I MISS HAROEN AL RASJID Tweede Blad. VAN DONDERDAG 22 JULI 1920. FEUILLETON. 'a Raads verval BUITENLAND. •1 DUITSCHLAND. De dood van prins Joachim van Pruisen. BAADSOVER ZICHT. Welk een weelde, lieve lezer, welk een on gekende weelde! Denk eens aan, de raadszaal zwom in zeeën van licht Niet in een zee, maar in zeeën; het was de Atlantische Oce aan, de Stille Zuidzee en de Groote Oceaan, die achtereenvolgens aangeknipt werden. Ja, ja, dat is het woord: zij werden aangeknipt. Om het maar dadelijk te zeggen: de raads zaal was electrisch verlicht dezen Dinsdag avond. Er waren drie groote lampen, twee in do raadszaal, en een op de publieke tribune. Voor wie de situatie kent, zal het duidelijk zijn, dat deze electrificatie een ontzaggelijke verbetering is. De bouw van de raadszaal is zoodanig, dat des zomers de twee buitenra men absoluut onvoldoende zijn voor de ver lichting. De publieke tribune is nog ongeluk kiger ingericht; men izit daar zichzelf in het licht, en doordat men in het buitenlicht kijkt van de beide ramen der groote zaal, zitten de raadsleden in het schemerdonker. Zelfs de gasverlichting was niet voldoende om dit te verhelpen. Thans is het leed der duisternis geleden; met fier gebaar kniptf de bode het licht aan en we zagen nu eerst recht de raadsleden in volle glorie. We Bchrokken er eigenlijk van zoo mooi was het. Toen we om ruim tien uur afdaalden naar beneden gloeide het gaspitje in de gang als een droevig symbool van den ouden, verdwijnenden tijd Het belangrijkste punt van do agenda, waarvoor de geihoele tribune was volgeloopen: de salarisregeling, werd „natuurlijk" ver daagd. Men weet, dat indertijd deze kwestie nogal wat stof opleverde. Er werd oppositie gevoerd tegen de beide socialistische wethou ders, en daartoe werd dit voorstel aangegre pen om het Ooilogo te sommeeren binnen eene mi and met een regeling te komen. Deze opdracht werd niet aanvaard, maar wol werd de belofte gegeven zoo spoedig moge- lij k met een niouwo salarisregoling to ko men. Thans was die regeling er, en nu, waar lijk, wilde men weer uitstel. O, de wethouder van sociale aangelegenheden had er niets tegen, maar toch kon de heer Verstegen het niet over zijn hart verkrijgen niet eens een kleine wraak te nemen. Eigenlijk begon de heer Schoeffelenberger er mede. De heeren beweerden, dat zij wol kans zagen ln éene maand zoo'n nieuwe regeling voor elkaar te krijgen, aldus deze heer. Nu is zij er, binnen drie maanden, en nu willen de heeren weer veertien dagen uitstel om haar to bestudee- ren. En de heer Verstegen zei: best, maar dan ook binnen veertien dagen uw schrifte lijke amendementen indienen. En allon, bo- balve de fractie der s. d. a. p., stomdon vóór uitstel. (De belde s.-d. wethouders stemden nu ook vóór). Er zat moer oppositie tegon de heeren De Zwart en Verstegen in do lucht De vorigo maal was er een verzoek van den heer Let- schert om subsidie voor zHn adresboek. Dit verzook werd toen verdaagd; behalve de heer Van Breda was er niemand, die bijster veel voor hot verzoek voelde. Thans had de heer Bierstoker een vorm van een verkapt sub sidie gevonden; een voorstel van dien heer om, boven de reeds door de gemeente bestelde 25 «exemplaren nog een (75-tal meer te nemen, en aldus de onderneming te steunen, werd aangenomen. Tegen: de sociaal-democratische fractie. De heer Verstegen wees op het ge vaarlijke precedent, dat aldus ontstond. Wij vinden het niet zoo erg, dat de ge meente aldus een ündlxecten steun verleent aan deze onderneming, die op zichzelf zeer zeker prijzenswaardig is. Maar het is voor de psyche in den Raad wel eigenaardig; een hecht aaneengesloten blok tegen de d. a. p Het voorstel voor die boschwacbterswoning in de Donkere Duinen werd afgestemd. Vóór uitsluitend de sociaaldemocraten. Het