HELDERSCHE COURANT
DLANTA
De verborgen Vallei
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
JURGENS7
No. 5178
DINSDAG 9 DECEMBER 1919
47e JAARGANG
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1.20, franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0,50, 0,60. 1.05
Modeblad» 0.95, 1.05. 1.30
Losse nummers der Courant 3 ct.
BÜEDBHLAJSD.
De geallieerden en Duitschland.
Volgens den Parijschen correspondent
van de „Daily News" hebben Foch en Cle-
menceau in de Vrijdag gehouden vergade
ring van den Oppersten Raad het bezigen
van militaire maatregelen, om Duitschland
te dwingen tot onderteekening van het pro
tocol over 'het in werking treden v^n het
vredesverdrag met de bijlagen, ter sprake
gebracht. Naar verluidt heeft alleen Foch
als zijn oordeel te kennen gegeven, dat mili
taire dwang noodig zal zijn, niet slechts om
Duitschland te bewegen het aanvullings
protocol over. de nog niet vervulde wapen
stilstandsvoorwaarden en het protocol no
pens het-in werking treden van het vredes
verdrag te onderteekenen, maar ook om,
nadat de vrede in werking zal zijn getreden,
een geregelde vervulling van Duitschlands
verplichtingen te waarborgen. Op dien
grond drong Foch opnieuw aan op aanne
ming van het voorstel, dat hij eenige weken
geleden heeft gedaan, om den geallieerden
militairen raad te Versailles in gewijzigden
vorm te laten bestaan.
Zaterdag verklaarde men te Parijs, dat
dien dag een sommatie tot Duitschland ge
richt zou worden, om het protocol te onder
teekenen en dat deze sommatie vrijwel ge
lijk zou staan met een ultimatum, daar de
Duitschers zal meegedeeld worden, dat, ten
zij het protokol dadelijk onderteekend
wordt, de geallieerden Frankfort en Essen
zullen bezetten.
Foch moet verklaard hebben, dat hij in
staat is, de plannen uit te voeren, die hij in
Juni opgesteld heeft. De bedreiging met de
uitvoering van de plannen noopte ,de Duit
schers het tractaat te onderteekenen.
Zobwel Clemenceau als maarschalk Foch
moeten gezegd hebben, dat alleen een ulti
matum de lupht kan zuiveren.
Parijs, 6 Dec. Hoewel er niets bekend is
gemaakt omtrent de beraadslagingen van
Foch, Wilson en den Oppersten Raad, be
weert men, dat alles gereed is voor een on
middellijke actie.
Volgens een telegram uit Zwitserland is
er een zware exodus der rijke Duitschers
van den rechter-Rijnoever en wordt het aan
tal Duitschers, dat vergunning aanvraagt
om naar Zwitserland te verhuizen, bij den
dag grooter. -
DUITSCHLAND.
Wederinvoering van het stukloon.
Bij een- stemming omtrent de wederin
voering der vroegere arbeidsvoorwaarden
bij de werven, in het bijzonder inzake de
wederinvoering van het stukloon, werden
7743 stemmen vóór en 4600 tegen uitge
bracht. De nog ontbrekende stemmen kun
nen aan deze beslissing niets meer veran
deren, zoodat het stukloon op de Kieler
werven weder zal \vorden ingevoerd.
De arbeiders der „Weser A.G," hebben
zich met 2895 tegen 1911 stemmen voor de
wederinvoering van het stukwerk uitge
sproken.
ENGELAND.
De kosten der Marine.
Er is nu een herziene marinebegrooting
verschenen voor 19191920, welker cijfers
FEUILLETON.
door
HULBERT FOOTNER.
25)
De zachte duidelijkheid, waarmee zij het
woord uitsprak, was onmiskenbaar. Hij
viel terug in zijn kano, en de twee booten
dreven op eenigen afstand van elkaar voort.
Mechanisch tastten zijn handen naar de
dolboorden. Zijn wereld scheen rond hem
in puin te storten. Het maanlicht leek ba
naal en sentimenteel. Hij voelde geen smart,
alleen een oneindige tegenzin in zijn be
staan.
Nahnya werd ongerust over zijn lang
zwijgen. „Waar denk je over?" vroeg zij
dringend.
Met alle macht trachtte hij zich te ver
mannen.
