Advertentiën. De uitlevering van den ex-Keizer. De „Manchester Guardian11 wijst er op, dat de „eisoh" tot uitlevering van den Keizer slechts een beleefd verzoek is, en terecht, want een „eisoh", die we zelf niet zouden in willigen, kan niet te sterk worden aangezet tegenover, een ander, vooral niet als die ander een kleine, zwakke natie is. De „Manch. Guardian'1 stelt de vraag of zelfs al geeft men toe dat de keizer moreel een misdadiger is, dat voor de Nederlandsche regeering een voldoende reden zou moeten blijken om hem uit te leveren aan zijn vroe gere vijanden ter berechting en bestraffing. Deze vraag moet die regeering voor zichzelf kunnen beslissen zonder eenige pressie van anderen. Precedenten zijn er niet. Met Napo leon is geen vergelijking mogelijk. Er was trouwens in Napoleon's geval geen sprake van vervolging wegens eene misdaad, hij werd slechts beschouwd als een gevaar voor de openbare zaak en als zoodanig behandeld. De keizer echter is geen Napoleon, maar een armzalig man, die door een onvriendelijk lot in een positie van macht en verantwoor delijkheid is geplaatst, waarvoor hij volko men ongeschikt was en waarin hjj volslagen mislukte. De „Manch. Guardian" acht het waar schijnlijk, dat Nederland de uitlevering van dezen man zal weigeren.-Men kan hem dan bij verstek een proces aandoen, maar hem dan natuurlijk niet straffen. De „M. G." zou het niet erg vinden als Ne derland weigerde. Zoolang de keizer niet over de Duitsche grens komt is hij ongevaar lijk. En als afschrikwekkend voorbeeld be hoeft men den keizer niet te berechten, zijn voorbeeld zijn smadelijk fiasco is een voldoende waarschuwing, voor wie hem zou willen navolgen. En ten slotte maakt de „M. G de opmer king, dat een proces voor een rechtbank van vijanden op dg wereld geen indruk zal ma ken. Zou dat het geval moeten zjjn, dan zou een rechtbank van neutralen het proces moeten voeren. Gemeentebelastingen. De minister van binnenlandsche zaken heeft op de vragen van den heer Vliegen, in zake de beoordeeling, door Gedeputeerde Staten, van gemeentelijke verordeningen^ op hoofdelijken omslag of inkomstenbelasting in betrekking, tot de bij art. 243III der Ge meentewet bedoelde vermindering van het belastbaar inkomen, geantwoord: Een aanschrijving of wensch om den af trek voor noodzakelijk levensonderhoud in gemeentelijke verordeningen op den hoofde lijken omslag of directe belasting naar het inkomen binnen bepaalde grenzen te hou den, is van den ondergeteekende niet uit gegaan. Bij de beoordeeling van bedoelde verorde ningen wordt toegezien dat die aftrek, al dan niet wisselend in verband met de samen stelling van het gezin van den belasting plichtige, de grenzen, die in verband met de plaatselijke gesteldheid aan het begrip „bestaansminimum" zijn te stellen, niet over schrijdt. Tractementsregellng officieren. Naar de „N. Ot." verneemt, zijn de salaris sen Van de officieren der landmacht thans aldus vastgesteld: 2e luitenant. Aanvangstractement 2300, na 2 jaar als officier 2500. Ie luitenant. Na 2 jaar als officier 2700, na 4 jaar 2900, na 6 jaar 3100, na 8 jaar 3500, na 10 jaar 8700, na 12 jaar 3800, na 14 jaar 3900, na 16 jaar 4000, na 18 jaar 4100. Kapitein na 8 jaar als officier 8700, na 10 jaar 3900, na 12 jaar 4000, na 14 jaar 4100, na 16 jaar 4400, na 18 jaar 4600,. na 20 jaaT 5000, na 22 jaar 5100, na 24 jaar 5200, na 26 jaar 5300, na 28 jaar 5400, na 30 jaar 5500. Majoor na 12 jaar als officier 4300, na 14 jaar 4500, na 16 jaar 4700, na 18 jaar 4900, na 20 jaar 5300, na 22 jaar 5500, na 24 jaar 5700, na 26 jaar 5900, na 28 jaar 6000, na 80 jaar 6100. Luit.