IQIENK CI11A1T
De verborgen Vallei
Tweed© Blad.
Drankvrije kermis?
VAN DINSDAQ 27 JANUARI 1920.
FEUILLETON.
I)e Raad, wellicht beducht, om de belas
ting nog honger op te voeren, heeft de be-
trel tenue begrootingspost, waarbij de ker
mis weder in eere zal worden hersteld, goed
gekeurd.
Op -voorstel van den heer Schoeffelenber-
ger zal die kermis echter drankvrij zijn.
Er zal geen sterke drank mogen worden
verkocht en zeer terecht vraagt de Raads-
overzichtschrijver, op welke wijze zulk een
eventueel verbod zou zijn te handhaven, zon
der sluiting der café's.
We kunnen gerust zeggen, dat dit tot de
onmogelijkheden behoort en dat B. en W.
hier eene toezegging hebben gedaan, die,
als zij tot de uitvoering moeten komen, hen
nog wel eens zou kunnen berouwen.
Mag in een kleine plaats, op een bepaalde
dag of een gedeelte van een dag, een zooda
nig verbod eenig effect kunnen hebben, het
is zonder meer duidelijk, dat in een gemeente
van 80.000 inwoners met een vrij groot aan
tal inrichtingen, waar „vergunning'* be
staat, een drankverbod zonder sluiting een
voudig gekkenwerk is.
Zijn er aan deze in een onbewaakt oogen-
blik gegeven toezegging dus reeds practi
sche bezwaren verbonden, principieel zou
een zoodanig verbod echter ook nog zijn in
strijd met de Wet.
De Wet van 28 Juni 1881 S. 97, houdende
wettelijke bepalingen tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank- en tot beteu
geling van openbare dronkenschap, zooals
deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van
7 Januari 1911 S. 22, bevat in art. 7 de vol
gende bevoegdheden voor de gemeentebe
sturen:
„Bij plaatselijke verordening kan de ge
meenteraad, onverminderd zijne bevoegd
heid, krachtons art. 185 der Gemeentewet:
le. Enkele wijken, buurten of straten
aanwijzen, waarin dóór B. en W. vergun
ningen niet of niet dan onder bij die
verordening vastgestelde, voorwaarden
verleend mogen worden;
2e. voor idem een maximum aantal
vergunningen vaststellen;
8o. Uren bepalen, gedurende welke
voor het publiek toegankelijke lokalitei
ten, waarvoor vergunning is verleend, g e-
sloten moeten zijn, enz.;
4e. dagen bepalen, waarop wegens om
standigheden, op grond van welke mis
bruik van sterken drank te vreezen is, in
de gemeente of in bepaalde wijkon of
buurten voor het publiek toegankelijke lo
kaliteiten, waarvoor vergunning is ver
leend, gesloten m o e t e n z ij n, e nz."
De Drankwet m.a.w. regelt de bevoegd
heid van do gemeentebesturen tot beperking
van het drankgebruik door de mogelijk
heid tot sluiting der tapperijen,
hetzij voor bepaalde uren, hetzij voor be
paalde dagen.
Van een tapverbod zonder sluiting is ech
ter geen enkele bevoegdheid aan gemeen
tebesturen gegeven.
Toch tracht men hier en daar zulke ver
boden toe te passen. Soms geldt het voor
bepaalde uitvoeringen, soms ook voor den
Zondag.
Tot nu toe werd de leer echter vrijwel al
gemeen gehuldigd, dat zulke verboden In
strijd met de Wet zijn te achten.
Minister Aalberse schijnt er echter -anders
over te denken. In het Maandblad voor Ge
meente-administratie lazen wij n.1.:
„De regeering heeft bij eenige nationale
gelegenheden de burgemeesters doen uit-
noodigen, te waken tegen drankmisbruik.
Zij wees op art. 7 van de Drankwet, waar
bij aan den gemeenteraad de bevoegdheid
is gegeven om op bepaalde dagen sluiting
van vergunningslocaliteiten voor te
schrijven.
Het gemeentebestuur van Rockanje wil
de evenwel een anderen weg Inslaan en
het tappen van sterken drank verbieden,
de localiteiten zouden dan open kunnen
blijven.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
vroegen d-em Minister van Arbeid zijn ge
voelen. Deze antwoordde d.d. 18 November
in een gansch anderen zin dan tot dusver
gebruikelijk was. „Het komt er hier slechts
op aan of een eventueele verordening hou
dende verbod tot het schenken van ster
Door
UULBERT FOOTNER.