„Het is goed," bewogen zijn lippen. Het
geluid, dat zijn stem was, klonk hem
vreemd, toen bij voortging: „Ik ben een
dwaas geweest, dat is alles. Jij hebt je niet
het minste te verwijten." Hij nam als een
automaat zijn pagaai. „Laten v^ij terug
gaan," zeide hij met dezelfde kalme, vaste
stem.
Even daarna sprak hij„Ik zal weggaan,
zoo gauw ik je moeder alleen kan laten."
„Ik kan haar arm verbinden," zeide Nah
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER i C, DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
ADVERTENTIE N.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als reda'ctioneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bi) voorultb. (adresBur. v. d, bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 37s ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hooger berekend:
geen verlaging, maar integendeel eene ver
hooging toonen tegenover die van de be
grooting in Maart ingediend. In Maart wer
den de uitgaven op ruim 149 millioen, nu
echter op 157.5 millioen p. st. geraamd.
Leerzaam is de vergelijking van het laatste
jaar voor den oorlog met het eerste jaar na
den oorlog. In 191314 waren de marine
uitgaven slechts 48.7 millioen p. st. Dit jaar
zijn dus zijn de uitgaven ruim 108.7
lioen p. st. hooger. In 19x314 telde het
personeel 142.960 man, thans 275.000.
Uit de memorie van toelichting tot de
herziene begrooting blijkt o.a. dat er tijdens
den oorlog gelegd zijn 65.000 Britsche mij
nen in de wateren rondom het Vereenigd
Koninkrijk en 8000 in de Middellandsche
Zee. De Duitschers legden in de nabijheid
van de Engelsche kust ongeveer 110.000
mijnen.
ITALIË.
Stakingen en ongeregeldheden.
Een bericht uit Rome, d.d. 4 Dec., meldt:
Uit volledige gegc/ens over de moeilijk
heden in het noorden blijkt, dat te Milaan
480 menschen zijn gevangen genomen, vier
dood en veertig gewond, te Turijn zijn 120
gevangen genomen, 2 gedood, twintig ge
wond, te Bologne een gedood.
Te Mantua hebben ernstige ongeregeld
heden plaats gehad.
Den 3en December was de staking afge
kondigd door de Kamer van Arbeid, die tot
kalmte en orde had aangemaand, maar
eenige uren na het begin' van de staking
namen de anarchisten de leiding en hitsten
allereerst het gepeupel tegen de infanterie-
kazerne op. waar geweerschoten werden
gewisseld. Vervolgens deden zij een aanval
op het paleis van den commandant van het
legercorps, maar toen de zaken deze wen
ding namen, trokken de anarchistische aan
voerders zich terug. Toen de menigte, die
voor een gedeelte uit vrouwen bestond, aan
zich zelf was overgelaten, ging zij tot
nieuwe excessen over. De menigte trok naar
het station, vernielde de toestelllen en brak
de spoorlijn op. Daarna werd de gevangenis
bestormd. De wacht aldaar was niet. in staat
het gepeupel tegen te houden en werd ont
wapend. De commandant van de gevangen
bewaarders, die naar de poort was gesneld
om weerstand te bieden, werd gedood. De
woeste bende maakte zich meester van de
sleutels der cellen en stelde de gevangenen
in vrijheid. De tooneelen, die toen volgden,
zijn bijna niet te beschrijven. Allereerst stak
men de gevangenis in brand. H'et lijk,van-
dé vrouw van den hoofdgevangenbewaarder
werd later gevonden. Vervolgens werden
particuliere woningen overvallen en geplun
derd. Gedurende dien dag werden geen ern
stige pogingen aangewend, om de orde te
herstellen. Den volgenden dag werd de stad
door militairen bezet..
In den namiddag werd een vergadering
gehouden, waar gematigde socialisten het
volk trachtten tot kalmte te brengen. Twee
van hen werden gedood en verscheidene ge
wond.
Volgens de laatste berichten is nu de rust
hersteld. In 't geheel zijn gedurende deze
twee dagen acht menschen gedood en 42
gewond.
Zuid-Slavië en d'Annunzio.
De Zuid-Slavische delegatie te Parijs
meldt, dat zij verontrustende berichten
berichten heeft gekregen over de plannen
van d'Annunzio: 10.000 man van zijn troe
pen zouden gereed staan Spalato en Cattaro
aan te vallen. De delegatei heeft den Opper
sten Raad meegedeeld, dat, ingeval d'An-
nya, „of Ahaweh kan het. Ik heb het haar
geleerd."
