HELDERSCHE COURANT De verborgen Vallei NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. PROGRESSIEVE GASPRIJS. Jb. HARJER en Zn. VERHUIZINGEN. No. 5185 ZATERDAG 27 DECEMBER 1919 47e JAARGANG ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING: Heldcrsche Ct. per 3 mnd. f 1.20. franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40 Zondagsblad 0.50, 0.60. 1.05 Modeblad 0.95, 1.05. 1.30 Losse nummers der Courant 3 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: C. DE BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 ADVERTENTIE N. 20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolorabr. als redactioneele tekst) 60 ct. Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct.. elke regel meer J0 ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p advert. extra). Bew.-exempl. 3l/s ct. Adv. op bep. aangew pl. worden 25 °/0 hooger berekend. B. en W. onzer gemeente hebben voer het volgend jaar een surprise klaar, naar zij in het voorwoord der begrooting voor 1920 me- dedee-len, in den vorm van een gasprijs, be rekend naar het inkomen. Een novum, voorzoover wij weten, in Ne derland en hopelijk gedoemd, het te blijven. Indien althans de Raad niet wijzer dan het College is, en het ding tijdig onder den tafel werkt. Waar het eigenlijk behoort. Als wij ons wel herinneren, is een progres sieve gasprijsregeling (waarom alleen gas- on geen water- en reinigingstarieven?) een der punten van het program, waarop de link- sche raadsmeerderheid het gemeentelijk be stuur aanvaardde. En is het het eersfee en tot nog tfle eenige punt, hetwelk tot uitvoering komt. Vaudaar, dat men misschien heeft ge meend, er .niet van af te kunnen, omdat de heelo gemeente op de zegeningen van zulk oen regeling zit te wachten. Wij gelooven echter, dat het niet erg zou zijn geweest, indien het als laatste punt van het urgentieprogram beschouwd ware. In den tijd, dat andere, veel urgenter pun ten waren uitgevoerd, had naarstig gestu deerd kunnen worden en zou er allicht in dien tijd zooveel helderheid zijn gekomen, dat men bij nader inzien, even gemeenschap pelijk dit punt van het gemeenschappelijk program meende te moeten ofvoeren, als men het er op had gezet. Het is in dezen Raad, bij de behandeling der gasprijsregeling wel eens meer gezegd, bedrijfstarievenleeïiienzichiniet voor progressie. Afgescheiden van het aangekondigde voor stel, hetwelk alles is behalve progressief, en een goed stelsel feitelijk nergens is te ma ken, het object zelf is absoluut ongeschikt, om het naar het Termogen of inkomen te gaan regelen. Wij kunnen ona voorstellen, dat een gas prijs zóó hoog ia, dat sommige inkomens niet in staat zijn, haar op te brengen. In dat ge- vol is een der voordeelea der gemeentelijke exploitatie, die op voorziening in behoefte en niet op winst is gericht, dat zoodanige ge zinnen kunnen werden tegemoet gekomen. Maar dit geschiede dan door toeslag uit de gemeentekas, die gevuld wordt door belas ting, welke belasting progressief moet zijn. Jn een tijd van gasrantsoeneering kunnen wij eraisn komen, dat boven zeker verbruik hoogere prijzen worden bepaald, om het ge bruik te beperken. Dit stelsel heeft ons door de miserabele tijden, die achter ons liggen, heen geholpen. Ook kunnen wij billijken, dat aan elk gezin, rekening houdende vooral met het aantal g e- zinsleden, tegen zekere prijs een bepaald minimum wordt Terstrekt en dat men alle verbruik daarboven als weelde en dus duur der laat betalen. Maar dan voor allen. Zoo iets, doch nog gebrekkig, heeft Amsterdam pas ingevoerd. Maar wij achten een regeling, waarbij men beneden zeker inkomen een lagere prijs voor hetzelfde