Advertentiën.
De uitlevering van den ex-Keizer.
De „Manchester Guardian11 wijst er op, dat
de „eisoh" tot uitlevering van den Keizer
slechts een beleefd verzoek is, en terecht,
want een „eisoh", die we zelf niet zouden in
willigen, kan niet te sterk worden aangezet
tegenover, een ander, vooral niet als die ander
een kleine, zwakke natie is.
De „Manch. Guardian'1 stelt de vraag of
zelfs al geeft men toe dat de keizer moreel
een misdadiger is, dat voor de Nederlandsche
regeering een voldoende reden zou moeten
blijken om hem uit te leveren aan zijn vroe
gere vijanden ter berechting en bestraffing.
Deze vraag moet die regeering voor zichzelf
kunnen beslissen zonder eenige pressie van
anderen. Precedenten zijn er niet. Met Napo
leon is geen vergelijking mogelijk. Er was
trouwens in Napoleon's geval geen sprake
van vervolging wegens eene misdaad, hij
werd slechts beschouwd als een gevaar voor
de openbare zaak en als zoodanig behandeld.
De keizer echter is geen Napoleon, maar
een armzalig man, die door een onvriendelijk
lot in een positie van macht en verantwoor
delijkheid is geplaatst, waarvoor hij volko
men ongeschikt was en waarin hjj volslagen
mislukte.
De „Manch. Guardian" acht het waar
schijnlijk, dat Nederland de uitlevering van
dezen man zal weigeren.-Men kan hem dan
bij verstek een proces aandoen, maar hem
dan natuurlijk niet straffen.
De „M. G." zou het niet erg vinden als Ne
derland weigerde. Zoolang de keizer niet
over de Duitsche grens komt is hij ongevaar
lijk. En als afschrikwekkend voorbeeld be
hoeft men den keizer niet te berechten, zijn
voorbeeld zijn smadelijk fiasco is een
voldoende waarschuwing, voor wie hem zou
willen navolgen.
En ten slotte maakt de „M. G de opmer
king, dat een proces voor een rechtbank van
vijanden op dg wereld geen indruk zal ma
ken. Zou dat het geval moeten zjjn, dan zou
een rechtbank van neutralen het proces
moeten voeren.
Gemeentebelastingen.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft op de vragen van den heer Vliegen,
in zake de beoordeeling, door Gedeputeerde
Staten, van gemeentelijke verordeningen^ op
hoofdelijken omslag of inkomstenbelasting
in betrekking, tot de bij art. 243III der Ge
meentewet bedoelde vermindering van het
belastbaar inkomen, geantwoord:
Een aanschrijving of wensch om den af
trek voor noodzakelijk levensonderhoud in
gemeentelijke verordeningen op den hoofde
lijken omslag of directe belasting naar het
inkomen binnen bepaalde grenzen te hou
den, is van den ondergeteekende niet uit
gegaan.
Bij de beoordeeling van bedoelde verorde
ningen wordt toegezien dat die aftrek, al
dan niet wisselend in verband met de samen
stelling van het gezin van den belasting
plichtige, de grenzen, die in verband met
de plaatselijke gesteldheid aan het begrip
„bestaansminimum" zijn te stellen, niet over
schrijdt.
Tractementsregellng officieren.
Naar de „N. Ot." verneemt, zijn de salaris
sen Van de officieren der landmacht thans
aldus vastgesteld:
2e luitenant. Aanvangstractement 2300,
na 2 jaar als officier 2500.
Ie luitenant. Na 2 jaar als officier 2700,
na 4 jaar 2900, na 6 jaar 3100, na 8 jaar 3500,
na 10 jaar 8700, na 12 jaar 3800, na 14 jaar
3900, na 16 jaar 4000, na 18 jaar 4100.
Kapitein na 8 jaar als officier 8700, na
10 jaar 3900, na 12 jaar 4000, na 14 jaar 4100,
na 16 jaar 4400, na 18 jaar 4600,. na 20 jaaT
5000, na 22 jaar 5100, na 24 jaar 5200, na 26
jaar 5300, na 28 jaar 5400, na 30 jaar 5500.
Majoor na 12 jaar als officier 4300, na
14 jaar 4500, na 16 jaar 4700, na 18 jaar 4900,
na 20 jaar 5300, na 22 jaar 5500, na 24 jaar
5700, na 26 jaar 5900, na 28 jaar 6000, na 80
jaar 6100.