„Best," antwoordde Ralph. „Dan vertrek
ik morgen."
HOOFDSTUK XI.
Het vertrek uit de vallei.
Ralph wenschte bij zijn vertrek uit de
vallei geen gezelschap. Na wat gebeurd
was, schéén het leven dag en nacht naast
Nahnya, zonder ooit haar blikken even te
ontmoeten, zonder een woord meer te wis
selen dan noodzakelijk was bij het inrichten
van een kamp, hem een uiterst geraffineerde
marteling toe. Maar er was niets aan te
doen. Nahnya zei, dat de tocht stroomop
waarts te moeilijk was; zij moesten een an
deren weg nemen dan ze gekomen waren,
en dien weg moest ze hem wijzen.
Charley zou meegaan, dat maakte dit
maal veel goed. Den volgenden morgen ver
trokken zij. Wat zijn instinct betrof om
smart te verbergen, kon Ralph een Indiaan
zijn, als de beste vertegenwoordigers van
het ras. Niemand had op zijn effen gelaat
kunnen bespeuren, wat voorgevallen was.
Naturen als de zijne voeren slechts inwen-
digen strijd. Hij was zich ternauwernood
bewust, van wat om hem heen voorviel.
Voor Charley scheen het vooruitzicht van
een nieuwe reis niet weinig aanlokkelijks
te hebben. Langzamerhand was de Indi-
aansche jongen zich tegenover Ralph op z'n
gemak gaan voelen. Zijn onbehouwenheid
Ingezonden mededeellng.
^JJlllllllll!llllllllll!ll!llllllllilllllll||||llllllllllllllllllllllllllllll!ll!llllllllll!llllll!lllllllllllllllllilllllllllllllllllli^
1 1 PLANTENBOTER
4 VOEDZAAM HEERLJK VOORDEELIG
''>>>'lT::<>»l!;il!!ll|lll|lllll!!llllll!illllllllllllllll>|i|IHI!inll|l|llllllllllllllll!lllllllll!lllllllllllllllllllll!IIIIIIIIIIII^
nunzio's troepen de demarcatielijn mochten
overschrijden, de Zuid-Slavische troepen
bevel hebben weerstand te bieden. De dele
gatie wijst de verantwoordelijkheid voor de
gevolgen af.
RUSLAND.
Sint Petersburg.
Men schrijft uit Reval aan de „N. Rott.
Crt.":
Een Russisch student, die er dezer dagen
in slaagde uit St. Petersburg naar Estland
te komen, deelt aan de „Estonian Review",
een uitgave van het Estlandsche ministerie
van buitenlandsche zaken, eenige bijzonder
heden mede over het leven in de Russische
hoofdstad.
Brood wordt gerantsoeneerd en één ons
per dag wordt verstrekt, maar den „bour
geois" wordt zelfs deze homoeopathische
dosis onthouden. Men kan echter bij ket
tinghandelaars ook brood koopen tegen den
prijs van 150 roebel het (Russische) pond.
Er zijn echter in St. Petersburg nog men
schen, die zeer goed leven, maar daarvoor
heeft men 3000 roebel per dag nóodig. De
groote massa der bevolking lijdt gebrek en
het aantal sterfgevallen is ontzettend. Pro
fessor Lebedef, de voorzitter van de gezond
heidscommissie, deelde onlangs in een offi
cieel rapport mede, dat het sterftecijfer in
de stad thans vijf percent per maand vbe
draagt. De geheele stad lijkt op e*en groot
hospitaal en er heerschen vele besmettelijke
ziekten.
De fabrieken verrichten slechts oorlogs-
werk. Toen de arbeiders op zekeren dag
dreigden te staken, werden in de fabrieken
machinegeweren geplaatst .en de mannen
met geweld gedwongen te arbeiden. Dé
productie is ten zeerste verminderd. De
Poetiloff-fabrieken, waar 10.000 man wer
ken, slaagden er gedurende de zomermaan
den in één locomotief te vervaardigen en
drie andere te herstellen, terwijl vroeger bij
hetzelfde getal arbeiders de wekelijksche
productie twee locomotieven bedroeg, be
halve het herstellingswerk van verschei
dene andere machines. Om de productie te
verhoogen zijn de fabriekscommissies ont
bonden en is aan de directeuren een dicta
toriale macht gegeven. Het stukwerk is
weder ingevoerd en boven den gewonen
arbeidstijd moet gratis overuren worden
gewerkt „ten bate der gemeenschap".
