NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA MISS IAI0EN AL RASJII lUJ'Y.T.üMJ.U'r Herman Nypels, Eerste Blad. MODELHOEDEN 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gld. De nieuwste modellen. De mooiste sorteering. Helder. MAISON DEKKER-SCHUIJT, 48e JAARGANG ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING- Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag De midzomer-warmte heeft in de Jongste dagen plaats gemaakt voor gure herfst-tem- peratuur, en de weerkundigen verzekeren, dat 't nog wel een poosje koel zal blijven, 't Is stormachtig nu. En helaas in fi guurlijken zin nog veel erger dan in de let terlijke beteekenis van dat begrip. FEUILLETON. ingezonden mededeeling. Ingezonden mededeeling. ENGELSCHE- EN WEENER CHAPELLERlE's. COURAMT Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1 40 franco per poat f 1.60. Buuenland f 2.40 Zondagsblad H ft 0.57 q «c Modewad „0.95/;:f;g Losse nummers der Courant 4 ct. REDACTEUR-UITGEVERC. DE BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIÊN. 20 ct p. regel (gal)ard). Ingez. mededeelingen (kolombr. als redact, tekst) 60 ct. Kleine advert. (gevr., te koop. te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct.. elke regel meer 10 ct. bi) vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br onder nr. 10 ct. p advert. extra). Bew.-exempl. 3' ct.'Adv. op bep. aangew pl. worden 25 °'0 hooger berekend. DE WEEK. 8 Juni. De „zwarte stormbal" is geheschen en op dit oogenblik kan niemand voorspellen, wan neer de kalmte weêr zal intreden. Men was er op voorbereid, dat het zg. anti-revolutie- ontwerp hevige beroering zou wekken. De parlementaire storm is spoediger uitgebar sten dan men verwachtte, en de hevigheid ervan was al-aanstonds grooter dan men duchtte. De afgeloopen weeft, heeft in de Tweede Kamer der Staten-Genéraal een kabaal, een herrie, een onverpoosde wisseling van hate lijkheden, scheld- en schimpwoorden doen aanschouwen, waarvan men in onze parle mentaire geschiedenis tevergeefs een antece dent zal zoeken. Oorzaak was weet men het voorstel van den President, Dinsdag 1 Juni gedaan, om het anti-revolutie-ont- werp op de agenda te plaatsen. Dit voorstel deed al dadelijk mr. Troelstra van „overrom peling" spreken. Doch de eerste rede van den leider der sociaal-democratische fractie, was tamelijk kalm van toon. Onder leiding van den heer Duys werden de protesten tegen mr. Fock's voorstel al-heftiger. Men begon het wapen der obstructie, der belemmering van den parlementairen arbeid door lint wurm-redevoeringen over allerlei onbedui dende dingen te hanteeren, men nood zaakte den Voorzitter tot het doen houden Van een eindelooze reeks hoofdelijke stem mingen.... De gemoederen werden voort durend meer geprikkeld. En de parlementaire orkaan barstte eerst recht uit, toen mr. Van Sasse van IJsselt voorstelde op Dinsdag 8 Juni het anti-revolutie-ontwerp in openbare behandeling te nemen. Welk voorstel ten slotte met 54 tegen 37 stemmen Rechts tegen Links behalve natuurlijk de Voor zitter werd aangenomen. De President moest de meest krenkende taal verduren, wijl hij had durven voorstellen het „worgont- werp", zooals van communistische en soc.- democratische zijde het anti-revolutie-ont- werp wordt genoemd, op de agenda te plaat sen. Billijk waren die verwijten stellig niet De Voorzitter heeft, als zoodanig, geen politieke kleur, is slaaf van het Reglement van Orde. 