HELDERSCHECOURANT
De verborgen Vallei
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
Jb. HARJER en Zn.
VERHUIZINGEN.
No. 5180
ZATERDAG 13 DECEMBER 1919
47e JAARGANG
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1.20, franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.50, 0.60. 1.05
Modeblad 0.95, 1.05. 1.30
Losse nummers der Courant 3 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVERC. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
ADVERTENTIËN.
20 ct. p. regel. Ingez. mededcelingen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct; bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl, 3'/s ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hooger berekend.
Dit blad verschijnt Dinsdag-,
Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Onze lezers buiten de gemeente, die de
e o u r a n t des Zaterdagsavonds of uiterlijk des
Zondagsmorgens niet mochten ontvangen, ge
lieven hierover te reclameeren bij het plaatse
lijk Postkantoor.
De begrooting over 1920.
Het eindcijfer der begrooting
bedraagtf 2575.592,72®
tegen voor 1919 1788.322,62®
een vermeerdering dus van 787.270,10
van deze vermeerdering komt
voor rekening van. den bui
tengewonen dienst. 98.275.21®
zoodat de gewone ontvangsten
en uitgaven eene - toename
vertoonen vanf
Van deze vermeerdering betreft ongeveer
ƒ200.000 zoogenaamde rekening posten (pos
ten voor verantwoording van dezelfde gel
den in ontvangst en uitgaaf), zoodat de toe
neming van de werkelijke lasten der ge
meente pl.m. ƒ490.000,— bedraagt. Voorwaar
eeii respectabele som.
Burgemeester en Wethouders geven in
bun Voorwoord een klein staatje ter toelich
ting van dit verscbil, dat echter weinig ver
klaart.
Wij willen trachten de zaak wat duidelij
ker te maken.
Voor jaarwedden en loonen van personeel,
dat rechtstreeks uit de gemeentebegrooting
wordt betaald, het personeel der bedrijven
dus uitgezonderd en eveneens buiten aan-,
mërking gelaten het personeel der verschil
lende inrichtingen van onderwijs, waarvan
de belooningen geheel of voor een groot deel
uit suhsidiën terugontvangen worden, is
ruim 73.000,— méér noodig, zpoals uit het
volgende staatje blijkt:
1919
1920
Burgemeester
4.200
6.500.—
Secretaris
3.700,—
6.000.—
Ontvanger
3.050,—
4.000,—
Secretariepersoneel
en boden
30.317
46.000,—
Contröle der belas
tingen
5.141,65
9.405,—
Personeel ge
meentewerken
7.275
9.875,—
Werklieden ge
meentewerken
2.123,—
5J
3.016,—
Straatmakers
11.160
15.334,40
Plantsoendienst
3.055,—
4.449,12®
Personeel.
begraafplaats
1.989,
n
2.904
Brugwachters
3.355,
4.700,—
Politie, inclusief
vrije kleeding
37.549,54
67.127,01
Keuring vee en
vleesch
4.400,—
6.000,—
Keuring levens
middelen
3.433,33*
4.600,—
Geneeskundige
dienst
7.332,—
10.579,92*
Bouwpolitie
2.000,—
>1
2.800,—
139.080,52*
203.300,45®
FEUILLETON.
Door
HULBERT FOOTNER.
27)
Na enkele minuten nam Nahnya den doek
weg, en Ralph constateerde, dat ze thans
weer in een woud waren. Maar het was dit
maal slechts een bosch van zware ratelpo-
pulieren, met rechte, witte stammen en
glanzende, trillende bladeren. Als een ein
deloos bruin lint slingerde het pad zich
langs en achter hen. Te dicht was de aarde
in den loop der eeuwen door de- mocassins
van de reizigers, de hoeven en zooien der
wouddieren saamgedrukt, dan dat er nog
iets op groeien 'kon.
Ralph vermoedde op grond hiervan, dat
hij zich op een hoofdverkeersweg bevond.
Deze liep, voorzoover hij oordeelen kon, in
noordoostelijke richting. Het viel hem ech
ter moeilijk daaromtrent zekerheid te krij
gen, want hét pad slingerde zich voortdu
rend, en meestentijds kon hij de zonnestralen
door het dichte loof niet voelen.
