1ELBE1SCHECOURANT Tweede Blad. VAN ZATERDAG 24 JANUARI 1920. Het verzoek om uitlevering van den gewezen Duitschen Keizer afgewezen. pp BINNENLAND. Den 16en Januari j.1. heeft de Secretaris- Generaal ran de vredesconferentie aan den Nederlandschen gezant te Parijs een door den president der Conferentie onderteekend stuk ter hand gesteld, waarin de uitlevering v.an den ex-Keizer werd gevraagd. De nota, waarin dit verzoek was vervat, luidde als volgt} Parya, IS Januari 1920. Door dezo aan Harer Majesteit'» regeering den tekst ter kennis brengende van artikel 327 (in gewaarmerkt afschrift hierbij gaand) van het Vredesverdrag met Duitschland, dat pp 10 Januari 1920 in werking is getreden, hebben de mogendheden de eer te gelijker tijd mede te deelen, dat zij besloten hebben de bepalingen van dit artikel onverwijld ten uitvoer te leggen. Dientengevolge richten de mogendheden tot de Nederlandsche regeering het officieel verzoek Wilhelm von HohenzoQern, gewe zen Keizer van Duitschland, in hunne han den te stellen ten einde te worden gevonnist. Vermits de in Duitschland woonachtige personen, tegen welke de verbonden en ge associeerde mogendheden eene aanklacht hebben uitgebracht, Haar krachtens artikgl 228 van het Vredesverdrag moeten worden overgeleverd, zou de gewezen Keizer, indien hij in Duitschland gebleven ware, onder de zelfde omstandigheden door de Duitsche re geering zijn overgeleverd. De Nederlandsche regeering Is op de hoogte van de onaantastbare redenen, welke gebiedend vorderen, dat de opzettelijke schendingen van de internationale verdra gen „alsmede de stelselmatige terzijdestel ling van de allereerste regelen van het vol kenrecht ten opzichte van allen, ook van de hoogstgeplaatsten, de bijzondere sanctie ver krijgen, door het Vredescongres voorzien. De mogendheden herinneren kortelijk, en- der zoovele misdaden, aan de cynische schen ding van de onzijdigheid van België en Luxemburg, het barbaar9che en meedoogen- looze stelsel der gijzelaars, de deportaties in massa, de oplichting der jonge meisjes uit Rijssel, die aan hare familiën ontrukt en zonder bescherming met de slechtste elemen ten tezamen werden gepakt, de stelselmatige verwoesting zonder militair nut, van geheele landstreken, den onbeperkten duikbootoor log met de onmenschelijke achterlating van de slachtoffers in volle zee, de ontelbare da den tegen niet-atiyders, begaan door de Duit sche overheid, in strijd met de wetten van den oorlog, enz. Van al deze daden klimt de ver«Aitwoor- deljjkheid, althans da zedelijke verantwoor delijkheid, op tot den oppersten leider, die m heeft gelast of die misbruik heeft ge- maqkt van zijn volmacht, om inbreuk te ma ken of te laten maken op de heiligste voor schriften van het menschelyk geweten. De mogendheden kunnen zich niet voor stellen, dat de Nederlandsche regeering de geweldige verantwoordelijkheid van den ge- wazen Keizer met minder afkeuring zou be schouwen dan zij zeiven. Nederland zou zijn internationalen plicht niet vervullen, indien het weigerde, zich naar de mate zijner kracht aan te sluiten bij de andere natiën, om de bestraffing van de begane misdrijven na te streven of die althans niet te belemmeren. Bij het richten van haar verzoek tot de Nederlandsohe regeering meenen de mogend heden het bijzonder karakter daarvan te moeten doen uitkomen. Zij hebben den plicht de uitvoering van artikel 227 te verzekeren zonder zich door argumenten te laten weer houden, aangezien het onder deze omstan digheden niet geldt eene in beschuldiging stelling met