't Was de plicht van den praeses, en niets anders, om het ontwerp, waarover Eindverslag is uitgebracht, op de agenda te doen plaatsen. Ook de heer Duys had, ware hij President van de Kamer, niet anders kunnen en mogen doen. Een andere vraag is zeer zeker, of het tactvol was, een voorstel door te drijven om reeds op 8 Juni het anti- revolutie-ontwerp in behandeling te nemen?... Hoe 't zij een gansche week is vrijwel verknoeid en wij vragen ons nu niet zonder rechtmatige bezorgdheid af, wat de thans aangebroken week zal brengen. Geruchten over uitgebreide staking van demonstratief karakter, die op Dinsdag 8 Juni zou uitbre ken, duiken op. 't Gaat hard tegen hard, en over de beweegredenen van hen, die de ob structie in volle kracht willen volhouden, zal Ik zwijgen. Die „balans" moet later opge maakt. 't Slot van het liedje was, dat de Lager Onderwijs-wet aan het eind der week niet fton worden afgedaan. Zij blijft „zwemmen" en men kan geen antwoord geven op de vraag, wanneer de laatste hand aan de lex- De Visser zal kunnen gelegd worden. Presi dent Fock heeft gedreigd, dat hij desnoods de Kamer tot September zal laten doorwer ken, dus géén zomer-recès houden in 1920. Wie het Parlement kent, zal toegeven, dat zoo-iets onuitvoerbaar is. Optimisten verze- door JESSIE DOUGLAS KERRUISH, voor Nederland bewerkt door L. ALETRENQ. o 88) Ik gaf den strijd op, toen ik het benauwde gezichtje van den Armenischen jongen zag vertrekken tot een grijns van .onuitspreke lijk pleizier, dat een dame en een Lffendi van het waardige Frankenland zich overga ven aan de genoegens van de worstelsport. „Zoo is het goed," zeide de Amerikaan, aanmatigend goedgestemd, nu de stryd voor- bij was. „En nu zullen wij m^r wachten tot de plaatselijke autoriteiten in ac*f k™L' niet waar? Dan zal het zaakje wel met een sisser afloopen. Merkt u wel, dat de gt nu rustiger is geworden? Zy wachten Hij leidde mij naar een kamer jan de be nedenverdieping, en gaf den jongen be de gang te blijven. De ramen gaven uitocM op de poort. Het vertrek droeg de kenmerken van een heerenkamer: papieren en pyp tabakspotten en stokken; het vloerkleed mis sohien iets minder vuil dan de stoelzittingen. Tegen den muur hing een voorstelling \an een Pas de Quatre, uitgevoerd door Taglioni, Ellsler, Cerito en nog een andere dame, wier naam door ouderdom en rook onleesbaar was, alsmede een Levant-almanak, die met breed heid van opvatting, de geboortedagen an Christelijke zoowel als van Mohammecaan- keren dan ook, dat 't zoo'n vaart niet zal loo- pen. Maar voor 't moment zijn de vooruitzich ten verre van vroolijkl Et was één lichtpunt. De leider van de katholieke fractie, dr. Nolens, heeft Vrijdag J.1. in den laten middag gezegd, dat wanneer net revolutie-ontwerp de bedoeling der Re geering niet juist mocht weergeven, men zou moeten zien, „wat ervan te maken valt". Had men hierin te zien een poging tot toenade ring, tot samenwerking?De allernaaste toekomst moet dat leeren. Van het weinige serieuze werk, in de jong ste week verricht, stip ik aan, dat minister Aalberse den heer 'Duys verzekerde, dat het ontwerp tot herziening van de loonbedragen, bedoeld in de Invaliditeits-wet, nagenoeg ge reed is. De interpellatie over die vraag was daarmee feitelijk beantwoord, maar in tijd van obstructie heeft dat *- snapt men gee nerlei waarde. Voor de twee vacatures In de Algemeene Rekenkamer zijn Dinsdag j.l. aan de Kroon, als no. 1 van de nomiatie, aabevolen mr. Van Vredenburch, oud-secretaris van den Pen sioenraad, en de oud-minister Alting von Geusau, die dus welhaast hun Rekenkamer functie zullen aanvaarden. Een dertiental leden brachten hun stem uit op minister De Vries, welke grap natuurlijk de niet juist zeer kiesche bedoeling had om dien bewinds man een „zachten wenk" te geven, van de groene tafel op te staan. Bij wat er nog van het restant-Schoolwet door de Kamer is af gedaan, werd goedgekeurd een amend.