iets bijkomen, terwijl er aan den anderen kant nog wel een kleinigheid zal afmoeten. (Zien wij goed, dan is do post „Benoodigdheden voor de O. L. Scholen enz. in 1918 ad 4277.30 ten onrech te onder de crisisuitgaven opgenomen, ter wijl van den bouw der Centrale Keuken nog wel.iets terugkomen 'kan. Gegevens over de brikettenfabriek, waarover hieronder meer, ontbreken). Het totaal is in ieder geval in verhouding tot het zielental der gemeente niet groot en uit de dekking zullen geen abnormale lasten voortvloeien. Zien wij den toestand aldus juist; Zijn inderdaad de verschillen in belasting druk tusschen Helder en andere gemeenten tot kleinere afmetingen dan vóór den oorlog •teruggebracht; dan ligt hierin tevens een aanwijzing van de richting, waarin het Gemeentebestuur werkzaam dient te zijn, nu de gemeentehuishouding weer op nor male leest geschoeid zal worden. Ondanks de hooger geworden lasten is de mogelijkheid om met andere gemeenten te ooncurreeren grooter geworden. Het ge meentebestuur dient er dus op bedacht te zijn, dat het doet wat het kan, om te zorgen, dat d e gemeente daarvan zooveei moge lijk profiteert. N u is het tijd om te trachten Helder meer tot woonstad te maken: om hen, die de hooge belastingen niet meer behoeven te ontvluchten, daar de belastingen elders óók hoog zijn, het verblijf hier zoo aange naam te maken, dat zij van verhuisplannen afzien. Nu, terwijl overal huizen te kort zijn, is het tijd maatregelen te nemen, opdat zij,.die hier geplaatst worden, een aangename wo ning kunnen vinden: een woning, waarin zij graag blijven, ook als hun ambtsplicht hen niet meer aan het Nieuwediep bindt, die zij niet vrijwillig verlaten om elders een veel ongerieflijker huis te gaan betrekken. Nu, terwijl het einddiploma der H. B. S. 'met vijfjarigen cursus den toegang tot de Universiteit opent, nu is het zaak, de oplei ding voor de Hoogere burgerschool zoo goed tr maken, dat de 'kinderen hier de aller beste kans van slagen hebben. Juist voor hen, die hun kinderen de H. B. S. laten af loop en,-en hen zoo mogelijk later laten stu- me pijnl" Doch de stroom van gevo'elens, die ein delijk bij Ralph een uitweg vond, liet zich niet stuiten. „Ik heb je lief 1" zeide hij. Een zwakke kreet ontsnapte haar. In stinctmatig trachtte zij weg te komen; zij bewoog haar pagaai in het water, maar (Ralph hield de kano vast. Zij liet de pagaai vallen en bedekte het gelaat mét de handen. Ralph legde haar houding verkeerd 'uit, en'voelde zich in het hart getroffen. „Het is niet hetzelfde," riep hij uit. „Ik ben niet als de anderen. Ik houd echter van je met het beste wat in mij is, Nahnya, en mijn heele leven blijf ik van je houden 1" „Ik, een rood meisje," fluisterde zij. „U bent krankzinnig 1" „Wat hindert dat!" zeide hij snel. „Jij bent de vrouw, die ik mijn heele leven ge droomd heb 1" Zij liet de handen vallen, en omklemde de boorden van de kano. Ralph legde zijn hand op een van hen. Snel trok zij terug. „Houd opHoud op 1" mompelde zij. „Het is dwaasheid! U en ik! Wat zou daarvan worden?" „Daarvan worden?" herhaalde Ralph. „Ik vraag je of je me trouwen wiltl" „Trouwen," fluisterde zij, een hopelooze ellende in haar stem. Haar handen had zij samengeklemd hij kende dat gebaar. „Laat mij nu gaan!" smeekte zij. „Toe, ach toe! Laat me gaan!" „Neen," zeide hij kortaf. „Waarom er voor wegloopenl Jij en ik moeten ons nu, op dit