PLAATSELIJK NIEU WS Te Groningen slaagde voor het examen Engel sch M. O. akte B de heer W. van Maa- nen alhier. Dienstregeling Holl. Spoor, Op Oudejaarsdag loopt een extra-trein, vertrek 1.50 van liieor (als op Zaterdag). Die van 4.11 blijft echter gehandhaafd, (in tegen stelling met ons vorig bericht). Examen Boekhoudon. Voor het practijk examen Boekhouden van de Vereenlfjteg van Leeraren in de Handels wetenschappen, op 24, 25 en 26 November j.1. alhier, slaagden o.m. mej. D. J. H. Dito, mej. M. Goes, mej. O. HeitmeierKimmel, mej. J. H. Meijer, mej. E. P. M, Raadgers, mej. J. Roggeveen en de heeren A. de Broe- kert, J. Bont, P. J. Daalder (T^xel), R. de Haan, G. de Haan, H, O. Meskes, J. v. Ma nen, G. Molenaar, J. v. d. Jagt, O. Feenstra, R. Quast, A. v. d. Rest, A. F. Snel, J. van Zoonen, allen leerlingen van den cursus voor practijk-examen van den hoer A. O. v. d. Mey. Als teekon van den tijd zij hierbij vermeld, dat reeds onmiddellijk na -afloop der exa mens 3 candidaton als boekhouder te Am sterdam werden geplaatst en 1 to Vs-Herto- genboscb. Directeur van den gemeentelijken geneeskundigen dienst. Voor bovengenoemde betrekking zijn een viertal sollicitanten opgeroepen. De benoe ming zal pjaats hebben in de raadszitting van 80 Deo. a.s. Voor het Marine-monument. Do opvoering van „het Zangersfeest* door do „Marino Propaganda-Commissie" heeft een batig saklo opgeleverd van 110.45, wolk bodrag aan den penningmeester van de Com missie voor hot Marino-monument is afge dragen. Berging „Johanna". Naar wij vernemen heeft d.ö berging- maat.schappij Wijsmuller alhier mot den j.1. Zaterdag op do Vliehorst gestrandden drie- must schoener Johanna" gecontracteerd ter zake van hot lossen der lading en oventueel het vlotbrengen van het vaartuig. Algemeen Weeshui». Collectief ontslag Collega van Regenten. In de raadsvergadering van 18 December j.1. zijn do heer A. J. do Jongh, regent-voor zitter, en mevrouw Baert-Verfaille, regente# van ons Algemeen Weeshuis, door do meer derheid van den Raad niet herkozen, hoewel beidon door het regentschap voor herbenoe ming waren voorgedragen. Geheel buiten de voordracht om zijn twee onderen benoomd. Do overige regenton en regontessen, die de groote verdiensten van do oftredonden hoo- golijk waardccron en hot best meonon to kunnen beoordeelen, beschouwen do beslis sing der raadsmeerderheid als oen grovo bo- •lecdiging on ala een bewijs van gemis aan waardoering van onmiskenbare verdiensten, on hebben daarom „en bloc" ontslag ge vraagd, zooals blijkt uit het volgend schrij ven aan den Raad: Ondcrgeteekenden hebbon de eer U to mel den, dat zij ontslag nemen als Regent(es) van hot Algemeen Weeshuis, met ingang van 1 Januari 1920. De redon, die hiertoe geleid hooft, ls niet to zoeken in de personen, door den Raad tot Régcnt(es) benoemd, dezen blijven buiten alle beschouwing, maar in de naar hunne meening ongemotiveerde krenking van eon verdienstelijk regentes, als mevrouw Baert- Verfaille zich steeds getoond hoeft, en van den voorzitter, den heer A. J. do Jongh, die ruim 20 jaar lang zijn tijd on werkkracht aan het Weeshuis geschonken heeft, oerst als regent cn in don laatstcn tijd als voorzitter, en wien geon móeitfo ooft to veel was, waar het do belangen der weezen botrof. Do krenkend© bejegening, door de moer- dcrlioid vnn don Rand hun aangedaan, treft evenzeer do overige leden Tan het bestuur, die met algemeeno stemmen gemoend hadden beiden voor eene herbenoeming to m o o t o n aanbevelen, on mnakt het dezen onmogelijk, langer onder dezo Raadsmoerdorhoid, hun fuóctio te blijven waarnemen. Zij vorklaren,zich bereid, in hot bolang der woezen werkzaam to blijven, tot oen nieuw Bestuur zal zijn honoemd, wnt, naur zij ver trouwen, spoedig zal kunnen geschieden. (w.g.) Rogontoeao Mevr. da Wod. A. J. Moljcrs- Hionhuia, Movr. do Wod. 3?. Gorporaol- Bpruit Movr. A. P. do-Van-Boon, Eogont L. do Bruijn. i» Pf* H' Buiskool. Tb.