-Van der Molen,-strekkend om gedeeltelijk subsi die aan een tijdelijk kwijnende bijzondere kweekschool mogelijk te maken. En in de zitting van Donderdag legde mi nister Van Karnebeek, terwijl de storm in het Parlement even voor kalme atmosfeer plaats maakte zijne uitvoerige verklaring af inzake deWielinger kwestie. Beduidend en verduidelijkend, dat België zich door allerlei uitvluchten van de nieuwe overeenkomst met Nederland wil afmaken, alsook dat afstand van de Wielingen zou beteekenen: afstand van soevereiniteit over een deel Nederlandsch territoir, welke afstand niét zoo makkelijk te berekenen gevolgen zou kunnen hebben. Daarvan is dus geen sprake. Onze Regeering, wier houding in deze ook door den heer Troelstra correct is ge noemd staat pal voor hare rechten en het van.kracht blijven der in 1839 gesloten trak taten kan Nederland ijskoud laten. De heer Schaper interpelleerde minister Aalberse over de invoering ■fan de Arbeids wet en kreeg het antwoord, dat zeer waar schijnlijk uiterlijk 1 October a.s. de wet voor fabrieken en werkplaatsen van kracht zal worden, waarna de bepalingen op winkels hötels, etc. zullen volgen. Aan de voorberei ding zit heel wat vast, en aan den ijver, waarmee het departement van Arbeid de zaak zooveel doenijlk bespoedigt, behoeft niemand te twijfelen. Dat de heer Schaper een motie indiende, den wensch uitend, dat de Arbeidswet reeds op 1 Juli as. van kracht zal zijn, wat minister Aalberse onmogelijk verklaarde, was niet geheel begrijpelijk. Dat die motie zou worden verworpen, kon de heer Schaper natuurlijk beseffen, en een „aansporing", als erin vervat was, heeft mi' nister Aalberse werkelijk niet noodig. Zal men nu toch nog wat het anti-revo lutie-ontwerp betreft, de door dr. Nolens toegestoken hand aanvaarden?Of moet 't in 's lands Raadszaal hard tegen hard blij ven gaan? In dit laatste geval zou het advies, door een der bladen gegeven, namelijk om een beroep op de kiezers te doen, via Kamer ontbinding het volk gelegenheid te verschaf fen zich uit te spreken, wellicht overweging verdienen, maar dan zal er van „zomerrust in 1920 stellig geen sprake wezen 1 De gebeurtenissen op het Haagsche Bin nenhof, het Lagerhuis-kabaai, hebben in de jongste dagen de aandacht en belangstelling van Jan Publiek bijna geheel beheerscht. Intusschen werd er toch nog aan andere sche heiligen annonceerde. Ik nestelde mij in den stoel, die zich, vluchtig bezien, scheen te verheugen in het bezit van het geringste aantal modderige voetindrukken. De Ameri kaan scheen met het geval toch eemgszins verlegen. „Zou u ook met gaan zitten? V rHif nam een stoel tegenover mij. Ik keek eens om mij heen, telde de spinnewebben in den dichtstbijzijnden hoek, en wenschte m stilte, dat ik een van mijn mensohen uit Mo- aoel bij mij 'had met een flinken borstel. De jongen zat in de gang tegen den deurpost, en speelde zoet zijn rol van ffloheux troisième. Ik liet mijn blikken gaan over den almanak, en memoriseerde eenige nuttige wetenswaar- digheddn uit het leven van Pir Dastagir, Frans van Assisi, Jelal d Dm r Roumi en Thomas a Becket, Toen kwam de Amerikaan aan de beurt. Hij deed te zeker, dan dat hy zich van mijn woede iets zou beproefde toen de onfeilbare taktidk om dreo- merig naar zijn schoenen te kijken. Hy ze onder zijn stoel, en begon haastig tt spreken. „Het is