-kolonel na 14 jaar als officier 4900, na 16 jaar 5100, na 18 jaar 5300, na 20 jaar 5700, na 22 jaar 6900, na 24 jaar 6100, na 26 jaar 6300,- na 28 jaar 6500, na 30 jaar 6600, na 32 jaar 6700. Kolonel na 16 jaar als officier 5400, na 18 jaar 5600, na 20 jaar 6000, na 22 jaar 6200, na 24 jaar 6400, na 26 jaar 6600, na 28 jaar 6800, na 80 jaar 7000, na 82 jaar 7100, na 34 jaar 7200. Gen. Majoor na 18 jaar dienst als officier 7200 en klimt met 200 om de twee jaren tot 8800. Luitenant-Generaal. Na 20 jaar als offi cier 8200 en klimt met 200 om de 2 jaar tot 9600. Gen. Staf, Intendance en Genie krijgen tot en met den rang van luit.-kolonel een toe lage van 500 per jaar. Bovendien krijgt hij die 3 of meer kin deren beneden 18 jaar heeft vanaf het 3e kind 50 per jaar, indien hij minder dan 5000 salaris heeft. Het Nieuwjaarsincident van het Hoofd bestuur van P. T. T. Naar het „Hbl." uit vertrouwbare bron verneemt, is de voorstelling van zaken, zoo als deze in de bladen is weergegeven in zake het terugnemen der geruchtmakende beschul diging van den heer Westrik jegens het be leid van het hoofdbestuur, niet in overeen stemming met de feiten. De heer Westrik, zoo meldt men, heeft van zijn beschuldiging niets teruggenomen. Haring en kaas naar Dultschland. Onder de levensmiddelen, welke Neder land krachtens de crediet- en kolenovereen- komst aan Duitschland zal leveren, komen, naar het Nederl. Correspondentiebureau in den Haag verneemt, in de eerste plaats in aanmerking haring en kaas, waarvan hier te lande groote voorraden aanwezig zijn. De trawler „Zaanstroom". Omtrent het stranden van de trawler „Zaanstroom" bij Bridlington verneemt de „Telegraaf" nog het volgende: Het sohlp liep des nachts te half drie op de Buokton-rotsen. De bemanning gaf geen seinen om de aandaoht te trekken. Een van hen zwom, voorzien van een touw, naar den wal en bevestigde het aan een uitstekend gedeelte der rotsen, die hier 400 voet hoog zijn. Hierdoor waren de overblijvende 11 man in staat, na een klimpartij over de rotsen over een afstand van 2 mijlen, het kust- waehtstation Seeton te bereiken. Een man was gewond. De kustwacht ver leende de eerste hulp. LUCHTVAART. De vliegtocht naar Indlë. Naar „Het VaderL" verneemt, zullen de ministers van oorlog, van marine en van wa terstaat elk voor twee vliegers en hun onont beerlijke helpers de kosten van hun vlucht naar Indië betalen. In de kosten zijn niet be grepen toestel en assurantie, maar wel ben zine, reisgeld, enz. De twee plaatsen van waterstaat staan voor vliegers van Neder- landschon bloede open. De minister van Wa terstaat behoudt de beslissing over de aan wijzing van de deelnemers in eigen hand. De luchtweg LondenAmsterdam. Sprekende aan een noenmaal van het ver bond van Britache kamers van koophandel heeft Holt, die commissaris is van-twee lucht- scheepvaartlijnen voor handelsdoeleinden, gezegd, dat de dlents tusschen Londen en Amsterdam door de lucht maar 21/» uur vergde, terwijl de reis op de snelste route tot dusver vijftien uur duurt. De Neder landsche directeur-generaal van posterijen was een geestdriftig voorstander van het plan, mits de Hollandsche zakenlui financiee- len bijstand willen verleenen. Anders moes ten de Engelsche zakenlui dat doen. ZwitserlandZweden. Het zusterschip van de „Bodensee", dat bijna gereed is, zal van 6 Februari af een regelmatigen dienst ZwitserlandBerlijn— Zweden onderhouden. GEMENGD NIEUWS. Het vergaan van het stoomschip „Anton van Drlel". Over het vergaan van het stoomschip An ton van Driel" heeft een van de geredden, de tweede officier, de heer D. van der Ploeg uit Harlingen, met het stoomschip „Nieuw-Am- sterdam" uit New-York te Rotterdam aange komen, het volgende verteld. Den 27 December j.L vertrok het stoom schip met een lading steenkolen voor de Ne derlandsche regeering, van Syclney O. B. (Canada) naar Rotterdam. Den