IQIENK CI11A1T De verborgen Vallei Tweed© Blad. Drankvrije kermis? VAN DINSDAQ 27 JANUARI 1920. FEUILLETON. I)e Raad, wellicht beducht, om de belas ting nog honger op te voeren, heeft de be- trel tenue begrootingspost, waarbij de ker mis weder in eere zal worden hersteld, goed gekeurd. Op -voorstel van den heer Schoeffelenber- ger zal die kermis echter drankvrij zijn. Er zal geen sterke drank mogen worden verkocht en zeer terecht vraagt de Raads- overzichtschrijver, op welke wijze zulk een eventueel verbod zou zijn te handhaven, zon der sluiting der café's. We kunnen gerust zeggen, dat dit tot de onmogelijkheden behoort en dat B. en W. hier eene toezegging hebben gedaan, die, als zij tot de uitvoering moeten komen, hen nog wel eens zou kunnen berouwen. Mag in een kleine plaats, op een bepaalde dag of een gedeelte van een dag, een zooda nig verbod eenig effect kunnen hebben, het is zonder meer duidelijk, dat in een gemeente van 80.000 inwoners met een vrij groot aan tal inrichtingen, waar „vergunning'* be staat, een drankverbod zonder sluiting een voudig gekkenwerk is. Zijn er aan deze in een onbewaakt oogen- blik gegeven toezegging dus reeds practi sche bezwaren verbonden, principieel zou een zoodanig verbod echter ook nog zijn in strijd met de Wet. De Wet van 28 Juni 1881 S. 97, houdende wettelijke bepalingen tot regeling van den kleinhandel in sterken drank- en tot beteu geling van openbare dronkenschap, zooals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 7 Januari 1911 S. 22, bevat in art. 7 de vol gende bevoegdheden voor de gemeentebe sturen: „Bij plaatselijke verordening kan de ge meenteraad, onverminderd zijne bevoegd heid, krachtons art. 185 der Gemeentewet: le. Enkele wijken, buurten of straten aanwijzen, waarin dóór B. en W. vergun ningen niet of niet dan onder bij die verordening vastgestelde, voorwaarden verleend mogen worden; 2e. voor idem een maximum aantal vergunningen vaststellen; 8o. Uren bepalen, gedurende welke voor het publiek toegankelijke lokalitei ten, waarvoor vergunning is verleend, g e- sloten moeten zijn, enz.; 4e. dagen bepalen, waarop wegens om standigheden, op grond van welke mis bruik van sterken drank te vreezen is, in de gemeente of in bepaalde wijkon of buurten voor het publiek toegankelijke lo kaliteiten, waarvoor vergunning is ver leend, gesloten m o e t e n z ij n, e nz." De Drankwet m.a.w. regelt de bevoegd heid van do gemeentebesturen tot beperking van het drankgebruik door de mogelijk heid tot sluiting der tapperijen, hetzij voor bepaalde uren, hetzij voor be paalde dagen. Van een tapverbod zonder sluiting is ech ter geen enkele bevoegdheid aan gemeen tebesturen gegeven. Toch tracht men hier en daar zulke ver boden toe te passen. Soms geldt het voor bepaalde uitvoeringen, soms ook voor den Zondag. Tot nu toe werd de leer echter vrijwel al gemeen gehuldigd, dat zulke verboden In strijd met de Wet zijn te achten. Minister Aalberse schijnt er echter -anders over te denken. In het Maandblad voor Ge meente-administratie lazen wij n.1.: „De regeering heeft bij eenige nationale gelegenheden de burgemeesters doen uit- noodigen, te waken tegen drankmisbruik. Zij wees op art. 7 van de Drankwet, waar bij aan den gemeenteraad de bevoegdheid is gegeven om op bepaalde dagen sluiting van vergunningslocaliteiten voor te schrijven. Het gemeentebestuur van Rockanje wil de evenwel een anderen weg Inslaan en het tappen van sterken drank verbieden, de localiteiten zouden dan open kunnen blijven. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland vroegen d-em Minister van Arbeid zijn ge voelen. Deze antwoordde d.d. 18 November in een gansch anderen zin dan tot dusver gebruikelijk was. „Het komt er hier slechts op aan of een eventueele verordening hou dende verbod tot het schenken van ster Door UULBERT FOOTNER. 45) „.Ik spreek nooit zoo tegen een blank rnemjo als nu," bekende Nahnya aarzelend, „locn heb ik onder blanken geleefd, en blanke meisjes gezien, en veel over hen ge dacht „V at vind je dan wel van blanke meisjes?" vroeg Kitty met haar bekoorlijk lachje. „Ik moet er altijd aan denken hoe anders ze zijn dan ik," zei Nahnya. „Anders?" herhaalde Kitty verwonderd. „Van mij verschil je toch niet zooveel." „Ik ben een half-blanke," verklaarde Nah nya. „Inwendig vool ik als blanke menschen. Maar de blanken behandelden mij er niet naar, ze zijn anders tegen mij dan tegen de Hunnen." „Dat begrijp ik niet," zei Kitty hoofd schuddend. „Toen ik naar de Zendingsschool ging," lichtte Nahnya toe, „leerden de zustors ons: Denk geen kwaad, dan zal u ook geen kwaad geschieden." „Dat Is waar," bevestigde Kitty. Verdrietig schudde Nahnya het hoofd. „Het is misschien waar voor Jou, maar niet voor mij.. Toen ik onder de blanken ging, dacht ik geen kwaad, maar het kwaad kwart j v ovor mij, zoo verstikkend als een deken om mijn hoofd." „Ik ik begrijp je niet," aarzelde Kitty.1 ken drank op, nationale feestdagen, lo- tingsdagen voor de militie etc. een gebied zou betreden, dat door de Drankwet tot rijkszaak is gestempeld. De beantwoor ding dezer laatste vraag hangt mi af van het motief, dat den' wetgever heeft geleid, of hij n.L beoogde de stof in baar gan- schen omvang te regelen, dan wel van be paalde zijden, daarbij vrijheid latende aan den gemeentelijken weigever aanvullend op te treden ook buiten de bepaaldelijk bij de wet voor' dezen aangewezen terreinen. De aanhef van art. 7 der Drankwet wpst nu op het laatste: de gemeenteraad blijft, mits zijn regeling niet met de rijksregeling in strijd konvt, bevoegd op grond van art. 185 Gemeentewet een tapverbod uit te vaardigen voor bepaaldelijk aangewezen dagen. Strijd met de rijksregeling is niet te ontdekken, omdat het verder gaande sluitingsverbod van art. 7 der Drankwet ruimte laat voor een minder ver gaand tapverbod. Een verordening als bedoeld door het gemeentebestuur van Rockanje is dus m.i. niet onwettig." Wie géén vreemdeling is op het Drank- wetgebied zal erkennen, dat deze beslis sing vierkant staat tegenover wat steeds als vaste opvatting heeft gegolden. De ge meenteraden kunnen nu zeer veel macht ontwikkelen in den strijd tegen het alco holisme; hét arsenaal van art. 135 Gemeen tewet is "wel voorzien 1" Nu is het zeker waar, dat art 135 Gemeen tewet aan den Raad vrij groote bevoegdhe den toekent, om in het huishoudelijk belang der gemeente verordeningen te makeh. Doch dat die verordeningen niet op het terrein mogen komen van wat aan den Pro vincialen en Rijkswet/gever is voorbehouden, daarvoor zorgt art. 150 nremeent-ewet De Minister van Arbeid nu meent, dat de Gemeente, welke een tapverbod uitvaardigt niet op grond der Drankwet (wantMan dient het een sluitingsgebod te zijn) maar op grond van de Gemeentewet, niet op het terrein van den Rijkswetgever is. Wie echter niet alleen art. 7 der Drank wet. leest, maar ook eens aandacht schenkt aan art. 10 en art. 4(5, komt allicht tot een andere conclusie. In het eerstgenoemde arti kei is hot aan het Rijks- of Provinciaal ge zag, om een lokaal waarvoor vergunning is verleend, voor den