Luit.-kolonel na 14 jaar als officier 4900,
na 16 jaar 5100, na 18 jaar 5300, na 20 jaar
5700, na 22 jaar 6900, na 24 jaar 6100, na 26
jaar 6300,- na 28 jaar 6500, na 30 jaar 6600,
na 32 jaar 6700.
Kolonel na 16 jaar als officier 5400, na
18 jaar 5600, na 20 jaar 6000, na 22 jaar 6200,
na 24 jaar 6400, na 26 jaar 6600, na 28 jaar
6800, na 80 jaar 7000, na 82 jaar 7100, na 34
jaar 7200.
Gen. Majoor na 18 jaar dienst als officier
7200 en klimt met 200 om de twee jaren
tot 8800.
Luitenant-Generaal. Na 20 jaar als offi
cier 8200 en klimt met 200 om de 2 jaar
tot 9600.
Gen. Staf, Intendance en Genie krijgen tot
en met den rang van luit.-kolonel een toe
lage van 500 per jaar.
Bovendien krijgt hij die 3 of meer kin
deren beneden 18 jaar heeft vanaf het 3e
kind 50 per jaar, indien hij minder dan
5000 salaris heeft.
Het Nieuwjaarsincident van het Hoofd
bestuur van P. T. T.
Naar het „Hbl." uit vertrouwbare bron
verneemt, is de voorstelling van zaken, zoo
als deze in de bladen is weergegeven in zake
het terugnemen der geruchtmakende beschul
diging van den heer Westrik jegens het be
leid van het hoofdbestuur, niet in overeen
stemming met de feiten. De heer Westrik,
zoo meldt men, heeft van zijn beschuldiging
niets teruggenomen.
Haring en kaas naar Dultschland.
Onder de levensmiddelen, welke Neder
land krachtens de crediet- en kolenovereen-
komst aan Duitschland zal leveren, komen,
naar het Nederl. Correspondentiebureau in
den Haag verneemt, in de eerste plaats in
aanmerking haring en kaas, waarvan hier
te lande groote voorraden aanwezig zijn.
De trawler „Zaanstroom".
Omtrent het stranden van de trawler
„Zaanstroom" bij Bridlington verneemt de
„Telegraaf" nog het volgende:
Het sohlp liep des nachts te half drie op
de Buokton-rotsen. De bemanning gaf geen
seinen om de aandaoht te trekken. Een van
hen zwom, voorzien van een touw, naar den
wal en bevestigde het aan een uitstekend
gedeelte der rotsen, die hier 400 voet hoog
zijn.
Hierdoor waren de overblijvende 11 man
in staat, na een klimpartij over de rotsen
over een afstand van 2 mijlen, het kust-
waehtstation Seeton te bereiken.
Een man was gewond. De kustwacht ver
leende de eerste hulp.
LUCHTVAART.
De vliegtocht naar Indlë.
Naar „Het VaderL" verneemt, zullen de
ministers van oorlog, van marine en van wa
terstaat elk voor twee vliegers en hun onont
beerlijke helpers de kosten van hun vlucht
naar Indië betalen. In de kosten zijn niet be
grepen toestel en assurantie, maar wel ben
zine, reisgeld, enz. De twee plaatsen van
waterstaat staan voor vliegers van Neder-
landschon bloede open. De minister van Wa
terstaat behoudt de beslissing over de aan
wijzing van de deelnemers in eigen hand.
De luchtweg LondenAmsterdam.
Sprekende aan een noenmaal van het ver
bond van Britache kamers van koophandel
heeft Holt, die commissaris is van-twee lucht-
scheepvaartlijnen voor handelsdoeleinden,
gezegd, dat de dlents tusschen Londen en
Amsterdam door de lucht maar 21/» uur
vergde, terwijl de reis op de snelste route
tot dusver vijftien uur duurt. De Neder
landsche directeur-generaal van posterijen
was een geestdriftig voorstander van het
plan, mits de Hollandsche zakenlui financiee-
len bijstand willen verleenen. Anders moes
ten de Engelsche zakenlui dat doen.
ZwitserlandZweden.
Het zusterschip van de „Bodensee", dat
bijna gereed is, zal van 6 Februari af een
regelmatigen dienst ZwitserlandBerlijn—
Zweden onderhouden.
GEMENGD NIEUWS.
Het vergaan van het stoomschip
„Anton van Drlel".
Over het vergaan van het stoomschip An
ton van Driel" heeft een van de geredden, de
tweede officier, de heer D. van der Ploeg uit
Harlingen, met het stoomschip „Nieuw-Am-
sterdam" uit New-York te Rotterdam aange
komen, het volgende verteld.