volgenden dag, omstreeks elf uur, is het schip bij St. Shorts op de rotsen geloo- pen, hetgeen vermoedelijk veroorzaakt is doordien de „Anton van Driel" door den stroom bakboord is uitgedreven. Daarbij was het donker, stond de zee vrij hol en geen vuurtoren of ander licht wijst de gevaarlijke rotsen ter plaatse aan. De gezagvoerder en de derde stuurman stonden op de brug. Ik lag, vertelde de heer Van der Ploeg, rustig in mijn hut, toen ik uit mijn eersten slaap, door het stooten van het schip en eenige korte stooten op de stoomfluit, wak ker werd. Vlug was ik in de kleeren, en mijn hut uitkomende, ontmoette ik den 3den offi cier, die mij vertelde, dat we op de rotsen zaten. Terwijl het schip hevig stootte en slin gerde, kwam alle hens aan dék, sommigen waren half gekleed uit hun kooien gespron gen. Besloten werd de stuurboordsboot het eerst te water te laten en te trachten vóór om het schip heen naar bakboordszijde te krijgen, waar de zee minder hoog stond. Met groote moeite slaagde men hier in, nadat drie man nen zich in deze boot begeven hadden. Een oogenblik spande het reeds toen, want de lijn, waarmede de boot met het schip verbon den was, werd losgelaten en de boot dreef met de drie menschen er in, weg. Toch slaag de men er dn, weder*verbinding met het schip te krijgen en aan bakboordzijde van het schip te komen. Daarna werd de bakboordsloep gestreken en té water gelaten. Nadat dit geschied was, wilde de equipage in de booten gaan en het slingerende en stootende schip zoo spoedig mogelijk verlaten. Met nauwelijks tien kop pen bemand ging de bakboordsloep, tenge volge van het breken van de vanglijn, waar mede zij aan het schip verbonden was, van het schip af, zee in. De overigen waren nu allen op de stuurboordsloep aangewezen, waarin zij tenslotte zonder ongelukken een plaats vonden. Kapitein ter Wiel verliet het laatst het schip. Toen de vanglijn gekapt was en men van het schip afvoer, kwam men, vertelde de heer Van der Ploeg, eenigszins tot bezinning. Men kreeg veel water in de boot, men kon niet al te best met den kop op de zee liggen én op korten afstand bleef de „Anton van Driel" vrij rustig. Men kwam op de gedaohte, of het misschien niet beter was aan boord terug te keeren, van waar men j,wee scheepslengten verder de rotsen kon zien liggen. Aldus werd besloten en met groote inspanning lnvam men weder langszijde van het stoomschip en kreeg er verbinding mede. Daartoe was stuurman Van der Ploeg in bet midden van de boot gaan staan en zijn tijd afwachtende greep hij een takel en van daar was hij met een sprong binnen boord. De stoker Mathijs Bredius volgde dit voorbeeld en kwam even eens behouden aan boord terug. Voor de vanglijn werd zorg gedragen om de verbin ding' met de stuurboordsboot te handhaven. Inmiddels was het aarde-donker gewor den, de machinekamer stond half vol water en het electrisch licht was uitgegaan. Uit de boot werd geroepen om een touwladder, die onder de bak moest liggen. De# weg daarheen ging door de kuil, die vol water stond en juist toen de stuurman van der Ploeg de ladder gevonden had en zich naar bakboord zijde spoedde, hoorde hij een geweldig ge roep en angstig geschreeuw; de vanglijn, die de1 stuurboordssloep met het schip verbond, was gebroken en snel dreef deze van het schip af. Na enkele minuten trad een groote stilte in, geen geroep of hulpgeschreeuw werd meer vernomen, alleen meent de heer Van der Ploeg daarna nog even achter het schip geroep te hebben gehoord, hetgeen dan uit de bakboordssloep gekomen moet zijn, die eveneens door .de hooge golven is beloopen en omgeslagen. Toen stuurman van der Ploeg de storm ladder gevonden had en om dit aan den sto ker Bredius mede te deeleu zoo hard hij kop „Thijs" riep, kreeg