NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
De verborgen Vallei.
Eerste Blad.
Jongens- en Meisjes
wollen Truien
en Jurkjes,
COLTOF, Kanaalweg,
No. 5202
DONDERDAG 5 FEBRUARI 1920
48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVERC. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
buitenland.
FEUILLETON.
Indien gij Uw HEERENCOSTUUM laat aanmeten bij de Firma I. GRUNWALD,
Keizerstraat 116 bij de Keizersbrug, koopt gij 40 goedkooper dan ergers anders.
Niettegenstaande te late levering
van onze vroegtijdig opgegeven
orders in
waaronder de allerlaatste model
len, heb ik deze zending toch
geaccepteerd; al deze artikelen
worden echter tegen exceptioneel
lage prijzen verkocht.
naast 't Casino.
COURANT
ABONNEMENTEN BIJ VOOR UITBET ALINGi
Heldersche Ct. per 3 n^d. f 1.40, franco per post f 1.60. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.571/,, 0.651.05
Modeblad 0.95. 1.05. „1.30
Losse nummers der Courant 4 ct.
ADVERTENTIËN.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeellngen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 3'/i ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 °/0 hooger berekend.
De spoorwegdiefstallen.
De correspondent van het „Hbl." te Berlijn
meldt, dat te Breslau 4 spoorwegbeambten, 5
hulpbeambten en 10 arbeiders aangehouden
zijn wegens diefstal van talrijke goedèren uit
de spoorwagens. Een gedeelte der gestolen
goederen voor eën waarde van 300.000 Mark
kon worden in beslag genomen. Een der he
lers is inspecteur van politie.
Ook te Maagdenburg werden 12 spoorweg-
dieven aangehouden, die onder de leiding
van twee leden van het stationspolitiekorps
stonden.
Het bedrag der uitbetaalde schadevergoe
ding, ontstaan door spoorwegdiefstallen op
de Beiersche Staatsspoorwegen beloopt van
1 November 1918 tot 1 November 1919 57»
miilioen Mark.
Kort en bondig.
De herbergiersvereeniging te Solingen
had eene deputatie naar den regeeringsver-
tegenwoordiger te Dusseldorp gezonden met
het verzoek het dansverbod in te trekken.
Hun verzoek werd afgewezen met de een
voudige mededeeling, „dat het volk niet
moet dansen, maar moet werken".
De haven van Kiel.
De Duitsche regeering heeft de vroegere
oorlogshaven van Kiel aan de stedelijke auto
riteiten afgestaan, teneinde deze haven te
hervormen in een handelshaven.
Kleinzieligheden.
In de school voor adelborsten te Muerwick
moest Maandagmiddag op bevel van een
Fransch officier een Fransche afdeeling, be
staande uit een sergeant en twaalf man, het
daar aanwezige beeld van Blücher afkom
stig van het oorlogsschip ''6100116^ stuk
slaan en op de mestvaalt werpen.
ENGELAND.
De oud-strijders.
„Doe mijn groeten aan Rosé. Zeg haar, dat
ze niet moet tobben. Ik ben niet krankzinnig,
denk dat dus niet; alleen gebroken van hart."
Dit uittreksel uit een brief, achtergelaten
door een gewezen soldaat, Thomas Grayson,
die zelfmoord had gepleegd door zuringzout
in te nemen, werd Zaterdag voorgelezen bij
de lijkschouwing te Seamer, bij Scarborough.
De vader van den soldaat verklaarde, dat
zijn zoon, die uit een gezin van tw aalf kinde
ren was, in Indië gediend had en na vijf jaar
om zijn gezondheid ontslagen was. Vier
broers van hem werden gewond. Hij had her
haaldelijk malaria gehad, en tobde omdat zijn
pensioentje hem afgenomen was, sedert hij
moeite had gedaan om werk te vinden.
De lijkschouwer, wiens vonnis luidde, dat
de overledene zelfmoord gepleegd had, ter
wijl hij krankzinnig was (een andere verkla
ring van zelfmoord is in Engeland nu een
maal onmogelijk, hoevele zelfmoordenaars
ook voor hun dood verzekerd hebben, dat zij
gezond van geest waren), zeide nog, dat er
geen twijfel was, of Grayson had zijn land
goed gediend.