openbaren dienst te be stemmen, mits daarin tijdens dat gebruik geen sterke» drank wordt verkocht. Art. 46 verbiedt reeds het tappetHn lokn Ion, waarvoor vergunning is verleend, tij dens het houdon daarin van zit dagen voor het publiek door amb tenaren van het Rijk, een provin cie, een gemeente of een water- sohap enz. Al zegt art. 7 dus niet met zooveel woor den, dat de gemeentelijke wetgever alleen de in dat artikel speciaal verleende, be voegdheid tot s 1 u 11 i n g heeft, en zou men kunnen aannemen, dat een minder vèr gaand tapverbod eveneens is toegelaten op gronc dor Gemeentewet, het systeem der Drank wet, zooals dit vooral uit het speciale art. 46 blijkt, ls duidelijk genoeg. Alleen aan hel hooger gezag is hier de bevoegdheid tot tap verbod verleend. Ook de regeling van het vergunningsrecht In art. 20 der Drankwet wijst op deze ziens wijze. Dit recht toch wordt volgens het derde lid met 50 verminderd voor de lokaliteiten, waarin geen sterke drank in hot klein verkocht of ge schonken wordt tussohen Zater dagavond 0 uur en Maandagmor gen 8 uur. Men heeft dus het vrijwillig staken van drankverkoop willen bevorderen, terwijl ln bijzondere gevallen, ln art. 7 bedoeld, slui ting aan den Raad is voorbehouden. Dit alles zou zeker niet aldus geregeld zijn, indien men had bedeeld, den Raad ook bevoegdheid te geven tot een verbod van schenken en verkoopen zonder s'uiting. Tot nu toe hebben de verschillende colle ges van Ged. Staten zich dan ook aan deze interpretatie gehouden en ook de Kroon heeft steeds dezelfde leer gehuldigd Of daarin nu in eens verandering zal ko men, valt natuurlijk af te wachten. Wij voor ons gelooven, dat voor groote plaatsen de schijn hier voor het wezen zal worden genomen. Indien de Raadsleden, die de kermis weêr nieuw leven hebben ingeblazej, meencn, dat zij het door een besluit tot tapverbod weer goed kunnen maken, zullen zij zich deerlijk vergissen. M. Helder, 28/1 *26. PLAATSELIJK NIEUWS. „Hoe zou je dat kunnen?" zelde Nahnya. /Niemand is slecht voor je. Alleen tegen mij. Daarom vraag ik mij altijd, wat in mij dan toch anders is. Ik kan het niet begrijpen, maar Ik weet dat het zoo is." „Bedoel je meen je mannen?" vroeg Kitty ontzet. Nuhnyfc antwoordde door to zwijgen. „Maar niet alle mannen zijn slecht," protes teerde Kitty, denkend aan haar vroolijke, brave jongens. „Zeker niet allen," gaf Nahnya toe. „Éénmaal heb ik een blanken man gekend eerst was hij net als de anderen. Maar hij verandert. Hij kijkt <nij open aan en spreekt met me, als met een vriend. Maar aldoor denk ik, dat dat andere nog in mij is, en ik zend hem weg. En nog denk ik steeds: wat is dan toch dat andere in mij?" Kitty staarde haar met verschrikte oogen aan en antwoordde niet. „Nu heb ik je bang gemaaktl" zeide Nah nya verwijtend. „Je moet wel denken, dat ik slecht ben, omdat anderen dat ook gelooven." „Neen," antwoordde Kitty. „Ik ben alleen maar bang geworden van mijn eigen onwe tendheid. Ik weet niet, wat ik 'je antwoorden moet." „Zeg maar niets," riep Nahnya uit. „Ik praat te veel! Ik wil altijd tegen iemaud spre ken, die is zooals ik, en het maakt mij soms razend, dat ik nooit praten kanl Mijn volk dat zün goede menschen, maar zij begrijpen mij niet. Mijn moeder kent mij niet ik ben een vreemde voor haar. Zij is bang voor mij. A'-ijd denk Ik: Als ik goede vrienden zou zijn met een blanke vrouw, zouden wij mot ei .aar kunnen praten. En nu vandaag brergt de rMer t i ujj dr Ier', het is als ■jpyoGk'; n.ou g is rv. „-rU'. 