1ELBE1SCHECOURANT
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 24 JANUARI 1920.
Het verzoek om uitlevering van den
gewezen Duitschen Keizer afgewezen.
pp
BINNENLAND.
Den 16en Januari j.1. heeft de Secretaris-
Generaal ran de vredesconferentie aan den
Nederlandschen gezant te Parijs een door den
president der Conferentie onderteekend stuk
ter hand gesteld, waarin de uitlevering v.an
den ex-Keizer werd gevraagd.
De nota, waarin dit verzoek was vervat,
luidde als volgt}
Parya, IS Januari 1920.
Door dezo aan Harer Majesteit'» regeering
den tekst ter kennis brengende van artikel
327 (in gewaarmerkt afschrift hierbij gaand)
van het Vredesverdrag met Duitschland, dat
pp 10 Januari 1920 in werking is getreden,
hebben de mogendheden de eer te gelijker
tijd mede te deelen, dat zij besloten hebben
de bepalingen van dit artikel onverwijld ten
uitvoer te leggen.
Dientengevolge richten de mogendheden
tot de Nederlandsche regeering het officieel
verzoek Wilhelm von HohenzoQern, gewe
zen Keizer van Duitschland, in hunne han
den te stellen ten einde te worden gevonnist.
Vermits de in Duitschland woonachtige
personen, tegen welke de verbonden en ge
associeerde mogendheden eene aanklacht
hebben uitgebracht, Haar krachtens artikgl
228 van het Vredesverdrag moeten worden
overgeleverd, zou de gewezen Keizer, indien
hij in Duitschland gebleven ware, onder de
zelfde omstandigheden door de Duitsche re
geering zijn overgeleverd.
De Nederlandsche regeering Is op de
hoogte van de onaantastbare redenen, welke
gebiedend vorderen, dat de opzettelijke
schendingen van de internationale verdra
gen „alsmede de stelselmatige terzijdestel
ling van de allereerste regelen van het vol
kenrecht ten opzichte van allen, ook van de
hoogstgeplaatsten, de bijzondere sanctie ver
krijgen, door het Vredescongres voorzien.
De mogendheden herinneren kortelijk, en-
der zoovele misdaden, aan de cynische schen
ding van de onzijdigheid van België en
Luxemburg, het barbaar9che en meedoogen-
looze stelsel der gijzelaars, de deportaties in
massa, de oplichting der jonge meisjes uit
Rijssel, die aan hare familiën ontrukt en
zonder bescherming met de slechtste elemen
ten tezamen werden gepakt, de stelselmatige
verwoesting zonder militair nut, van geheele
landstreken, den onbeperkten duikbootoor
log met de onmenschelijke achterlating van
de slachtoffers in volle zee, de ontelbare da
den tegen niet-atiyders, begaan door de Duit
sche overheid, in strijd met de wetten van
den oorlog, enz.
Van al deze daden klimt de ver«Aitwoor-
deljjkheid, althans da zedelijke verantwoor
delijkheid, op tot den oppersten leider, die
m heeft gelast of die misbruik heeft ge-
maqkt van zijn volmacht, om inbreuk te ma
ken of te laten maken op de heiligste voor
schriften van het menschelyk geweten.
De mogendheden kunnen zich niet voor
stellen, dat de Nederlandsche regeering de
geweldige verantwoordelijkheid van den ge-
wazen Keizer met minder afkeuring zou be
schouwen dan zij zeiven. Nederland zou zijn
internationalen plicht niet vervullen, indien
het weigerde, zich naar de mate zijner kracht
aan te sluiten bij de andere natiën, om de
bestraffing van de begane misdrijven na te
streven of die althans niet te belemmeren.
Bij het richten van haar verzoek tot de
Nederlandsohe regeering meenen de mogend
heden het bijzonder karakter daarvan te
moeten doen uitkomen. Zij hebben den plicht
de uitvoering van artikel 227 te verzekeren
zonder zich door argumenten te laten weer
houden, aangezien het onder deze omstan
digheden niet geldt eene in beschuldiging
stelling met een juridiek karakter, wat het
wezen betreft, maar een daad van hooge in
ternationale politiek, voorgeschreven door
het wereldgeweten, waarbij de vormen van
het recht alleen zijn voorzien pm aan den
beschuldigde een geheel van waarborgen te
verzekeren zoodanig als het publiek recht er
ooit heeft gekend.
