NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
No. 5275 ZATERDAG 24 JULI 1920 48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Intern Telefoon 50
HET INGEZETENSCHAP DER
GEMEENTE.
De AmstercLamsche Raad, ziah vereeni-
genxle mest het daaromtrent uitgebrachte
verslag der Commissie tot onderzoek der
Geloofsbrieven, besloot het door het Hoofd-
ötembureau tot lid! van dien Raad gekozen
lid! H. Kolthek niet toe te laten, omdat hij
niet zoude zijn ingezetene der gemeente,
waardoor hij een der vereischten, bedoeld
in art. 19 der Gemeentewet ontbeerde.
Dit artikel luidt:
Gedeputeerd© Staten van Noord-Holland,
bij welk Ooilege die heer Kolthek in beroep
kwam, waren het met die opvatting niet
eens en beschikten ingevolge de artikelen
33 en 34 der Gemeentewet, dat de reclamant
alsnog als lid van den Amsterdamschen
Raad moest worden toegelaten.
Het is wel interessant dit geschil nader te
bekijken. Niet, omdat het op ach zelf een
zeldzaam .geschil is, integendeel, zoowel op
grond van art, 19 als van art. 245 Gemeen
tewet (inzake forensen) is de kwestie van
„woonplaats", icli. „hoofdverblijf' tallooze
malen aan dé orde. Ook de Armenwet ver
wekt telkens weder uitspraken omtrent de
kwestie der woonplaats.
Maar deze geschillen zijn altijd opnieuw
weer belangwekkend, omdat bijna geen en
kel geval op een ander lijkt en er steeds
nieuwe elementen in het debat zijn.
Voor wie gewoon is, zich geen reken
schap te geven van de verschillende feiten
en toestanden; noch zich (bezig te houden met
de juiste beteekenis van benamingen en uit
drukkingen, en dat is uiteraard de over-
groote meerderheid, schijnt een begrip als
woonplaats al zeer gemakkelijk en eenvou
dig. De woonplaats van iemand, is men ge
neigd! te zeggen, is de plaats, waar hij
woont.
Accoord, maar iwaaruit blijkt het, of en
waar iemand woont? Men zal zeggen, waar
hij zijn huis huurt of .bezit, waar zijn gezin
of zijn zaak is gevestigd, waar hij is inge
schreven in het bevolkingsregister.
Zoo is het ook inderdaad met de over
groot© meerderheid der mensdhen, en bij
hen komen in den regel al deze omstandig
heden gelijktijdig voor.
Maar er zijn juist heel veel grensgeval
len en bijzondere omstandigheden, waar
door de woonplaatsbepaling zeer moeielijk
wordt.
Een vermogend man die b.v. een zomer
en een winterverblijf heeft en op elk dier
verblijven, die in velschillende plaatsen lig
gen, een half jaar vertoeft, waar heeft zulk
een hoofdverblijf?
Een zakenman, die de heele week ergens
verblijft, waar zijn zaak gezeteld is en alléén
den Zondag elders doorbrengt, waar zijn
vrouw of ander familielid of wel zijn pen
sion is gevestigd. Waar is van dezen het
hoofdverblijf?
Een Kamerlid, dat dm Amsterdam woont,
doch tijdens de Kamerzittingen met zijn ge
zin te den Haag een gemeubelde étage be
woont. Wie zou zóó kunnen uitmaken, waar
dat gezin eigenlijk hoofdverblijf heeft?
De inschrijving lm hét bevolkingsregister
is daarbij ®1 van weinig waarde.
Want tegen deze burgerplicht wordt niet
alleen zeer veel gezondigd, men kan zich
over laten schrijven zooveel men wil, zon
der dat men werkelijk van woonplaats ver
andert.
Uit dit allee volgt, dat dus de vraag, waar
iemand woonplaats, d.L hoofdverblijf heeft,
dikwijls zeer moeielijk is te beslissen.
Het Burgerlijk Wetboek regelt dit rechts
begrip in de artikelen 74 ejv.
