PLAATSELIJK NIEU WS
Te Groningen slaagde voor het examen
Engel sch M. O. akte B de heer W. van Maa-
nen alhier.
Dienstregeling Holl. Spoor,
Op Oudejaarsdag loopt een extra-trein,
vertrek 1.50 van liieor (als op Zaterdag). Die
van 4.11 blijft echter gehandhaafd, (in tegen
stelling met ons vorig bericht).
Examen Boekhoudon.
Voor het practijk examen Boekhouden van
de Vereenlfjteg van Leeraren in de Handels
wetenschappen, op 24, 25 en 26 November
j.1. alhier, slaagden o.m. mej. D. J. H. Dito,
mej. M. Goes, mej. O. HeitmeierKimmel,
mej. J. H. Meijer, mej. E. P. M, Raadgers,
mej. J. Roggeveen en de heeren A. de Broe-
kert, J. Bont, P. J. Daalder (T^xel), R. de
Haan, G. de Haan, H, O. Meskes, J. v. Ma
nen, G. Molenaar, J. v. d. Jagt, O. Feenstra,
R. Quast, A. v. d. Rest, A. F. Snel, J. van
Zoonen, allen leerlingen van den cursus
voor practijk-examen van den hoer A. O.
v. d. Mey.
Als teekon van den tijd zij hierbij vermeld,
dat reeds onmiddellijk na -afloop der exa
mens 3 candidaton als boekhouder te Am
sterdam werden geplaatst en 1 to Vs-Herto-
genboscb.
Directeur van den gemeentelijken
geneeskundigen dienst.
Voor bovengenoemde betrekking zijn een
viertal sollicitanten opgeroepen. De benoe
ming zal pjaats hebben in de raadszitting van
80 Deo. a.s.
Voor het Marine-monument.
Do opvoering van „het Zangersfeest* door
do „Marino Propaganda-Commissie" heeft
een batig saklo opgeleverd van 110.45, wolk
bodrag aan den penningmeester van de Com
missie voor hot Marino-monument is afge
dragen.
Berging „Johanna".
Naar wij vernemen heeft d.ö berging-
maat.schappij Wijsmuller alhier mot den j.1.
Zaterdag op do Vliehorst gestrandden drie-
must schoener Johanna" gecontracteerd ter
zake van hot lossen der lading en oventueel
het vlotbrengen van het vaartuig.
Algemeen Weeshui».
Collectief ontslag Collega van Regenten.
In de raadsvergadering van 18 December
j.1. zijn do heer A. J. do Jongh, regent-voor
zitter, en mevrouw Baert-Verfaille, regente#
van ons Algemeen Weeshuis, door do meer
derheid van den Raad niet herkozen, hoewel
beidon door het regentschap voor herbenoe
ming waren voorgedragen. Geheel buiten de
voordracht om zijn twee onderen benoomd.
Do overige regenton en regontessen, die de
groote verdiensten van do oftredonden hoo-
golijk waardccron en hot best meonon to
kunnen beoordeelen, beschouwen do beslis
sing der raadsmeerderheid als oen grovo bo-
•lecdiging on ala een bewijs van gemis aan
waardoering van onmiskenbare verdiensten,
on hebben daarom „en bloc" ontslag ge
vraagd, zooals blijkt uit het volgend schrij
ven aan den Raad:
Ondcrgeteekenden hebbon de eer U to mel
den, dat zij ontslag nemen als Regent(es) van
hot Algemeen Weeshuis, met ingang van 1
Januari 1920.
De redon, die hiertoe geleid hooft, ls niet
to zoeken in de personen, door den Raad tot
Régcnt(es) benoemd, dezen blijven buiten
alle beschouwing, maar in de naar hunne
meening ongemotiveerde krenking van eon
verdienstelijk regentes, als mevrouw Baert-
Verfaille zich steeds getoond hoeft, en van
den voorzitter, den heer A. J. do Jongh, die
ruim 20 jaar lang zijn tijd on werkkracht aan
het Weeshuis geschonken heeft, oerst als
regent cn in don laatstcn tijd als voorzitter,
en wien geon móeitfo ooft to veel was, waar
het do belangen der weezen botrof.
Do krenkend© bejegening, door de moer-
dcrlioid vnn don Rand hun aangedaan, treft
evenzeer do overige leden Tan het bestuur,
die met algemeeno stemmen gemoend hadden
beiden voor eene herbenoeming to m o o t o n
aanbevelen, on mnakt het dezen onmogelijk,
langer onder dezo Raadsmoerdorhoid, hun
fuóctio te blijven waarnemen.