product betaalt, dat door hoogere inkomens duurder moet worden gekocht, om de zg^k weer gelijk te maken, onzin. Men vergete niet, dat de gemeente op deze wijze misbruik maakt van baar maebt als monopolist en dat, zou een particuliere maat schappij hetzelfde wagen, om 't hardst juist om gcmcenteTexploitatlü zou worden ge roepen. Als de overheid bedrijven exploi teert, dient het publiek beschermd te zijn tegen allerlei geliefhebber met de tarieven. Belasting dient progressief te zijn, een dergelijke heffing, bedoeld voor de instand houding der publieke zaak, is een verplich ting, die voor hooge inkomens zwaarder weegt dan voor de lage. Maai? de gas- of andere bedrijfstarieven FEUILLETON. Door HULBERT FOOTNER. als belasting te laten werken, is volkomen ontoelaatbaar en zou bijna een reden worden, het te betreuren, dat deze tarieven niet val len onder de Rechten en Loonen van art. 238 Gemeentewet en dus aan hoogere goedkeu ring onderworpen zijn, zooals de Regeering in 1897 voorstelde, doch door de Tweede Ka mer met een beroep op het zelfstandige ka rakter der gemeente als exploitant van Ge meentebedrijven, werd verworpen. Wij zijn het geheel eens, met wat een zekere K>' in „De Gemeentestem" No. 3448 (27e jaarg. Nov. '17) zegt: „bij de samenstelling van tarieven bg bedrijven mag de draagkracht der afne mers geen maatstaf zijn. Bovendien wordt daardoor de theorie, dat do ge meente uit haar bedrijven geen winst mag halen, nog meer in het gedrang ge bracht. De waarde van het product al leen zij grondslag voor de prijsbereke ning, anders voert men een vermomde belasting inenzonderdatderege- len voor belastingheffing worden nageleefd. De winst op 't bedrijf wordt dan ge bruikt, om de belasting laag te houden.'' Dit alles is volkomen juist en wie zich herinnert, jhoe vurig -hier vroeger in den Raad is gestreden voor taxieven, die niet of weinig winst maakten, om zoodoende met 't stelsel van laaghouden der belasting te breken, hetgeen altijd voor de lage en middelinkomens het nadee- ligst was, zal zich met ons verbazen, dat B. en W. nu met een voorstel komen, als het hier besprokene. Want waar komt het op neer? Dat allen beneden 2000.inkomen voor hun gas zul len betalen een zeker bedrag; doch in elk ge val de kostprijs. Die kostprijs is nu eenmaal hoog, zooals alles, zeer natuurlijk, den laat- sten tijd duur is. De kostprijs dus. Maar om welke reden moeten de rijkaards van 2000.— en hooger nu een cent of zes per kubieke Meter meer voor bun gas betalen? Verlichten zij daar mee de lage inkomens? Geen sprake van. Want deze betalen hun gas geen cent la ger dan noodig is voor het bedrijf. De eenige reden is dus deze, dat ieder boven 2000.meè moet helpen, de 35.000.winst, die B. en W. op 't bedrijf ramen, bij elkaar te brengen. We zijn dus weêr even ver, als in 1915, toen het Raadslid Miohels tegen dit stelsel bij de begrooting zoo toornde. Ook nu wordt 35.000.opgebracht, maar niet met belasting, doch met tarieven, waar in elke progressie ontbreekt. Al noemt men dit stelsel dan ook heb pro gressieve tariefMen heeft natuurlijk een volledig progressief tarief, waarbij men evenveel klassen zou moeten hebben, als bij de belasting, niet kunnen invoeren. Hot zou tienmaal meer aan administratie kosten dan 't kan inbrengen. Maar als dat niet kan, is elk ander stelsel ook fout en dus veroordeeld. Indien B. en W. die 35.000.winst persé wilden hebben en dit door een uniforme gas prijs willen behalen, dan zou die denkelijk niet veel hooger dan 1 ct. boven kostprijs behoeven te zijn. De inkomens boven ƒ2000.waarbij die geheele breede massa van ƒ2000.tot «000.die aan alle kanten geplukt wordt