Deze artikelen luiden:
„Art. 76. De verandering van woonplaats zal
stand grijpen door de werkelijke woning in eene
andere plaats, gevoegd bij het voornemen, om
aldaar züq hoofdverblijf té vestigen."
Indien iemand dus in een gemeente regel
matig woont, en ingeschreven te in het be
volkingsregister te die woonplaats zonder
eenigen twijfel die gemeente.
Twijfel komt pas, indien zoo iemand ver
trekt, maar b.v. zijn gezin achterlaat. Dan
zal moeten wonden gezocht Tm«r zijn „wer
kelijk verbluf' volgens het 2e lid ven art.
74 B. W.
Wat zal gelden als werkelijk verblijf zegt
het volgende artikel. Het is dus niet vol-
doende om zich In een andere plaats te
vestigen, men zal het voornemen moeten
hebben daar zijn hoofdverblijf te ves
tigen.
En, zegt art. 76, dat voornemen wordt be
wezen door een verklaring, dat is in den
regel de uitschrijving uit en de inschrij
ving in het bevolkingsregister der respec
tieve gemeenten.
Maar als dat wordt nagelaten, aldus het
tweede Md van bedoeld artikel, dan wordt
het bewijs van dat voornemen uit
de omstandigheden opgemaakt
Ieder voelt dius, dat gezinnen, of gezins
hoofden, die uit slordigheid of met opzet
zich niets van de verschillende burgerplich
ten aantrekken en feitelijk dus bebooren tot
de ongeregeld© gezinnen, tot allerlei kwes
ties aanleiding zullen geven, wamt op hen
moet altijd bijna het tweede lid van art. 76
worden toegepast, terwijl juist het bewijs
uit de omstandigheden zoo uiterst moeielijk
te te construeeren.
Het geval Kolthek was hiervan een
staaltje.
Toen hij als Raadslid gekozen was ver
klaard, heeft de Burgemeester van Amster
dam hem wel te waar afgegeven de verkla
ring, dat 'hij ingezetene van Amsterdam
was. Bewijzen doet dit niets. De Burge
meester kan dit te goeder trouw doen en
behoeft niet nader te onderzoeken, als hij
bij den Burgerlijken Stand staat ingeschre
ven. Bovendien kan de betrokkene, indien
de Burgemeester dat bewijs niet geeft, daar
tegen niet in beroep komen, zoodat deze
magistraat wellicht de beslissing aan den
Raad en hiooger gezag heeft willen laten.
Hetgeen niet anders dan valt toe te juichen.
De Commissie voor de geloofsbrieven
constateerde nu een aantal omstandighe
den, waarop zij hare meening grondde, dat
Kolthek niet was ingezetene van Amster
dam; maar we1 van 's-Gravenhage.
Het rapport is echter op dit punt zeer on
volledig.
Over het niet ingezetenschap van Am
sterdam zegt het alleen, dat de meubels en
boeken nog in zijn vroegere woning Veere-
straat 23 aanweizig zijn, maar diat hij daar
niet woont. Dat is al.
Hiertegenover voerde de heer Kolthek
aan, dat hij na dat adres reeds .twee maal
in Amsterdam te verhuisd en thans nog
steeds een kamer in huur heeft op het Cre-
merplein 12, alwaar hij overnacht en werkt,
indien (hij niet wegens Kamerzittingen of
andere reizen buiten de stad te.
Bovendien is hij in 1919 in de Amster
diamsche Inkomstenbelasting aangeslagen
en heeft hij voor 1920 daartoe weder een
beschrijvingsbiljet ontvangen.
Waar in art. 245 Gemeentewet belasting
plichtig te wie hoofdiverbljjf, dus
woonplaats binnen de Gemeente heeft,
volgt hieruit, dat Amsterdam hem als inge
zetene beschouwde.
Om verder aan te toornen, dat de heer
Kolthek ingezetene van den Haag was, wor
den door de Commissie zeer weinig klem
mende argumenten aangevoerd.