Zij vorklaren,zich bereid, in hot bolang der
woezen werkzaam to blijven, tot oen nieuw
Bestuur zal zijn honoemd, wnt, naur zij ver
trouwen, spoedig zal kunnen geschieden.
(w.g.) Rogontoeao Mevr. da Wod. A. J. Moljcrs-
Hionhuia,
Movr. do Wod. 3?. Gorporaol-
Bpruit
Movr. A. P. do-Van-Boon,
Eogont L. do Bruijn.
i» Pf* H' Buiskool.
Tb.* G. W. van Miorlo.
Rechtstoestand militair personeol Zeemacht.
In de pleno-vergadering van 4 Deo. behan
delde de commissie in zake de regeling van
den Rechtstoestand van hot militair perso
neel der Zeemacht do verschillende vraag
punten betreffende hot toekennen van beloo-
nhigcn aan militairen der zeemacht. Eene
daaromtrent door het bureau ontworpen re
geling, aangevende uit welken hoofde en in
welken vorm belooningen toegekend behoo-
ren te worden en in welke gevallen en naar
welke regelen zij kunnen worden ontnomen,
werd met eenige wijziging door de commis
sie aangenomen. Het ligt in de bedoeling
deze regeling, welko zich tot de hoofdzaken
bepaalt, op te nemen in de te ontwerpen
reehtstoestandwet voor het marine porsoneel.
Verschillende uitvoeringsvooraohrlften zul
len zich bij deze regeling moeten aansluiten.
Het in deze vergadering mede aan de orde
gestelde onderworp, de bevordering van mi
litairen der zeemacht, V'ord in verband met
do vele belangrijke vragen, welke zioh daar
bij voordoen, ook wat botroft de bestaande
voorschriften nopens de bevordering van
officieren, onderofficieren en manschappen,
voor dadelijke behandeling door de oominis-
sie in pleno niet vatbaar geaoht. Eene sub
commissie werd ingesteld, welke zoo spoe
dig mogelijk zal onderzoeken naar welke re
gelen de bevordering behoort te geschieden
en in hoeverre do daaromtrent bestaande
voorschriften verbetering behoeven en van
de resultaten van dat onderzoek verslag zal
uitbrengen aan de commissie.
In het belang der werkzaamheden van de
verschillende sub-commissies en ten einde
het bureau in de gelegenheid te stellen zich
eenigen tijd meer uitsluitend te kunnen be
zighouden met de uitwerking van de vele
reeds behandelde onderwerpen en met het
ontwerpen van een voorstel in zake het ge
organiseerd overleg, zal de commissie ver
moedelijk niet vóór 8 Januari 1920 in pleno
vergaderen.
Voor hot Weensche kind.
In vollen gang is de arbeid voor honge
rend We enen. In enkele bedrijvon is men
reeds met overwerk begonnen, en weer an
deren zullen twee vrije Zaterdagmiddagen,
of tweede Kerstdag voor dit doel benutten.
Het is ons om 't even op welke wijze de
arbeiders hun solidariteit willen betuigen
met het hongerende Weenen. Hoewel wij
moeten constateeren dat, door welken invloed
ook, de steun voor Weenen niet Ieders sym
pathie heeft, dit is te betreuren, te mey
daar de ellende van zoo'n ontzettende be-
teekenis is, dat meer dan 700.000 arbeiders
en hun gezinnen aan de grootste ellende zijn
prfjs gegeven. Wü achten het onze plicht,,
waar alle richtingen gemeenschappelijk voor
dit doel optrekken, u te wijzen op dé groote
verantwoordelijkheid die op u rust; om u niet
to onttrekken aan hetgeen de vakcentralen
van u vragen, om uw solidariteit om te zet
ten in een daad, en acht uur te werken voor
het hongerend Weenen.
Pleeg in dat geval zooveel mogelijk over
leg met uw patroon, op welke wijze het mo
gelijk is, naar den aard van het bedrijf, die
acht uur te werken. Daarnaast zal het goed
zijn, dat de arbeiders het loon van die acht
uur werken, persoonlijk niet in ontvangst
nemen, zoodat do subcomitó's ten alle tijdon
bij de patroons over deze gelden kunnen
beschikken.
Dit veraangenaamt de werkwijze en geeft
betere controle aan de sub-oomitó's. In ver
band mot bovenstaande, hopen wij, dat de
patroons Memode rekening willen houden,
en de sub-comité's uit die bedrijven de ge
legenheid to geven, daarover te kunnen be
schikken. Hieronder volgen do sub-comité's
uit do verschillende organisaties:
Afd. Alg. Ned. Typografen Bond: K. Val
kenburg, A. Snel en W. Letter, Ruiterstr. 42.
