HELDERSCHE COURANT
De verborgen Vallei
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
PROGRESSIEVE GASPRIJS.
Jb. HARJER en Zn.
VERHUIZINGEN.
No. 5185
ZATERDAG 27 DECEMBER 1919
47e JAARGANG
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldcrsche Ct. per 3 mnd. f 1.20. franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.50, 0.60. 1.05
Modeblad 0.95, 1.05. 1.30
Losse nummers der Courant 3 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: C. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
ADVERTENTIE N.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolorabr. als redactioneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct.. elke regel meer J0
ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p advert. extra).
Bew.-exempl. 3l/s ct. Adv. op bep. aangew pl. worden 25 °/0 hooger berekend.
B. en W. onzer gemeente hebben voer het
volgend jaar een surprise klaar, naar zij in
het voorwoord der begrooting voor 1920 me-
dedee-len, in den vorm van een gasprijs, be
rekend naar het inkomen.
Een novum, voorzoover wij weten, in Ne
derland en hopelijk gedoemd, het te blijven.
Indien althans de Raad niet wijzer dan het
College is, en het ding tijdig onder den tafel
werkt. Waar het eigenlijk behoort.
Als wij ons wel herinneren, is een progres
sieve gasprijsregeling (waarom alleen gas-
on geen water- en reinigingstarieven?) een
der punten van het program, waarop de link-
sche raadsmeerderheid het gemeentelijk be
stuur aanvaardde.
En is het het eersfee en tot nog tfle eenige
punt, hetwelk tot uitvoering komt.
Vaudaar, dat men misschien heeft ge
meend, er .niet van af te kunnen, omdat de
heelo gemeente op de zegeningen van zulk
oen regeling zit te wachten.
Wij gelooven echter, dat het niet erg zou
zijn geweest, indien het als laatste punt van
het urgentieprogram beschouwd ware.
In den tijd, dat andere, veel urgenter pun
ten waren uitgevoerd, had naarstig gestu
deerd kunnen worden en zou er allicht in
dien tijd zooveel helderheid zijn gekomen,
dat men bij nader inzien, even gemeenschap
pelijk dit punt van het gemeenschappelijk
program meende te moeten ofvoeren, als
men het er op had gezet.
Het is in dezen Raad, bij de behandeling
der gasprijsregeling wel eens meer gezegd,
bedrijfstarievenleeïiienzichiniet
voor progressie.
Afgescheiden van het aangekondigde voor
stel, hetwelk alles is behalve progressief, en
een goed stelsel feitelijk nergens is te ma
ken, het object zelf is absoluut ongeschikt,
om het naar het Termogen of inkomen te
gaan regelen.
Wij kunnen ona voorstellen, dat een gas
prijs zóó hoog ia, dat sommige inkomens niet
in staat zijn, haar op te brengen. In dat ge-
vol is een der voordeelea der gemeentelijke
exploitatie, die op voorziening in behoefte en
niet op winst is gericht, dat zoodanige ge
zinnen kunnen werden tegemoet gekomen.
Maar dit geschiede dan door toeslag uit de
gemeentekas, die gevuld wordt door belas
ting, welke belasting progressief moet zijn.
Jn een tijd van gasrantsoeneering kunnen
wij eraisn komen, dat boven zeker verbruik
hoogere prijzen worden bepaald, om het ge
bruik te beperken.
Dit stelsel heeft ons door de miserabele
tijden, die achter ons liggen, heen geholpen.
Ook kunnen wij billijken, dat aan elk gezin,
rekening houdende vooral met het aantal g e-
zinsleden, tegen zekere prijs een bepaald
minimum wordt Terstrekt en dat men alle
verbruik daarboven als weelde en dus duur
der laat betalen. Maar dan voor allen. Zoo
iets, doch nog gebrekkig, heeft Amsterdam
pas ingevoerd.
Maar wij achten een regeling, waarbij men
beneden zeker inkomen een lagere prijs voor
hetzelfde product betaalt, dat door hoogere
inkomens duurder moet worden gekocht, om
de zg^k weer gelijk te maken, onzin.
Men vergete niet, dat de gemeente op deze
wijze misbruik maakt van baar maebt als
monopolist en dat, zou een particuliere maat
schappij hetzelfde wagen, om 't hardst juist
om gcmcenteTexploitatlü zou worden ge
roepen. Als de overheid bedrijven exploi
teert, dient het publiek beschermd te zijn
tegen allerlei geliefhebber met de tarieven.