Allereerst, dat hij daar een huis heeft ge
huurd en een vrouw, zich noemende Mevr.
KolthekTimmer, bij hem inwoont. Noch
't hurèn van dat huis, noch het bij hem in
wonen van een zich noemende Mevr. Kolthek
hebben echter iets uit te staan met het ves
tigen van zijn hoofdverblijf te 's-Graven
hage. Integendeel, er zijn tal van Kamer
leden, die tijdens de zittingen een kamer of
een étage in den Haag huren en den Haag
beschouwt; die Kamerleden niet als ingeze
tene, zelfs niet als forens.
Reeds in 1870 heeft de Hooge Raad uit
gesproken, dat:
Vast staat dat de heer Kolthek op het
tijdstip zijner verkiezing langer dan een
jaar in het bevolkingsregister der Gemeen
te Amsterdam was ingeschreven, dat hij
daar belasting betaalde en dus in elk ge
val hoofdverblijf te Amsterdam had. Dit
vaststaande blijft de vraag: heeft hij zijn
hoofdverblijf veranderd?
In elk geval blijkt dit niet door eene ver
klaring, bedoeld bij art. 76 B. W. Of dus dat
voornemen bestond moet uit de omstandig
heden worden afgeleid. En dan te het huren
van een huis te den Haag voor iemand, die
daaT een groot deel van heit jaar voor zijn
werk moet zijn, geen réden, om te meenen,
dat hij daar hoofdverblijf heeft.
De overige argumenten der Commissie
beteekenen voor de beoordeeling van het
hoofdverblijf absoluut niets.
Dat hij zijn stukken aan zijn adres te
's-Gravenhage laat komen, dat dit adres op
zijn blad „Recht voor Allen" staat en dat hij
eens afgevaardigde voor een Haagsch© or
ganisatie was, dit alles kan best geschieden
zonder diat hij zijn hoofdverblijf verandert.
Waar dus van het voornemen, om zijn
hoofdverblijf elders dan te Amsterdam te
vestigen, uit de omstandigheden niet vol
doende te gebleken, en dat hoofdverblijf te
.Amsterdam was, daar te de beslissing van
Ged. Staten, om hem als ingezetene van
Amsterdam te beschouwen en hem derhalve
toe te laten tot den Raad dier Gemeente in
alle opzichten juist.
De Raad zal waarschijnlijk tegen deze uit
spraak bij de Kroon in beroep gaan. Indien
geen nieuwe feiten blijken, zal echter diens
uitspraak moeielijk anders kuimen zijn.
Er ban ten opzichte van Kamerleden nog
gedacht worden aan art. 77 B. W. luidende:
De vraaig te hier alleen te het Kamerlid
maatschap een „openbare bediening"?
Volgens v. Dates Groot Woordenboek
der Ned. Taal te
Is bediening d/us hetzelfde als betrekking
waarvan in art. 245 Gemeentewet wordt ge
sproken? Volgens v. Dale te Betrek
king: „Ambt, bediening", terwijl volgens
dienzelfden Ambt beteekent: 1. „Openbare
betrekking, waartoe men door de Overheid
of eenig erkend gezag benoemd' wordt",
2. „post" en 3. „bediening". Volgens v. Dale
is Ambt, betrekking en bediening, vooral
indien het den publieken dienst betreft, ge
lijk. Onder „eenig erkend gezag" kan als
men wil ook een verkiezing worden gere
kend en zou dus het Kamerlidmaatschap
eene openbare bediening zijn.
Ook volgens Oppenheim (Deel I blz. 675/76
Gemeenterecht) te Openbare betrekking:
Er zijn anderen, die er echter .anders
over denken. Het Kamerlidmaatschap te
geen ambt, geen bediening of betrekking
maar een waardigheid en valt noch onder
het begrip „Openbare bediening" in
art. 77 B. W. noch onder dat van „Openbare
betrekking" in art. 245 Gemeentewet. Eene
bediening is een door het openbaar gezag
door benoeming te verkrijgen ambt, zeggen
zij en als zoodanig valt het Kamerlidmaat
schap er buiten.