Den 27 December j.L vertrok het stoom
schip met een lading steenkolen voor de Ne
derlandsche regeering, van Syclney O. B.
(Canada) naar Rotterdam.
Den volgenden dag, omstreeks elf uur, is
het schip bij St. Shorts op de rotsen geloo-
pen, hetgeen vermoedelijk veroorzaakt is
doordien de „Anton van Driel" door den
stroom bakboord is uitgedreven. Daarbij was
het donker, stond de zee vrij hol en geen
vuurtoren of ander licht wijst de gevaarlijke
rotsen ter plaatse aan. De gezagvoerder en
de derde stuurman stonden op de brug.
Ik lag, vertelde de heer Van der Ploeg,
rustig in mijn hut, toen ik uit mijn eersten
slaap, door het stooten van het schip en
eenige korte stooten op de stoomfluit, wak
ker werd. Vlug was ik in de kleeren, en mijn
hut uitkomende, ontmoette ik den 3den offi
cier, die mij vertelde, dat we op de rotsen
zaten. Terwijl het schip hevig stootte en slin
gerde, kwam alle hens aan dék, sommigen
waren half gekleed uit hun kooien gespron
gen.
Besloten werd de stuurboordsboot het eerst
te water te laten en te trachten vóór om het
schip heen naar bakboordszijde te krijgen,
waar de zee minder hoog stond. Met groote
moeite slaagde men hier in, nadat drie man
nen zich in deze boot begeven hadden. Een
oogenblik spande het reeds toen, want de
lijn, waarmede de boot met het schip verbon
den was, werd losgelaten en de boot dreef
met de drie menschen er in, weg. Toch slaag
de men er dn, weder*verbinding met het schip
te krijgen en aan bakboordzijde van het schip
te komen.
Daarna werd de bakboordsloep gestreken
en té water gelaten. Nadat dit geschied was,
wilde de equipage in de booten gaan en het
slingerende en stootende schip zoo spoedig
mogelijk verlaten. Met nauwelijks tien kop
pen bemand ging de bakboordsloep, tenge
volge van het breken van de vanglijn, waar
mede zij aan het schip verbonden was, van
het schip af, zee in. De overigen waren nu
allen op de stuurboordsloep aangewezen,
waarin zij tenslotte zonder ongelukken een
plaats vonden. Kapitein ter Wiel verliet het
laatst het schip.
Toen de vanglijn gekapt was en men van
het schip afvoer, kwam men, vertelde de heer
Van der Ploeg, eenigszins tot bezinning. Men
kreeg veel water in de boot, men kon niet al
te best met den kop op de zee liggen én op
korten afstand bleef de „Anton van Driel"
vrij rustig. Men kwam op de gedaohte, of het
misschien niet beter was aan boord terug te
keeren, van waar men j,wee scheepslengten
verder de rotsen kon zien liggen. Aldus werd
besloten en met groote inspanning lnvam
men weder langszijde van het stoomschip en
kreeg er verbinding mede. Daartoe was
stuurman Van der Ploeg in bet midden van
de boot gaan staan en zijn tijd afwachtende
greep hij een takel en van daar was hij met
een sprong binnen boord. De stoker Mathijs
Bredius volgde dit voorbeeld en kwam even
eens behouden aan boord terug. Voor de
vanglijn werd zorg gedragen om de verbin
ding' met de stuurboordsboot te handhaven.
Inmiddels was het aarde-donker gewor
den, de machinekamer stond half vol water
en het electrisch licht was uitgegaan. Uit de
boot werd geroepen om een touwladder, die
onder de bak moest liggen. De# weg daarheen
ging door de kuil, die vol water stond en
juist toen de stuurman van der Ploeg de
ladder gevonden had en zich naar bakboord
zijde spoedde, hoorde hij een geweldig ge
roep en angstig geschreeuw; de vanglijn, die
de1 stuurboordssloep met het schip verbond,
was gebroken en snel dreef deze van het
schip af. Na enkele minuten trad een groote
stilte in, geen geroep of hulpgeschreeuw
werd meer vernomen, alleen meent de heer
Van der Ploeg daarna nog even achter het
schip geroep te hebben gehoord, hetgeen
dan uit de bakboordssloep gekomen moet
zijn, die eveneens door .de hooge golven is
beloopen en omgeslagen.