zonder op eenigerlei wijze te profiteeren, be talen dus 0 ct. meer, om de lagere inkomens hoogstens 1 ct. ie verlichten. Wg hopen niet, dab er veel medestanders zijn van iemand, die wij dit stelsel aldus hoorden verdedigen, dat men vooral móet let ten op het verschil tusschen die twee prijzen. Want waarom dan de vermogenden geen 1.en de arbeiders b.v. 30 ct. voor een meter gas te laten betalen? Dan is 'b verschil nog grooter. Als dat 't eind van alle wijsheid is, dat men maar goed moot zorgen voor exorbi tante verschillen, dan ia er nog het een én ander te wachten. 32) „Geef mij vijfhonderd dollar, dat ik hem kan volgen, wanneer hij terug gaat.** Tot zijn onuitsprekelijke verlichting lachte de ander hem niet in zijn gezicht uit. „Weet je dan, dat hg teruggaat?" vroeg hij slechts. „Hij heeft een opvouwbare kano van zeil doek gekocht," haastte Staek zich te argu menteeren, „een geweer, een revolver en een kamptent. Hij heeft een kaartje genomen naar Yewcroft, en een bed gereserveerd in den nachttrein van morgen." „Hml wat heeft hij met die tweeduizend dollar uitgevoerd?" „Die heeft hij uitgegeven voor een hals snoer, een smaragdhanger, heb mooiste ju weel uit de heele stad." „Een vrouw in het spel dus? Ben Je niet bang voor je hachje onder die ruwe kerels?" „Hij Is een aardige, netto jonge man,11 zoido Stack. „Ik zal me wel bij hem aange naam wéten te maken.. Voor we in Fort Ed- ward komen, zijn we de beste vrienden." „Waarom kom je nu juist bij mij?" vroeg do geldman met een- zijdelingschen blik. De kleine man kroop bijna voor hem, en antwoordde fleemend: „Ik dacht zoo, wij beiden hebben toch wel meer eens een zaakje samen opgeknapt." En schuw vervolgde hij zoetsappig: „Ik heb je vroeger toch wel eens oen dieust bewezen. Nu heb ik een gelegen heid om mijzelf er boven op te helpen, en ik dacht dat jjj nu misschien wel „Wat laat je mij?" „De helft. Ik draag alle risico." Ralph had niet het flauwste idee, dat er iemand in de stad was, die in zijn aangele genheden belang zou stellen, on of hij in den loop der twee dage>, welke hij daar door bracht, wel een enkel maal achterom keek, is nog de vraag. Eerst toen hij zijn plaats innam in den vrachtwagen te Yewcroft merkte h# den kleinen, muiskleurigen man op, met het vrijpostige glimlachje. Ralph kreeg geen bijzonder gunstigen indruk van hem, maar hg moest iemand hebben om eens mee te kunnen praten op de vier dagen lange reis naar Lecky's Creek. Van de an dere passagiers een promotor met zijn opzichtige vrouw, on nog een andere opge prikte alleenreizende dame, een branieachtig jongmensch, en een drankgeuren uitwase mende mijnwerker was er geen enkele naar zijn smaak. Bij de eerste halteplaats wisselden zjj de eerste woorden van kennismaking. Stack had er belang bij deze voort te zet ten. Ralph, buiten zichzelf van blijdschap, dat de stad nu achter hem lag, en de reis thans eindelijk noordwaarts ging, daarheen waar zijn hart en zijn gedachten: waren, voelde een dringende behoefte zijn gemoed bjj iemand uit te storten. Toen de wagen voortging, kwam Stack naast hem zitten. „Mooi is het hier," begon deze. Dat brak bij Ralph het ijs. „Mooi!" riep hij uit. „Het is een paradijsl En hoe verder je van de stad af komt, hoe heerlijker het wordt! De lucht wordt zuiverder, de men- schen worden eerlijker! In de wouden staat een man tegenover feiten. Ik kan niet begrij- Elk progressief stelsel van bedrijfstarieven is fout o. i., maar wat ons hier wordt toege zegd, is een karikatuur' van progressie en yertoont alle gebreken uit den tijd, toen men met te hooge tarieven de gemeentekas vulde, omdat men 't niet uit de belasting durfde