45)
„.Ik spreek nooit zoo tegen een blank
rnemjo als nu," bekende Nahnya aarzelend,
„locn heb ik onder blanken geleefd, en
blanke meisjes gezien, en veel over hen ge
dacht
„V at vind je dan wel van blanke meisjes?"
vroeg Kitty met haar bekoorlijk lachje.
„Ik moet er altijd aan denken hoe anders
ze zijn dan ik," zei Nahnya.
„Anders?" herhaalde Kitty verwonderd.
„Van mij verschil je toch niet zooveel."
„Ik ben een half-blanke," verklaarde Nah
nya. „Inwendig vool ik als blanke menschen.
Maar de blanken behandelden mij er niet
naar, ze zijn anders tegen mij dan tegen de
Hunnen."
„Dat begrijp ik niet," zei Kitty hoofd
schuddend.
„Toen ik naar de Zendingsschool ging,"
lichtte Nahnya toe, „leerden de zustors ons:
Denk geen kwaad, dan zal u ook geen kwaad
geschieden."
„Dat Is waar," bevestigde Kitty.
Verdrietig schudde Nahnya het hoofd.
„Het is misschien waar voor Jou, maar niet
voor mij.. Toen ik onder de blanken ging,
dacht ik geen kwaad, maar het kwaad kwart j
v ovor mij, zoo verstikkend als een deken om
mijn hoofd."
„Ik ik begrijp je niet," aarzelde Kitty.1
ken drank op, nationale feestdagen, lo-
tingsdagen voor de militie etc. een gebied
zou betreden, dat door de Drankwet tot
rijkszaak is gestempeld. De beantwoor
ding dezer laatste vraag hangt mi af van
het motief, dat den' wetgever heeft geleid,
of hij n.L beoogde de stof in baar gan-
schen omvang te regelen, dan wel van be
paalde zijden, daarbij vrijheid latende aan
den gemeentelijken weigever aanvullend
op te treden ook buiten de bepaaldelijk bij
de wet voor' dezen aangewezen terreinen.
De aanhef van art. 7 der Drankwet wpst
nu op het laatste: de gemeenteraad blijft,
mits zijn regeling niet met de rijksregeling
in strijd konvt, bevoegd op grond van art.
185 Gemeentewet een tapverbod uit te
vaardigen voor bepaaldelijk aangewezen
dagen. Strijd met de rijksregeling is niet
te ontdekken, omdat het verder gaande
sluitingsverbod van art. 7 der Drankwet
ruimte laat voor een minder ver gaand
tapverbod. Een verordening als bedoeld
door het gemeentebestuur van Rockanje
is dus m.i. niet onwettig."
Wie géén vreemdeling is op het Drank-
wetgebied zal erkennen, dat deze beslis
sing vierkant staat tegenover wat steeds
als vaste opvatting heeft gegolden. De ge
meenteraden kunnen nu zeer veel macht
ontwikkelen in den strijd tegen het alco
holisme; hét arsenaal van art. 135 Gemeen
tewet is "wel voorzien 1"
Nu is het zeker waar, dat art 135 Gemeen
tewet aan den Raad vrij groote bevoegdhe
den toekent, om in het huishoudelijk belang
der gemeente verordeningen te makeh.
Doch dat die verordeningen niet op het
terrein mogen komen van wat aan den Pro
vincialen en Rijkswet/gever is voorbehouden,
daarvoor zorgt art. 150 nremeent-ewet
De Minister van Arbeid nu meent, dat de
Gemeente, welke een tapverbod uitvaardigt
niet op grond der Drankwet (wantMan dient
het een sluitingsgebod te zijn) maar op grond
van de Gemeentewet, niet op het terrein van
den Rijkswetgever is.
Wie echter niet alleen art. 7 der Drank
wet. leest, maar ook eens aandacht schenkt
aan art. 10 en art. 4(5, komt allicht tot een
andere conclusie. In het eerstgenoemde arti
kei is hot aan het Rijks- of Provinciaal ge
zag, om een lokaal waarvoor vergunning is
verleend, voor den openbaren dienst te be
stemmen, mits daarin tijdens dat
gebruik geen sterke» drank
wordt verkocht.
