NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Herman Nypels, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gld. De nieuwste modellen. De mooiste sorteering. Helder. No. 5249 DINSDAG 25 MEI 1920 48e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag* REDACTEUR-UITGEVERC. DE BOER Jr., HELDER bureau: Koningstraat 2Q - Interc. Telefoon 50 Met een nierkwaal moogrt zij nieta wnam. (Wordt vervolgd). COURANT ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING: 7ISI?' 3 mnd' frt«;<frM1CO per poit f '-60- Buitenland f 2.40 Zondagsbed o.57>/,0.65. 1.05 Modeblad 0.95!.o5. »n 130 Losae nummer» der Courant 4 ct. Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N. 20 ct. p. regel (gal)ard). Ingez- mededeellngen (kolombr als redact, tekst) 60 ct. Kleine advert. (gevr.. te koop, te huur) v. 1 tot 4 regel» 50 ct., elke regel meer 10 ct. bi] vooruitb ladre»Bur. v. d. bl. en met br onder nr. 10 ct. p. advert. extra). Bew -exempl. 31ct. Adv. op bep. aangew pl. worden 25 hooger berekend. BINNENLAND. De vllegdlenst op Engeland. Niettegenstaande het zeer ongunstige weer In het begin der vorige week, heeft de dienst der. Kon. Luchtvaart Mij. voor Neder land en Koloniën Amsterdam-Londen, tot dusver een .gunstig resultaat gehad. De vliegtuigen kwaimen op tijd aan en vertrok ken precies op de vooraf aangekondigde uren. Er werden zestien betalende passa giers en vijf en tachtig paketten vervoerd. De aanvragen bij de firma Hooijman en Schuurman voor passagebiljetten was zeèr groot, zoodat verscheidene personen in de afgeloopen week teleurgesteld moesten wor den. In verband hiermede zullen de volgen de week, wanneer tijdig passage wordt aan gevraagd, extra machines in dienst worden gesteld. Congres S. D. A. P. Gedurende beide Pinksterdagen werd te Haarlem het 24e Congres der 8. D. A. P. ge houden. Tot partijsecretaris werd gekozen de heer Van Werkhoven te Arnhem, Inplaats van den heer Matthijsen, die hiervoor had bedankt wegens het aanvaarden van een andere functie. Tot hoofdredacteuren van „Het Volk" wer den benoemd de hoeren Troelstra en An kersmit. De door het bestuur voorgestelde resolutie omtrent de Internationale werd met alge meen© stemmen goedgekeurd. De behandeling van het Socialisatie-rap- port was gisteren niet ten einde gekomen. De besprekingen werden heden voortgezet Afbouw der kruisers „Java en „Sumatra". Aan de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag nopens het wetsontwerp tot verhooging en wijziging van de wet tot voorloopige vaststelling van het Vide Hoofd stuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1920 (Departement van Marine) wordt het volgende ontleend: De Minister van Marine ad interim voldoet gaarne aan den in het Voorloopig Verslag van verschillende zijden ge.uiten wensch om de inzichten der Regeering ten aanzien van de voor de marine te volgen politiek te mogen vernemen. Geheel instemmende met de in dat verslag neergeschreven meening, dat ontwapening op dit oogenblik, dus onder de thans heerschende omstandigheden praematuur zou zijn, is de Regeering, hoezeer ook in het algemeen tegen oorlog gekant, van oordeel, dat de veiligheid van den Staat eischt, dat wy ons naar de mate van onze krachten en van onze middelen voorbereiden, om ons tegen een, die veiligheid bedreigende, handeling te kunnen verweren. Dit op den voorgrond plaatsende heeft de Regeering voor de samenstelling der vloot de volgende richtlijnen opgesteld, richtlijnen, waarmede de Minister zich heeft vereenigd, en waaromtrent het geheele kabinet dus een stemmig denkt. De Regeering acht voor de handhaving van de