* G. W. van Miorlo. Rechtstoestand militair personeol Zeemacht. In de pleno-vergadering van 4 Deo. behan delde de commissie in zake de regeling van den Rechtstoestand van hot militair perso neel der Zeemacht do verschillende vraag punten betreffende hot toekennen van beloo- nhigcn aan militairen der zeemacht. Eene daaromtrent door het bureau ontworpen re geling, aangevende uit welken hoofde en in welken vorm belooningen toegekend behoo- ren te worden en in welke gevallen en naar welke regelen zij kunnen worden ontnomen, werd met eenige wijziging door de commis sie aangenomen. Het ligt in de bedoeling deze regeling, welko zich tot de hoofdzaken bepaalt, op te nemen in de te ontwerpen reehtstoestandwet voor het marine porsoneel. Verschillende uitvoeringsvooraohrlften zul len zich bij deze regeling moeten aansluiten. Het in deze vergadering mede aan de orde gestelde onderworp, de bevordering van mi litairen der zeemacht, V'ord in verband met do vele belangrijke vragen, welke zioh daar bij voordoen, ook wat botroft de bestaande voorschriften nopens de bevordering van officieren, onderofficieren en manschappen, voor dadelijke behandeling door de oominis- sie in pleno niet vatbaar geaoht. Eene sub commissie werd ingesteld, welke zoo spoe dig mogelijk zal onderzoeken naar welke re gelen de bevordering behoort te geschieden en in hoeverre do daaromtrent bestaande voorschriften verbetering behoeven en van de resultaten van dat onderzoek verslag zal uitbrengen aan de commissie. In het belang der werkzaamheden van de verschillende sub-commissies en ten einde het bureau in de gelegenheid te stellen zich eenigen tijd meer uitsluitend te kunnen be zighouden met de uitwerking van de vele reeds behandelde onderwerpen en met het ontwerpen van een voorstel in zake het ge organiseerd overleg, zal de commissie ver moedelijk niet vóór 8 Januari 1920 in pleno vergaderen. Voor hot Weensche kind. In vollen gang is de arbeid voor honge rend We enen. In enkele bedrijvon is men reeds met overwerk begonnen, en weer an deren zullen twee vrije Zaterdagmiddagen, of tweede Kerstdag voor dit doel benutten. Het is ons om 't even op welke wijze de arbeiders hun solidariteit willen betuigen met het hongerende Weenen. Hoewel wij moeten constateeren dat, door welken invloed ook, de steun voor Weenen niet Ieders sym pathie heeft, dit is te betreuren, te mey daar de ellende van zoo'n ontzettende be- teekenis is, dat meer dan 700.000 arbeiders en hun gezinnen aan de grootste ellende zijn prfjs gegeven. Wü achten het onze plicht,, waar alle richtingen gemeenschappelijk voor dit doel optrekken, u te wijzen op dé groote verantwoordelijkheid die op u rust; om u niet to onttrekken aan hetgeen de vakcentralen van u vragen, om uw solidariteit om te zet ten in een daad, en acht uur te werken voor het hongerend Weenen. Pleeg in dat geval zooveel mogelijk over leg met uw patroon, op welke wijze het mo gelijk is, naar den aard van het bedrijf, die acht uur te werken. Daarnaast zal het goed zijn, dat de arbeiders het loon van die acht uur werken, persoonlijk niet in ontvangst nemen, zoodat do subcomitó's ten alle tijdon bij de patroons over deze gelden kunnen beschikken. Dit veraangenaamt de werkwijze en geeft betere controle aan de sub-oomitó's. In ver band mot bovenstaande, hopen wij, dat de patroons Memode rekening willen houden, en de sub-comité's uit die bedrijven de ge legenheid to geven, daarover te kunnen be schikken. Hieronder volgen do sub-comité's uit do verschillende organisaties: Afd. Alg. Ned. Typografen Bond: K. Val kenburg, A. Snel en W. Letter, Ruiterstr. 