een juridiek karakter, wat het wezen betreft, maar een daad van hooge in ternationale politiek, voorgeschreven door het wereldgeweten, waarbij de vormen van het recht alleen zijn voorzien pm aan den beschuldigde een geheel van waarborgen te verzekeren zoodanig als het publiek recht er ooit heeft gekend. De mogendheden hebben de overtuiging, dat Nederland, dat altijd blyk heeft gegeven van zyn eerbied voor het recht en zijn recht vaardigheidszin en dat een der eer»ten wa» om z\jne plaats op te eischen In den Volken bond, niej met zijn zedelijk gezag de ver krachting zal willen dekken van de grond beginselen der solidariteit tusschen de volkeren die er allen gelijkelijk belang by zullen hebben den terugkeer van een dergelijke ramp te verhinderen. Het Nederlandsche volk heeft er hoogjlyk oeiang by niet den schijn op zich te laden, a"* 'oornaamsten bewerker be- °P zijn grondgebied in ^ïb- j60' eQ 'berechting te be- J??°r steia Taü millioenen sLaahtoffers wordt geëischt. Cw g.) G. CLEMENCEAU. Hef antwoord der Nederlandsche Regeer In g. Op de nota der geallieerden heefl onze •egeering het volgende geantwoord: 's-Gravenhage, 21 Januari 1920. By note verbale van 15 Januari 1920, over handigd aan Harer Majesteit's gezant te Parijs, vragen da mogendheden, onder verwijzing naar artikel 227 van het Verdrag van Ver- saillea, aan de Néderlandsche regeering, Wil helm von Hohenzollern, gewezen Keizer van het Duitsche Rijk, in hare handen te stellen e)nde te worden gevonnist. 1 er ondersteuning van dit verzoek doen zy opmerken, dat, indien de gewezen Keizer in huitschland gebleven ware, de Duitsche re geering krachtens het bepaalde by artikel 228 van het Vredesverdrag, verplicht zou zyn ge weest hem over te leveren. rerwyl de mogendheden als opzettelijke schendingen van de internationale verdragen en ten bewyze.van de stelselmatige terzyde- stelling van de allereerste regelen van het volkenrecht, tal van handelingen, in den oorlog door de Duitsche overheid gepleegd, in herin nering brengen, doen zy de verantwoordelijk heid, althans de zedelyke verantwoordelykheid daarvoor opklimmen tot den gewezen Keizer. Zy spreken de meening uit, dat Nederland zyn internationalen plicht niet zou vervullen indien het weigerde, zich naar de matezyner kracht, by haar aan te sluiten om de bestraf fing van de begane misdryven na te streven of die althans niet te belemmeren. Zy doen het byzonder karakter uitkomen van haar verzoek, dat niet eene juridieke in beschuldigingstelling, maar een daadvanbooge internationale politiek beoogt, en zy doen een beroep op Nederland's eerbied voor het recht en rechtvaardigheidszin, opdat het niet met zyn zedelyk gezag de verkrachting door Duitschland dekke van de grondbeginselen der solidariteit tusschen de volkeren. Harer Maiesteits Regeering heeft de eer aanstonds te doen opmerken, dat de verplich tingen, welke voor Duitschland zouden hebben kunnen voortvloeien uit artikel 228 van het Vredesverdrag, niet kunnen dienen om de plichten te bepalen van Nederland, dat by dat verdrag geen party is. Harer Majesteits Regeering, harerzyds even eens bewogen door onaantastbare redenen, kan de door het verzoek der mogendheden gerezen vraag niet anders beschouwen dan uit het oogpunt harer eigen plichten. Zy is volkomen vreemd geweest aan de omstandigheden, waaruit de oorlog is voort-# gekomen en heeft, niet zonder moeite, hare onzydigheid tot het einde toe bewaard. Zy staat mitsdien tegenover de oorlogsfeiten anders dan de mogendheden. Zij wyst met kracht elke verdenking