Zij hadden naar schatting twaalf a vijf
tien mijl afgelegd, .toen" Nahnya liet halt
houden. Zij waren toen gèkomen in een
kleine grasvlakte, die een stil stroompje
omzoomde.
„We zullen hier blijven tot middernacht",
Deze meerdere uitgaven zijn, behalve voor
het onwaarschijnlijke geval, dat de Kroon de
jaarwedden van Burgemeester, Secretaris en
Ontvanger niet mocht goedkeuren, strikt ge
nomen onvermijdelijk. Men kan daar nog
bijvoegen een bedrag van 44.045,45®, zijnde
de som, waarmede de geraamde salarissen
en 'loonen voor den gemeentelijken reini
gingsdienst de voor 1919 begroote bedragen
overtreffen. De reiniging toch levert niet
als de andere bedrijven een batig slot op;
het bedrag, waarmede door loonsverhooging
of andere redenen de uitgaven stijgen, ver
hoogt het nadeellge saldo, dat uit de gewone
ontvangsten der gemeente moet worden be
streden.
De kosten der „openbare werken" zijn uit
den aard der zaak ook alweer hooger dan
het vorig jaar.
Het trekt de aandacht, dat het bedrijf der
Publieke Werken nog niet géheel en al als
zoodanig schijnt ingericht te zijn, althans
een afzonderlijke bedrijfsbegrooting w.ordt
niet overgelegd, maar als van ouds worden
de uitgaven bij de berokken posten der ge
meentebegrooting in engeren zin gespecifi
ceerd.
Afgezien van de uit tractements- en loons-
verhoogingen voortvloeiende stijging der
uitgaven ontmoet men de volgende verschil
len met de voor 1919 uitgetrokken sommen:
OnderhoudWees
huis, bureau ge
meentewerken,
Apotheek, Zieken
huis, enz4359,6212,
Straatsteenen 11000,13000,
Herbestrating Brak-
keveldweg 6000,
15359,— 25.212,—
Een vermeerdering derhalve van rond
10.000,—.
De vraag rijst hierbij, of men, waar zuinig
heid zoozeer geboden is, niet met wat minder
straatsteenen dan de traditioneele aantallen
zou toe kunnen komen.
Ook is het zonder nadere toelichting met
duidelijk waarom de post „herbestratrng van
den Brakkeveldweg" geheel ten laste van
het dienstjaar 1920 wordt gebracht.
In ieder, geval heeft men van dit werk lan
ger dan een enkel jaar plezier en verdeeling
der daarvoor noodige uitgaven over b.v. 5
h 6 jaren schijnt ons daarom alleszins ge
wettigd.
Een andere vraag is het, of deze uitgave
in het geheel wel ten laste van den gewonen
dienst der gemeentebegrooting moet worden
gebracht. Wanneer de Brakkeveldweg ge
heel volgens het nieuwe uitbreidingsplan is
aangelegd, vormen de kosten dSTrvah een
onderdeel van de uitgaven voor de uitvoering
van dit plan. Het wil ons voorkomen, dat zij
daarom althans ten deele ten laste van het
grondbedrijf kunnen worden gebracht en
bijgeschreven op de waarde van de aan den
Brakkeveldweg grenzende bouwterreinen.
De kosten van straatverlichting worden,
gevolg van den hoogen gasprijs, ruim
30.000 hooger geraamd dan voor 1919.
Voor rente van de vaste leeningen wordt
méér geraamd ruim 50.000,
Voor rente van leeningen o*p korten ter
mijn in afwachting van het sluiten eener
nieuwe leening56.000,—
Voor aflossingen van leeningen 56.000,
Tezamen 162.000,—
Deze bedragen worden voor een belang-
zeide zij. „Tot zoolang zullen we slapen.'
