PLANTA HELOERSCHE COURANT NIEUWJAARSGROETEN. JURGENS' Tweede Blad. 50 CENT De begrooting over 1920. n Helder VooruitI). m PLANTENBOTER VAN ZATERDAG 27 DECEMBER 1919. IN ONS BLAD DAT OUDEJAARSAVOND VER SCHIJNT, BESTAAT GELEGENHEID TOT HET PLAATSEN VAN EEN NIEUWJAARSGROET AAN BEGUNSTIGERS, FAMILIE, VRIENDEN, ENZ. TEGEN CONTANTE BETALING VAN (MITS NIET GROOTER DAN 4 REGELS). IV. De nevenbegrootlngen. De macht) van het conservatisme is groot. Maar het nieuwe, als het goed is en deugde lijk, draagt op den duur toch vruchten. Of schoon in de bedrijfsbegrootingen nog niet geheel met het oude raam-maar-raak-stelsel uit den tijd der gemakkelijke en groote win sten is gebroken, vertoonen deze begrootin gen toch een bijzondere verbetering bij vroe ger vergeleken. Eindelijk de vruchten der Centrale Boek houding, van de goede, deskundige en zelf standige administratie, die naar buiten zicht baar worden. Wat deze begroetingen ervan laten zien, geeft goeden grond voor de verwachting, dat de administratie der bedrijven, eenmaal van dc lasten van den oorlogstijd bevrijd, in staat zal zijn te geven, wat ons tot dusverre heeft ontbroken, een goed en duidelijk inzicht in den üinancieelen toestand van de bedrijven en in haar beheer, van financieel $ncom mercieel standpunt bezien. Het minst bevalt oös nog de ontvangsten raming van de waterleiding. Daar wordt het feit, dat men de onderdeelen over het alge meen niet hooger ramen mag dan in vorige jaren, terwijl alleen Mj de post „Waterlei ding aan particulieren' op een kleine, gere gelde vermeerdering gerekend worden mag, wel met wat al te veel cijfers, wat al te om slachtig toegelicht. Het is voor al deze on derdeelen werkelijk niet noodig om van 1912 af de jaarlijksche schommelingen der ont vangsten te laten zien en allerlei gemiddel den te berekenen, die .ieder voor zich van heel weinig waarde zijn. Wij willen een enkel voorbeeld noemen. De post „Waterlevering marineschepen met vaste aansluiting" betreft slechts een zeer beperkt getal schepen; of met wijziging in dit getal rekening gebonden moet worden, voelt men met vrij groote zekerheid. Geziop het feit, clat de ontvangsten over 1918 6.179.10 waren, en dat het eerste half jaar 1.9.19 3.014.10 opbracht, raamt men voor 1920 6000.Hiermee is alles gezegd, wat tot toelichting der raming gezegd wor den moet. Het opnemen van een staatje der geleverde hoeveelheden van 1912 tot 1919 heeft dus ter verduidelijking van do raming geen nut. En het merkwaardige hierbij is, dat de eenige vraag, welke men naar aanlei ding van dit staatje zou willen stellen, niet beantwoord wordt. Van 1912 tot 1917 steeg n.1. het waterverbruik door deze schepen van 6712.8 M\ geleidelijk tot 9134 M*. In 1918 blijkt het plotseling 20597 Ha. geworden te zijn: meer dan het dubbele van het- vorige jaar. De oorzaak van deze plotselinge ver meerdering blijft onvermeld. Omtrent de grondslagen, waarop naar de meening van Burgemeester en Wethouders het te -wachten nieuwe tarief der waterlei ding zal moeten berusten, wordt noch in het Voorwoord, noch in de bedrijfsbegrooting iets gezegd. Intusschen wordt ƒ23.400.168 wegens ver hooging der tarievenniitgetrokken. In hoofd zaak zal deze vermeerdering wel van de ge wone gebruikers moeten komen. Is dit het geval, dan beteekent zij een gemiddelde ver- hooging der tarieven met pl.m. 20 Gezien de stijging van alle uitgaven, in het bijzon der van de loonen en, in verband met de uit breiding van de prise d'eau, van