af, als zoude zy met haar sonverein recht en haar zedelyk gezag schendingen van de grondbeginselen dersoli dariteit tusschen de volkeren willen dekken; maar zy kan geen internationalen plicht er kennen om mede te werken tot de daad van hooge internationale politiek der mogend heden. Indien in de toekomst door den Volken bond eene internationale rechtspraak mocht worden ingesteld, welke bevoegd zou zyn om in het geval van eenen oorlog, recht te spreken over feiten, welke tot misdryven gestempeld en aan sanctie onderworpen zyn door een aan de pleging voorafgaand statuut, zal het aan Nederland staan, zich by die nieuwe orde van zaken aan te sluiten. Harer Majesteit»'Regeering kan in het tegen woordig geval geen anderen plicht erkennen dan dien, welken haar de wetten des Ryks en de nationale traditie opleggen. ■Welnu, noch de op alom erkende rechts beginselen gegronde fundamenteele wetgeving des Ryks, noch eene eerbiedwaardige traditie van eeuwen her, welke van dit land te allen tyde een toevluchtsoord heeft gemaakt voor hen, die in internationale conflicten het onder spit hebben gedolven, veroorloven aan de Nederlandsche regeering'gevolg te geven aan het verlangen der mogendheden om aan den gewezen Keizer de bescherming van die wetten en die traditie te onttrekken. Het rechtende nationale eer, welke te eerbiedigen een heilige plicht is, verzetten zich daartegen. Het Neder landsche volk, geleid door gevoelens, waaraan de geschiedenis de wereld recht heeft doen wedervaren, zou het vertrouwen niet kunnen beschamen van hen, die zich op zyne vrye instellingen hebben verlaten. Harer Majesteits' Regeering vertrouwt, dat de mogendheden de gegrondheid zullen er kennen van deze overwegingen, welke zich boven «enige beoordeeling van menschen ver heffen en welke haar zoo afdoende voorkomen, dat zjj redelijkerwijze geen vrijheid kunnen geven Nederland in een verkeerd daglicht te stellen. (get.) Yan Karnebeek. Oven hef antwoord van pftzs regeering zegt de „N. Rott. Ort.": Onze regeering heeft met de voortvarend heid en de stiptheid, welke van Karnebeek's buitenlandsch beleid tot nu toe mede heb ben gekenmerkt, haar antwoord aan de mo gendheden doen toekomen op de dezer da gen door hen gestelde vraag, den gewezen keizer uit te leveren, ten einde hem te doen vonnissen. Het antwoord is beleefd, doch afwijzend. Voorop wordt gesteld, dat uit het vredesver drag, op welks bepalingen de mogendheden zich by hun verzoek om uitlevering hebben beroepen, voor Nederland geene plichten voortspruiten kunnen, en dat dus de eenige plicht, welken Nederland ten aanzien van deZe niet op eenige wet of eenig met Ne derland gesloten tractaat berustende aan vraag heeft na te komen, is de plicht wel ken eer en geweten het voorschryven. Met de meeste beslistheid werpt vervolgens het antwoord de suggestie ter zyde, welke de nota der mogendheden scheen te ontsieren, alsof niet-krsyilliging van het verzoek de strekking zou kunnen hebben, dat door Ne derland de oorlogsmisdaden, door de mo gendheden opgesomd, met zyn gezag zou worden gedekt. Ten slotte beroept onze re- geering zich dan op de alom geldende be ginselen van recht en rechtvaardigheid en de sedert eeuwen hier te lande erkende tra ditie „welke van dit land te allen tyde een toevluchtsoord heeft gemaakt voor hen, die in internationale conflicten het onderspit hebben gedolven", om het verzoek voor in williging onvatbaar te verklaren. Het antwoord lykt ons in zyn bondigheid krachtig, en het moet, dunkt ons, hier te lande byval ondervinden, ook bij