Afd. Alg. Ned. Metaalbew. Bond: J. Leder,
D. Jongbloed en D. Smit, Florastraat 20.
Afd. Alg. Ned. SchildersgezellonbondH.
en G. Dordmunt en A. Korsman, Stationstr.
(Groep) Plaatselijke Metselaars Ver.: O.
Dienaar, B. Harkus en J. de Wijn, Tromp
straat 12.
Afd. Oentr. Bond van Havens en Transp.»
arbeiders: Timmermans, Janzen en R. Boo
gaard, Schagenstraat 0.
Afd. Alg. Ned. Tlmmerïiedenbond: J. Bak
ker, O. Wegman en A. Valkhof, Walvizch-
straat 1.
Afd, Oentr. Bond van Bouwvakarbeiders:
D. Luohtonburg en Jansma.
Afd.'Alg. Ned, Meubelmakers- en aanver
want o vakken: O. Fasol en H. R. Ritsma.
Afd. R.-K. Meubelmakers: J. Au Greib,
Wagenstraat,
Afd. R.-K. Bouwvakarbeldorsbond: J. Hip
pens, Schutte en A. Toes.
Afd. Chrlst. Motaalbewerkersbond: Raek-
wel, Goudswaard en Gruiter.
Van do organisaties van overheidsperso
neel is nqg niet beleend, hoö do sub-comi
tés zijn samengesteld.
Wij vertrouwen echter, dat do organisa
ties, dïo nog'geen sub-comité's hebben aan
gewezen, dit zoo spoedig mogelijk zullen
doen, en urn ons daarvan bericht sullen
zenden.
In navolging van de vergadering van het
landelijk comité uit do vijf vakoentralen, mot
de hoofdbesturen der landelijke patroons
bonden, waar de vraag is besproken in hoe
verre do patroons bereid zouden zijn de
winst van de acht uur werken te storten bij
het bedrag, dat door do arbeiders wordt af-
edragen, kwam zeer duidelijk uit, dat ook
o patroons beroid waren, jn deze richting
iets te doen. Algemeen was men van oor
deel, waar het winstpercentage moeilijk to
berekenen was, een zelfde bedrag beschik
baar to stellen als door de arbeiders in dat
bedrijf wordt verdiend.
Waar dus do hoofdbesturen dor landelijke
patroons-organisaties in deze een voorbeeld
zijn geweest, mogen wij vertrouwen, dat do
Heldersche patroons niet zullen achterblij
ven. Wij govon daarom de patroons in over
woging uit hun midden eon oomitó to benoe
men, dat zich wil belasten met het in ont
vangst nemen van dat bedrag, wat als winst
of ecu doel der winst gerekend mag worden,
dat dan aan het landelijk comité overge
maakt kan worden.
Voor verdere inliohtingen gelieve men
zich te wenden tot den Secretaris van het
Plaatselijk Comité D. DE ZEE, Basstraat 84.
„Alleen op do Wereld."
Mon schrijft ons:
Morgenavond geeft t Ensomblo Sluijtcrs
en Iiraakensiek in „Casino" eon buitongo-
wono voorstolling van „Alleen op do Wereld"
naar don bekenden roman van Hector Malot.
Dozo voorstclllug zal goheel gelijk zijn aan
dio van don Plantage Schouwburg te Amator-
dnm, waar bovongonoemd drama moer dau
100 maal werd opgevoerd. Hotzclfdu gezel-
Bohnp van Arasterdam zal ook hier do voor
stelling goven met do geheelo monteering on
décors van den Plantage Schouwburg. Over
het enorino succes leze men onderstaande
persuittreksels:
„Het Nieuws van den Dag", Amsterdam:
Door het Ensemble Sluijtors on Braakensielc
wordt ioderen avond met enorm succes en voor
uitverkochte zalen in den PlantaaoSchouwburg
„Alleen on de Wereld" opgevoerd. Dat het etuk
een welverdiend succes hooft, is voornamelijk te
danken aan het mooie spel der artlsten, die hierin
medewerken, alsook aan de fraaie décors, alles to
zaruen dus eene voorstellina dlo wQ ban teerste
kunnen aanbevelen.