Belasting dient progressief te zijn, een
dergelijke heffing, bedoeld voor de instand
houding der publieke zaak, is een verplich
ting, die voor hooge inkomens zwaarder
weegt dan voor de lage.
Maai? de gas- of andere bedrijfstarieven
FEUILLETON.
Door
HULBERT FOOTNER.
als belasting te laten werken, is volkomen
ontoelaatbaar en zou bijna een reden worden,
het te betreuren, dat deze tarieven niet val
len onder de Rechten en Loonen van art. 238
Gemeentewet en dus aan hoogere goedkeu
ring onderworpen zijn, zooals de Regeering
in 1897 voorstelde, doch door de Tweede Ka
mer met een beroep op het zelfstandige ka
rakter der gemeente als exploitant van Ge
meentebedrijven, werd verworpen.
Wij zijn het geheel eens, met wat een
zekere K>' in „De Gemeentestem" No. 3448
(27e jaarg. Nov. '17) zegt:
„bij de samenstelling van tarieven bg
bedrijven mag de draagkracht der afne
mers geen maatstaf zijn. Bovendien
wordt daardoor de theorie, dat do ge
meente uit haar bedrijven geen winst
mag halen, nog meer in het gedrang ge
bracht. De waarde van het product al
leen zij grondslag voor de prijsbereke
ning, anders voert men een vermomde
belasting inenzonderdatderege-
len voor belastingheffing
worden nageleefd.
De winst op 't bedrijf wordt dan ge
bruikt, om de belasting laag te houden.''
Dit alles is volkomen juist en wie zich
herinnert, jhoe vurig -hier vroeger in den
Raad is gestreden voor taxieven, die niet of
weinig winst maakten, om zoodoende
met 't stelsel van laaghouden der
belasting te breken, hetgeen altijd
voor de lage en middelinkomens het nadee-
ligst was, zal zich met ons verbazen, dat B.
en W. nu met een voorstel komen, als het
hier besprokene.
Want waar komt het op neer? Dat allen
beneden 2000.inkomen voor hun gas zul
len betalen een zeker bedrag; doch in elk ge
val de kostprijs. Die kostprijs is nu eenmaal
hoog, zooals alles, zeer natuurlijk, den laat-
sten tijd duur is.
De kostprijs dus. Maar om welke reden
moeten de rijkaards van 2000.— en hooger
nu een cent of zes per kubieke Meter meer
voor bun gas betalen? Verlichten zij daar
mee de lage inkomens? Geen sprake van.
Want deze betalen hun gas geen cent la
ger dan noodig is voor het bedrijf.
De eenige reden is dus deze, dat ieder
boven 2000.meè moet helpen, de
35.000.winst, die B. en W. op 't bedrijf
ramen, bij elkaar te brengen.
We zijn dus weêr even ver, als in 1915,
toen het Raadslid Miohels tegen dit stelsel
bij de begrooting zoo toornde.
Ook nu wordt 35.000.opgebracht, maar
niet met belasting, doch met tarieven, waar
in elke progressie ontbreekt.
Al noemt men dit stelsel dan ook heb pro
gressieve tariefMen heeft natuurlijk
een volledig progressief tarief, waarbij men
evenveel klassen zou moeten hebben, als bij
de belasting, niet kunnen invoeren. Hot zou
tienmaal meer aan administratie kosten dan
't kan inbrengen.
Maar als dat niet kan, is elk ander stelsel
ook fout en dus veroordeeld.
Indien B. en W. die 35.000.winst persé
wilden hebben en dit door een uniforme gas
prijs willen behalen, dan zou die denkelijk
niet veel hooger dan 1 ct. boven kostprijs
behoeven te zijn.
De inkomens boven ƒ2000.waarbij die
geheele breede massa van ƒ2000.tot
«000.die aan alle kanten geplukt wordt
zonder op eenigerlei wijze te profiteeren, be
talen dus 0 ct. meer, om de lagere inkomens
hoogstens 1 ct. ie verlichten.
Wg hopen niet, dab er veel medestanders
zijn van iemand, die wij dit stelsel aldus
hoorden verdedigen, dat men vooral móet let
ten op het verschil tusschen die twee prijzen.