buitengewoon moeilyk voor een man, die in het volle bezit van zijn kracht is, om te wachten tot de politie een onder nemende vrouw komt halen, zonder in staa te zijn, haar te helpen," zeide hij ontevreden. „Een vrouw, die in den Mohammedaansche stad vermomd ronddoolt, krijgt haar ver diende straf, hoe die ook zijn mag, ant woordde ik, juridisch juist. „Ik klaag niet over mijn lot." Tk wel." antwoordde hij kortaf. "\u in zekeren zin is het uw schuld, zeide ik hatelijk. „U hebt mij in moeüykhe- ri„n ryebracht. U moest weten, dat men zien reStje. een Mohummedamaohe dingen gedacht Bijv. aan de voorbereiding tot het houden van den Beethoven-cyclus op het Scheveningsche Kurhaus, ter gelegen heid van het 160-jarig geboortefeest van den grooten oomponist. Voor muzikale dingen is nog wel belangstelling te vinden, bij wer kelijke „liefhebbers" en bij degenen, die als zoodanig willen „poseeren". De laatstge noemde categorie is zeker uitgebreid, maar bij het zoeken naar stoffelijken steun voor zaken van kunst is haar hulp onmisbaar. De jongste criminaliteits-rubriek gaf de uitspraak in het Haagsche zedenschandaal. Op de gewoonte om bij vonnissen slechts de initialen der veroordeelden te vermelden, maakte een der bladen inbreuk en publiceer de de volledige namen. Minder voor de delinquenten als wel voor hunne familieleden is dat te betreuren. Bovendien belemmert zulke publicatie, bij het later pogen te her winnen van een plank; in de maatschappij. Aangekondigd is, dat nieuwe arrestaties met betrekking tot deze droeve historie plaats hadden. De uitspraak bij de eerste groep be schuldigden heeft de onjuistheid aangetoond der bewering, dat de meerderheid van hen tot de z.g. betere standen behooren. Voorts maakte de jongste misdadigheids rubriek melding van een formeelen roofaan- val op een met kolen en briketten geladen trein te Rotterdam. Een aanzienlijke hoe veelheid werd buitgemaakt, zonder dat men kans zag de „moderne roovers" te achter halen. Welke tijding ongetwijfeld nieuwe plundertochten zal doen beramen. Daarvan kan men zeker zijn! Uit Haarlem komt de voor allen, die in onderwijs-zaken belangstellen, verrassende tijding, dat op het gymnasium aldaar beslo ten is, een proef te nemen met afschaffing van huiswerk. Een stroom van jaloezie richt zich thans naar de Spaarne-stad Hoe zul len alle Nederlandsche gymnasiasten hunne Haarlemsche kameraden benijden. Maar ook anderen, ouderen, kunnen zich verheugen in het opleven van begrippen en inzichten, zich wendend tegen geestelijke overlading. Bo vendien: dat aan de waarde van huiswerk in zeer vele gevallen maar zeer betrekkelijke waarde kan worden toegekend, zullen schier alle „onderwijs-mensohen" mij grif toegeven, geloof ik. De kans, dat het „achtste wereldwonder", gezegd Paleis op den Dam in de hoofdstad, weêr tot zijn oorspronkelijke bestemming zal terugkeeren, schijnt verkeken. B. en. W. van Amsterdam stellen voor, tot de voorbereiding van een nieuw Stadhuis over te gaan. Verder gaan zij niet. In beter straat maar liever niet moet bemoeien „U heeft gelijk. In het vervolg zal ik er dan ook aan denken, met de handen in de zakken te blijven staan, wanneer een vrouw voor mijn deur wordt vermoord. Ik spreek Tuiftsch op de manier van „De vlugge Turk in vijf les sen," en mijn kennis van Oostersche gewoon ten beweegt zich op hetzelfde plan. Te oor- deelen naar uw Turksch, zoudt u in het paleis van den sultan zelf geboren kunnen zijn hebt u me soms een goed voorbeeld van dat „zich er niet mee bemoeien" gegeven? Ik kleurde onder den beschermenden