den rente last, is deze vermeerdering niet groot. Kan hierbij het bedrijf nog de geraamde 10.000.winst opbrengen, dan is zijn fi- mancieele toestand zeker niet ongunstig ed dat, terwijl het met de zeker in dezon tijd in de exploitatie dure lichtgas-motoren werkt. De uitgaven wegens gas voor de motoren be droegen over' 1917 5972.77% terwijl voor 19*20 22.860.wordt, geraamd. Duidelijker d an in de raming der ontvang sten spreekt uit de begrooting der uitga ven van de waterleiding de verandering van systeem. Thans voor het eerst zijn mie6 de posten ongesplitst, in toevallige en willekeurige volgorde na elkaar opgesomd, maar worden voor de afzonderlijke onderdeelen: Alge meen beheer, Exploitatie van het pompsta tion, Belastingen, premiën, enz„ Distributie, Kapltaaldienst cai enkele andero hoofden van ondergeschikte beteekenis uitgewerkte ra mingen gegeven. Wanneer we deze gege vens over een tijdvak van eenige-jaren heb ben, zal het mogelijk zijn heel wat grondiger over het waterleidingbedrijf te oordeelen, dan thans het geval is. Uit de inrichting der raming van de ver schillende onderdeelen blijkt ook, dat thans een goede loonadministratie bijge houden wordt: dat de loonen zorgvuldig wor den gesplitst naar de verschillende onderdee len, waarvoor zij zijn bewerkt en dat daar door de in de hegrootiug voorkomende spe cificatie der reken ingcijfers over 1918 ook de werkelijke uitgaven voor ieder onderdeel aangeeft. Dit is een verbetering in de bedrijfsadmi nistratie, dié men moeilijk hoog genoeg kan aanslaan. Alle vroegere gegevens en statis tieken, waarbij de verdeeling der loonen niet volgens een dergelijke goede, van dag tot dag bijgehouden loonadministratie plaats vond, bevatten een element van willekeur, waar-1 door men er niet dan met de grootste voor zichtigheid van gebruik maken kan. Tot bijzondere opmerkingen geeft de be grooting der waterleiding ons overigens geen aanleiding. Slechts eene vraag: is het bedrag, dat voor onderhoud van werktuigen en ge reedschappen wordt geraamd (alleen ten laste van het onderdeel Distributie 1500.—) niet buitengewoon hoog? Het zou wel interessant zijn te weten, wat daarvoor van jaar tot jaar uitgegeven wordt. Het verheugt ons zeer, dat, althans naai* de begrooting te oordeelen, voor de waterleiding weer geen nieuwe en dure uitbreidingen en „verbeteringen" in het vooruitzicht zijn. Do begrooting der gasfabriek ls vol gens dezelfde deugdelijke beginselen als die van de waterleiding ingericht. De raming der gasproductie schijnt over het algemeen aan den zuinigen kant ge houden te zijn. Dit is met het oog op den Sanvang der elêctriciteitslevering zeker voorzichtig en uit comptabel oogpunt zonder bedenking, omdat bij den huidigen toestand der gasbedrijven toch niet op winsten van eenige beteekenis gerekend worden kan. Ontvangsten en uitgaven houden elkaar in evenwicht: het opvoeren der raming van-de gasproductie zou tot een daarmede corres- pondeerende verhooging der uitgaven moe ten leiden, zonder dat dit evenwicht verbro ken werd. Bij dezen stand van zaken loont het ook niet de moeite op de cijfers in bijzonderheden in te gaan; slechts één onderdeel verdient nog wel eenige speciale aandacht; de sul- phaatfabriek. Zooals bekend is, verwerkt onze gasfabriek zelve het ammoniakwater tot ammonium- sulphaat, een hulpmeststof, waarvan vooral in don oorlog de prijzen boog waren, zoodat er alle grond scheen voor de onderstelling, dat die sulphaatbereiding er aardig toe mee werkte om de ongunstige bedrijfsuitkomsten nog wat te verbeteren. De begrooting geeft omtrent die sulphaat bereiding de volgende cijfers: rekening 1918 raming 1920 arbadslöonen 2673.78 4249.50 verwerkt zwavelzuur 6236.01» „10017.