oogenblik uitspreken 1 Het moet tus schen ons tot klaarheid komen 1" zijn stem werd weer zicht en warm „ik houd van je, Nahnya! Ik vraag je, of je mijn vrouw wilt worden. Waarom doet je dat zooveel verdriet?" „Wacht!" fluisterde zij, met trillende Ingezonden mededeeling. VOEDZAAM HEERLIJK VOORDE E LIG deeren, zijn de levensomstandigheden er over het algemeen niet beter op geworden. Als ïzij in den Helder goede buizen en goede scholen vinden, zullen zij zich driemaal meer bedenken dan vroeger, eer zij door een ver huizing, die vermeden worden kan, het ris- queeren, dat de opleiding-hunner kinderen een jaar langer duurt, dan wanneer zij te Helder waren gebleven. Handel en bedrijf vragen goed opgeleide krachten: uien make ook het M. U. L. O., ook het Handelsonderwijs, ook het amhaohtson- derwijs, ook het Zeevaartkundig onderwijs, zóó goed, dat zij, wier kinderen eenmaal op een school geplaatst zijn, niet. dan noodge dwongen die opleiding onderbreken. Een arbeidsplan voor het komende jaar geeft de begrooting, zooals zij door Burge meester en Wethouders is ingediend, niet. Het Voorwoord, dat het College ook ditmaal aan de eigenlijke begrooting vooraf laat gaan, besluit wel met een beroep op „allen, hetzij hoog of laag in rang, om meer nog dan tot nu toe, de belangen der gemeente met alle kraohten te dienen"; het geeft wel uitdrukking aan het vertrouwen van het Col lege, dat de gemeente ook öan de moeilijk heden, die haar in de toekomst nog wach ten, het hoofd zal kunnen bieden, maar een uiteenzetting van wat B. en W. van de toe komst verwachten, van hetgeen h.i. g e daan moet worden om profijt te trekken van de goede kansen, welke er voor de ge meente ongetwijfeld zijn, vindt men er niet in. Zullen de beraadslagingen over de begroo ting dat brengen? Wij hopen het, maar wij'vTeézen. Doordat de beschouwingen van hef Voor woord niet door een enkele gedachte worden gedragen, valt het betoog in een aantal stuk ken uiteen, die weinig verband met elkaar houden. Wij stippen er enkele punten uit aan. Op een tweede uitkeering uit de opbrengst der Oorlogswinstbelasting rekenen Öurgemees- ter en Wethouders met vrij groote stellig heid. Een oijtvangpost van ƒ175.000.— is door hen met het oog hierop opgenomen. Zij ver klaren niet, hoe zij staan tegenover de op vatting van den Minister van Financiën, dat in het algemeen slechts die gemeenten voor een dergelijke uitkeering in aanmerking lippen. „Wij moeten kalm zijn. We moeten nadenken. Ik heb zooveel te antwoorden laat mij eerst kalm zijn 1" 4 „Goedl" zeide .hij innig. „Dan zal ik wachten. Wanneer hij weet dat zijn voelen waar is, kan een man geduld hebben 1" Plot seling boog hij zich naar haar over. „O, als je wist, hoeveel ik van je houd, Nahnya! Met 'si het beetje "goed, dat er in mij is 1 Ik wil het allerbeste, het allermoeilijkste voor jou volbrengen. Ik wil goed voor je zijn. Ik kan je niet zeggen, wat ik gevoel. Jaren zijn er voor noodig om je dat te toonen." „O, zeg dat toch niet I" fluisterde zij smartelijk. „Het doet mij meer pijn dan dan die dingen waarvan ik je verteld heb. Er kan niets van komen 1 Er rust een vloek op mij 1" „Onzinriep Ralph snel. „Die vloek wil ik wel dragen." „Geèn plekje op de heele wereld, waar wij heen zouden kunnen gaan," bracht zij uit. „Wij zullen hier blijven?' besliste Ralph. „Begrijp je dan niet, dat ik alles wat tot nu toe een plaats in mijn leven