Ralph werd tegen zonsondergang v wak-_
ker, en bemerkte, dat-hij met Charley alleen
in het kamp was. Hij dacht aan de andere
keeren, toen zij was weggeslopen, en hij
haar gevolgd had. Maar nu zou hij dat niet
doen. Weldra zag hij haar terug keeren
langs hetzelfde pad vanwaar zij gekomen
waren, met een bijl over haar schouder. Hij
meende dat haar gang slepend was, en dat
op haar gelaat een uitdrukking lag van on
uitsprekelijk verdriet. Maar toen hij snel
was opgesprongen, zag hij .dat hij zich ver
gist had: het was de oude, ondoorgronde
lijke expressie, die weer een muifr tusschen
hen opwi'erp.
„Binnen vijf uur vertrekken wij," zeide
zij rustig. „Ga nog wat slapen." Zij zelf
legde zich op eenigen afstand in het gras.
Het was pikdonker toen zij opbraken, en
hun bagage oplaadden. Zij waren genood-,
zaakt, toen zij het pad verder volgden,
dicht bij elkaar te blijven, Weldra daalden
zij zig-zag gewijs de helling van een lang-
gerekten heuvel af, waar de weg minder
goed was, en hier en daar, tengevolge van
zware regens, gaten vertoonde. Ralph kon
slechts met moeite vooruit komen: voort
durend stootte hij zijn voeten aan uitste
kende boomwortels, en trapte hij onver
wachts 'in diepe kuilen. Toen zij eindelijk
aan den voet van den heuvel waren geko
men, werd het pad weer beter, maar Nah
nya, die voorop ging, week nu van den weg
af, en liet Charley en Ralph haar volgen
door een groote hoogbegroeide weide
Ingezonden mededeellng.
rijk deel weer door de bedrijven teruggege
ven. Ter verklaring van de stijging van hét
eindcijfer der gemeentebegrooting vermelden
wij echter haar totaal bedrag.
De vermeerdering van het aandeel der be
drijven in deze lasten blijkt uit het volgende
staatje:
Vergoeding rente en aflossing door:
1919 1920
de gasfabriek 68.336,— f 82.517,20
de waterleid. 51.185,— 57.796,09
de. reiniging 6.882,47 6.931,77
het grondbedr. 23.132,54 35.114,28®
149.536,01 182-359,34®
Wegens bijdragen in de door Woning-
bouwvereenigingen verschuldigde annuïtei
ten, het deel, dat het Rijk en de gemeente
als crisisbijdrage voorloopig dragen van het
tekort op de exploitatie der in den oorlogs
tijd gestichte woningen, is ruim 6000,
meer noodig, dan voor. 1919 werd begroot.
De bouwplannen zijn in den loop van dit
jaar geheel tot uitvoering gekomen en daar
door is uit den aard der zaak over 1920 de
volle bijdrage verschuldigd.
Het aandeel der gemeente in de gezamen
lijke bijdragen is 3224,26 tegen 1680,89
in 1919. Van -de stijging der uitgaafpost met
6000— komt dus pl.m. 4400,— van bet
Rijk terug.
De post voor onvoorziene uitgaven is, zeer
terecht, ruim 21.000,hooger geraamd
dan het vorig jaar.
Aan den dienst van 1Ö20 komt ten laste
bet nadeelig slot over 1918, ten bedrage van
ƒ49.170,25; het nadeelig slot over 1917 drukte
niet op de begroeting voor 19.19, maar is op
andere wijze gedekt.
Voor de verklaring van de stijging van
het totaal der gewone uitgaven zijn wij thans
een heel eind gevorderd:
Loonen en salarissen in
het algemeen pijn. 73.000,
Idem van de reiniging 44.000)
Meerdere kosten van pu
blieke werken 10.000,-
Straatverlichting 30.000,-
Renten en aflossingen 162.000,
Bijdragen woningbouw 6.000,
Onvoorziene uitgaven 21.000,
Nadeelig slot 1918. 49.000,
Totaal pl.m. 395.000,—
Een bedrag van pl.m. 95.000,— behoeft
dus nog nadere verklaring.
Hiervan komt ruim 60.000,— voor reke
ning van het hoofdstuk „Onderwijs", terwijl
de rest over allerlei kleine posten zou moeten
worden verdeeld.
