PLANTA
HELOERSCHE COURANT
NIEUWJAARSGROETEN.
JURGENS'
Tweede Blad.
50 CENT
De begrooting over 1920.
n
Helder VooruitI).
m
PLANTENBOTER
VAN ZATERDAG 27 DECEMBER 1919.
IN ONS BLAD DAT OUDEJAARSAVOND VER
SCHIJNT, BESTAAT GELEGENHEID TOT HET
PLAATSEN VAN EEN NIEUWJAARSGROET
AAN BEGUNSTIGERS, FAMILIE, VRIENDEN, ENZ.
TEGEN CONTANTE BETALING VAN
(MITS NIET GROOTER DAN 4 REGELS).
IV.
De nevenbegrootlngen.
De macht) van het conservatisme is groot.
Maar het nieuwe, als het goed is en deugde
lijk, draagt op den duur toch vruchten. Of
schoon in de bedrijfsbegrootingen nog niet
geheel met het oude raam-maar-raak-stelsel
uit den tijd der gemakkelijke en groote win
sten is gebroken, vertoonen deze begrootin
gen toch een bijzondere verbetering bij vroe
ger vergeleken.
Eindelijk de vruchten der Centrale Boek
houding, van de goede, deskundige en zelf
standige administratie, die naar buiten zicht
baar worden.
Wat deze begroetingen ervan laten zien,
geeft goeden grond voor de verwachting, dat
de administratie der bedrijven, eenmaal van
dc lasten van den oorlogstijd bevrijd, in staat
zal zijn te geven, wat ons tot dusverre heeft
ontbroken, een goed en duidelijk inzicht in
den üinancieelen toestand van de bedrijven
en in haar beheer, van financieel $ncom
mercieel standpunt bezien.
Het minst bevalt oös nog de ontvangsten
raming van de waterleiding. Daar wordt het
feit, dat men de onderdeelen over het alge
meen niet hooger ramen mag dan in vorige
jaren, terwijl alleen Mj de post „Waterlei
ding aan particulieren' op een kleine, gere
gelde vermeerdering gerekend worden mag,
wel met wat al te veel cijfers, wat al te om
slachtig toegelicht. Het is voor al deze on
derdeelen werkelijk niet noodig om van 1912
af de jaarlijksche schommelingen der ont
vangsten te laten zien en allerlei gemiddel
den te berekenen, die .ieder voor zich van
heel weinig waarde zijn.
Wij willen een enkel voorbeeld noemen.
De post „Waterlevering marineschepen
met vaste aansluiting" betreft slechts een
zeer beperkt getal schepen; of met wijziging
in dit getal rekening gebonden moet worden,
voelt men met vrij groote zekerheid.
Geziop het feit, clat de ontvangsten over
1918 6.179.10 waren, en dat het eerste half
jaar 1.9.19 3.014.10 opbracht, raamt men
voor 1920 6000.Hiermee is alles gezegd,
wat tot toelichting der raming gezegd wor
den moet. Het opnemen van een staatje der
geleverde hoeveelheden van 1912 tot 1919
heeft dus ter verduidelijking van do raming
geen nut. En het merkwaardige hierbij is,
dat de eenige vraag, welke men naar aanlei
ding van dit staatje zou willen stellen, niet
beantwoord wordt. Van 1912 tot 1917 steeg
n.1. het waterverbruik door deze schepen van
6712.8 M\ geleidelijk tot 9134 M*. In 1918
blijkt het plotseling 20597 Ha. geworden te
zijn: meer dan het dubbele van het- vorige
jaar. De oorzaak van deze plotselinge ver
meerdering blijft onvermeld.
Omtrent de grondslagen, waarop naar de
meening van Burgemeester en Wethouders
het te -wachten nieuwe tarief der waterlei
ding zal moeten berusten, wordt noch in het
Voorwoord, noch in de bedrijfsbegrooting
iets gezegd.
Intusschen wordt ƒ23.400.168 wegens ver
hooging der tarievenniitgetrokken. In hoofd
zaak zal deze vermeerdering wel van de ge
wone gebruikers moeten komen. Is dit het
geval, dan beteekent zij een gemiddelde ver-
hooging der tarieven met pl.m. 20 Gezien
de stijging van alle uitgaven, in het bijzon
der van de loonen en, in verband met de uit
breiding van de prise d'eau, van den rente
last, is deze vermeerdering niet groot.