De mogendheden hebben de overtuiging,
dat Nederland, dat altijd blyk heeft gegeven
van zyn eerbied voor het recht en zijn recht
vaardigheidszin en dat een der eer»ten wa»
om z\jne plaats op te eischen In den Volken
bond, niej met zijn zedelijk gezag de ver
krachting zal willen dekken van de grond
beginselen der solidariteit tusschen de volkeren
die er allen gelijkelijk belang by zullen hebben
den terugkeer van een dergelijke ramp te
verhinderen.
Het Nederlandsche volk heeft er hoogjlyk
oeiang by niet den schijn op zich te laden,
a"* 'oornaamsten bewerker be-
°P zijn grondgebied in
^ïb- j60' eQ 'berechting te be-
J??°r steia Taü millioenen
sLaahtoffers wordt geëischt.
Cw g.) G. CLEMENCEAU.
Hef antwoord der
Nederlandsche Regeer In g.
Op de nota der geallieerden heefl onze
•egeering het volgende geantwoord:
's-Gravenhage, 21 Januari 1920.
By note verbale van 15 Januari 1920, over
handigd aan Harer Majesteit's gezant te Parijs,
vragen da mogendheden, onder verwijzing
naar artikel 227 van het Verdrag van Ver-
saillea, aan de Néderlandsche regeering, Wil
helm von Hohenzollern, gewezen Keizer van
het Duitsche Rijk, in hare handen te stellen
e)nde te worden gevonnist.
1 er ondersteuning van dit verzoek doen zy
opmerken, dat, indien de gewezen Keizer in
huitschland gebleven ware, de Duitsche re
geering krachtens het bepaalde by artikel 228
van het Vredesverdrag, verplicht zou zyn ge
weest hem over te leveren.
rerwyl de mogendheden als opzettelijke
schendingen van de internationale verdragen
en ten bewyze.van de stelselmatige terzyde-
stelling van de allereerste regelen van het
volkenrecht, tal van handelingen, in den oorlog
door de Duitsche overheid gepleegd, in herin
nering brengen, doen zy de verantwoordelijk
heid, althans de zedelyke verantwoordelykheid
daarvoor opklimmen tot den gewezen Keizer.
Zy spreken de meening uit, dat Nederland
zyn internationalen plicht niet zou vervullen
indien het weigerde, zich naar de matezyner
kracht, by haar aan te sluiten om de bestraf
fing van de begane misdryven na te streven
of die althans niet te belemmeren.
Zy doen het byzonder karakter uitkomen
van haar verzoek, dat niet eene juridieke in
beschuldigingstelling, maar een daadvanbooge
internationale politiek beoogt, en zy doen een
beroep op Nederland's eerbied voor het recht
en rechtvaardigheidszin, opdat het niet met
zyn zedelyk gezag de verkrachting door
Duitschland dekke van de grondbeginselen
der solidariteit tusschen de volkeren.
Harer Maiesteits Regeering heeft de eer
aanstonds te doen opmerken, dat de verplich
tingen, welke voor Duitschland zouden hebben
kunnen voortvloeien uit artikel 228 van het
Vredesverdrag, niet kunnen dienen om de
plichten te bepalen van Nederland, dat by dat
verdrag geen party is.
Harer Majesteits Regeering, harerzyds even
eens bewogen door onaantastbare redenen,
kan de door het verzoek der mogendheden
gerezen vraag niet anders beschouwen dan
uit het oogpunt harer eigen plichten.