Art. 46 verbiedt reeds het tappetHn lokn
Ion, waarvoor vergunning is verleend, tij
dens het houdon daarin van zit
dagen voor het publiek door amb
tenaren van het Rijk, een provin
cie, een gemeente of een water-
sohap enz.
Al zegt art. 7 dus niet met zooveel woor
den, dat de gemeentelijke wetgever alleen
de in dat artikel speciaal verleende, be
voegdheid tot s 1 u 11 i n g heeft, en zou men
kunnen aannemen, dat een minder vèr gaand
tapverbod eveneens is toegelaten op gronc
dor Gemeentewet, het systeem der Drank
wet, zooals dit vooral uit het speciale art. 46
blijkt, ls duidelijk genoeg. Alleen aan hel
hooger gezag is hier de bevoegdheid tot tap
verbod verleend.
Ook de regeling van het vergunningsrecht
In art. 20 der Drankwet wijst op deze ziens
wijze. Dit recht toch wordt volgens het derde
lid met 50 verminderd voor de
lokaliteiten, waarin geen sterke
drank in hot klein verkocht of ge
schonken wordt tussohen Zater
dagavond 0 uur en Maandagmor
gen 8 uur.
Men heeft dus het vrijwillig staken van
drankverkoop willen bevorderen, terwijl ln
bijzondere gevallen, ln art. 7 bedoeld, slui
ting aan den Raad is voorbehouden.
Dit alles zou zeker niet aldus geregeld
zijn, indien men had bedeeld, den Raad ook
bevoegdheid te geven tot een verbod van
schenken en verkoopen zonder s'uiting.
Tot nu toe hebben de verschillende colle
ges van Ged. Staten zich dan ook aan deze
interpretatie gehouden en ook de Kroon
heeft steeds dezelfde leer gehuldigd
Of daarin nu in eens verandering zal ko
men, valt natuurlijk af te wachten.
Wij voor ons gelooven, dat voor groote
plaatsen de schijn hier voor het wezen zal
worden genomen.
Indien de Raadsleden, die de kermis weêr
nieuw leven hebben ingeblazej, meencn, dat
zij het door een besluit tot tapverbod weer
goed kunnen maken, zullen zij zich deerlijk
vergissen.
M.
Helder, 28/1 *26.
PLAATSELIJK NIEUWS.
„Hoe zou je dat kunnen?" zelde Nahnya.
/Niemand is slecht voor je. Alleen tegen mij.
Daarom vraag ik mij altijd, wat in mij dan
toch anders is. Ik kan het niet begrijpen,
maar Ik weet dat het zoo is."
„Bedoel je meen je mannen?" vroeg
Kitty ontzet.
Nuhnyfc antwoordde door to zwijgen.
„Maar niet alle mannen zijn slecht," protes
teerde Kitty, denkend aan haar vroolijke,
brave jongens.
„Zeker niet allen," gaf Nahnya toe.
„Éénmaal heb ik een blanken man gekend
eerst was hij net als de anderen. Maar hij
verandert. Hij kijkt <nij open aan en spreekt
met me, als met een vriend. Maar aldoor
denk ik, dat dat andere nog in mij is, en ik
zend hem weg. En nog denk ik steeds: wat
is dan toch dat andere in mij?"
Kitty staarde haar met verschrikte oogen
aan en antwoordde niet.
„Nu heb ik je bang gemaaktl" zeide Nah
nya verwijtend. „Je moet wel denken, dat ik
slecht ben, omdat anderen dat ook gelooven."
„Neen," antwoordde Kitty. „Ik ben alleen
maar bang geworden van mijn eigen onwe
tendheid. Ik weet niet, wat ik 'je antwoorden
moet."
„Zeg maar niets," riep Nahnya uit. „Ik
praat te veel! Ik wil altijd tegen iemaud spre
ken, die is zooals ik, en het maakt mij soms
razend, dat ik nooit praten kanl Mijn volk
dat zün goede menschen, maar zij begrijpen
mij niet. Mijn moeder kent mij niet ik ben
een vreemde voor haar. Zij is bang voor mij.