Om brandstöf te verkrijgen hakt de be
volking de houtbestrating stuk. De bestra
ting van Newsky Prospect en Morslcaja is
reeds geheel verdwenen. De boomen in de
parken aan de oevers van de Newa zijn alle
geveld en allang opgestookt.
OOSTENRIJK.
De ellende te Weenen.
De toestanden te Weenen werden 6 Dec.
in de „American luncheon club" te Londen
geschilderd door Sir William Goode, den
bleek grootendeels aanstellerij, waarmee hij
op blanke vreemdelingen indruk trachtte
te maken. Hij sprak nu vrijuit met Ralph in
een zonderling mengelmoes van Engelsch
en Cree over datgene, waar hij belang fn
stelde: over jagen, over beesten en over
reizen. St. Jean Bateese, die met hen mee
ging tot de opening van de goot, bleef aan
Kalph's zijde, en gaf bij het afscheid duide
lijk blijk, dat het hem speet, dat de gast al
weer wegging.
„Ik kan hen allen voor mij winnen, alleen
haar niet!" dacht Ralph bitter.
Voor het hol hen in zich opnam, sloeg
Ralph nog een laatsten blik op het meer,
met zijn groenen glans als van een pauwen-
borst, op de machtige bergen, de kruinen
naar het zonlicht geheven, op de glanzend
groene weiden, met de witte berkenstam-
men. „Ik laat mijzelf hier achter," dacht hij,
en" grimmig klemde hij zijn pijp tusschen
de tanden.
Gedurende den langen tocht onder den
berg door, sprak Ralph slechts eenmaal.
Dat was toen zij den vogelverschrikker
voorbij kwamen., en hij vroeg waarom die
hier was neergezet. Charley verklaarde, dat
hij diende om de wilde dieren op een afstand
te houden. De lichaamslucht van de kleeren
was daartoe voldoende*
Op de plek, waar zij in het heengaan het
laatst gekampeerd hadden in het woud, ge
bruikten zij een maaltijd. Daarna haalde
Nahnya met een gebaar van verontschuldi
ging den blinddoek te voorschijn.
„Dat is nu niet noodig," riep Ralph, rood
Britschen bestuurder van het hulpfonds, die
juist van die stad teruggekeerd was. Hij
zeide, dat de toestand nog erger was, dan
Hij vermoed had. Hij zeide: „Ik ben pas van
Weenen teruggekeerd en heb het gevoel,
alsof ik tien dagen in een cel was opgesloten
geweest, beschuldigd yan moord. Ik logeer
de in het beste hotel, maar noch eieren noch
melk. In de bittere koude kropen de gasten
bij elkaar in de onverwarmde hal, waar
slechts één lichtje brandde. In mijn werk
kamer moest ik werken met de jas aan, ter
wijl de thermometer een graad boven vries
punt aanwees. Eindelijk slaagde ik er in
hout te krijgen, waarmee ik twee dagen een
klein vuurtje stoken kon. Het kostte me
970 kronen, hetgeen voor den Weener nog
evenveel beteekent als voor den oorlog.
Het komt meermalen voor, dat het ver
keer in de hoofdstraten stopgezet wordt om
een groot aantal begrafenissen door te laten.
Negen tiende der draagbaren bevatten kin
derlijken. Ik meen, dat een onmiddellijk
ingrijpen in de ellende in Centraal Europa
noodzakelijk is om niet het gevaar te loopen
van een zegepraal van het bolsjewisme, dat
zich waarschijnlijk niet zou bepalen tot dat
gedeelte van Europa."
BINNENLAND.
De toekomst onzer Marine.
De gepensionneerde vlagofficieren G. F.
Tydeman, W. Naudin ten Cate, F. Bauduin,
G. L. Goedhart en J. Albarda hebben d.d.
5 December een open brief gericht aan de
leden der Staten-Generaal, waarin zij, op
grond van de ook in ons blad herhaaldelijk
naar voren gebrachte motieven te kennen
geven, dat in de M. v. A. door den Minister
van Marine geen goede gronden aangevoerd
worden voor het stopzetten van d,en afbouw
der op stapel staande kruisers.