„De Tijd", Amsterdam:
Ofschoon wil niet dikwijls over toonoolopvoe-
rlngon schrijven, kunnon wÖ met do opvoering van,
het moestorwork „Alloen op do "Wereld" niet an-
dors als oono uitzondering maken. Hot Ensomble
Sluijtors on Brnakousiek speelt dit tooneelstuk
uitstekend, zoowel op de monteering als het spel
dor artlsten valt niets aan te morken, dit ls alles
ln de puntjes verzorgd, wij hevel on doaroiu onzo
lozers wnrm aan dezo bepaald niet aanstootoliiko
voorstelling te gaan zien.
Stads-Editie „O.H. Ct." Haarlem:
Alloen op do Worold.
Ensemblo Sluijtors on Braakensiok.
Het publiek amusoerdo zich uitstokend en na
leder bedrijf daverdo do zaal van het applaus.
Hooft het ensemble Sluijters en Braakensiok van
daag en morgen eon even groot succos, dau kan
het over Haarlem volkomon tevreden zijn.
Kalenders.
De firma Van den Bergh's Fabrieken, Rotter
dam, stelt, evenals andere jaren, haar fraaie
reclamekalenders voor Sana-plantenboter en
Vitello-margarine gratis bij de winkeliers
verkrijgbaar ten behoeve van de verbruikers
hunner producten
LANGS DE STRAAT.
„Gott erbalte 'Franz den Kaiser",
Helder en vroolijk schalden de tonen
langs de Hoofdgracht, op dezen iraaien
Kerstdag. Wel heeft Franz, de Keizer of
diens opvolger al sinds ruim een jaar scep
ter, kroon en heerlijkheid meegegeven aan
den werkman der Weener stadsreiniging,
maar vader Haydn's Keizcr-sonate blijft niet
minder klassiek, niet minder fraai, al is voor
Franz Josof geen plaats meer daarin be
schikbaar.
Het bekende voormalige Oostenrijksche
volkslied, door Winnubst gespeeld, was be
doeld als een demonstratie ten behoeve van
het Weener kind. Ook op andere plaatsen in
de gemeente werd eenzelfde demonstratie
gehouden; hier was het een zangvereeni-
ging, die van straat tot straat trok, om de
Harten te roeren en de beurzen te openen;
elders weer trad een ander muziekkorps,
eene andere vereenigin^op. En steeds wer
den ze vergezeld door glimlachende, bede
lende dames of heeren, met een witie baud
om arm, borst of hoed, en een wijd zioh ope
nend, wit katoenen geldbeursjo in de hand.
Voorbijgangers werden aangehouden, woon
huizen bestormd, portemoimaies geplunderd.
Zoo trokken, ze de stad door, van straat
tot straat, als mlnnestreels-e n-m a s s e, en
weinigon wafen er, die „niet thuis" gaven.
Immers, reeds was, in schrille kleuren, de
ellende geschilderd, die het arme Oostenrijk
sche volk, speciaal het Weener kind, door
staan moest als gevolg van den onzaligen
oorlog, die het land geruïneerd, verbrokkeld,
uiteengcscheurd heeft; reeds was, in
woord en beeld, gedemonstreerd tot welk
ccn graad van materieel© ellende dit groote,
eenmaal machtige rijk was teruggevallen, of
reeds dadelijk liepen de Hollanders to za*
men en hun harten werden bewogen door
groot, innig medelijden. Comités werden op
gericht; golden verzameld, treinen mot le
vensmiddelen naar Oostenrijk gedirigeerd;
ondervoede, tot het uiterste verzwakte kin
deren met liefdeTtol hart hierheen gohaald,
gekoostord, vertroeteld, verpleegd.
Eigenaardige complicatie van allerlei te
genstrijdige eigenschappen is toch do
menschi Als het hem gelast wordt, loopt hij
te hoop voor een massa-moord op zijn mede-
menschon, zonder dat hij eenig idéé heeft
van het soort van „ideaal'', dat men daar-
doy beweert na to streven. En even later
wordt zijn gemoed tot schreiens toe bewogen
over de afschuwelijkheden, die van dat te
hoop loopen het onafwijsbare gevolg zijn.
Om dan te gaan „lenigen" in don nood.
Het feit, dat wij in den grooten Europee-
eohen oorlog slechts toeschouwers zijn ge
weest, maakt, dat wij met onbevangen gemoed
ons wijden kunnen aan den liefdedienst om
den bitteren nood van onschuldlgon to loni-
gon. En het is,, gélooven wij, de reactie op
het doelloos toezien, op dezen afschuwelijk-
sten aller oorlogen, dio maakt dat wij, nu
onze hulp noodig werd, de spits afbijten voor
andere mogendheden. Duitschiand, Rusland,
zelve vertrapt en nog in wanorde, zijn uitter-
nard nog niet in staat tot helpen, hebben zelf
hulp noodig; do entente-mogendheden, als
overwinnaars uit don strijd gekomen, ver
beelden zich, dat hot waardiger is niet to
spoedig te laten zien, dat zo-niet hoos meer
zgn. En zoo werd Nederland, dat mot hot
stamverwante Duitsch-Oostonrijksche volk
velo relaties onderhoudt, hls van zelve het
aangewezen land om mden'verschrikkelijkan
nood van het «me onschuldige Oostenrijk
sche volk te voorzien.