A'-ijd denk Ik: Als ik goede vrienden zou
zijn met een blanke vrouw, zouden wij mot
ei .aar kunnen praten. En nu vandaag brergt
de rMer t i ujj dr Ier', het is als
■jpyoGk'; n.ou g is rv. „-rU'. 1 v
De „Zeeland".
Hr. Ms. „Zeeland" is 24 Jan. van St Vin
cent vertrokken naar Las Palmas.
Verbetering.
In het artikel „Een onverkwikkelijke zaak"
staat in de 1ste kolom 12 regels van beneden:
„Daarom is het zoo hoog noodig, dat men
eindelijk overgaat tot de invoering van ver
plegend personeel". In verband met hetgeen
vooraf gaat, zal de lezer misschien reeds bij
zichzelf de opmerking hebben gemaakt, dat
het moet zijn: „de invoering van vrouw e-
1 ij k verplegend personeel".
De Bank van Wisselink.
Sedert, Maandagmorgen is de Bank van
Wisselink in haar nieuwe gebouw aan den
Kanaalweg getrokken. Aan het uitwendige
van dit heerenhuis is weinig veranderd; pen
opschrift in den gevel met den naam der
bank is aangebracht, maar overigens is alles
vrijwel zoo gebleven. Niet echter het inwen
dige, dat een geheele verandering heeft on
dergaan. Een ruime entrée geeft toegang
links tot de woning van den heer Klerk, rechts
tot de bank. In de vestibule bevinden zich
de loketten, terwijl een dubbele deur toegang
geeft tot een spreekkamer voor bet publiek.
In de gang bevindt zich de safe met een
aantal loketten van verschillende grootten.
Deze is geheel op een zwareu betongrond op
getrokken en een vernuftig samenstel van
sloten heeft de veiligheid tot het schier vol
maakte opgevoerd. Voor de opening van de
kluisdeur zijn de beide directeuren noodig',
die hiervoor elk een sleutel hebben. Met één
sleutel gaat de deur niet open. De huurder
van een loket krijgt hiervan een sleutel,
maar kan ook alweer zonder hulp van de
directie zijn slot niet openkrijgen, zoodat
steeds in tegenwoordigheid van de directie
de aanwezigheid van den trommel met de
papieren wordt geconstateerd. De grootere
loketten zijn zeer geschikt, -niet alleen voor
het opbergen van waardepapieren, maar ook
van g^md, zilter en allerlei kleiner roerend
goed van waarde. Wanneer men bijvoorbeeld
met vacantie gaat, is zoo'n bergplaats van on
schatbare waarde, oifidat men dan van alle
soesah van opbergen, meenemen e.d. af is.
Het kantoor is modern, eenvoudig en prak
tisch ingericht. Architect van het geheel is
do heer Mulder te den Haag, aannemers
Gebr. Smit alhier. Het meubilair is geleverd
door de firma A. Klopper Zonen, zeilen,
tapijten etc. door de firma Govers, verfwerk
is van den heer Joh. Hubbeling, terwijl de
heer van Baaren voor den aanleg van gas
heeft gezorgd en ook reeds de electrische
installatie klaar is voor gebruik.
De kluisinstallatie is geleverd door de fir
ma Lips, rolluiken, die aan den achterkant
de ramen afsluiten, door de firma Heineken.
Deze rolluiken zijn op bizonder practische
manier ingericht; ze bestaan n.1. uit twee
houten latjes, waartusschen eén ijzeren plaat
is bevestigd. De betonmaatschappij Last
Oo. te Enkhuizen verzorgde de fundeering
voor do kluis.
Actie Bakkersbedrijf.
Gisterenavond vergaderden de leden van
de hier ter stede gevestigde afdeelingen van
de Bakkersgezellenbonden n.1. den Alge-
meenen en den Ohristelijken Bond, ter be
spreking van de door deze bonden aan de
patroons gevraagde verbetering van de ar
beidsvoorwaarden.
De besturen hadden tegen gisterenmid
dag de werkgevers in het bakkersbedrijf
zoomede de besturen van de coöperaties,
verzocht in vergadering bijeen te willen ko
men ter bespreking van de gezonden- „Ar
beidsregeling voor het bakkersbedrijf'.
Aan de uitnoodiging hadden slechts de
besturen van de coöperatie en werklieden-
vereeniging gevolg gegeven, de bakkers
patroons waren afwezig gebleven. Slechts de
directeur van de broodfabriek „De Volhar
ding" had een schrijven gezonden niet aan
wezig te kunnen zijn.