merk waardige hiervan was, dat deze zaak alle commissies doorloopen had, dat alle com missieleden unaniem van meening waren geweest, dat oen dergelijke dubbele woning moest worden gebouwd, en dat de raadsleden thans allen (met uitzondering natuurlijk van de soc. dmworaten) van meening waren ver anderd. Het ls een tweede vraag of inder daad een plan als door do sooxlem voorge steld, niet wat al to royaal was opgezet, Voor do ontgonnen duinterreinen, die, zoo- arts men weet, be/boecht worden, heeft do ge meente bewaking noodlg. De minderheid van het ooilogo had nu, aan de (hand van de door JESSIE DOUGLAfl KERRUISH, tooi Nederland bewerkt door L. ALETftJNO. 69) Vervolg van het le Blad. Piers en Evolyn reden aan het hoofd van den chocoladekleurigen troep Arabieren, en zongen mee hun oorlogszangen, waarin de vreedzame mannen van houweel en mand den tijd gedachten, dat een vrouw do natuur lij! o (aanvoerder was van de horden vun Hejaz, Nejd en Yemon wanneer zij tegen den vijand optrokken, die herinnering wond hen op; evenals honden dol worden by het Êiiuil der jakhalzen, on zich herinneren wie nn voorouders waren zij zouden desnoodn onze mededingers hobbfcn vermoord, als dat van hen werd verlangd. Harvey Wilbur reed naast Papa, die de achterhoede aanvoerde. Papa dacht, dat ik ook hij hem zou blijven, maar het was ondoen lijk Arjamaud gelijken tred te doen houden met de mannen te voet over het ongelijke terrein, vol wortels en met bladeren gevulde greppels. Het dier was niet meer to ïvouden. „Ik zie u straks wel weer, Papa!*1 riep ik ein delijk, Arjaaiiand haar zin gevend, ondanks zyn protest De nazaat van Kubloh schoof vooruit, het suisde langs mij heen, hoornen schenen voor bij te snellen; wij galoppeerden over kuilen adviezen der adviseerende oommissies, voor gesteld een dubbele woning te bouwen, en daarin twee gezinnen te huisvesten, die el kander dan konden aflossen. Hiertegen ging het verzet, en wij gelooven ook, dat dit niet geheel onbillijk was. Als men ziet welke enorme terreinen in andere streken van ons land ressorteeren onder één boschwachter, misschien met een assistent, dan is zeer ze ker de vraag gewettigd of de zaak hier niet te kostbaar was aangepakt. Maar.maar. de heer Heyblok vroeg, na de stemming, on deugend weg, of destijds in de oommissiefl suffers en slapers hadden gezeten in plaats van ernstige menschen. Want ze hadden het allemaal goedgevonden. En de heer Verste gen verklaarde, mede namens zijn collega De Zwart, dat hij als Voorzitter van die Com missies, verplicht was geweest te stemmon in overeenstemming met den wensch der leden, nj. vóór de woning. De kritiek van den heer Biersteker over de „woestenij" in de Donkere Duinen, was meenen wij, in vele opzichten niettemin on billijk. De Raad had indertijd besloten die duinen in exploitatie te brengen, en des kundige voorlichting had geadviseerd alles om te spitten alvorens met den aanplant te beginnen. Toen is de boel blijven liggen, en door bet tegenwoordig ooilege weer aange pakt. Nu moet er geplant worden natuurlijk, maar dat een en ander thans een woestenij is, is alleszins te begrijpen. Eerst over een 20,30 jaar wordt het daar goed, en dan ook, volgens deskundigen, mooier dan te Schoort. Enkele andere voorstellen werden aangeno men, geheel of gedeeltelijk. Gedeeltelijk een voorstel om voor het drukken der notulen enz. eene verhooging toe te kennen. Hieraan was vastgeknoopt de vraag om eene beslis sing te nemen omtrent de handhaving, al of niet, van dqg tegen woordigen vorm van het raadsverslag. Zooals alles, wordt ook het drukken duurder en duurder, en B. en W. overwogen boe daaraan te ontkomen zou zijn. Nu schijnt er een inrichting to bestaan, „Multigraph" genaamd, die voldoende resul taten oplevert. Er