Zy is volkomen vreemd geweest aan de
omstandigheden, waaruit de oorlog is voort-#
gekomen en heeft, niet zonder moeite, hare
onzydigheid tot het einde toe bewaard. Zy
staat mitsdien tegenover de oorlogsfeiten
anders dan de mogendheden. Zij wyst met
kracht elke verdenking af, als zoude zy met
haar sonverein recht en haar zedelyk gezag
schendingen van de grondbeginselen dersoli
dariteit tusschen de volkeren willen dekken;
maar zy kan geen internationalen plicht er
kennen om mede te werken tot de daad van
hooge internationale politiek der mogend
heden. Indien in de toekomst door den Volken
bond eene internationale rechtspraak mocht
worden ingesteld, welke bevoegd zou zyn om
in het geval van eenen oorlog, recht te spreken
over feiten, welke tot misdryven gestempeld
en aan sanctie onderworpen zyn door een aan
de pleging voorafgaand statuut, zal het aan
Nederland staan, zich by die nieuwe orde van
zaken aan te sluiten.
Harer Majesteit»'Regeering kan in het tegen
woordig geval geen anderen plicht erkennen
dan dien, welken haar de wetten des Ryks
en de nationale traditie opleggen.
■Welnu, noch de op alom erkende rechts
beginselen gegronde fundamenteele wetgeving
des Ryks, noch eene eerbiedwaardige traditie
van eeuwen her, welke van dit land te allen
tyde een toevluchtsoord heeft gemaakt voor
hen, die in internationale conflicten het onder
spit hebben gedolven, veroorloven aan de
Nederlandsche regeering'gevolg te geven aan
het verlangen der mogendheden om aan den
gewezen Keizer de bescherming van die wetten
en die traditie te onttrekken. Het rechtende
nationale eer, welke te eerbiedigen een heilige
plicht is, verzetten zich daartegen. Het Neder
landsche volk, geleid door gevoelens, waaraan
de geschiedenis de wereld recht heeft doen
wedervaren, zou het vertrouwen niet kunnen
beschamen van hen, die zich op zyne vrye
instellingen hebben verlaten.
Harer Majesteits' Regeering vertrouwt, dat
de mogendheden de gegrondheid zullen er
kennen van deze overwegingen, welke zich
boven «enige beoordeeling van menschen ver
heffen en welke haar zoo afdoende voorkomen,
dat zjj redelijkerwijze geen vrijheid kunnen
geven Nederland in een verkeerd daglicht te
stellen.
(get.) Yan Karnebeek.
Oven hef antwoord van pftzs regeering
zegt de „N. Rott. Ort.":
Onze regeering heeft met de voortvarend
heid en de stiptheid, welke van Karnebeek's
buitenlandsch beleid tot nu toe mede heb
ben gekenmerkt, haar antwoord aan de mo
gendheden doen toekomen op de dezer da
gen door hen gestelde vraag, den gewezen
keizer uit te leveren, ten einde hem te doen
vonnissen.
Het antwoord is beleefd, doch afwijzend.
Voorop wordt gesteld, dat uit het vredesver
drag, op welks bepalingen de mogendheden
zich by hun verzoek om uitlevering hebben
beroepen, voor Nederland geene plichten
voortspruiten kunnen, en dat dus de eenige
plicht, welken Nederland ten aanzien van
deZe niet op eenige wet of eenig met Ne
derland gesloten tractaat berustende aan
vraag heeft na te komen, is de plicht wel
ken eer en geweten het voorschryven. Met
de meeste beslistheid werpt vervolgens het
antwoord de suggestie ter zyde, welke de
nota der mogendheden scheen te ontsieren,
alsof niet-krsyilliging van het verzoek de
strekking zou kunnen hebben, dat door Ne
derland de oorlogsmisdaden, door de mo
gendheden opgesomd, met zyn gezag zou
worden gedekt. Ten slotte beroept onze re-
geering zich dan op de alom geldende be
ginselen van recht en rechtvaardigheid en
de sedert eeuwen hier te lande erkende tra
ditie „welke van dit land te allen tyde een
toevluchtsoord heeft gemaakt voor hen, die
in internationale conflicten het onderspit
hebben gedolven", om het verzoek voor in
williging onvatbaar te verklaren.
Het antwoord lykt ons in zyn bondigheid
krachtig, en het moet, dunkt ons, hier te
lande byval ondervinden, ook bij hen, die
zich, gelyk wy, bij de beoordeeling van de
vraag of de gewezen keizer uitgeleverd kon
worden, op een eenigszins 'ander standpunt
hebben geplaatst, dan waarvan onze regee
ring blykbaar is uitgegaan, en dus wellicht
bij da formuleering van de afwyzing op
eenige punten andere woorden of eene an
dere zinswending zouden hebben gekozen.