Dit povere resultaat hunner bemoeiingen
werd den leden medegedeeld. Zonder uitzon
dering kwam in beide vergaderingen groo
te ontstemming tot uiting. Hiervoor was te
meer reden toen uit de mededeelingen van
de aanwezige bondsbestuurders bleek, dat
de invoering van de „Arbeidsregeling" in
tal van andere steden goede voortgang
heeft.
Na ampele bespreking ls vastgesteld, dat
do besturen zich nogmaals tót de patroons
zullen wenden met het dringend verzoek om
ten spoedigste zoowel de loonen als den
arbeidsduur van de, in en ten dienste van
de bakkerijen werkzaam zijnde arbeiders,
op peil te brengen. Te dien einde werden
de rioodige maatregelen getroffen.
een waterval van woorden. Het spijt mij zoo,
dat ik je bang heb gemaakt."
„Dat heb je me heelemaal niet gedaan!"
protesteerde Kitty. „Ik vind het prettig, dat
je zoo met mij praat. Maar vertel nu verder
over dien blhnke," vervolgde zij, bang onbe
scheiden te zijn, „over dien blanke, dien je
aardig vondt."
Nahnya keek haar een oogenblik strak
aan. Een seconde verscheen de oude, harde
trek weer op haar gelaat. „Ik zeg niet, dat er
een blanke is, dien ik aardig vind," zeide zij
snel. „Ik heb geen man noodig."
Kitty boog het hoofd een weinig. „Dat
ze g g en wij!" fluisterde zij, bang voor haar
eigen oprechtheid, „maar is het wel w a a r?"
Ais met een tooverslag was de donkere
wolk van Nahnya's gelaat weggevaagd. Een
uitdrukking van wonderlijke, innige zacht
heid lag in haar oogen, toen zij die op Kitty
vestigde. „Je zult je wel eenzaam voelen
hier," sprak zij. „Ik weet wat dat zeggen wil!"
In Kitty's oogen glinsterden tranen. Zij
knikte langzaam.
„Ik verlang zoo naar wat vriendschap,"
zeido zij stil. „Naar iemand om mee te praten
zooals nu met jou. De jongens zijn lief voor
me, maar ze behandelen me als een kind. Ik
heb zoo'n behoefte aan vriendschap van een
vrouw, van een meisje. Het is anderhalf jaar
geleden sinds ik een vrouw sprak."
Met een heerlijke spontaniteit knielde
STahnya naast haar neer en de handen op het
hart gedrukt, boog zij zioh over Kitty heen.
„Ik zal altijd een vriendin van je zijn al-
tijdl" fluisterde zij, haar stem trillend van
warme ontroering. „Wanneer je dat wilt,"
veegde zij er ernst ig aan toe.
'r een'antwoord sloeg Kitty hfcer er u i:
Nahnya's hals.
in munjfi I» -■* I i Mgwa—w
Mochten de patroons ook hierop niet in
gaan, dan zullen sterkere middelen overwo-
gèn moeten worden.
De vergaderingen gingen hiermede vol
komen accoord.
Liefdadigheidsconcert Kon. Marine.
Zooals wij reeds met een enkel woord me
dedeelden, zal de opbrengst van het eerst
volgend marineconoert worden bestemd voor
de Weener kinderen. Vermoedelijk zal voor
dit concert de entréeprys «enigszins worden
verhoogd.
Onze oud-stadgenoote, mevr. MooyMo
lenaar, heeft voor dit concert hare medewer
king toegezegd. Hoewel hare capaciteiten bij
het Heldersche publiek algemeen bekend
zijn, eh dus een speciale aanbeveling voor
dit concert overbodig is, laten wij hieronder
eenige uitspraken volgen uit verschillende
plaatsen waar mevrouw Moojj is opgetreden.
„Amersfoortsche Courant":
Van de mooie heldere sopraanstem
van mevr. Mooij—Molenaar ging dien avond
voor het oor een groote bekoring uit, over
de hier bewezen praestatie dan ook één
wpord van lof.
„Leeuwarder Nieuwsblad":
Mevr. Mooij zong liederen van Brahms en
Strauss. Een stem en een zangtechniek, bei
de mooi ontwikkeld en daarbij een voor
dracht in alle opzichten eenvoudig maar
nobel. Het geluid zelve is van een zeldzame
helderheid en lichtheid, steeds van een eigen
aardige bekoring. Zij ontroert door eenvoud
en fijnheid van opvatting.