De stijging der uitgaven voor onderwijs
hebben wij in bovenstaand overzicht niet op
genomen. Door de geheel nieuwe regeling
met betrekking tot de onderwijzersjaarwed-
den zijn de begrootingsposten voor 1920 niet
zonder meer met die voor 1919 te vergelij
ken. Wij komen daarom op „Onderwijs"
hieronder afzonderlijk terug.
Eén ding zal na het bovenstaande wel düi-
schuifelend bewogen zich hun mocassins
door het volle gras.
De hemel was zwaar bewolkt. Ralph kon
ternauwernood Nahnya voor hem zien; al
het andere scheen in de dichte duisternis te
zijn opgeslokt. Toch scheen Nahnya precies
te weten waar ze zich bevonden. Op een
keker punt, dal* zich, voor Ralph, door niets
bijzonders onderscheidde, hield zij halt en
zeide:
„We zullen hier wachten, tot het licht is.
Je kunt slapen, wanneer je wilt."
De dageraad bracht een nieuwe verras
sing: zij lagen bijna aan den rand van een
steile zandhelling, en tweehonderd voet be
neden hen spoedde zich een breede* stroom
voort, de rimpelende oppervlakte glinste
rend in het groeiende licht als geplooid
satijn, als vloeide het water, ondiep, over
een matten spiegel. De stroom strekte zich
ver ter linkerzijde uit als een glanzend lint,
hoog ingesloten door kale hellingen.
Stroomafwaarts waren verscheidene kleine
eilandjes onwezenlijk zichtbaar in den dun
nen morgennevel.
Het .was een soort reusachtige trog,
waarin de rivier liep. Van den oeverrand
strekte het land zich in zachte golvingen
tot in wazige verten uit. Achter hun kamp
en ter linkerzijde er van deinde, zoover hun
oog reikte, een zee- van gras, van een
vreemde, diep-groene tint in het half-licht.
Ter rechterzijde begonnen op ongeveer een
halve mijl afstand, begroeide heuvels op te
klimmengeschaard als coulissen achter
elkaar, de een al hooger dan de andere. De
delijk zijn, n.1. dat de algemeene stijging der
uitgaven strikt onvermijdelijk was. De eenige
posten van ons overzicht, waarop wellicht
iets bezuinigd zou kunnen worden, zijn die
voor de publieke werken en die voor de
straatverlichting. Maar zelfs, als men" de
heele stijging der kosten van publieke wer
ken met uitzondering van loon- en salaris-
verhoogingen wèet weg te werken, wat be-
teekent dat nog tegenover de totale ver
meerdering der uitgaven?
En een lagere raming van de kosten der
straatverlichting doet onmiddellijk het ge
raamde winstcijfer voor de gasfabriek naar
omlaag gaan en brengt dus in de uitkomsten
der begrooting geen verbetering.
De eenige vragen, welke dan ook nog be
antwoording behoeven, zijn deze, of de ge
meente wellicht in haar loonpolitiek te vrij
gevig is geweest, en of de stijging van haar
leeningen de laatste jaren niet in te snel
tempo is gegaan.
Wij meenen op beide vragen een ontken
nend antwoord te moeten geven.
Overdreven salarissen en loonen betaalt
de gemeente zeer zeker niet en, met andere
gemeenten van ongeveer dezelfde grootte
vergeleken is haar personeel nog altijd
weinig talrijk.
Van de geldleeningen, welke in de laatste
jaren zijn gesloten, is een zóó groot gedeelte
noodig geweest voor de dekking van nood
zakelijke uitgaven der bedrijven en andere
Onvermijdelijke werken, dat ook in dit op
zicht van een lichtvaardige politiek o. i. niet
gesproken mag worden. Wij hebben dit ten
deele reeds vroeger aangetoond en gaan dus
thans daar niet verder op in.
BUITENLAND.
DUITSCHLAND.
De koopvaardijvloot.
In het Engelsche Lagerhuis deelde kolonel
Wilson als vertegenwoordiger van den
scheepvaartcontroleur mede, dat 355 Duit-
sche koopvaardijschepen, met een bruto-ton-
nenmaat van 1.788.913 aande geallieerden in
beheer waren gegeven, waarvan 230 met een
tonnenmaat van 1.209.000 aan Engeland.
Het opruimen der mijnen.