hij antwoord van iemand, die zioh in de hut voor de draadlooze tele grafie bevond. Alzoo bleek nog een derde persoon aan boord te zijn. Dit was de Duit- scher Karl Mühl, bij het verlaten van Sid- ney als tremmer gemonsterd. Hij was bezig zijn voet te verbinden, waaraan hij gewond was, dooh had van de benarde positie van het schip zoo goed als geen kennis. Met hun drieën bleven zij den nacht van Zondag op Maandag aan boord. Tegen den ochtend werden vlak bij, op de besneeuwde rotsen, lichten gezien, waar mede vissohers in de buurt woonachtig zwaaiden. Een van deze menschen is 14 mijl ver geloopen naar Trepassey om van daar telegrafisch hulp te vragen te St. Johns. Inmiddels trachtten de schipbreukelingen de werkboot, die aan boord gebleven was, klaar te maken, hetgeen een zwaar werk was, omdat steeds veel water over het schip sloeg. De luiken waren al opengeslagen, de kolen stroomden uit de ruimen, de brug was ingedeukt en hoewel nog intact, kreeg het stoomschip meer en meer het aanzien van een wrak, door welks bodem de rotsen sta ken. Tot overmaat van ramp sloeg er nog een gat in de werkboot, zoodat deze niet meer dienen kon. Tot Dinsdagochtend 8 uur bleven de drie schipbreukelingen aan boord, hun toevlucht nemende in de hut voor de draadlooze tele grafie, waar een petroleumkachel brandde. Toen kwam de sleepboot L P. Ingraham, ka pitein Rose, eigenaar de heer Ellis te St. Johns, in zicht. Het weder was wat beter ge worden, van de sleepboot werd een beman de sloep gestreken en met veel zeemanschap wist de bemanning ervan het wrak van de Anton van Driel" te naderen en de schip breukelingen een voor een aan boord te ne men. Twee uren later waren zij te Trepas sey, van waar stuurman van der Ploeg hun redding naar huis seinde. Te St. Johns aangekomen, waar zich geen Nederlandsche consul bevindt, heeft de heer Ellis zich het lot van de schipbreukelingen aangetrokken. De heer van der Ploeg en de stoker Bredius kregen passage naar New- York na eerst te St. Johns van kleeding en reisgeld te zijn voorzien. Pe Duitscher Karl Mühl ging na het vertrek van St Johns, te Sidney waar men met een stoomboot aan kwam, van boord en zou verder vóór zich zelf zorgen. Alzoo met hun beiden op de grens van Canada en de Vereenigde Statqn aangeko men in een plaatsje, eveneens St. John ge- heeten, waren zij, zegt de heer van der Ploeg, ieder nog een dollar rijk. Daar woon de wel een Nederlandsche consul en hoewel hij dien een brief toonde, dien hij mede- kreeg van den heer Ellis voor den consul- generaal ft© New-York, mocht hij van hem niet den minsten steun krijgen. Gelukkig waren hij en Bredius in het bezit van plaats bewijzen voor den trein naar New-York. Twee dagen en een nacht hebben zij van wat chocolade, die zij in laatstgenoemd St. John voor hun laafsten dollar kochten, moéten leven voor zij, uitgeput en nog hee- lemaal onder den indruk van de verschrik kelijke ramp die zij medemaakten, in New- York aankwamen. Daar zijn zij, zoodra zij zich na aankomst op het station bekend maakten, liefderijk in een zeemanshuis opgenomen tot het vertrek van de „Nieuw Amsterdam", een paar dagen later, die beiden naar Rotterdam bracht. Diefstal van militaire dekens. De militaire politie te Delft heeft drie sol daten gearresteerd wegens' diefstal van een partij dekens ten nadeele van het Rijk. Eeni ge personen, die de dekens hebben gekocht, zjijn aangehouden wegens heling. Dievenbenden. Te Maastricht is een bende van 12 perso nen, van 16 tot 18 jaar, aangehouden onder welke. 