1 v De „Zeeland". Hr. Ms. „Zeeland" is 24 Jan. van St Vin cent vertrokken naar Las Palmas. Verbetering. In het artikel „Een onverkwikkelijke zaak" staat in de 1ste kolom 12 regels van beneden: „Daarom is het zoo hoog noodig, dat men eindelijk overgaat tot de invoering van ver plegend personeel". In verband met hetgeen vooraf gaat, zal de lezer misschien reeds bij zichzelf de opmerking hebben gemaakt, dat het moet zijn: „de invoering van vrouw e- 1 ij k verplegend personeel". De Bank van Wisselink. Sedert, Maandagmorgen is de Bank van Wisselink in haar nieuwe gebouw aan den Kanaalweg getrokken. Aan het uitwendige van dit heerenhuis is weinig veranderd; pen opschrift in den gevel met den naam der bank is aangebracht, maar overigens is alles vrijwel zoo gebleven. Niet echter het inwen dige, dat een geheele verandering heeft on dergaan. Een ruime entrée geeft toegang links tot de woning van den heer Klerk, rechts tot de bank. In de vestibule bevinden zich de loketten, terwijl een dubbele deur toegang geeft tot een spreekkamer voor bet publiek. In de gang bevindt zich de safe met een aantal loketten van verschillende grootten. Deze is geheel op een zwareu betongrond op getrokken en een vernuftig samenstel van sloten heeft de veiligheid tot het schier vol maakte opgevoerd. Voor de opening van de kluisdeur zijn de beide directeuren noodig', die hiervoor elk een sleutel hebben. Met één sleutel gaat de deur niet open. De huurder van een loket krijgt hiervan een sleutel, maar kan ook alweer zonder hulp van de directie zijn slot niet openkrijgen, zoodat steeds in tegenwoordigheid van de directie de aanwezigheid van den trommel met de papieren wordt geconstateerd. De grootere loketten zijn zeer geschikt, -niet alleen voor het opbergen van waardepapieren, maar ook van g^md, zilter en allerlei kleiner roerend goed van waarde. Wanneer men bijvoorbeeld met vacantie gaat, is zoo'n bergplaats van on schatbare waarde, oifidat men dan van alle soesah van opbergen, meenemen e.d. af is. Het kantoor is modern, eenvoudig en prak tisch ingericht. Architect van het geheel is do heer Mulder te den Haag, aannemers Gebr. Smit alhier. Het meubilair is geleverd door de firma A. Klopper Zonen, zeilen, tapijten etc. door de firma Govers, verfwerk is van den heer Joh. Hubbeling, terwijl de heer van Baaren voor den aanleg van gas heeft gezorgd en ook reeds de electrische installatie klaar is voor gebruik. De kluisinstallatie is geleverd door de fir ma Lips, rolluiken, die aan den achterkant de ramen afsluiten, door de firma Heineken. Deze rolluiken zijn op bizonder practische manier ingericht; ze bestaan n.1. uit twee houten latjes, waartusschen eén ijzeren plaat is bevestigd. De betonmaatschappij Last Oo. te Enkhuizen verzorgde de fundeering voor do kluis. Actie Bakkersbedrijf. Gisterenavond vergaderden de leden van de hier ter stede gevestigde afdeelingen van de Bakkersgezellenbonden n.1. den Alge- meenen en den Ohristelijken Bond, ter be spreking van de door deze bonden aan de patroons gevraagde verbetering van de ar beidsvoorwaarden. De besturen hadden tegen gisterenmid dag de werkgevers in het bakkersbedrijf zoomede de besturen van de coöperaties, verzocht in vergadering bijeen te willen ko men ter bespreking van de gezonden- „Ar beidsregeling voor het bakkersbedrijf'. Aan de uitnoodiging hadden slechts de besturen van de coöperatie en werklieden- vereeniging gevolg gegeven, de bakkers patroons waren afwezig gebleven. Slechts de directeur van de broodfabriek „De Volhar ding" had een schrijven gezonden niet aan wezig