HELDERSCHE COURANT
PLANTA
De verborgen Vallei
JURGENS'
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
PLANTENBOTER
Jb. HARJER en Zn.
VERHUIZINGEN.
No. 5177
ZATERDAG 6 DECEMBER 1919
47e JAARGANG
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING!
Heldersche Ct. per 3 mud. f 1.20, franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 9'§9'
0.95, 1.05.
Losse nummers der Courant 3 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVERi C..DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
ADVERTENTIËN.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct.
Kléine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct.. elke regel meer 10
ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 3J/j ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hoogër berekend.
Dit blad verschijnt Dinsdag-,
Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Onza lezers buiten de gemeente, die de
courant des Zaterdagsavonds of uiterlijk des
Zondagsmorgens niet mochten ontvangen, ge
lieven hierover te reclameeren bij het plaatse
lijk Postkantoor,
De begrooting over 192®.
Het beeld van den toestand der
dat de nieuwe begrooting ona doet zien, is
vrij bemoedigend.
Bemoedigend, niet in dien zin, dat de
lasten, welke bier steeds boog waren, nu
laag geworden zijn.
Maar bemoedigend in zooverre, als de
geldelijke toestand van onze gemeente niet,
of weinig, méér reden tot zorg geeft dan die
van menige andere.
Bemoedigend in zooverre, dat, al zijn de
belastingen bier boog, zij niet langer zoo
buitengewoon veel hooger zijn dan in andere
gemeenten, al® vroeger bet geval was.
Men behoeft thans Helder niet meer te'
verlaten, om terwille van de lage belastin
gen in den Haag te gaan wonen. En zelfs in
bevoorrechte gemeenten als Amersfoort
moet het gemeentebestuur de totaal-op
brengst van den Hoofdelijken Omslag be
langrijk hooger ramen dan hier, al zal, door
de andere verdeeling van de inkomens, de
druk voor hen, die 8000 h 4000 en minder
verdienen, wellicht in Amersfoort wat ge
ringer zijn dan in Helder.
Toen tal van andere gemeenten met be
trekkelijk weinig moeite haar begrootingen
sluitend maakten, was te Helder de finan
cieels nood reeds hoog gestegen.
Nu en van de stedelijke gemeenten Ibijna
geen meer gijn, die niet onder zware geld
zorgen gebukt gaat, is de toestand te Helder
niet zooveel' slechter dan elders.
Dat is bemoedigend: in vergelijking met de
andere gemeenten van ongeveer gelijke
grootte en ibeteekenis valt een niet onbe
langrijke vooruitgang te consfcateeren.
De oorzaken hiervan .zijn verschillend.
Burgemeester en Wethouders noemen er
één, de stijging der inkomens van alle per
sonen in dienst van het Rijk. Bij een goede
belastingregeling vloeit daaruit voor de
gemeentekas een niet onbelangrijke bate
voort.
Onder die goede belastingregeling is ook
de wijze van invordering begrepen. De heer
van Dalen beeft in zijn artikel in dit blad
een in de laatste jaren meermalen bespro
ken denkbeeld aangeprezen. Ook ons komt
het voor, dat in die richting wat te doen is.
Naarmate de belastingen hooger worden,
moet men erop bedacht zijn, de wijze van
betaling gemakkelijker te maken. Invoe
ring van een inningsdienst, welke aan het
bedrijf der Centrale Boekhouding te ver
binden ware, zou èn voor de betaling der
aanslagen in de inkomsten-belasting èn voor
die in het schoolgeld van belang zijn. Yoor
de schoolgeldheffing in het bijzonder, omdat
daardoor het ernstige paedagogische be
zwaar zou worden ondervangen, dat aan de
FEUILLETON.
door'
HULBERT FOOTNER.