Want waarom dan de vermogenden geen
1.en de arbeiders b.v. 30 ct. voor een
meter gas te laten betalen? Dan is 'b verschil
nog grooter.
Als dat 't eind van alle wijsheid is, dat
men maar goed moot zorgen voor exorbi
tante verschillen, dan ia er nog het een én
ander te wachten.
32)
„Geef mij vijfhonderd dollar, dat ik hem
kan volgen, wanneer hij terug gaat.**
Tot zijn onuitsprekelijke verlichting lachte
de ander hem niet in zijn gezicht uit. „Weet
je dan, dat hg teruggaat?" vroeg hij slechts.
„Hij heeft een opvouwbare kano van zeil
doek gekocht," haastte Staek zich te argu
menteeren, „een geweer, een revolver en een
kamptent. Hij heeft een kaartje genomen
naar Yewcroft, en een bed gereserveerd in
den nachttrein van morgen."
„Hml wat heeft hij met die tweeduizend
dollar uitgevoerd?"
„Die heeft hij uitgegeven voor een hals
snoer, een smaragdhanger, heb mooiste ju
weel uit de heele stad."
„Een vrouw in het spel dus? Ben Je niet
bang voor je hachje onder die ruwe kerels?"
„Hij Is een aardige, netto jonge man,11
zoido Stack. „Ik zal me wel bij hem aange
naam wéten te maken.. Voor we in Fort Ed-
ward komen, zijn we de beste vrienden."
„Waarom kom je nu juist bij mij?" vroeg
do geldman met een- zijdelingschen blik.
De kleine man kroop bijna voor hem, en
antwoordde fleemend: „Ik dacht zoo, wij
beiden hebben toch wel meer eens een zaakje
samen opgeknapt." En schuw vervolgde hij
zoetsappig: „Ik heb je vroeger toch wel eens
oen dieust bewezen. Nu heb ik een gelegen
heid om mijzelf er boven op te helpen, en
ik dacht dat jjj nu misschien wel
„Wat laat je mij?"
„De helft. Ik draag alle risico."
Ralph had niet het flauwste idee, dat er
iemand in de stad was, die in zijn aangele
genheden belang zou stellen, on of hij in den
loop der twee dage>, welke hij daar door
bracht, wel een enkel maal achterom keek,
is nog de vraag. Eerst toen hij zijn plaats
innam in den vrachtwagen te Yewcroft
merkte h# den kleinen, muiskleurigen man
op, met het vrijpostige glimlachje. Ralph
kreeg geen bijzonder gunstigen indruk van
hem, maar hg moest iemand hebben om eens
mee te kunnen praten op de vier dagen
lange reis naar Lecky's Creek. Van de an
dere passagiers een promotor met zijn
opzichtige vrouw, on nog een andere opge
prikte alleenreizende dame, een branieachtig
jongmensch, en een drankgeuren uitwase
mende mijnwerker was er geen enkele
naar zijn smaak.
Bij de eerste halteplaats wisselden zjj de
eerste woorden van kennismaking.
Stack had er belang bij deze voort te zet
ten. Ralph, buiten zichzelf van blijdschap,
dat de stad nu achter hem lag, en de reis
thans eindelijk noordwaarts ging, daarheen
waar zijn hart en zijn gedachten: waren,
voelde een dringende behoefte zijn gemoed
bjj iemand uit te storten. Toen de wagen
voortging, kwam Stack naast hem zitten.
„Mooi is het hier," begon deze.
Dat brak bij Ralph het ijs. „Mooi!" riep
hij uit. „Het is een paradijsl En hoe verder
je van de stad af komt, hoe heerlijker het
wordt! De lucht wordt zuiverder, de men-
schen worden eerlijker! In de wouden staat
een man tegenover feiten. Ik kan niet begrij-
Elk progressief stelsel van bedrijfstarieven
is fout o. i., maar wat ons hier wordt toege
zegd, is een karikatuur' van progressie en
yertoont alle gebreken uit den tijd, toen men
met te hooge tarieven de gemeentekas vulde,
omdat men 't niet uit de belasting durfde
halen.