Kan hierbij het bedrijf nog de geraamde
10.000.winst opbrengen, dan is zijn fi-
mancieele toestand zeker niet ongunstig ed
dat, terwijl het met de zeker in dezon tijd in
de exploitatie dure lichtgas-motoren werkt.
De uitgaven wegens gas voor de motoren be
droegen over' 1917 5972.77% terwijl voor
19*20 22.860.wordt, geraamd.
Duidelijker d an in de raming der ontvang
sten spreekt uit de begrooting der uitga
ven van de waterleiding de verandering van
systeem.
Thans voor het eerst zijn mie6 de posten
ongesplitst, in toevallige en willekeurige
volgorde na elkaar opgesomd, maar worden
voor de afzonderlijke onderdeelen: Alge
meen beheer, Exploitatie van het pompsta
tion, Belastingen, premiën, enz„ Distributie,
Kapltaaldienst cai enkele andero hoofden van
ondergeschikte beteekenis uitgewerkte ra
mingen gegeven. Wanneer we deze gege
vens over een tijdvak van eenige-jaren heb
ben, zal het mogelijk zijn heel wat grondiger
over het waterleidingbedrijf te oordeelen,
dan thans het geval is.
Uit de inrichting der raming van de ver
schillende onderdeelen blijkt ook, dat thans
een goede loonadministratie bijge
houden wordt: dat de loonen zorgvuldig wor
den gesplitst naar de verschillende onderdee
len, waarvoor zij zijn bewerkt en dat daar
door de in de hegrootiug voorkomende spe
cificatie der reken ingcijfers over 1918 ook de
werkelijke uitgaven voor ieder onderdeel
aangeeft.
Dit is een verbetering in de bedrijfsadmi
nistratie, dié men moeilijk hoog genoeg kan
aanslaan. Alle vroegere gegevens en statis
tieken, waarbij de verdeeling der loonen niet
volgens een dergelijke goede, van dag tot dag
bijgehouden loonadministratie plaats vond,
bevatten een element van willekeur, waar-1
door men er niet dan met de grootste voor
zichtigheid van gebruik maken kan.
Tot bijzondere opmerkingen geeft de be
grooting der waterleiding ons overigens geen
aanleiding. Slechts eene vraag: is het bedrag,
dat voor onderhoud van werktuigen en ge
reedschappen wordt geraamd (alleen ten laste
van het onderdeel Distributie 1500.—) niet
buitengewoon hoog? Het zou wel interessant
zijn te weten, wat daarvoor van jaar tot jaar
uitgegeven wordt. Het verheugt ons zeer,
dat, althans naai* de begrooting te oordeelen,
voor de waterleiding weer geen nieuwe en
dure uitbreidingen en „verbeteringen" in het
vooruitzicht zijn.
Do begrooting der gasfabriek ls vol
gens dezelfde deugdelijke beginselen als die
van de waterleiding ingericht.
De raming der gasproductie schijnt
over het algemeen aan den zuinigen kant ge
houden te zijn. Dit is met het oog op den
Sanvang der elêctriciteitslevering zeker
voorzichtig en uit comptabel oogpunt zonder
bedenking, omdat bij den huidigen toestand
der gasbedrijven toch niet op winsten van
eenige beteekenis gerekend worden kan.
Ontvangsten en uitgaven houden elkaar in
evenwicht: het opvoeren der raming van-de
gasproductie zou tot een daarmede corres-
pondeerende verhooging der uitgaven moe
ten leiden, zonder dat dit evenwicht verbro
ken werd.
Bij dezen stand van zaken loont het ook
niet de moeite op de cijfers in bijzonderheden
in te gaan; slechts één onderdeel verdient
nog wel eenige speciale aandacht; de sul-
phaatfabriek.