42. Afd. Alg. Ned. Metaalbew. Bond: J. Leder, D. Jongbloed en D. Smit, Florastraat 20. Afd. Alg. Ned. SchildersgezellonbondH. en G. Dordmunt en A. Korsman, Stationstr. (Groep) Plaatselijke Metselaars Ver.: O. Dienaar, B. Harkus en J. de Wijn, Tromp straat 12. Afd. Oentr. Bond van Havens en Transp.» arbeiders: Timmermans, Janzen en R. Boo gaard, Schagenstraat 0. Afd. Alg. Ned. Tlmmerïiedenbond: J. Bak ker, O. Wegman en A. Valkhof, Walvizch- straat 1. Afd, Oentr. Bond van Bouwvakarbeiders: D. Luohtonburg en Jansma. Afd.'Alg. Ned, Meubelmakers- en aanver want o vakken: O. Fasol en H. R. Ritsma. Afd. R.-K. Meubelmakers: J. Au Greib, Wagenstraat, Afd. R.-K. Bouwvakarbeldorsbond: J. Hip pens, Schutte en A. Toes. Afd. Chrlst. Motaalbewerkersbond: Raek- wel, Goudswaard en Gruiter. Van do organisaties van overheidsperso neel is nqg niet beleend, hoö do sub-comi tés zijn samengesteld. Wij vertrouwen echter, dat do organisa ties, dïo nog'geen sub-comité's hebben aan gewezen, dit zoo spoedig mogelijk zullen doen, en urn ons daarvan bericht sullen zenden. In navolging van de vergadering van het landelijk comité uit do vijf vakoentralen, mot de hoofdbesturen der landelijke patroons bonden, waar de vraag is besproken in hoe verre do patroons bereid zouden zijn de winst van de acht uur werken te storten bij het bedrag, dat door do arbeiders wordt af- edragen, kwam zeer duidelijk uit, dat ook o patroons beroid waren, jn deze richting iets te doen. Algemeen was men van oor deel, waar het winstpercentage moeilijk to berekenen was, een zelfde bedrag beschik baar to stellen als door de arbeiders in dat bedrijf wordt verdiend. Waar dus do hoofdbesturen dor landelijke patroons-organisaties in deze een voorbeeld zijn geweest, mogen wij vertrouwen, dat do Heldersche patroons niet zullen achterblij ven. Wij govon daarom de patroons in over woging uit hun midden eon oomitó to benoe men, dat zich wil belasten met het in ont vangst nemen van dat bedrag, wat als winst of ecu doel der winst gerekend mag worden, dat dan aan het landelijk comité overge maakt kan worden. Voor verdere inliohtingen gelieve men zich te wenden tot den Secretaris van het Plaatselijk Comité D. DE ZEE, Basstraat 84. „Alleen op do Wereld." Mon schrijft ons: Morgenavond geeft t Ensomblo Sluijtcrs en Iiraakensiek in „Casino" eon buitongo- wono voorstolling van „Alleen op do Wereld" naar don bekenden roman van Hector Malot. Dozo voorstclllug zal goheel gelijk zijn aan dio van don Plantage Schouwburg te Amator- dnm, waar bovongonoemd drama moer dau 100 maal werd opgevoerd. Hotzclfdu gezel- Bohnp van Arasterdam zal ook hier do voor stelling goven met do geheelo monteering on décors van den Plantage Schouwburg. Over het enorino succes leze men onderstaande persuittreksels: „Het Nieuws van den Dag", Amsterdam: Door het Ensemble Sluijtors on Braakensielc wordt ioderen avond met enorm succes en voor uitverkochte zalen in den PlantaaoSchouwburg „Alleen on de Wereld" opgevoerd. Dat het etuk een welverdiend succes hooft, is voornamelijk te danken aan het mooie spel der artlsten, die hierin medewerken, alsook aan de fraaie décors, alles to zaruen dus eene voorstellina dlo wQ ban teerste kunnen aanbevelen. „De Tijd", Amsterdam: Ofschoon wil niet dikwijls over toonoolopvoe- rlngon schrijven, kunnon wÖ met do opvoering van, het moestorwork „Alloen op do "Wereld" niet an- dors als oono uitzondering maken. Hot Ensomble Sluijtors on Brnakousiek speelt dit tooneelstuk uitstekend, zoowel op de monteering als het spel dor artlsten valt niets aan te morken, dit