— verbruikt water 228. 300 salaris directie 600.— kapltaaldienst 431.14 verwerkt amm.water 6311.49 6500.— verbruikte cokes en cokesgruis 6153.60 6260.— verbruikte kalk 279.— 245.— diversen 37.30 455. 22950.27* 28016.50 Tegenover deze uitgaven stond in 1918 een ontvangst wegens den verkoop van de geproduceerde ammoniumsulphaat van 24.670.65% terwijl voor 1920 18720.wordt geraamd. Deze daling is het gevolg van het feit, dat de verkoopsprijs, die .in den aanvang van het dienstjaar nog 55.per 100 K.G. bedroeg, in de begrooting voorzichtigheid halve op 25.per 100 K.G. wordt gesteld. In de raming is, terecht, het ammoniakwa ter, dat verwerkt wordt, opgenomen, met ver melding van denzelfaen prijs, die daarvoor in de ontvangsten is geraamd. De geraamde kosten om dit ammoniakwater tot sulphaat te verwerken bedragen 2S.016.50—6500 21.516.50 of bijna 3000.meer dan de op brengst van het product. De conclusie ligt voor de hand. Men moet èf de rentabiliteit der sulphaatfabriek aan zienlijk verhoogen öf dit heele zaakje opdoe ken en, als vele andere gasfabrieken, voor taan het ammoniakwater onverwerkt ver- koopen. Dat het laatste waarschijnlijk het voordeeligst zal zijn, volgt uit de omstandig heid, dat de loonverhoudingen voorloopig nog wel moeilijker zullen worden en dat men bij behoud der sulphaat-vervaardiging er op aangewezen blijft het zwavelzuur van de chemische fabrieken duur te koopen. Men zal daardoor wel altijd onvoordeeliger blijven werken, dan de chemische fabrieken zelve. De overige nevenbegrootingen geven ons voor het oogenblik tot bijzondere opmerkin gen geen aanleiding. Noch bij Reinigings dienst of Grondbedrijf, noch bij Armbestuur of Weeshuis blijkt van den invloed van nieuwe plannen of nieuwe denkbeelden. Voor het Levensmiddelenbedryf wordt een niet nader gespecificeerd bedrag van 25000.uitgetrokken. Men verwacht, dat dit voldoende zal zijn tot aan de liquidatie van het bedrijf, wanneer het volgende jaar ook het brood vrij van distributiemaatregelen zal komen. Zoowel de samenstellers van deze begroo ting als die van de begrootimg der arbeids beurs hebben het begrip „M e m o r i e p o s t" verkeerd gebruikt. Van een memoriepost spreekt men, wanneer de overschrij ving van een post in de begrooting wordt opgenomen, maar daarop geen uitga ven worden geraamd, omdat men haar be drag nog niet benaderen kan. De Memorie- post spreekt uit: er is voor dit of dat doel geld noodig, maar wij weten nog niet hoeveel. Znodra mén een bedrag gaat ramen verliest dus de betrokken post het karakter van M e- moriepost. Men had waarschijnlijk ge lijk, dat men zoowel" voor het Levensmidde lenbedryf als voor de stichting van een Dis- tric.ts-Arbeidsbeurs slechts ronde sommen raamde. Meraorieposten» zijn dergelijke ra mingen echter niet. Wij sluiten onze beschouwingen over de begrooting voor 1920 hiermede voorloopig af. Wellicht' geven Afdeelingsverslag, Me morie van Antwoord off Raadsverslag ons nog aanleiding om op enkele onderdeelen dieper in te gaarr. De nadeeïen van den oorlog, de gevolgen, dïo deze overat na zich sleept, vormen aller- wego een prikkel, om door aanhoring van nieuwe bronnen, verbetering der bestaande methoden en aanwending van grootere ener gie in den kortst mogelijken