5 helers, die groote hoeveelheden kar ton en papier hadden gestolen bij de firma Weslij Co. Het gestolene werd voor een groot deel in cartonnagefabrieken terugge vonden. Te Kerkrade zijn zes personen aangehou den, die zich hebben schuldig gemaakt aan den diefstaf bij den heer E. in den Ham ge pleegd, waar zij gemaskerd waren binnen gedrongen en door het dreigen met revol vers de aanwezigen hadden bewogen tot het afgeven van hun geld. Het schijnt een ge vaarlijke bende te zijn, die verschillende in braken van den laatsten tijd op haar kerf stok heeft. Een der dieven heeft getracht zich in zijn cel van het leven te benooven. Een vergeten machinist. Uit de kolenmijn van Marihayé, te Flé- malle-Haute (België) is een machinist ge red, die er drie dagen lang had doorge bracht doordat men vergeten had hem mee naar boven te nemen, toen de werklieden wegens de overstroomingen de mijn verla ten hadden. Hij bad in dien tijd geen voed sel gehad en geen middel om zich te doen hooren daar alle seinen en verbindingsmid delen gestoord waren. Hij werd gered door een ploeg werklieden, di£ hem was gaan zoeken. Post-dlefstaL Dinsdagochtend om zes uur kwam iemand voorbij het Dockhead postkantoor in Oost- Londen en zag daarvoor een kleine motor vrachtwagen staan. Een oogenblik later kwa men vier mannen uit het gebouw met een groote brandkast en plaatsten die op den wagen. Toen sloten zij zorgvuldig de deur van het postkantoor, bedekten de kast met een stuk zeildoek en reden weg in de rich ting van Rotherhithe. De kast bevatte 370 pond sterling, 170 pond waarde in postze gels en 400 pond waarde i^ post-..chèques". De dieven zijn nog niet gevat. Van gouden koepels. In het centrum van Warschau staat de heerlijke Russische kerk en daarnaast de hooge klokketoren, samen totaal zeven groote Oostersche koepels torsend. Door de Russen werden de Warschausche kathedralen ge bouwd, maar met Poolsch geld natuurlijk. De koepels moesten zijn van gedegen goud, Maar de een of andere Russische minister liet er verguld koperen platen op leggen: dat was even mooi en hij stak het verschil in zijn zak. Geen haan kraaide er ooit naar. Tot in 1915 de Duitschers Warschau inna men. Nauw waren die in de stad of ze zaten al boven op het dak der Russische Kathe dralen en braken er de gouden koepels af. Ze hadden een strop, eën reuzen strop. Dooh „pour faire bonne mine mauvais jeu" ver klaarden ze dat koper noodig te hebben en legden er zink voor in de plaats. En de Polen breken tbans den heelén klok ketoren af, doch laten de prachtige Kathe draal, die ook met zinken koepels nog heer lijk mooi is, staan. En hadden ze het land gehad, toen ze vernamen, dat ze voor goud •hadden, moeten betalen om slechts verguld koper te krijgen, hun tpijt werd dubbel en dwars vergoed door de pret toen de gehate Duitschers die ontdekking deden. Parflsche Mode en Luxe. Hét is mogelijk dat, indien de wereldoorlog niet uitgebroken was, de zucht naar genot,Aie zin voor overdreven toiletten, en het tentoon spreiden van de meest extravagante luxe evenzeer te constateeren zouden zijn geweest in de jaren 1919 en 1920 als dat thans het geval is. Men bewoog zich in 1914 in dezell- de richting, volgde dezelfde lijn, en hoewel het een feit is, dat in iedere na-oorlog-periode de luxe, enz. sterk opleeft, is het toch niis- sehifen wel wat overdreven den krijg alléén de schuld te geven van al het dwaas bedrijf, dat de mode meebrengt. Intusschen, wel ke oorzaken er ook mogen hebben medege werkt den tegenwoordigen staat van zaken in het leven te roepen, we hebben rekening te houden met den toestand zooals die is, en de heeren der schepping kunnen slechts aan vaarden de mode, die-Londen hun voor schrijft, en de dames die, welke Parijs de creteert. Het is wèl lang geleden, dat Wee- nen en Berlijn ernstige pogingen in het werk stelden, Parijs als Mode-Koningin te ont tronen, en wel volkomen is de zegepraal van Worth, Lanty, Sallès en hoe de andere mode ontwerpers, die