ls alles ln de puntjes verzorgd, wij hevel on doaroiu onzo lozers wnrm aan dezo bepaald niet aanstootoliiko voorstelling te gaan zien. Stads-Editie „O.H. Ct." Haarlem: Alloen op do Worold. Ensemblo Sluijtors on Braakensiok. Het publiek amusoerdo zich uitstokend en na leder bedrijf daverdo do zaal van het applaus. Hooft het ensemble Sluijters en Braakensiok van daag en morgen eon even groot succos, dau kan het over Haarlem volkomon tevreden zijn. Kalenders. De firma Van den Bergh's Fabrieken, Rotter dam, stelt, evenals andere jaren, haar fraaie reclamekalenders voor Sana-plantenboter en Vitello-margarine gratis bij de winkeliers verkrijgbaar ten behoeve van de verbruikers hunner producten LANGS DE STRAAT. „Gott erbalte 'Franz den Kaiser", Helder en vroolijk schalden de tonen langs de Hoofdgracht, op dezen iraaien Kerstdag. Wel heeft Franz, de Keizer of diens opvolger al sinds ruim een jaar scep ter, kroon en heerlijkheid meegegeven aan den werkman der Weener stadsreiniging, maar vader Haydn's Keizcr-sonate blijft niet minder klassiek, niet minder fraai, al is voor Franz Josof geen plaats meer daarin be schikbaar. Het bekende voormalige Oostenrijksche volkslied, door Winnubst gespeeld, was be doeld als een demonstratie ten behoeve van het Weener kind. Ook op andere plaatsen in de gemeente werd eenzelfde demonstratie gehouden; hier was het een zangvereeni- ging, die van straat tot straat trok, om de Harten te roeren en de beurzen te openen; elders weer trad een ander muziekkorps, eene andere vereenigin^op. En steeds wer den ze vergezeld door glimlachende, bede lende dames of heeren, met een witie baud om arm, borst of hoed, en een wijd zioh ope nend, wit katoenen geldbeursjo in de hand. Voorbijgangers werden aangehouden, woon huizen bestormd, portemoimaies geplunderd. Zoo trokken, ze de stad door, van straat tot straat, als mlnnestreels-e n-m a s s e, en weinigon wafen er, die „niet thuis" gaven. Immers, reeds was, in schrille kleuren, de ellende geschilderd, die het arme Oostenrijk sche volk, speciaal het Weener kind, door staan moest als gevolg van den onzaligen oorlog, die het land geruïneerd, verbrokkeld, uiteengcscheurd heeft; reeds was, in woord en beeld, gedemonstreerd tot welk ccn graad van materieel© ellende dit groote, eenmaal machtige rijk was teruggevallen, of reeds dadelijk liepen de Hollanders to za* men en hun harten werden bewogen door groot, innig medelijden. Comités werden op gericht; golden verzameld, treinen mot le vensmiddelen naar Oostenrijk gedirigeerd; ondervoede, tot het uiterste verzwakte kin deren met liefdeTtol hart hierheen gohaald, gekoostord, vertroeteld, verpleegd. Eigenaardige complicatie van allerlei te genstrijdige eigenschappen is toch do menschi Als het hem gelast wordt, loopt hij te hoop voor een massa-moord op zijn mede- menschon, zonder dat hij eenig idéé heeft van het soort van „ideaal'', dat men daar- doy beweert na to streven. En even later wordt zijn gemoed tot schreiens toe bewogen over de afschuwelijkheden, die van dat te hoop loopen het onafwijsbare gevolg zijn. Om dan te gaan „lenigen" in don nood. Het feit, dat wij in den grooten Europee- eohen oorlog slechts toeschouwers zijn ge weest, maakt, dat wij met onbevangen gemoed ons wijden kunnen aan den liefdedienst om den bitteren nood van onschuldlgon to loni- gon. En het is,, gélooven wij, de reactie op het doelloos toezien, op dezen afschuwelijk- sten aller oorlogen, dio maakt dat wij, nu onze hulp noodig werd, de spits afbijten voor andere mogendheden. Duitschiand, Rusland, zelve vertrapt en nog in wanorde, zijn uitter- nard nog niet in staat tot helpen, hebben zelf hulp noodig; do entente-mogendheden, als overwinnaars