Dit is slechts een van de vele tragische ge
vallen, die een licht werpen op den treurigen
toestand, waarin vele oudgediende officieren
en soldaten nu vei'keeren. Menschen, die hom
derden malen den dood getrotseerd hebben,
durven het leven niet meer trotseeren; het
land, dat zij helpen redden, trekt de handen
van hen af, de vakvereenigingen beletten
hun te werken, en zoo worden zij verschop
peling. Gelukkig, dat maarschalk Haig zoo
wakker voor hen in de bres staat. Deze is
Door
HULBERT FOOTNER.
49)
,,Annie! Annie! Anniel" riep zij verrukt
ti V'v vreeselijk lief van je om te komen!
Ik heb er zoo naar verlangd je weer te zien!
Je moet zeker een week hier blijven!" Glim
lachend schudde Nahnya het hoofd. „Ik
kwam alleen maar de kano terug brengen
zeide zij met haar weeke, volle stem die zon
derling harmonieerde met Kitty's opgewon
den toon van spreken. „En ik heb versch
berggeitenvleesch voor je meegebracht."
„Heb je je eigen boot nu terug? is ze niet
beschadigd?" wilde Kitty weten.
„Ze had alleen maar een kleine scheur ge
kregen tegen de rotspunten," antwoordde
Nahajya. „Ik kon het gemakkelijk maken."
„Maar hoe kon je met twee booten tegen
Tv^room ^Pkonmn?" vroeg Kitty weer.
j nlleen maar die van jou," ant
woordde Nahnya. „De mijne ligt stroomaf
waarts, aan dezen oever, isvaar ik haar ge
makkelijk kan halen."
„Hoe moet je daar dan komen?"
"\eJ langs het strand, natuurlijk," ant
woordde Nahnya. „En het is niet ver."
o ,u Ik je hier heb, moet je niet denken,
aat ik }e zoo maar dadelijk laat gaan," riep
vr en ze omhelsde haar nogmi
.„Maar jullie hebt hier allen jullie w<
wmrp Nahnya tegen. „De mannen
..Mijn broers zijn naar de stad," zeidt
Zaterdag, toen het groote hoofdkwartier ont
bonden is, tijdelijk non-actief geworden. Hij
zal wat rust nemen. Maar men zal weer spoe
dig ervan hooren, want hij heeft verklaard,
niet te zullen rusten, voor Engeland voor zijn
oud-strijders gezorgd heeft, gelijk zij ver
dienen.
Dreigende staking te Antwerpen.
Te Antwerpdn is een groote beweging ten
gunste van een staking onder de kantoorbe
dienden ontstaan, die verklaren, dat zij niet
voor de uiterste middelen zullen terugdein
zen om een belangrijke loonsverhooging te
krijgen. Men denkt, dat de beweging zich
snel zal uitbreiden en binnen enkele dagen
tot een algemeene staking zal leiden.
KORTE BERICHTEN.
De Schicau-werf te Danzig is Maandag ge
sloten.
De lijst der Duitschers, wier uitlevering
gevraagd wordt, is aian Von Lersner over
handigd.
Wladiwostock is door de revolutionnairen
genomen.
BINNENLAND.
De uitlevering van den ex-kelzer.
De Parijsche correspondent van het „Hbl."
meldt d.d. 2 Februari, dat, daar de Entente
vast besloten is de volledige uitvoering van
het vredesverdrag te eischen, te voorzien is,
dat zij eveneens krachtig zal staan op de uit
levering van den ex-keizer. De overheer-
schende meening is, dat men geen enkel ar
tikel kan laten vallen zonder het geheele
verdrag in. gevaar te brengen.
De tekst der tweede nota, aan Nederland
te zenden, is nog niet vastgesteld. Men mëent,
dat de conferentie der ambassadeurs dit he
den, Dinsdag, zal doen.