Toen stuurman van der Ploeg de storm
ladder gevonden had en om dit aan den sto
ker Bredius mede te deeleu zoo hard hij kop
„Thijs" riep, kreeg hij antwoord van iemand,
die zioh in de hut voor de draadlooze tele
grafie bevond. Alzoo bleek nog een derde
persoon aan boord te zijn. Dit was de Duit-
scher Karl Mühl, bij het verlaten van Sid-
ney als tremmer gemonsterd. Hij was bezig
zijn voet te verbinden, waaraan hij gewond
was, dooh had van de benarde positie van
het schip zoo goed als geen kennis.
Met hun drieën bleven zij den nacht van
Zondag op Maandag aan boord.
Tegen den ochtend werden vlak bij, op de
besneeuwde rotsen, lichten gezien, waar
mede vissohers in de buurt woonachtig
zwaaiden. Een van deze menschen is 14 mijl
ver geloopen naar Trepassey om van daar
telegrafisch hulp te vragen te St. Johns.
Inmiddels trachtten de schipbreukelingen
de werkboot, die aan boord gebleven was,
klaar te maken, hetgeen een zwaar werk
was, omdat steeds veel water over het schip
sloeg. De luiken waren al opengeslagen, de
kolen stroomden uit de ruimen, de brug was
ingedeukt en hoewel nog intact, kreeg het
stoomschip meer en meer het aanzien van
een wrak, door welks bodem de rotsen sta
ken. Tot overmaat van ramp sloeg er nog
een gat in de werkboot, zoodat deze niet
meer dienen kon.
Tot Dinsdagochtend 8 uur bleven de drie
schipbreukelingen aan boord, hun toevlucht
nemende in de hut voor de draadlooze tele
grafie, waar een petroleumkachel brandde.
Toen kwam de sleepboot L P. Ingraham, ka
pitein Rose, eigenaar de heer Ellis te St.
Johns, in zicht. Het weder was wat beter ge
worden, van de sleepboot werd een beman
de sloep gestreken en met veel zeemanschap
wist de bemanning ervan het wrak van de
Anton van Driel" te naderen en de schip
breukelingen een voor een aan boord te ne
men. Twee uren later waren zij te Trepas
sey, van waar stuurman van der Ploeg hun
redding naar huis seinde.
Te St. Johns aangekomen, waar zich geen
Nederlandsche consul bevindt, heeft de heer
Ellis zich het lot van de schipbreukelingen
aangetrokken. De heer van der Ploeg en de
stoker Bredius kregen passage naar New-
York na eerst te St. Johns van kleeding en
reisgeld te zijn voorzien. Pe Duitscher Karl
Mühl ging na het vertrek van St Johns, te
Sidney waar men met een stoomboot aan
kwam, van boord en zou verder vóór zich
zelf zorgen.
Alzoo met hun beiden op de grens van
Canada en de Vereenigde Statqn aangeko
men in een plaatsje, eveneens St. John ge-
heeten, waren zij, zegt de heer van der
Ploeg, ieder nog een dollar rijk. Daar woon
de wel een Nederlandsche consul en hoewel
hij dien een brief toonde, dien hij mede-
kreeg van den heer Ellis voor den consul-
generaal ft© New-York, mocht hij van hem
niet den minsten steun krijgen. Gelukkig
waren hij en Bredius in het bezit van plaats
bewijzen voor den trein naar New-York.
Twee dagen en een nacht hebben zij van
wat chocolade, die zij in laatstgenoemd
St. John voor hun laafsten dollar kochten,
moéten leven voor zij, uitgeput en nog hee-
lemaal onder den indruk van de verschrik
kelijke ramp die zij medemaakten, in New-
York aankwamen.
Daar zijn zij, zoodra zij zich na aankomst
op het station bekend maakten, liefderijk in
een zeemanshuis opgenomen tot het vertrek
van de „Nieuw Amsterdam", een paar dagen
later, die beiden naar Rotterdam bracht.
Diefstal van militaire dekens.
De militaire politie te Delft heeft drie sol
daten gearresteerd wegens' diefstal van een
partij dekens ten nadeele van het Rijk. Eeni
ge personen, die de dekens hebben gekocht,
zjijn aangehouden wegens heling.
Dievenbenden.
Te Maastricht is een bende van 12 perso
nen, van 16 tot 18 jaar, aangehouden onder
welke. 5 helers, die groote hoeveelheden kar
ton en papier hadden gestolen bij de firma
Weslij Co. Het gestolene werd voor een
groot deel in cartonnagefabrieken terugge
vonden.