hen, die zich, gelyk wy, bij de beoordeeling van de vraag of de gewezen keizer uitgeleverd kon worden, op een eenigszins 'ander standpunt hebben geplaatst, dan waarvan onze regee ring blykbaar is uitgegaan, en dus wellicht bij da formuleering van de afwyzing op eenige punten andere woorden of eene an dere zinswending zouden hebben gekozen. Dankbaar mag echter ook door hen worden erkend, dat het antwoord hen een heel eind tegemoet komt, door zich niet vast te klam pen aan een formeel juridisch betoog, waar- by in eene opsomming van concrete wets teksten en tractaatsartikeltjes, de voornaam ste kracht wordt gezocht, en waarmee een dood stuk zou zyn samengesteld, doch de heele zaak midden in het leven van alge- meene rechtsovertuiging en nationale tradi tie over te planten, gelyk feitelyk ook de mogendheden by hunne aanvrage voor een goed deel hadden gedaan.. Het Is natuurlijk niet mogelijk te voor spellen, hoe het stuk in de Entente landen zal worden ontvangen. Mag men de berich ten gelooven, dan is in de regeeringskringen der Entente de animo, die daar aanvanke- lyk voor het proces om den gewezen keizer mag hebben bestaan, niet weinig bekoeld, en zou men dus door de Nederlandsche beslis sing, waardoor de mogendheden worden ver lost van een lastig geval, met uiterlijke on verschilligheid en innerlijke dankbaarheid moeten willen aanvaarden. Wij hier in Ne derland zijn in ieder geval overtuigd, dat onze regeering niet slechts aan Nederlands naam in de geschiedenis, doch ook aan de overwinnende mogendheden een dienst heeft gedaan, door medewerking te weigeren aan de vertooning te Londen, waarbij ook wie hechten aan de hoogere rechten der mensch- heid, waarop <je mogendheden zich beriepen, zich onder de gegeven omstandigheden be- zwaariyk zouden kunnen neerleggen. Een deel van de Fransche en de Engelsche pers zal zich voor het betoog van onze re geering natuurlyk ongevoelig betoonen. Of schoon dit gedeelte, nadat de uitleverings- aanvraag bekend was gemaakt, opmerke- lyk onverschillig voor deze zaak is geble ven, kan men toch niet verwachten, dat de persorganen, die langen tyd de massa voor het groote proces hebben warm gemaakt, thans, nu aan alle voorspiegelingen de bo dem wordt ingeslagen, in hunne ingetogen heid van de aigeloopen week zullen vol harden. Er zal dus een storm over ons hoofd los barsten, ën die tolyft waarom het te ont kennen? gevaarlijk, omdat men ten aan zien van landen als Frankrijk en met name Engeland, waar de invloed der pers somwy- len ook over de regeering zeer groot is, nooit weet, waartoe dit leiden kan. Ernstige verwikkefingen verwachten wy van de beslissing onzer regeering niettemin niet, maar zy zal, gegeven de onder een deel van de Fransche en Engelsche bevolking ge kweekte mentaliteit in de andere geal lieerde en geassocieerde landen schynt de volksstemming eer met ons dan tegen ons te zyn aan de gelukkig allengs zooveel verbeterde verstandhouding tusschen die landen en Nederland toch geen goed doen. Dit kon voor onze regeering, toen zy haar antwoord overwoog, natuurlijk geene over weging zyn. Het gold hier geen zaak van kansberekening, doch eene van eer en ge weten. Juist echter omdat de regeering daarby geen by overwegingen heeftlaten gelden zal op den duur, daaraan twyfelen wy niet, ook by de teleurgestelden zich de overtuiging moeten baan breken, dat Ne derland in een moeilyk uur zyner geschie denis zich zyn ouden naam is waardig ge bleven. De „Nation Beige" (annexionistisch), schrijft over de weigering tot uitlevering van den