tijd te herstel len, wat vernield is en daarmeê zoo eenigs- zins doenlijk,'de vroegere welvaart'te dóen wederkeeren. Wij plaatsen dit stuk van den heer Saunders, de schrijver van het door ons uit gegeven boek „De economische positie van den Helder" gaarne. Ook hier is do econo mische commissie in samenwerking met het gemeentebestuur krachtig bezig op allerlei wijze te trachten onze gemeente vooruit te- brengen en haar een plaats te geven, harer waardig. Als een opwekking tot onze ingeze tenen ls deze bijdrage dus zeer toe te juichen. Verbetering van de verkeersmiddelen door aanleg van nieuwe of vergrooting van be staande havens, vaarten, wegen en dergebj- ken, zij zijn in vele plaatsen en gewesten aan de orde. Ook in Nederland worden plannen be raamd om de vroegere positie in het wereld verkeer te behouden en zoo mogelijk te ver beteren. De oprichting van een hoogovenbe- drijf met ijzer- en walswerken, gesteund door den Staat, is door de regeering voorgesteld en bereids door de Tweede Kamer aangeno men. De jaarbeurs belooft een permanent instituut te worden; voorstellen tot haven- verbetering in Amsterdam, Rotterdam, Zaan dam, Dordrecht roepen om uitvoering en nog kort geleden ls het groote plan tot afsluiting en droogmaking der Zuiderzee aangenomen. Waar nu aller aandacht is gevestigd op de komende tijden en de speurende blik rond gaat om te zien, wat daaraan nog mocht zijn ontsnapt en wat er nog te doen valt, meenden wij de opmerkzaamheid te moeten vestigen op eene plaats, waarop o.i. ten onrechte naar wij meenen de opmerkzaamheid nog nimmer is gevallen. Wij doen dit vooral maar niet alleen met het oog op het plan tot afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. Deze plaats ïs Den Helder. Als wij meenen, dat daarop de aandacht moet worden gevestigd, dan bedoelen wij dit vooral met betrekking tot Helder als haven plaats. Wij gelooven toch, dat niet velen in den lande den Helder als havenplaats ken nen, wat begrijpelijk is, daar de plaats feite lijk nog alleen als oorlogshaven dienst doet. Zeer weinigen zullen weten, dat Helder een maal de belangrijke voorhaven was van Am sterdam, door deze stad gevreesd om zijne in de toekomst te verwachten concurrentie, .waardoor reeds vroeg maatregelen werden getroffen, om de bloei van die plaats tegen to gaan, hoewel Amsterdam als handelsstad van den Helder afhankelijk was en alleen door middel van' deze voorhaven gedurende een zestigtal jaren zich als zeehaven heeft kunnen handhaven. Wanneer is deze haven in den noordpunt van Noord-Holland er gekomen en welke redenen hebben daartoe geleid? Oorspronkelijk was de haven eene kreek, eene diepe geul uit het gat van Texel in de zandgronden ten Oosten van do Noordpunt naar het Zuiden uitloopend. De zware zee wering van Huisduinen naar Heider loopen- de, ten Zuiden van het Marsdiep, was in -1774 voltooid,*) voor dien tijd waren de landen, die daar beneden lagen gedurig in gevaar. Oorspronkelijk (reeds in den aanvang der 13e eeuw) was de bescherming tegen het bui tenwater beproefd door kadodijkjes, nader hand versterkt met zooden en klei. Latei- werden de veel betere wierdijken gelegd, op het eind der 16e eeuw versterkt met lange rfjen palen op eenige voeten afstand van den dijk in zee, die echter naderhand door den houtworm bleken te zijn verteerd. Na dien tijd werden op de glooiing van den dijk stee- nen en keien aangebracht, waardoor z< ki-achtiger werd en in de lSe eeuw werd hij verlengd tot