te kunnen zijn. Dit povere resultaat hunner bemoeiingen werd den leden medegedeeld. Zonder uitzon dering kwam in beide vergaderingen groo te ontstemming tot uiting. Hiervoor was te meer reden toen uit de mededeelingen van de aanwezige bondsbestuurders bleek, dat de invoering van de „Arbeidsregeling" in tal van andere steden goede voortgang heeft. Na ampele bespreking ls vastgesteld, dat do besturen zich nogmaals tót de patroons zullen wenden met het dringend verzoek om ten spoedigste zoowel de loonen als den arbeidsduur van de, in en ten dienste van de bakkerijen werkzaam zijnde arbeiders, op peil te brengen. Te dien einde werden de rioodige maatregelen getroffen. een waterval van woorden. Het spijt mij zoo, dat ik je bang heb gemaakt." „Dat heb je me heelemaal niet gedaan!" protesteerde Kitty. „Ik vind het prettig, dat je zoo met mij praat. Maar vertel nu verder over dien blhnke," vervolgde zij, bang onbe scheiden te zijn, „over dien blanke, dien je aardig vondt." Nahnya keek haar een oogenblik strak aan. Een seconde verscheen de oude, harde trek weer op haar gelaat. „Ik zeg niet, dat er een blanke is, dien ik aardig vind," zeide zij snel. „Ik heb geen man noodig." Kitty boog het hoofd een weinig. „Dat ze g g en wij!" fluisterde zij, bang voor haar eigen oprechtheid, „maar is het wel w a a r?" Ais met een tooverslag was de donkere wolk van Nahnya's gelaat weggevaagd. Een uitdrukking van wonderlijke, innige zacht heid lag in haar oogen, toen zij die op Kitty vestigde. „Je zult je wel eenzaam voelen hier," sprak zij. „Ik weet wat dat zeggen wil!" In Kitty's oogen glinsterden tranen. Zij knikte langzaam. „Ik verlang zoo naar wat vriendschap," zeido zij stil. „Naar iemand om mee te praten zooals nu met jou. De jongens zijn lief voor me, maar ze behandelen me als een kind. Ik heb zoo'n behoefte aan vriendschap van een vrouw, van een meisje. Het is anderhalf jaar geleden sinds ik een vrouw sprak." Met een heerlijke spontaniteit knielde STahnya naast haar neer en de handen op het hart gedrukt, boog zij zioh over Kitty heen. „Ik zal altijd een vriendin van je zijn al- tijdl" fluisterde zij, haar stem trillend van warme ontroering. „Wanneer je dat wilt," veegde zij er ernst ig aan toe. 'r een'antwoord sloeg Kitty hfcer er u i: Nahnya's hals. in munjfi I» -■* I i Mgwa—w Mochten de patroons ook hierop niet in gaan, dan zullen sterkere middelen overwo- gèn moeten worden. De vergaderingen gingen hiermede vol komen accoord. Liefdadigheidsconcert Kon. Marine. Zooals wij reeds met een enkel woord me dedeelden, zal de opbrengst van het eerst volgend marineconoert worden bestemd voor de Weener kinderen. Vermoedelijk zal voor dit concert de entréeprys «enigszins worden verhoogd. Onze oud-stadgenoote, mevr. MooyMo lenaar, heeft voor dit concert hare medewer king toegezegd. Hoewel hare capaciteiten bij het Heldersche publiek algemeen bekend zijn, eh dus een speciale aanbeveling voor dit concert overbodig is, laten wij hieronder eenige uitspraken volgen uit verschillende plaatsen waar mevrouw Moojj is opgetreden. „Amersfoortsche Courant": Van de mooie heldere sopraanstem van mevr. Mooij—Molenaar ging dien avond voor het oor een groote bekoring uit, over de hier bewezen praestatie dan ook één wpord van lof. „Leeuwarder Nieuwsblad": Mevr. Mooij zong liederen van Brahms en Strauss. Een stem en een zangtechniek, bei de mooi ontwikkeld en daarbij een voor dracht in alle opzichten eenvoudig maar nobel. Het geluid zelve is van een zeldzame helderheid en lichtheid, steeds van een