sluier, en, niet wetend wat te antwoorden dat gebeurde den laatsten tijd nogal eens oonoentrèerde ik al onijn aandacht op den almanak, waardoor ik tot de innige overtui ging kwam, dat wij tegelijkertijd in Anna Hejira 13... en Anno Domino 189... leefden. „Misschien zou het wenschelijk zijn, dat we wisten, hoe we elkaar moesten aanspreken," hervatte mijn gezelschap. „Ik ben Harvey N. Wilbur van Charlesoott, Zuid-Carolina." „Vereenigde Staten van Amerika?" vroeg ik. Hij keek een oogenblik verlegen. „Ja zeker," zeide hij toen. „Ik promoveerde aan de' universiteit van Zuid-Carolina en ben nu op reis om stukken te verzamelen voor het universiteitsmuseum. Ik was van plan mor gen naar Diabekr te trekken, maar twijfel er nu aan, of mij dat zal lukken. Mijn knechts zijn er van door gegaan! En ik heb het ge noegen te spreken met „Ik vind het zoo dwaas om me te gaan voorstellen," pleitte ik. „Wanneer de autori teiten komen, zal mijn naam over heel Bitfa worden uitgeschreeuwd. Laat ik hem tot zoo lang maar voor mij houden." .Zooals u wilt; dadelijk toen ik merkte, da* tijden eerst zal men den bouw beginnen. Het komt er nu op aan, in beginsel over de zaak te beslissen. Voor wie 't nog niet mochten weten, blijkt ook hieruit weer, dat de tijden nog niet „nor maal" zijn. Wij ondervinden 't allen bij voortduring aan den lijve. Over de plannen der Rotterdamsche Handelskamer verluidt thans, dat zij weldra goede kostuums voor 65.zal verkrijgbaar stellen. Ook zijn er menschen in Patria, die, in navolging van de Yankees linnen arbeiders-kostuums willen invoeren voor allen, zonder onderscheid van „rang en stand", 't Idéé is niet kwaad, maar of men er in Nederland beduidenden aan hang voor zou kunnen vinden, veroorloof ik mij vooralsnog te betwijfelen. De „Staatscourant" heeft een lijstje pas- geridderden in de Oranje-Nassau-orde bevat. Zijn allen consuls. Is dit een begin van terugkeer tot de vroegere gewoonte?Of moet men er de beteekenis aan hechten van een „oontra-beleefdheid" in diplomatiek en oonsulair verkeer? 't Laatste schijnt vrij aannemelijk. Te Amsterdam betoonde de politie-agent Mulder kranigen moed bij het redden van een meisje, dat te water was gesprongen. Uit liefdesmart. De jongeling, die haar in den dood volgen zou, gaf op het laatste oogenblik aan bet veiliger-droog terrein de voorkeur. Voor het spelen, teneinde toe, van de tragische Romeo- en Julia-rol is nu een maal niet ieder in de wieg gelegdl Mr. ANTONIO. BUITENLAND. De conferentie te Spa. Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft een mededeeling ontvangen, waaruit blijkt, dat de conferentie van Spa definitief vastgesteld is op 5 Juli. De voorbereidende bijeenkomst der geallieerden zal te Brussel plaats hebben van 2 tot 4 Juli. DUITSCHLAND. De Rijksdagverkiezingen. Een juiste opgave van het aantal zetels der verschillende partijen ontbreektnog. Dinsdag werd uit Berlijn aan de „N. Rott. Crt." als uitslag gemeld, dat de verdeeling der mandaten was: Duitseh natkmalen 65 zetels; Duitsche Volkspartij 61 zetels; Cen trum 67 zetels; Democraten 45 zetels; Soc.