Dankbaar mag echter ook door hen worden
erkend, dat het antwoord hen een heel eind
tegemoet komt, door zich niet vast te klam
pen aan een formeel juridisch betoog, waar-
by in eene opsomming van concrete wets
teksten en tractaatsartikeltjes, de voornaam
ste kracht wordt gezocht, en waarmee een
dood stuk zou zyn samengesteld, doch de
heele zaak midden in het leven van alge-
meene rechtsovertuiging en nationale tradi
tie over te planten, gelyk feitelyk ook de
mogendheden by hunne aanvrage voor een
goed deel hadden gedaan..
Het Is natuurlijk niet mogelijk te voor
spellen, hoe het stuk in de Entente landen
zal worden ontvangen. Mag men de berich
ten gelooven, dan is in de regeeringskringen
der Entente de animo, die daar aanvanke-
lyk voor het proces om den gewezen keizer
mag hebben bestaan, niet weinig bekoeld, en
zou men dus door de Nederlandsche beslis
sing, waardoor de mogendheden worden ver
lost van een lastig geval, met uiterlijke on
verschilligheid en innerlijke dankbaarheid
moeten willen aanvaarden. Wij hier in Ne
derland zijn in ieder geval overtuigd, dat
onze regeering niet slechts aan Nederlands
naam in de geschiedenis, doch ook aan de
overwinnende mogendheden een dienst heeft
gedaan, door medewerking te weigeren aan
de vertooning te Londen, waarbij ook wie
hechten aan de hoogere rechten der mensch-
heid, waarop <je mogendheden zich beriepen,
zich onder de gegeven omstandigheden be-
zwaariyk zouden kunnen neerleggen.
Een deel van de Fransche en de Engelsche
pers zal zich voor het betoog van onze re
geering natuurlyk ongevoelig betoonen. Of
schoon dit gedeelte, nadat de uitleverings-
aanvraag bekend was gemaakt, opmerke-
lyk onverschillig voor deze zaak is geble
ven, kan men toch niet verwachten, dat de
persorganen, die langen tyd de massa voor
het groote proces hebben warm gemaakt,
thans, nu aan alle voorspiegelingen de bo
dem wordt ingeslagen, in hunne ingetogen
heid van de aigeloopen week zullen vol
harden.
Er zal dus een storm over ons hoofd los
barsten, ën die tolyft waarom het te ont
kennen? gevaarlijk, omdat men ten aan
zien van landen als Frankrijk en met name
Engeland, waar de invloed der pers somwy-
len ook over de regeering zeer groot is, nooit
weet, waartoe dit leiden kan.
Ernstige verwikkefingen verwachten wy
van de beslissing onzer regeering niettemin
niet, maar zy zal, gegeven de onder een deel
van de Fransche en Engelsche bevolking ge
kweekte mentaliteit in de andere geal
lieerde en geassocieerde landen schynt de
volksstemming eer met ons dan tegen ons
te zyn aan de gelukkig allengs zooveel
verbeterde verstandhouding tusschen die
landen en Nederland toch geen goed doen.
Dit kon voor onze regeering, toen zy haar
antwoord overwoog, natuurlijk geene over
weging zyn. Het gold hier geen zaak van
kansberekening, doch eene van eer en ge
weten. Juist echter omdat de regeering
daarby geen by overwegingen heeftlaten
gelden zal op den duur, daaraan twyfelen
wy niet, ook by de teleurgestelden zich de
overtuiging moeten baan breken, dat Ne
derland in een moeilyk uur zyner geschie
denis zich zyn ouden naam is waardig ge
bleven.