waren proeven van werk aanwezig, de gemeente Arnhem heeft er oen in gebruik, en dat werk zag er inderdaad niet kwaad uit, al is het natuurlijk niet zoo fraai als drukwerk. De aanschaffing van zoo'n toestel zou 'n 1000 kosten, terwijl natuurlijk oen ambtenaar noodig zal wezen voor de be diening. Over deze en nog andere daarmee verband houdende kwesties, zal later worden bcaliat. Do heer Borkert sprak van een druk pers van 2000, de heer Zondervan ging zelfs nog vorder en kon er, naar hij beweerde, een leveren voor 600. Dan een 1800 letterma teriaal, en men was klaar. (Plus een bekwaam typograaf tperkte do burgemeester ter snede op). De „Multigraph" wij kennen het toe stel niet schijnt door iedereen, na eenige oefening te kunnen worden bediend. Hopen wij, dat de gemeente, mocht zij er toe overgaan, pleizier beleeft van zoo'n toe- stol, hetgeen wij ernstig betwijfelen. Derge lijke kostbare installaties worden nog zeer weinig gebruikt, en dan nog alleen op som mige kantoren waar men zoo snel mogelijk iets wil gedrukt zien, zonder te letten op den kostprijs. De exploitatiekosten zuilen, indien deze zuiver worden geboekt, na verloop van oen jaar wel aantoonon, dat men in geen geval goedkooper uit ia Wy zouden nl -over en over hetgeen door de heeren Borkert en Zondervan is aange voerd, nog veel kunnen zeggen, doch wij zullen hot voorloopig hjerbij laten. Tenslotte releveeren wy nog de verfraai ingsplannen omtrent het kerkhof. Verma kelijk was de kritiek van den heer Bchoef- felenberger op de toekening van den direc teur der reiniging, die zJ. zeer geschikt was voor een moestuin, maar geenszins voor een kerkhof. De heer Maas had 270 graven ont- woroen, en daar per jaar 16Q graven ln ge bruik worden genomen, zou men na twee jaar alweer „uitverkocht" zijn. Aldus de heer Schoeffelenberger, die inmiddels eene an dere teekening gemaakt had, waarop 1754 graven voorkwamen. Het gevraagde blanco orediet werd toegestaan. Voorts werd voor ƒ6000.aangekocht het zwembad In het Bassin, waardoor de gemeente in bezit is gekomen van een bad waar jarenlang naar verlangd is. Hopen wij, dat velen ervan pro- fiteoren! Nog eenig ander kleingoed vindt de lezer in het verslag. Do Utrcohtsche correspondent van de „Nieuwe Rott. Courant" geeft, naar aanlei ding van het bedanken door een der oudste en meest bekwame leden van den Utrecht- schen raad, den 'heer Mr. J. E. Hooft Graaf land, een beschouwing over de verhoudingen in do tegenwoordige gemeenteraden, waar aan wij o. a. het volgende ontleenen: Dat juist deze man, dat óók hy tbaua, on gevallon boomstammen, door een netwerk van droge kruip- on slingerplanten vol groo te, groene hagedissen, on kwamen ciudcljjk in hot open veld; een kleine helling lag voor ons. Op hotzolfdo oogenblik 'hoorde ik achter mij een gedempt geluid van paordohooven: «le Amerikaan galoppeerde door het kruip- plaiitenboschje. „Uw vader verzocht my, met u moe te gaan hy moet zelf bij de gravers blijven, Mis# JerIllngbanl,', zoido hy. Ik bod werkelijk ln de vreugdo, «ilo de rit mij gaf, zyn bestaan een oogenblik vergeten. Hem nu weei te zien, was ais een kou«lo douche. „Dat ls overbodig," antwoordde Ik, de wenkbrauwen fronsend; toon kreeg mijn lovensbiyiiokl, die dien dag al heel sterk moet geweest zijn, weer do overhand, en ik liet er <ip volgen: „Maur nu u er toch ls Mr. Wilbur wat zou u denken van een wedren, wie het eerst op «Ion Tel ls? De weg is vlak." Van de hoogte, waarop wy stonden, kon ik don Jebel Hamrin zich zien afteekonen tegen de nevelige verton; dichter by ons waren de twoo toppen van Tel Abou Khatoun duidelijk te onderscheiden. Achter ons worstelden do andoren zich nog door het moeras: nu en dan drongen klanken tot ons door, die toonden, dat zij langzaam naderden. „Het lijkt rnjj niet