Het wérd een spart.: wie zal hot meeste
geven? Comité na comité trad op, en op al
lerlei wijzen trachtte mon geldon tezamen tc
brengen.
Onze plaats bleef niet achter, en behalve
versch Ulondo liefdadigheidsvoorstellingen
was dezè straat-demonstratie, ondor auspi
ciën van hot gemeentebestuur gehouden,
eene wijze van geldinzamolen, die alles
zins sympathiek was. Schier allo zang-
on muziekvercenigingen ter plaatse deden
mee en daar hot Tweede Kerstdag on prach
tig woor was, zal ongetwijfeld dezo colleote
veel ingebracht hebben.
Voldoondo aan den oproep der arbeiders-
besturen in ons ltfftd, heeft eon groot deel
van hot personeel onzer drukkerij dien dag
cenigo uren gewerkt. De daarmee verdiende
loonon zuilen aan do betrokken comitó's
worden afgodragen.
Zoo helpt eon ieder naar vermogon on als
straks de entente wat bekomen is van liaar
overwinningsroes, helpt ook zij. En allo hens
moeten dan aan dek om do nieuwe maat
schappij waardig in te wijden.
BUURTJE
door 'Norras.
Rustig en ingetogon woonde zo al jaren
lang, eerst mot haar man, later nis een ecn-
«uno woduwe Jn het kleino huisjo in do
roezemoezerlgo straat. Do tand des tljds had
bolden niet ontzien, do oudo vrouw cn haar
kluisje kenden do gebrekon des ouderdoms,
werden tezamen bouwvallig cn hulpbehoe
vend. Geen kind, dio zich het lot der moeder,
geen huisbaas, die zich dót van zijn woning
aantrok. Ze moesten maar mee, zoolang ze
konden als 't al heel erg was, kwam bij de
vrouw eens een keer een armendokter, zette
een timmerman hier en daar een stutje om
hot huisjo staande te houden. Dan hield het
weer een poosje.
Och, en als 't dan woer zomer werd, dan
kwam hefc koesterend zonnetje, maakte de
stijve botten weer, wat leniger, deed het oude
bloed wat sneller loopen en op het huisje
tooverde ze vroolijke lichtplekken, gaf de
plantjes voor het raam nieuwe, frissclie,
groene scheuten, wekte er zoowaar fleurige
bloempjos tusschen. Dan leek het wel, of ze
allebei weer jaren mee konden.
Doch iederen keer, als de herfststormen
begonneu te bulderen en de lange, barre
winter don baas speelde, kregen ze beiden
stiekum een knoei, die ze weer een stapje
nader bij bet einde bracht.
Ieder in de straat kende „buvrouw" Jansen
en „buvrouw" Jansen zelf was op de hoogte
van alle familiegebeurtenissen rondom. Hoe
veel kinderen zagen daar in al die jaren niet
het levenslicht, van hooveel huwelijken en
sterfgevallen was de oude vrouw niet getuige
geweest en aangezien haar geheugen 6terk
bleef, was ze de vraagbaak van velen.
Zoo scharrelde ze rond, één gulden van
het armbestuur, twee gulden staatspensioen,
zelf deed ze al baar werk nog en kwam
steeds knapjes voor den dag.
Tot ze na baar tachtigstén verjaardag ih-
peens sterk begon te verminderen. De luiken
bleven 's morgens veel langer dicht, baar
straatje voor het huis werd groen, haar eer
tijds heldere ruitjes zagen streperig en groe
zelig. En op zekeren dag bleven de groene
luikjes heelemaal dicht.
Ant Velders, haar buurvrouw rechts,
merkte het dadelijk, probeerde achter bij
haar binnen te komen, wat, dank zij do uit
gezakte deur en den' niet passenden grendel,
geen moeite opleverde.
„Sckcolt or wat aan, buvrouw?" cn voor
zichtig, eon beetje schuw (zé mocht er es
dood wezen) schoof Ant een roodgebloemd
bedgordijn op zij. Nee, goddank, dood was
ze niet, maar ziek en min, nou het scheelde
niet veel.