24)
„Afschuwelijk, voor zoover het de blan
ken betreft waar jij onder terecht kwam 1"
riep hij in stijgende verontwaardiging. „Ik
heb altijd een afkeer gehad van het leven in
groote steden. En nu schaam ik mij over
mijn eigen ras op den koop toe. O Nahnya,
kon ik het maar bij je goed maken voor die
anderen I"
„Ik geef er nu niet meer om," zeide zij
haastig.
„Nahnya, ik moet je zeggen, wat ik voel
de, toen je die g'eschiedenis vertelde,"ging
hij zacht voort, zijn stem trillend van een
ontroering, die hij ternauwernood vermocht
te beheerschen, ik zou niet kunnen slapen,
voor ik het je gezegd had. Je weet niet hoe
opstandig het me maakte, dat zoo iets aan
een vrouw als jij kon overkomen 1 Jij moest
de gelukkigste vrouw ter wereld zijn 1 .En
ja, er is nog iets. Ik wilde, dat ik het
goed zeggen kon. Je weet niet hoe oneindig
veel beter je bent dan duizenden anderen.
Nog nooit ontmoette ik iemand als jij.
Wanneer ik over mij zelf denlc, hoe ik ge
weest ben, krijg ik een gevoel alsof ik op
mijn knieën voor je moest zinken. Ik geloof
dat in het hart van elk man een droom leeft
van een vrouw als jij, dapper en goed en
trouw als jij, maar weinigen hebben het ge
luk haar te ontmoeten."
Maar dit kon zij minder nog verdragen
dan de stilte. „Spreek niet zool" fluisterde
zij met een stem vol bange vrees. „Het doet
Invordering van hot schoolgeld door de
onderwijzers verbonden is. Men heeft dat
bezwaar hier altijd wat op den achtergrond
gehouden: het doen voorkomen, alsof tegen
wekelijksdhe schoolgeldbetaling geen be
zwaar meer zou bestaan, wanneer slechts de
onderwijzers tot medewerking béreid werden
bevonden. De meest bereidwillige medewer
king van de onderwijzers ruimt echter de
groote bezwaren niet uit den weg van het
meebrengen der schoolgelden door de kin
deren, die van elkaar weten, hoeveel ieder
betaalt, die óók Weten, wie niet betaalt, die
al te vroeg worden gemoeid in zaken, waar
ziji behooren buiten te blijven. Het denkbeeld
van een inningsdienst, een onder de Centrale
Boekhouding ressorteerend bedrijf, waar
door het verschuldigde voor gas, water,
eleotriciteit (1), inkomstenbelasting en school
geld wordt opgehaald, verdient daarom ern
stige overweging.
Een andere reden, waarom onze gemeen
te er in vergelijking met andere
niet zoo slecht aan toe is, vormt de omstan
digheid, dat het totaal der crisisuitgaven
hier betrekkelijk niet hoog is.
Burgemeester en Wethouder becijferen in
hun voorwoord een bedrag van ƒ260.406.32'.
Daar zal over 1919 nog wel iets bijkomen,
terwijl er aan den anderen kant nog wel een
kleinigheid zal afmoeten. (Zien wij goed, dan
is do post „Benoodigdheden voor de O. L.
Scholen enz. in 1918 ad 4277.30 ten onrech
te onder de crisisuitgaven opgenomen, ter
wijl van den bouw der Centrale Keuken nog
wel.iets terugkomen 'kan. Gegevens over de
brikettenfabriek, waarover hieronder meer,
ontbreken). Het totaal is in ieder geval in
verhouding tot het zielental der gemeente
niet groot en uit de dekking zullen geen
abnormale lasten voortvloeien.
Zien wij den toestand aldus juist;
Zijn inderdaad de verschillen in belasting
druk tusschen Helder en andere gemeenten
tot kleinere afmetingen dan vóór den oorlog
•teruggebracht; dan ligt hierin tevens een
aanwijzing van de richting, waarin het
Gemeentebestuur werkzaam dient te zijn,
nu de gemeentehuishouding weer op nor
male leest geschoeid zal worden.