halen. Interessante berekeningen zouden zijn to maken van do prachtige gevolgen van dit tarief naar ieders inkomen; doch we geloo- ren ook zonder dat wel te hebben aangetoond, (fat als dit voorstel wet wordt een zeer onbillijke heffing is ingesteld. We hopen, dat de Raad het zal verwerpen, nog liever, dat B. en W. het bjj de aankondiging laten. M. Helder, 20/'12 '19. Spoorwegvervoer en stations In Noord-Holland. In de Tweede Kamer heeft de heer Van de Bilt bij de behandeling der begrooting van Waterstaat de hierboven genoemde onderwerpen ter sprake gebracht. Hij her innerde er aan, dat hij indertijd tot den Mi nister heeft daarop geantwoord, dat bij het kend was, dat er gebrek was aan vervoer- materiaal in het Noorden van Noord-Holland, met name in de streek nabij Hoorn. De Mi nister heeftf daarop geantwoord, dat bij het tegenwoordige gebrek aan materieel daarin moeilijk kon worden voorzien, maar dat Zijn Excellentie aan deze zaak zijn aandacht zou schenken. De beer v. d. Bilt merkte op, dat dan ook sindsdien eenige yerbetering is ingetreden, maar toch moeten de tuinders soms dagen wachten eer zij hun groenten kunnen ^er voeren of aangekomen materieel kunnen lossen. Spr. wees den Minister er nogmaals op, dat spoed voor do tuinders noodzakelijk is, omdat de groenten aan bederf onderhevig zijn en gevaar loopen bij niet tijdige verzen ding al te zeer te lijden. Het tuindersbedrijf heeft bovendien nog met andere moeilijk heden te kampen, zooals de hooge vervoer kosten. Zoo kost b.v. de onontbeerlijke mest, wanneer zjj in Dordt wordt gekocht, 60 per wagon, maar voor vervoerkosten komt er nog eens 60 bij. Is aast die hooge kosten niets te doen? Wat de stations beueft Is Noord-Holland stiefmoederlijk bedeeld. Het station Zaandam zal worden verbeterd, en verbetering van het station Scbagen zegt de Minister toe. De heer v. cL Bilt vestigde nog de aandacht op het station Hoorn. De toestand daar is onhoudbaar. Op dit knooppunt van 4 spoor wegen vindt nies niet één verhoogd perron. Des avonds b.v. komen binnen enkele minu ten vier verschillende treinen binnen, die naast on achter elkander moeten worden ge plaatst. Het uitstappen is levensgevaarRjk, ook omdat de passagiers meermalen struike len hi de seindraden. Aas den oostkant heeft het station geen uitzicht, omdat de lijn daar een bocht maakt, zoodat men de treinen uit Friesland en uit Medemblik niet kan zien aankomen. De losplaats is aangebracht aan den overweg, aan den anderen kant van het stadsgedeelte, zoodat daar de voertuigen meermalen geruimen tijd moeten wachten. Ook de in de Memorie van Toelichting toe gezegde verbetering van het Iosemplacement te Helder is, naar de heer v. d. Bilt opmerkte, dringend noodig. Deze plaats van ruim 30.000 zielen is als garnizoensplaats en als aanvoerplaats voor de marine van veel be- teekenis. Er iB niet eens een weegbrug; wil men iets wegen, dan moet men naar Schagen, Aan het oude stationsterrein, dicht bij het bassin, de voormalige losplaats van de oude Suezbooten, in 1870, die later opgebroken is, is een soort losterrein. Door de marine-autoriteiten is indertijd aangevraagd, om daar eenige verbetering aan te brengen, opdat daar kanonnen zouden kunnen worden gelost, maar de H.S. M. is niet van plan di© verbetering aan te bren gen, tenzij de marine het zelf betaalt. Wil pen hoe een jonge kerel met merg in zijn body er voldoening in kan vinden, door het stadsslijk rond tormenteren!" Stack moedigde hem aan om zich uit te spreken. Ralph s enthousiasme was zoo alge meen mogelijk. Sfack deed geen poging om het gesprek in een bepaalde richting te lei den, uitgaande vah de overweging, dat hij