NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
MISS IAI0EN AL RASJII
lUJ'Y.T.üMJ.U'r
Herman Nypels,
Eerste Blad.
MODELHOEDEN
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gld.
De nieuwste modellen.
De mooiste sorteering.
Helder.
MAISON DEKKER-SCHUIJT,
48e JAARGANG
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING-
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
De midzomer-warmte heeft in de Jongste
dagen plaats gemaakt voor gure herfst-tem-
peratuur, en de weerkundigen verzekeren,
dat 't nog wel een poosje koel zal blijven,
't Is stormachtig nu. En helaas in fi
guurlijken zin nog veel erger dan in de let
terlijke beteekenis van dat begrip.
FEUILLETON.
ingezonden mededeeling.
Ingezonden mededeeling.
ENGELSCHE- EN WEENER
CHAPELLERlE's.
COURAMT
Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1 40 franco per poat f 1.60. Buuenland f 2.40
Zondagsblad H ft 0.57 q «c
Modewad „0.95/;:f;g
Losse nummers der Courant 4 ct.
REDACTEUR-UITGEVERC. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIÊN.
20 ct p. regel (gal)ard). Ingez. mededeelingen (kolombr. als redact, tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop. te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct.. elke regel meer 10
ct. bi) vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br onder nr. 10 ct. p advert. extra).
Bew.-exempl. 3' ct.'Adv. op bep. aangew pl. worden 25 °'0 hooger berekend.
DE WEEK.
8 Juni.
De „zwarte stormbal" is geheschen en op
dit oogenblik kan niemand voorspellen, wan
neer de kalmte weêr zal intreden. Men was
er op voorbereid, dat het zg. anti-revolutie-
ontwerp hevige beroering zou wekken. De
parlementaire storm is spoediger uitgebar
sten dan men verwachtte, en de hevigheid
ervan was al-aanstonds grooter dan men
duchtte.
De afgeloopen weeft, heeft in de Tweede
Kamer der Staten-Genéraal een kabaal, een
herrie, een onverpoosde wisseling van hate
lijkheden, scheld- en schimpwoorden doen
aanschouwen, waarvan men in onze parle
mentaire geschiedenis tevergeefs een antece
dent zal zoeken. Oorzaak was weet men
het voorstel van den President, Dinsdag
1 Juni gedaan, om het anti-revolutie-ont-
werp op de agenda te plaatsen. Dit voorstel
deed al dadelijk mr. Troelstra van „overrom
peling" spreken. Doch de eerste rede van den
leider der sociaal-democratische fractie, was
tamelijk kalm van toon. Onder leiding van
den heer Duys werden de protesten tegen
mr. Fock's voorstel al-heftiger. Men begon
het wapen der obstructie, der belemmering
van den parlementairen arbeid door lint
wurm-redevoeringen over allerlei onbedui
dende dingen te hanteeren, men nood
zaakte den Voorzitter tot het doen houden
Van een eindelooze reeks hoofdelijke stem
mingen.... De gemoederen werden voort
durend meer geprikkeld. En de parlementaire
orkaan barstte eerst recht uit, toen mr. Van
Sasse van IJsselt voorstelde op Dinsdag 8
Juni het anti-revolutie-ontwerp in openbare
behandeling te nemen. Welk voorstel ten
slotte met 54 tegen 37 stemmen Rechts
tegen Links behalve natuurlijk de Voor
zitter werd aangenomen. De President
moest de meest krenkende taal verduren, wijl
hij had durven voorstellen het „worgont-
werp", zooals van communistische en soc.-
democratische zijde het anti-revolutie-ont-
werp wordt genoemd, op de agenda te plaat
sen. Billijk waren die verwijten stellig niet
De Voorzitter heeft, als zoodanig, geen
politieke kleur, is slaaf van het Reglement
van Orde. 't Was de plicht van den praeses,
en niets anders, om het ontwerp, waarover
Eindverslag is uitgebracht, op de agenda te
doen plaatsen. Ook de heer Duys had, ware
hij President van de Kamer, niet anders
kunnen en mogen doen. Een andere vraag is
zeer zeker, of het tactvol was, een voorstel
door te drijven om reeds op 8 Juni het anti-
revolutie-ontwerp in behandeling te nemen?...