de eene „oréation" na de andere i*i de wereld sturen, verder mogen heeten. Wie mode bestudeeren wil en zich verheu gen in of ergeren over de meest zonderlin ge toiletten, heeft daartoe een prachtgele- genheid gehad toen Parijs de Réveilkxn vier de of bij het dezer dagen gehouden Opera bal, waarvan de opbrengst liefdadigheidsin stellingen ten goede kwam. Het kostte wel veel geld honderd gul den voor een souper was gewóón, maar men zag dan ook ministers en admiraals, kunstenaars en staatslieden, en 'n beau mon de om van te duizelen. Wat sterk opviel was het groot aantal juweelen, écht of imitatie en de talrijke veeren hoofdtooisels, die gedragen werden. Een soort van tulband van metalen weef sel, waaraan met juweelen gespen wappe rende bossen aigrettes .en Paradij s-veeren bevestigd waren, zag'men veel, terwijl -enor me waaiers van struisveeren moesten dienen om het al tè décolleté eenigszins te maskee- ren. Tenzij de draagster van zooveel veeren en pluimen, en zoo weinig japon werkelijk een beauty Was, was het resultaat van de combinatie eenvoudig barbaarsch. Een zeer opvallende hoofdtooi bestond uit schoone paarlen op een Julietteniuts, en ver der waren- er coiffures, versierd met door juweelen bezette banden en kransen van. metalen bloempjes. De japonnen waren veelal van goud- en zilverweefsel, waarover tule gesluierd was, «f van gekleurde zijde met goud- en zilver- brocaat afgezet. Vele hadden een smallen sleep, of waren fraai gedrapeerd, naar het voorbeeld van Oostersche costumes; waaruit mén gereodelijk kon opmaken, dat de ont werpers de musea hadden afgesnuffeld om schoone motieven te ontdekken. Het keurs, als we dien naam nog mogen gebruiken voor wat eenmaal het „bovenlijf' v-an 'h japon was, bestond meestal aan de achterzijde uit.niets, en aan de voorzijde uit een smallen gordel, die door een paar smalle bandjes of paarlstrengen over de schouders werd opgehouden. Toch schijnt hot rug-décolloté niet te be vallen, en meer en meer begint men het V- déoolleté zefer laag, maar niet wijd, de voor keur te geven. Bijna zonder uitzondering waren de vrou wen, ook zij die het „niet noodig hadden", zeer opgemaakt; d.w.z., hoog'-rood gekleurde wangen en dito lippen, dik-gepoederde hui den, sterk-geaccentueerde wenkbrauwen, en ingedruppelde oogen, zag men alom. Sommige dames gebruiken tegenwoordig een crème-kleurig, bijna geel, poeder, en to maten-rood blanketsel; zij plakken heur ha ren in vlechten langs het gelaat, geven haar Oogen den amandelvorm, maken lijnen langs den mond, schilderen hooge wenkbrauwen, polijsten en manicieren haar nagels en han den overdreven, en dragen breede ringen om de bovenarmen en enkels. Aldus-toegetakel- de schoonheden zag men op het Operabal! Wie het mooi vindt, mag het zeggen. (Hbl.) Zoodra de aanvrage is ontvangen, wordt voor zdo spoedig mogelijke doorzending naar de Rijksverzekeringsbank zorg gedragen, waarna eventueel toekenning van de rente eveneens zoo spoedig mogelijk kan volgen. De Voorzitter van den Raad van Arfleid te Alkmaar, Ouderdomsrente. In een vroeger artikel werd gewezen op de noodzakelijkheid, dat de werkgevers hun- he verplichtingen ingevolge de Invaliditeits wet nakomen, terwijl toen tevens werd uit eengezet op welke wijze zij tot nakoming van die wettelijke verplichtingen kunnen worden gedwongen. Daartegenover staat, dat er ook behoort te worden gezorgd, dat de werkgever zijne pre mies niet vergeefs betaalt, d. w. z. dat de ar beiders, voor wie inderdaad betaald werd, ook de uitkeeringen krijgen, waarop zij vol gens de wet aanspraftk kunnen maken. Daarom wil ik er uitdrukkelijk de aandacht op vestigen, dat de arbeiders, die nè 2 De cember 1919 den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, niet