aan den ingang dér reeds ge noemde kreek en aldaar met een wierhoofd versterkt. Deze verlenging van den dijk ge- scliiedde vooral, omdat de kreek toen door visschers- en loodsvaartuigen gebruikt werd als ligplaats terwijl reeds in het midden der achttiende eeuw daaraan een helling werd gelegd, om schepen te repareeren. Ten Zuiden van het «tegenwoordige badplaatsje Huisduinen waren de lauden van het Koe gras voor de 17e eeuw ook niet beschermd tegen het buitenwater. Nu werd in 1610 een wierdijk gelegd; de Oldenbarneveldsdijk ge naamd, die de oorzaak werd van duinvor ming aldaar, welke duinen naderhand de ten Oosten gelegen landen van het buitenwater afscheidden. De haven van den Helder ligt dus aan het eind van eenen langen dijk, waarvan een groot deel nu door duinvorming is bedekt, en waarvan alleen de Heldersche zoewering aan den Zuidkant van het Marsdiep over bleef. In het jaar -177Ö begon men met de aan leg van de haven, hetgeen tot 1780 duurde, in welk jaar bet werk werd voltooid. De ha ven bestaat feitelijk uit twee dammen, waar het water doorheen geleid wordt,' terwijl een groote vangdam, in de richting van Wierin- gen loopend, werd aangelegd, alzoo eenen trechter vormend, die het water dwong door de haven te gaan, waardoor zij op diepte wordt gehouden. De binnendam is in 1812 aangelegd om verbinding te krijgen van een soort marinewerf, die in 1792 werd aange legd op het einde der haven met het weste lijk deel der gemeente. Deze werf, genaamd het Nieuwe werk", thans het fort „Oost oever" was een soort kolonie, afgesloten van de buitenwereld, die nu door voornoemden dam communicatie met het overige deel der gemeente kreeg. In 1881* werd de haven tot oorlogshaven bestemd, welke bestemming naderhand werd uitgebreid, doordat Napoleon van de Noord punt eene vesting maakte en aldaar forten ter versterking aanlegde. De haven werd spoedig gebruikt en vol deed uitstekend, wat blijkt uit Mr. de Jon- ge's mededeeling in Geschiedenis v/h. Ned. Zeewezen, n.1., dat er op een tijdstip op het eind der 80er jaren van de 18e eeuw een honderdvijftigtal schepen tegelijk in lagen. De haven kon dus eene toekomst hebben. Wel was de walvischvaart, voor den aan vang van de 19e eeuw in Huisduinen en Helder uitgeoefend, verdwenen, maar nog altijd waren de Texelsche gaten de ingangen voor de haven van Amsterdam en moest dus de vaart langs den Helder plaats heb ben. De oude, uit vroeger eeuwen beroemde, reede van Texel werd verlaten, men begon de haven te prefereeren, terwijl daardoor ook het Oudeschild op Texel, waar de koop vaarders aankwamen, achteruitging. Evenwel zou do scheepvaart door Texels gaten naar Amsterdam niet lang meer duren. Reeds geruimen tijd hadden do schepen moeilijkheden gehad om Amsterdam te be reiken. Vaak gaven do droogten in de Zui derzee oponthoud, soms zelfs verhinderden zij de schepen om voor Amsterdam te ko men. Bij het IJ werd de aanslibbing even eens zeer sterk. Men peinsde op middelen om Amsterdams verbinding met zee in stand te houden en kwam ton slotte tot het besluit om een kanaal aan te leggen van den Helder naar Amsterdam. In dien tijd werd reeds „Noord Hollands Noorderkwartier met betrekking tot den waterstaat", P. Schuiten maker, pag. 89, Amsterdam 1900. Dekker „Ontwikkelingsgeschiedenis en beschrijving van den Helder" 1814. Helder, Berkhout, pag. 6 v.v. door Willem I op de richting Amsterdam— IJmuiden, waar naderhand het Noordzeeka naal zou worden gegraven, gewezen. (Wordt