Ondanks de hooger geworden lasten is de
mogelijkheid om met andere gemeenten te
ooncurreeren grooter geworden. Het ge
meentebestuur dient er dus op bedacht te
zijn, dat het doet wat het kan, om te zorgen,
dat d e gemeente daarvan zooveei moge
lijk profiteert. N u is het tijd om te trachten
Helder meer tot woonstad te maken: om hen,
die de hooge belastingen niet meer behoeven
te ontvluchten, daar de belastingen elders
óók hoog zijn, het verblijf hier zoo aange
naam te maken, dat zij van verhuisplannen
afzien.
Nu, terwijl overal huizen te kort zijn, is
het tijd maatregelen te nemen, opdat zij,.die
hier geplaatst worden, een aangename wo
ning kunnen vinden: een woning, waarin
zij graag blijven, ook als hun ambtsplicht
hen niet meer aan het Nieuwediep bindt, die
zij niet vrijwillig verlaten om elders een veel
ongerieflijker huis te gaan betrekken.
Nu, terwijl het einddiploma der H. B. S.
'met vijfjarigen cursus den toegang tot de
Universiteit opent, nu is het zaak, de oplei
ding voor de Hoogere burgerschool zoo goed
tr maken, dat de 'kinderen hier de aller
beste kans van slagen hebben. Juist voor
hen, die hun kinderen de H. B. S. laten af
loop en,-en hen zoo mogelijk later laten stu-
me pijnl"
Doch de stroom van gevo'elens, die ein
delijk bij Ralph een uitweg vond, liet zich
niet stuiten. „Ik heb je lief 1" zeide hij.
Een zwakke kreet ontsnapte haar. In
stinctmatig trachtte zij weg te komen; zij
bewoog haar pagaai in het water, maar
(Ralph hield de kano vast. Zij liet de pagaai
vallen en bedekte het gelaat mét de handen.
Ralph legde haar houding verkeerd 'uit,
en'voelde zich in het hart getroffen. „Het
is niet hetzelfde," riep hij uit. „Ik ben niet
als de anderen. Ik houd echter van je
met het beste wat in mij is, Nahnya, en
mijn heele leven blijf ik van je houden 1"
„Ik, een rood meisje," fluisterde zij. „U
bent krankzinnig 1"
„Wat hindert dat!" zeide hij snel. „Jij
bent de vrouw, die ik mijn heele leven ge
droomd heb 1"
Zij liet de handen vallen, en omklemde
de boorden van de kano. Ralph legde zijn
hand op een van hen. Snel trok zij terug.
„Houd opHoud op 1" mompelde zij. „Het
is dwaasheid! U en ik! Wat zou daarvan
worden?"
„Daarvan worden?" herhaalde Ralph. „Ik
vraag je of je me trouwen wiltl"
„Trouwen," fluisterde zij, een hopelooze
ellende in haar stem. Haar handen had zij
samengeklemd hij kende dat gebaar.
„Laat mij nu gaan!" smeekte zij. „Toe, ach
toe! Laat me gaan!"
„Neen," zeide hij kortaf. „Waarom er
voor wegloopenl Jij en ik moeten ons nu,
op dit oogenblik uitspreken 1 Het moet tus
schen ons tot klaarheid komen 1" zijn
stem werd weer zicht en warm „ik houd
van je, Nahnya! Ik vraag je, of je mijn
vrouw wilt worden. Waarom doet je dat
zooveel verdriet?"
„Wacht!" fluisterde zij, met trillende
Ingezonden mededeeling.
VOEDZAAM
HEERLIJK
VOORDE E LIG
deeren, zijn de levensomstandigheden er
over het algemeen niet beter op geworden.
Als ïzij in den Helder goede buizen en goede
scholen vinden, zullen zij zich driemaal meer
bedenken dan vroeger, eer zij door een ver
huizing, die vermeden worden kan, het ris-
queeren, dat de opleiding-hunner kinderen
een jaar langer duurt, dan wanneer zij te
Helder waren gebleven.