Hoe 't zij een gansche week is vrijwel
verknoeid en wij vragen ons nu niet zonder
rechtmatige bezorgdheid af, wat de thans
aangebroken week zal brengen. Geruchten
over uitgebreide staking van demonstratief
karakter, die op Dinsdag 8 Juni zou uitbre
ken, duiken op. 't Gaat hard tegen hard, en
over de beweegredenen van hen, die de ob
structie in volle kracht willen volhouden, zal
Ik zwijgen. Die „balans" moet later opge
maakt. 't Slot van het liedje was, dat de Lager
Onderwijs-wet aan het eind der week niet
fton worden afgedaan. Zij blijft „zwemmen"
en men kan geen antwoord geven op de
vraag, wanneer de laatste hand aan de lex-
De Visser zal kunnen gelegd worden. Presi
dent Fock heeft gedreigd, dat hij desnoods
de Kamer tot September zal laten doorwer
ken, dus géén zomer-recès houden in 1920.
Wie het Parlement kent, zal toegeven, dat
zoo-iets onuitvoerbaar is. Optimisten verze-
door
JESSIE DOUGLAS KERRUISH,
voor Nederland bewerkt door
L. ALETRENQ.
o
88)
Ik gaf den strijd op, toen ik het benauwde
gezichtje van den Armenischen jongen zag
vertrekken tot een grijns van .onuitspreke
lijk pleizier, dat een dame en een Lffendi
van het waardige Frankenland zich overga
ven aan de genoegens van de worstelsport.
„Zoo is het goed," zeide de Amerikaan,
aanmatigend goedgestemd, nu de stryd voor-
bij was. „En nu zullen wij m^r wachten tot
de plaatselijke autoriteiten in ac*f k™L'
niet waar? Dan zal het zaakje wel met een
sisser afloopen. Merkt u wel, dat de gt
nu rustiger is geworden? Zy wachten
Hij leidde mij naar een kamer jan de be
nedenverdieping, en gaf den jongen be
de gang te blijven. De ramen gaven uitocM
op de poort. Het vertrek droeg de kenmerken
van een heerenkamer: papieren en pyp
tabakspotten en stokken; het vloerkleed mis
sohien iets minder vuil dan de stoelzittingen.
Tegen den muur hing een voorstelling \an
een Pas de Quatre, uitgevoerd door Taglioni,
Ellsler, Cerito en nog een andere dame, wier
naam door ouderdom en rook onleesbaar was,
alsmede een Levant-almanak, die met breed
heid van opvatting, de geboortedagen an
Christelijke zoowel als van Mohammecaan-
keren dan ook, dat 't zoo'n vaart niet zal loo-
pen. Maar voor 't moment zijn de vooruitzich
ten verre van vroolijkl
Et was één lichtpunt. De leider van de
katholieke fractie, dr. Nolens, heeft Vrijdag
J.1. in den laten middag gezegd, dat wanneer
net revolutie-ontwerp de bedoeling der Re
geering niet juist mocht weergeven, men zou
moeten zien, „wat ervan te maken valt". Had
men hierin te zien een poging tot toenade
ring, tot samenwerking?De allernaaste
toekomst moet dat leeren.
Van het weinige serieuze werk, in de jong
ste week verricht, stip ik aan, dat minister
Aalberse den heer 'Duys verzekerde, dat het
ontwerp tot herziening van de loonbedragen,
bedoeld in de Invaliditeits-wet, nagenoeg ge
reed is. De interpellatie over die vraag was
daarmee feitelijk beantwoord, maar in tijd
van obstructie heeft dat *- snapt men gee
nerlei waarde.
Voor de twee vacatures In de Algemeene
Rekenkamer zijn Dinsdag j.l. aan de Kroon,
als no. 1 van de nomiatie, aabevolen mr. Van
Vredenburch, oud-secretaris van den Pen
sioenraad, en de oud-minister Alting von
Geusau, die dus welhaast hun Rekenkamer
functie zullen aanvaarden. Een dertiental
leden brachten hun stem uit op minister De
Vries, welke grap natuurlijk de niet juist
zeer kiesche bedoeling had om dien bewinds
man een „zachten wenk" te geven, van de
groene tafel op te staan. Bij wat er nog van
het restant-Schoolwet door de Kamer is af
gedaan, werd goedgekeurd een amend.-Van
der Molen,-strekkend om gedeeltelijk subsi
die aan een tijdelijk kwijnende bijzondere
kweekschool mogelijk te maken.