uit don strijd gekomen, ver beelden zich, dat hot waardiger is niet to spoedig te laten zien, dat zo-niet hoos meer zgn. En zoo werd Nederland, dat mot hot stamverwante Duitsch-Oostonrijksche volk velo relaties onderhoudt, hls van zelve het aangewezen land om mden'verschrikkelijkan nood van het «me onschuldige Oostenrijk sche volk te voorzien. Het wérd een spart.: wie zal hot meeste geven? Comité na comité trad op, en op al lerlei wijzen trachtte mon geldon tezamen tc brengen. Onze plaats bleef niet achter, en behalve versch Ulondo liefdadigheidsvoorstellingen was dezè straat-demonstratie, ondor auspi ciën van hot gemeentebestuur gehouden, eene wijze van geldinzamolen, die alles zins sympathiek was. Schier allo zang- on muziekvercenigingen ter plaatse deden mee en daar hot Tweede Kerstdag on prach tig woor was, zal ongetwijfeld dezo colleote veel ingebracht hebben. Voldoondo aan den oproep der arbeiders- besturen in ons ltfftd, heeft eon groot deel van hot personeel onzer drukkerij dien dag cenigo uren gewerkt. De daarmee verdiende loonon zuilen aan do betrokken comitó's worden afgodragen. Zoo helpt eon ieder naar vermogon on als straks de entente wat bekomen is van liaar overwinningsroes, helpt ook zij. En allo hens moeten dan aan dek om do nieuwe maat schappij waardig in te wijden. BUURTJE door 'Norras. Rustig en ingetogon woonde zo al jaren lang, eerst mot haar man, later nis een ecn- «uno woduwe Jn het kleino huisjo in do roezemoezerlgo straat. Do tand des tljds had bolden niet ontzien, do oudo vrouw cn haar kluisje kenden do gebrekon des ouderdoms, werden tezamen bouwvallig cn hulpbehoe vend. Geen kind, dio zich het lot der moeder, geen huisbaas, die zich dót van zijn woning aantrok. Ze moesten maar mee, zoolang ze konden als 't al heel erg was, kwam bij de vrouw eens een keer een armendokter, zette een timmerman hier en daar een stutje om hot huisjo staande te houden. Dan hield het weer een poosje. Och, en als 't dan woer zomer werd, dan kwam hefc koesterend zonnetje, maakte de stijve botten weer, wat leniger, deed het oude bloed wat sneller loopen en op het huisje tooverde ze vroolijke lichtplekken, gaf de plantjes voor het raam nieuwe, frissclie, groene scheuten, wekte er zoowaar fleurige bloempjos tusschen. Dan leek het wel, of ze allebei weer jaren mee konden. Doch iederen keer, als de herfststormen begonneu te bulderen en de lange, barre winter don baas speelde, kregen ze beiden stiekum een knoei, die ze weer een stapje nader bij bet einde bracht. Ieder in de straat kende „buvrouw" Jansen en „buvrouw" Jansen zelf was op de hoogte van alle familiegebeurtenissen rondom. Hoe veel kinderen zagen daar in al die jaren niet het levenslicht, van hooveel huwelijken en sterfgevallen was de oude vrouw niet getuige geweest en aangezien haar geheugen 6terk bleef, was ze de vraagbaak van velen. Zoo scharrelde ze rond, één gulden van het armbestuur, twee gulden staatspensioen, zelf deed ze al baar werk nog en kwam steeds knapjes voor den dag. Tot ze na baar tachtigstén verjaardag ih- peens sterk begon te verminderen. De luiken bleven 's morgens veel langer dicht, baar straatje voor het huis werd groen, haar eer tijds heldere ruitjes zagen streperig en groe zelig. En op zekeren dag bleven de groene luikjes heelemaal dicht. Ant Velders, haar buurvrouw rechts, merkte het dadelijk, probeerde achter bij haar binnen te komen, wat, dank zij do uit gezakte deur en den' niet passenden grendel, geen moeite opleverde. „Sckcolt or wat aan, buvrouw?" cn voor zichtig, eon beetje schuw (zé mocht er es dood wezen) schoof Ant een roodgebloemd bedgordijn op zij. Nee, goddank, dood was ze niet, maar ziek en min, nou het scheelde niet