Handel en bedrijf vragen goed opgeleide
krachten: uien make ook het M. U. L. O., ook
het Handelsonderwijs, ook het amhaohtson-
derwijs, ook het Zeevaartkundig onderwijs,
zóó goed, dat zij, wier kinderen eenmaal op
een school geplaatst zijn, niet. dan noodge
dwongen die opleiding onderbreken.
Een arbeidsplan voor het komende jaar
geeft de begrooting, zooals zij door Burge
meester en Wethouders is ingediend, niet.
Het Voorwoord, dat het College ook ditmaal
aan de eigenlijke begrooting vooraf laat
gaan, besluit wel met een beroep op „allen,
hetzij hoog of laag in rang, om meer nog
dan tot nu toe, de belangen der gemeente
met alle kraohten te dienen"; het geeft wel
uitdrukking aan het vertrouwen van het Col
lege, dat de gemeente ook öan de moeilijk
heden, die haar in de toekomst nog wach
ten, het hoofd zal kunnen bieden, maar een
uiteenzetting van wat B. en W. van de toe
komst verwachten, van hetgeen h.i.
g e daan moet worden om profijt te trekken
van de goede kansen, welke er voor de ge
meente ongetwijfeld zijn, vindt men er
niet in.
Zullen de beraadslagingen over de begroo
ting dat brengen? Wij hopen het, maar
wij'vTeézen.
Doordat de beschouwingen van hef Voor
woord niet door een enkele gedachte worden
gedragen, valt het betoog in een aantal stuk
ken uiteen, die weinig verband met elkaar
houden.
Wij stippen er enkele punten uit aan. Op
een tweede uitkeering uit de opbrengst der
Oorlogswinstbelasting rekenen Öurgemees-
ter en Wethouders met vrij groote stellig
heid. Een oijtvangpost van ƒ175.000.— is door
hen met het oog hierop opgenomen. Zij ver
klaren niet, hoe zij staan tegenover de op
vatting van den Minister van Financiën, dat
in het algemeen slechts die gemeenten voor
een dergelijke uitkeering in aanmerking
lippen. „Wij moeten kalm zijn. We moeten
nadenken. Ik heb zooveel te antwoorden
laat mij eerst kalm zijn 1" 4
„Goedl" zeide .hij innig. „Dan zal ik
wachten. Wanneer hij weet dat zijn voelen
waar is, kan een man geduld hebben 1" Plot
seling boog hij zich naar haar over. „O, als
je wist, hoeveel ik van je houd, Nahnya!
Met 'si het beetje "goed, dat er in mij is 1 Ik
wil het allerbeste, het allermoeilijkste voor
jou volbrengen. Ik wil goed voor je zijn. Ik
kan je niet zeggen, wat ik gevoel. Jaren
zijn er voor noodig om je dat te toonen."
„O, zeg dat toch niet I" fluisterde zij
smartelijk. „Het doet mij meer pijn dan
dan die dingen waarvan ik je verteld heb.
Er kan niets van komen 1 Er rust een vloek
op mij 1"
„Onzinriep Ralph snel. „Die vloek wil
ik wel dragen."
„Geèn plekje op de heele wereld, waar
wij heen zouden kunnen gaan," bracht zij
uit.
„Wij zullen hier blijven?' besliste Ralph.
„Begrijp je dan niet, dat ik alles wat tot nu
toe een plaats in mijn leven innam, wil op
geven? Dat is geen opoffering, want ik heb
er nooit de minste waarde aan gehecht.
Hier kan een mooi werk volbracht worden.
Ik zal je helpen."
„Je bent een blanke," mompelde zij.
„Plier kun je niet van nut zijn."
„Nahnya 1" riep hij verwijtend.
„Wacht 1" sprak zij. „Laat mij het heele-
maal zeggen. Het moetHaar stem scheen-
te winnen in kracht en vastheid.
„Ik wilde zoo dat ik het zeggen kon als
ik het bedoel 1 Nu zijn ze hier gelukkig. Ik
heb St. Jean gezworen, hen van de blanken,
af te houden."