eigen aardige bekoring. Zij ontroert door eenvoud en fijnheid van opvatting. Stephan Pórtos. Pértos ziek, concerten uitgesteld! Zie hier de mare die gisteren talrijke be zoekers moesten doen afzien van het genot dezen eminenten violist te kunnen hooren. Gelukkig is de ongesteldheid van Pértos maar van tijdelyken aard en moet de jeug dige violist op advies van zijnen huisdok ter eenige dagen rust houden wegens over spanning en lichte koorts. De,aangekondigde conoerteh op 26 èn 27 Januari zijn dus vervallen en zullen gege ven worden door spoedig bekend te maken andere data. De reeds in groot getal genomen kaarten en besproken plaatsen voor 26 Januari blij ven voor ieder van kracht op den eerst te noemen nieuwen datum, terwijl op den te pu- ceeren volgenden datum bet volksconcert, waarvoor nog geen kaarten waren beschik baar gesteld, zal plaats hebben. En, ter wille van bet kunstgenot, en, ter- wille van het goede doel blijft het comité, dat door dit uitstel met moeilijkheden over laden is, gaarne vertrouwen stellen in het voorgenomen bezoek van een zeer talrijk publiek. Per advertentie zullen - zoo spoedig moge lijk de nieuwe data worden bekend gemaakt. 4 A.G. O. lezing. Woensdagavond komt de heer van de Vol- kere voor de A. G. O. een voordracht hou den over radio-activiteit en stralende ma terie. De A. G. O.-bezoekers weten hoe sma kelijk deae heer daarvan vertellen kan, en hoe hij in een reeks interessante proeven demonstreert hetgeen hij te vertellen heeft. Ongetwijfeld zal dan ook deze avond wel weder door velen worden bijgewoond. Kaart verkoop geschiedt op de bekende wijze, in den boekhandel etc. Marin.e-Sanatoriumfonds. Men schrijft ons: Zaterdagavond werd opgevoerd het blij spel in 3 bedrijven van G. von Moser „Zijn zoon" of „Een ontaard vader", door leden der propaganda commissie van het Marine Sanatoriumfonds en eenige jon ge dhmes (mej. de Vries en Snijders) die zich hiervoor belangeloos hadden beschikbaar gesteld. Het stuk, hetwelk vlot gespeeld werd, bracht de lachspieren danig in wer king en oogstte veel bijval, wat bleek uit het applaus bij het einde van elk bedrijf. De da mes van Tongerlo, van Klaveren, Buurman, en de jongedames de Vries en Snijders, .zoo wel de heeren v. Tongerlo, Buurman, Stolte en Verschuur gaven uitstekend spel te zien. Een zeer geanimeerd bal besloot den avond, terwijl onder het bal eene verloting plaats had. Het saldo, zijnde ƒ4.59, moge doen blij ken dat deze avond een waar succes is ge weest, waarvoor allen die hun medewerking hebben verleend hartelijk dank wordt be tuigd. Naar wij vernemen, ligt het in de be doeling „Tivoli" gedurende de zomermaan den als bioscoop in te richten. Het plan is om vanaf Mei tot en met September bioscoop- vertooningen te geven en de andere maan den als schouwburg-, concert- en feestzaal te exploiteeren. Nahnya rukte zich los met een zwakken kreet van schrik. „Je je hebt mij gekust!" stamelde zij. „Mij heb je omhelsd, mij!" „Ja, en ik wil het weer doen!" riep Kitty uit, „en nog eens! en nog eens! Ik vind je zoo lief!" Met een snik verborg het donkere meisje haar gelaat aan Kitty's schouder; zij sloeg de armen om haar heen en weende stiL Met gebroken stem beleed zij haar smart. „Ik heb nooit vriendschap gekendAl tijd voel ik mij alleenIk geloof, dat het zoo beschikt is, dat ik alleen moet blijven Mijn hart wordt gepijnigd als dat van elke andere vrouw... maar ik moet altijd doen, alsof niets mij schelen kan Een uur later hoorden zij een luid geroep van stroomopwaarts. Kitty sprong opgewon