De „Nation Beige" (annexionistisch),
schrijft over de weigering tot uitlevering
van den gewezen keizer: Het officieele tele
gram uit den Haag, dat ons door Havas mee
gedeeld wordt, bevestigt, dat de Nederland
sche regeering met een weigering antwoordt
op het verzoek der geallieerden. Men weet
nog niet, in welke termen deze weigering
vervat is, maar men kan .wel reeds raden,
welke gronden de regeeririg in den Haag
zal aanvoeren om den vluchteling van Ame-
rongen te onttrekken aan de straf voor zyn
misdaden. Nederland zal zich verschansen
achter juridische gronden en zal de heilige
rechten der gastvryheid inroepen. Maar fei
telyk zet het de politiek voort, die zijn hou
ding gedurende den oorlog bepaald heeft,
een politiek vaii sympathie voor Duitschland
en het Duitsche volk, aan hetwelk het ook
niet het minste leed wil berokkenen. De
schennis van verdragen, de gruwelen van
een barbaarschen oorlog, de ruwe aanslag
op onschadelijke landen, dat alles weegt
maar weinig voor Nederland en verdwijnt
in het niet by zyn wensch om aan Duitsch
land te toonen, dat het dit land gunstig ge-
zuid is en het zyn keizer veilig wil bewa
ren, tot den dag van een mogelyk herstel
op den troon. Deze houding zal aan Neder
land zeker nieuwe bewijzen van vriendschap
bezorgen van de al-Duitschers en de jun-
kers, die getrouw gebleven zyn aan Wil
helm H en die de hoop behouden hebben
hem te Potsdam terug te zien keeren. Maar
tevens zal Nederland door zyn weigering op
nieuw getoond hebben, dat het dezelfde ge
bleven is, dat wil zeggen, onderworpen aan
den Duitschen invloed en tegenstander van
de landen van de entente.
De „Zeeland".
Naar het „Handelsblad0 meldt heeft de
Minister van Waterstaat aan den burge
meester der gemeente Vlissingen uitdrukke
lijk verklaard, dat de regeering met beslist
heid blijft instaan voor het behoud van de
Maatschappij Zeeland: voor Vüssingea.
De boter ln prijs verlaagd.
Met Ingang van 29 Jan. zyn de prijzen van
boter met 45 cent per K.G. verlaagd.
Duitsche mjjnvegers.
Te Delfzijl zyn onder commando van een
Oberlieutenant zes Diutsche mijnvegers van
Wilhelmshaven aangekomen. Zy zyn be
stemd voor de Nederl. regeering en zullen
wederom als mijnvegers dienst doen.
N. Ort."J
BUITENLAND.
De Vredesonderhandelingen.
Parys, 22 Jan. De ministerraad heeft heden
den president der republiek een decreet ter
onderteekening voorgelegd, waarbij de heeren
Millerand. Martin, Isaac en Paleologue tot
gevolmachtigden by de vredesconferentie be
noemd worden ter vervanging van de heeren
Olemenceau, Pichon, Klotz en Tardien. De
heer Cambon blyft zyn ambt bekleeden.
De pest ln Midden-Europa.
Do „Lokal Anzeigert1 meldt, dat volgens
de Praagschei bladen er ook in Oost Silezië
gevallen van pest zyn geconstateerd. Men
vermoedt dat de ziekte uit Oost Galicië
komt. De openbare gebouwen zyn gesloten.
Naar het „Prager Tageblatt" uit Moraivisch*
Ostrau verneemt is het stopzetten van het
personenvervoer op de lijn KaschauOder-
5erg geen gevolg van den kolennood maar
van de heerschende epidemie. In het gebied
van Kaschau en Oderberg zijn 29 gevallen
geconstateerd, waarvan 5 met doodelijken
afloop. Dit is in het gebied van Teschen,
waar weldra een volksstemming moet wor
den gehouden en dat reeds de volgende
week door Fransche troepen zoti worden be
zet Men vermoedt dat de bezetting nu zal
worden uitgesteld.
DUITSCHLAND.
In den herfst van 1919 bad Duitschland
13.200, nu nog slechts 12.700 bruikbare loco
motieven, niettegenstaande er sedert April
1919 1101 nieuwe locomotieven in dienst ge
steld werden en er 599 in particuliere werk
plaatsen gerepareerd werden.
Deze achteruitgang is te wyten aan de
verregaande luiheid van het werkplaatsper-
soneel, welke, zooals we dezer dagen ge
meld hebben, tot de sluiting van verschil
lende groote werkplaatsen heeft geleid.