In een buitengewone vergadering van de
zeevaartvereeniging te Hamburg is mede
gedeeld, dat er in de Noordzee tot dusver
3060 vierk. mijlen van mijnen gezuiverd zijn.
Er moeten nog 876Ó mijlen worden afge
zocht, hetgeen wellicht nog drie tot yier jaren
zal duren.
In de Oostzee zijn 6900 vlerk, mijlen afge
zocht, terwijl er nog 8700 vierk. mijlen op te
ruimen blijven.
HONGARIJE.
Het Vredesverdrag.
Volgens de (Weener) „Neue Freie Presse"
bevat het Hongaarsche vredesverdrag de
volgende voorwaarden:
lo. Hongarije zal uit 14 komitaten bestaan.
2o. Het moet binnen 25 jaar 18 milliard
voor het herstel der aangerichte schade aan
dé Entente betalen en neemt 1/5 deel van de
totale staatsschuld der voormalige Donau-
monarchie voor zijn rekening.
3o. Over den staatsvorm van het land zal
door een volksstemming worden beslist.
4o. Het huis Habsburg blijft van de heer
schappij over Hongarije uitgesloten.
Een candidaat voor den troon?
Volgens bericht uit Boedapest wordt als
Engelsch qpndidaat voor den Hongaarschen
rivier scheen op het eerste gezicht te voor
schijn te treden van achter een kam dezer
heuvels. Tot zijn verbazing ontdekte Ralph
achter zich een tweetal oude, vervallen
blokhuizen, waarvan de ramen met planken
waren dichtgespijkerd, en de deuren gegren
deld. En met een schok herinnerde hij zich,
dat er ook nog blanken -bestonden buiten
hem zelf.
Nahnya was druk bezig een pak in dekens
te wikkelen. Met een touw hield zij het bun
deltje bijeen; toen de laatste knoop gelegd
was, reikte zij het aan Charley over, waarop
zij, met efn kort bevel, hen voorging, de
steile oeverhelling af. Zij bereikten, half
loopend en half glijdend, den waterkant,
waarheen miniatuurlawinen van -kiezel
steentjes hen volgden. Beneden, opgesleept
tegen de steenen, lag een klein vlot, waar
van de vier balken door een sterk, licht
koord werden samengehouden. Een kleine
pagaai was tusschen de balken gestoken.
Hetzelfde touw had vroeger gediend om
Ralph te binden; een ander stuk ervan was
gewonden om het pak, dat .Charley droeg.
Ralph begreep, dat dit vlot Nahnya's werk
moest zijn: daarvoor had zij de bijl noodig
gehad, den vorigen middag, toen hij en
Charley sliepen.
Nahnya en haar halfbroer stuwden het
vlot zóó ver in het water, tot het nog slechts
met de uiteinden der balken op de steenen
lag. Charley hield het tegen, dat het niet
zou afdrijven, terwijl Nahnya, knielend op
de balken, het pak stevig aan een dwarshout
bevestigde. Toen ze hiermee klaar was,
Ingezonden mededeellng.
Heldersche Meubeltransportonderneming
BehangerlJSpoorstraat 49. SleeperljSpulstraat 8.
Door het gebruik van groote wègens en vakkundig
personeelhet meest aangewezen en tevens
het goedkoopste adres ter plaatse.
Eischt vlugge en nette bediening.
troon genoemd prins Cyrill van Coburg, de
tweede zoon van Ferdinand van Bulgarije,
die op een landgoed nabij Weenen vertoeft.
Hij spreekt voortreffelijk Hongaarsch en
zal zich volgens het gerucht met een Engel
sche verloven.
VEREENIGDE STATEN.
De vloot.
Het ministerie van marine heeft in over
eenstemming met Daniels zich verklaard
voor een program volgens hetwelk de Ame-
rikaansche vloot in 1925 Voor geen andere
vloot ter wereld zal behoeven onder te doen,
tenzij bij internationale overeenkomst een
internationale beperking van de bewapening
tot stand komt of zulks geschiedt krachtens
de bepalingen van den Volkenbond.