souvereiniteit, in en buiten Europa, een Staatsmarine onontbeerlijk; een verdeeling der Koninklijke Marine in een Nederlandsche en een koloniale marine zon zij in strijd achten met de bestaande staatkundige verhoudingen tnsschen Nederland en zijn koloniën. Zulks sluit niet uit, dat met kracht zal worden voortgegaan op den reeds ten aanzien van de inlandsche vrijwilligers met goeden uitslag gevolgden weg om voor de bemanning van het voor Nederlandsch-Indië bestemde deel der vloot, ook voor wat betreft officieren en onderofficieren, zoover mogelijk gebruik te maken van in dat gebiedsdeel beschikbare Enropeesche en inheemsche krachten, opdat in Nederland niet langer een aanzienlijk grootere sterkte aan personeel zal moeten worden onderhouden, dan voor de vloot hier te lande gevorderd wordt. feuilleton. door JESSIE DOUGLAS KERRUISH, voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO. 81) „De Khaoouma zijn hierheen gno men om te upionneeren, mijn zoon, an woordde zij. „Raithia Khanoum, Let zal de vraag zijn of uw vader morgen te Kochma dan wel te Bitfa zal zijn; mijn kleinzoons zul ten u eerst naar Bitfa brengen; mocht het daar blijken, dat gij naar Kochma..moet, dan hebt ge nog maar twee uur te rijden. Den weg dien zullen wij u morgen wyzen, ïn- shallah!" ,,m Dit was dus afgesproken, en we babbelde door, tot het reeds laat in den nacht was, en Evelyn begon te knikkebollen onder het er- tellen van haar liefste verhaal. „Onze gasten zijn moe," zeide de Khanoum Effen'. Zij liet de anderen verschillende din- gen halen voor ons oomfort, en geleidde ons oaar onze kamer. Het was hetzelfde vertrek als waarin wi vroeger ona verkleed hadden. „Dit is myn kamer, wanneer wij geen Europeesche dames te gast hebben," zeide zij, met iets uitdagends j11 haar toon. „Tot nu toe hebt ge me steeds kunnen hooren, en je wist dus, dat er geen gelegenheid was om jullie te verraden. Maar Jn je hart heb je gezegd: „Ik zal pas bang Worden, wanneer de Khanoum Effen' uit mijn Zoolang zulks vereischt wordt zullen, be halve Nederlandsche vrijwilligers, voor de vloot in Indië ook bestemd kunnen worden Nederlandsche zeemiliciens, die zich onder bij zondere voorwaarden voor den dienst in de koloniën beschikbaar stellen. In de behoefte aan personeel voor de be manning van het voor de verdediging van Nederland 'bestemde vloot zal op de gebruike lijke wijze voorzien kunnen worden, met dien verstande, dat een zoo ruim mogelijk gebruik van «eemiliciens zal zijn te maken. De Regeering stelt zich op het standpunt, dat de verdediging te water, zoowel in het moederland als in de koloniën, zal moeten geschieden met z,g. klein materieel, omdat het bonwen, het op de hoogte van den tyd hon den en bemannen van een vloot van groot materieel onze krachten in elk opzicht verre te boven zou gaan. In het moederland, waar de verdediging te water een onderdeel vormt der kustverdedi ging aan offensief optreden buitengaats in den eigenlijken zin van het woord wordt daar niet gedacht kan diensvolgens in hoofd zaak volstaan worden met mijnenleggers, on derzeebooten, bewakingsvaartuigen en vlieg tuigen. In de koloniën, een groot eilandenrijk met een uitgebreid watergebied, kan een kustver dediging, als in het moederland beoogd, niet tot het doel voeren. Daar komt het, naast verkenning van den vijand er op aan, zijn doordringen in den Archipel zoolang moge lijk te vertragen, hem te beletten met een ge ringe macht zijn heerschappij in de Indische wateren te vestigen, zjjn transportvloot naar vermogen verliezen toe- te brengen en zijn verbindingen te bedreigen. Hiertoe zjjn, naast onderzeebooten, mijnenleggers