Zooals bekend is, verwerkt onze gasfabriek
zelve het ammoniakwater tot ammonium-
sulphaat, een hulpmeststof, waarvan vooral
in don oorlog de prijzen boog waren, zoodat
er alle grond scheen voor de onderstelling,
dat die sulphaatbereiding er aardig toe mee
werkte om de ongunstige bedrijfsuitkomsten
nog wat te verbeteren.
De begrooting geeft omtrent die sulphaat
bereiding de volgende cijfers:
rekening 1918 raming 1920
arbadslöonen
2673.78
4249.50
verwerkt zwavelzuur
6236.01»
„10017.—
verbruikt water
228.
300
salaris directie
600.—
kapltaaldienst
431.14
verwerkt amm.water
6311.49
6500.—
verbruikte cokes en
cokesgruis
6153.60
6260.—
verbruikte kalk
279.—
245.—
diversen
37.30
455.
22950.27* 28016.50
Tegenover deze uitgaven stond in 1918
een ontvangst wegens den verkoop van
de geproduceerde ammoniumsulphaat van
24.670.65% terwijl voor 1920 18720.wordt
geraamd. Deze daling is het gevolg van het
feit, dat de verkoopsprijs, die .in den aanvang
van het dienstjaar nog 55.per 100 K.G.
bedroeg, in de begrooting voorzichtigheid
halve op 25.per 100 K.G. wordt gesteld.
In de raming is, terecht, het ammoniakwa
ter, dat verwerkt wordt, opgenomen, met ver
melding van denzelfaen prijs, die daarvoor
in de ontvangsten is geraamd. De geraamde
kosten om dit ammoniakwater tot sulphaat te
verwerken bedragen 2S.016.50—6500
21.516.50 of bijna 3000.meer dan de op
brengst van het product.
De conclusie ligt voor de hand. Men moet
èf de rentabiliteit der sulphaatfabriek aan
zienlijk verhoogen öf dit heele zaakje opdoe
ken en, als vele andere gasfabrieken, voor
taan het ammoniakwater onverwerkt ver-
koopen. Dat het laatste waarschijnlijk het
voordeeligst zal zijn, volgt uit de omstandig
heid, dat de loonverhoudingen voorloopig
nog wel moeilijker zullen worden en dat men
bij behoud der sulphaat-vervaardiging er op
aangewezen blijft het zwavelzuur van de
chemische fabrieken duur te koopen. Men
zal daardoor wel altijd onvoordeeliger blijven
werken, dan de chemische fabrieken zelve.
De overige nevenbegrootingen geven ons
voor het oogenblik tot bijzondere opmerkin
gen geen aanleiding. Noch bij Reinigings
dienst of Grondbedrijf, noch bij Armbestuur
of Weeshuis blijkt van den invloed van
nieuwe plannen of nieuwe denkbeelden.
Voor het Levensmiddelenbedryf wordt een
niet nader gespecificeerd bedrag van
25000.uitgetrokken. Men verwacht, dat
dit voldoende zal zijn tot aan de liquidatie
van het bedrijf, wanneer het volgende jaar
ook het brood vrij van distributiemaatregelen
zal komen.
Zoowel de samenstellers van deze begroo
ting als die van de begrootimg der arbeids
beurs hebben het begrip „M e m o r i e p o s t"
verkeerd gebruikt. Van een memoriepost
spreekt men, wanneer de overschrij
ving van een post in de begrooting wordt
opgenomen, maar daarop geen uitga
ven worden geraamd, omdat men haar be
drag nog niet benaderen kan. De Memorie-
post spreekt uit: er is voor dit of dat doel
geld noodig, maar wij weten nog niet hoeveel.
Znodra mén een bedrag gaat ramen verliest
dus de betrokken post het karakter van M e-
moriepost. Men had waarschijnlijk ge
lijk, dat men zoowel" voor het Levensmidde
lenbedryf als voor de stichting van een Dis-
tric.ts-Arbeidsbeurs slechts ronde sommen
raamde. Meraorieposten» zijn dergelijke ra
mingen echter niet.
Wij sluiten onze beschouwingen over de
begrooting voor 1920 hiermede voorloopig
af. Wellicht' geven Afdeelingsverslag, Me
morie van Antwoord off Raadsverslag ons
nog aanleiding om op enkele onderdeelen
dieper in te gaarr.