vervolgd). BUITENLAND. De nota der Entente aan Dnltsehland. De tekst der nota aan Duitschland is vast gesteld. De vertegenwoordigers der vijf groote mogendheden hebben Maandagavond vergaderd onder voorzitterschap van Clc- mence'au in diens kabinet in het ministerie van oorlog. Loucheur, de minister van her stel der nijverheid én Leygues, de minister van marine, woonden do vergadering bij, evenals Dutasta, de secretaris-generaal der vredesconferentie. Zij hebben den tekst vast gesteld van het antwoord op de Duitsche nota, die verleden week Maandag door von Lesner is overhandigd. Dit document is zeer krachtig van toon. Het doet de Duitsche re geering zuiver de noodzakelijkheid gevoelen om haar goeden wil te toonen en het protocol van 1 November te teekenen, dat de belofte inhoudt om de voorwaarden van den wapen stilstand na te komen, die nog niet zijn uit gevoerd en aan de geallieerden 400.000 ton havenmaterieel te verschaffen ter vergoe ding voor de vernielde schepen te Scapa Flow. Indien echter uit het onderzoek der geallieerde deskundigen mocht blijken, dat de geëischte 400.000 ton in de Duitsche ha vens niet aanwezig zijn, zal daarmee reke ning gehouden worden. Dit is een volstrekt rechtvaardige oplossing. Dutasta heeft de nota met een' daarbij ge voerde commentaar Dinsdag aan de Duitsche afgevaardigden overhandigd. Von Lersner is met de nieuwe nota van de geallieerden, die het antwoord bevat op de nota van de Duitsche regeering van half De cember, en de overige leden van zijn afvaar diging naar Berljjn gespoord, opdat men daar rustig zal kunnen overleggen, welke houding het Duitsche rijk er tegenover zal nemen. Maar een Duitscher is te Parijs ach tergebleven, om zoodoende te laten uitko men, wat von Lersner ook in zijn onderhoud met Dutasta, den secretaris-generaal van de vredesconferentie deed, dat de onderhande lingen niet als afgebroken beschouwd moeten worden. Dat zijn zij ook geenszins, integen deel, zij zullen tot het zoo lang nagestreefde doel, het definitieve in werking treden van het vredestractaat van Versaiiles, leiden, Dit blijkt duidelijk uit de mondelinge toelichting, die Dutasta by de overhandiging van de nota gaf, en die den inhoud van die nota zelf van minder belang maakt. Hij zeide, dat een ver mindering van het uit te leveren materieel toegestaan zou worden, als kon aangetoond worden, dat de raming van het materieel in de Duitsche havens door de geallieerden on juist was." Een vermindering van het uit te leveren materieel is nu juist, wat Duitschland wil, een vermindering tot zoowat de helft. De geallieerden hadden echter eerst zoo hoog van den toren geblazen en zoo schrik kelijk plechtig verklaard, dat dit nu hun defi nitieve eisch was en dat er verder niet meer onderhandeld zou worden, dat elk terugkrab belen voor hen het vernederend schouwspel zou moeten opleveren van een zegevierenden vijand, die zich zoo machteloos voelt, dat hij tegenover zijn verslagen tegenstander bak zeil haalt. Het zal er nu opgegooid worden, dat de geallieerden de hoeveelheid dokken, kranen en ander havenmaterieel in de Duit sche havens onjuist geraamd hebben, en de eisch en op grond van die vergissing voor herziening vatbaar zijn. Duitschland behoeft de vergissing maar aan te toonen en de zaak is gezond. Dat hebben Amerika en Engeland zoo gewild. Zij hadden niets geen zin om met man en macht het bezette gebied in Duitsch land uit te breiden en Frankrijk heeft noode moeten toegeven. Daarom spreekt