Het bericht van de „New York Herald",
volgens hetwelk de conferentie zich in die
tweede nota zou bepalen tot een zuiver tech
nische bespreking der Nederlandsche argu
menten, komt den correspondent zeer weinig
waarschijnlijk voor. Volgens hetzelfde blad
zou de conferentie aldus redeneeren:
„Duitschland heeft het verdrag van Ver-
sailles geteekend; Nederland kan dus aanne
men, dat Duitschland deelneemt aan het ver
zoek tot uitlevering". Dit is mogelijk, meent
de „HbI."-correspondent, doch de huidige
strooming van de denkbeelden ter conferen
tie schijnt mij veeleer een energieke houding
tegenover Nederland te voorspellen.
m
Bij het bericht betreffende de overhandi
ging van de uitleveringslijst aan von Lersner
teekent de „Petit Parisien" aan: dat de ge
allieerden eenstemmig en vastbesloten zijn
om te eischen, dat geen enkele schuldige aan
zijn vonnis zal ontkomen.
De geallieerden, zoo voegt de „Petit Pari
sien" eraan toe, zijn evenmin geneigd, om
de spons te balen over de verantwoordelijk
heid van den voornaamsten misdadiger, den
gewezen keizer, en Holland zal spoedig mer
ken, dat zij op dit punt geen uitvlucht of uit
stel zullen toelaten.
De „Petit Parisien" wist verder te vertel
len, dat voor het geval onze regeering mocht
volharden in haar besluit tot niet-uitlevering
van den ex-keizer, men met zulke radicale
maatregelen zou dreigen als een afbreken
van de diplomatieke betrekkingen en mari
tieme blokkade.
Kitty. ,Alleen mijn vader is hier nog en
en eqn vreemdeling."
„Een vreemdeling?" herhaalde Nahnya.
Maar Kitty wilde haar geheim niet onthei
ligen door het zoo maar er uit te flappen
Haar vriendin moest geleidelijk worden voor
bereid, wilde zij haar de waarde er van vol
komen doen gevoelen. „We hebben een
blanke als gast hier," zeide zij, als was dit
voor haar piet-s ongewoons.
Doch Nahnya ontging haar blos niet. Zacht
streelde* zij Kitty over het haar.
„Waarom was je zoo plotseling weggeloo-
pen?" vroeg Kitty haastig, om een andere
wending aan het gesprek te geven.
Nahnya haalde de schouders op. „Ik was
bang, dat ze me zouden bedanken met zoo
veel woorden," zeide zij verlegen. „Dan voel
ik me onbeholpen."
„Wat dwaas van je!" riep Kitty uit, en zij
omhelsde haar opnieuw.
Er was iets onrustigs, bewegelijks in Kitty,
een nerveuse gejaagdheid, die op zichzelf al
voldoende was, om Nahnya te doen begrij
pen, dat er sinds hun afscheid iets was voor
gevallen. „Zoo, heb je een gast," zeide zij
plagend. „Hij is zeker nog jong, hè?"
Kitty verschikte een der einden van Nah-
nya's vlecht, die was losgegaan. „Ja, tamelijk
jong," zeide zij.
„Nu zul je je zeker niet meer zoo eenzaam
voelen, wel?" vroeg Nahnya zacht.
Kitty sprong op. „Maar je zult honger heb
ben I" riep zij uit. „Ik zou het door dat ge
praat werkelijk vergeten!"
„Ik heb nog geen uur geleden gegeten,"
zeide Nahnya. „Ik 'ïeb geen honger."
Kitty t -n nu-te praten over allerlei klei
nheden, over het weêr, over haar broers,
alles, behalve o\er hetgeen haar beider
Dit bericht wordt evenwel door Reuter met
klem tegengesproken. Het bericht van de
„Petit Parisien" wordt in het Reuter-bericht
niet alleen voorbarig, maar ook ge-
v a a r 1 ij k genoemd. Geen van beide maat
regelen wordt overwogen, laat staan be
sproken.