De nadeeïen van den oorlog, de gevolgen,
dïo deze overat na zich sleept, vormen aller-
wego een prikkel, om door aanhoring van
nieuwe bronnen, verbetering der bestaande
methoden en aanwending van grootere ener
gie in den kortst mogelijken tijd te herstel
len, wat vernield is en daarmeê zoo eenigs-
zins doenlijk,'de vroegere welvaart'te dóen
wederkeeren.
Wij plaatsen dit stuk van den heer
Saunders, de schrijver van het door ons uit
gegeven boek „De economische positie van
den Helder" gaarne. Ook hier is do econo
mische commissie in samenwerking met het
gemeentebestuur krachtig bezig op allerlei
wijze te trachten onze gemeente vooruit te-
brengen en haar een plaats te geven, harer
waardig. Als een opwekking tot onze ingeze
tenen ls deze bijdrage dus zeer toe te juichen.
Verbetering van de verkeersmiddelen door
aanleg van nieuwe of vergrooting van be
staande havens, vaarten, wegen en dergebj-
ken, zij zijn in vele plaatsen en gewesten
aan de orde.
Ook in Nederland worden plannen be
raamd om de vroegere positie in het wereld
verkeer te behouden en zoo mogelijk te ver
beteren. De oprichting van een hoogovenbe-
drijf met ijzer- en walswerken, gesteund door
den Staat, is door de regeering voorgesteld
en bereids door de Tweede Kamer aangeno
men. De jaarbeurs belooft een permanent
instituut te worden; voorstellen tot haven-
verbetering in Amsterdam, Rotterdam, Zaan
dam, Dordrecht roepen om uitvoering en nog
kort geleden ls het groote plan tot afsluiting
en droogmaking der Zuiderzee aangenomen.
Waar nu aller aandacht is gevestigd op de
komende tijden en de speurende blik rond
gaat om te zien, wat daaraan nog mocht zijn
ontsnapt en wat er nog te doen valt, meenden
wij de opmerkzaamheid te moeten vestigen
op eene plaats, waarop o.i. ten onrechte
naar wij meenen de opmerkzaamheid nog
nimmer is gevallen. Wij doen dit vooral
maar niet alleen met het oog op het plan
tot afsluiting en droogmaking der Zuiderzee.
Deze plaats ïs Den Helder.
Als wij meenen, dat daarop de aandacht
moet worden gevestigd, dan bedoelen wij dit
vooral met betrekking tot Helder als haven
plaats. Wij gelooven toch, dat niet velen in
den lande den Helder als havenplaats ken
nen, wat begrijpelijk is, daar de plaats feite
lijk nog alleen als oorlogshaven dienst doet.
Zeer weinigen zullen weten, dat Helder een
maal de belangrijke voorhaven was van Am
sterdam, door deze stad gevreesd om zijne
in de toekomst te verwachten concurrentie,
.waardoor reeds vroeg maatregelen werden
getroffen, om de bloei van die plaats tegen
to gaan, hoewel Amsterdam als handelsstad
van den Helder afhankelijk was en alleen
door middel van' deze voorhaven gedurende
een zestigtal jaren zich als zeehaven heeft
kunnen handhaven.
Wanneer is deze haven in den noordpunt
van Noord-Holland er gekomen en welke
redenen hebben daartoe geleid?
Oorspronkelijk was de haven eene kreek,
eene diepe geul uit het gat van Texel in de
zandgronden ten Oosten van do Noordpunt
naar het Zuiden uitloopend. De zware zee
wering van Huisduinen naar Heider loopen-
de, ten Zuiden van het Marsdiep, was in -1774
voltooid,*) voor dien tijd waren de landen,
die daar beneden lagen gedurig in gevaar.