en vliegtuigen, ook jagers en enkele snelle lichte kruisers noodig, omdat aangezien hier met het oog op het te bereiken doel, terrein van actie ver van elke knstversterking ligt en op steun van die zijde dus niet gerekend kan worden, de onderzeewapenen den steun boven water der laatstgenoemde oorlogsschepen niet ontberen kunnen, wil men geen gevaar loopen, dat de werkzaamheden der eerstbedoelde door vy andelijk materiaal van zeer geringe strydwaar- de ernstig belemmerd, dan wel onmogelijk ge maakt wordt. Voorts moet getracht worden de in de In dische wateren steeds aanwezige koopvaardij vloot, alsmede zooveel mogelyk ook de gou vernementsmarine aan de verkenning dienst baar te maken, terwijl daartoe ook een goed werkende kustwacht zal moeten worden in gesteld. Een interdepartementale commissie, waarin de departementen van Marine, van Koloniën, van Oorlog en van Financiën vertegenwoordigd zyn, wordt werkzaam gesteld om voor de eerstvolgende jaren een plan op te maken van het materieel, dat nog voor aanbouw in aan merking zal moeten komen, om, met hetgeen reeds voorhanden en in aanbouw is, te ge raken tot de vorming van een logisch samen stel. Hierby zal rekening gehouden moeten worden met de tijdsomstandigheden en zullen de uitgaven tot het hoog noodige moeten worden beperkt, zonder nochtans, wat Indië betreft, de noodzakelijkheid der spoedige tot stand koming eener belangrijke versterking der maritieme weermacht uit het oog te ver liezen. Ook zal overwogen moeten worden de verdeeling der kosten over de Staatsbegrooting en over de Indische begrooting aan de hand van eene in de laatste jaren aangelegde maatstaf, terwjjl deze commissie voorts voor stellen zal moeten doen omtrent de personeel- voorziening. Door zich alzoo, ten aanzien van hetgeen voor de reconstructie der vloot gedaan zal worden, te bepalen tot betgeen in de naaste toekomst bereikbaar is, gelooft de Minister, dat een meer vruchtdragende arbeid verricht zal worden, dan door het maken van meer weldsche plannen, waarvan de uitvoering geruimen tyd zou vorderen en waarby dus geen rekening wordt gehouden met in dien tyd wellicht geheel gewijzigde omstandigheden Daar, zooals uit het vorenstaande gebleken Ingezonden mededeellng. gezicht is." Neen, spreek maar niet tegen. Je zoudt den geheelen nacht blijven opzitten, uit vrees dat ik verraad had gepleegd, en je zuster gevaar zou loopen. En om dat te voor komen zal ik vannacht hier blijven." Ik maakte een beweging van protest „Ik zal u dien eenen nacht geen overlast aan doen," voegde zij er aan toe. „We zouden het prettig vinden, wanneer u ons gezelschap bleef houden," antwoord de ik. „Ge kunt uw rustbed voor de gang plaat sen, zoodat ik het vertrek niet kan verlaten, zonder dat gij wakker wordt" vervolgde zij. „Ik denk er niet aan, zooiets te doen." „Je bent dus banger voor een beetje tocht dan voor een eventueel verraad?" lachte zij. „Mij-n zuster heeft vertrouwen in u," kwam Evelyn me te hulp. „Zij vreest geen verraad van uw zijde, maar acht het geraden tegen over iedereen min of meer achterdochtig te zijn. Zij is een geboren politieman." „Een politieman, my dear?" Khanoum Effen' zag ons vragend aan. Iemand die Engelsch sprak en niet wist wat dat woord beteekende! „Een Europeesche Sowar," verklaarde ik. „Ze lijken net zooveel op Sowars, als ha remvrouwen op engelen," zeide Evelyn met Engelsche aanmatiging. „Ik ben blij, dat ge bij ons blijft, Effen'." Zoo sloeg onze gastvrouw haar nachtkwar tier op aan de eene zijde van het groote ver trek, en wij aan de andere, en ik slaakte een zuoht van verlichting, toen