Het ministerie zegt: nu wij besloten heb
ben een koopvaardijvloot te bouwen onze
nationale belangen en. hulpbronnen waardig,
moeten wij ook een oorlogsvloot bouwen in
staat.de noodige ondersteuning te verleenen.
ITALIË.
Flume.
Volgens een telegram uit Milaan aan het
Parijsche blad zijn ernstige geschillen ont
staan tusschen de volgelingen van d'An-
nunzio. N
Majoor Reina heeft den laatsten tijd her
haaldelijk bij d'Annunzio aangedrongen op
een minnelijke schikking, waarop zijn arres
tatie is gevolgd.
De algemeene indruk in bevoegde kringen
is, dat de toestand te Fiume wel spoedig'
weer normaal zal zijn.
Uit het Politierapport,
Procesverbaal is opgemaakt tegen den
werkman A. B., die jongstleden Zondagavond
een glasruit in een der toegangsdeuren van
Casino insloeg. Eveneens tegen een inwoner
van Anna Paulowna, die des avonds, terwijl
hij alhier in een café zat, zijn rijwiel daar
voor onbeheerd op de straat liet staan. Die
zelfde man werd een half uur later bekeurd,
wegens rijwielrijden zonder licht.
Nadat vanwege de gasfabriek kennis was
gegeven, dat er eenige avonden achtereen
steenkool van het terrein der fabriek was
ontvreemd, werd dit onder bijzondere politie
bewaking gesteld en werden al spoedig ten
omstreeks 8 ure 's avonds de bekende jon
gens van der V. en van der M. op heeterdaad
op het stelen van pl.m. 30 K.G. steenkool
betrapt, die zij zich na overklimming op de
fabriek hadden toegeëigend.
Deze hoeveelheid werd in beslag genomen
en de jongens werden voor het onderzoek
aan het bureau aan de Zuidstraat in bewaring
gesteld. Het bleek, dat zij de de vorige avon
den ontvreemde steenkool aan bewoners van
de Stakman Bossestraat hadden verkocht.
In den nacht van 4 op 5 dezer werden ten
nadeele van een landbouwer in Koegras 15
kippen ontvreemd.
Jongstleden Zaterdagavond, ten omstreeks
6.30 ure, gaf een bewoner van den Dijkweg
kennis, dat er aan den Zeedijk, achter het
Postkantoor, een mijn was aangespoeld. Aan
twee agenten van politie, die een onderzoek
instelden, bleek het, dat geen mijn, maar
een zak of drijver van een vischnet langs de
steenglooiing dreef. De militaire autoritei
ten, die reeds gewaarschuwd waren, werden
met den uitslag van het onderzoek in kennis
sprong ze weer op den oever, en een druk
kende stilte kwam over het drietal. Ralph
wachtte apathisch op eenig bevel, maar er
kwam niets. Zelfs Nahnya scheen verlegen,
en.niet te weten, wat zij doen moest: zij
had Ralph den rug toegewend; Charley lag
nog steeds op z'n knieën en hield het vlot
vast.
Ralph's geest was te zeer met smartelijke
gevoelens vervuld, dan dat de beteekenis
van deze toebereidselen tot hém doordrong.
Van het eerste oogenblik had hij zich ge
wend alle beschikkingen betreffende de reis
aan Nahnya over te laten, en op wat zjj
deden, sloeg hij betrekkelijk weinig acht.
Hij was het, die de stilte verbrak.
„Dat kleine ding kan nooit sterk genoeg
zijn, om ons drieën te dragen," zeidehij
lusteloos.
„Toch well" meende Charley grijnzend.
Nahnya zeide niets. Zij hield het hoofd van
Ralph afgekeerd, en later herinnerde Ralph
zich, dat de knokkels harer vingers wit wa
ren, zoo sterk klemde zij de handen opeen.
Hij stapte op het vlot om de draagkracht
er van te beproeven. Op hetzelfde oogenblik
duwde Charley het met ée kracht van zijn
rug vooruit, den stroom n. Toen begreep
Ralph. Snel wendde hij zich om. Een felle
smart doorvlijmde zijn borst.
„Nahnya 1" riep hij, in wild, wanhopig
verwijt.
(Wordt vervolgd).