Oorspronkelijk (reeds in den aanvang der
13e eeuw) was de bescherming tegen het bui
tenwater beproefd door kadodijkjes, nader
hand versterkt met zooden en klei. Latei-
werden de veel betere wierdijken gelegd, op
het eind der 16e eeuw versterkt met lange
rfjen palen op eenige voeten afstand van den
dijk in zee, die echter naderhand door den
houtworm bleken te zijn verteerd. Na dien
tijd werden op de glooiing van den dijk stee-
nen en keien aangebracht, waardoor z<
ki-achtiger werd en in de lSe eeuw werd hij
verlengd tot aan den ingang dér reeds ge
noemde kreek en aldaar met een wierhoofd
versterkt. Deze verlenging van den dijk ge-
scliiedde vooral, omdat de kreek toen door
visschers- en loodsvaartuigen gebruikt werd
als ligplaats terwijl reeds in het midden
der achttiende eeuw daaraan een helling
werd gelegd, om schepen te repareeren. Ten
Zuiden van het «tegenwoordige badplaatsje
Huisduinen waren de lauden van het Koe
gras voor de 17e eeuw ook niet beschermd
tegen het buitenwater. Nu werd in 1610 een
wierdijk gelegd; de Oldenbarneveldsdijk ge
naamd, die de oorzaak werd van duinvor
ming aldaar, welke duinen naderhand de ten
Oosten gelegen landen van het buitenwater
afscheidden.
De haven van den Helder ligt dus aan het
eind van eenen langen dijk, waarvan een
groot deel nu door duinvorming is bedekt,
en waarvan alleen de Heldersche zoewering
aan den Zuidkant van het Marsdiep over
bleef.
In het jaar -177Ö begon men met de aan
leg van de haven, hetgeen tot 1780 duurde,
in welk jaar bet werk werd voltooid. De ha
ven bestaat feitelijk uit twee dammen, waar
het water doorheen geleid wordt,' terwijl een
groote vangdam, in de richting van Wierin-
gen loopend, werd aangelegd, alzoo eenen
trechter vormend, die het water dwong door
de haven te gaan, waardoor zij op diepte
wordt gehouden. De binnendam is in 1812
aangelegd om verbinding te krijgen van een
soort marinewerf, die in 1792 werd aange
legd op het einde der haven met het weste
lijk deel der gemeente. Deze werf, genaamd
het Nieuwe werk", thans het fort „Oost
oever" was een soort kolonie, afgesloten van
de buitenwereld, die nu door voornoemden
dam communicatie met het overige deel der
gemeente kreeg.
In 1881* werd de haven tot oorlogshaven
bestemd, welke bestemming naderhand werd
uitgebreid, doordat Napoleon van de Noord
punt eene vesting maakte en aldaar forten
ter versterking aanlegde.
De haven werd spoedig gebruikt en vol
deed uitstekend, wat blijkt uit Mr. de Jon-
ge's mededeeling in Geschiedenis v/h. Ned.
Zeewezen, n.1., dat er op een tijdstip op het
eind der 80er jaren van de 18e eeuw een
honderdvijftigtal schepen tegelijk in lagen.
De haven kon dus eene toekomst hebben.
Wel was de walvischvaart, voor den aan
vang van de 19e eeuw in Huisduinen en
Helder uitgeoefend, verdwenen, maar nog
altijd waren de Texelsche gaten de ingangen
voor de haven van Amsterdam en moest
dus de vaart langs den Helder plaats heb
ben. De oude, uit vroeger eeuwen beroemde,
reede van Texel werd verlaten, men begon
de haven te prefereeren, terwijl daardoor
ook het Oudeschild op Texel, waar de koop
vaarders aankwamen, achteruitging.
Evenwel zou do scheepvaart door Texels
gaten naar Amsterdam niet lang meer duren.
Reeds geruimen tijd hadden do schepen
moeilijkheden gehad om Amsterdam te be
reiken. Vaak gaven do droogten in de Zui
derzee oponthoud, soms zelfs verhinderden
zij de schepen om voor Amsterdam te ko
men. Bij het IJ werd de aanslibbing even
eens zeer sterk. Men peinsde op middelen
om Amsterdams verbinding met zee in stand
te houden en kwam ton slotte tot het besluit
om een kanaal aan te leggen van den Helder
naar Amsterdam. In dien tijd werd reeds
„Noord Hollands Noorderkwartier met
betrekking tot den waterstaat", P. Schuiten
maker, pag. 89, Amsterdam 1900.