Stephan Pórtos.
Pértos ziek, concerten uitgesteld!
Zie hier de mare die gisteren talrijke be
zoekers moesten doen afzien van het genot
dezen eminenten violist te kunnen hooren.
Gelukkig is de ongesteldheid van Pértos
maar van tijdelyken aard en moet de jeug
dige violist op advies van zijnen huisdok
ter eenige dagen rust houden wegens over
spanning en lichte koorts.
De,aangekondigde conoerteh op 26 èn 27
Januari zijn dus vervallen en zullen gege
ven worden door spoedig bekend te maken
andere data.
De reeds in groot getal genomen kaarten
en besproken plaatsen voor 26 Januari blij
ven voor ieder van kracht op den eerst te
noemen nieuwen datum, terwijl op den te pu-
ceeren volgenden datum bet volksconcert,
waarvoor nog geen kaarten waren beschik
baar gesteld, zal plaats hebben.
En, ter wille van bet kunstgenot, en, ter-
wille van het goede doel blijft het comité,
dat door dit uitstel met moeilijkheden over
laden is, gaarne vertrouwen stellen in het
voorgenomen bezoek van een zeer talrijk
publiek.
Per advertentie zullen - zoo spoedig moge
lijk de nieuwe data worden bekend gemaakt.
4 A.G. O. lezing.
Woensdagavond komt de heer van de Vol-
kere voor de A. G. O. een voordracht hou
den over radio-activiteit en stralende ma
terie. De A. G. O.-bezoekers weten hoe sma
kelijk deae heer daarvan vertellen kan, en
hoe hij in een reeks interessante proeven
demonstreert hetgeen hij te vertellen heeft.
Ongetwijfeld zal dan ook deze avond wel
weder door velen worden bijgewoond. Kaart
verkoop geschiedt op de bekende wijze, in
den boekhandel etc.
Marin.e-Sanatoriumfonds.
Men schrijft ons:
Zaterdagavond werd opgevoerd het blij
spel in 3 bedrijven van G. von Moser
„Zijn zoon" of „Een ontaard vader",
door leden der propaganda commissie van
het Marine Sanatoriumfonds en eenige jon
ge dhmes (mej. de Vries en Snijders) die zich
hiervoor belangeloos hadden beschikbaar
gesteld. Het stuk, hetwelk vlot gespeeld
werd, bracht de lachspieren danig in wer
king en oogstte veel bijval, wat bleek uit het
applaus bij het einde van elk bedrijf. De da
mes van Tongerlo, van Klaveren, Buurman,
en de jongedames de Vries en Snijders, .zoo
wel de heeren v. Tongerlo, Buurman, Stolte
en Verschuur gaven uitstekend spel te zien.
Een zeer geanimeerd bal besloot den
avond, terwijl onder het bal eene verloting
plaats had.
Het saldo, zijnde ƒ4.59, moge doen blij
ken dat deze avond een waar succes is ge
weest, waarvoor allen die hun medewerking
hebben verleend hartelijk dank wordt be
tuigd.
Naar wij vernemen, ligt het in de be
doeling „Tivoli" gedurende de zomermaan
den als bioscoop in te richten. Het plan is
om vanaf Mei tot en met September bioscoop-
vertooningen te geven en de andere maan
den als schouwburg-, concert- en feestzaal
te exploiteeren.
Nahnya rukte zich los met een zwakken
kreet van schrik. „Je je hebt mij gekust!"
stamelde zij. „Mij heb je omhelsd, mij!"
„Ja, en ik wil het weer doen!" riep Kitty
uit, „en nog eens! en nog eens! Ik vind je
zoo lief!"
Met een snik verborg het donkere meisje
haar gelaat aan Kitty's schouder; zij sloeg
de armen om haar heen en weende stiL Met
gebroken stem beleed zij haar smart.
„Ik heb nooit vriendschap gekendAl
tijd voel ik mij alleenIk geloof, dat het
zoo beschikt is, dat ik alleen moet blijven
Mijn hart wordt gepijnigd als dat van elke
andere vrouw... maar ik moet altijd doen,
alsof niets mij schelen kan
Een uur later hoorden zij een luid geroep
van stroomopwaarts. Kitty sprong opgewon
den overeind. Nahnya riep terug. Zij wist
haaf stem uit te zetten zóó dat zij ver droeg.