- dem. 110 zetels; Onafbankelijken 80 zetels; Communisten 2 zetels; Beyersche Boeren bond 4 zetels en Christel. Federatie 21 ze tels; Welfen 5 zetels. Totaal 460 zetels. In het aantal zetels zijn die van de volks- stemmingsgebieden reeds inbegrepen. Daaraan ligt het, dat de linkerzijde (demo craten, meerderheids-socialisten, onafban kelijken en ooanniimisten) die in het stem- men-totaal de overgroote meerderheid heeft, slechts over 237 van de 460 zetels beschikt. Volgens de „Nat, Zeitung" daarentegen beschikken dé (meerderheidssocialisten slechts over 99 zetels, waaronder 17 uit het 'gebied waar niet gestemd1 werd. Wellicht dat de officöeele uitslag nog eenige verandering geeft wat het aantal ze tels betreft. Van invloed op den toestand van Duitschland zal dit echter niet zijn. Zelfs al 'behoudt de oude coalitie van (meer derheidssocialisten en democraten een klei ne meerderheid, dan nog is de politieke toe stand hoogst onzeker. Het Centrum zal dan de houding van het Centrum geven, dat toch ook reeds in twee groepen verdeeld is, die scherp tegenover elkaar staan waar het den regeeringsvorm 'betreft. Voor president Ebert zullen thans moei lijke dagen aanbreken. Nu aan den voor avond van de conferentie te Spa voor alles een sterke regeering noodig was om Duitschland en het Duitsche volk te ver tegenwoordigen, is een toestand geschapen u een Europeesche was, wist ik ook, dat ik een Engelsche voor mij had." „Alleen een Engelsche is tot dergelijke ondernemingen in staat, meent u?" antwoord de ik., terwijl ik mij gemakkelijker schikte in de plooien van mijn sebleh. „Nu, ik ben toevallig maar voor de helft Engelsch. Ik ben wat men gemeenlijk een Europeesch-Aziati- sche noemt. Daarom durfde ik ook deze ver momming aan te trekken. Ik ken de gewoon ten van mijn stamverwanten van .moeders zijde." „Ohl" In zijn stem klonk groote verba zing „dus uw moeder was een Turksche?" „Een Abasside," zeide ik scherp. „Een lid der familie van de leenheeren van Amadië." „Ainadië? Zijn de pasja's van die plaats geen afstammelingen van den profeet met de khalifen-Abassiden als tusschenschakel?" „Juist." „Dus dan geniet ik op 't oogenblik de eer van het gezelschap eener dame van min of meer heilige familie I Een soort half-godin?" Hij lachte. Hij had een prettigen lach, die aanstekelijk werkte. „Nu valt het me in, dat Haroen-Al-Rasjid, de held en de lieveling van de Mohammedaansche kinderen, ook een Abasside was. Weet u wat als u er geen bezwaar tegen hebt, zal ik u „Miss Haroen- Al-Rasjid" noemen." „Het is eigenlijk ,,'r Raajed"," zeide ik kortaf. „Zoo en misschien is het eigenlijk ook „Mrs." en geen „Miss" hè?" „Dat moet u maar zien uit te vinden," was mijn antwoord. Op dat oogenblik begon de menigte buiten weer te schelden. Ik trok den sluier dichter om mij heen, trad op de poort toe, en opende, aangemoedigd door het op houden van de steenenregen, het luikje. 104 KANAALWEG. PRIJSVERMINDERING die het vrijwel onmogelijk maakt een (minis terie te vormen dat op een afdoende meer derheid steunt. Intusschen is het Rijkskabinet afgetreden en den loop der gebeurtenissen stelt zich de „Voss. Ztg." als volgt voor: De rijkspre sident zal allereerst het definitieve resul taat van de verkiezingen afwachten.Hij zal dan den huldigen rijkskanselier Hermann Müller opdragen het nieuwe kabinet te vor men. Müller zal, naar wij vernemen, deze taak op zich nemen en eerst probeeren de basis der huidige ooalitie naar links uit te breiden. Hij zal evenals na de demissie van het kabinet-Bauer (met de onafbankelijken gaan onderhandelen over hun toetreden tot het meerderheids-bloc. Dat zal echter wel op niets uitloopen, meent het blad. Men zal dan probeeren met de huidige coalitiepartijen de meerderheidssocialisten, de democraten en het Centrum, een regee- rinig te vormen. Volgens de totdusver bekende verkie zingsresultaten zullen deze drie partijen in den nieuwen Rijksdag over een meerder heid van 20 tot 25 stemmen beschikken. Als deze beide pogingen, naar te voor zien is, geen -succes zullen hebben, zal