veel. ,,'k Ben niks goed, buvrouw," klonk uit de bedstee een klagelijk oud stemmetje, „en 'k heb zoo'n dorst!" Dadelijk was Ant een en al bedrijvigheid. „Wacht maar, ziel, 'k haal effe gauw een heet bakkie koffie t" Het warme vocht knapte 't oudje werkelijk even op, ze praatte ineens veel helderder, voelde of de nachtmuts recht zat, schoof Het laken wat glad. Zc wou er zelfs weer uit,-doch pas op den stoel voor 't bed, werd ze zoo raar en draaierig, dat Ant haar subiet er weer onder stopte. Dokier kwam, schudde het hoofd tegen Ant „niks aan te doen, 't lampje gaat uit." Van bed kwam ze niet meer, maar soms bij buien leek ze nog een heele Piet, gaf in structies en was soms zelfs nog vroolijk en moppig. Ze had dan ook eon leventje als een prinses. Nooit in haar lang bestaah was ze zoo bediend en vertroeteld. Allereerst haar beste buurtje Ant Velders en dan nog kwa men uit de heele straat buurvrouwen met de eon of andere versnapering aandragen. Die een kommetje soep, die een sinaasappel, die een geklutst ei, die woer soep zoo ging het door. De zwakke sturaperd kon onmoge lijk zoovoel lekkers naar binnen werken. Eén slokje melk of ei, een paar lepels soep, dan viel het oude hoofd weer vermoeid ach terover. Buurtjo Ant voerde do opperhoei-schhppij. Neel Bakker, Trien Mol, vrouw van den Berg, Jans Doorn, scheele Griet on vrouw van Santen wedijverden in attentie en des morgens was de een nog vroeger dan de ander present om naar den welstand van „buvrouw" te vernemen, 't Begon Ant, die, om 'b nachts bij de hand te kunnen zijn, in ?t voorkamertje een kermisbed had opgesla gen (ze kon het gelukkig goed doen, kinde ren bezat ze niet en manlief was veertien dagen ia IJmuiden aan 't werk) vreeselijk do keel uit te hangen. Kijk eres zij, als naaste buur, was altijd met bet oudo mensch in de vriendschap geweest, maar die anderen, wat hadden die met haar te maken? Daar had je die leclijke, vieze Bet, als je d'r tegen de muur plakt, blijft ze hangen, laat die met 'r gore pannetjes maar' wegblijven ?k geef ze het oude mensch toch niet nou, en dan het andere zoodje wat bezielt die lui? Vroeger kekon ze naar ?t ouwe mensch niet om en nou is 't: aap, wat heb je een mooie jongen. Bovendien, dat zij, Ant, zich om het oudje bekommerde, dat was ze verplicht aan d'r eigen zo bad 't ouwe mensch in een fonds gedaan, er dus belang bü aan haar zou 't niet liggen, als vrouw Jansen geen fatsoenlijke begrafenis had, maar dat andere zoodje? Do verhouding tusschen die anferan werd zienderoogen minder goed. 't Léfflrwel, of ze elkaar daar weg wilden kijken. Vooral vrouw van Santen met haar uitgestreken bakkes, die iederen dag haar kerkboek mee bracht en met fleenjerigo stem steeds vroeg: „buvrouw, wil ik u soms een mooi pesahnpie voorleze?" keek of zij daar alleen recht van spreken had. Het was midSag. Het oude zieltje lag in lichte sluimering. Voor de deur der kleine woning kibbelden luidruchtig een paar buur kinderen. Ant, bang, dat ze 't oudje zouden wakker maken, wilde ze juist wegjagen en stond al in 't portaaltje mot den deurknop in de baud, als ze daar buiten iets hoorde, wat zoo liaar toorn opwekte, dat ze met een vaart de deur openrukte en op straat stoof tussehon die kibbelende meidon. Jawel, net wat zo dacht: die slungel van van Sahten mot die Bet. „Lilleko sallemanders, willen jullie wol es gauw opdondere, zeg? Mot jo die arme ziel nog wakker skroeuwo?" „Nou, mot zo maar niet zegge, dat ik 't lieg 't is wel waaris, moeder heb 't dikke],s genoeg gezcid, as buvrouw Jauso uit do tijd is, drinko we zukkela en krijgo wo tarotjes ok „En zij wil niet goloovo, as dat wo een kerstbooinpio krijgo met mooio kaarsies or an en dat me moeder een