Interessante berekeningen zouden zijn to
maken van do prachtige gevolgen van dit
tarief naar ieders inkomen; doch we geloo-
ren ook zonder dat wel te hebben aangetoond,
(fat als dit voorstel wet wordt een zeer
onbillijke heffing is ingesteld. We hopen,
dat de Raad het zal verwerpen, nog liever,
dat B. en W. het bjj de aankondiging laten.
M.
Helder, 20/'12 '19.
Spoorwegvervoer en stations In
Noord-Holland.
In de Tweede Kamer heeft de heer Van
de Bilt bij de behandeling der begrooting
van Waterstaat de hierboven genoemde
onderwerpen ter sprake gebracht. Hij her
innerde er aan, dat hij indertijd tot den Mi
nister heeft daarop geantwoord, dat bij het
kend was, dat er gebrek was aan vervoer-
materiaal in het Noorden van Noord-Holland,
met name in de streek nabij Hoorn. De Mi
nister heeftf daarop geantwoord, dat bij het
tegenwoordige gebrek aan materieel daarin
moeilijk kon worden voorzien, maar dat Zijn
Excellentie aan deze zaak zijn aandacht zou
schenken.
De beer v. d. Bilt merkte op, dat dan ook
sindsdien eenige yerbetering is ingetreden,
maar toch moeten de tuinders soms dagen
wachten eer zij hun groenten kunnen ^er
voeren of aangekomen materieel kunnen
lossen. Spr. wees den Minister er nogmaals
op, dat spoed voor do tuinders noodzakelijk
is, omdat de groenten aan bederf onderhevig
zijn en gevaar loopen bij niet tijdige verzen
ding al te zeer te lijden. Het tuindersbedrijf
heeft bovendien nog met andere moeilijk
heden te kampen, zooals de hooge vervoer
kosten. Zoo kost b.v. de onontbeerlijke mest,
wanneer zjj in Dordt wordt gekocht, 60 per
wagon, maar voor vervoerkosten komt er nog
eens 60 bij. Is aast die hooge kosten niets
te doen?
Wat de stations beueft Is Noord-Holland
stiefmoederlijk bedeeld. Het station Zaandam
zal worden verbeterd, en verbetering van het
station Scbagen zegt de Minister toe.
De heer v. cL Bilt vestigde nog de aandacht
op het station Hoorn. De toestand daar is
onhoudbaar. Op dit knooppunt van 4 spoor
wegen vindt nies niet één verhoogd perron.
Des avonds b.v. komen binnen enkele minu
ten vier verschillende treinen binnen, die
naast on achter elkander moeten worden ge
plaatst. Het uitstappen is levensgevaarRjk,
ook omdat de passagiers meermalen struike
len hi de seindraden. Aas den oostkant heeft
het station geen uitzicht, omdat de lijn daar
een bocht maakt, zoodat men de treinen uit
Friesland en uit Medemblik niet kan zien
aankomen. De losplaats is aangebracht aan
den overweg, aan den anderen kant van het
stadsgedeelte, zoodat daar de voertuigen
meermalen geruimen tijd moeten wachten.
Ook de in de Memorie van Toelichting toe
gezegde verbetering van het Iosemplacement
te Helder is, naar de heer v. d. Bilt opmerkte,
dringend noodig. Deze plaats van ruim
30.000 zielen is als garnizoensplaats en als
aanvoerplaats voor de marine van veel be-
teekenis. Er iB niet eens een weegbrug; wil
men iets wegen, dan moet men naar Schagen,
Aan het oude stationsterrein, dicht bij het
bassin, de voormalige losplaats van de oude
Suezbooten, in 1870, die later opgebroken is,
is een soort losterrein.
Door de marine-autoriteiten is indertijd
aangevraagd, om daar eenige verbetering
aan te brengen, opdat daar kanonnen zouden
kunnen worden gelost, maar de H.S. M. is
niet van plan di© verbetering aan te bren
gen, tenzij de marine het zelf betaalt. Wil
pen hoe een jonge kerel met merg in zijn
body er voldoening in kan vinden, door het
stadsslijk rond tormenteren!"
Stack moedigde hem aan om zich uit te
spreken. Ralph s enthousiasme was zoo alge
meen mogelijk. Sfack deed geen poging om
het gesprek in een bepaalde richting te lei
den, uitgaande vah de overweging, dat hij
allen tijd had. Den eersten dag vermeed hij
alles, wat ook maar het geringste verband
hield met hetgeen hij wenschte te weten.