den overeind. Nahnya riep terug. Zij wist haaf stem uit te zetten zóó dat zij ver droeg. Eindelijk kwamen zij de bocht om, de vader en de jongens, allen pagaaiend zoo hard zij maar konden, .en elk oogenblik heesch en angstig roepend. Nahnya rukte een tak vol bladeren af, drukte dien Kitty in de hand, en duwde haar in de richting der rivier om er mee te wuiven. Toen zq haar behouden en wel op den oever bemerkten, hieven de man nen luide juichkreten aan. Nahnya had zich teruggetrokken, de oeverhelling op. Zij lieten de boot op het strand loopen, en Kitty werd dadelijk in haar vaders armen geslóten. Dick' beefde in de boot en Bill trilde op zijn beenen. Beide jongens schaamden zich hun tranen niet. „Wij hoorden de watervallen," bracht Bill uit. „En we dachten, dat we net te laat kwa men.'' Zii herstelden zich van hun schrik. Kitty moest zich nu onderwerpen aan hun beer-' Nationale Bond voor Plaatselijke Keoze. Voor de afdeeling Helder van bovenge- noemden bond traa gisterenavond in het Gebouw voor Evangelisatie, Ruimstraat, d-i. H. Kreulen, Amerik. predikant, op met het onderwerp „Op voor plaatselijke keuzei" ln een boeiende en geestige improvisatie, die een typisch staaltje was van de populaire en praktische wijze, waarop Amerikaansche redenaars hun arbeid verrichten, hield de spr. een betoog ten gunste van geheelont houding. Ten opzichte van drankgebruik be staat geen neutraliteit; men is voor of tegen plaatselijke keuze. In Amerika zijn we overwinnaars geworden; we hebben den alcohol verbannen, maar nu doen zich nog gevolgen daarvan voer. Spr. protesteert te gen de ijze van doen der „Haagsche Post". De alcohol is de groote- moordenaar, die jaarlijks 750.000 dronkaards vermoordt en zeer zeker geldt voor ons het woord dat wij zijn onzer broeders hoeders. Het was een toer om de Hollandsch'e kerken ih Amerika zóóver te krijgen, dat ze zich officieel voor drooglegging uitspraken: de Hollanders zijn conservatief. Maar 't was eenvoudig burger plicht. Alles wat uit den drank in de schat kist vloeit, is bloedgeld, en als zoodanig ge vloekt. Spr. heeft voor zijn gemeente nooit geld van kroegbazen willen accepteeren, en Int is hem altijd goed bekomen: steeds had luj ruimschoots voldoende voor zijne arm>>n. Wij willen het beginsel der naastenliefde doen ingaan bij het volk, opdat hét zich door pl. keuze kan uitspreken of het is vóór ko ning Alcohol of voor 'koningin Wilhelmina. Dat sommige leden der Tweede Kamér er nog niet aan willen om Schiedam droog te leggen, zal wel komen omdat ze zelf aan- deelen hebben in de stokerijen. Weet gij wat wij in Amerika deden? Wij vervormden de brouw""".:u tot fat 'eken; en in plaats van 20 menschen, die m die brouwerijen werk vorio. zin .r iii de fabrieken thans 200. De is kruidenier geworden en wij zijn g ^hartig en geven hem thans onze klandisi" vocz suiker en stroop. En op zijm beurt baalt de bakker, die vroeger kroegbaas was, de kinderen naar binnen van zijn tante, die hij vroeger zijn tapperij uit werkte, en trakteert ze op koekjes! Schiedam is de zwarte stad: 75 pet. vau alle fnisdaad gaat er van uit. De katholieken willen nog niet voldoende aan de pl. keuze; v\ij moeten hen leeren vrij te staan in dit land, van oudsher het land der vrijheid. Het bisdom 's-Hertogenbosch verklaarde zich vóór plaatselijke keuze, het bisdom Haar lem was er tegen; de "Vlissingsche katholie ken mochten niét aan pl. keuze meedoen. Maar dit verbod kwam juist even te laat. Jong Nederland is minder conservatief en dat heeft de taak tot de regeering