geraden om ons te schei den van de overigen," antwoordde mijn bege leider. „Uw vader zeide, dat oonigo Hamma- wand hts „De Koerden van Hamnnowand vervullen hlor do rol van boeman, Mr. Wilbur. Zij wa gen zioh nooit zoover naar het Westen, en op bet oogenblik zit hun moest invloedrijke en avontuurlijke aanvoerder, Aziz Bey, te Mot*M in de gevangenis, om eerstdaags aan tusschentyds, het bijltje er by neder legt, dat hij, die lret zoo lang uithield en uit wilde hou den, Wijl hy het zijn plicht tegenover de ge meenschap achtte, thans verklaren moet geon tijd meer te kunnen vinden om al den arbeid, welke het raadslidmaatschap eischt, naar be- hooren te kunnen verrichten en derhalve liever heengaat dan te kort te schieten in het geen hy zich tot taak had gesteld deze ontslagneming kan niet als oen op zichzelf staand feit, als een privé-aangelegeniheld be schouwd worden; zij typeert den ongezonden toestand, waarin de Utreohtschlyraadi waarin de gemeenteraden van al onze groote steden verkeeren: een mate van overwerKtheid, wel ke een zorgvuldige behartiging der gemeen tezaken op orgeriyke wyze schaadt en, ge paard gaande met den moreelen achteruit gang van den raad zelve, de ontwikkeling der gemeente in banen leidt, die voor de toekomst op weinig goeds moeten uitloopen. Gemeente en raad beiden zullen zich op het gebied van hun bemoeienissen eens grondig dienen te herzien. Ten deele moge ook het rijk er toe bijgedragen hebben om het arbeidsveld der gemeente uit te breiden, zijzeive, de gemeente, heeft in den loop der laatste jaren wel wat al te lichtvaardig en liohtgeloovig toegegeven aan den steeds toe- nemenden zin om verschillende zaken van algemeen en' semi-algemeen belang gemeen telijk te exploiteeren en terwijl aldus, veelal onvoorbereid, meer en meer de gemeenten optraden als exploitanten van industrieele ondernemingen, die oommercieele behande ling vernachten, werden raadsleden uit in dustrieele en handelskringen of althans van zoodanigen aanleg en opleiding, dat zij technische zaken in groote lijnen konden overzien, uit de bestuurscolleges geweerd en vervangen door propagandistische krach ten als zaakwaarnemers optredend voor de eischen en grieven van partijen en groepen, voor wier uitsluitende en eenzijdige behar tiging zy vóór hun raadslidmaatschap ten dentieuze en speculatieve propaganda had den gevoerd. In de gemeente-bemoeial treedt de laatste jaren de raad in nog meerdere mate be moeizuchtig op. De raadscommissies halen alles over hoop, wat maar over hoop te ha- Ion valt; de schrifturen hopen zich op tot bergen druks, die het vrije uitzicht over het maatschappelijk leven meer en meer moeten belemmeren. Bij elk voorstel en elke inter pellatie wordt in commissievergadering of raadszitting oen caleidoscoop van alle mo gelijke theorieën aan het draaien gezet. En bet hok der wel- on slechtsprekcndheid is van den dam. De raad is langzamerhand een praat-orgaan, een discussie-apparaat over alles en neg wat geworden. Hebben de sa menkomsten der gemeenteraadsleden vóór 1851 zich berucht gemaakt door „vertrouw- lijkheid", de gemeenteraadszittingen uit het begin der XXe eeuw zullen historische voor beelden blijven van publieke lang-, véél- en kwaadsprekerij. Alle zaken worden bespro ken, doch slechts weinige schijnen door dacht Spreken onvoorbereid, zoomaar voor de vuist (en welk een vuist!) wèg is van middel geworden doel: speeches pour la gallerio èn voor de zéér eenzijdige verslag jes in de partij-pers. Het eigenlijke doel der raadsvergaderingen: door kalm beleid, over leg en berading den koristen weg tot besluit on handeling te vinden, is gansohelijfc uit het oog verloren gegaan. De democratische verwording laatste stadium van den mor bus democraticus teekent zich reeds zeer duidelijk af in