Hoe dit zij, de geschiedenis van art. 77
zelf leert iwel, dat bij het neerschrijven dier
woorden alléén aan ambtenaren gedacht te.
Het artikel te overgenomen uit de Framsche
Oode Civile, waar heit als art. 106 fungeerde.
Maar niet alleen, dat er toen alleen sprake
in was van tijdelijke of herroepe
lijke bedieningen, het werd gevolgd door
een artikel 107, en daar komt het op aan,
waarin werd gezegd, dat hij
Prof. Opzoomer acht dam ook de overname
van art. 106 (nu 77) alléén, in ons B. W. een
overbodigheid, omdat wat. er in staat in
dezen zin, reeds in art 76 geregeld is.
Het is eigenlijk wel gek, dat onze Wetge
ving juist voor diat groote aantal volksver
tegenwoordigers, die in verschillende plaat
sen des lands wonen en langen tijd in den
Haag verblijven moeten, geen betere en dui
delijker bepalingen bevat.
Het te te raadselachtiger, waar die Wet
gever wel heeft gedacht aan hen die
Want dezulken blijven volgens art. 20 Ge
meentewet, art. 18 Prov. Wet
In de Memorie van Toelichting op dit ar
tikel zei de Regeering oon.
Ook hier zou men intussdhen uit mogen
oonoludeeren, datt de Regeering in den zin
van bediening alleen ambtenaren op
het oog heeft gehad en dus geen door ver
kiezing verkregen functies.
'Dart echter de definitie „woonplaats" niet
zoo eenvoudig is, hoop ik den lezer thans
voldoende te hebben aangetoond.
Helder, 22—3—'20.
BINNENLAND.
De Poolsch-Russtoche oorlog.
Uit Koningsbergen werd. djd. Donderdag
aam de „National Zeitung" geseind, dat door
de verovering van Grodrno de Noordelijke
vleugel van de Pooteche troepen bijna ge
heel omsingeld was. De Polen trokken in
wanorde op Soewalki terug, dat élechts 30
kilometers vam de Zuid-Oostelijke grens van
Oost-Pruteen verwijderd te. De SowjeDtroe-
pen zetten die vervolging zonder genade
voort en stonden reeds op 40 kilometers van
de Oost-Pruisische grens.
Aan een medewerker van hetzelfde blad
verklaarde Wigdor Kopp, de Berlijnsche
veategenwooaxLiger van dé Sowjet-regeerimg
dat Ruslapd er niet aan denkt do Duitsche
grenzen te overschrijden.
ten le zou dit eene oorlogsverklaring be
teekenen «n.rt Duitsehland en Rusland wil
in vrede met dit land leven en verlangt
dringend de economische betrekkingen zoo
spoedig mogelijk met Duitsehland te her
vatten.
ten 2e zou eene bezetting van Duitsch
grondgebied door de Sowjet-troepen onmid
dellijk in Duitsehland zelf eene nieuwe
reaotiannaire beweging te voorschijn roe
pen en dat kunnen de botejewiiki ook niet
Trouwen» meende Kopp, dat de Russische
operaties wel degelijk bewijzen, dat Rusland
Oost-Pruisen biet bedreigt. De Russen heb
ben immers Litauen ontruimd en aldus den
gamakkelijksten en koetsten weg naar
Duitsehland prijs gegeven.
Berlijn, 22 Juli De Russische cavalerie
heeft Grodrno ingenomen. De Polen vlucht
ten zonder zich ernstig te verzetten.
De Polen hebben volgens andere berich
ten ook Tamopol prijs gegeven. Op den weg
naar Lamberg voeren zij een zwaren strijd
tegen het 12de Russische leger.
Uit Kowmo komt het bericht, dat ook
Lithausche troepen in Grodno zijn binnen
gedrongen.