gewezen keizer: Het officieele tele gram uit den Haag, dat ons door Havas mee gedeeld wordt, bevestigt, dat de Nederland sche regeering met een weigering antwoordt op het verzoek der geallieerden. Men weet nog niet, in welke termen deze weigering vervat is, maar men kan .wel reeds raden, welke gronden de regeeririg in den Haag zal aanvoeren om den vluchteling van Ame- rongen te onttrekken aan de straf voor zyn misdaden. Nederland zal zich verschansen achter juridische gronden en zal de heilige rechten der gastvryheid inroepen. Maar fei telyk zet het de politiek voort, die zijn hou ding gedurende den oorlog bepaald heeft, een politiek vaii sympathie voor Duitschland en het Duitsche volk, aan hetwelk het ook niet het minste leed wil berokkenen. De schennis van verdragen, de gruwelen van een barbaarschen oorlog, de ruwe aanslag op onschadelijke landen, dat alles weegt maar weinig voor Nederland en verdwijnt in het niet by zyn wensch om aan Duitsch land te toonen, dat het dit land gunstig ge- zuid is en het zyn keizer veilig wil bewa ren, tot den dag van een mogelyk herstel op den troon. Deze houding zal aan Neder land zeker nieuwe bewijzen van vriendschap bezorgen van de al-Duitschers en de jun- kers, die getrouw gebleven zyn aan Wil helm H en die de hoop behouden hebben hem te Potsdam terug te zien keeren. Maar tevens zal Nederland door zyn weigering op nieuw getoond hebben, dat het dezelfde ge bleven is, dat wil zeggen, onderworpen aan den Duitschen invloed en tegenstander van de landen van de entente. De „Zeeland". Naar het „Handelsblad0 meldt heeft de Minister van Waterstaat aan den burge meester der gemeente Vlissingen uitdrukke lijk verklaard, dat de regeering met beslist heid blijft instaan voor het behoud van de Maatschappij Zeeland: voor Vüssingea. De boter ln prijs verlaagd. Met Ingang van 29 Jan. zyn de prijzen van boter met 45 cent per K.G. verlaagd. Duitsche mjjnvegers. Te Delfzijl zyn onder commando van een Oberlieutenant zes Diutsche mijnvegers van Wilhelmshaven aangekomen. Zy zyn be stemd voor de Nederl. regeering en zullen wederom als mijnvegers dienst doen. N. Ort."J BUITENLAND. De Vredesonderhandelingen. Parys, 22 Jan. De ministerraad heeft heden den president der republiek een decreet ter onderteekening voorgelegd, waarbij de heeren Millerand. Martin, Isaac en Paleologue tot gevolmachtigden by de vredesconferentie be noemd worden ter vervanging van de heeren Olemenceau, Pichon, Klotz en Tardien. De heer Cambon blyft zyn ambt bekleeden. De pest ln Midden-Europa. Do „Lokal Anzeigert1 meldt, dat volgens de Praagschei bladen er ook in Oost Silezië gevallen van pest zyn geconstateerd. Men vermoedt dat de ziekte uit Oost Galicië komt. De openbare gebouwen zyn gesloten. Naar het „Prager Tageblatt" uit Moraivisch* Ostrau verneemt is het stopzetten van het personenvervoer op de lijn KaschauOder- 5erg geen gevolg van den kolennood maar van de heerschende epidemie. In het gebied van Kaschau en Oderberg zijn 29 gevallen geconstateerd, waarvan 5 met doodelijken afloop. Dit is in het gebied van Teschen, waar weldra een volksstemming moet wor den gehouden en dat reeds de volgende week door Fransche troepen zoti worden be zet Men vermoedt dat de bezetting nu zal worden uitgesteld. DUITSCHLAND. In den herfst van 1919 bad Duitschland 13.200, nu nog slechts 12.700 bruikbare loco motieven, niettegenstaande er sedert April 1919 1101 nieuwe locomotieven in dienst ge steld werden en er 599 in particuliere werk plaatsen gerepareerd werden. Deze achteruitgang is