de voorkeur der meerder hcids-kiezors voor vertegenwoordigers, die bet scheutigst zijn met giften of beloften uit andermans beurs, in het steeds lucratiever worden van het raadslidmaatschap (yrij trammen, straks vrij zwemmen enz.), dat dan voor velen reeds een „baantje" is ge worden, in onbeduidende, slecht verzorgde voorstellen, dikwijls met dwaze opgeblazen heid als parade-paardjos vóórgeleidi, in het bedenkelijke 'gehalte der redevoeringen, die in lengte winnen wat zy 'aan degelijkheid verliezen en last not least in een hand over hand toenemende veronachtzaming der vor men, zich uitende in persoonlijkheden, in terrupties, onordeiykheden, obstructie en gemeenteraad-strikes. Hoe juist gezien en gevoeld was Thorbecke's gehechtheid aan goede vormen, die „welwillendheid, welke tot de schatten des levens behoort, maar waarbij ook de volbrenging van de publieke taak overleg en regeering zullen winnen"! De tegenwoordige raad wordt in alles ge moeid en bemoeit Zich met alles en doet het bovendien op oen uitermate vermoeiende wijze: in alles het tegendeel van een era of good feelinga Ernstige menschen geven van zulk weiken de brui. PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND. Dinsdagmorgen ls de zomerzitting van de Staten geopend. Begonnen werd met de behan deling van de voorstellen. Verschillende sub- de brug te'worden opgohaiigon. Maar als u bang lk bedoel, als u te voorzichtig bent, wil u dan tonminsto zoo goed zyn, aan udju vader to zeggen, waur ik heen ben?" Ik wierp hom een spottenden lach over myn schouder toe, on galoppeerdo omlaag, ik was nog geen tien meter verder, toon lk reeds Alpha's hoeven mot zwaar gestamp uchter mij hoorde. Ik fluisterde Arjamaud m 't Arabisch een commando in bet oor, dat bUna als eeu bedreiging klonk. Haar kleine hoeven raakten tusschon de rhythmische strekkingen van haar krachtig lichaam den grond haast niet; haar zyachtige manen wap perden langs mijn knieën, hot pad schoen onder haar weg to vloeion als een rivier in lentewas. Eu achter haar dreunden in vast rhythme vier hoeven, on de Amerikaan richt te rustig <1 ringende vertoogen tot mti. Dut hinderde my genoog. Dat hy in staat woe, met Alpha Arjaniund by te houden, en hy dientengevolge my als rijder respect moest afdwingen, was om dol te wordeil? Hot was do derde koer sinds ik haar in mijn bezit had, dat ik myn Arjamaud de sporen gaf; in de hoop mijn vervolger zoo af to schudden, stpurde ik haar naar oen pad, dat omlaag leiddo, naar een nullah, oen byna opgedroog de stroombedding, dik begroeid met heesters en struikgewas. De Amerikaan volgde; hy verspilde /jjn woorden thans niet verder, maar ik kon hooien, dut hy krachtig de rij- «v iep hanteerde. Alpha zou weldra door het bloed van Kobleh geslagen zyn. Arjamaud nam de helling zeker als een luipaard, plaste in het water in de koele scha duw en begon plotseling wild te steigeren toen vier gestalten te paard uit «le struiken te voorschijn sprongen en mij omsingelden. Harvey Wilbur, die nog steeds mij volgde, sidievoorstellen werden aangenomen, zooals ze door Ged. Staten waren ingediend. De drie communisten vroegen aanteekening, dat zij stemmen tegen subsidie aan onderwysinstel- lingen, gebaseerd op godsdienstigen grondslag. In behandeling kwam daarna het voorstellen om een byslag te geven op de pensioenen. De heer De Jong Schouwenburg wees er op, dat het Ryk 40 byslag geeft. Nu willen Ged. Staten van Noord-Holland geven. De gron den voor dit hoogere percentage achtte spreker niet voldoende gemotiveerd, De heer Gerhard betoogde, dat de biliykheld eischt om 50 aan te nemen. In de Tweede Kamer gevoelden velen dit ook, maar de regee ring wilde niet meer dan 40% geven. De heer De Jong Schouwenburg achtte een heid in byslag op pensioenen zeer