gramofoon huurt met Stille Njcht, heilige Nacht er op, als- buvrouw nog deze week komt te sterrovo ,,'t Is nietes, lij bon-altijd zoo'n jokkebak." ,,'t Is welles, krengl" Do jongedames werden handgemeen vrouw Volders gaf zo nllobel eon schop, dat zo vochtend over do straat rolden. Blnnon stond Ant een poos als van Lotje getikt. Stommerd, dat ze was, om dat niet eerder te snapperil niks als eigenbelang van al die wijven. Goeie genade, acht, met haarzelf er bij, die 't mensch in een fonsie hadden! Zeveu, die dagelijks vigeleerden of zo al mortje was. Affjjn, laten ze maar der es komen, die sloeries, ze zal 'ze van katoen geven, maar natuurlijk niet onder de oogen van 't ouwe monbeh buiten, in de vrije natuur. 't Gaf eon oorlog, zooals. die volksstraat nog nooit had gekend. Anht huisvrouwen, diverse .mannetjesputters, opgeschoten jon gens'en meidon, 4 kleine grut, alles trok voor of tegen elkaar partij schold, vocht en daar in 't kleine huisjo aan 't' eind van de straat lag in de muffe bed3toe de on schuldige oorzaak van al dat gekrakeel cn wou maar niet doodgaan, nee, zo knapto op^ zienderoogen sterkto ze wat aan, al ble ven voor zeven schikgodinnon de goede ga ven achterwege en moest ze 't alleen van Ant hebben. Ze kwam weer zóó bij, dat toen Ant met eersten Kerstdag het potkacheltje gloeiend bad gestookt met baar eigen kolen ('t vroor buiten, dat -het kraakte) en oen ke teltje chocola er bovenop stond te geuren, een trommeltje speculaas op tafel naast het heldere kopjesblaadje, ze er uit scharrelde en met een dikken doek om het kromme rugje, de haren netjes weggestreken onder de schoone nachtmuts, haar eigen hoekje weer opzocht. Tevreden en dankbaar keken de oude oogen bedrijvige Ant na. „Zoo'n vrouw ir toch maar een zege, jonge!" kraakte haar stem naar de overzij der tafel, waar, in den leuningstoel van haar overleden man, Kees, Ant's gemaal, lustig er op los zat te dampen, „en ik heb er op mijn ouwe dag nog een dochter mee ge- krege". „Ja hoor, ze is nog zoo kwaad niet", brom de Kees zod onverschillig mogelijk, „in elk geval ben je maar weer netjes opgekikkerd, je teekent nou zeker wel weer voor éen jaar of wat ho, moeder? Zo willen je daar toch nog niet hebbe, geloof ik". ,,'k Zou nou nog zoo graag wat wille blij- ve, nou ik pas voor 't oerst van mé leve zoo'n lieve dochter heb gekrege", en ze streelde zacht Ant's arm, die het kussen wat steviger in den rug trok en daarna eens voelde, of de stoof nog wel goed warm was. „En ik een moeder", sprak Ant met een ongewoon zachte stem en toen ze ziqh op richtte met afgewend hoofd, streek ze ter sluiks even met de mouw langs de oogen. GEMENGD NIEUWS Eea mit velen. Onder dit opschrift geeft „de Bode" den volgenden brief, die het hoofdbestuur van den Bond v. Ned. Onderw. ontving: «Mijn zoon P. W. A. A. onderwijzer te B., was met Augustus na het eindigen'der groote vacantio weder naar zijn standplaats vertrokken en sedert hadden wo niets meer van hem gehooiu. Wij vroegen hem eens thuis te komen, maar hij schreef terug, dat hem dit onmogelijk was van wege de gel den. We zonden hem het reisgeld* en nu is hij de vorige week thuis geweest en vertelde, dat de gom. nog altijd het oudo salaris 650) uitkeert. Verscheidene bezoeken, bij den heer Burgemeestor afgelegd, mochten niet baten. De gemeente wil niet uitbetalen, zoolang het Rijk niet betaalt. „Hij ontvangt elke maand 50.371/» en be taalt voor kost en inwoning ƒ50. Hij houdt dus 0.37Va per maand over. „Verleden Zaterdag met dien geweldigen sneeuwstorm ia hij naar de cursus te T. ge weest. De weg was bijna onbegaanbaar en bet was verschrikkelijk koud, de jongen moest zy'n brood droog opeten. Hij had geen cent om een kop koffie