Dekker „Ontwikkelingsgeschiedenis en
beschrijving van den Helder" 1814. Helder,
Berkhout, pag. 6 v.v.
door Willem I op de richting Amsterdam—
IJmuiden, waar naderhand het Noordzeeka
naal zou worden gegraven, gewezen.
(Wordt vervolgd).
BUITENLAND.
De nota der Entente aan Dnltsehland.
De tekst der nota aan Duitschland is vast
gesteld. De vertegenwoordigers der vijf
groote mogendheden hebben Maandagavond
vergaderd onder voorzitterschap van Clc-
mence'au in diens kabinet in het ministerie
van oorlog. Loucheur, de minister van her
stel der nijverheid én Leygues, de minister
van marine, woonden do vergadering bij,
evenals Dutasta, de secretaris-generaal der
vredesconferentie. Zij hebben den tekst vast
gesteld van het antwoord op de Duitsche
nota, die verleden week Maandag door von
Lesner is overhandigd. Dit document is zeer
krachtig van toon. Het doet de Duitsche re
geering zuiver de noodzakelijkheid gevoelen
om haar goeden wil te toonen en het protocol
van 1 November te teekenen, dat de belofte
inhoudt om de voorwaarden van den wapen
stilstand na te komen, die nog niet zijn uit
gevoerd en aan de geallieerden 400.000 ton
havenmaterieel te verschaffen ter vergoe
ding voor de vernielde schepen te Scapa
Flow. Indien echter uit het onderzoek der
geallieerde deskundigen mocht blijken, dat
de geëischte 400.000 ton in de Duitsche ha
vens niet aanwezig zijn, zal daarmee reke
ning gehouden worden. Dit is een volstrekt
rechtvaardige oplossing.
Dutasta heeft de nota met een' daarbij ge
voerde commentaar Dinsdag aan de Duitsche
afgevaardigden overhandigd.
Von Lersner is met de nieuwe nota van de
geallieerden, die het antwoord bevat op de
nota van de Duitsche regeering van half De
cember, en de overige leden van zijn afvaar
diging naar Berljjn gespoord, opdat men
daar rustig zal kunnen overleggen, welke
houding het Duitsche rijk er tegenover zal
nemen. Maar een Duitscher is te Parijs ach
tergebleven, om zoodoende te laten uitko
men, wat von Lersner ook in zijn onderhoud
met Dutasta, den secretaris-generaal van de
vredesconferentie deed, dat de onderhande
lingen niet als afgebroken beschouwd moeten
worden. Dat zijn zij ook geenszins, integen
deel, zij zullen tot het zoo lang nagestreefde
doel, het definitieve in werking treden van
het vredestractaat van Versaiiles, leiden, Dit
blijkt duidelijk uit de mondelinge toelichting,
die Dutasta by de overhandiging van de nota
gaf, en die den inhoud van die nota zelf van
minder belang maakt. Hij zeide, dat een ver
mindering van het uit te leveren materieel
toegestaan zou worden, als kon aangetoond
worden, dat de raming van het materieel in
de Duitsche havens door de geallieerden on
juist was." Een vermindering van het uit te
leveren materieel is nu juist, wat Duitschland
wil, een vermindering tot zoowat de helft.
De geallieerden hadden echter eerst zoo
hoog van den toren geblazen en zoo schrik
kelijk plechtig verklaard, dat dit nu hun defi
nitieve eisch was en dat er verder niet meer
onderhandeld zou worden, dat elk terugkrab
belen voor hen het vernederend schouwspel
zou moeten opleveren van een zegevierenden
vijand, die zich zoo machteloos voelt, dat hij
tegenover zijn verslagen tegenstander bak
zeil haalt. Het zal er nu opgegooid worden,
dat de geallieerden de hoeveelheid dokken,
kranen en ander havenmaterieel in de Duit
sche havens onjuist geraamd hebben, en de
eisch en op grond van die vergissing voor
herziening vatbaar zijn. Duitschland behoeft
de vergissing maar aan te toonen en de zaak
is gezond. Dat hebben Amerika en Engeland
zoo gewild. Zij hadden niets geen zin om met
man en macht het bezette gebied in Duitsch
land uit te breiden en Frankrijk heeft noode
moeten toegeven. Daarom spreekt een
■Fransch blad nu eenmaal niet van de mee-
doogenlooze vijanden, zooals in den oorlogs
tijd, maar van... de meedoogenlooze bond-
genooten.