Het „Rerlinier Tageblatt" wijst er op, dat
Grodrno in vogelvlucht slechts 75 KJSI. van
de Duitsch© Oost-Pruisische grens verwij
derd te en dat de Russische troepen dus
binnen 48 uur aan de Duitsch© grenzen
kunnen staan.
Het „8 Uhr Abendhlatt" deelt mede, dat
reeds de nioodige maatregelen getroffen zijn
om de Oost-Pruisische grenzen tegen een
bolsjewtetdschen inval te beschermen.
De Grieken in Thracië.
Te Korloe en Moenaldi aan de Orient-
spoorlijn bedreigen de Grieken de Turken
1e Adrianopel in den ruig. Er is reden te ge-
looven, dat de Turken te Adrianopel niet
veel tegenstand zullen ibieden, maar den
Grieken slag zullen leveren rond Kirk-Ki-
lisse, waar de Bulgaarsche 'grens achter hen
hun een toevlucht biedt en zij op hulp van
Bulgaarsche komitadzji's kunnen hopen.
(De sterkte der Turksche troepen in Oost-
Thracië wordt op 15.000 man geschat
DUITSCHLAND.
Een aangehonden transport krijgs
gevangenen.
Berlijn, 22 Juli. De Oostenrijksche regee
ring te in onderhandeling met sovjet-Rus-
land over de uitwisseling van de wod'erzijd-
sche krijgsgevangenen. De Duitsche regee
ring heeft toestemming gegeven tot het
transport der 'gevangenen door Duitsehland.
Bij een transport van 808 mannen en vrou
wen naar Stettin werd vastgesteld, dat de
Hóngaarsche communist Beüa Kun en an
dere belangrijke politieke persoonlijkheden
zich daaronder bevonden. Aangezien de
Duitsche regeering alleen de doorreis van
krijgsgevangenen had! toegestaan, en de
principioele toestemming tot het transport
van politieke vervolgden was gewéigend,
moest het transport te Stettin worden aan
gehouden. Aangezien volgons do regelen
van het Volkenrecht een onder Oostenrijk
sche leiding en bewapening staand transport
als exterritoriaal moest worden beschouwd,
en een scheiding te .maken tusschen politie
ke persoonlijkheden en krijgsgevangenen
niet binnen de bevoegdheid der Duitsche
otverheid lag, moest het geheel© transport
naar Oostenrijk worden teruggezonden. De
Duitsche regeering betreurt, - dat, door de
handelwijze van de Oostenrijksdhe regee
ring, de terugkeer der Russische 'krijgsge
vangenen wordt vertraagd. Zij zal voor dén
terugkeer van Idle gevangenen met den
grootsten spoed zorgen, aoodra de Oosten
rijksche regeering aantoont, d'at het nieuwe
transport aan de overeenkomst beantwoordt.
Ondiertusschen liet de Oostenrijksche re
geering aan de Duitsdhe regeering, door
middel van het gezantschap te Berlijn, me-
dedeelen, dat zij weigerde, het transport
krijgsgevangenen weer over de Oostenrijk
sche .grens te llaiten gaan. Tengevolge daar
van is de terugzending van het transport
voorloopig uitgesteld, en zijn de krijgsge
vangen Russen en de politieke personen, die
deel uitmaakten van biet transport, in de
buurt van Stettin ondergebracht. Dé beslis
sing over de verdere behandeling van het
transport wordt genomen, zoodra er te vast
gesteld, of de Oostenrjjksche regeering op
haar standpunt blijft staan.
Diefstallen bij Krupp.
Door de rechtbank te Essen zijn nu weer
een heele bende dieven, die allen in dienst
van de fabriek van Krupp waren en drilboren
hadden gestolen, veroordeeld tot straffen van
ten hoogste IJ jaar gevangenis. Elk van hen
had tot een bedrag van 10 tot 40.000 mark
aan drilboren gestolen.
ENGELAND.
De toestand in Ierland.
Bij de gevechten tusschen Sinn Feiners
en Unionisten te Belfast, Woensdagavond en
Donderdagmorgen, werden drie personen
gedood en tachtig gewond, van wie veertig
ernstig.