Naar hunne meening bestaat er een groote
kans, de te benoemen commissie tot het be
sluit te zien komen, dat de bedoelde krui
sers zeer waardevolle elementen zouden
uitmaken van een kern van 'klein materieel,
bestemd voor de verdediging der koloniën.
Het komt hun van den Minister van Ma
rine daarom onlogisch voor, alvorens het
rapport dier commissie is uitgebracht, von
nis te vellen over de op stapel staande krui
sers, inzooverre de Minister bij voorbaat
pertinent verklaart, dat zij niet in zijn
systeem passen.
Nog merken zij op, dat in verband met
de groote afstanden, vliegtuigen voorshands
in onze koloniën niet bruikbaar zijn zonder
verplaatsbare basis. Hiervoor zijn kruisers
onontbeerlijk.
De mogelijkheid van vlagvertoon, ook
door den Minister van Marine noodig ge
acht, zal ophouden zoodra onze bestaande
oude pantserschepen op gevaren zijn.
Adressanten komen derhalve tot de con
clusie, het stopzetten van den aanbouw van
de kruisers ernstig te moeten ontraden,
wordend. „Ik hoef niet gedragen te worden
als een invalide 1"
Nahnya zag hem niet aan, maar vroeg
rustig: „Belooft u, nooit meer dezen kant
uit te komen?"
„Neenl" antwoordde Ralph oogenblik-
kelijk.
Hij had niet kunnen zeggen, hoe het
woord hem op de lippen sprong. Misschien
kwam het door die hoop, die zoolang het
hart nog slaat, zich niet laat dooden bij
iemand die liefheeft.
Ralph werd geblinddoekt. Toen hij be
loofde den doek niet weg te trekken, lieten
zij hem de armen vrij, en zoo werd hij dan
voortgedragen. Een waarschuwend instinct
weerhield hem te zeggen, dat hij, wanneer
hij dat verkoos, den heenweg toch zeker
kon terugvinden.
Daar zij steeds bergaf gingen, kwamen
zij vrij vlug vooruit. Toen zij eindelijk stil
stoifcen, en de blinddoek werd afgenomen,
zag Ralph zich nog in het dichte woud,
maar uit een gedruisch van stroomversnel
lingen, dat hij nog even hooren kon, leidde
hij af, dat zij bijna aan de rivier gekomen
waren.
„We zullen vannacht verder reizen," zei
de Nahnya, „dan hoeft u geen blinddoek
te hebben. Nu moest ge slapen."
En Ralph sliep; den nacht te voren had
hij geen oog dicht gedaan.
Zij maakten hem wakker toen het avond
eten klaar was. Toen zij gegetén hadden,
kreeg Ralph den blinddoek weer voor, en
werd hij opnieuw verder gedragen, maar
daar hierdoor Nederland weldra geheel
machteloos zal zijn ter zee, ook tegenover
de kleinste mogendheid, en niet in staat tot
behoorlijk vlagvertoon.
Eerste oefentijd der militie en groot verlof.
Bij den Raad van State is thans een wets
ontwerp aanhangig tot het verkrijgen van
de bevoegdheid om ten aanzien van de mi
litielichtingen 1918, 1919 en 1920 voor
wat den eersten oefentijd betreft tijdelijk
van de Militiewet te kunnen afwijken, en
deze té stellen op 6 maanden voor de onbe
reden korpsen, op 12 maanden voor de be
reden artillerie en op 18 maanden voor de
cavalerie.
Naar aanleiding van dit wetsontwerp is
het noodig, dat wordt dit tot wet ver
heven bekend zij op welke tijdstippen de
verschillende dienstplichtigen met groot
verlof zouden kunnen worden gezonden.