Eindelijk kwamen zij de bocht om, de vader
en de jongens, allen pagaaiend zoo hard zij
maar konden, .en elk oogenblik heesch en
angstig roepend. Nahnya rukte een tak vol
bladeren af, drukte dien Kitty in de hand,
en duwde haar in de richting der rivier om
er mee te wuiven. Toen zq haar behouden en
wel op den oever bemerkten, hieven de man
nen luide juichkreten aan. Nahnya had zich
teruggetrokken, de oeverhelling op.
Zij lieten de boot op het strand loopen, en
Kitty werd dadelijk in haar vaders armen
geslóten. Dick' beefde in de boot en Bill trilde
op zijn beenen. Beide jongens schaamden
zich hun tranen niet.
„Wij hoorden de watervallen," bracht Bill
uit. „En we dachten, dat we net te laat kwa
men.''
Zii herstelden zich van hun schrik. Kitty
moest zich nu onderwerpen aan hun beer-'
Nationale Bond voor Plaatselijke Keoze.
Voor de afdeeling Helder van bovenge-
noemden bond traa gisterenavond in het
Gebouw voor Evangelisatie, Ruimstraat, d-i.
H. Kreulen, Amerik. predikant, op met het
onderwerp „Op voor plaatselijke keuzei"
ln een boeiende en geestige improvisatie,
die een typisch staaltje was van de populaire
en praktische wijze, waarop Amerikaansche
redenaars hun arbeid verrichten, hield de
spr. een betoog ten gunste van geheelont
houding. Ten opzichte van drankgebruik be
staat geen neutraliteit; men is voor of
tegen plaatselijke keuze. In Amerika zijn
we overwinnaars geworden; we hebben den
alcohol verbannen, maar nu doen zich nog
gevolgen daarvan voer. Spr. protesteert te
gen de ijze van doen der „Haagsche Post".
De alcohol is de groote- moordenaar, die
jaarlijks 750.000 dronkaards vermoordt en
zeer zeker geldt voor ons het woord dat wij
zijn onzer broeders hoeders. Het was een
toer om de Hollandsch'e kerken ih Amerika
zóóver te krijgen, dat ze zich officieel voor
drooglegging uitspraken: de Hollanders zijn
conservatief. Maar 't was eenvoudig burger
plicht. Alles wat uit den drank in de schat
kist vloeit, is bloedgeld, en als zoodanig ge
vloekt. Spr. heeft voor zijn gemeente nooit
geld van kroegbazen willen accepteeren, en
Int is hem altijd goed bekomen: steeds had
luj ruimschoots voldoende voor zijne arm>>n.
Wij willen het beginsel der naastenliefde
doen ingaan bij het volk, opdat hét zich door
pl. keuze kan uitspreken of het is vóór ko
ning Alcohol of voor 'koningin Wilhelmina.
Dat sommige leden der Tweede Kamér er
nog niet aan willen om Schiedam droog te
leggen, zal wel komen omdat ze zelf aan-
deelen hebben in de stokerijen. Weet gij
wat wij in Amerika deden? Wij vervormden
de brouw""".:u tot fat 'eken; en in plaats
van 20 menschen, die m die brouwerijen
werk vorio. zin .r iii de fabrieken thans
200. De is kruidenier geworden
en wij zijn g ^hartig en geven hem thans
onze klandisi" vocz suiker en stroop. En op
zijm beurt baalt de bakker, die vroeger
kroegbaas was, de kinderen naar binnen van
zijn tante, die hij vroeger zijn tapperij uit
werkte, en trakteert ze op koekjes!
Schiedam is de zwarte stad: 75 pet. vau
alle fnisdaad gaat er van uit. De katholieken
willen nog niet voldoende aan de pl. keuze;
v\ij moeten hen leeren vrij te staan in dit
land, van oudsher het land der vrijheid. Het
bisdom 's-Hertogenbosch verklaarde zich
vóór plaatselijke keuze, het bisdom Haar
lem was er tegen; de "Vlissingsche katholie
ken mochten niét aan pl. keuze meedoen.