moeten meenen, dat er voor hen nog zoo weinig premies betaald zijn, dat er van uitkeering voor hen nog geen sprake kan zijn. Zijn er arbeiders, die na bovenvermelden datqm 65 jaar geworden zijn, laten zjj zich dan haasten om eene aanvrage om ouder' domsrente in te dienen. Ingevolge art. 154 der Invaliditeitswet gaat de rente in op den datum der aanvrage; het te laat indienen der aanvrage heeft dus ten gevolge, dat de rente op een lateren datum ingaat en beteekent dus verlies voor den ar beider. De formulieren voor de aanvraag om Ouderdomsrente voor de verplicht-verzeker den zijn verkrijgbaar aan de postkantoren en ten kantore van den Raad van Arbeid. Bij de aanvrage moet de Ioopende rente- kaart worden overgelegd. Gezorgd moet worden, dat daarop een vol doend aantal zegels geplakt is. Is de arbeider elke week in loondienst geweest, dan moet natuurlijk over elke kalenderweek verloopen tusschen 3 December en het bereiken van den 65-jarigen leeftijd een zegel geplakt zijn. Is de arbeider niet alle weken in loondienst geweest, dan behoeft dit nog niet altijd be zwaar op te leveren voor de toekenning van rente mits muur over elke vier weken drie zegels zijn geplakt. Bovendien zal de arbeider nog hebben te zorgen voor een of meer verklaringen, on derteekend door de desbetreffende werkge vers, waaruit "blijkt, dat de arbeider gedu rende de 10 Jaar voorafgaande aan het berei ken van den 65-jarlgen leeftijd minstens 15( weken in loondienst is geweest. UIT DEN OMTJtEK. Texel, 23 Jan. In den loop der week zijn van hier uitge voerd 26 koeien, 12 kalveren, 0 schapen, 1 paard en 7 varkens. Door vele ingezetenen werden, verlokt door de hooge prijzen, varkens gemest. Men hoopte met dat werk goede winst te maken. Nu echter de veeprjjzen alom zoo beduidend dalen, loopt voor menigeen de varkensmes- terij op een misrekening uit De niet-var- kensmesters echter hopen, dat de prijsdaling nog maar wat mag voortduren. Naar alle waarschijnlijkheid is 't geheim opgelost van de petroleumdampen, die hier Zaterdag aan de Westkust werden waarge nomen. Te Hamburg is binnengeloopen het met petroleum geladen tankschip „Trimcun- tain", dat in de Haaksgronden was vastge raakt. Door een massa petroleum uit 't schip in zee te pompen, is het vlot gekomen en kon de reis vervolgd worden. Verloofd Helder, 24 Januari 1920. Langestraiit 48d. Vischm'arkt 4. Inzonderheid aan de bnren voor hun lieve groet, hem ge bracht. De 65-jarigen, die meenen aanspraak op Ouderdomsrente te kunnen maken, hebben er dus voor te zorgen zioh in het bezit te stellen van een aanvraag-formulier, dat zij ingevuld en ondertekend inzenden aan den Raad van Arbeid onder bijvoeging van hun rentekaart en één of meer werkgeversver. klaringen. M. J. Th. VAS DIAS. INGEZONDEN. Het Raadsel van Januari 1920. Du choc des opinlons jaillit la vérité. (Door wrijving van gedachten komt de wa&rhoid het licht). Geachte Redactiö. Bovenstaand'spreekwoord kwam ten, toen ik het ingezonden stuk van den heer J in uw nummer van 17 dezer las. 'liag ik de gastvrijheid van uw Wad inroepen voor een korte repliek op diens betoog. Do inzender roept onze verbeelding levendig voor ilmaml dio uit pure liefde voor don consu- ment ziin handelsartikel in pms verjaagt, biikomstigo reden. (Ik citeer woordelijk). Welke iemand hij hiermede bedoelt is mij een raadsel. Toch niet do inzender onder het motto „Eere wien oore toekomt". Deze heeft dit allerminst geschre ven, toch vervolgt hij: „u ,gen Ugen wit. zon- der eenigen invloed van Duiten Dit laatste is ochter wol het betoog onder voornoemd motto. Mogelijk echter is het verbluf van den heer J G in Den Holder van te recenten datum, dat hij het verloop kent der broodfabrieken aldaar. 