Een bericht uit Parijs da. 3 Febr. meldt:
De Raad der ambassadeurs heeft den tekst
goedgekeurd van de nota, die aan Von Lers
ner zal worden gezonden naar aanleiding
van de uitlevering der schuldigen. Daarna
nam de Raad kennis van de concept-nota, die
aan Nederland zal worden gericht als ant
woord op zijn laatste mededeeling inzake de
uitlevering van den ex-keizer. Alvorens de
nota aan Nederland zal worden overhandigd,
zal zij worden onderworpen aan de goedkeu
ring van de hoofden der regeeringen.
De Raad zal Vrijdag weder vergaderen.
De uitlevering van den troonprins.
De uitleveringslijst van de geallieerden
bevat o. a. de namen van den kroonprins,
waarvan de uitlevering door Duitschland van
Nederland zal moeten worden geëischt, prins
Eitel Friedrich, Hindenburg en Ludèndorff.
Men verwacht te Parijs groot verzet van
de zijde der Duitsche regeering en de confe
rentie der ambassaeteurs zal er dus waar
schijnlijk toe moeten komen de gevolgen
eener weigering onder de oogen te zien. Niet
temin blijft men vastbesloten de volledige
uitvoering van het verdrag op dit punt en
andere punten te eischen.
Vragen van Kamerleden.
De heer Juten heeft den minister van fi
nanciën de volgende vragen gesteld:
Is het uwe excellentie bekend, dat nu reeds
verschillende Nederlanders, bezitters van
groote vermogens, althans genietende groote
inkomsten, ons land verlaten en zich in het
buitenland, met name in België, metterwoon
vestigen, om onzen belastingdruk te ontgaan?
Is uwe excellentie niet van oordeel, dat al
lerspoedigst maatregelen moeten worden ge
nomen om dit wegvloeien van belastbare ver
mogens en inkomens uit het land te beletten;
en zoo daaraan onoverkomelijke bezwaren
verbonden zijn, de vermogens dezer personen
door buitengewone heffingen te treffen, ook
bij verkoop hunner eigendommen aan
derden?
De dreigende staking der havenarbeiders.
Uit Rotterdam wordt gemeld, dat de hoofd
besturen van de Federatie en den Centralen
Bond besloten hebben, Donderdagavond of
Vrijdagmorgen een ultimatum te verzenden
aan de werkgevers. De confessioneele orga
nisaties zijn uitgenoodigd voor dien tjjd hun
houding te bepalen.
Door den voorzitter van den Loonraad in
de Vervoerbedrijven, den heer Paul Nijgh,
is 3 Februari aan het dagelijksch bestuur
van het N. V. V. het volgende schrijven
verzonden:
In uw oproep tot de arbeiders om finan-
cieelen steun, ten behoeve eener staking in
de transportbedrijven, voorkomende int „Het
Volk" van 28 Januari j.1., komen de volgen
de zinsneden voor:
„Zoo staat het echter niet. Gemiddeld
„werkt de losse arbeider 41/» dag per week
„en wat de organisaties derhalve eischen,
„komt neer op een weekloon van 36 per
„week, terwijl het Nijghsche idealisme hen
31.50 per week wil toekennen."
en
„Om voor zwaren arbeid 36 inkomen, te
„krijgen, moet derhalve nog worden ge
staakt tegen een idealistisch-doende werk-
„geversgroep".
geest vervulde. Nahnya onderbrak haar niet.
Eindelijk kon Kitty zich niet langer inhou
den, tegenover den rustigen, vriendelijken
glimlach van haar vriendin; zij snelde op
haar toe en verborg haar gloeiend gezichtje
aan den schouder van het donkere meisje.
„Oh, Anniel 't Is zoo vreemd! Ik kan het
niet vertellen! Je moet hem maar zien de
rest zul je dan wel raden! Ik ben mijzelf niet
meer! Het is zoo plotseling gekomen. Nooit
had ik kunnen denken, dat het zóó zou zijn!
Oh, Anniel hjj is zoo sterk, zoo goed, zoo ge
heimzinnig, zoo knap en zoo gevaarlijk! Ik
ben bang voor hem. Ik voel me ongelukkig
wanneer hij maar een oogenblik van mij
weg is."