een ■Fransch blad nu eenmaal niet van de mee- doogenlooze vijanden, zooals in den oorlogs tijd, maar van... de meedoogenlooze bond- genooten. Berlijn, 24 Dec. De nota van den Opper sten Raad, die gisteren door Dutasta aan von Lersner was overhandigd, is hier hedenmid dag aangekomen. Tengevolge van de sinds gisteren opgetreden storingen op de leiding is de nota echter niet in haar geheel overge komen, doch in stukjes en beetjes. FRANKRIJK. C'ïemenceau over zijn bezoek aan Londen. Parijs, 23 Deo. In de Kamer heeft Cle- menceau een verklaring afgelegd over zijn bezoek aan Londen. Nopens de Oosterscho quaestie is de grondslag voor een bevredi gende overeenkomst gelegd. Het vraagstuk van Konstantinopel is nog onopgelost. De kwestie betreffende Fiume werd, zoo zeide hij, zorgwekkend. Aan de Italiaansche regeering zou worden aangeraden om Fiume aan de Zuid-Slaven af te staan. De Servische Zuid-Slaven, die het eerst in den strijd gin gen, rekenen op deze belofte. Italië is terug gekomen op zijn overeenkomst. De openbare meening is or zeer opgewonden. Frankrijk, Engeland en de Ver. Staten leggen er zich op toe het misverstand op te helderen. Vol gens de laatste aanwijzingen schijnt het,. dat de entente eindelijk een oplossing zal weten te vinden, die allen bevredigen zal. Over Rusland sprekende, zeide hij o.a.: De voornaamste besluiten, die wij genomen heb ben zijn de volgende. Wij zullen niet alleen geen vrede sluiten, maai* ook met de sovjet- regeering onderhandelen. Clemenceau brand merkte in krachtige termen de sovjetregee- ring, die hij de schandelijkste, meest barbnar- sche regeering noemde, die ooit bestaan heeft. In plaats van de dictatuur van een en keling .is er een dictatuur van comité's, die zichzelf benoemen. De weder-opbouw van Noord-Frankrijk, Uit Berlijn wordt gemeld, dat zich reeds 5420 Duitsche arbeiders vrijwillig hebben aangemeld om in Noord-Frankrijk bij den wederopbouw werkzaam te worden gesteld. In Polen hebben zich 5024 arbeiders aan gemeld. De eerste trein met werklieden is reeds 1 Dec. van Warschau vertrokken. In Januari zullen nog twee treinen, elk met 1000 werklieden, volgen. De Amerikaansche voorraden. Toen de Amerikaansche troepen na het tot Ingezonden mededeeling. VOEDZAAM HBfiRLIM VOOBOEELIfl stand komen van den wapenstilstand en tij dens de vredesonderhandelingen Frankrijk gingen verlaten, heeft de Fransclie,. regee ring voor eenige milliarden do .voorraden van het Amerikaansche leger overgenomen. Daartoe behoorden niet slechts reusachtige hoeveelheden geconserveerd voedsel, maar in den stock van de Amerikanen wareii ook begrepen auto's, wagens, karrfcn, allerlei werktuigen om wegen aan te leggen, enz.,, enz. Het is nu uitgekomen, dat er op groote schaal diefstallen in deze voorraden hebben plaats gehad,.waarbij hooggeplaatste ambte naren betrokken zijn. Er zyn elf aanhoudin gen gedaan, waaronder die van Perron, waarnemend chef de bureau aan het minis terie van buitenlandsche zaken. Perron schijnt, dank zij zijn hooge positie, in een enkele keer acht wagons met koopwaren van allerlei soort verduisterd te kunnen hebben, waarvan hR een grove winst opstak. Spoorwegongeluk. Op den spoorweg RijsselParijs, even voor Douai is een goederentrein op den snel trein Rijssel—Parijs geloopon. Drie wagons zijn vernield. Er zijn 12 dooden en 25 ge wonden. ENGELAND. De Iersche quaestie. Lloyd George heeft in het Lagerhuis de zoo vurig begeerde voorstellen voor Iersch zelfbestuur te