Te Kerkrade zijn zes personen aangehou
den, die zich hebben schuldig gemaakt aan
den diefstaf bij den heer E. in den Ham ge
pleegd, waar zij gemaskerd waren binnen
gedrongen en door het dreigen met revol
vers de aanwezigen hadden bewogen tot het
afgeven van hun geld. Het schijnt een ge
vaarlijke bende te zijn, die verschillende in
braken van den laatsten tijd op haar kerf
stok heeft. Een der dieven heeft getracht
zich in zijn cel van het leven te benooven.
Een vergeten machinist.
Uit de kolenmijn van Marihayé, te Flé-
malle-Haute (België) is een machinist ge
red, die er drie dagen lang had doorge
bracht doordat men vergeten had hem mee
naar boven te nemen, toen de werklieden
wegens de overstroomingen de mijn verla
ten hadden. Hij bad in dien tijd geen voed
sel gehad en geen middel om zich te doen
hooren daar alle seinen en verbindingsmid
delen gestoord waren. Hij werd gered door
een ploeg werklieden, di£ hem was gaan
zoeken.
Post-dlefstaL
Dinsdagochtend om zes uur kwam iemand
voorbij het Dockhead postkantoor in Oost-
Londen en zag daarvoor een kleine motor
vrachtwagen staan. Een oogenblik later kwa
men vier mannen uit het gebouw met een
groote brandkast en plaatsten die op den
wagen. Toen sloten zij zorgvuldig de deur
van het postkantoor, bedekten de kast met
een stuk zeildoek en reden weg in de rich
ting van Rotherhithe. De kast bevatte 370
pond sterling, 170 pond waarde in postze
gels en 400 pond waarde i^ post-..chèques".
De dieven zijn nog niet gevat.
Van gouden koepels.
In het centrum van Warschau staat de
heerlijke Russische kerk en daarnaast de
hooge klokketoren, samen totaal zeven groote
Oostersche koepels torsend. Door de Russen
werden de Warschausche kathedralen ge
bouwd, maar met Poolsch geld natuurlijk.
De koepels moesten zijn van gedegen goud,
Maar de een of andere Russische minister
liet er verguld koperen platen op leggen: dat
was even mooi en hij stak het verschil in zijn
zak. Geen haan kraaide er ooit naar.
Tot in 1915 de Duitschers Warschau inna
men. Nauw waren die in de stad of ze zaten
al boven op het dak der Russische Kathe
dralen en braken er de gouden koepels af.
Ze hadden een strop, eën reuzen strop. Dooh
„pour faire bonne mine mauvais jeu" ver
klaarden ze dat koper noodig te hebben en
legden er zink voor in de plaats.
En de Polen breken tbans den heelén klok
ketoren af, doch laten de prachtige Kathe
draal, die ook met zinken koepels nog heer
lijk mooi is, staan. En hadden ze het land
gehad, toen ze vernamen, dat ze voor goud
•hadden, moeten betalen om slechts verguld
koper te krijgen, hun tpijt werd dubbel en
dwars vergoed door de pret toen de gehate
Duitschers die ontdekking deden.
Parflsche Mode en Luxe.
Hét is mogelijk dat, indien de wereldoorlog
niet uitgebroken was, de zucht naar genot,Aie
zin voor overdreven toiletten, en het tentoon
spreiden van de meest extravagante luxe
evenzeer te constateeren zouden zijn geweest
in de jaren 1919 en 1920 als dat thans het
geval is. Men bewoog zich in 1914 in dezell-
de richting, volgde dezelfde lijn, en hoewel
het een feit is, dat in iedere na-oorlog-periode
de luxe, enz. sterk opleeft, is het toch niis-
sehifen wel wat overdreven den krijg alléén
de schuld te geven van al het dwaas bedrijf,
dat de mode meebrengt. Intusschen, wel
ke oorzaken er ook mogen hebben medege
werkt den tegenwoordigen staat van zaken
in het leven te roepen, we hebben rekening
te houden met den toestand zooals die is, en
de heeren der schepping kunnen slechts aan
vaarden de mode, die-Londen hun voor
schrijft, en de dames die, welke Parijs de
creteert. Het is wèl lang geleden, dat Wee-
nen en Berlijn ernstige pogingen in het werk
stelden, Parijs als Mode-Koningin te ont
tronen, en wel volkomen is de zegepraal van
Worth, Lanty, Sallès en hoe de andere mode
ontwerpers, die de eene „oréation" na de
andere i*i de wereld sturen, verder mogen
heeten.