Maar dit verbod kwam juist even te laat.
Jong Nederland is minder conservatief en
dat heeft de taak tot de regeering te zeg
gen: wij willen geen volle schatkist met
geld van den alcohol. In Amerika voeren
wij den rijken dronkaard binnen in het ge
zin van den armen en laten hem de ellende
van den drank zien. Vaak helpt dit beter
dan een lange preek. Spr. las van een ge-
meente in ons land, waar vijf christelijke
menschen stemden tegen een sluitingsver
bod van kroegen op Zondag. Bij ons zouden
die menschen onder kerkelijke censuur wor
den geplaatst. In Nederland wordt veel te
lang gewacht, zij denken te veel over het
beginsel en ondertusschen gaat de wereld
naar den kelder. Praktisch werk moet ge
daan worden: Vóór of tegen en dan kan je
politieke of godsdienstige beginsel ons niet
schelen. Roep niet als vanmiddag op den
dijk: houd je roer recht! Neem den drank
weg, dan blijft vanzelf bet roer recht
Met algemeene stemmen werd vervolgens
een motie aangenomen, waarin sympathie
betuigd werd met het aanhangige wetsont
werp inzake invoering van pl. keuze. 1
Na een korte pauze, waarin zich het dub
bel gemengd kwartet „Animato", onder lei
ding van den heer Rustin e, deed hooren,
vertelde spr. nog een en ander over de
drooglegging van Amerika. Drankgebrui
kers zijn thans overtreders geworden; ko
ning Alcohol is begraven en wij dansen op
zijn graf. Eigenaren van groote fabrieken
zijn vóór drooglegging, omdat een onthou
der beter werk levert dan een drinker. On
derwijzers, die gebruikers zijn, zijn bjj ons
niet in aanzien. Aan soldaten in uniform
mag niet worden verkocht; een beschonken
dienaar van het gouvernement onteert de
natie. Bij ons heeft het gouvernement een
geweten. De strijd is zwaar, aanvankelijk
denk je: ik kom er nooit. Maar wij hebben
geld en krijgen 't steeds voldoende. Als je
1000 millioen dollar uit de fabrieken, uit de
industrieën etc. zou wegnemen, zou het
land te gronde gaan; nu we 't ontnemen aan
de brouwerijen is het land gelukkig. En
steeds komen er meer stemmen; de dronk
aard van vroeger betaalt niu op tijd zijn re
keningen, en de winkelier, die tegen droog
legging was, is er nu voor, want hij krijgt
zijn geld binnen! Enz.
De geestige en pakkende wijze, waarop
achtige liefkoozingen en aan haar vaders
omhelzingen. Allen spraken tegelijk, en lach
ten nerveus. Kitty voelde zich verlegen wor
den. Nooit had zij de mannen zoo opgewon
den gezien. En toen kwamen schielijk de
vragen.
„Hoe kwam het, dat je afdreef, zonder het
zelf te merken?"
„Waarom trachtte je niet naar het strand
te krabbelen, en liet je de boot niet gaan?"
„Hoe ben je hier op den oever kunnen ko
men zonder pagaai of iets?"
„Wie was daar bij je?"
„Wel allemachtig! Ze is weg!" riep Bill
plotseling uit. En zoo was het. Tevergeefs
zochten zij in het rond. Van de algemeene
opgewondenheid toen de mannen landden,
had het donkere meisje gebruik gemaakt,
om onopgemerkt naar de kano te loopen. Zij
lag een eindje stroomafwaarts, en gedeelte
lijk onder struikgewas verborgen. Zij zette
af, en was, dicht onder den oever blijvend,
weldra uit hun gezicht verdwenen.
Kittys gelaat betrok als dat van een kind.
„Zonder een woord ten afscheid," zeide zij.
„Ze heeft onze beste boot meegenomen,"
zeido Jim Sholto met gefronst voorhoofd.
„Zij heeft de hare prijsgegeven aan de
stroomversnellingen, toen ze mij trachtte te
redden," verdedigde Kitty verontwaardigd.
Jiin haastte zich het weer goed te maken.
„O, dan is het iets anders," gaf hij toe. „Maar
waarom is ze zoo geheimzinnig verdwenen?"
„Echt iets voor een vrouw I" vond Dick
waanwijs. „Altijd geheimzinnigheden."
(Wordt vervolgd).