te koopeu. Ik kan hem niet helpen. Ik ben 1 Jan. '19 gepension- neord on ontvang nog altijd een pensioen van r717, hoewel ik recht heb op 933, maar daar brengen ze maar geen verandering Jn. Overal* geweest en nu het 6e kw. al ontvan gen, altijd nog maar tegen ƒ717. (Vraag maar aan Mr. Zadelhof!, die weafi en alles van)." Overstrooming, Tengevolge van den hevlgen Noordwester- storm is Vrijdagmiddag oen groot gedeelte van Maassluis overstroomd. De bewoners van de Haven jonden hunne huizen niet verlaten en konden door niemand te voet bereikt worden. Het wa ter drong in verscMl- loude woningen door. In don voorafgaanden nacht werden vele panden ernstig door storm beschadigd; groote winkelruiten werden in gedrukt, 6ckoorsteenea, zelfs daken jvoeieu He* kasteel doos roover» aangevallen, Brussel, 26 Deo. Het „Laatste Nieuws'1 maakt melding van een verschrikkelijk drq« ma in Belgisch Luxemburg. Daar zou, vol gens het blad, het kasteel La Verrière bij Bastogno, bewoond door eene Fransche fa milie met acht kinderen, des nachts door ecu rooverbende zijn aangevallen. De nachtwa ker en de honden werden neergeschoten. Na dat de roovers het huis waren binnenge drongen, word de heer des huizes, R., die eenige schoten op do bende had gelost, op do binnenplaats door hen vermoord. De ove rige bewoners werden in een kamer opge sloten en do roovers, dio vier dagen in het kasteel bleven, vernielden en stalen alles. Ook de 23-jarigo zoon, alsmede een der dochters, werd vermoord. Op do komst van een tiontal Fransche sol daten, die onverwachts eon bezoek aan het kasteel brachten, nam de bende de vlucht, door do soldaten achtervolgd. Vijf der roo vers werden aungohouden on herkend; zij waren vroeger op hot kasteel werkzaam ge weest. Voetgangers cn auto's. Tn sommige wijken van Parijs i« het ver keer vooral van auto's langzamerhand zóó druk geworden, 0at Voetgangers er waar schijnlijk niet voor hun genoegen uit wan delen gaan. Clément Vautel komt in eon var» zijn laatste films voor den voetganger op. Hij schrijft: Ik bad mo bijna candidaat gesteld voou den gemeenteraad als „candidaat van do voetgangers". Maar ik heb bij mezelf gezegd, dat ik. waarschijnlijk verpletterd zou worden: wat doo jo tegen een tegenstander met eea auto? Tooh ls de zaak vnn do Pnrijsche voetgan gers een groote en nobele zaak: haar voor staan dat la do zwakken on verdrukten ver dedigen. Wat ia do voetganger? Niels. Wat moet hij eijn? Iets. Maar hoe meer wij gaan, hoe meer het arme voetgangersvolk als quantitó néglige- able behandeld wordt: het raakt onder don voet en bovendien wordt liet nog afge snauwd. Dezer dagen heb ik dit verhoven woord geboord van een voetganger, die om- vor geworpen en beleedigd was door een tyran op wielen: Overrijdt mij, maar weeat tenminste be leefd lederen dag word er te Parijs van zes tot tien menschen overreden. De „Gotha's" en de „Bertba's" hebben dat gemiddelde nooit bereikt: de straat wordt een slagveld an natuurlijk betaalt de infanterie bet gelag. Oudin, de nieuwe voorzitter van den ge meenteraad, heeft ons zoa pas gouden ber gen beloofd. Intusscben zouden wij heel tevreden zijn als we een straat konden over steken zorider te denken dat het trottoir aan de overzijde mlsscMen in een betere wereld gelegen is. Tal van straten, lanen en pleinen hebben sedert den oorlog van naam veran derd: maar het fcruispnunt der verpletterden zal dat ooit een anderen naam krijgen? 'Voetgangers, mijn broeders en ook gij bra ve vrouwen, die te voet gaat, laat ons een vereeniging oprichten, laat ons ons verde digen en, als het moet, laat ons afdalen in de straat. Dèèr moeten wij overwinnen of sterven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 6