'Was hem dit even goed bekend, als de bereke ningen, welke moesten aantoonen, dat het brood te duur verkocht werd, doch die hu m gebroke bleef op de bewuste vergadering, twee maanden geleden, te doen hooren? Ik zal dat verloop even memoreeren. Reeds biina V» eeuw kocht het publiek m Den Helder aldaar het goedkoopste brood van bijna geheel Nederland. Dit was het werk van een der nog bestaande broodfabrieken. Zij leverde het brood goedkoop, zorgde dat het van prima kwali teit was, en gaf door een verzoek daartoe aan 13. en W. der gemeente, den stoot om de gemeente- lijke controle op de kwaliteit ©n het gewicht der productie in te voeren. Door hare concurreerende tij zen bleek dan ock spoedig coöperatie overbodig. Een dezer blies het laatste levenslicht uit, terwijl de anderen slechts een kwijnend bestaan konden voeren. Het systeem dier broodfabriek was door kleine winstmarge zich een grooten omzet te verzekeren. Dit systeem wordt ook gehuldigd in de stollin gen door den eminenten leider van onzen handel in de oorsto oorlog&jaren, Mr. M. W. F. Treub, des tijds Minister. In zijne op 21 dezer te Amsterdam te houden rede zal Mr. Treub dit systeem verdedigen in ver schillende stellingen, waarvan ik er drie, als ter zake dienende hier citeer. le. Al die vormen van coöperatie hebben tot hoofddoel, dat de bij haar aangeslotenen zich hot door hen benoodigdo aanschaffen in goede kwali teit en met de minste moeite en kosten. 2e. Zij hebben allen hot nadeel, dat zij gedreven worden mot gesalarieerde ambtenaren. Waar indi vidueel inzicht en de mogelijkheid van snel in grijpen van overewgendo beteekenis zijn, is er voor coöperatie dan ook geen plaats. Waar die factoren daarèntegen slechts in uitzonderingsge vallen op den voorgrond treden, is het voordeel van het georganiseerd optreden grooter dan het aangewezen nadeel. 3e. Indien de middenstanders zich aaneensluiten, d. w. zindien zii doelbewust de coöperatie in too- passing brengen, hebben zij op de verbruikscoöpe ratie hun bodrijfs- en warenkennis voor. Zoowol togenovor dien vorm van coöperatie als Tegenover de distributie djoor agenten in kantoren van ge concentreerde bedrijven heeft do georganiseorao middenstand het voordeel, dat bij hem de prikkel van het eigenbolang zich in hoogere mate laat Dit laatste word steods door oen der fabrieken hier ter stede toegepast door aankoop voor meer dere ondernemingen. Een oud Hollandsch spreekwoord zegt: „Als het getij verloopt moot men de bakens verzetten." De producent, die tor Juister tijd handelend oj>- treedt, toont dan ook de capaciteiten te bezitten van oen goed handelsman, met een ruimen blik op do exploitatie van zijn bedrijf- Daarmede waar borgt hij zich voor vele teleurstellingen. Tenslotte wijst do heer J.. G. op de verandering die beeft plaats gehad bij de Coöperatie, waardoor zij thans in staat is vele gasten het welkom toe te roepen. Gaarno voeg ik daaraan den wensch toe. dat zii in staat moge zijn, die gasten allen waar dig te kunnen blijven ontvangen. Dan zal ook aan haar blijken, dat zoowel voor coöperatief als particulier bedrijf eene bloeiende exploitatie mogelijk is, zoowol in bet belang der afnemers%ls der bedrijven en derzolver personeel. Geschiedt dit met eerlijke strijdmiddelen, dan is een prettige, lucratieve werkkring voor allen verzekerd. Mijnen beleefden dank voor uwe welwillende opname dezer regelen. B. v. A In plaats van kaarten. HENDERIKA J. RASS en C0RN. KRAMER. De ondergetoekenden betuigen hiermede hun hartelljken dank aan familie, vrienden en bekenden, voor de innige bewijzen van 'deelneming, bij de ziekte en het overlijden van hnn lieve Zoontje JAC0B ondervonden. Jn. MEIJER. E. II. MEIJER-Visseb. Helder,Torenstraat 7.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 2