Nahnya k.eek haar ernstig aan. „Heeft hij
iets gezegd?" fluisterde zij.
„Nog niet."
„Maar lieve Kitty!" mompelde Nahnya.
„Wees dan toch voorzichtig! Mannen
„Hij is eerlijk en waar!" riep Kitty veront
waardigd. „Dat kan ik aan zijn oogen zien!"
,;Weet je dan, wie hij is?" vroeg Nahnya
gespannen. „Waar komt hij vandaan? Ken je
zijn heele geschiedenis?"
„Neen," gaf Kitty, even aarzelend, toe.
„Maar hij is braaf en oprecht!" riep zij toen
weer heftig uit. „Mijn gevoel zegt het me.
Hjj is zoo lief voor me. Hij inaakt me het hof.
Oh, Annie!" ging zij met bevende stem voort,
„de laatste dagen heb ik als in een droom ge
leefd! Voortdurend plaagt hij me, en ik vind
het zoo heerlijk, want ik weet, dat hij zoo
goed is. Altijd lachen we, en hebben we pret;
de uren vliegen om als minuten!"
Toen zij eenmaal het begin gevonden had,
was Kitty's woordenstroom niet meer te stui
ten, zij wilde nu de behoefte om haar hart uit
te storten, geheel bevredigen. Nahnya hield
Ofschoon het üw bestuur bekend is, al
thans behoorde te zijn, dat het weekinko-
m e n van den havenarbeider is samenge
steld uit taakloon, stukloon en eventueel
wachtgeld, doet gij het voorkomen alsof het
door de werkgevers aangeboden standaard-
loon van 7 de eenige grondslag vormt van
het inkortten en dat dus bij een beweerde
arbeidsfrekwentie van 4'/i dag, het aange
boden gemiddelde weekloon 31.50 zou be
dragen voor de losse havenarbeiders.
Gij zegt voorts, dat wat de organisaties
dus eischen, feitelijk neerkomt op 47a maal'
8 of op een weekloon van 36.
Ik zal mij er op dit oogenblik, waar zoo
groote belangen op het spel staan, van ont
houden een kwalificatie te geven van een
dergelijke voorstelling van zaken. De vol
gende feitelijke mededeelingen spreken
voor zichzelf.
Amsterdam.
Verdiend weekloon
Aantal vaste arbeiders 2575, ƒ33.en hooger
Losse arbeiders (H.A.R.) 2140, 85.gemiddeld
Oct., Nov., Dec.
17 Jan. (2 feestdagen) 2076, 31.
8-14 2070, 36.—
Rotterdam.
Aantal vaste arbeiders 3200, 33.en hooger
Losse arbeiders (H.A.R.) 6371, „29.gemiddeld
17 Jan. (2 feestdagen)
Daar de centrale betaling te Rotterdam
eerst begin Januari werd ingevoerd, zijn mij
heden de gegevens voor-de week van 8 op
14 Januari nog niet volledig bekend, doch
kan het gemiddelde overeenkomstig de voor
afgaande week te Amsterdam en Rotterdam
niet minder dan 34 bedragen. Het gemid
delde weekinkomen bedraagt dus thans reeds
voor de losse arbeiders, op den grondslag
van het tegenwoordig etandaardloon van
6.50: voor Amsterdam 36; voor Rotter
dam 34.
Indien het aanbod der werkgevers per
1 Januari j.1. ware aanvaard, dan zouden
deze cijfers (met 1/13 verhoogd) hebben be
dragen: voor Amsterdam 38.75; voor Rot
terdam 36.60; een en ander ongeacht het
uitgestelde loon (ouderdomspensioen) ter
waarde van f 2 k f 2.50 per man per week
en de in mijn schrijven van 17 Januari aan
de organisaties in uitzicht gestelde nadere
herziening der wachtgeldregeling, tenge
volge waarvan het gemiddelde weekinkomen
te Rotterdam nog iets hooger zou worden.