hij zijn opdracht wel weer in handen van den Rijkspresident stellen. Men neeant aan, dat de rijkspresident dan den leider van het Centrum, dr. Trimborn, met de vorming van het kabinet zal belas ten, waarbij deze echter op niet geringere (moeilijkheden zal stuiten dan Hermann Müller. Daar wegens redenen van binnenlandsch- p'olitieken aard nodh een zuiver socialisti sche regeering mogelijk schijnt, noch een meerderheid, die alleen uit de beide recht- sohe partijen en het centrum zou bestaan, blijft dat is de opvatting van de verant woordelijke persoonlijkheden als eenige mogelijke oplossing een ooalitie, die van de meerderheidssocialisten tot de Duitsche Volkspartij reikt. i Tot ioover de „Voss. Ztg.". Uitbreiding der coalitie naar linies behoort, indien de onafhankelijken althans op hun eenmaal in genomen standpunt, n.1. dat zij met de bur gerlijke partijen niets te doen willen heb ben, blijven staan, vrijwel tot de onmogelijk heden. Uitbreiding naar rechts, door opneming der Duitsche Volkspartij in de regeerihg, stuit ook op principieele meeningsv erschi 1- len. De Duitsche Volkspartij is o.a. een ver klaarde tegenstandster van de grondwet van Weimar. In de 'kringen der meerderheids- socialisten is men van meening dat samen werking met de Volkspartij tot de onmo gelijkheden behoort. In hun officieuse „PoL Pari. Nachriohten" verklaren zij althans, dat zij zich sinds de revolutie nu al voortdurend voor het volk hebben opgeofferd, maar dat alles zijn grenzen heeft en dat het toch waarachtig niet aangaat met de Duitsche Volkspartij in één kabinet te ghan zitten. (De mogelijkheid bestaat nog dat een z.g. zwart-blauw blok gevormd zou worden, be staande uit Duitsoh-nationalen (de oude con servatieven en vrije conservatieven), Duit sche volkspartij (de oude nationale liberalen) en centrum. Zooals boven reeds werd medegedeeld, is het Centrum ook niet onverdeeld. Vooral de Het was langzamerhand avond geworden, en de zon schoot haar stralen uit over de opeengepakte menigte. Wij waren echter niet meer hét voorwerp van de algemeene aandacht: die gold thans een groep ruiters, die zich een weg baanden, voorafgegaan door soldaten met gevelde zwaarden. Weldra wa ren zjj zoo dichtbij gekomen, dat wij ze kon den onderscheiden; een oude mollah in gras groen en wit, verscheidene andere ridders van pen en lessenaar, allen op muildieren en een Turk van omstreeks vijf-en-dertig, half als militair gekleed, met een kwast aan zijn fez, die tot op z'n schouders hing en met een niet onbelangrijk kwantum gouden tressen op zijn jas. Hij zat hoog op een Oappadocisch ros, en was omstuwd doojr een kring van gen darmen. „Halet Bey," riep Harvey Wilbur uit. „Wij boffen Miss Haroen; de mutessarif ia onver wachts teruggekomen." „S'lam alai-koum, Wilbur Effen'," riep de Bey toen de gendarmen aan den voet van de steenen trap ruim baan hadden gemaakt voor de autoriteiten. De Amerikaan beantwoordde den groet, en rukte de poort open. De Bey en de geestelijke kwamen naar binnen; de soldaten hielden be neden aan den trap het volk op een. afstand. Daar was ondertussohen niet veel voor noo dig; nu de menigte zag, dat wij onherroepe lijk in den val zaten, wachtte zij rustig. De mutessarif zag er goedig-gewichtig uit. Zijn knevel was scherp gepunt, zijn oogen waren stekend en zijn ooren vormden met zyn hoofd een hoeft die bedenkelijk dicht tot negentig graden naderde. Hij sloeg een wei felenden blik op mij, die niet onvriendelijk was; hij richtte het woord tot Mr. Wilbur. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 1