Den tweeden dag begon Ralph op zijn
plaats onrustig heen en weer te schuiven.
„Goeie hemel, wat eéh vervelend lang eind!"
mopperde hij. „Je wordt stijf van het zitten!
Neen, dan liever in een kano!"
„Hebt u de reis misschien reeds eerder
gemaakt?" zeide Stack beleefd belangstel-
stellend.
„Begin Mei bon ik hiea al geweest/* ant
woordde Ralph.
Stack dacht: „Twee duizend dollar in twee
maanden! Die heeft een slag geslagen!"
Hardop zei hij: „U gaat zeker ook naar Fort
Edward, net als wij allemaal?"
„Ja, daar ben ik thuis."
Stack sprak gewichtig oven de grondspe-
culaties in Fort Edward, waarin hij voorgaf
zich te willen interesseeren.
„Niets gedaan," oordeelde Ralph. „Een
onderneming van niéts."
Stack wees op de winsten, die de stad voor
de bevolking zou afwerpen, wanneer zij er
eenmaal was.
Ralph hoorde hem aan met wassend onge
duld. „Waarom moet er nu eigenlijk weer
een stad worden gebouwd?* vroeg hij. „Zijn
de rivieren al niet genoeg door steden be
dorven?"
Stac]c haalde, met een ontwijkend gebaar,
men nu met fatsoen een kanon lossen, dan
moet dat gebeuren in Alkmaar! Dat is toch
wel wat al te erg! De heer v. d. Bilt besloet
met deze zaak nog eens in het bijzonder
onder de aandacht van den Minister te
brengen.
In antwoord op deze opmerking zeide
Minister König:
De heer van de Bilt heeft gewezen op het
groote gebrek aan materieel en daarvan
voorbeelden aangehaald. Ik erken dat gaarne
en ook do spoorwegmaatschappijen erken
nen dat, maar men moet niet vergeten, dat
de toestanden heel anders zijn dan vóór den
oorlog. Terwijl vóór den oorlog de Duitsche
steenkool met Duitsche wagens naar Neder
land werd gebracht, moet ze nu door Neder-
landsche wagens en locomotieven met Neder-
landsch personeel uit Duitschland worden
gehaald en bovendien loopen er in Duitsch
land Nederlandsche wagens om de kolen van
de mijnen naar de laadplaats aan de rivier
te brengen. Die toestand is te betreuren,
maar er is niets aan te doen. De maatschap
pijen laten zooveel mogelijk wagens aanma
ken en wij moeten maar hopen, dat de toe
stand spoedig zal beter worden.
Naar den toestand van de stations te Hoorn
en den Helder zal ik een onderzoek laten in
stellen.
De maritieme verdediging van Indië.
Over bovenstaand onderwerp had de cor
respondent van het „HbL" te Londen ook
nog een onderhoud met den heer Pollen, een
pionier voor de invoering van centrale vuur
leiding op slagschepen en een bekend criti
cus in marinezaken, die de vloottactieh van
admiraal Beatty verklaard heeft en de schrij
ver is van het boek „The navy in battle". Hij
vroeg hem naar zijn meening omtrent de
beste wijze van verdediging van onzen Ar
chipel en seint daaromtrent het volgende:
„Pollen verwerpt het denkbeeld van Lord
Fisher, dat een toekomstige oorlog ter zee
onder de oppervlakte van het water en in
de lucht moet gestreden worden door
onderzeebooten en vliegtuigen en lichte
kruisers dus. Deze alleen zijn waardeloos
dat is de les van den laatsten oorlog. Geen
slagschip is door een hydroplaan geraakt,
het landen van do Britsche en Amcrikaan-
sche millioenenlegers is nergens verhinderd
door onderzeebooten. Licht© kruisers zijn
waardeloos als depotschepen .en hebben als
verkenningsschepen alleen waarde als er
een slagschepen-vloot op zee achter hen is,
waarvoor verkend moet worden.
„Daarom zijn die gevechtseenheden alleen
bruikbaar voor zeeroof en rooftochten en om
er in te vluchten. Nooit ora er den Archipel
mede te verdedigen, wat alleen kan geschie
den door den aanvaller aan "te vallen en te
vernietigen, door een vloot van slagschepen
sterker dan die van den aanvaller.