Van de juistheid van bovengenoemde ge
gevens kunnen de organisaties die, wat Rot
terdam betreft, zelf aan de volmaking van
het instituut der H. A. R. hebben medege
werkt, zich ter plaatse overtuigen.
Waarom er dus afgezien van eventueele
politieke redenen zou moeten worden ge
staakt, is mij, reeds alleen op grond van uw
eigen, bovenstaande mededeeling, die onge
veer gelijkluidend door E. B(ouwman) in
Ingezonden mededeeling.
haar dicht tegen zich aangedrukt, en luister
de, het donkere hoofdje op de borst neerge
zonken.
Toen Kitty eindelijk haar gelaat weer op
hief, trof haar de ernstig-peinzende blik,
waarmee Nahnya haar aanzag. Nooit had
Kitty zoo'n innig-vriendelijke, maar tegelijk
zoo diep-droevige oogen gezien. Hun blik
scheen peilloos als de zee.
„Annie," zeide zij dringend, „wat is er?
Ben je niet blij voor me?"
Krampachtig drukte Nahnya het meisje
tegen zich aan.
„Zeker ben ik er blij om," zeide Nahnya,
zich beheerschend. „Ik houd van je. Dus ik
ben blij dat je gelukkig bent!"
„Maar je keek niet blij," merkte Kitty op.
„Och, dat was dwaas van me," zeide Nah
nya. „Het was maar ik denk aan mijzelf.
Ik ben jong. Ik wilde ook gelukkig zijn!"
„Dat zul je zeker worden!" riep Kitty uit.
Nahnya glimlachte met dezelfde uit
drukking nog in haar oogen. „Geluk zal
nooit, nooit tot mij komen," mompelde zij.
„Waarom niet?" wilde Kitty weten.
Nahnya lachte haar eigen somberen blik
weg, „Dwaasheid van me," riep zij uit. „Het
lijkt wel, ik ben jaloersch! Vertel me nog
meer! Hoe is hij hier zoo gekomen?"
Gelijk elk verliefd meisje was Kitty in haar
geluk een beetje egoïstisch. Zij liet zich door
Nahnya's lach gemakkelijk gerust stellen.
„Hij reisde heel alleen de rivier af," ging zy
voort, blij te kunnen vertellen; „hij verloor
zijn boot en alles wat hij bezat, in de Stanley-
watervallen, hij werd uit zijn kano geslin
gerd, en ontwrichtte zijn schouder. De pijn
veroorzaakte hem ijlkoortsen. Dagenlang
heeft hij in de bosschen rondgezworven. De
Voorzienigheid leidde zijn schreden naar ons,
„de Arbeid" van Zaterdag wordt gedaan, een
raadsel.
De Centrale Bond van Transportarbeiders
verspreidde Woensdag een manifest onder
zijn leden, waarin o.a. werd gezegd:
Van alle organisaties bij elkaar zijn uitge
bracht 11.421 stemmen, waarvan totaal 7995
vóór en 3374 tegen staking, de rest blanco en
van onwaarde.
Met deze cijfers voor zich heeft het bestuur
van den Centralen Bond zich Maandag ern
stig beraden over hef standpunt, dat thans
moet worden ingenomen. Eenstemmig was
evenwol de leiding van den Bond van oordeel,
dat de uitspraak der gezamenlijke havenar
beiders en zeelieden geen andere beteekenis
hebben kan dan dat de overgroote meerder
heid door middel van staking wil trachten de
gestelde looneischen door te voeren.
In de combinatievergadering der hoofdbe
sturen was de uitslag reeds Zaterdag bespro
ken. De R.-K. en Chr. organisaties, wier le
den in meerderheid tegenstemden, is thans
verzocht zich voor Donderdag a.s. definitief
uit te spreken. Tusschen het bestuur der Ned.
Federatie en den Centralen Bond is vastge
steld, dat uiterlijk Vrijdagmorgen het ulti
matum aan de werkgevers verzonden zal
worden. De datum, waarop de staking naar
het oordeel der besturen, geproclameerd
moet worden, zal nader per manifest worden
medegedeeld.