allen tijd had. Den eersten dag vermeed hij alles, wat ook maar het geringste verband hield met hetgeen hij wenschte te weten. Den tweeden dag begon Ralph op zijn plaats onrustig heen en weer te schuiven. „Goeie hemel, wat eéh vervelend lang eind!" mopperde hij. „Je wordt stijf van het zitten! Neen, dan liever in een kano!" „Hebt u de reis misschien reeds eerder gemaakt?" zeide Stack beleefd belangstel- stellend. „Begin Mei bon ik hiea al geweest/* ant woordde Ralph. Stack dacht: „Twee duizend dollar in twee maanden! Die heeft een slag geslagen!" Hardop zei hij: „U gaat zeker ook naar Fort Edward, net als wij allemaal?" „Ja, daar ben ik thuis." Stack sprak gewichtig oven de grondspe- culaties in Fort Edward, waarin hij voorgaf zich te willen interesseeren. „Niets gedaan," oordeelde Ralph. „Een onderneming van niéts." Stack wees op de winsten, die de stad voor de bevolking zou afwerpen, wanneer zij er eenmaal was. Ralph hoorde hem aan met wassend onge duld. „Waarom moet er nu eigenlijk weer een stad worden gebouwd?* vroeg hij. „Zijn de rivieren al niet genoeg door steden be dorven?" Stac]c haalde, met een ontwijkend gebaar, men nu met fatsoen een kanon lossen, dan moet dat gebeuren in Alkmaar! Dat is toch wel wat al te erg! De heer v. d. Bilt besloet met deze zaak nog eens in het bijzonder onder de aandacht van den Minister te brengen. In antwoord op deze opmerking zeide Minister König: De heer van de Bilt heeft gewezen op het groote gebrek aan materieel en daarvan voorbeelden aangehaald. Ik erken dat gaarne en ook do spoorwegmaatschappijen erken nen dat, maar men moet niet vergeten, dat de toestanden heel anders zijn dan vóór den oorlog. Terwijl vóór den oorlog de Duitsche steenkool met Duitsche wagens naar Neder land werd gebracht, moet ze nu door Neder- landsche wagens en locomotieven met Neder- landsch personeel uit Duitschland worden gehaald en bovendien loopen er in Duitsch land Nederlandsche wagens om de kolen van de mijnen naar de laadplaats aan de rivier te brengen. Die toestand is te betreuren, maar er is niets aan te doen. De maatschap pijen laten zooveel mogelijk wagens aanma ken en wij moeten maar hopen, dat de toe stand spoedig zal beter worden. Naar den toestand van de stations te Hoorn en den Helder zal ik een onderzoek laten in stellen. De maritieme verdediging van Indië. Over bovenstaand onderwerp had de cor respondent van het „HbL" te Londen ook nog een onderhoud met den heer Pollen, een pionier voor de invoering van centrale vuur leiding op slagschepen en een bekend criti cus in marinezaken, die de vloottactieh van admiraal Beatty verklaard heeft en de schrij ver is van het boek „The navy in battle". Hij vroeg hem naar zijn meening omtrent de beste wijze van verdediging van onzen Ar chipel en seint daaromtrent het volgende: „Pollen verwerpt het denkbeeld van Lord Fisher, dat een toekomstige oorlog ter zee onder de oppervlakte van het water en in de lucht moet gestreden worden door onderzeebooten en vliegtuigen en lichte kruisers dus. Deze alleen zijn waardeloos dat is de les van den laatsten oorlog. Geen slagschip is door een hydroplaan geraakt, het landen van do Britsche en Amcrikaan- sche millioenenlegers is nergens verhinderd door onderzeebooten. Licht© kruisers zijn waardeloos als depotschepen .en hebben als verkenningsschepen alleen waarde als er een slagschepen-vloot op zee achter hen is, waarvoor verkend moet worden. „Daarom zijn die gevechtseenheden alleen bruikbaar voor zeeroof en rooftochten en om er in te vluchten. Nooit ora er den Archipel mede te verdedigen, wat alleen kan geschie den door den aanvaller aan "te vallen en te vernietigen, door een vloot van slagschepen sterker dan die van den aanvaller. „Het is alles uitsluitend een kwestie van macht, van kanonnen, van geschiktheid en durf in de toekomst zoowel als in het ver leden. De Nederlanders moesten zich door hun verleden laten bezielen als zij den O.