De vloot.
Volgens Reuter's oorrespondent aan boord
van de Malaya, het slagschip, waarop de ma
rinecommissie van toezicht der geallieerden
vertoeft, heeft de oommissie de acht slag
schepen, die aan de geallieerden uitgeleverd
moeten worden, in een treurigen staat aan
getroffen, daar zy sinds het sluiten van den
wapenstilstand totaal verwaarloosd zyn.
IERLAND.
In Ierland blyft groote onrust heerschen.
Uit Thurles wordt gemeld, dat Dinsdag
avond onbekenden op een politieagent scho
ten en hem drie verwondingen toebrachten.
Daarop verscheen een uur later een troep
militairen en agenten, die de huizen, waaruit
geschoten was, beschoten en met hun ge
weerkolven de ruiten braken.
De schade wordt op 6000 pond geschat.
Dinsdagavond is te Dublin 3e adjunct
commissaris yan politie, Redmond, op straat
vermoord.
ITALIË.
De spoorwegstaking.
Volgens den correspondent te Milaan van
de „Daily Telgraph" is de beteekenis van de
spoorwegstaking als volgt samen te vatten
in het midden van den winter, nn de koude
hevig is, kan er geen hout om te verstoken
worden vervoerd, kunnen geen levensmiddelen
de steden bereiken, kan geen melk worden
vervoerd, zelfs voor kinderen niet totdat de
180.000 spoorweglieden de regeering een jaar-
lyksche loonsverhooging van 800,000,000 lire
zullen hebben afgeperst.
Deze vermeerdering van de uitgaven van
den staat van bijkans een milliard oa aan de
eischen van slechts een categorie te voldoen,
is te ongerijmd dan dat zy -ernstig in over
weging kan worden genomen.
De regeering beloofde evenwel een verhoo
ging van alle loonen, welke een hoogere uit
gave van 100 millioen lire zouden noodig
maken.
De correspopdent deelt dan mee, hoe ln
zestig spoorwegcentra Maandagavond vergade
ringen werden gehouden, waar slechts een
deel van het spoorwegpersoneel aanwezig was
en waar tot de staking besloten werd.
Slechts de helft van het personeel is in
staking gegaan.
De regeering liet de stations door carabi
nieri en soldaten bezetten en twee paar treinen
per dag loopen tusschen de voornaamste eentra,
geëscorteerd door politie en soldaten.
Vele burgers bieden aan de regeering hun
diensten aan voor het organiseeren van het
transport en een dozijn verefenigingen te Milaan
hebben aan de autoriteiten meegedeeld, dat
haar leden allen bereid waren alle werkzaam
heden onverschillig welke, die hnn worden
opgedragen, te verrichten.
RUSLAND.
Krijgsgevangenen In Siberië.
Een rapport ontvangen door het „Friends
Emergency and War Victimes Relief Com-
mittee" heeft, naar de „Daily Telegraph"
meldt, berichten ontvangen omtrent den staat,
waarin de krijgsgevangenen in Siberië ver-
keeren en omtrent wier lot de buitenwereld
nog weinig wist. Van Omsk tot Wladiwostok
langs den Trans Siberischen spoorweg, over
een afstand van 4000 mijlen, bevinden zich
gevangenkampen, waarin ongeveer 400.000
mannen thans hun zesden winter buiten hun
land doorbrengen. Daaronder bevinden zich
150.000 Hongaren, 120.000 Dnitschers en Oos
tenrijkers, 30.000 Polen, 30.000 Roemeniërs,
20.000 Tsjecho-Slovaken en dan nog 50.000
andere Tsjecho-Slovaken, die zich in de buurt
van Wladiwostok bevinden.
In Februari 1918 werden die menschen door
de Russen vrijgelaten en zy trachtten toen naar
hun land terug te keeren. Maar de bolsjewis
tische woelingen dreven hen weder terug naar
de kampen oost en west van het Baikalmeer.
Diekampen zyn ongeschikt geworden voor
bewoning en steeds wordt de toestand er
ellendiger. In den wintertijd zitten de men
sehen er achttien uur eiken dag in donker in
een temperatuur ver beneden het vriespunt,
en dat in een versleten zomer-kleeding.