te wyten aan de verregaande luiheid van het werkplaatsper- soneel, welke, zooals we dezer dagen ge meld hebben, tot de sluiting van verschil lende groote werkplaatsen heeft geleid. De vloot. Volgens Reuter's oorrespondent aan boord van de Malaya, het slagschip, waarop de ma rinecommissie van toezicht der geallieerden vertoeft, heeft de oommissie de acht slag schepen, die aan de geallieerden uitgeleverd moeten worden, in een treurigen staat aan getroffen, daar zy sinds het sluiten van den wapenstilstand totaal verwaarloosd zyn. IERLAND. In Ierland blyft groote onrust heerschen. Uit Thurles wordt gemeld, dat Dinsdag avond onbekenden op een politieagent scho ten en hem drie verwondingen toebrachten. Daarop verscheen een uur later een troep militairen en agenten, die de huizen, waaruit geschoten was, beschoten en met hun ge weerkolven de ruiten braken. De schade wordt op 6000 pond geschat. Dinsdagavond is te Dublin 3e adjunct commissaris yan politie, Redmond, op straat vermoord. ITALIË. De spoorwegstaking. Volgens den correspondent te Milaan van de „Daily Telgraph" is de beteekenis van de spoorwegstaking als volgt samen te vatten in het midden van den winter, nn de koude hevig is, kan er geen hout om te verstoken worden vervoerd, kunnen geen levensmiddelen de steden bereiken, kan geen melk worden vervoerd, zelfs voor kinderen niet totdat de 180.000 spoorweglieden de regeering een jaar- lyksche loonsverhooging van 800,000,000 lire zullen hebben afgeperst. Deze vermeerdering van de uitgaven van den staat van bijkans een milliard oa aan de eischen van slechts een categorie te voldoen, is te ongerijmd dan dat zy -ernstig in over weging kan worden genomen. De regeering beloofde evenwel een verhoo ging van alle loonen, welke een hoogere uit gave van 100 millioen lire zouden noodig maken. De correspopdent deelt dan mee, hoe ln zestig spoorwegcentra Maandagavond vergade ringen werden gehouden, waar slechts een deel van het spoorwegpersoneel aanwezig was en waar tot de staking besloten werd. Slechts de helft van het personeel is in staking gegaan. De regeering liet de stations door carabi nieri en soldaten bezetten en twee paar treinen per dag loopen tusschen de voornaamste eentra, geëscorteerd door politie en soldaten. Vele burgers bieden aan de regeering hun diensten aan voor het organiseeren van het transport en een dozijn verefenigingen te Milaan hebben aan de autoriteiten meegedeeld, dat haar leden allen bereid waren alle werkzaam heden onverschillig welke, die hnn worden opgedragen, te verrichten. RUSLAND. Krijgsgevangenen In Siberië. Een rapport ontvangen door het „Friends Emergency and War Victimes Relief Com- mittee" heeft, naar de „Daily Telegraph" meldt, berichten ontvangen omtrent den staat, waarin de krijgsgevangenen in Siberië ver- keeren en omtrent wier lot de buitenwereld nog weinig wist. Van Omsk tot Wladiwostok langs den Trans Siberischen spoorweg, over een afstand van 4000 mijlen, bevinden zich gevangenkampen, waarin ongeveer 400.000 mannen thans hun zesden winter buiten hun land doorbrengen. Daaronder bevinden zich 150.000 Hongaren, 120.000 Dnitschers en Oos tenrijkers, 30.000 Polen, 30.000 Roemeniërs, 20.000 Tsjecho-Slovaken en dan nog 50.000 andere Tsjecho-Slovaken, die zich in de buurt van Wladiwostok bevinden. In Februari 1918 werden die menschen door de Russen vrijgelaten en zy trachtten toen naar hun land terug te keeren. Maar de bolsjewis tische woelingen dreven hen weder terug naar de kampen oost en west van het Baikalmeer. Diekampen zyn