te zeg gen: wij willen geen volle schatkist met geld van den alcohol. In Amerika voeren wij den rijken dronkaard binnen in het ge zin van den armen en laten hem de ellende van den drank zien. Vaak helpt dit beter dan een lange preek. Spr. las van een ge- meente in ons land, waar vijf christelijke menschen stemden tegen een sluitingsver bod van kroegen op Zondag. Bij ons zouden die menschen onder kerkelijke censuur wor den geplaatst. In Nederland wordt veel te lang gewacht, zij denken te veel over het beginsel en ondertusschen gaat de wereld naar den kelder. Praktisch werk moet ge daan worden: Vóór of tegen en dan kan je politieke of godsdienstige beginsel ons niet schelen. Roep niet als vanmiddag op den dijk: houd je roer recht! Neem den drank weg, dan blijft vanzelf bet roer recht Met algemeene stemmen werd vervolgens een motie aangenomen, waarin sympathie betuigd werd met het aanhangige wetsont werp inzake invoering van pl. keuze. 1 Na een korte pauze, waarin zich het dub bel gemengd kwartet „Animato", onder lei ding van den heer Rustin e, deed hooren, vertelde spr. nog een en ander over de drooglegging van Amerika. Drankgebrui kers zijn thans overtreders geworden; ko ning Alcohol is begraven en wij dansen op zijn graf. Eigenaren van groote fabrieken zijn vóór drooglegging, omdat een onthou der beter werk levert dan een drinker. On derwijzers, die gebruikers zijn, zijn bjj ons niet in aanzien. Aan soldaten in uniform mag niet worden verkocht; een beschonken dienaar van het gouvernement onteert de natie. Bij ons heeft het gouvernement een geweten. De strijd is zwaar, aanvankelijk denk je: ik kom er nooit. Maar wij hebben geld en krijgen 't steeds voldoende. Als je 1000 millioen dollar uit de fabrieken, uit de industrieën etc. zou wegnemen, zou het land te gronde gaan; nu we 't ontnemen aan de brouwerijen is het land gelukkig. En steeds komen er meer stemmen; de dronk aard van vroeger betaalt niu op tijd zijn re keningen, en de winkelier, die tegen droog legging was, is er nu voor, want hij krijgt zijn geld binnen! Enz. De geestige en pakkende wijze, waarop achtige liefkoozingen en aan haar vaders omhelzingen. Allen spraken tegelijk, en lach ten nerveus. Kitty voelde zich verlegen wor den. Nooit had zij de mannen zoo opgewon den gezien. En toen kwamen schielijk de vragen. „Hoe kwam het, dat je afdreef, zonder het zelf te merken?" „Waarom trachtte je niet naar het strand te krabbelen, en liet je de boot niet gaan?" „Hoe ben je hier op den oever kunnen ko men zonder pagaai of iets?" „Wie was daar bij je?" „Wel allemachtig! Ze is weg!" riep Bill plotseling uit. En zoo was het. Tevergeefs zochten zij in het rond. Van de algemeene opgewondenheid toen de mannen landden, had het donkere meisje gebruik gemaakt, om onopgemerkt naar de kano te loopen. Zij lag een eindje stroomafwaarts, en gedeelte lijk onder struikgewas verborgen. Zij zette af, en was, dicht onder den oever blijvend, weldra uit hun gezicht verdwenen. Kittys gelaat betrok als dat van een kind. „Zonder een woord ten afscheid," zeide zij. „Ze heeft onze beste boot meegenomen," zeido Jim Sholto met gefronst voorhoofd. „Zij heeft de hare prijsgegeven aan de stroomversnellingen, toen ze mij trachtte te redden," verdedigde Kitty verontwaardigd. Jiin haastte zich het weer goed te maken. „O, dan is het iets anders," gaf hij toe. „Maar waarom is ze zoo geheimzinnig verdwenen?" „Echt iets voor een vrouw I" vond Dick waanwijs. „Altijd geheimzinnigheden." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 3