,,'k Ben niks goed, buvrouw," klonk uit de
bedstee een klagelijk oud stemmetje, „en
'k heb zoo'n dorst!"
Dadelijk was Ant een en al bedrijvigheid.
„Wacht maar, ziel, 'k haal effe gauw een
heet bakkie koffie t"
Het warme vocht knapte 't oudje werkelijk
even op, ze praatte ineens veel helderder,
voelde of de nachtmuts recht zat, schoof Het
laken wat glad. Zc wou er zelfs weer uit,-doch
pas op den stoel voor 't bed, werd ze zoo
raar en draaierig, dat Ant haar subiet er
weer onder stopte.
Dokier kwam, schudde het hoofd tegen
Ant „niks aan te doen, 't lampje gaat uit."
Van bed kwam ze niet meer, maar soms
bij buien leek ze nog een heele Piet, gaf in
structies en was soms zelfs nog vroolijk en
moppig. Ze had dan ook eon leventje als een
prinses. Nooit in haar lang bestaah was ze
zoo bediend en vertroeteld. Allereerst haar
beste buurtje Ant Velders en dan nog kwa
men uit de heele straat buurvrouwen met
de eon of andere versnapering aandragen.
Die een kommetje soep, die een sinaasappel,
die een geklutst ei, die woer soep zoo ging
het door. De zwakke sturaperd kon onmoge
lijk zoovoel lekkers naar binnen werken.
Eén slokje melk of ei, een paar lepels soep,
dan viel het oude hoofd weer vermoeid ach
terover.
Buurtjo Ant voerde do opperhoei-schhppij.
Neel Bakker, Trien Mol, vrouw van den
Berg, Jans Doorn, scheele Griet on vrouw
van Santen wedijverden in attentie en des
morgens was de een nog vroeger dan de
ander present om naar den welstand van
„buvrouw" te vernemen, 't Begon Ant, die,
om 'b nachts bij de hand te kunnen zijn, in
?t voorkamertje een kermisbed had opgesla
gen (ze kon het gelukkig goed doen, kinde
ren bezat ze niet en manlief was veertien
dagen ia IJmuiden aan 't werk) vreeselijk
do keel uit te hangen. Kijk eres zij, als naaste
buur, was altijd met bet oudo mensch in de
vriendschap geweest, maar die anderen, wat
hadden die met haar te maken? Daar had je
die leclijke, vieze Bet, als je d'r tegen de
muur plakt, blijft ze hangen, laat die met 'r
gore pannetjes maar' wegblijven ?k geef
ze het oude mensch toch niet nou, en dan
het andere zoodje wat bezielt die lui?
Vroeger kekon ze naar ?t ouwe mensch niet
om en nou is 't: aap, wat heb je een mooie
jongen. Bovendien, dat zij, Ant, zich om het
oudje bekommerde, dat was ze verplicht aan
d'r eigen zo bad 't ouwe mensch in een
fonds gedaan, er dus belang bü aan haar
zou 't niet liggen, als vrouw Jansen geen
fatsoenlijke begrafenis had, maar dat andere
zoodje?
Do verhouding tusschen die anferan werd
zienderoogen minder goed. 't Léfflrwel, of
ze elkaar daar weg wilden kijken. Vooral
vrouw van Santen met haar uitgestreken
bakkes, die iederen dag haar kerkboek mee
bracht en met fleenjerigo stem steeds vroeg:
„buvrouw, wil ik u soms een mooi pesahnpie
voorleze?" keek of zij daar alleen recht van
spreken had.
Het was midSag. Het oude zieltje lag in
lichte sluimering. Voor de deur der kleine
woning kibbelden luidruchtig een paar buur
kinderen. Ant, bang, dat ze 't oudje zouden
wakker maken, wilde ze juist wegjagen en
stond al in 't portaaltje mot den deurknop
in de baud, als ze daar buiten iets hoorde,
wat zoo liaar toorn opwekte, dat ze met een
vaart de deur openrukte en op straat stoof
tussehon die kibbelende meidon. Jawel, net
wat zo dacht: die slungel van van Sahten
mot die Bet.
„Lilleko sallemanders, willen jullie wol es
gauw opdondere, zeg? Mot jo die arme ziel
nog wakker skroeuwo?"
„Nou, mot zo maar niet zegge, dat ik 't lieg
't is wel waaris, moeder heb 't dikke],s
genoeg gezcid, as buvrouw Jauso uit do tijd
is, drinko we zukkela en krijgo wo tarotjes
ok
„En zij wil niet goloovo, as dat wo een
kerstbooinpio krijgo met mooio kaarsies or
an en dat me moeder een gramofoon huurt
met Stille Njcht, heilige Nacht er op, als-
buvrouw nog deze week komt te sterrovo
,,'t Is nietes, lij bon-altijd zoo'n jokkebak."