De Minister heeft aan den chef van den
generalen staf mededeeling verzocht van de
data, waarop bij aanneming van dit wets
ontwerp, met groot verlof zullen kunnen
huiswaarts keeren:
Cavalerielichting 1918, ingelijfd in het
tijdvak 612 April, 37 Juni en 39 Au
gustus 1918.
b. Bereden artillerie 1918, ingelijfd in het
tijdvak 812 April 19x8.
c. Infanterielichting 1919, ingelijfd in
het tijdvak 1620 Juni en 1620 Septem
ber 1919.
d. Wielrijders lichting 1918, ingelijfd in
het tijdvak 1620 Juni 1919.
e. Bereden artillerie lichting 1919, inge
lijfd in het tijdvak 15 October 1918.
f. Cavalerie lichting 19x9, ingelijfd in het
tijdvak 1721 Maart en 1620 Juni 1919.
Hierbij moet rekening worden gehouden,
dat zij, die tot officier of ónderofficier wor
den opgeleid, op een lateren datum huis
waarts zullen keeren dan de overige dienst
plichtigen, terwijl tevens ter kennis is ge
bracht 'om te kunnen beoordeelen of er
steeds een voldoend aantal manschappen
onder de wapenen zal zijn, dat de inlijving
van de lichting 1920 op de in artikel 72 der
militiewet genoemde tijdstippen zal plaats
hebben.
De Amatei bulten haar oevers.
Vrijdag steeg de Amstel iii die mate, dat
het water boven op den dijk stond.
Door den aanhoudenden en steeds 'krach
tiger wordenden wind, steeg de rivier zóó,
dat tegen den namiddag het water ongeveer
15 cM. hoog over den Amsteldijk stroomde.
Bij de zjg. kruithuizen in de nabijheid van
de Ouderkerkerlaan vond het water een uit
gang en stroomde met 'kracht den Middel
polder in.
Onmiddellijk werden alle watermachinea
met volle kracht aan het werk gezet om het
water, dat de landerijen1 reeds deed onder-
loopen, weer uit den polder in den Anistel
te malen.
Te ongeveer halfzes dreigde de dijk, daar,
waar het water den polder instort, door te
breken. In allerijl werd onder toezicht van
den gemeenteopzichter en den burgemeester,
die inmiddels ter plaatse verschenen was,
een aanvang gemaakt met het maken van
kaaien ter keering van het water.
De dammen werden met bekwamen spoed
vervaardigd, zoodat, toen het water uit den
Amstel niet meer over den dijk kwam, het
water dat binnen de omdamming, en binnen
de huizen was gedrongen, den Middelpolder
kon inspoelen.
Ook te Buurt over Ouderkerk sloeg ter
lengte van ongeveer 20 80 M. het water
met kracht over den dijk en straatweg en
deed1 verschillende woningen onderloopen.
In één café steeg het water tot eene hoogte
van 12 oM. Ook hier moest een kaai worden
gemaakt.
Zaterdagmorgen vroeg was de Amstel we
der binnen zijne oevers getreden.
slechts korten tijd. Zij kwamen uit op den
oever der rivier, en hij werd op het platte
rotsblok neergelegd. Hij hoorde hen de boot
weer te water laten en de bagage stuwen.
Toen werd hij op de dekens gelegd, en Nah
nya en Charley zetten af.
Ralph had ondersteld, dat zij althans voor
een deel terug zouden gaan langs den heen
weg. Groot was dus zijn verrassing toen
hij het gedruisch der stroomversnellingen
hoorde naderkomen, en er zich rekenschap
van gaf, dat zij in tegendeel verder stroom
afwaarts voeren. Onwillekeurig greep zijn
hand naar den doek voor zijn oogen, maar
zich te rechter tijd herinnerend, dat hij zijn
woord gegeven had, liet hij hahar weer zak
ken, grommend tusschen zijn tanden.
Nahnya iets begrijpend van wat er in
hem omging, zei: „Deze waterval is gemak
kelijk te nemen, ik ken alle rotsen er in."
Toen weer dezelfde ademlooze spanning,
terwijl de hemel zich scheen te vullen met
het gebrul der wateren: de plof omlaag en
het neervallen; beneden, dezelfde plotse
linge overgang tot een onnatuurlijke rust.
Het was Ralph, als droomde hij in een af
grond te vallen. Uit de snelheid -waarmee
het geweld achter hem afnam tot een zwak
gemurmel leidde Ralph af, "lat zij met een
ongelooflijke vaart stroomai waarts werden
gevoerd. Hij vroeg zich af, of ooit te voren
iemand die niet zien kon, door groote
stroomversnellingen was geloodst in een
onhandelbare kano.
(Wordt vervolgd).