En in de zitting van Donderdag legde mi
nister Van Karnebeek, terwijl de storm in
het Parlement even voor kalme atmosfeer
plaats maakte zijne uitvoerige verklaring
af inzake deWielinger kwestie. Beduidend en
verduidelijkend, dat België zich door allerlei
uitvluchten van de nieuwe overeenkomst met
Nederland wil afmaken, alsook dat afstand
van de Wielingen zou beteekenen: afstand
van soevereiniteit over een deel Nederlandsch
territoir, welke afstand niét zoo makkelijk te
berekenen gevolgen zou kunnen hebben.
Daarvan is dus geen sprake.
Onze Regeering, wier houding in deze
ook door den heer Troelstra correct is ge
noemd staat pal voor hare rechten en het
van.kracht blijven der in 1839 gesloten trak
taten kan Nederland ijskoud laten.
De heer Schaper interpelleerde minister
Aalberse over de invoering ■fan de Arbeids
wet en kreeg het antwoord, dat zeer waar
schijnlijk uiterlijk 1 October a.s. de wet voor
fabrieken en werkplaatsen van kracht zal
worden, waarna de bepalingen op winkels
hötels, etc. zullen volgen. Aan de voorberei
ding zit heel wat vast, en aan den ijver,
waarmee het departement van Arbeid de
zaak zooveel doenijlk bespoedigt, behoeft
niemand te twijfelen. Dat de heer Schaper
een motie indiende, den wensch uitend, dat
de Arbeidswet reeds op 1 Juli as. van kracht
zal zijn, wat minister Aalberse onmogelijk
verklaarde, was niet geheel begrijpelijk.
Dat die motie zou worden verworpen, kon de
heer Schaper natuurlijk beseffen, en een
„aansporing", als erin vervat was, heeft mi'
nister Aalberse werkelijk niet noodig.
Zal men nu toch nog wat het anti-revo
lutie-ontwerp betreft, de door dr. Nolens
toegestoken hand aanvaarden?Of moet
't in 's lands Raadszaal hard tegen hard blij
ven gaan? In dit laatste geval zou het advies,
door een der bladen gegeven, namelijk om
een beroep op de kiezers te doen, via Kamer
ontbinding het volk gelegenheid te verschaf
fen zich uit te spreken, wellicht overweging
verdienen, maar dan zal er van „zomerrust
in 1920 stellig geen sprake wezen 1
De gebeurtenissen op het Haagsche Bin
nenhof, het Lagerhuis-kabaai, hebben in de
jongste dagen de aandacht en belangstelling
van Jan Publiek bijna geheel beheerscht.
Intusschen werd er toch nog aan andere
sche heiligen annonceerde. Ik nestelde mij in
den stoel, die zich, vluchtig bezien, scheen te
verheugen in het bezit van het geringste
aantal modderige voetindrukken. De Ameri
kaan scheen met het geval toch eemgszins
verlegen. „Zou u ook met gaan zitten?
V rHif nam een stoel tegenover mij. Ik keek
eens om mij heen, telde de spinnewebben in
den dichtstbijzijnden hoek, en wenschte m
stilte, dat ik een van mijn mensohen uit Mo-
aoel bij mij 'had met een flinken borstel. De
jongen zat in de gang tegen den deurpost, en
speelde zoet zijn rol van ffloheux troisième.
Ik liet mijn blikken gaan over den almanak,
en memoriseerde eenige nuttige wetenswaar-
digheddn uit het leven van Pir Dastagir,
Frans van Assisi, Jelal d Dm r Roumi en
Thomas a Becket, Toen kwam de Amerikaan
aan de beurt. Hij deed te zeker, dan dat hy
zich van mijn woede iets zou
beproefde toen de onfeilbare taktidk om dreo-
merig naar zijn schoenen te kijken. Hy
ze onder zijn stoel, en begon haastig tt
spreken.
„Het is buitengewoon moeilyk voor een
man, die in het volle bezit van zijn kracht
is, om te wachten tot de politie een onder
nemende vrouw komt halen, zonder in staa
te zijn, haar te helpen," zeide hij ontevreden.