ik eindelijk onder de dekens lag, en wat rust durfde nemen. Ik heb een zeer scherp gehoor, en de minste be weging, die zij mocht maken, zou mij doen ontwaken. Nog wat getrappel van paarden, wat ge- is voor de verdediging van Nederlandsch- Indië de beschikking over enkele kruisers noodig geacht wordt, blijft de regeering op afbouw der kruisers „Java" en „Sumatra'' zeer bepaaldelijk aandringenzjj het ook dat wanneer men geheel vry stond, men met het oog op totale bouwkosten en bemanning, aan een kleiner type van dit schip de voorkeur zou geven. Maar bovendien wordt de afbouw nog om andere reden zeer in het belang der marine geacht. De onzekerheid, die gewekt is, door dien het personeel na het einde van den oorlogs toestand niet wist, wat het lot der Koninklijke Marine zou worden, heeft zeer ongunstig op het verloop onder het personeel gewerkt, zoodat dit hoogst ongewenschte afmetingen heeft aan genomen. Voor alles is daarom thans noodig, dat men weder eet stelsel voor zich ziet waarvan men weet, dat de verwezenlijking met ernst wordt nagestreefd. Waar uit het voorafgaande gebleken zal zjjn, dat aftakeling noch liquidatie onzer vloot in de bedoeling der Regeering ligt, doch dat er uitsluitend naar gestreefd zal worden tot een samenstelling daarvan te geraken, die eenerzyds met onze behoeften, maar anderzijds met onze middelen rekening houdt, verwaeht de Regeering dat, bij instemming met haar voornemens, het vertrouwen va* het personeel der vloot op het voortbestaan onzer zeemacht hersteld zal worden en dit personeel verzekerd zal zyn, dat het ook in de toekomst op onze oorlogsbodems een eervollen en nuttigen werk kring zal vinden. Daar de Regeering, alvorens eenige bindende bespreking met betrekking tot de oplossing der crisis aan marine te voeren, wenschte, dat omtrent den afbouw der kruisers door de Tweede Kamer zou zyn beslist, moest de ver dediging van het daartoe betrekkelijk ontwerp van wet noodzakelijk door den Minister a.i. van IJshelsteyn geschieden. De meening der enkele leden, die hierin een niet oprechte bejegening der Tweede Kamer en mitsdien der Staten-Generaal zagen, berust dus niet op goede gronden. Omtrent de mogelijkheid van verkoop van de rompen der beide kruisers, d.w. z. om de mogelijkheid deze voor handelsdoeleinden om te bouwen, heeft de Minister de meening gevraagd van den hoogleeraar aan de Tech nische Hoogesehool H. Cop en den heer H. N. Prins, ingenieur bjj de maatschappij „Ne derland". Het door deze heeren ingediend rapport is als bijlage aan deze Memorie toe gevoegd. Bovendien doet de Minister als bijlage vol gen de conclusie, waartoe ten aanzien van het onderwerpeljjke vraagstuk de marine- deskundigen gekomen zyn, aan wier onbe vangenheid bjj het uitbrengen van het der zake dienende advies hy geen enkele reden heeft te twijfelen al zou daar een verschil van meening met andere deskundigen vol strekt niet uitgesloten behoeven te zjjn. De exploitatiekosten van een nog niet in dienst gesteld schip van een geheel nienw type kunnen uit den aard der zaak niet met eenige juistheid aangegeven worden. Zjj wor den bij zeer ruwe schatting gedacht in ge wone tjjden per jaar te kunnen bedragen f 1.800.000. In dit bedrag zouden dan be grepen zyn: kosten van dokken en herstel ling van romp en machines, kosten van ver- strekking van inventaris-goederen en herstel ling daarvan, brandstoffen en smeermiddelen, tractementen en soldijen, kosten van voeding, alsmede bjj oefeningen verschoten minutie. De Regeering erkent ten volle de groote waarde, welke verbonden is aan het vertoo- nen van onze handelsvlag in verre gewesten