Berlijn, 24 Dec. De nota van den Opper
sten Raad, die gisteren door Dutasta aan von
Lersner was overhandigd, is hier hedenmid
dag aangekomen. Tengevolge van de sinds
gisteren opgetreden storingen op de leiding
is de nota echter niet in haar geheel overge
komen, doch in stukjes en beetjes.
FRANKRIJK.
C'ïemenceau over zijn bezoek aan Londen.
Parijs, 23 Deo. In de Kamer heeft Cle-
menceau een verklaring afgelegd over zijn
bezoek aan Londen. Nopens de Oosterscho
quaestie is de grondslag voor een bevredi
gende overeenkomst gelegd. Het vraagstuk
van Konstantinopel is nog onopgelost.
De kwestie betreffende Fiume werd, zoo
zeide hij, zorgwekkend. Aan de Italiaansche
regeering zou worden aangeraden om Fiume
aan de Zuid-Slaven af te staan. De Servische
Zuid-Slaven, die het eerst in den strijd gin
gen, rekenen op deze belofte. Italië is terug
gekomen op zijn overeenkomst. De openbare
meening is or zeer opgewonden. Frankrijk,
Engeland en de Ver. Staten leggen er zich
op toe het misverstand op te helderen. Vol
gens de laatste aanwijzingen schijnt het,. dat
de entente eindelijk een oplossing zal weten
te vinden, die allen bevredigen zal.
Over Rusland sprekende, zeide hij o.a.: De
voornaamste besluiten, die wij genomen heb
ben zijn de volgende. Wij zullen niet alleen
geen vrede sluiten, maai* ook met de sovjet-
regeering onderhandelen. Clemenceau brand
merkte in krachtige termen de sovjetregee-
ring, die hij de schandelijkste, meest barbnar-
sche regeering noemde, die ooit bestaan
heeft. In plaats van de dictatuur van een en
keling .is er een dictatuur van comité's, die
zichzelf benoemen.
De weder-opbouw van Noord-Frankrijk,
Uit Berlijn wordt gemeld, dat zich reeds
5420 Duitsche arbeiders vrijwillig hebben
aangemeld om in Noord-Frankrijk bij den
wederopbouw werkzaam te worden gesteld.
In Polen hebben zich 5024 arbeiders aan
gemeld. De eerste trein met werklieden is
reeds 1 Dec. van Warschau vertrokken. In
Januari zullen nog twee treinen, elk met
1000 werklieden, volgen.
De Amerikaansche voorraden.
Toen de Amerikaansche troepen na het tot
Ingezonden mededeeling.
VOEDZAAM
HBfiRLIM
VOOBOEELIfl
stand komen van den wapenstilstand en tij
dens de vredesonderhandelingen Frankrijk
gingen verlaten, heeft de Fransclie,. regee
ring voor eenige milliarden do .voorraden
van het Amerikaansche leger overgenomen.
Daartoe behoorden niet slechts reusachtige
hoeveelheden geconserveerd voedsel, maar
in den stock van de Amerikanen wareii ook
begrepen auto's, wagens, karrfcn, allerlei
werktuigen om wegen aan te leggen, enz.,,
enz. Het is nu uitgekomen, dat er op groote
schaal diefstallen in deze voorraden hebben
plaats gehad,.waarbij hooggeplaatste ambte
naren betrokken zijn. Er zyn elf aanhoudin
gen gedaan, waaronder die van Perron,
waarnemend chef de bureau aan het minis
terie van buitenlandsche zaken. Perron
schijnt, dank zij zijn hooge positie, in een
enkele keer acht wagons met koopwaren van
allerlei soort verduisterd te kunnen hebben,
waarvan hR een grove winst opstak.
Spoorwegongeluk.
Op den spoorweg RijsselParijs, even
voor Douai is een goederentrein op den snel
trein Rijssel—Parijs geloopon. Drie wagons
zijn vernield. Er zijn 12 dooden en 25 ge
wonden.
ENGELAND.
De Iersche quaestie.