ongeschikt geworden voor bewoning en steeds wordt de toestand er ellendiger. In den wintertijd zitten de men sehen er achttien uur eiken dag in donker in een temperatuur ver beneden het vriespunt, en dat in een versleten zomer-kleeding. Weinigen hunner hebben schoeisel en velen bezitten zelfs geen hemd. Hun uniformen en onderkleeding zyn geworden tot lompen en kunnen niet door andere worden vervangen. Dr. Molber Horst, Deensch vice-consul te Irkoetsk, het Amerikaansche Roode Kruis en andere commissies rapporteeren officieel dat byna al de gevangenen lijden aan tubercu lose; zy lyden aan scheurbuik en schurft; gaan gebukt onder te vroegen ouderdom en rheumatiek en velen zyn waanzinnig gewor den. Allen zyn ondervoed; zelfmoord komt herhaaldelijk voor en alle ziekten eischen honderden slachtoffers, want de hospitalen hebben gebrek aan soorten geneesmiddelen. Het grootste aantal dier menschen is langer dan vier jaren in ballingschap geweest. De meesten zyn betrekkelijk jonge mannen, die als soldaat uitrukten; omdat zy meenden hun plicht te moeten doen. Hun eigen landen zijn door den oorlog uitgeput en kunnen hen niet helpen en het rapport acht hulp der gealli eerden dringend noodig. Als een inter-geallieerde commissie naar Wladiwostock werd gezonden, zou er nog kans bestaan een- aantal dier menschen, die zich ten oosten van het Baikal-meer bevonden, over zee naar hun land terug te brengen. Voor hen, die zich ten westen van het Baikal meer bevinden, is de hulp nog meer dringend en de moeilijkheden grooter,- omdat zij over land zonden moeten reizen. Een speciale com missie zon met behulp van het Amerikaansche Roode Kruis en het Scandinavische Roode Kruis kunnen trachten hen uit die ellende te verlossen. Afschaffing der doodstraL Volgens de „D. Al'lg. Ztg." heeft de Rus sische sovjet-regeering bekend gemaakt, dat zy de doodstraf heeft afgeschaft en dat de reeds ter dood veroordeelden, die nog niet zyn terechtgesteld, dwangarbeid zullen krijgen, VEREENIGDE STATEN. De „Powhatan". Halifax, 22 Jan. De „Powhatan" (hef vroe gere Duitsche s.s. „Hamburg"), walkte he denmiddag ontredderd, zonder vuur of licht en met ondergeloopen stookplaats, in zware zeeën op 300 myien van hier rond, met geen onmiddellijk vooruitzicht, dat de passagiers er af gehaald werden. Een vrachtboot had het schip 48 myien gestept, doch was ge noodzaakt die poging pp te geven. De „Nor thern Pacific" en andere schepen zyn in de nabyheid en wachten af tot het weer beter wordt. Men hoopte, dat het gistermiddag laat mogelyk zou zyn een lijn aan boord tc brengen of de passagiers er af te halen. Een lnfluenza-epldemie. Te Chicago werden.Dinsdag 2514 influen- zagevallen gerapporteerd, waarvan er 26 een doodelyken afloop hadden. Gevallen van longontsteking waren er 297, waarvan 57 met doodelyken afloop. Alle hospitalen liggen vol met influenza-patiëten. De epidemie is ook uitgebroken in tal van legerkampen, vooral in het Middel-Westen. Ook zyn er talrijke gevallen in de marine- stations aan de groote meren. Hef zinken van de „San-Diego". Op 19 Juni 1918 leed de Amerikaansche marine haar grootste verlies tijdens den oor log doordat de kruiser „San-Diego" op tien mijlen van Fire Island, New-York, door een mijn tot zinken werd gebracht. Vijftig matro zen verloren daarby het leven en een schip van 13.680 ton ging er door naar den bodem der zee. Destijds dacht men, dat een Duitsche duikboot in de nabyheid een myn had losge sneden, doch het verlies van dit groote slag schip is nooit voldoende opgehelderd. Een Duitsche