aan boord van talrijke steeds beter toege ruste handelsstoomers en den rechtstreeks gunstigen invloed, die daardoor op onze han delsbetrekkingen zal worden uitgeoefend, maar zjj mag toch niet voorbijzien, dat daar nevens groot nut verwaeht mag worden van het vertoonen onzer vlag door zjj het ook enkele en slechts kleinere oorlogsschepen, omdat daaruit zal bljjken den duidelijk uit gesproken wil om, zoo noodig, onze handels belangen naar de mate onzer krachten te beschermen. Het is zeer zeker van beteekenis om voor dit vlagvertoon een oorlogsschip te bezigen, dat in zjjn soort een goed figuur maakt. De beide kruisers „Java" en Sumatra" zullen als zoodanig en als voortbrengselen van den na- tionalen scheepsbouw zich zeer goed voor die taak eigenen. De aanwezigheid van een Nederlandsch oorlogsschip in den vreemde doet de rap porten onzer diplomatieke vertegenwoordigers hebben dat steeds bewezen het aanzien van de ter plaatse Nederlanders stijgen, ver sterkt de positie der consulaire en diploma tieke vertegenwoordigers, alsmede van de ver tegenwoordigers van den Nederlandschen han del en bevordert mitsdien ook de handels belangen. Dat In bijzondere gevallen vlagvertoon tot bescherming onzer landgenooten in den vreem de heeft gediend, is voldoende naar voren gekomen tijdens de onlusten in Mexico en door het aandeel, dat Hr. Ms. „Kortenaer" daar in de bovenomschreven taak heeft gehad. Ook de gunstige invloed van vlagvertoon in tjjden van spanning is tweemaal bewezen by'v. in 1893 tjjdens de Braziliaansche troe beien, in 1909 tjjdens de moeilijkheden in Venezuela. Hoewel den Minister daaromtrent nog geen offlcieele gegevens ten dienst staan, blijkt uit de verschillende persberichten reeds met hoe veel geestdrift het thans op zjjn vlagvertoon reis zjjnde Nederlandsche eskader officieel in Japan wordt ontvangen en welke waarde de Japansche pers reeds aan dat bezoek toekent, terwjjl het bjj de beide Kamers der Staten- Generaal ingekomen telegram van de Neder landsche kolonie in Shanghai duidelijk weer geeft hoe dit bezoek door de aldaar geves tigde landgenooten wordt gewaardeerd. De indiensttreding der beide kruisers kan eerst over een drietal jaren tegemoet worden gezien. Daar het Instituut der matrozen K.D. niet aan de verwachting heeft beantwoord, zal de werving van vrijwilligers dienen te geschieden onder het openen van vooruitzichten om tot onderofficier bevorderd te kunnen worden voor hen, die daarvoor in alle opzichten geschikt worden geacht. In verband hiermede zullen zjj die zulks verzoeken en aan nader te bepalen elschen voldoen tot reëngagement kunnen worden toegelaten. Ten einde verzekerd te zjjn, dat steeds over een voldoend aantal onderofficieren zal worden beschikt, ligt het in de bedoeling om het instituut leerling-onderofficier te behouden. Motor- en Rljwlelwet. Van bevoegde zijde wordt er onze aan dacht op gevestigd, dat de vertraging van de behandeling van het steeds toenemend aantal aanvragen om rij- en nummer bewij zen voor bet berijden en hebben van motor voertuigen, voor een groot gedeelte te wij ten is aan de omstandigheid, dat de aan vragers niet terstond bij hunne aanvragen aan de betrokken autoriteit de vereisante gegevens verstrekken. Ci verband hiermede wordt het publiek in zijn eigen belang er op gewezen, dat bij eene aanvrage om een r ij b e w ij s voor het berijden van motorrijtuigen in het algemeen of voor motorrijwielen moet worden overge legd een officieel uittreksel uit het geboor teregister of eenig ander bewijsstuk, waarin de voornamen en naaim, alsmede jaar en datum van geboorte van den aanvrager