,,'t Is welles, krengl"
Do jongedames werden handgemeen
vrouw Volders gaf zo nllobel eon schop, dat
zo vochtend over do straat rolden.
Blnnon stond Ant een poos als van Lotje
getikt. Stommerd, dat ze was, om dat niet
eerder te snapperil niks als eigenbelang van
al die wijven.
Goeie genade, acht, met haarzelf er bij,
die 't mensch in een fonsie hadden! Zeveu,
die dagelijks vigeleerden of zo al mortje was.
Affjjn, laten ze maar der es komen, die
sloeries, ze zal 'ze van katoen geven, maar
natuurlijk niet onder de oogen van 't ouwe
monbeh buiten, in de vrije natuur.
't Gaf eon oorlog, zooals. die volksstraat
nog nooit had gekend. Anht huisvrouwen,
diverse .mannetjesputters, opgeschoten jon
gens'en meidon, 4 kleine grut, alles trok
voor of tegen elkaar partij schold, vocht
en daar in 't kleine huisjo aan 't' eind van
de straat lag in de muffe bed3toe de on
schuldige oorzaak van al dat gekrakeel cn
wou maar niet doodgaan, nee, zo knapto op^
zienderoogen sterkto ze wat aan, al ble
ven voor zeven schikgodinnon de goede ga
ven achterwege en moest ze 't alleen van
Ant hebben. Ze kwam weer zóó bij, dat toen
Ant met eersten Kerstdag het potkacheltje
gloeiend bad gestookt met baar eigen kolen
('t vroor buiten, dat -het kraakte) en oen ke
teltje chocola er bovenop stond te geuren,
een trommeltje speculaas op tafel naast het
heldere kopjesblaadje, ze er uit scharrelde
en met een dikken doek om het kromme
rugje, de haren netjes weggestreken onder
de schoone nachtmuts, haar eigen hoekje
weer opzocht. Tevreden en dankbaar keken
de oude oogen bedrijvige Ant na.
„Zoo'n vrouw ir toch maar een zege,
jonge!" kraakte haar stem naar de overzij
der tafel, waar, in den leuningstoel van haar
overleden man, Kees, Ant's gemaal, lustig
er op los zat te dampen, „en ik heb er op
mijn ouwe dag nog een dochter mee ge-
krege".
„Ja hoor, ze is nog zoo kwaad niet", brom
de Kees zod onverschillig mogelijk, „in elk
geval ben je maar weer netjes opgekikkerd,
je teekent nou zeker wel weer voor éen jaar
of wat ho, moeder? Zo willen je daar toch
nog niet hebbe, geloof ik".
,,'k Zou nou nog zoo graag wat wille blij-
ve, nou ik pas voor 't oerst van mé leve
zoo'n lieve dochter heb gekrege", en ze
streelde zacht Ant's arm, die het kussen wat
steviger in den rug trok en daarna eens
voelde, of de stoof nog wel goed warm was.
„En ik een moeder", sprak Ant met een
ongewoon zachte stem en toen ze ziqh op
richtte met afgewend hoofd, streek ze ter
sluiks even met de mouw langs de oogen.
GEMENGD NIEUWS
Eea mit velen.
Onder dit opschrift geeft „de Bode" den
volgenden brief, die het hoofdbestuur van
den Bond v. Ned. Onderw. ontving:
«Mijn zoon P. W. A. A. onderwijzer te
B., was met Augustus na het eindigen'der
groote vacantio weder naar zijn standplaats
vertrokken en sedert hadden wo niets
meer van hem gehooiu. Wij vroegen hem
eens thuis te komen, maar hij schreef terug,
dat hem dit onmogelijk was van wege de gel
den. We zonden hem het reisgeld* en nu is
hij de vorige week thuis geweest en vertelde,
dat de gom. nog altijd het oudo salaris 650)
uitkeert. Verscheidene bezoeken, bij den heer
Burgemeestor afgelegd, mochten niet baten.
De gemeente wil niet uitbetalen, zoolang het
Rijk niet betaalt.
„Hij ontvangt elke maand 50.371/» en be
taalt voor kost en inwoning ƒ50. Hij houdt
dus 0.37Va per maand over.