„Een vrouw, die in den Mohammedaansche
stad vermomd ronddoolt, krijgt haar ver
diende straf, hoe die ook zijn mag, ant
woordde ik, juridisch juist. „Ik klaag niet
over mijn lot."
Tk wel." antwoordde hij kortaf.
"\u in zekeren zin is het uw schuld,
zeide ik hatelijk. „U hebt mij in moeüykhe-
ri„n ryebracht. U moest weten, dat men zien
reStje. een Mohummedamaohe
dingen gedacht Bijv. aan de voorbereiding
tot het houden van den Beethoven-cyclus op
het Scheveningsche Kurhaus, ter gelegen
heid van het 160-jarig geboortefeest van den
grooten oomponist. Voor muzikale dingen is
nog wel belangstelling te vinden, bij wer
kelijke „liefhebbers" en bij degenen, die als
zoodanig willen „poseeren". De laatstge
noemde categorie is zeker uitgebreid, maar
bij het zoeken naar stoffelijken steun voor
zaken van kunst is haar hulp onmisbaar.
De jongste criminaliteits-rubriek gaf de
uitspraak in het Haagsche zedenschandaal.
Op de gewoonte om bij vonnissen slechts de
initialen der veroordeelden te vermelden,
maakte een der bladen inbreuk en publiceer
de de volledige namen. Minder voor de
delinquenten als wel voor hunne familieleden
is dat te betreuren. Bovendien belemmert
zulke publicatie, bij het later pogen te her
winnen van een plank; in de maatschappij.
Aangekondigd is, dat nieuwe arrestaties met
betrekking tot deze droeve historie plaats
hadden. De uitspraak bij de eerste groep be
schuldigden heeft de onjuistheid aangetoond
der bewering, dat de meerderheid van hen
tot de z.g. betere standen behooren.
Voorts maakte de jongste misdadigheids
rubriek melding van een formeelen roofaan-
val op een met kolen en briketten geladen
trein te Rotterdam. Een aanzienlijke hoe
veelheid werd buitgemaakt, zonder dat men
kans zag de „moderne roovers" te achter
halen. Welke tijding ongetwijfeld nieuwe
plundertochten zal doen beramen. Daarvan
kan men zeker zijn!
Uit Haarlem komt de voor allen, die in
onderwijs-zaken belangstellen, verrassende
tijding, dat op het gymnasium aldaar beslo
ten is, een proef te nemen met afschaffing
van huiswerk. Een stroom van jaloezie richt
zich thans naar de Spaarne-stad Hoe zul
len alle Nederlandsche gymnasiasten hunne
Haarlemsche kameraden benijden. Maar ook
anderen, ouderen, kunnen zich verheugen in
het opleven van begrippen en inzichten, zich
wendend tegen geestelijke overlading. Bo
vendien: dat aan de waarde van huiswerk in
zeer vele gevallen maar zeer betrekkelijke
waarde kan worden toegekend, zullen schier
alle „onderwijs-mensohen" mij grif toegeven,
geloof ik.
De kans, dat het „achtste wereldwonder",
gezegd Paleis op den Dam in de hoofdstad,
weêr tot zijn oorspronkelijke bestemming zal
terugkeeren, schijnt verkeken.
B. en. W. van Amsterdam stellen voor, tot
de voorbereiding van een nieuw Stadhuis
over te gaan. Verder gaan zij niet. In beter
straat maar liever niet moet bemoeien
„U heeft gelijk. In het vervolg zal ik er dan
ook aan denken, met de handen in de zakken
te blijven staan, wanneer een vrouw voor mijn
deur wordt vermoord. Ik spreek Tuiftsch op
de manier van „De vlugge Turk in vijf les
sen," en mijn kennis van Oostersche gewoon
ten beweegt zich op hetzelfde plan. Te oor-
deelen naar uw Turksch, zoudt u in het paleis
van den sultan zelf geboren kunnen zijn
hebt u me soms een goed voorbeeld van dat
„zich er niet mee bemoeien" gegeven?
Ik kleurde onder den beschermenden
sluier, en, niet wetend wat te antwoorden
dat gebeurde den laatsten tijd nogal eens
oonoentrèerde ik al onijn aandacht op den
almanak, waardoor ik tot de innige overtui
ging kwam, dat wij tegelijkertijd in Anna
Hejira 13... en Anno Domino 189... leefden.