„Kameraden! Wij gaan een zeer ernstigen
en zwaren strijd tegemoet. De mededeeling
der werkgevers, dat zij een dagloon van 8
voor havenarbeiders en 180 maandgage
voor een matroos-stoker wel kunnen, doch
niet willen betalen, noopt ons tot deze wor
steling.
„Voor het welslagen hangt veel, zeer veel
af van uw gesloten optreden. Kalm, met de
handen in de zakken, zonder onnoodige rel
letjes en zonder schadelijke uitbreiding van
het conflict, moet dit stuk strijd door u ge
voerd worden."
Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel.
Maandag hebben de verschillende organi
saties van ambtenaren en personeel te Am
sterdam vergaderd naar aanleiding van de
nieuwe salarisregeling.
Besloten werd alle mogelijke geoorloofde
middelen aan te wenden, om de autoriteiten
en het publiek te overtuigen van de achter
stelling van het P. T. T.-personeel bij dat
van andere takken van dienst, waarvan op
deze vergadering voorbeelden werden aan
gehaald. Met algemeene instemming werd
het comité van uitvoering opdracht gegeven
de meest krachtige maatregelen te treffen,
ten einde tot een meer bevredigende rege
ling der salarissen van de ambtenaren by
het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie
en Telefonie te geraken.
Massa-ontslag.
Aan de oliefabrieken „Calvé" te Delft zijn
Zaterdag 126 man personeel ontslagen, de
volgende week zullen er nog 250 volgen.
De reden van dit massa-ontslag is gelegen
in de lage valuta, waardoor de afzet naar
Oostenrijk en Duitschland bijna geheel stop
staat. Voor dezelfde kwantum plantenvet be
taalden de Oostenrijkers voor den oorlog
200.000, thans 15 miilioen. Ziedaar de onmo
gelijkheid van afzet.
Gestrand.
De Scheveningsche vischlogger Soh. 352,
Jaooba, is Zondagmiddag te Scheveningen
op een havenmuur in de buitenhaven gesla
gen en dadelijk gezonken, zoo meldt de
„Avondpost".
De ijzeren logger wilde zeilende de haven
binnenkomen, met zuidewind. Er stond een
vry hooge zee. Tengevolge van den slechten
zegt vader. H}j viel languit over den drempel,
terwijl ik hier aan het werk was. Nooit van
mijn leven ben ik zoo geschrokken 1"
Nahnya was er in geslaagd, haar eigen
droevige gedachten te verdringen. „Je hebt
me nog niet verteld, hoe. hij er uit ziet," zeide
zij met warme belangstelling.
„Hij zal zoo dadelijk hier zijn," zeide Kitty
blozend. „Dan kun je het zelf zien."
Zij sprong op, vloog naar de deur, en keek
het pad af. Hij was nog niet te zien. Toen zij
terugkwam, vroeg Nahnya: „Hoe heet hij?"
„Ralph Cowdray," zeide Kitty bedeesd.
Het was doodstil in het blokhuis. Het
beekje buiten scheen plotseling aan te zwel
len. Kitty had toen zij den naam juitsprak
verlegen het hoofd afgewend; zij kon dus niet
zien, welke uitwerking hij op Nahnya zou
hebben. Kitty wachtte, dat Nahnya iets zeg
gen zou. De stilte in het vertrek werd druk
kend als lood.
„Vind "je het geen aardige naam?" vroeg
Kitty aarzelend.
Er kwam geen antwoord. Kitty sloeg ver
rast de oogen naar haar vriendin op. Nahnya
zat roerloos-stil in den stoel,' de handen in
den schoot. Alleen was haar hoofd voorover
op haar borst gezonken. De snelle blik, dien
Kitty van terzijde op haar wierp, deed haar
op haar vriendin toesnellen en den arm om
haar heenslaan; met de vrije hand hief zij
het hoofd op, teneinde haar in het gelaat te
kunnen zien. Nahnya hield haar oogen stijf
gesloten, maar de schrikwekkende, grijze
bleekheid, die haar wangen overtoog, ver
mocht zij niet te verbergen.
(Wordt vervolgd).