„Het is alles uitsluitend een kwestie van
macht, van kanonnen, van geschiktheid en
durf in de toekomst zoowel als in het ver
leden. De Nederlanders moesten zich door
hun verleden laten bezielen als zij den O.-L
Archipel wenschen te behouden en moeten
daarom een sterkere vloot bouwen dan zegge
een land als Japan, dat per hoofd der bevol
king 42 maal zoo arm is als Nederland. En
anders moet het met Engeland tot overeen
stemming trachton te komen, want de Engel-
sche en Nederlandsche belangen in Indië
loopen paralleL Maar alle geld voor iets an
ders dan slagschepen uitgegeven, ia wegge
gooid geld,"
Bg deze mededeelingen teekent het „HbV'
aan:
Een opmerking. W$ zien in onderzeeërs,
vliegtuigen en mijnvelden vooral verdedi
gende wapenen. De Engelsche en Fransche
slagvloten waren te samen zeer vele malen
sterker dan de Duitsche. Maar de verdedi
ging van de Duitsche zeeën, van den „natten
driehoek", was zoodanig, dat de Engelschen
aan geen aanval konden denken, de Duitsche
de schouders op, en mompride iets van
„vooruitgang".
„Och wat! vooruitgang!" riep Ralph drif
tig. „We gaan wel vooruit, maar in de ver
keerde richting."
„Ik zou zelf wel eens wat van die terreinen
willen bezichtigen," zeide Stack, „maar ik
geloof niet, dat iemand, die zoo onervaren
is als ik, er zonder hulp het rechte van be
grijpen zal. Als ik maar iemand kon vinden,
die mij den weg wilde wijzen."
Ralph verkoos niet te bijten. „Die Egn er
genoeg," antwoordde hg ontwijkend.
„Wat is de beste weg voorbij Fort Ed
ward?" vroeg Stack, blijkbaar zonder be
doeling.
„Er zijn drie hoofd-routes," zeide Ralph.
„De Boardman op naar het Stukely-dal;
noordwaarts over de heuvels naar het gebied
van het Campbell-raeer, of naar het oosten,
de Campbell-rivier op."
„Hoe ia de.streek om het meer?" vroeg
Stack.
„Daar bert ik nooit geweest. Naar wat ik
er van gehoord heb, schijnt er veel hout te
zijn."
„In de stad wordt veel gesproken over de
gouddelvingen in het Stukely-dal. Dat gebied
zal nu wel. geheel afgewerkt zijn."
_,Ik zou het u niet kunnen zeggen," ant
woordde Ralph onverschillig.
„Hoe kan men de Campbell-rivier opko
men?" begeerde Stack te weten.
Ondanks zichzelf, kon Ralph niet beletten,
dat er in zijn stem iets trilde toen hij ant
woordde:
„Er gaat nu en dan een klein stoombootje
naar Gisborne, waar de waterverbinding on
derbroken is, en de goederen worden over
geladen om verder over land te worden v^-
Ingezonden mededeeifng.
Heldersche Meubeltransportonderneming
BehangerljSpoorstraat 4fl. SleeperljSpuistraat 8.
Door het gebruik van groote wagens en vakkundig
personeelhet meest aangewezen en tevens
het goedkoopste adres ter plaatse.
Eischt vlugge en nette bediening.
vloot-centra en duikbootencentra niet
naderen konden.
En verder:
Wat de heer Pollen aanprijst, wordt door
onze volksvertegenwoordiging in elk geval
afgekeurd en is door geen enkel marineman
als een mogelijke oplossing naar voren ge
bracht. En ook in bet systeem van den heer
Pollen passen de op stapel staande kruisers
niet.
De „Handelsblad"-correspondent te *B e r-
1 ij n had over de kwestie van het al of niet
afbouwen der kruisers een onderhoud mot
den kapitein ter zee Bartenbach, de erkend
beste specialist der Duitsche marine wal het
wapen der duikbooten betreft. Niet alleen
was bij gedurende den oorlog belast met den
aanbouw van duikbooten voor de geheele
Duitsche marine, bovendien kan hij bogen
op een uitnemende practischo geoefendheid,
daar hjj tot het einde van den oorlog belast
was met de leiding van alle Duitsche duik-
bootstations in Vlaanderen en dus practisch
do man is geweest, die den duikbootoorlog
voor de centrale mogendheden in het westen
heelt gevoerd.