„Misschien zou het wenschelijk zijn, dat we
wisten, hoe we elkaar moesten aanspreken,"
hervatte mijn gezelschap. „Ik ben Harvey N.
Wilbur van Charlesoott, Zuid-Carolina."
„Vereenigde Staten van Amerika?"
vroeg ik.
Hij keek een oogenblik verlegen. „Ja
zeker," zeide hij toen. „Ik promoveerde aan
de' universiteit van Zuid-Carolina en ben nu
op reis om stukken te verzamelen voor het
universiteitsmuseum. Ik was van plan mor
gen naar Diabekr te trekken, maar twijfel er
nu aan, of mij dat zal lukken. Mijn knechts
zijn er van door gegaan! En ik heb het ge
noegen te spreken met
„Ik vind het zoo dwaas om me te gaan
voorstellen," pleitte ik. „Wanneer de autori
teiten komen, zal mijn naam over heel Bitfa
worden uitgeschreeuwd. Laat ik hem tot zoo
lang maar voor mij houden."
.Zooals u wilt; dadelijk toen ik merkte, da*
tijden eerst zal men den bouw beginnen. Het
komt er nu op aan, in beginsel over de zaak
te beslissen.
Voor wie 't nog niet mochten weten, blijkt
ook hieruit weer, dat de tijden nog niet „nor
maal" zijn. Wij ondervinden 't allen bij
voortduring aan den lijve. Over de plannen
der Rotterdamsche Handelskamer verluidt
thans, dat zij weldra goede kostuums voor
65.zal verkrijgbaar stellen. Ook zijn er
menschen in Patria, die, in navolging van de
Yankees linnen arbeiders-kostuums willen
invoeren voor allen, zonder onderscheid van
„rang en stand", 't Idéé is niet kwaad, maar
of men er in Nederland beduidenden aan
hang voor zou kunnen vinden, veroorloof ik
mij vooralsnog te betwijfelen.
De „Staatscourant" heeft een lijstje pas-
geridderden in de Oranje-Nassau-orde bevat.
Zijn allen consuls. Is dit een begin van
terugkeer tot de vroegere gewoonte?Of
moet men er de beteekenis aan hechten van
een „oontra-beleefdheid" in diplomatiek en
oonsulair verkeer? 't Laatste schijnt vrij
aannemelijk.
Te Amsterdam betoonde de politie-agent
Mulder kranigen moed bij het redden van
een meisje, dat te water was gesprongen.
Uit liefdesmart. De jongeling, die haar in
den dood volgen zou, gaf op het laatste
oogenblik aan bet veiliger-droog terrein de
voorkeur. Voor het spelen, teneinde toe, van
de tragische Romeo- en Julia-rol is nu een
maal niet ieder in de wieg gelegdl
Mr. ANTONIO.
BUITENLAND.
De conferentie te Spa.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft een mededeeling ontvangen, waaruit
blijkt, dat de conferentie van Spa definitief
vastgesteld is op 5 Juli. De voorbereidende
bijeenkomst der geallieerden zal te Brussel
plaats hebben van 2 tot 4 Juli.
DUITSCHLAND.
De Rijksdagverkiezingen.
Een juiste opgave van het aantal zetels
der verschillende partijen ontbreektnog.
Dinsdag werd uit Berlijn aan de „N. Rott.
Crt." als uitslag gemeld, dat de verdeeling
der mandaten was: Duitseh natkmalen 65
zetels; Duitsche Volkspartij 61 zetels; Cen
trum 67 zetels; Democraten 45 zetels; Soc.-
dem. 110 zetels; Onafbankelijken 80 zetels;
Communisten 2 zetels; Beyersche Boeren
bond 4 zetels en Christel. Federatie 21 ze
tels; Welfen 5 zetels. Totaal 460 zetels.
In het aantal zetels zijn die van de volks-
stemmingsgebieden reeds inbegrepen.
Daaraan ligt het, dat de linkerzijde (demo
craten, meerderheids-socialisten, onafban
kelijken en ooanniimisten) die in het stem-
men-totaal de overgroote meerderheid heeft,
slechts over 237 van de 460 zetels beschikt.