berde gebracht. De voornaam ste bepalingen om'vatten de instelling van twee parlementen in Ierland, een voor het in hoofdzaak pvotestantsch Noord-Oostelijk Ul ster en een voor het overige Ierland, met een raad, gekozen door de twee wetgevende lichamen, welke de bond zal moeten vormen. Deze raad zal de verantwoordelijkheid dragen voor de wetgeving van Ierland. De twee parlementen henben volledige constitutioneele bevoegdheid voor de vor ming van een enkele Iersche wetgevende macht, waarop alle macht niet uitdrukkelijk door het imperiale parlement voorbehouden zal overgaan. De actie zal van de parlemen ten moeten uitgaan. De postdienst wordt niet overgedragen alvorens er in Ierland een enkel Parlement is. De Royal Irish Consta- bulary wordt gedurende drie jaren gehand haafd. Elk parlement ontvangt een millioen pond ter bestrijding der uitgaven. Elk parle ment zal het recht hebben belasting te hef fen, een inkomstenbelasting mot opcenten; en recht hebben op een gedeelte der inkom sten uit rechten, douanerechten en accynsen geheven, door het imperiale parlement. Spoorwegongeluk in Canada. Montreal, 21 Deh. Een trein met tussehen- deks-passagiers van het s.s. „Empress of France" is in botsing gekomen met een goe- derentrein. Men gelooft, dat or vijftien per sonen gedood en vele gewond zijn. HONGARIJE. De executie der terroristen. Paul Erio, de bizondere oorrespondent van de „Ma-tin" te Boedapest verhaalt op welke wyze de 14 Hongaarscho terroristen dezer dagen zijn terechtgesteld* De terechtstelling geschiedde op de binnenplaats van de mili taire gevangenis, waar de veroordeelden wa ren opgesloten. De Hongaarsche beul Michel Bari verrichtte den arbeid. Tijdens het re giem van Bela Kun had men zyn hulp her haaldelijk ingeroepen, doch hij had steeds ge weigerd voor de communisten te „werken.". Vijf galgen, ongeveer 2 meter 20 hoog, wa ren op de binnenplaats opgesteld. Daar wer den de misdadigers in tegenwoordigheid van den directeur der gevangenis, het hoofd der politie en verschillende ambtenaren opgehan gen. De nieesten van hen 'bewaarden, hun koelbloedigheid; slechts een paar waren niet in staat van hun cel naar de paal te loopen. Tcherny, de commandant van het detache ment van de „jongens-van-Lenbi", kwam het laatst aan de beurt. Hij riep luide „voor een idee" te sterven. BULGARIJE. Revolutlonnalr Bulgarije. De bladen melden uit Sofia, dat aldaar voor het Koninklijk Paleis groote anti-mo narchistische betoogingen hebben plaats ge vonden. De menigte verlangde den troonaf stand van tsaar Boris. De menigte werd her haaldelijk door de troepen uit elkaar ge dreven. Groote vermogens ln de Ver. Staten. Er zyn in do Ver. Staten tegenwoordig 20.000 (dollar) millionairs, en deze categorie neemt toe met 2000 personen 's jaars. Tot deze klasse worden echter gerekend allen wier jaar-inkomen ten minste 8 50.000 be draagt, hetgeen, op 5 pet. rente berekend, een fortuin uitmaakt van 81.000.000. ïn de groep komen dus ook een aantal hoog gesa larieerde personen, wier particulier vermo gen geen 81.000.000 bedraagt. Tot de klasse der millionairs behooren er velen, die een inkomen hebben van flink over 1.000.000 's jaars. Er zyn er bij, die belas ting betaalden van een inkomen tussclien 1 en l1/» millioen dollar 's jaars. Vier zijn er, die belasting betalen van een inkomen van 5.000.000 's jaars. In den loop van den oorlog zijn er 12.000 dollar-millionairs bijgekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 5