Teneinde kapitein Bartenbach volkomen
op de hoogte te brengen van het standpunt
van een groot deel onzer marine-officieren,
en de „Sumatra", legde de correspondent
hem een Duitsche vertaling voor van het
referaat, door luitenant ter zee le klasse A.
van Hengel, leeraar aan de Hoogere Krijgs
school, als inleider in de vergadering van
96 marine-officieren op 4 Dec. 1.1. in Den
Helder gehouden.
Uit het hier volgende oordeel van Barten
bach blijkt, dat deze geheel aan de zijde van
den heer Van Hengel staat. Hij gaf mij zijn
oordeel als volgt weder:
lo. Er kan geen sprake van zijn voor de
verdediging van Nederlandsch-Indië een
legermacht op te bouwen, in staat op den
duur de verovering van dit eilandenrijk door
een groote mogendheid definitief te verhin
deren. Men kan er slechts naar streven deze
verovering voor den vijand tot een zoo kost
bare onderneming te maken, dat zij voor den
tegenstander geen voordeel meer biedt of
dat hij tegen andere verplichtingen niet in
staat is de hiervoor benoodigde uitgaven te
doen. Voorwaarde hiertoe is de vaste wil de
verdediging onder alle omstandigehden vol
te houden.
2o. De opvatting, die uit de inleiding van
kapitein Van Hengel spreekt, houd ik voor
de juiste. Het zou verkeerd zijn de verdedi
ging van Indië slechts uit onderzeebooten en
torpedobootjagers op te bouwen. Met onder
zeeërs alleen zou Duitschland den oorlog
nooit hebben kunnen voeren. Voor een ver
dedigingssysteem zijn nog andere oorlogs
schepen noodig. Anders legt de vijand reeds
spoedig met weinig middelen de duikbooten
in haar havens vast. Ook de Belgische kust
is slechts door den indirecten druk, dien
onze hoogzeevloot op Engeland uitoefende,
zoover vrijgehouden, dat de duikbooten in-
en uitloopen konden... De Engelschen wa
ren genoodzaakt hun hoofdmacht bijeen te
houden.
8o. Landingen kunnen door de langzame
onderzeebooten niet worden verhinderd,
vooral niet in dit uitgestrekte gebied. Zij
kunnen den tegenstander, die de troepen
verzorgen moet, echter belangrijke schade
berokkenen en hem tot een grootsch aange
voerd het bootje gaat ook nog verder,
wanneer er passagiers zijn."
Ofschoon do verandering van Ralph's stem
nauwelijks merkbaar was, ontging zij Stack's
opmerkzaamheid niet.
„Gisborne?" herhaalde hij. „Waar gaat
die weg over land dan heen?"
„Die verbindt de Campbell-rivier met het
Hoeden-meer," zei Ralph met glanzende
oogen.
„Afa!" dacht Stack. „We schijnen in de
buurt te komen." Hij wisselde onmiddeüjk
van onderwerp, en vermeed in den verderen
loop van don dag, er nog op terug to komou.
Den volgenden dag echter bracht hij het
gesprek, onmerkbaar geleidelijk, op land
kaarten. Ralph, die zich van alle soorten
kaarten, welke hij maar bemachtigen kon,
een exemplaar had aangeschaft, kon daar
omtrent alles vertellen, wat Stack maar
wenschto.
„Ik heb een kaart van Noord-Carlboo, die
Broeder Ambrosius, de zendeling, heeft ont
worpen," zeide Stack. „Kent u die?"
„Daar heb ik een afdruk van," antwoordde
Ralph.
„Ik heb haar gisteravond nog eens opge
slagen, om het OYerlaadstation Gisborne en
het Hoeden-meer te zoeken," ging Stack
voort. „Dat kleine meer schijnt een van de
bronnen van de Groote Geest-rivier. Zou het
mogelijk zijn al die kleine meertjes en rivie
ren te volgen tot den hoofdstroom?"
„Dat zal u aan iemand moeten vragen, die
in die streek beter bekend is dan ik," zeide
Ralph. Hij kon slecht huichelen. Het ontwij
kende in den toon van Ralph's antwoord
ontging den kleinen man niet. Hij stapte van
het onderwerp af.
(Wordt vervolgd).