Volgens de „Nat, Zeitung" daarentegen
beschikken dé (meerderheidssocialisten
slechts over 99 zetels, waaronder 17 uit het
'gebied waar niet gestemd1 werd.
Wellicht dat de officöeele uitslag nog
eenige verandering geeft wat het aantal ze
tels betreft. Van invloed op den toestand
van Duitschland zal dit echter niet zijn.
Zelfs al 'behoudt de oude coalitie van (meer
derheidssocialisten en democraten een klei
ne meerderheid, dan nog is de politieke toe
stand hoogst onzeker. Het Centrum zal dan
de houding van het Centrum geven, dat toch
ook reeds in twee groepen verdeeld is, die
scherp tegenover elkaar staan waar het den
regeeringsvorm 'betreft.
Voor president Ebert zullen thans moei
lijke dagen aanbreken. Nu aan den voor
avond van de conferentie te Spa voor alles
een sterke regeering noodig was om
Duitschland en het Duitsche volk te ver
tegenwoordigen, is een toestand geschapen
u een Europeesche was, wist ik ook, dat ik
een Engelsche voor mij had."
„Alleen een Engelsche is tot dergelijke
ondernemingen in staat, meent u?" antwoord
de ik., terwijl ik mij gemakkelijker schikte
in de plooien van mijn sebleh. „Nu, ik ben
toevallig maar voor de helft Engelsch. Ik ben
wat men gemeenlijk een Europeesch-Aziati-
sche noemt. Daarom durfde ik ook deze ver
momming aan te trekken. Ik ken de gewoon
ten van mijn stamverwanten van .moeders
zijde."
„Ohl" In zijn stem klonk groote verba
zing „dus uw moeder was een Turksche?"
„Een Abasside," zeide ik scherp. „Een lid
der familie van de leenheeren van Amadië."
„Ainadië? Zijn de pasja's van die plaats
geen afstammelingen van den profeet met
de khalifen-Abassiden als tusschenschakel?"
„Juist."
„Dus dan geniet ik op 't oogenblik de eer
van het gezelschap eener dame van min of
meer heilige familie I Een soort half-godin?"
Hij lachte. Hij had een prettigen lach, die
aanstekelijk werkte. „Nu valt het me in, dat
Haroen-Al-Rasjid, de held en de lieveling van
de Mohammedaansche kinderen, ook een
Abasside was. Weet u wat als u er geen
bezwaar tegen hebt, zal ik u „Miss Haroen-
Al-Rasjid" noemen."
„Het is eigenlijk ,,'r Raajed"," zeide ik
kortaf.
„Zoo en misschien is het eigenlijk ook
„Mrs." en geen „Miss" hè?"
„Dat moet u maar zien uit te vinden," was
mijn antwoord. Op dat oogenblik begon de
menigte buiten weer te schelden. Ik trok den
sluier dichter om mij heen, trad op de poort
toe, en opende, aangemoedigd door het op
houden van de steenenregen, het luikje.
104 KANAALWEG.
PRIJSVERMINDERING
die het vrijwel onmogelijk maakt een (minis
terie te vormen dat op een afdoende meer
derheid steunt.
Intusschen is het Rijkskabinet afgetreden
en den loop der gebeurtenissen stelt zich
de „Voss. Ztg." als volgt voor: De rijkspre
sident zal allereerst het definitieve resul
taat van de verkiezingen afwachten.Hij zal
dan den huldigen rijkskanselier Hermann
Müller opdragen het nieuwe kabinet te vor
men. Müller zal, naar wij vernemen, deze
taak op zich nemen en eerst probeeren de
basis der huidige ooalitie naar links uit te
breiden. Hij zal evenals na de demissie van
het kabinet-Bauer (met de onafbankelijken
gaan onderhandelen over hun toetreden tot
het meerderheids-bloc. Dat zal echter wel
op niets uitloopen, meent het blad.
Men zal dan probeeren met de huidige
coalitiepartijen de meerderheidssocialisten,
de democraten en het Centrum, een regee-
rinig te vormen.
Volgens de totdusver bekende verkie
zingsresultaten zullen deze drie partijen in
den nieuwen Rijksdag over een meerder
heid van 20 tot 25 stemmen beschikken.