spion, de vroegere Duitsche zeeofficier Witsche, die gearresteerd werd en wiens doodstraf onlangs in gevangenis straf is veranderd, heeft, naar thans bekend is geworden, verklaard, dat Kurt Jahnke, het hoofd van den Duitschen spionnagedienst in Amerika, verantwoordelijk was voor het doen zinken van de „San-Diego". De kruiser werd, naar hij verklaarde, tot zinken gebracht door Duitschers, die pnder leiding Van Jahncke van de kust uit ageerden. De regeering heeft verder bewijzen, dat Witsche ook het raadsel der ontploffingen in New-Yersey zal kunnen oplossen en dat hij interessante bijzonderheden zal kunnen verstrekken over de Duitsche pogingen om gedurende den oorlog woelingen in Mexico te doen ontstaan. Korte berichten. Naar dc „Tempa" uit Rio de Janeiro ver neemt van 22 dezer, heeft de Braziliaansohe minister van marine meegedeeld, dat admi raal Jellicoe, die aan boord van den kruiser „New-Zealand" te Rio de Janeiro verwacht werd, order heeft ontvangen om onverwyid naar Engeland terug te keeren. In het ïtuhrgebied wordt de toestand steeds meer gespannen. LUCHTVAART. De tocht naar Indië. In aansluiting by het bericht, dat het ministerie van waterstaat bereid is, voor twee vliegers van Nederlandschen bloede de kosten van hun vlucht naar Indië te betalen, wordt gemeld, dat zy, die hiervoor in aanmerking wenschen te komen, zich ten spoedigste schriftelijk tot den minister van waterstaat zullen hebben te wenden. GEMENGD NIEUWS. Fraude. Naar hel „Vad." meldt, is op de afdeeling comptabiliteit op het departement van land bouw fraude ontdekt en in verband daar mede is zekere v. W. gearresteerd. Het gaat om de vervalsching van beta lingsmandaten, De verduistering moet vrij aanzienlyk zijn. Er zijn vermoedelijk twee schuldigen. Een mijn. Donderdagnacht was een groote yzeren cylinder aangespoeld naby het gestrande oor logsvaartuig aan het z.g.n. Stille strand te Scheveningen. Door den strandvonder te Scbeveningen werd dat gevaarte naar de dienstbergplaats aan het Molenslop gebracht, maar vandaar weer weggehaald door den sommandant van het myndetachement, den luitenant t. z. Je klasse Roosendaal, en aan het strand gedemonteerd. Gelukkig, want het bleek dat men te doen had'met een zeer ge- vaariyke myn, waarin eene lading van 200 K.G. schietkatoen in bussen, waartusschen een zeer {gevoelige myn. Als de lading in het Molenalop tot ontploffing was geraakt, zon er zeker niet veel van dat dichtbebouwd, uit stegen, sloppen en gangen bestaand gedeelte van Scheveningen zyn terechtgekomen. De hlkziekte. Te Hoorn en omgeving doen zich den laatsten tijd gevallen voor van hikziekte; hierin bestaande, dat de patiënten 24 uur, somwylen enkele etmalen achtereen, onop houdelijk, bykans na iedere minuut, luide hikken. Schip en bemanning vermist. Sedert drie weken wordt te Haarlemmer meer vermist een Westlander vaartuig met den 18-jariegn schipper J. van den Berg en diens -14-jarigen knecht O. Slingerland. Het scheepje vertrok met bestemming naar Vreeswyk om zand te laden. Men denkt aan een ongeluk. Een Amerlkaansch courantenkoning. Frank MVinsey, die al eigenaar is van de „New-York Sun" en de „New-York Evening Sim" en andere bladen en tydschriften, heeft nu ook de „New-York Herald" met het hier mee verbonden avondblad ^Evening Tele gram" gekocht. De heer Munsey heeft een Amerikaansche loopbaan achter zich: kan toorjongen, boodschaplooper, telegrafist, re dacteur. Eerst sedert acht jaren speelt Mun sey een rol in de dagbladwereld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 5