Wie mode bestudeeren wil en zich verheu
gen in of ergeren over de meest zonderlin
ge toiletten, heeft daartoe een prachtgele-
genheid gehad toen Parijs de Réveilkxn vier
de of bij het dezer dagen gehouden Opera
bal, waarvan de opbrengst liefdadigheidsin
stellingen ten goede kwam.
Het kostte wel veel geld honderd gul
den voor een souper was gewóón, maar
men zag dan ook ministers en admiraals,
kunstenaars en staatslieden, en 'n beau mon
de om van te duizelen.
Wat sterk opviel was het groot aantal
juweelen, écht of imitatie en de talrijke
veeren hoofdtooisels, die gedragen werden.
Een soort van tulband van metalen weef
sel, waaraan met juweelen gespen wappe
rende bossen aigrettes .en Paradij s-veeren
bevestigd waren, zag'men veel, terwijl -enor
me waaiers van struisveeren moesten dienen
om het al tè décolleté eenigszins te maskee-
ren. Tenzij de draagster van zooveel veeren
en pluimen, en zoo weinig japon werkelijk
een beauty Was, was het resultaat van de
combinatie eenvoudig barbaarsch.
Een zeer opvallende hoofdtooi bestond uit
schoone paarlen op een Julietteniuts, en ver
der waren- er coiffures, versierd met door
juweelen bezette banden en kransen van.
metalen bloempjes.
De japonnen waren veelal van goud- en
zilverweefsel, waarover tule gesluierd was,
«f van gekleurde zijde met goud- en zilver-
brocaat afgezet. Vele hadden een smallen
sleep, of waren fraai gedrapeerd, naar het
voorbeeld van Oostersche costumes; waaruit
mén gereodelijk kon opmaken, dat de ont
werpers de musea hadden afgesnuffeld om
schoone motieven te ontdekken.
Het keurs, als we dien naam nog mogen
gebruiken voor wat eenmaal het „bovenlijf'
v-an 'h japon was, bestond meestal aan de
achterzijde uit.niets, en aan de voorzijde
uit een smallen gordel, die door een paar
smalle bandjes of paarlstrengen over de
schouders werd opgehouden.
Toch schijnt hot rug-décolloté niet te be
vallen, en meer en meer begint men het V-
déoolleté zefer laag, maar niet wijd, de voor
keur te geven.
Bijna zonder uitzondering waren de vrou
wen, ook zij die het „niet noodig hadden",
zeer opgemaakt; d.w.z., hoog'-rood gekleurde
wangen en dito lippen, dik-gepoederde hui
den, sterk-geaccentueerde wenkbrauwen, en
ingedruppelde oogen, zag men alom.
Sommige dames gebruiken tegenwoordig
een crème-kleurig, bijna geel, poeder, en to
maten-rood blanketsel; zij plakken heur ha
ren in vlechten langs het gelaat, geven haar
Oogen den amandelvorm, maken lijnen langs
den mond, schilderen hooge wenkbrauwen,
polijsten en manicieren haar nagels en han
den overdreven, en dragen breede ringen om
de bovenarmen en enkels. Aldus-toegetakel-
de schoonheden zag men op het Operabal!
Wie het mooi vindt, mag het zeggen.
(Hbl.)
Zoodra de aanvrage is ontvangen, wordt
voor zdo spoedig mogelijke doorzending naar
de Rijksverzekeringsbank zorg gedragen,
waarna eventueel toekenning van de rente
eveneens zoo spoedig mogelijk kan volgen.
De Voorzitter van den Raad van
Arfleid te Alkmaar,
Ouderdomsrente.
In een vroeger artikel werd gewezen op
de noodzakelijkheid, dat de werkgevers hun-
he verplichtingen ingevolge de Invaliditeits
wet nakomen, terwijl toen tevens werd uit
eengezet op welke wijze zij tot nakoming van
die wettelijke verplichtingen kunnen worden
gedwongen.
Daartegenover staat, dat er ook behoort te
worden gezorgd, dat de werkgever zijne pre
mies niet vergeefs betaalt, d. w. z. dat de ar
beiders, voor wie inderdaad betaald werd,
ook de uitkeeringen krijgen, waarop zij vol
gens de wet aanspraftk kunnen maken.
Daarom wil ik er uitdrukkelijk de aandacht
op vestigen, dat de arbeiders, die nè 2 De
cember 1919 den leeftijd van 65 jaar hebben
bereikt, niet moeten meenen, dat er voor hen
nog zoo weinig premies betaald zijn, dat er
van uitkeering voor hen nog geen sprake
kan zijn.