„St. Jean Bateese schijnt mij toch wel te
mogen lijden," bracht Ralph in het midden.
zullen (komen, die- alle belastingbronnen,
welke de gemeentewet haar opent, hebben
uitgeput. Het vraagstuk der atraatbelasting
is voor onze gemeente, waar de Raad zich
meer dan eens daartegen uitsprak, een wat
lastige kwestie. Maar het zou toch goed -zijn,
dat men er zioh van overtuigde, dat de om
standigheid, d-afc men geen straatbelasting
heft, niet het motief zal kunnen zijn, op
grond waanvan men zich de tweede uitkee
ring uit de opbrengst der Oorloggwinstbe-
lasting zal zien ontgaan.
In andere Raden, waarin even vervaar
lijke theoretici zitten als in den onzen, die
de praktische en principieele bezwaren tegen
die belasting terdege kennen, is de straat-
belasting vooral om deze reden aanvaard.
Om een enkel voorbeeld te noemen: den
Haag, dat de straatbelasting ook nooit ge
wild heeft, gaat haar in 1920 invoeren. Ver
geet men Ibij al zijn bespiegelingen niet een
weinig, dat het in deze dagen, waarin alle
lasten vrijwel tot het uiterste zijn opgevoerd,
er nog minder dan vroeger toe doet, of men
door de kat of door den kater wordt gebe
ten? Is men bang, dat de straatbelasting, ef-
zenteld op de huurders, vooral op den
kleinen man zal drukken, heeft men don
niet in de regeling der bedrijfstarleven, die
men toch moet herzien, een middel in de
hand om dien druk aan den anderen kant
weer wat te verlichten?
Wij wenschen nu geen pleidooi vóór een
straatbelasting te leveren, maar meenen te
moeten wijzen op het gevaar, dat erin
schuilt, zoo men deze kwestie in stilte voor
hij gaat.
Een vrij uitvoerige mededeeling betreft
een verschil, dat tusschen B. en W. en de
Oommissie voor de. bedrijven blijkt bestaan
te hebben, over het tarief der gasfabriek. De
gedetailleerde voorstellen van Burgemeester
en Wethouders zijn wij nog wachtende. Vol
gens hun voorloopige mededeeling in het
Voorwoord" zullen zij hierop neerkomen,
dat zal worden voorgesteld:
lo. voor gebruikers over den gewonen
meter:
a, voor hen, wier inkomen per jaar ƒ2000.
of meer bedraagt, 18 cent per M\ voor kook-
gas en 24 ct. voor lichtgas;
b. voor hen, wier inkomen per 'jaar min
der dan 2000.bedraagt, 18 cent yoor
kookgas en 22 c£ voor lichtgas.
2o. voor hen, wier inkomen per jaar
2000.— of meer bedraagt, 21 cent per M*.;
ib. voor hen, wier inkomen per jaar minder
dan 2000.— bedraagt, 19 cent
3o. voor Industriegas 20 ct. per M".;
4o. voor de straatverlichting 19 ct. per Ms.
Met belangstelling wachten wij de toelich
ting tot dit voorstel af.
Van een progressief tarief heeft het niet
veel meer. Het is daarvoor te grof en te wil
lekeurig en de prijsverschillen zijn wel heel
gering.
Men vraagt zich af, of deze geringe ver
schillen den grooten omslag, aan een pro
gressief tarief verhonden, inderdaad recht
vaardigen?
Over dien omslag denkei men vooral niet
te lioht.
(Wordt vervolgd.)
„Waarom ook niet?" zeide zij. „We ge-
looven wél, dat u goed met ons wilt. Maar
u bent nu eenmaal een blanke. Oh 1 ik kan
het niet zeggen, zooals ik het bedoel I Als
de blanke hier komt, dan is hij hier weldra
de meester, ook al wil hij het niet. U heeft
vele gedachten, dia zij niet Jcunnen ver
staan, blankengedachten, en uw dog is ster
ker dan het hunne. Zij'trachten evenzoo te
zijn als u, en dan zijn zij niets."