-L Archipel wenschen te behouden en moeten daarom een sterkere vloot bouwen dan zegge een land als Japan, dat per hoofd der bevol king 42 maal zoo arm is als Nederland. En anders moet het met Engeland tot overeen stemming trachton te komen, want de Engel- sche en Nederlandsche belangen in Indië loopen paralleL Maar alle geld voor iets an ders dan slagschepen uitgegeven, ia wegge gooid geld," Bg deze mededeelingen teekent het „HbV' aan: Een opmerking. W$ zien in onderzeeërs, vliegtuigen en mijnvelden vooral verdedi gende wapenen. De Engelsche en Fransche slagvloten waren te samen zeer vele malen sterker dan de Duitsche. Maar de verdedi ging van de Duitsche zeeën, van den „natten driehoek", was zoodanig, dat de Engelschen aan geen aanval konden denken, de Duitsche de schouders op, en mompride iets van „vooruitgang". „Och wat! vooruitgang!" riep Ralph drif tig. „We gaan wel vooruit, maar in de ver keerde richting." „Ik zou zelf wel eens wat van die terreinen willen bezichtigen," zeide Stack, „maar ik geloof niet, dat iemand, die zoo onervaren is als ik, er zonder hulp het rechte van be grijpen zal. Als ik maar iemand kon vinden, die mij den weg wilde wijzen." Ralph verkoos niet te bijten. „Die Egn er genoeg," antwoordde hg ontwijkend. „Wat is de beste weg voorbij Fort Ed ward?" vroeg Stack, blijkbaar zonder be doeling. „Er zijn drie hoofd-routes," zeide Ralph. „De Boardman op naar het Stukely-dal; noordwaarts over de heuvels naar het gebied van het Campbell-raeer, of naar het oosten, de Campbell-rivier op." „Hoe ia de.streek om het meer?" vroeg Stack. „Daar bert ik nooit geweest. Naar wat ik er van gehoord heb, schijnt er veel hout te zijn." „In de stad wordt veel gesproken over de gouddelvingen in het Stukely-dal. Dat gebied zal nu wel. geheel afgewerkt zijn." _,Ik zou het u niet kunnen zeggen," ant woordde Ralph onverschillig. „Hoe kan men de Campbell-rivier opko men?" begeerde Stack te weten. Ondanks zichzelf, kon Ralph niet beletten, dat er in zijn stem iets trilde toen hij ant woordde: „Er gaat nu en dan een klein stoombootje naar Gisborne, waar de waterverbinding on derbroken is, en de goederen worden over geladen om verder over land te worden v^- Ingezonden mededeeifng. Heldersche Meubeltransportonderneming BehangerljSpoorstraat 4fl. SleeperljSpuistraat 8. Door het gebruik van groote wagens en vakkundig personeelhet meest aangewezen en tevens het goedkoopste adres ter plaatse. Eischt vlugge en nette bediening. vloot-centra en duikbootencentra niet naderen konden. En verder: Wat de heer Pollen aanprijst, wordt door onze volksvertegenwoordiging in elk geval afgekeurd en is door geen enkel marineman als een mogelijke oplossing naar voren ge bracht. En ook in bet systeem van den heer Pollen passen de op stapel staande kruisers niet. De „Handelsblad"-correspondent te *B e r- 1 ij n had over de kwestie van het al of niet afbouwen der kruisers een onderhoud mot den kapitein ter zee Bartenbach, de erkend beste specialist der Duitsche marine wal het wapen der duikbooten betreft. Niet alleen was bij gedurende den oorlog belast met den aanbouw van duikbooten voor de geheele Duitsche marine, bovendien kan hij bogen op een uitnemende practischo geoefendheid, daar hjj tot het einde van den oorlog belast was met de leiding van alle Duitsche duik- bootstations in Vlaanderen en dus practisch do man