Lloyd George heeft in het Lagerhuis de
zoo vurig begeerde voorstellen voor Iersch
zelfbestuur te berde gebracht. De voornaam
ste bepalingen om'vatten de instelling van
twee parlementen in Ierland, een voor het in
hoofdzaak pvotestantsch Noord-Oostelijk Ul
ster en een voor het overige Ierland, met
een raad, gekozen door de twee wetgevende
lichamen, welke de bond zal moeten vormen.
Deze raad zal de verantwoordelijkheid
dragen voor de wetgeving van Ierland.
De twee parlementen henben volledige
constitutioneele bevoegdheid voor de vor
ming van een enkele Iersche wetgevende
macht, waarop alle macht niet uitdrukkelijk
door het imperiale parlement voorbehouden
zal overgaan. De actie zal van de parlemen
ten moeten uitgaan. De postdienst wordt niet
overgedragen alvorens er in Ierland een
enkel Parlement is. De Royal Irish Consta-
bulary wordt gedurende drie jaren gehand
haafd. Elk parlement ontvangt een millioen
pond ter bestrijding der uitgaven. Elk parle
ment zal het recht hebben belasting te hef
fen, een inkomstenbelasting mot opcenten;
en recht hebben op een gedeelte der inkom
sten uit rechten, douanerechten en accynsen
geheven, door het imperiale parlement.
Spoorwegongeluk in Canada.
Montreal, 21 Deh. Een trein met tussehen-
deks-passagiers van het s.s. „Empress of
France" is in botsing gekomen met een goe-
derentrein. Men gelooft, dat or vijftien per
sonen gedood en vele gewond zijn.
HONGARIJE.
De executie der terroristen.
Paul Erio, de bizondere oorrespondent van
de „Ma-tin" te Boedapest verhaalt op welke
wyze de 14 Hongaarscho terroristen dezer
dagen zijn terechtgesteld* De terechtstelling
geschiedde op de binnenplaats van de mili
taire gevangenis, waar de veroordeelden wa
ren opgesloten. De Hongaarsche beul Michel
Bari verrichtte den arbeid. Tijdens het re
giem van Bela Kun had men zyn hulp her
haaldelijk ingeroepen, doch hij had steeds ge
weigerd voor de communisten te „werken.".
Vijf galgen, ongeveer 2 meter 20 hoog, wa
ren op de binnenplaats opgesteld. Daar wer
den de misdadigers in tegenwoordigheid van
den directeur der gevangenis, het hoofd der
politie en verschillende ambtenaren opgehan
gen. De nieesten van hen 'bewaarden, hun
koelbloedigheid; slechts een paar waren niet
in staat van hun cel naar de paal te loopen.
Tcherny, de commandant van het detache
ment van de „jongens-van-Lenbi", kwam het
laatst aan de beurt. Hij riep luide „voor een
idee" te sterven.
BULGARIJE.
Revolutlonnalr Bulgarije.
De bladen melden uit Sofia, dat aldaar
voor het Koninklijk Paleis groote anti-mo
narchistische betoogingen hebben plaats ge
vonden. De menigte verlangde den troonaf
stand van tsaar Boris. De menigte werd her
haaldelijk door de troepen uit elkaar ge
dreven.
Groote vermogens ln de Ver. Staten.
Er zyn in do Ver. Staten tegenwoordig
20.000 (dollar) millionairs, en deze categorie
neemt toe met 2000 personen 's jaars. Tot
deze klasse worden echter gerekend allen
wier jaar-inkomen ten minste 8 50.000 be
draagt, hetgeen, op 5 pet. rente berekend,
een fortuin uitmaakt van 81.000.000. ïn de
groep komen dus ook een aantal hoog gesa
larieerde personen, wier particulier vermo
gen geen 81.000.000 bedraagt.
Tot de klasse der millionairs behooren er
velen, die een inkomen hebben van flink over
1.000.000 's jaars. Er zyn er bij, die belas
ting betaalden van een inkomen tussclien 1
en l1/» millioen dollar 's jaars. Vier zijn er,
die belasting betalen van een inkomen van
5.000.000 's jaars.
In den loop van den oorlog zijn er 12.000
dollar-millionairs bijgekomen.