„Ik zal mijzelf tot een der hunnen ma
ken 1" riep Ralph..
„Dat heb ik blanke mannen zien doen,"
antwoordde Nahnya meedoogenloos. „Wan
neer zij ook gaan leven in een hut, als de
Indianen, veracht het roode volk hen. De
blanken -laten het hoofd hangen, en loeren
op zij, als geslagen honden. Zij kunnen
nooit vergeten, dat zij eenmaal blanken
waren, en als blanken leefden. Dat is nog
erger."
Ralph luisterde ïn zijn verlangen om haar
te overtuigen, ternauwernood naar wat zij
zeide. „Wanneer je het dan niet goed vindt,'
dat ik hier blijf, laten wij dan samen buiten
het dal gaan wonen," zeide hij. „Je hebt
hen nu op weg geholpen; je zou ze nu en
dan nog eens kunnen opzoeken. Ik zou
wegblijven."
Zij schudde het hoofd. „Het is dwaas
heid," mompelde zij. „Als je mij trouwt,
lachen andere blanken je uit, en noemen je
niet-wijs. En als alle blanken de schouders
over je ophalen, zul je nooit een groot man
onder hen kunnen zijn. En dan zullen er
ook blanke vrouwen hier komen. Blanke
vrouwen haten mij, en jou zullen ze haten,
omdat je mij genomen hebt. We zijn altijd
alleen. Je krijgt genoeg van me. Oh, ik weet
hetl En als ik kinderen heb, rust op hen
een vloek als op mij 1" Zij verhief haar
stem; de smart werd haar eindelijk te hevig.
Ingezonden mededeeling.
Heldersche Meubeltransportonderneming
BehangerljSpoorstraat 49. SleeperIJSpuistraat 8.
Door het gebruik van groote wagens en vakkundig
personeelhet meest aangewezen en tevens
het goedkoopste adres ter plaatse,
Eischt vlugge en nstte bediening.
PLAATSELIJK NIEUWS.
DE MARINE-BEGROOTING.
De kruisers „Java" en „Sumatra".
Donderdagavond -werd in de Marine-Club
alhier eene vergadering gehouden, uit-
geschreven door de Marine-Vereeniging,
de Algemeene Vereeniging van Marine-
Officieren en door de Marine-Machinisten-
Club, waarin de Memorie van Antwoord op
de Marine-Begrooting, in het bijzonder het
staken van den afbouw der kruisers, werd
besproken. De vergadering werd bijgewoond
door bijna alle te Helder aanwezige Marine-
Officieren.
De kapitein ter zee J. Oudemans leidde
d§ bijeenkomst als oudste voorzitter. Na
een inleidend woord deelde deze mede, dat
de Chef van den Marinestaf, Schout-bij-
Nacht Umbgrove, bericht had gezonden tot
rijn leedwezen verhinderd te zijn de verga
dering bij te wonen. Zijn standpunt zette
hij in de vergadering van „Onze Vloot" uit
een, het is in het kort dit: „De kruisers zijn
onmisbaar, het niet afbouwen beteekent, dat
aan de Marine den nekslag wordt gegeven."
Voorts is van Vice-admiraal De Booij,
Chef van de afdeeling Materieel aan het
Depart. van Marine, het volgende schrijven
ontvangen:
Bovenstaande argumenten zouden nog door meer-
Ondergeteelcende is van meening dat Nederland
voor de verdediging der O.-I. koloniën moet kun
nen beschikken over eene strijdmacht ter zee welke
minstens zoo eroot en krachtie is. dat zij kan
weerstaan vde" vijandelijke macht welke men bij
eenig conflict voor eene onderneming tegen onze
koloniën zal kunnen afzonderen, d.i. dus „h e t"
verschil van de vloten van 2 groote mogendheden.
Een vijand moet overtuigd zijn dat de daarbij
door hem te lijden verliezen niet grooter zijn dau
de door hem te behalen voordeelen.