Weinigen hunner hebben schoeisel en velen
bezitten zelfs geen hemd. Hun uniformen en
onderkleeding zyn geworden tot lompen en
kunnen niet door andere worden vervangen.
Dr. Molber Horst, Deensch vice-consul te
Irkoetsk, het Amerikaansche Roode Kruis en
andere commissies rapporteeren officieel dat
byna al de gevangenen lijden aan tubercu
lose; zy lyden aan scheurbuik en schurft;
gaan gebukt onder te vroegen ouderdom en
rheumatiek en velen zyn waanzinnig gewor
den. Allen zyn ondervoed; zelfmoord komt
herhaaldelijk voor en alle ziekten eischen
honderden slachtoffers, want de hospitalen
hebben gebrek aan soorten geneesmiddelen.
Het grootste aantal dier menschen is langer
dan vier jaren in ballingschap geweest. De
meesten zyn betrekkelijk jonge mannen, die
als soldaat uitrukten; omdat zy meenden hun
plicht te moeten doen. Hun eigen landen zijn
door den oorlog uitgeput en kunnen hen niet
helpen en het rapport acht hulp der gealli
eerden dringend noodig.
Als een inter-geallieerde commissie naar
Wladiwostock werd gezonden, zou er nog
kans bestaan een- aantal dier menschen, die
zich ten oosten van het Baikal-meer bevonden,
over zee naar hun land terug te brengen.
Voor hen, die zich ten westen van het Baikal
meer bevinden, is de hulp nog meer dringend
en de moeilijkheden grooter,- omdat zij over
land zonden moeten reizen. Een speciale com
missie zon met behulp van het Amerikaansche
Roode Kruis en het Scandinavische Roode
Kruis kunnen trachten hen uit die ellende te
verlossen.
Afschaffing der doodstraL
Volgens de „D. Al'lg. Ztg." heeft de Rus
sische sovjet-regeering bekend gemaakt, dat
zy de doodstraf heeft afgeschaft en dat de
reeds ter dood veroordeelden, die nog niet
zyn terechtgesteld, dwangarbeid zullen krijgen,
VEREENIGDE STATEN.
De „Powhatan".
Halifax, 22 Jan. De „Powhatan" (hef vroe
gere Duitsche s.s. „Hamburg"), walkte he
denmiddag ontredderd, zonder vuur of licht
en met ondergeloopen stookplaats, in zware
zeeën op 300 myien van hier rond, met geen
onmiddellijk vooruitzicht, dat de passagiers
er af gehaald werden. Een vrachtboot had
het schip 48 myien gestept, doch was ge
noodzaakt die poging pp te geven. De „Nor
thern Pacific" en andere schepen zyn in de
nabyheid en wachten af tot het weer beter
wordt. Men hoopte, dat het gistermiddag
laat mogelyk zou zyn een lijn aan boord tc
brengen of de passagiers er af te halen.
Een lnfluenza-epldemie.
Te Chicago werden.Dinsdag 2514 influen-
zagevallen gerapporteerd, waarvan er 26 een
doodelyken afloop hadden. Gevallen van
longontsteking waren er 297, waarvan 57 met
doodelyken afloop. Alle hospitalen liggen
vol met influenza-patiëten.
De epidemie is ook uitgebroken in tal van
legerkampen, vooral in het Middel-Westen.
Ook zyn er talrijke gevallen in de marine-
stations aan de groote meren.
Hef zinken van de „San-Diego".
Op 19 Juni 1918 leed de Amerikaansche
marine haar grootste verlies tijdens den oor
log doordat de kruiser „San-Diego" op tien
mijlen van Fire Island, New-York, door een
mijn tot zinken werd gebracht. Vijftig matro
zen verloren daarby het leven en een schip
van 13.680 ton ging er door naar den bodem
der zee. Destijds dacht men, dat een Duitsche
duikboot in de nabyheid een myn had losge
sneden, doch het verlies van dit groote slag
schip is nooit voldoende opgehelderd.