innam, wil op geven? Dat is geen opoffering, want ik heb er nooit de minste waarde aan gehecht. Hier kan een mooi werk volbracht worden. Ik zal je helpen." „Je bent een blanke," mompelde zij. „Plier kun je niet van nut zijn." „Nahnya 1" riep hij verwijtend. „Wacht 1" sprak zij. „Laat mij het heele- maal zeggen. Het moetHaar stem scheen- te winnen in kracht en vastheid. „Ik wilde zoo dat ik het zeggen kon als ik het bedoel 1 Nu zijn ze hier gelukkig. Ik heb St. Jean gezworen, hen van de blanken, af te houden." „St. Jean Bateese schijnt mij toch wel te mogen lijden," bracht Ralph in het midden. zullen (komen, die- alle belastingbronnen, welke de gemeentewet haar opent, hebben uitgeput. Het vraagstuk der atraatbelasting is voor onze gemeente, waar de Raad zich meer dan eens daartegen uitsprak, een wat lastige kwestie. Maar het zou toch goed -zijn, dat men er zioh van overtuigde, dat de om standigheid, d-afc men geen straatbelasting heft, niet het motief zal kunnen zijn, op grond waanvan men zich de tweede uitkee ring uit de opbrengst der Oorloggwinstbe- lasting zal zien ontgaan. In andere Raden, waarin even vervaar lijke theoretici zitten als in den onzen, die de praktische en principieele bezwaren tegen die belasting terdege kennen, is de straat- belasting vooral om deze reden aanvaard. Om een enkel voorbeeld te noemen: den Haag, dat de straatbelasting ook nooit ge wild heeft, gaat haar in 1920 invoeren. Ver geet men Ibij al zijn bespiegelingen niet een weinig, dat het in deze dagen, waarin alle lasten vrijwel tot het uiterste zijn opgevoerd, er nog minder dan vroeger toe doet, of men door de kat of door den kater wordt gebe ten? Is men bang, dat de straatbelasting, ef- zenteld op de huurders, vooral op den kleinen man zal drukken, heeft men don niet in de regeling der bedrijfstarleven, die men toch moet herzien, een middel in de hand om dien druk aan den anderen kant weer wat te verlichten? Wij wenschen nu geen pleidooi vóór een straatbelasting te leveren, maar meenen te moeten wijzen op het gevaar, dat erin schuilt, zoo men deze kwestie in stilte voor hij gaat. Een vrij uitvoerige mededeeling betreft een verschil, dat tusschen B. en W. en de Oommissie voor de. bedrijven blijkt bestaan te hebben, over het tarief der gasfabriek. De gedetailleerde voorstellen van Burgemeester en Wethouders zijn wij nog wachtende. Vol gens hun voorloopige mededeeling in het Voorwoord" zullen zij hierop neerkomen, dat zal worden voorgesteld: lo. voor gebruikers over den gewonen meter: a, voor hen, wier inkomen per jaar ƒ2000. of meer bedraagt, 18 cent per M\ voor kook- gas en 24 ct. voor lichtgas; b. voor hen, wier inkomen per 'jaar min der dan 2000.bedraagt, 18 cent yoor kookgas en 22 c£ voor lichtgas. 2o. voor hen, wier inkomen per jaar 2000.— of meer bedraagt, 21 cent per M*.; ib. voor hen, wier inkomen per jaar minder dan 2000.— bedraagt, 19 cent 3o. voor Industriegas 20 ct. per M".; 4o. voor de straatverlichting 19 ct. per Ms. Met belangstelling wachten wij de toelich ting tot dit voorstel af. Van een progressief tarief heeft het niet veel meer. Het is daarvoor te grof en te wil lekeurig en de prijsverschillen zijn wel heel gering. Men vraagt zich af, of deze geringe ver schillen den grooten omslag, aan een pro gressief tarief verhonden, inderdaad recht vaardigen? Over dien omslag denkei men vooral niet te lioht. (Wordt vervolgd.) „Waarom