OndergGteekende denkt zich daarvoor een vloot
van z.g. klein materieel, d.i. onderzeebooten, vlieg
tuigen, torpedobootjagers, mijnenleggers en mij
nenvegers, mot eenige snelle kruisers, benevens
hulpschepen. -
De taak der kruisers welke vliegtuigen moe
ten kunnen voeren zal zijn het „met" de jagers
verijdelen van ondernemingen tegen onze onderzee-
vloot en mijnenvloot en het optreden tegen het
lichte materieel van den vijand in gevallen, dat
het geschut of, gezien den brandstoffenvoorraad, de
werkingsafstand der jagers tekort schiet.
Naarmate méér kruisers kunnen worden aange
schaft, zal het aantal jagers minder groot kunnen
zijn.
Het aantal kruisers zal echter gezien de
groote kosten, óók van de onderzeebooten aan
vankelijk gering blijven.
Het aanwezig zijn van goede kruisers zal een
vijand noodzaken daaraan superieur materieel te
zenden, d.i. een grooter gedeelte van zijn vloot,
welke hij noodig heeft voor den strijd tegen de
mogendheid waarmede hij in oorlog is, tegen N&-
derlandsch-Indië af te zonderen.
Voor hulpschepen, voor verkenning en bewa
king, wordt gedacht aan de schepen der Konink
lijke Paketvaartmaatschappij, zij het ook dat deze,
met alle vitale deelen boven de waterlijn, zeer
kwetsbaar zijn.
De in aanbouw zijnde lichte kruisers „door
de ontwerpers torpedokruisers genoemd", vol
doen aan den boven gestelden eisch. Zij groeiden
om voldoende bewapening, snelheid en werkings-
afstand te krijgen tot scheepjes van 7000 ton wa
terverplaatsing.
Remplaceerde men deze door kleinere lichte
kruisers of geheel door jagers (welke reeds groei
den tot kleine kruisertjes) dan zullen deze zijn:
óf minder krachtig bewapend,
óf niet geschikt voor het meevoeren van vlieg
tuigen,
óf tekort schieten in werkingsafstand in een eilan
denrijk zoo groot als Europa, of in bewoonbaar
heid in de tropen.
De in aanbouw zijnde „Java" en „Sumatra" be
hooren dus te worden afgebouwd.
„Ik kan het niet'goed zeggen 1 Wat heeft
het ook noodig 1 Het is verkeerd. Blanken
moeten blanken, 'en rooden ook rooden trou
wen. En ik, ik ben geen van beiden ik
moet alleen blijven 1"
Haar laatste woolrderl doorvlijmden
Ralph het hart. Hij boog zich naar haar
over. „Nonsens I" barstte hij uit. „Ik word
razend, wanneer je op die manier spreekt 1
Ze hebben je dol gemaakt! Neen jouw
schuld is het niet! De heerlijkste vrouw,
die de hemel ooit schiep, alleen blijven 1 Dat
kan nietIk heb je lief, met alles wat in me
is 1 En jij -je houdt ook van mij, maar
jè aarzelt.Wat komen al die dingen er op
aan? Als je van me houdt, trouwen we, dan
is toch alles goed?"
„Ja, ik aarzel," antwoordde zij snel. Zij
had haar zelfbeheersching thans geheel her
kregen. „Ik ben een arm, Indiaansch meisje.
Een blanke, een dokter, vraagt mij, zijn
vróuw te worden. Datis een groot ding
voor mij. Ik aarzel. Maar nu weet ik het.
Ik za} het niet doen."
„Antwoordt me kort en goedl" riep
Ralph. „Houdt je van me?"
Er was een stilte als die tusschen het ge
opend en het gesloten worden van een deur.
Ralph, alle zenuwen gespannen, staarde
naar het antwoord, dat van haat lippen
zou komen. Hij hoorde haar diep adem
halen.
„Neen!" zeicle zij.
(Wordt vervolgd).