Een Duitsche spion, de vroegere Duitsche
zeeofficier Witsche, die gearresteerd werd
en wiens doodstraf onlangs in gevangenis
straf is veranderd, heeft, naar thans bekend
is geworden, verklaard, dat Kurt Jahnke, het
hoofd van den Duitschen spionnagedienst in
Amerika, verantwoordelijk was voor het doen
zinken van de „San-Diego". De kruiser werd,
naar hij verklaarde, tot zinken gebracht door
Duitschers, die pnder leiding Van Jahncke
van de kust uit ageerden.
De regeering heeft verder bewijzen, dat
Witsche ook het raadsel der ontploffingen
in New-Yersey zal kunnen oplossen en dat
hij interessante bijzonderheden zal kunnen
verstrekken over de Duitsche pogingen om
gedurende den oorlog woelingen in Mexico
te doen ontstaan.
Korte berichten.
Naar dc „Tempa" uit Rio de Janeiro ver
neemt van 22 dezer, heeft de Braziliaansohe
minister van marine meegedeeld, dat admi
raal Jellicoe, die aan boord van den kruiser
„New-Zealand" te Rio de Janeiro verwacht
werd, order heeft ontvangen om onverwyid
naar Engeland terug te keeren.
In het ïtuhrgebied wordt de toestand
steeds meer gespannen.
LUCHTVAART.
De tocht naar Indië.
In aansluiting by het bericht, dat het
ministerie van waterstaat bereid is, voor twee
vliegers van Nederlandschen bloede de kosten
van hun vlucht naar Indië te betalen, wordt
gemeld, dat zy, die hiervoor in aanmerking
wenschen te komen, zich ten spoedigste
schriftelijk tot den minister van waterstaat
zullen hebben te wenden.
GEMENGD NIEUWS.
Fraude.
Naar hel „Vad." meldt, is op de afdeeling
comptabiliteit op het departement van land
bouw fraude ontdekt en in verband daar
mede is zekere v. W. gearresteerd.
Het gaat om de vervalsching van beta
lingsmandaten, De verduistering moet vrij
aanzienlyk zijn.
Er zijn vermoedelijk twee schuldigen.
Een mijn.
Donderdagnacht was een groote yzeren
cylinder aangespoeld naby het gestrande oor
logsvaartuig aan het z.g.n. Stille strand te
Scheveningen. Door den strandvonder te
Scbeveningen werd dat gevaarte naar de
dienstbergplaats aan het Molenslop gebracht,
maar vandaar weer weggehaald door den
sommandant van het myndetachement, den
luitenant t. z. Je klasse Roosendaal, en aan
het strand gedemonteerd. Gelukkig, want het
bleek dat men te doen had'met een zeer ge-
vaariyke myn, waarin eene lading van 200
K.G. schietkatoen in bussen, waartusschen een
zeer {gevoelige myn. Als de lading in het
Molenalop tot ontploffing was geraakt, zon er
zeker niet veel van dat dichtbebouwd, uit
stegen, sloppen en gangen bestaand gedeelte
van Scheveningen zyn terechtgekomen.
De hlkziekte.
Te Hoorn en omgeving doen zich den
laatsten tijd gevallen voor van hikziekte;
hierin bestaande, dat de patiënten 24 uur,
somwylen enkele etmalen achtereen, onop
houdelijk, bykans na iedere minuut, luide
hikken.
Schip en bemanning vermist.
Sedert drie weken wordt te Haarlemmer
meer vermist een Westlander vaartuig met
den 18-jariegn schipper J. van den Berg en
diens -14-jarigen knecht O. Slingerland. Het
scheepje vertrok met bestemming naar
Vreeswyk om zand te laden. Men denkt aan
een ongeluk.
Een Amerlkaansch courantenkoning.
Frank MVinsey, die al eigenaar is van de
„New-York Sun" en de „New-York Evening
Sim" en andere bladen en tydschriften, heeft
nu ook de „New-York Herald" met het hier
mee verbonden avondblad ^Evening Tele
gram" gekocht. De heer Munsey heeft een
Amerikaansche loopbaan achter zich: kan
toorjongen, boodschaplooper, telegrafist, re
dacteur. Eerst sedert acht jaren speelt Mun
sey een rol in de dagbladwereld.