ook niet?" zeide zij. „We ge- looven wél, dat u goed met ons wilt. Maar u bent nu eenmaal een blanke. Oh 1 ik kan het niet zeggen, zooals ik het bedoel I Als de blanke hier komt, dan is hij hier weldra de meester, ook al wil hij het niet. U heeft vele gedachten, dia zij niet Jcunnen ver staan, blankengedachten, en uw dog is ster ker dan het hunne. Zij'trachten evenzoo te zijn als u, en dan zijn zij niets." „Ik zal mijzelf tot een der hunnen ma ken 1" riep Ralph.. „Dat heb ik blanke mannen zien doen," antwoordde Nahnya meedoogenloos. „Wan neer zij ook gaan leven in een hut, als de Indianen, veracht het roode volk hen. De blanken -laten het hoofd hangen, en loeren op zij, als geslagen honden. Zij kunnen nooit vergeten, dat zij eenmaal blanken waren, en als blanken leefden. Dat is nog erger." Ralph luisterde ïn zijn verlangen om haar te overtuigen, ternauwernood naar wat zij zeide. „Wanneer je het dan niet goed vindt,' dat ik hier blijf, laten wij dan samen buiten het dal gaan wonen," zeide hij. „Je hebt hen nu op weg geholpen; je zou ze nu en dan nog eens kunnen opzoeken. Ik zou wegblijven." Zij schudde het hoofd. „Het is dwaas heid," mompelde zij. „Als je mij trouwt, lachen andere blanken je uit, en noemen je niet-wijs. En als alle blanken de schouders over je ophalen, zul je nooit een groot man onder hen kunnen zijn. En dan zullen er ook blanke vrouwen hier komen. Blanke vrouwen haten mij, en jou zullen ze haten, omdat je mij genomen hebt. We zijn altijd alleen. Je krijgt genoeg van me. Oh, ik weet hetl En als ik kinderen heb, rust op hen een vloek als op mij 1" Zij verhief haar stem; de smart werd haar eindelijk te hevig. Ingezonden mededeeling. Heldersche Meubeltransportonderneming BehangerljSpoorstraat 49. SleeperIJSpuistraat 8. Door het gebruik van groote wagens en vakkundig personeelhet meest aangewezen en tevens het goedkoopste adres ter plaatse, Eischt vlugge en nstte bediening. PLAATSELIJK NIEUWS. DE MARINE-BEGROOTING. De kruisers „Java" en „Sumatra". Donderdagavond -werd in de Marine-Club alhier eene vergadering gehouden, uit- geschreven door de Marine-Vereeniging, de Algemeene Vereeniging van Marine- Officieren en door de Marine-Machinisten- Club, waarin de Memorie van Antwoord op de Marine-Begrooting, in het bijzonder het staken van den afbouw der kruisers, werd besproken. De vergadering werd bijgewoond door bijna alle te Helder aanwezige Marine- Officieren. De kapitein ter zee J. Oudemans leidde d§ bijeenkomst als oudste voorzitter. Na een inleidend woord deelde deze mede, dat de Chef van den Marinestaf, Schout-bij- Nacht Umbgrove, bericht had gezonden tot rijn leedwezen verhinderd te zijn de verga dering bij te wonen. Zijn standpunt zette hij in de vergadering van „Onze Vloot" uit een, het is in het kort dit: „De kruisers zijn onmisbaar, het niet afbouwen beteekent, dat aan de Marine den nekslag wordt gegeven." Voorts is van Vice-admiraal De Booij, Chef van de afdeeling Materieel aan het Depart. van Marine, het volgende schrijven ontvangen: Bovenstaande argumenten zouden nog door meer- Ondergeteelcende is van meening dat Nederland voor de verdediging der O.