gewenscht. De heer Bomans steunde het betoog van den vorigen spreker. Hy achtte het een misgreep van Ged. Staten om 50 voor te stellen. Nu er evenwel geen amendement is om 40 te gevon, zou spreker onder protest 50 willen geven. De heer Pothuis zeide, dat in deze verschil lende provincies en gemeenten het rijk zyn voorgegaan. De provincie kon dus zelfstandig beslissen. De heer Kleerekooper was tegen het leidend parool uit Den Haag. Vader Staat behoeft niet alles te bepalen. De provincie moet zelfstandig beslissen, wat zy voor haar gepensionneerde ambtenaren en beambten wil doen. Zonder stemming werd ten slotte het voorstel 50% aangenomen. By de voorstellen over subsidie aan het Witte Kruis, ten dienste van de zuigelingen- bescherming en ten behoeve van de Wykver- pleging, dienden de heeren Kooiman c.s. een motie in, om vanwege de provindie een des kundig hoofd-amtqenaar met personeel aan te stellen, ten einde meer centralisatie te ver krijgen in de bemoeiing van de provincie op het gebied van de volksgezondheid. De heer Kooiman gaf een toelichting van de motie. De heer Wibaut meent, dat de motie eigeniyk vraagt om een provincialen geneeskundigen dienst. Spr. vindt, dat men zieh daarvan moet onthouden. Bovendien wordt de motie onvoor bereid ter tafel gebracht. Spr. vraagt om prae- advies van Ged. Staten. Op voorstel van den voorzitter, wordt de motie in handen gesteld van Ged. Staten om praeadvies. De subsidievoorstellen werden daarop aan genomen. Het voorstel tot het bouwen van een kolonie huis voor door tuberculose bedreigde kinderen werd uitgesteld tot de volgende vergadering, daar de commissie, die over deze zaak rapport zou uitbrengen, nog niet met haar taak gereed is, zooals de heer Heerkens Thij azen namens de commissie mededeelde. Het voorstel tot aankoop van grond en het verleenen v van een crediet ten behoeve van den bouw van een derde provinciaal zieken huis werd van de agenda afgevoerd. Dit punt zal worden behandeld in de eerstkomende buitengewone zitting. In de middagzitting js tot suppletoir lid van Ged. Staten gekozen mr. J. N. E. Heerkens Thyszen. Een voorstel van mr. Heerkens Thyszen c.s., tot regeling van de Jaarwedde en het pensioen van Ged. Staten, is z. h. s. aangenomen. Hier mede ia de jaarwedde van Ged. Staten vast gesteld op f 5000 per jaarhet jaarlyksch pen sioen zal bedragen f125 voor elk half jaar of overblijvend gedeelte daarvan, gedurende het welk de pensioengerechtigde zoo vóór als na de invoering van de verordening lid van Ged. Staten is geweest, tot een maximum per jaar van een bedrag gelijk aan de helft der bezol diging. Aangenomea werd zonder discussie het voor stel om een crediet beschikbaar te stellen ten behoeve van de commissie inzake de verbe tering van de scheepvaartwegen in het noor- delyk deel van Noord-Holland; evenzoo het voorstel tot het overnemen van gebouwen en werken van het waterleidingbedrijf der ge meente Hoorn. De heer Staalman wilde het voorstel tot subsideering van den stoombootdienst Kampen Urk—Enkhuizen aanhouden omdat, als de N. V. Eerste Urker Stoombootmaatschappij „Urks Belang" gesteund wordt, dan zal er onder de belanghebbenden twist ontstaan. Bovendien werkt de maatschappy niet zuinig, er wordt voorgesteld een boot te kooi n T00r f 120.000 terwijl deze maar f80.000 waard zou zyn. De reserveboot is ongesehlkt. Beter is te trachten om dezen dienst tot een provincialen dienst te maken. De heer Van Royen wees op do lage be zoldigingen die ,Urks Belang" aan het per soneel betaalt. De heer Hendrix gaf een overzicht van de onderhandelingen, die gevoerd zyn om een regeling te treffen tnsschen de concurreerende maatschappijen te Urk en te Kampen. Nu is eindelyk een oplossing gevonden, f 12.500 sub sidie is wel te rechtvaardigen voor een goeden