De Engelsche bladen geven uitvoerige ver
slagen over de vechtpartijen In het stadje
Tuam, graafschap Garway. Maandag hadden
eenige Sinn Feiners op den weg naar Dun-
more een politieauto beschoten, bij welken
aanval twee politieagenten werden gedood.
De niet gewonden werden na heftigen
strijd ontwapend, geblinddoekt en op den
weg naar Tuam gezet, welke plaats ze na
eenigen tijd bereikten. Door den dood hunner
makkers in woede ontstoken, besloten de
mannen zich op de inwoners van Tuam te
wreken, alhoewel 'het niet vaststond, dat deze
aan den aanval schuldig of medeplichtig wa
ren. Hoe het zij, tegen vier uur 's ochtends
werden de bewoners gewekt door heftig on
afgebroken geweervuur en door de zware
ontploffingen van bommen.
De politieagenten hadden toe» vrij spel.
De burgers verscholen zich in de kelders
hunner woningen.
Plotseling werd het rustig, maar vlak
daarop ging een luid gejuich op, en de ver
schrikte burgers, te voorschijn gekomen^
zagen hun stadhuis, waar de zittingen van
de Sinn Fein rechtbank plachten gehouden
te worden, in vlammen opgaan. Woningen
en winkels van Sinn Feiniers werden aange
vallen, geplunderd, in brand gestoken. Een
koopman leed 20.000 schade.
De watertoevoer werd afgesneden. Het
optreden der politie wordt erkend in een offi
cieel rapport van het gebeurde naar Dublin
Castle gezonden, waarin als verontschuldi
ging hunner misdaden staat dat de politie
niet meer in den band te houden was, toen
de mannen de lijken hunner kameraden
zagen.
Het besluit der unionistische scheeps-
bouwweoMieden te Belfast de Sinn Feiners
te boycotten, heeft tot ernstige ongeregeld
heden aldaar aanleiding gegeven. De troe
pen werden in verschillende deelen der stad
gerequireerd. Er werden vele winkels ver
nield; de Sinn Feiniers wierpen met steenen
en verbrijzelden tal van ruiten. De soldaten
vuurden over de hoofden der menigte, waar
mede zij gedaan kregen dat de mensdhen uit
elkander gingen.
DENEMARKEN.
Diefstal ea woeker.
In het Magasin du Nord, heit grootste wa
renhuis te Kopenhagen, 'bemerkte onlangs
een der bestuurders, diat een der verkoop
sters aan een barer collega's zijden kousen
verkocht tegen veel te goedkoopen prijs.
De bestuurder (floot de verkoopster gedu
rende 8 uur in zijn kantoor op en toen be
kende zij, dat een gedeelte van het perso
neel oon goed 'ge-organiseerden sluikhandel
liad ingericht en onder elkaar alle mogelij
ke waren ver beneden de prijzen verkoch
ten. Zonder dat het personeel het vermoed
de, werd per automobiel onmiddellijk een
huiszoeking gehouden bjj talrijke manne
lijke en vrouwelijke leden van het personeel.
Een enorme hoeveelheid goederen werd in
verschillende woningen in beslag genomen.
De directeur ontbood daarop 28 verkoo-
pers en verkoopsters en gaf hen onmiddel
lijk hun ontslag. De ontrouwe bedienden
antwoordden daarop, dat ingeval een klacht
bij de politie tegen hen zou worden inge
diend, zjj ook den directeur zouden weten
te treffen, door aan de autoriteiten mede te
doelen op welke wijze de Magasin du Nord
tijdens den oorlog zaken dreef. Men vond
het daarom verstandiger geen folnoht in te
dienlen.
De (bladen zijn toch op die hoogte geko
men van wat er gebeurd is en vertellen nu
bijv. dat in het warenhuis de prijs van één
zelfde cheviot tydens «jen oorlog van 5 kro-
Hoe nierkwalen te voorkomen.