Zijn er arbeiders, die na bovenvermelden
datqm 65 jaar geworden zijn, laten zjj zich
dan haasten om eene aanvrage om ouder'
domsrente in te dienen.
Ingevolge art. 154 der Invaliditeitswet gaat
de rente in op den datum der aanvrage; het
te laat indienen der aanvrage heeft dus ten
gevolge, dat de rente op een lateren datum
ingaat en beteekent dus verlies voor den ar
beider.
De formulieren voor de aanvraag om
Ouderdomsrente voor de verplicht-verzeker
den zijn verkrijgbaar aan de postkantoren
en ten kantore van den Raad van Arbeid.
Bij de aanvrage moet de Ioopende rente-
kaart worden overgelegd.
Gezorgd moet worden, dat daarop een vol
doend aantal zegels geplakt is. Is de arbeider
elke week in loondienst geweest, dan moet
natuurlijk over elke kalenderweek verloopen
tusschen 3 December en het bereiken van
den 65-jarigen leeftijd een zegel geplakt zijn.
Is de arbeider niet alle weken in loondienst
geweest, dan behoeft dit nog niet altijd be
zwaar op te leveren voor de toekenning van
rente mits muur over elke vier weken drie
zegels zijn geplakt.
Bovendien zal de arbeider nog hebben te
zorgen voor een of meer verklaringen, on
derteekend door de desbetreffende werkge
vers, waaruit "blijkt, dat de arbeider gedu
rende de 10 Jaar voorafgaande aan het berei
ken van den 65-jarlgen leeftijd minstens 15(
weken in loondienst is geweest.
UIT DEN OMTJtEK.
Texel, 23 Jan.
In den loop der week zijn van hier uitge
voerd 26 koeien, 12 kalveren, 0 schapen, 1
paard en 7 varkens.
Door vele ingezetenen werden, verlokt
door de hooge prijzen, varkens gemest. Men
hoopte met dat werk goede winst te maken.
Nu echter de veeprjjzen alom zoo beduidend
dalen, loopt voor menigeen de varkensmes-
terij op een misrekening uit De niet-var-
kensmesters echter hopen, dat de prijsdaling
nog maar wat mag voortduren.
Naar alle waarschijnlijkheid is 't geheim
opgelost van de petroleumdampen, die hier
Zaterdag aan de Westkust werden waarge
nomen. Te Hamburg is binnengeloopen het
met petroleum geladen tankschip „Trimcun-
tain", dat in de Haaksgronden was vastge
raakt. Door een massa petroleum uit 't schip
in zee te pompen, is het vlot gekomen en kon
de reis vervolgd worden.
Verloofd
Helder, 24 Januari 1920.
Langestraiit 48d.
Vischm'arkt 4.
Inzonderheid aan de bnren
voor hun lieve groet, hem ge
bracht.
De 65-jarigen, die meenen aanspraak op
Ouderdomsrente te kunnen maken, hebben
er dus voor te zorgen zioh in het bezit te
stellen van een aanvraag-formulier, dat zij
ingevuld en ondertekend inzenden aan den
Raad van Arbeid onder bijvoeging van hun
rentekaart en één of meer werkgeversver.
klaringen.
M. J. Th. VAS DIAS.
INGEZONDEN.
Het Raadsel van Januari 1920.
Du choc des opinlons jaillit la vérité.
(Door wrijving van gedachten komt de
wa&rhoid het licht).
Geachte Redactiö.
Bovenstaand'spreekwoord kwam
ten, toen ik het ingezonden stuk van den heer
J in uw nummer van 17 dezer las.
'liag ik de gastvrijheid van uw Wad inroepen
voor een korte repliek op diens betoog.
Do inzender roept onze verbeelding levendig
voor ilmaml dio uit pure liefde voor don consu-
ment ziin handelsartikel in pms verjaagt,
biikomstigo reden. (Ik citeer woordelijk). Welke
iemand hij hiermede bedoelt is mij een raadsel.
Toch niet do inzender onder het motto „Eere wien
oore toekomt". Deze heeft dit allerminst geschre
ven, toch vervolgt hij: „u ,gen Ugen wit. zon-
der eenigen invloed van Duiten Dit laatste is
ochter wol het betoog onder voornoemd motto.
Mogelijk echter is het verbluf van den heer
J G in Den Holder van te recenten datum, dat
hij het verloop kent der broodfabrieken aldaar.