-I. koloniën moet kun nen beschikken over eene strijdmacht ter zee welke minstens zoo eroot en krachtie is. dat zij kan weerstaan vde" vijandelijke macht welke men bij eenig conflict voor eene onderneming tegen onze koloniën zal kunnen afzonderen, d.i. dus „h e t" verschil van de vloten van 2 groote mogendheden. Een vijand moet overtuigd zijn dat de daarbij door hem te lijden verliezen niet grooter zijn dau de door hem te behalen voordeelen. OndergGteekende denkt zich daarvoor een vloot van z.g. klein materieel, d.i. onderzeebooten, vlieg tuigen, torpedobootjagers, mijnenleggers en mij nenvegers, mot eenige snelle kruisers, benevens hulpschepen. - De taak der kruisers welke vliegtuigen moe ten kunnen voeren zal zijn het „met" de jagers verijdelen van ondernemingen tegen onze onderzee- vloot en mijnenvloot en het optreden tegen het lichte materieel van den vijand in gevallen, dat het geschut of, gezien den brandstoffenvoorraad, de werkingsafstand der jagers tekort schiet. Naarmate méér kruisers kunnen worden aange schaft, zal het aantal jagers minder groot kunnen zijn. Het aantal kruisers zal echter gezien de groote kosten, óók van de onderzeebooten aan vankelijk gering blijven. Het aanwezig zijn van goede kruisers zal een vijand noodzaken daaraan superieur materieel te zenden, d.i. een grooter gedeelte van zijn vloot, welke hij noodig heeft voor den strijd tegen de mogendheid waarmede hij in oorlog is, tegen N&- derlandsch-Indië af te zonderen. Voor hulpschepen, voor verkenning en bewa king, wordt gedacht aan de schepen der Konink lijke Paketvaartmaatschappij, zij het ook dat deze, met alle vitale deelen boven de waterlijn, zeer kwetsbaar zijn. De in aanbouw zijnde lichte kruisers „door de ontwerpers torpedokruisers genoemd", vol doen aan den boven gestelden eisch. Zij groeiden om voldoende bewapening, snelheid en werkings- afstand te krijgen tot scheepjes van 7000 ton wa terverplaatsing. Remplaceerde men deze door kleinere lichte kruisers of geheel door jagers (welke reeds groei den tot kleine kruisertjes) dan zullen deze zijn: óf minder krachtig bewapend, óf niet geschikt voor het meevoeren van vlieg tuigen, óf tekort schieten in werkingsafstand in een eilan denrijk zoo groot als Europa, of in bewoonbaar heid in de tropen. De in aanbouw zijnde „Java" en „Sumatra" be hooren dus te worden afgebouwd. „Ik kan het niet'goed zeggen 1 Wat heeft het ook noodig 1 Het is verkeerd. Blanken moeten blanken, 'en rooden ook rooden trou wen. En ik, ik ben geen van beiden ik moet alleen blijven 1" Haar laatste woolrderl doorvlijmden Ralph het hart. Hij boog zich naar haar over. „Nonsens I" barstte hij uit. „Ik word razend, wanneer je op die manier spreekt 1 Ze hebben je dol gemaakt! Neen jouw schuld is het niet! De heerlijkste vrouw, die de hemel ooit schiep, alleen blijven 1 Dat kan nietIk heb je lief, met alles wat in me is 1 En jij -je houdt ook van mij, maar jè aarzelt.Wat komen al die dingen er op aan? Als je van me houdt, trouwen we, dan is toch alles goed?" „Ja, ik aarzel," antwoordde zij snel. Zij had haar zelfbeheersching thans geheel her kregen. „Ik ben een arm, Indiaansch meisje. Een blanke, een dokter, vraagt mij, zijn vróuw te worden. Datis een groot ding voor mij. Ik aarzel. Maar nu weet ik het. Ik za} het niet doen." „Antwoordt me kort en goedl" riep Ralph. „Houdt je van me?" Er was een stilte als die tusschen het ge opend en het gesloten worden van een deur. Ralph, alle zenuwen gespannen, staarde naar het antwoord, dat van haat lippen zou komen. Hij hoorde haar diep adem halen. „Neen!" zeicle zij. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1