Nu de ernst van nierkwalen voor den be-
dachtzamen lezer duidelijk is geworden, valt
te hopen, dat de middelen tot voorkoming
algemeen zullen worden toegepast. Want
hoe moeilijk het ook valt nierkwalen te ge
nezen, zjj kunnen gemakkelijk voorkomen
worden.
De natuurwetten matigheid, opgewekt
heid en voldoende lichaamsbeweging die
ertoe dienen om het lichaam in orde te hou
den, zijn ook de voornaamste regels om
nieruitputting te voorkomen.
Zware* maaltijden, laat naar bed gaan,
overdadige prikkels, overwerking, zorgen,
eenzaamheid, luiheid en vadsigheid, zijn alle
urinezuur vormende gewoonten. Zjj vergif
tigen het bloed, tasten de nieren aan en
veroorzaken pijnlijke verschijnselen als
stijve, ontstoken en rheumatische gewrich
ten, rugpijn, spit, nier-waterzucht, ischias,
niergruis of -steen, en blaasontsteking.
Als gij reeds een nierkwaal hebt, laat
Foster's Rugpijn Nieren Pillen u dan hel
pen om gezond te worden, en past daarna
op voor herhaling. Foster's Pillen kunneD
nog behulpzaam zjjn. Zij verbeteren en voor.
komen derhalve, bijtijds genomen, nier-
zwakte.
Foster's Pillen geven verzachting aan de
urinewegen, regelen do blaus en versterken
de nieren. Zij dienen tot niets anders en
zijn geen alles genezend middel. Zij werken
niet op de lever, maag of ingowanden.
Foster's' Pillen doen slechts óén ding, maar
doen dit goed.
Alleen echt, wanneer op de verpakking
de liandteekening van James Foster voor
komt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn
te Den Helder verkrijgbaar bij A. ten Kloos
ter, Keizerstraat 93, h 1.75 p. doos of 10.—
p. zes doozen.
COURA
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING!
Heldergohe Ot. per 8 mud. 1.50. franco p. post 1.70. Buitenl. 2.60
8 0.57V», n „0.65. „1.05
8 „0.95, „1.051.30
Losse nummers der Courant 4 ct.
Zondagsblad
Modeblad
Post-Girorekenlng No. 16066.
ADVERTENTIENi
20 ot. p. regeUgaljard). Ingei. medod. (Icolombr. als redact, tekst) 80 ct.
Kleine adv. (gevr., te koop, te huur) v. 1—4 rog. 60 ct., elke regel meer
10 ct bij vooruitb. (adres: Bur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 ct. p. adv.
extra). Bew.-ex. 4 ct Alle prijzen tijd. verh. m. 10% pa'piorduurtetoeel.
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
(Zomertijd.)
Maan Zon Hoogwater
op: ond.: op: ond.: v.m.:n.m.:
4.42 m.—.— 5.10 9.2 4.5 4.30
Jnli.
Zondag 25 a.
Maand. 26
Dinsdag 27
Woensd.28
Dond.d. 29
Vrijdag 30
Zaterd. 31
5.35
6.22
7.3
7.38
8.8
8.34
1.23 5.11 9.—
2.8 5.13 8.59
2.59 5.14 8.58
3 55 5.17 8.56
4.56 5.19 8.54
6 5.21 8.52
5.15
6.25
7.20
8.10
8.50
9.20
5.45
6.50
7.45
8.30
9.15
9.50
„Leden van den Raad kunnen alleen zijn Inge
zetenen der gemeente enz. Onder Ingezetenen
worden verstaan zij, die gedurende de laatste
twaalf maanden hunne „woonplaats" binnen de
gemeente hadden."
„Art. 74. Een ieder wordt geacht, zijne woon
plaats te hebben, alwaar hij zijn hoofdverblijf
hooft j^Bvosti
Bij gebreke van zoodanige woonplaats, wordt
de plaats dee werkelij'ken verblijfs daarvoor ge
houden."