was midden in de groep, ,nog voor hy goed had kunnen zien, dat zo er was. Hy greep naar zyn zak, maar twee mannen hielden zyn armen stevig vast: binnen twee minuten wa ren zyn handc-n op zijn rug gebonden, en zyn voeten aan elkaar vastgemaakt met een koord dat onder zyn paard doorliep. Een der vier aunvallers nam Alpha bij den teugel en ging voorop; naast elkaar reden wy weldra voort lungs do stroombedding, geflankeerd door de Hummuwanders, die allen gewapend waren met Sniders van het laatste model. Het hoofd van het viertal droeg een dolk, waarvan het boft met verscheidene turkooizen was inge- iegd;hlj was nog jong: de andere drie waren van middelbaren leeftijd, twee hadden het echte Tartarentypo, de derde had, evenals hun leidcz, de adelaarstrekkeu van den Koerd. De Amerikaan opende den mond tot spre ken, maar do hoofdman stuitte hem dit voor nemen door een ribbestoot met zyn geweer kolf, die hem deed zwygen tot wy do andere helling van de nuilah liudden bestegen. Een geschreeuw ver achter ons deed ons omky. ken. Wy zagen, heol in do verte, den moeras- rand en een aantal gestalten daar vóór; van de figuren te paard kon ik alleen Evelyn herkennen aan haar witte japon. Drie der gestalten voerden op hetzelfde moment een zelfde beweging uit; «irie rookwolkjes ont trokken hen een oogenblik aan het oog, drie sdierpo knallen drongen tot my door en drie kogels doden op drie annere plaatsen stof opdwarrelen in het terrein aan de andere zijde voor de nullah; twee andere gestalten te paard kwamen hard op hen die schoten toeryden, Piers en Papa, die de gendarmen waarschuwden, dat zy my konden raken. De Hammawanders lachten toen, gaven den dieóst Ged. Staten zullen bevorderen dat er behoorlijke arbeidsvoorwaarden by de maat schappy komen. De hco»8taalman stemde tegen de subsidie voordracht. By de vaststelling van de balans van het provinciaal electriciteitsbedrijf over 1919 wees de heer Wibaut er op, dat hoewel het bedrijf grooter werd, het verlies stijgtin 1918 was het ruim f200.000 en in 1919 f470.000. Dit komt, omdat enkele grootlndustrieelen en en kele polderbesturen weigeren de indertyd ge sloten oontracten te veranderen en den kost prijs van den stroom te betalen. Het betreft 42 pot. der gemeentendat is geen diefstal, maar er worden door de reohtbanken wel personen wegens diefstal veroordeeld, waar voor spreker niet zooveel minachting heeft (teekenen van instemming). Het is spr. bekend dat aan de regeering tusschenkomst is ge vraagd misschien komt er een wet. Wat zyn Ged. Staten voornemens te doen? De heer Koorman vroeg, welke gemeenten nog niet de tariefverhooging hebben ingewil ligd. De heer Hendrix (Ged. Staten), vond het beter op dit moment het ïystjje der onwillige gemeenten nog niet te publiceeren. Het betoog van den heer Wibaut onderschrijft spr. van a tot z. Over 1920 zal het tekort nog wel veel en veel grooter zyn dan in 1919. Er zyn gemeenten, die weigeren om de hoogere prijzen te betalen om de belastingon lager te houden. De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft gedaan wat zy kon, maar alle gemeenten zien de biliykheid niet in. Ged. Staten hopen nog steeds, dat de regeering zal helpen. Als ze dat niet doet, dan loopen de financiën van de provincie in de war. Ged. Staten zullen, nu de minnelijke weg niet gebaat heeft, zoover mogely'k gaan, als eenigszins mogely'k is. Het bedrijf moet weer gezond worden. De voorzitter deelde op een vraag van den heer Wibaut nog mede, dat de provincie bereid is tot het uitqrste te gaan. Het is evenwel niet verstandig de middelen hier te gaan noemen. De heer van der Waerden betoogde, dat verschillende gemeenten, die tenslotte in de verhooging toegestemd hebben, geweigerd hebben terugwerkende kracht aan dat besluit te verleenen. De heer