„Verleden Zaterdag met dien geweldigen
sneeuwstorm ia hij naar de cursus te T. ge
weest. De weg was bijna onbegaanbaar en
bet was verschrikkelijk koud, de jongen
moest zy'n brood droog opeten. Hij had geen
cent om een kop koffie te koopeu. Ik kan
hem niet helpen. Ik ben 1 Jan. '19 gepension-
neord on ontvang nog altijd een pensioen van
r717, hoewel ik recht heb op 933, maar
daar brengen ze maar geen verandering Jn.
Overal* geweest en nu het 6e kw. al ontvan
gen, altijd nog maar tegen ƒ717. (Vraag
maar aan Mr. Zadelhof!, die weafi en alles
van)."
Overstrooming,
Tengevolge van den hevlgen Noordwester-
storm is Vrijdagmiddag oen groot gedeelte
van Maassluis overstroomd. De bewoners
van de Haven jonden hunne huizen niet
verlaten en konden door niemand te voet
bereikt worden. Het wa ter drong in verscMl-
loude woningen door. In don voorafgaanden
nacht werden vele panden ernstig door storm
beschadigd; groote winkelruiten werden in
gedrukt, 6ckoorsteenea, zelfs daken jvoeieu
He* kasteel doos roover» aangevallen,
Brussel, 26 Deo. Het „Laatste Nieuws'1
maakt melding van een verschrikkelijk drq«
ma in Belgisch Luxemburg. Daar zou, vol
gens het blad, het kasteel La Verrière bij
Bastogno, bewoond door eene Fransche fa
milie met acht kinderen, des nachts door ecu
rooverbende zijn aangevallen. De nachtwa
ker en de honden werden neergeschoten. Na
dat de roovers het huis waren binnenge
drongen, word de heer des huizes, R., die
eenige schoten op do bende had gelost, op
do binnenplaats door hen vermoord. De ove
rige bewoners werden in een kamer opge
sloten en do roovers, dio vier dagen in het
kasteel bleven, vernielden en stalen alles.
Ook de 23-jarigo zoon, alsmede een der
dochters, werd vermoord.
Op do komst van een tiontal Fransche sol
daten, die onverwachts eon bezoek aan het
kasteel brachten, nam de bende de vlucht,
door do soldaten achtervolgd. Vijf der roo
vers werden aungohouden on herkend; zij
waren vroeger op hot kasteel werkzaam ge
weest.
Voetgangers cn auto's.
Tn sommige wijken van Parijs i« het ver
keer vooral van auto's langzamerhand zóó
druk geworden, 0at Voetgangers er waar
schijnlijk niet voor hun genoegen uit wan
delen gaan. Clément Vautel komt in eon var»
zijn laatste films voor den voetganger op.
Hij schrijft:
Ik bad mo bijna candidaat gesteld voou
den gemeenteraad als „candidaat van do
voetgangers". Maar ik heb bij mezelf gezegd,
dat ik. waarschijnlijk verpletterd zou worden:
wat doo jo tegen een tegenstander met eea
auto?
Tooh ls de zaak vnn do Pnrijsche voetgan
gers een groote en nobele zaak: haar voor
staan dat la do zwakken on verdrukten ver
dedigen.
Wat ia do voetganger?
Niels.
Wat moet hij eijn?
Iets.
Maar hoe meer wij gaan, hoe meer het
arme voetgangersvolk als quantitó néglige-
able behandeld wordt: het raakt onder don
voet en bovendien wordt liet nog afge
snauwd. Dezer dagen heb ik dit verhoven
woord geboord van een voetganger, die om-
vor geworpen en beleedigd was door een
tyran op wielen:
Overrijdt mij, maar weeat tenminste be
leefd
lederen dag word er te Parijs van zes
tot tien menschen overreden. De „Gotha's"
en de „Bertba's" hebben dat gemiddelde
nooit bereikt: de straat wordt een slagveld an
natuurlijk betaalt de infanterie bet gelag.
Oudin, de nieuwe voorzitter van den ge
meenteraad, heeft ons zoa pas gouden ber
gen beloofd. Intusscben zouden wij heel
tevreden zijn als we een straat konden over
steken zorider te denken dat het trottoir aan
de overzijde mlsscMen in een betere wereld
gelegen is. Tal van straten, lanen en pleinen
hebben sedert den oorlog van naam veran
derd: maar het fcruispnunt der verpletterden
zal dat ooit een anderen naam krijgen?
'Voetgangers, mijn broeders en ook gij bra
ve vrouwen, die te voet gaat, laat ons een
vereeniging oprichten, laat ons ons verde
digen en, als het moet, laat ons afdalen in
de straat. Dèèr moeten wij overwinnen of
sterven.