„Art. 76. Dat voornemen wordt bewezen door
eene gedane verklaring, zoowel bij hetBestuur
der gemeente, welke men verlaat, als bij dat der
bra^H waar woonplaats wordt overge-
Bij gebreke van verklaring, zal het bewijs
van bet voornemen uit do uinjtandigbodeu wor
den opgemaakt.
„Een lid der Staten Generaal, dia zijn verblijf
te 's-Gravenhage houdt, ter bijwoning van de
vergaderingen der Staten Generaal, doch zijn
hoofdverblijf elders heeft, te 's-Hage niet in
den Hoofdelijken Omslag kan worden aangeela
gen, zelfs wanneer hij zijn huisgezin
bij zich heeft." (Zie Cremer Gemeentewet
blz. 602).
„Die tot openbare bedieningen worden ge
roepen, behouden hunne woonplaats, indien zij
het tegenovergestelde voornemen niet aan den
dag hebben gelegd."
Bediening: „het bedienen van een ambt, eene
betrekking, het verrichten van werkzaamheden,
die aan dat ambt zijn verbonden."
„elke betrekking door het openbaar gezag
opgedragen of krachtens publieke- verkiezing
verkregen."
„benoeming van een ambt voor het lerven het
domicilie vanzelf de standplaats der benoemde
wordt."
„tor waarneming dor bun door Ons of van
Onzentwege opgedragene Gommissien verplicht
zijn, tijdelijk buiten de gemeente te verblijven."
„ingezetene, zoolang bun hoofdverblijf binnen
de gemeente gevestigd blijft."
„Onder Commissie verstaat de Regeering een
.bepaalden last, tijdelijk opgedragen; in tegen
overstelling van Ambt, waaraan zich het denk
beeld eener voortdurende bediening hecht."
M.
1) Vierde titel van het I Boek „Woonplaats of
domicilie". Ellenbaas zegt op blz. 28 van zijn
„Handboek voor den Burgerlijken Stand", dat
woonplaats dikwijls geen feitelijke toestand is on
volgens de Wet is en wordt opgevat als een rechts
begrip.
Zelfs kan als woonplaats in den zin der Wet
worden aangemerkt de plaats waar men feitelijk
niet aanwezig is, aldus Ellenbaas, maar waar mon
geacht wordt, tegenwoordig te zijn. (Schippers
e.d-, die toch een vast domicilie moeten hebben).
Het eerste lid van dat artikel (forensenbe
lasting) is n.1. niet van toepassing op hen, „die
ter waarneming eener (openbar e betrek
king tijdelijk buiten de gemeente van hun hoofd
verblijf vertoeven."
1 ïstihtë n
Naar ons uit Essen wordt gemeld, hebben
sedert dat de fabriek van Krupp voor den
vredesarbeid is ingericht, de diefstallen een
ongehoorde omvang aangenomen.
Er is voor verscheidene millioenen mark
aan materialen gestolen, die, na afloop van de
fabricage voor den oorlog, overbodig waren
geworden en in de magazijnen waren opge
slagen. Niettegenstaande, dat de flnna Krupp
ter bestrijding van deze diefstallen een eigen
bewakingspolitie heeft georganiseerd, is men
er tot dusver niet in geslaagd de diefstallen
te voorkomen.
De rechtbanken te Essen moeten zich telkens
weer bezig houden met nieuwe, groote dief
stallen in de fabrieken van Krupp, waarbij
dikwijls de waardevolle werktuigen bij wagons
tegelijk worden ontvoerd. Vandaag hebben
enkele personen, die in dienst van de firma
zijn, tegelijk 10 tot 30.000 drilboren gestolen.
De diefstallen worden aangemoedigd, doordat
verscheidene buitenlandsche firma's zaken doen
door het aankoopen van gestolen werktuigen
en in de bladen tot dat doel adverteeren,
zoodat de afzet van de gestolen voor
werpen voor de dieven zeer vergemakkelijkt
wordt.
Ingezonden mededeeling.