'Was hem dit even goed bekend, als de bereke
ningen, welke moesten aantoonen, dat het brood
te duur verkocht werd, doch die hu m gebroke
bleef op de bewuste vergadering, twee maanden
geleden, te doen hooren?
Ik zal dat verloop even memoreeren.
Reeds biina V» eeuw kocht het publiek m Den
Helder aldaar het goedkoopste brood van bijna
geheel Nederland. Dit was het werk van een der
nog bestaande broodfabrieken. Zij leverde het
brood goedkoop, zorgde dat het van prima kwali
teit was, en gaf door een verzoek daartoe aan 13.
en W. der gemeente, den stoot om de gemeente-
lijke controle op de kwaliteit ©n het gewicht der
productie in te voeren.
Door hare concurreerende tij zen bleek dan ock
spoedig coöperatie overbodig. Een dezer blies het
laatste levenslicht uit, terwijl de anderen slechts
een kwijnend bestaan konden voeren.
Het systeem dier broodfabriek was door kleine
winstmarge zich een grooten omzet te verzekeren.
Dit systeem wordt ook gehuldigd in de stollin
gen door den eminenten leider van onzen handel
in de oorsto oorlog&jaren, Mr. M. W. F. Treub, des
tijds Minister.
In zijne op 21 dezer te Amsterdam te houden
rede zal Mr. Treub dit systeem verdedigen in ver
schillende stellingen, waarvan ik er drie, als ter
zake dienende hier citeer.
le. Al die vormen van coöperatie hebben tot
hoofddoel, dat de bij haar aangeslotenen zich hot
door hen benoodigdo aanschaffen in goede kwali
teit en met de minste moeite en kosten.
2e. Zij hebben allen hot nadeel, dat zij gedreven
worden mot gesalarieerde ambtenaren. Waar indi
vidueel inzicht en de mogelijkheid van snel in
grijpen van overewgendo beteekenis zijn, is er
voor coöperatie dan ook geen plaats. Waar die
factoren daarèntegen slechts in uitzonderingsge
vallen op den voorgrond treden, is het voordeel
van het georganiseerd optreden grooter dan het
aangewezen nadeel.
3e. Indien de middenstanders zich aaneensluiten,
d. w. zindien zii doelbewust de coöperatie in too-
passing brengen, hebben zij op de verbruikscoöpe
ratie hun bodrijfs- en warenkennis voor. Zoowol
togenovor dien vorm van coöperatie als Tegenover
de distributie djoor agenten in kantoren van ge
concentreerde bedrijven heeft do georganiseorao
middenstand het voordeel, dat bij hem de prikkel
van het eigenbolang zich in hoogere mate laat
Dit laatste word steods door oen der fabrieken
hier ter stede toegepast door aankoop voor meer
dere ondernemingen.
Een oud Hollandsch spreekwoord zegt: „Als het
getij verloopt moot men de bakens verzetten."
De producent, die tor Juister tijd handelend oj>-
treedt, toont dan ook de capaciteiten te bezitten
van oen goed handelsman, met een ruimen blik op
do exploitatie van zijn bedrijf- Daarmede waar
borgt hij zich voor vele teleurstellingen.
Tenslotte wijst do heer J.. G. op de verandering
die beeft plaats gehad bij de Coöperatie, waardoor
zij thans in staat is vele gasten het welkom toe te
roepen. Gaarno voeg ik daaraan den wensch toe.
dat zii in staat moge zijn, die gasten allen waar
dig te kunnen blijven ontvangen.
Dan zal ook aan haar blijken, dat zoowel voor
coöperatief als particulier bedrijf eene bloeiende
exploitatie mogelijk is, zoowol in bet belang der
afnemers%ls der bedrijven en derzolver personeel.
Geschiedt dit met eerlijke strijdmiddelen, dan
is een prettige, lucratieve werkkring voor allen
verzekerd.
Mijnen beleefden dank voor uwe welwillende
opname dezer regelen.
B. v. A
In plaats van kaarten.
HENDERIKA J. RASS
en
C0RN. KRAMER.
De ondergetoekenden betuigen
hiermede hun hartelljken dank aan
familie, vrienden en bekenden,
voor de innige bewijzen van
'deelneming, bij de ziekte en het
overlijden van hnn lieve Zoontje
JAC0B ondervonden.
Jn. MEIJER.
E. II. MEIJER-Visseb.
Helder,Torenstraat 7.