is geweest, die den duikbootoorlog voor de centrale mogendheden in het westen heelt gevoerd. Teneinde kapitein Bartenbach volkomen op de hoogte te brengen van het standpunt van een groot deel onzer marine-officieren, en de „Sumatra", legde de correspondent hem een Duitsche vertaling voor van het referaat, door luitenant ter zee le klasse A. van Hengel, leeraar aan de Hoogere Krijgs school, als inleider in de vergadering van 96 marine-officieren op 4 Dec. 1.1. in Den Helder gehouden. Uit het hier volgende oordeel van Barten bach blijkt, dat deze geheel aan de zijde van den heer Van Hengel staat. Hij gaf mij zijn oordeel als volgt weder: lo. Er kan geen sprake van zijn voor de verdediging van Nederlandsch-Indië een legermacht op te bouwen, in staat op den duur de verovering van dit eilandenrijk door een groote mogendheid definitief te verhin deren. Men kan er slechts naar streven deze verovering voor den vijand tot een zoo kost bare onderneming te maken, dat zij voor den tegenstander geen voordeel meer biedt of dat hij tegen andere verplichtingen niet in staat is de hiervoor benoodigde uitgaven te doen. Voorwaarde hiertoe is de vaste wil de verdediging onder alle omstandigehden vol te houden. 2o. De opvatting, die uit de inleiding van kapitein Van Hengel spreekt, houd ik voor de juiste. Het zou verkeerd zijn de verdedi ging van Indië slechts uit onderzeebooten en torpedobootjagers op te bouwen. Met onder zeeërs alleen zou Duitschland den oorlog nooit hebben kunnen voeren. Voor een ver dedigingssysteem zijn nog andere oorlogs schepen noodig. Anders legt de vijand reeds spoedig met weinig middelen de duikbooten in haar havens vast. Ook de Belgische kust is slechts door den indirecten druk, dien onze hoogzeevloot op Engeland uitoefende, zoover vrijgehouden, dat de duikbooten in- en uitloopen konden... De Engelschen wa ren genoodzaakt hun hoofdmacht bijeen te houden. 8o. Landingen kunnen door de langzame onderzeebooten niet worden verhinderd, vooral niet in dit uitgestrekte gebied. Zij kunnen den tegenstander, die de troepen verzorgen moet, echter belangrijke schade berokkenen en hem tot een grootsch aange voerd het bootje gaat ook nog verder, wanneer er passagiers zijn." Ofschoon do verandering van Ralph's stem nauwelijks merkbaar was, ontging zij Stack's opmerkzaamheid niet. „Gisborne?" herhaalde hij. „Waar gaat die weg over land dan heen?" „Die verbindt de Campbell-rivier met het Hoeden-meer," zei Ralph met glanzende oogen. „Afa!" dacht Stack. „We schijnen in de buurt te komen." Hij wisselde onmiddeüjk van onderwerp, en vermeed in den verderen loop van don dag, er nog op terug to komou. Den volgenden dag echter bracht hij het gesprek, onmerkbaar geleidelijk, op land kaarten. Ralph, die zich van alle soorten kaarten, welke hij maar bemachtigen kon, een exemplaar had aangeschaft, kon daar omtrent alles vertellen, wat Stack maar wenschto. „Ik heb een kaart van Noord-Carlboo, die Broeder Ambrosius, de zendeling, heeft ont worpen," zeide Stack. „Kent u die?" „Daar heb ik een afdruk van," antwoordde Ralph. „Ik heb haar gisteravond nog eens opge slagen, om het OYerlaadstation Gisborne en het Hoeden-meer te zoeken," ging Stack voort. „Dat kleine meer schijnt een van de bronnen van de Groote Geest-rivier. Zou het mogelijk zijn al die kleine meertjes en rivie ren te volgen tot den hoofdstroom?" „Dat zal u aan iemand moeten vragen, die in die streek beter bekend is dan ik," zeide Ralph. Hij kon slecht huichelen. Het ontwij kende in den toon van Ralph's antwoord ontging den kleinen man niet. Hij stapte van het onderwerp af. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1