Hovy vroeg, of er vol doende afgeschreven wordt in het provinciaal eleetriciteitsbedryf. Gereserveerd wordt er in het geheel niet. De heer Hendrix (Ged. Staten) zei, dat als er verlies gemaakt wordt, er niets te reserveeren is. By de vaststelling van den staat der schulden vroeg de heer Verkouteren naast de schulden- lyst over te leggen een overzicht van de be zittingen. De voorzitter beloofde, dat Ged. Staten dit zullen overwegen. Vastgesteld werd de begrooting voor 1921. De voorstellen tot het aangaan van eenige geldleeningen werden goedgekeurd, evenzoo de voorstellen tot verhooging van de opcenten op de verschillende belastingen. Daarna werd de zitting gesloten. Zitting van Woensdag. Eenige voorstellen worden zonder discussie of stemming aangenomen, waarna aan de orde komt de Provinciale begrooting voor 1921 en de heffing van opcenten. De heer Van Stapele vraagt van Ged. Staten de toezegging, dat zy in 1921 niet meer zullen komen met duurtetoeslagen voor het personeel der provincie. De heer Kolkman (Ged. Staten) kan de toezegging niet doen. In December is besloten nog voor een jaar de toelagen te bestendigen en is uitgemaakt dat in de najaarsvergade ring van 1920 de quaestie definitief zou wor den beslist. Als de heer Van Stapele meteen motie komt plaats hy de Staten voor een ge heel onvoorbereide beslissing. De heer Van Stapele dient een motie in met de uitspraak dat by de volgende sa larisherziening met de duurtebyslagen moet worden gebroken. De motie-Van Stapele wordt om praeadvies gesteld in handen van Ged. Staten. De heer Mol stelt voor flen byslag op de pensioenen der provinciale ambtenaren te verhoogen van 40 tot 70 De heer Kolkman (Ged. Staten) zegt, dat Ged. Staten de Ryksregeling wenschen te volgen. Het is hem voorts bekend dat de nieuwe Rykspensioenwet by den Raad van State is. Als die wet is tot stand gekomen kunnen de provinciale pensioenen daarmede in overeenstemming worden gebracht. Het vooritel-Mol wordt, na nog nader ver dedigd te zyn door den heer Coltof, ver worpen met 37 tegen 21 stemmen. De begrooting en het opcentenbosluit wor den z. h. stemming goedgekeurd. Dinsdagmorgen vond in de „Friedenkir- che" te Potsdam de lijkdienst voor den over- paardon de zweep en wy renden weer voort in oen balsbrekenden galop. Een tijd lang ging het door dik en dun; door boschjes, heesters en struiken, steeds inaar verder weg van de rivier. Ik was stil van woede, het was mijn eigen wertc; het noodlot maakte mti nu ook altijd bespottelijk in de oogen van Mr. Wilbur. Ik waa biy, ge durende den rit gelegenheid te hebben mij weer wat te horstellen. Na eenlgen tijd hiel den wy de vaart wat in om wat langzamer voort te gaan over een strook verdroogd gras. „Allemachtig, Miss Haroen, dat is een be roerde geschledenial" riep Mr. Wilbur toen uit. „Myn achternaam ia Jemingham,'* verbe terde ik, terwyi ik een van ndjn losgeraakte krullen weer vast stak. „Het is myn schuld, dat wil ik gaarne bekennen, maar u hoeft voor het oogenblik niet bang te zyn, er is geen onmiddellijk gevaar. Onze aanvallers zyn Hammawanders, het hoofd en die magere zyn echte Koerden, on de andoren zyn 1gstwaarschyniyk deserteurs uit het Turk- «;he leger of vogelvrij-verklaarden, uit welke catagorieëD den stam van Hammawand voort durend nieuwe leden toevloeien; zy zyn zeker canaille-Turken. Ze zullen ons misschien wil len uitwisselen tegen Aziz Bey. Maar wat my het meest spyt is, dat wy in zuidelijke rich- ting wegrijden van Abou Khatoun!"- „Aliss Haroen Miss Jerningh/tm bedeel ik - - dat u onder deze onislaiHiigiieden nog in staai bent om aan Assyriologie te denken! Het moet by u een allee overheeraufaende hartstocht zyn! Denkt u, dat uw vader ons zal inhalen?'-' (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 3