Ter- meld zijn. Bij eene aanvrage voor een n u immer- bewijs behoeven slechts de naam en voor namen van den aanvrager opgegeven te worden, evenwel onder nadrukkelijke mede- deeling, dat hij eigenaar of houder ls van een motor-rijtuig (-rijwiel). In het algemeen zullen bij de aanvrage straatnaam en huisnummer vermeld moe ten worden, terwijl er ten slotte op gewe zen wordt, dat voor elk motorrijtuig (-rij wiel) slechts één nummerbewijs kan worden afgegeven. schuifel van voeten toen zonk de vesting weg in de stilte van enkele uren nachtelijken sluimer. Ik wist niet hoe lang wij reeds ge slapen hadden, maar zeker was de eerste helft van den nacht reeds voorbij, toou ik wakker schrikte door het geluid van sluipen de voetstappen. Ik was dadelijk op mijn hoede, maar bewoog mij niet, Evelyn lag naast mij in een diepen slaap en Semiramis knorde aan haar voeten in zijn droomen. In een nis verspreidde een lamp een zwak licht, en toen mijn oogen daaraan gewend waren, ontdekte ik weldra de oorzaak van het ge- druisch. De Khanoum Effen' was zacht het vertrek doorgeloopen, en knielde nu naast mij neer. Zij boog zich over mij heen. Ik sloot halverwege mijn oogen, zoodat zij in haar blindheid niet kon zien, dat ik wakker was. „Rathia Khanoum, zijt gij wakker?" vroeg zij duidelijk hoorbaar. Ik hield het voor 't beste, maar geen ant woord te geven. Ondanks de nachtelijke kilte, brak het zweet mij uit. Het was een valstrik; als zij mij werkelijk had willen wakker ma ken, zou ze mij aangeraakt hebben. Zij bleef stil naast mij liggen, geknield. Wat moest ik doen? Ik durfde mij niet te be wegen, om verschillende redenen, waarbij een van persoonlijken aard; waar het gapiak en snelheid van beweging betreft, heeft een vtouw op haar knieën een niet onbelanvriik voordeel boven iemand die op zijn rug ligt, onder den last van verscheidene dekens en een berenvel. Ten tweede was het zeer goed mogelijk, dat haar optreden slechts een on schuldige nieuwsgierigheid tot drijfveer had, in welk geval een nieuwe aanval mijnerzijds hoogst waarschijnlijk een eind zou maken aan haar geduld. Wat persoonlijke overwe ging betreft: bet denkbeeld, haar opnieuw zoo ruw aan te grijpen, stuitte mij tegen de borst. Dus bleef ik doodstil en hulpeloos liggen, terwijl zjj zich over mij heenboog. Ik zou niet met zekerheid kunnen zeggen, of ik een kus op mijn voorhoofd voelde, en een hand die zacht over mijn haar streek; de tastzin van een mensch, met een slecht gezicht, is zoo fijn, dat je zijn aanraking haast niet merkt maar opeens voelde ik, ik weet niet hoe, dat mijn wantrouwen, mijn achterdocht onge grond was; het scheen in mij te sterven, en de zenuwspanning in mij week voor een on verklaarbaar gevoel van vrede en rust. „Rathia Khanoum," fluisterde zij, „Rathia, ben je koud?" Ik gaf geen antwoord, eenvoudig omdat ik slaperig was, en onbevreesd. Zij boog zich weer terug, ik viel weer in een zachten slui mer, en het laatst was ik mij bewust, dat zjj nog geknield naast mij lag. Toen de vesting begon te ontwaken, en ook wij de oogen weer openden, was zij aan de andere zijde van het vertrek bezig haar toilet te voltooien door een weinig rouge op haar lippen te doen, als was zij pas opgestaan na het genot van een goede nachtrust. Ik vertel de haar niet, dat ik haar even te voren van mijn rustbed had hooren wegschuifelen; waarom zij er blijkbaar de voorkeur aan gaf den nacht op haar knieën door te brengen, waa een mysterie voor mij, waarin ik maar niet wilde beproeven dieper door te dringen. Natuurlijk kon ik niet nalaten mij in talrijke gissingen te verdiepen, terwijl ik toilet