Als deze beide pogingen, naar te voor
zien is, geen -succes zullen hebben, zal hij
zijn opdracht wel weer in handen van den
Rijkspresident stellen.
Men neeant aan, dat de rijkspresident dan
den leider van het Centrum, dr. Trimborn,
met de vorming van het kabinet zal belas
ten, waarbij deze echter op niet geringere
(moeilijkheden zal stuiten dan Hermann
Müller.
Daar wegens redenen van binnenlandsch-
p'olitieken aard nodh een zuiver socialisti
sche regeering mogelijk schijnt, noch een
meerderheid, die alleen uit de beide recht-
sohe partijen en het centrum zou bestaan,
blijft dat is de opvatting van de verant
woordelijke persoonlijkheden als eenige
mogelijke oplossing een ooalitie, die van de
meerderheidssocialisten tot de Duitsche
Volkspartij reikt. i
Tot ioover de „Voss. Ztg.". Uitbreiding
der coalitie naar linies behoort, indien de
onafhankelijken althans op hun eenmaal in
genomen standpunt, n.1. dat zij met de bur
gerlijke partijen niets te doen willen heb
ben, blijven staan, vrijwel tot de onmogelijk
heden.
Uitbreiding naar rechts, door opneming
der Duitsche Volkspartij in de regeerihg,
stuit ook op principieele meeningsv erschi 1-
len. De Duitsche Volkspartij is o.a. een ver
klaarde tegenstandster van de grondwet van
Weimar. In de 'kringen der meerderheids-
socialisten is men van meening dat samen
werking met de Volkspartij tot de onmo
gelijkheden behoort. In hun officieuse „PoL
Pari. Nachriohten" verklaren zij althans, dat
zij zich sinds de revolutie nu al voortdurend
voor het volk hebben opgeofferd, maar dat
alles zijn grenzen heeft en dat het toch
waarachtig niet aangaat met de Duitsche
Volkspartij in één kabinet te ghan zitten.
(De mogelijkheid bestaat nog dat een z.g.
zwart-blauw blok gevormd zou worden, be
staande uit Duitsoh-nationalen (de oude con
servatieven en vrije conservatieven), Duit
sche volkspartij (de oude nationale liberalen)
en centrum.
Zooals boven reeds werd medegedeeld, is
het Centrum ook niet onverdeeld. Vooral de
Het was langzamerhand avond geworden,
en de zon schoot haar stralen uit over de
opeengepakte menigte. Wij waren echter
niet meer hét voorwerp van de algemeene
aandacht: die gold thans een groep ruiters,
die zich een weg baanden, voorafgegaan door
soldaten met gevelde zwaarden. Weldra wa
ren zjj zoo dichtbij gekomen, dat wij ze kon
den onderscheiden; een oude mollah in gras
groen en wit, verscheidene andere ridders
van pen en lessenaar, allen op muildieren en
een Turk van omstreeks vijf-en-dertig, half
als militair gekleed, met een kwast aan zijn
fez, die tot op z'n schouders hing en met een
niet onbelangrijk kwantum gouden tressen
op zijn jas. Hij zat hoog op een Oappadocisch
ros, en was omstuwd doojr een kring van gen
darmen.
„Halet Bey," riep Harvey Wilbur uit. „Wij
boffen Miss Haroen; de mutessarif ia onver
wachts teruggekomen."
„S'lam alai-koum, Wilbur Effen'," riep de
Bey toen de gendarmen aan den voet van de
steenen trap ruim baan hadden gemaakt voor
de autoriteiten.
De Amerikaan beantwoordde den groet, en
rukte de poort open. De Bey en de geestelijke
kwamen naar binnen; de soldaten hielden be
neden aan den trap het volk op een. afstand.
Daar was ondertussohen niet veel voor noo
dig; nu de menigte zag, dat wij onherroepe
lijk in den val zaten, wachtte zij rustig.
De mutessarif zag er goedig-gewichtig uit.
Zijn knevel was scherp gepunt, zijn oogen
waren stekend en zijn ooren vormden met
zyn hoofd een hoeft die bedenkelijk dicht tot
negentig graden naderde. Hij sloeg een wei
felenden blik op mij, die niet onvriendelijk
was; hij richtte het woord tot Mr. Wilbur.
(Wordt vervolgd).