maakte. Somnambulisme dat verklaarde het gebeurde echter slechts ten deele; wel kon zij in haar slaap bezig geweest zijn, met iets dat vroeger gebeurd was, maar zij had mijn naam genoemd. Ik kon dus niet tot een SPORT. VoetbaL N. V. B. Kampioenschap van Nederland. Rotterdam: V. O. O.Be Qulck 11 Stand Kampioenscoimpetltie. doelp. gesp. gew. geL verL v. t pni V. O. C. 6 8 1 1 16<J 7 Be Qulck 4 8 1 1411 6 Go Ahead 2 1 2 10—13 6 M. V. V. 6 2 4 10—20 2 ingezonden mededeellng. Neem geen proeven. Als gij zenuwachtig, prikkelbaar, bleek, loom en bloedarm zijt gij onderhevig rijt aan duizeligheid en hartkloppingen gij van uw slaap beroofd wordt door urinestoor- nissen, zenuwpijnen en rugpijn, neem dan geen proeven. Er bestaat maar al te zeer re den om verstandig en onmiddellijk te han delen. Bovenstaande reeks verschijnselen toont nieraandoening aan, die als zjj verkeerd be handeld wordt of verergert door verwaarloo- zing of verkeerde gewoonten, mettertijd tot niergruls, blaasontsteking, rheumatiek, ischias, niersteen, nier-waterzucht en urine- zuurvergiftiging leidt Laat deze ernstige verschijnselen niet de bovenhand krijgen wijdt spoedig aandacht aan de nieren. Laat overwerking, te laat naar bed gaan, een verkeerd dieet of onnoodige prikkels na en neem Integendeel een een voudige, goed verzorgde leefwijze aan. Dit zal de in het lichaam gevormde vergiften verminderen, die de teere nierfilters over spannen hebben. Neem om de verzwakte nieren te herstel len een speciaal niergeneesmiddel Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn als zoodanig er kend. Z]j genezen niet alles, maar worden aanbevolen als succesvol geneesmiddel voor nier- en blaaskwalen. Foster's Pillen zijn uit sluitend voor dit soort ziekten zij werken niet op de maag, lever of ingewanden. Het gedeponeerde handelsmerk de man met zjjn handen in de lendenen komt voor op elke echte doos. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Den Helder verkrijgbaar bij A. ton Klooster, Keizerstraat M, 1.71 p. doos of 10.— per zes doozen. bevredigende oplossing komen ja, waar het mijn eigen gerustheid en het verdwijnen van al mijn wantrouwen betrof, stond ik zelfs voor een raadsel. Toen wij op de binnenplaats kwamen, von den wij daar de geheele weermacht van den stam verzameld, vijfhonderd goed uitgeruste krijgers. De Beg plaatste zich aan hun hoofd, en reed met zjjn mannen in noordelijke rich ting weg; Ali en Zald keken niet erg vroolijk, dat zij werden achtergelaten. Even later ver trokken wij onder hun geleide. „Wat een knappe vtouw moet de Khanoum Effen' in haar jeugd geweest zijnl" merkte ik op na het ontbijt, toen de Khanoum zelf met Evelyn stond te praten in gebroken Turksch, en zjj Lailah en mij niet hooren kon. „Zij was ongetwijfeld de schoonste bloem van haar stam." „Zij was maar een Koerdische uit de stad." „Uit de stad?" herhaalde ik. „Zeker, ze kwam uit Trebizonde." „Dan heeft de grootvader van uw mem ver moeten reizen voor het sluiten van zijn huwe lijk, niet?" ,,Y'Allah, neenl Zij wachtte op hem in de vesting, toen zjjn oogen haar voor het eerst aanschouwden. Het is maar een kleine ge schiedenis, en bij Ali (Allah zegene zijn baard!) zij was schoon als het Nimrod- gebergte in de manestralen. Het is twintig jaren geleden, Khanoum, en ik was nog maar jong, maar bij Allah en zijn profeet, ik her inner mij als den dag van gisteren, hoe schoon zij was, in dat eene uur tusschen haar komen en het vallen van het schot dat haar schond. Vrouwen van onzen stam, die ouder zyn dan ik, herinneren het zich nog beter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 1